61979O0731(01)

IN ZAAK 731/79 R II ,

B . ARTS , AMBTENAAR VAN HET EUROPEES PARLEMENT , WONENDE TE KEHLEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR W . H . VERMEER , ADVOCAAT TE AMSTERDAM , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ P . STEIN , ARTS , AVENUE PESCATORE 2 ,

VERZOEKER ,

TEGEN

EUROPEES PARLEMENT , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR F . PASETTI-BOMBARDELLA , DIRECTEUR-GENERAAL ADMINISTRATIE , PERSONEEL EN FINANCIEN , BIJGESTAAN DOOR F . HERBERT , ADVOCAAT TE BRUSSEL , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG IN HET CENTRE EUROPEEN , KIRCHBERG-LUXEMBURG ,

VERWEERDER ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN DE PRESIDENT VAN HET HOF OM , KRACHTENS DE REGELING VOOR DE VERZEKERING VAN DE AMBTENAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN , DE SAMENSTELLING TE GELASTEN VAN EEN ' ' COLLEGE MEDICAL ' ' DAT ZAL HEBBEN TE BEOORDELEN OF DE ZIEKTE VAN VERZOEKER EEN BEROEPSZIEKTE IS ,

VOORNOEMDE BRIEVEN VAN 21 EN 31 JANUARI 1980 VOLDOEN IN GEEN ENKEL OPZICHT AAN DE FORMELE EN MATERIELE VOORWAARDEN , DOOR ARTIKEL 83 VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING GESTELD VOOR DE ONTVANKELIJKHEID VAN EEN VERZOEK IN KORT GEDING STREKKENDE TOT OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN EEN HANDELING , DAN WEL TOT HET VERKRIJGEN VAN EEN BESLISSING NOPENS VOORLOPIGE MAATREGELEN DIE VERBAND HOUDEN MET EEN VOOR HET HOF AANHANGIGE ZAAK .

VERZOEKER HEEFT ZELFS NIET DOEN BLIJKEN DAT HIJ ZICH NA DE FEITEN WAARVAN HIJ GEWAG MAAKT , HEEFT GEWEND TOT DE ADMINISTRATIE BEDOELD IN DE ARTIKELEN 17 TOT EN MET 21 VAN DE REGELING VOOR DE VERZEKERING VAN DE AMBTENAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN , MET HET OOG OP VOORTZETTING VAN DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURE TOT TOEPASSING VAN DIE REGELING .

KOSTEN

HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE CONCLUSIE DAT ER IN CASU GEEN TERMEN AANWEZIG ZIJN OM DE BESLISSING OMTRENT DE KOSTEN AAN TE HOUDEN . DAAROMTRENT MOET DUS WORDEN BESLIST OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 70 VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING INZAKE BEROEPEN VAN AMBTENAREN .

DE RECHTER , WAARNEMEND PRESIDENT ,

RECHTDOENDE BIJ VOORRAAD ,

BESCHIKT :

1 . HET VERZOEK WORDT AFGEWEZEN .

2 . ELK VAN DE PARTIJEN ZAL HAAR EIGEN KOSTEN DRAGEN .