61982O0010

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE DERDE KAMER VAN HET HOF VAN 5 FEBRUARI 1982. - SVEN-OLE MOGENSEN EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - ZAAK NO. 10/82 R.

Jurisprudentie 1982 bladzijde 00325


Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Partijen


IN ZAAK 10/82 R ,

SVEN-OLE MOGENSEN , CARL WALTENBURG , LENE OEHRGAARD EN JEAN-LOUIS DELVAUX , AMBTENAREN VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR J . THORBEK , ADVOCAAT TE KOPENHAGEN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG , TEN KANTORE VAN J . LOESCH , ADVOCAAT ALDAAR , RUE GOETHE 2 ,

VERZOEKERS ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR J . F . BUHL ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ O . MONTALTO , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN VERZOEK IN KORT GEDING TOT HET OPLEGGEN VAN EEN VOORLOPIG VERBOD AAN DE COMMISSIE OM TE VOORZIEN IN HET BIJ KENNISGEVING COM / 1144/80 VACANT VERKLAARDE AMBT VAN REVISEUR VOORDAT HET HOF ARREST HEEFT GEWEZEN IN DE HOOFDZAAK , WAARIN VERZOEKERS DE WETTIGHEID BESTRIJDEN VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE TOT AFWIJZING VAN HUN KANDIDATUUR VOOR GENOEMD AMBT .

BESCHIKKING

Overwegingen van het arrest


1 DE RECHTER IN KORT GEDING DIENT IN HET KADER VAN DE DOOR PARTIJEN AANGEVOERDE ARGUMENTEN ZIJN ONDERZOEK TE BEPERKEN TOT DE GRONDEN DIE DE SPOEDEISENDHEID VAN DE ZAAK BETREFFEN .

2 VANUIT DIT GEZICHTSPUNT MOET AL AANSTONDS WORDEN OPGEMERKT DAT REEDS IN HET BETROKKEN AMBT IS VOORZIEN EN DAT DE GEVRAAGDE MAATREGEL IN DE GEGEVEN OMSTANDIGHEDEN GEEN ZIN MEER ZOU HEBBEN .

3 ZONDER DAT DEZE VASTSTELLING ENIGE INVLOED ZOU KUNNEN HEBBEN OP DE BESLISSING TEN GRONDE EN HET EVENTUEEL DAARAAN TE VERBINDEN GEVOLG , DIENT DERHALVE AKTE TE WORDEN GENOMEN VAN DE FEITELIJKE SITUATIE EN HET THANS ZINLOOS GEWORDEN VERZOEK TE WORDEN AFGEWEZEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

4 IN DE HUIDIGE STAND VAN HET GEDING MOET DE BESLISSING OMTRENT DE KOSTEN WORDEN AANGEHOUDEN .

Dictum


DE PRESIDENT VAN DE DERDE KAMER VAN HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE BIJ VOORRAAD ,

BESCHIKT :

1 . HET VERZOEK IN KORT GEDING WORDT AFGEWEZEN .

2 . DE BESLISSING OMTRENT DE KOSTEN WORDT AANGEHOUDEN .