61981J0091

ARREST VAN HET HOF VAN 8 JUNI 1982. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ITALIAANSE REPUBLIEK. - (" NIET - NAKOMING - RICHTLIJN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG "). - ZAAK NO. 91/81.

Jurisprudentie 1982 bladzijde 02133


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


SOCIALE POLITIEK - ONDERLINGE AANPASSING VAN WETGEVINGEN - COLLECTIEF ONTSLAG - RICHTLIJN 75/129 - DOEL - BEVOEGDHEDEN VAN LID-STATEN

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 117 ; RICHTLIJN NR . 75/129 VAN DE RAAD )

Samenvatting


RICHTLIJN NR . 75/129 , DIE VOLGENS DE RAAD BEANTWOORDT AAN DE IN ARTIKEL 117 EEG-VERDRAG GESTELDE NOODZAAK , DE VERBETERING VAN DE LEVENSSTANDAARD EN DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN DE WERKNEMERS TE BEVORDEREN , STREKT ERTOE DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN VAN DE LID-STATEN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG NA DER TOT ELKAAR TE BRENGEN . DE BEPALINGEN VAN DE RICHTLIJN ZIJN DERHALVE GERICHT OP DE VORMING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE NORMATIEVE BASIS DIE IN ALLE LID-STATEN VAN TOEPASSING IS DOCH DEZE LAATSTE DE BEVOEGDHEID LAAT BEPALINGEN TOE TE PASSEN OF IN TE VOEREN DIE GUNSTIGER ZIJN VOOR DE WERKNEMERS .

Partijen


IN ZAAK 91/81 ,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR A . TOLEDANO LAREDO ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ O . MONTALTO , LID VAN DE JURIDISCHE DIENST VAN DE COMMISSIE , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

ITALIAANSE REPUBLIEK , IN DE PERSOON VAN HAAR GEMACHTIGDE A . SQUILLANTE , HOOFD VAN DE DIENST DIPLOMATIEKE GESCHILLEN , VERDRAGEN EN WETGEVING , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR P . G . FERRI , AVVOCATO DELLO STATO , DOMICILIE GEKOZEN HEBBEN TE LUXEMBURG TER ITALIAANSE AMBASSADE ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN VERZOEK TOT VASTSTELLING DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR NIET BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN DE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 75/129 VAN DE RAAD VAN 17 FEBRUARI 1975 BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN VAN DE LID-STATEN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG ( PB L 48 VAN 1975 , BLZ . 29 ), DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ,

Overwegingen van het arrest


1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 15 APRIL 1981 , HEEFT DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG BEROEP INGESTELD STREKKENDE TOT VASTSTELLING DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJN DE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 75/129 VAN DE RAAD VAN 17 FEBRUARI 1975 BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN VAN DE LID-STATEN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG ( PB L 48 VAN 1975 , BLZ . 29 ), DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

2 RICHTLIJN NR . 75/129 IS DOOR DE RAAD VASTGESTELD OP BASIS VAN ARTIKEL 10 EEG-VERDRAG , INZAKE HET NADER TOT ELKAAR BRENGEN VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN DER LID-STATEN WELKE RECHTSTREEKS VAN INVLOED ZIJN OP DE INSTELLING OF DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT . IN DE CONSIDERANS VAN DE RICHTLIJN WORDT GESTELD DAT HET DIENSTIG IS DE WERKNEMERS BIJ COLLECTIEF ONTSLAG MEER BESCHERMING TE BIEDEN , WAARBIJ REKENING WORDT GEHOUDEN MET DE NOODZAAK VAN EEN EVENWICHTIGE SOCIAAL-ECONOMISCHE ONTWIKKELING IN DE GEMEENSCHAP ; DAT ER NIETTEGENSTAANDE EEN CONVERGENTE ONTWIKKELING VERSCHILLEN BLIJVEN BESTAAN TUSSEN DE IN DE LID-STATEN VAN DE GEMEENSCHAP GELDENDE VOORSCHRIFTEN WAT BETREFT DE MODALITEITEN EN DE PROCEDURE VOOR COLLECTIEF ONTSLAG , ALSMEDE DE MAATREGELEN DIE DE GEVOLGEN VAN DIT ONTSLAG VOOR DE WERKNEMERS KUNNEN VERZACHTEN ; DAT DEZE VERSCHILLEN RECHTSTREEKS VAN INVLOED KUNNEN ZIJN OP DE WERKING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT ; DAT DE RESOLUTIE VAN DE RAAD VAN 21 JANUARI 1974 VOORZIET IN EEN RICHTLIJN TOT ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN VAN DE LID-STATEN IN ZAKE COLLECTIEF ONTSLAG , EN DAT BIJGEVOLG DEZE ONDERLINGE AANPASSING DIENT TE WORDEN BEVORDERD , IN DE ZIN VAN ARTIKEL 117 EEG-VERDRAG , DAT ERTOE STREKT DE VERBETERING VAN DE LEVENSSTANDAARD EN VAN DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN DE WERKNEMERS TE BEVORDEREN , ZODAT DE ONDERLINGE AANPASSING DAARVAN OP DE WEG VAN DE VOORUITGANG WORDT MOGELIJK GEMAAKT .

3 IN HET LICHT VAN DEZE OVERWEGINGEN BEPAALT DE RICHTLIJN HET TOEPASSINGSGEBIED VAN HET BEGRIP ' ' COLLECTIEF ONTSLAG ' ' , WAARBIJ ECHTER AAN DE LID-STATEN DE KEUZE WORDT GELATEN TUSSEN TWEE IN DE RICHTLIJN VASTGESTELDE CRITERIA .

4 ARTIKEL 2 VAN DE RICHTLIJN BEPAALT DAT DE WERKGEVER DIE OVERWEEGT COLLECTIEF ONTSLAG TE VERLENEN , VERPLICHT IS DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERS TE RAADPLEGEN TEN EINDE TOT EEN AKKOORD TE KOMEN . HIJ IS VERPLICHT HUN ALLE NUTTIGE GEGEVENS TE VERSTREKKEN EN , IN ELK GEVAL , DOOR MIDDEL VAN EEN SCHRIFTELIJKE MEDEDELING , DE REDEN VAN HET ONTSLAG , HET AANTAL VOOR ONTSLAG IN AANMERKING KOMENDE WERKNEMERS , HET AANTAL WERKNEMERS DAT HIJ GEWOONLIJK IN DIENST HEEFT EN DE PERIODE DIE WORDT OVERWOGEN VOOR HET DOEN PLAATSVINDEN VAN DE ONTSLAGEN . HIJ IS VERPLICHT DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE EEN AFSCHRIFT TE DOEN TOEKOMEN VAN DEZE SCHRIFTELIJKE MEDEDELING .

5 DE ARTIKELEN 3 EN 4 VAN DE RICHTLIJN BEVATTEN BEPALINGEN INZAKE TUSSENKOMST VAN DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE . DE WERKNEMER IS VERPLICHT VAN ELK PLAN VOOR COLLECTIEF ONTSLAG SCHRIFTELIJK KENNIS TE GEVEN AAN DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE . DEZE KENNISGEVING MOET ALLE NUTTIGE GEGEVENS BEVATTEN BETREFFENDE DE IN ARTIKEL 2 GENOEMDE MATERIES ALSMEDE BETREFFENDE DE RAADPLEGING VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERS . AFSCHRIFT VAN DEZE KENNISGEVING WORDT TOEGEZONDEN AAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERS . HET COLLECTIEF ONTSLAG GAAT IN HET ALGEMEEN NIET EERDER IN DAN 30 DAGEN NA ONTVANGST VAN DE KENNISGEVING . DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE DIENT DEZE TERMIJN TE GEBRUIKEN OM OPLOSSINGEN TE ZOEKEN VOOR DE PROBLEMEN DIE UIT HET VOORGENOMEN COLLECTIEF ONTSLAG VOORTVLOEIEN ; BOVENBEDOELDE TERMIJN KAN DAARTOE WORDEN VERLENGD .

6 INGEVOLGE ARTIKEL 6 VAN DE RICHTLIJN ZIJN DE LID-STATEN GEHOUDEN BINNEN EEN TERMIJN VAN TWEE JAAR VOLGENDE OP DE KENNISGEVING VAN DE RICHTLIJN DE NODIGE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE MAATREGELEN VOOR HET VOLGEN ERVAN IN WERKING TE DOEN TREDEN .

7 IN ARTIKEL 5 IS BEPAALD , DAT DE RICHTLIJN GEEN AFBREUK DOET AAN DE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN OM WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN TOE TE PASSEN OF IN TE VOEREN DIE GUNSTIGER ZIJN VOOR DE WERKNEMERS .

8 DE ITALIAANSE REGERING HEEFT OPGEMERKT DAT , GELET OP DE ITALIAANSE REGELING VAN DE BESCHERMING BIJ ONTSLAG IN HAAR GEHEEL , DIE VOORTVLOEIT UIT DE RUIME BETEKENIS IN DE ITALIAANSE WETTELIJKE REGELING VAN HET BEGRIP INDIVIDUEEL ONTSLAG , DAT STRENG WORDT BEHEERST DOOR BEPALINGEN TEN GUNSTE VAN DE WERKNEMERS , DE SPECIFIEKE BEPALINGEN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG EN DE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE OVEREENKOMSTEN , DEZE REGELING VOORWAARDEN BIEDT EN PROCEDURES INSTELT WAARMEE DE DOELSTELLINGEN VAN DE RICHTLIJN KUNNEN WORDEN BEREIKT EN DIE IN VERSCHILLENDE OPZICHTEN ZELFS VERDER GAAN DAN DE DAARIN GESTELDE EISEN .

9 DE ITALIAANSE REGERING HEEFT EVENWEL NIET BETWIST DAT IN ITALIE IN BEPAALDE SECTOREN , MET NAME DE LANDBOUW EN DE HANDEL , GEEN REGELING BESTAAT DIE ZO VOLLEDIG IS ALS DE RICHTLIJN . VOORTS STAAT VAST DAT VOOR DE ITALIAANSE COLLECTIEVE OVEREENKOMSTEN NIET DE IN DE RICHTLIJN VOORGESCHREVEN SCHRIFTELIJKE KENNISGEVING DOOR DE WERKGEVER IS VEREIST , DAT HET ITALIAANSE SYSTEEM NIET , ZOALS DE RICHTLIJN , MEDEDELING AAN DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE VOORSCHRIJFT VAN ELK COLLECTIEF ONTSLAG , EN DAT TUSSENKOMST VAN DE BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIE OM OPLOSSINGEN TE ZOEKEN VOOR DE UIT EEN VOORGENOMEN COLLECTIEF ONTSLAG VOORTVLOEIENDE PROBLEMEN , NIET VERPLICHT IS .

10 HIERUIT VOLGT DAT DE TER ZAKE IN ITALIE GELDENDE BEPALINGEN ONTOEREIKEND ZIJN OM TE VOLDOEN AAN DE IN DE RICHTLIJN GESTELDE EISEN .

11 IN DIT VERBAND MOET EROP WORDEN GEWEZEN DAT DE RICHTLIJN , DIE VOLGENS DE RAAD BEANTWOORDT AAN DE IN ARTIKEL 117 EEG-VERDRAG GESTELDE NOODZAAK , DE VERBETERING VAN DE LEVENSSTANDAARD EN VAN DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN DE WERKNEMERS TE BEVORDEREN , ERTOE STREKT DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN VAN DE LID-STATEN TER ZAKE NADER TOT ELKAAR TE BRENGEN . DE BEPALINGEN VAN DE RICHTLIJN ZIJN DERHALVE GERICHT OP DE VORMING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE NORMATIEVE BASIS , DIE IN ALLE LID-STATEN VAN TOEPASSING IS , DOCH DEZE LAATSTE DE BEVOEGDHEID LAAT BEPALINGEN TOE TE PASSEN OF IN TE VOEREN DIE GUNSTIGER ZIJN VOOR DE WERKNEMERS .

12 UIT HET VOORGAANDE VOLGT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJN DE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLLEDIG VOLGEN VAN DE RICHTLIJN , DE INGEVOLGE HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

13 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN .

14 AANGEZIEN VERWEERSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE ,

VERSTAAT :

1 . DOOR NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJN DE NODIGE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLLEDIG VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 75/129 VAN DE RAAD VAN 27 FEBRUARI 1975 BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN VAN DE LID-STATEN INZAKE COLLECTIEF ONTSLAG ( PB L 48 VAN 1975 , BLZ . 29 ), IS DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE INGEVOLGE HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN .

2 . VERWEERSTER WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN .