61977J0152

ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 2 OKTOBER 1979. - MEJ. B. TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - ZAAK NO. 152/77.

Jurisprudentie 1979 bladzijde 02819
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00393


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . AMBTENAREN - SOCIALE ZEKERHEID - VERZEKERING TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN - INVALIDITEIT - BEGRIP - GEESTELIJK LETSEL IN DE AFFECTIEVE SFEER DAARONDER BEGREPEN - INVALIDITEITSPERCENTAGE - WIJZE VAN VASTSTELLING

( STATUUT VAN DE AMBTENAREN , ARTIKEL 73 )

2 . AMBTENAREN - SOCIALE ZEKERHEID - VERZEKERING TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN - INVALIDITEIT - INVALIDITEITSPERCENTAGE - ARBEIDSONGESCHIKTHEID ZONDER BELANG

( STATUUT VAN DE AMBTENAREN , ARTIKEL 73 )

3 . AMBTENAREN - SOCIALE ZEKERHEID - VERZEKERING TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN - INVALIDITEIT - UITKERINGEN - BETALING - VERTRAGING - RENTE - SCHADE - FOUT VAN DE ADMINISTRATIE - BEWIJSLAST VOOR BELANGHEBBENDE

( STATUUT VAN DE AMBTENAREN , ARTIKEL 73 )

4 . AMBTENAREN - SOCIALE ZEKERHEID - VERZEKERING TEGEN ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN - UITKERINGEN - VERVALDATUM - DATUM VAN DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN HET INVALIDITEITSPERCENTAGE

( STATUUT VAN DE AMBTENAREN , ARTIKEL 73 )

Samenvatting


1 . ALS INVALIDE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN MOET DIEGENE WORDEN AANGEMERKT DIE , TEN GEVOLGE VAN EEN ONGEVAL OF BEROEPSZIEKTE , GEHEEL OF GEDEELTELIJK NIET MEER IN STAAT IS EEN NORMAAL ACTIEF LEVEN TE LEIDEN . INDIEN DOOR EEN MEDISCH-DESKUNDIG ONDERZOEK KOMT VAST TE STAAN DAT EEN GEESTELIJK LETSEL WAARDOOR UITSLUITEND HET GEMOEDSLEVEN WORDT BEINVLOED , VORENBEDOELD GEVOLG HEEFT , VERHINDERT NIETS DIT LETSEL TE BESCHOUWEN ALS VALLENDE ONDER HET BEGRIP INVALIDITEIT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT . DAARBIJ DOET NIET TERZAKE DAT DERGELIJKE LETSELS NIET WORDEN GENOEMD IN DE TABEL VAN PERCENTAGES VAN BLIJVENDE GEDEELTELIJKE INVALIDITEIT IN BIJLAGE BIJ DE VERZEKERINGSPOLIS . ZOALS IN EEN ANDER NIET IN DEZE TABEL GENOEMD GEVAL , MOET HET INVALIDITEITSPERCENTAGE WORDEN VASTGESTELD NAAR ANALOGIE VAN DE WEL UITDRUKKELIJK BEPAALDE PERCENTAGES .

2 . DE INVALIDITEITSUITKERING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT ONDER SCHEIDT ZICH VAN HET INVALIDITEITSPENSIOEN BEDOELD IN ARTIKEL 78 , DAT SLECHTS WORDT TOEGEKEND BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID . DAARENTEGEN WORDT DE IN ARTIKEL 73 VOORZIENE UITKERING TOEGEKEND ONGEACHT DE GESCHIKTHEID VAN DE BETROKKENE OM ZIJN WERKZAAMHEDEN TE BLIJVEN VERRICHTEN . BLIJVENDE GEDEELTELIJKE INVALIDITEIT GEEFT RECHT OP DE UITKERING , OOK WANNEER DAARDOOR HET VERMOGEN VAN DE BETROKKENE OM ZIJN FUNCTIE UIT TE OEFENEN , NIET WORDT AANGETAST . BOVENDIEN WORDT HET INVALIDITEITSPERCENTAGE , EEN VAN DE FACTOREN DIE BEPALEND ZIJN VOOR HET BEDRAG VAN DE UITKERING , FORFAITAIR VASTGESTELD VOLGENS EEN ALGEMENE SCHAAL DIE GEEN REKENING HOUDT MET DE AARD VAN DE WERKZAAMHEDEN . EEN BEPAALDE CATEGORIE LETSEL , DIE BIJ DE ENE AMBTENAAR TOT ALGEHELE ARBEIDSONGESCHIKTHEID LEIDT , DOCH BIJ EEN ANDERE AMBTENAAR GEEN AFBREUK DOET AAN DIENS ARBEIDSGESCHIKTHEID , GEEFT NIETTEMIN IN BEIDE GEVALLEN RECHT OP DEZELFDE UITKERING . WELISWAAR IS HET , IN HET ALGEMEEN GESPROKEN , DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN DE IN DE SCHAAL VERMELDE PERCENTAGES , DOCH UIT NIETS VALT AF TE LEIDEN DAT DIT HET ENIGE BESLISSENDE CRITERIUM IS , EN IN ELK GEVAL STAAT VAST DAT IN INDIVIDUELE GEVALLEN DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID GEEN ENKELE ROL SPEELT BIJ DE BEPALING VAN HET INVALIDITEITSPERCENTAGE . DERHALVE KAN TER UITLEGGING VAN ARTIKEL 73 NIET WORDEN VERWEZEN NAAR VERGELIJKBARE BEPALINGEN UIT HET NATIONALE RECHT , WAARVAN DE BIJZONDERHEDEN EN DE TOEPASSINGSVOORWAARDEN TROUWENS VERSCHILLEN VAN DIE VAN DE LITIGIEUZE BEPALING . HIERUIT VOLGT DAT INVALIDITEIT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 MOET WORDEN OPGEVAT ALS AANTASTING VAN DE LICHAMELIJKE OF GEESTELIJKE INTEGRITEIT VAN DE AMBTENAAR , ONGEACHT DE MATE VAN EVENTUELE ARBEIDSONGESCHIKTHEID DIE HET GEVOLG IS VAN HET ONGEVAL .

3 . BIJ GEBREKE VAN ENIGERLEI STATUTAIRE BEPALING OF POLISCLAUSULE WAARIN DE VERGOEDING VAN INTERESSEN MET ZOVEEL WOORDEN IS VOORZIEN , IS DE INSTELLING BIJ VERTRAGING IN DE BETALING DER INVALIDITEITSUITKERING SLECHTS GEHOUDEN RENTE TE BETALEN WANNEER DE AMBTENAAR AANTOONT DAT DEZE VERTRAGING EEN ONRECHTMATIGE DAAD VAN DE INSTELLING VORMT , WELKE HEM METTERDAAD SCHADE HEEFT BEROKKEND .

4 . DE IN ARTIKEL 73 BEDOELDE UITKERING IS EERST VERSCHULDIGD OP HET TIJDSTIP WAAROP HET PERCENTAGE BLIJVENDE INVALIDITEIT DEFINITIEF IS VASTGESTELD .

Partijen


IN ZAAK 152/77 ,

MEJ . B ., AMBTENAAR BIJ DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR L . JACONIS EN G . BETTONI , ADVOCATEN TE ROME , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ E . ARENDT , ADVOCAAT ALDAAR , CENTRE LOUVIGNY B/IV , RUE PHILIPPE II 34 ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR G . PINCHERLE ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR W . VISCARDINI , ADVOCAAT TE PADUA , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ HAAR JURIDISCH ADVISEUR M . CERVINO , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE , PRIMAIR , EEN VERZOEK TOT VEROORDELING VAN DE COMMISSIE OM AAN VERZOEKSTER OP DE VOET VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN EEN INVALIDITEITSUITKERING TE BETALEN OVEREENKOMEND MET EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 100 ,

Overwegingen van het arrest


1 HET DOOR VERZOEKSTER OP 16 DECEMBER 1977 INGESTELDE BEROEP STREKT TOT VERKRIJGING VAN EEN INVALIDITEITSUITKERING OP GROND VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN , WEGENS BLIJVENDE INVALIDITEIT TEN GEVOLGE VAN EEN ONGEVAL DAT HAAR OP 3 JANUARI 1968 IS OVERKOMEN BIJ DE UITOEFENING VAN HAAR WERKZAAMHEDEN IN DIENST VAN DE COMMISSIE .

2 DE VRAAG BETREFFENDE HET PERCENTAGE VAN DE DOOR DAT ONGEVAL VEROORZAAKTE INVALIDITEIT IS INZET GEWEEST VAN EEN EERSTE ARBITRAGEPROCEDURE . DE IN ONDERLING OVERLEG DOOR PARTIJEN AANGEWEZEN ARTS/ARBITER , DR . VITA TE MILAAN , STELDE BIJ UITSPRAAK VAN 21 FEBRUARI 1975 VAST DAT DE VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMENDE SCHADE MOEST WORDEN GESCHAT OP 15 % VAN HET MAXIMUM VERZEKERDE BEDRAG . VERZOEKSTER BETWISTTE DE JUISTHEID VAN DEZE UITSPRAAK , OP GROND DAT DAARIN SLECHTS REKENING WERD GEHOUDEN MET HET LICHAMELIJK LETSEL EN NIET MET HET GEESTELIJK LETSEL DAT ZIJ HEEFT OPGELOPEN . PARTIJEN ZIJN VERVOLGENS OVEREENGEKOMEN EEN ANDERE ARTS , DR . BELLINI TE LATINA , ALS ARBITER TE VRAGEN OM EEN MEDISCH-JURIDISCH ADVIES OVER DE VRAAG OF ' ' BOVEN DE REEDS VASTGESTELDE 15 % EEN AANVULLEND PERCENTAGE VAN BLIJVENDE INVALIDITEIT MOET WORDEN BEPAALD WEGENS EVENTUEEL LETSEL VAN PSYCHISCHE AARD DAT RECHTSTREEKS EN UITSLUITEND UIT HET ONGEVAL VOORTVLOEIT ' ' . ZO JA , DAN MOEST DE ARTS/ARBITER DIT INVALIDITEITSPERCENTAGE VASTSTELLEN .

3 IN ZIJN RAPPORT VAN 26 OKTOBER 1976 CONSTATEERDE DR . BELLINI DAT IN HET MEDISCH RAPPORT VAN DR . VITA GEEN REKENING WAS GEHOUDEN MET HET GEESTELIJK LETSEL EN DAT DIT LETSEL EEN RECHTSTREEKS EN UITSLUITEND GEVOLG WAS VAN HET VER ZOEKSTER OVERKOMEN ONGEVAL EN BIJ HAAR ' ' BLIJVENDE ALGEHELE INVALIDITEIT ' ' HAD VEROORZAAKT .

4 BIJ BRIEF VAN 1 DECEMBER 1976 VROEG VERZOEKSTER DE COMMISSIE OM TENUITVOERLEGGING VAN DE ARBITRALE UITSPRAAK . DAAR DE COMMISSIE TWIJFELDE AAN DE JUISTHEID VAN DE CONCLUSIES VAN DR . BELLINI MET BETREKKING TOT ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT , GAF ZIJ GEEN GEVOLG AAN DIT VERZOEK . NADAT VERVOLGENS HAAR ADMINISTRATIEVE KLACHT ONBEANTWOORD WAS GEBLEVEN , HEEFT VERZOEKSTER BINNEN DE IN HET STATUUT VOORGESCHREVEN TERMIJN HET ONDERHAVIGE BEROEP INGESTELD .

DE ONTVANKELIJKHEID

5 ZONDER EEN FORMELE EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID OP TE WERPEN , VOERT DE COMMISSIE AAN , DAT VERZOEKSTER IN OKTOBER 1977 HEEFT INGESTEMD MET HAAR VOORSTEL OM DR . BELLINI EEN NIEUWE VRAAG TE STELLEN TENEINDE OPHELDERING TE VERKRIJGEN OVER DE BETEKENIS EN STREKKING VAN ZIJN EERDERE RAPPORT . DAARMEE ZOU ZIJ STILZWIJGEND HEBBEN INGESTEMD MET HEROPENING VAN DE ARBITRAGEPROCEDURE , HETGEEN AAN HAAR VERZOEK ALLE BELANG ONTNAM .

6 HET HOF KAN ZICH NIET AANSLUITEN BIJ DEZE BEOORDELING VAN VERZOEKSTERS HANDELWIJZE EN DE CONCLUSIES DIE VERWEERSTER DAARUIT TREKT MET BETREKKING TOT VERZOEKSTERS BELANG OM IN RECHTE OP TE TREDEN . WELISWAAR HEEFT ZIJ ERMEE INGESTEMD DAT DR . BELLINI EEN AANVULLENDE VRAAG WERD GESTELD , DOCH ZIJ WAS NIET AKKOORD MET DE FORMULERING DAARVAN DOOR DE COMMISSIE . MITSDIEN KAN NIET WORDEN GESTELD DAT ER TUSSEN PARTIJEN OVEREENSTEMMING BESTOND OVER HEROPENING VAN DE ARBITRAGEPROCEDURE . DEZE IS AFGESLOTEN MET HET RAPPORT VAN 26 OKTOBER 1976 , DAT DUS DE DEFINITIEVE BASIS VORMT TER BEPALING VAN DE WEDERZIJDSE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN PARTIJEN . HUN LATERE BRIEFWISSELING EN ONDERHANDELINGEN KUNNEN DAARAAN NIET TOE- OF AFDOEN . DE ADMINISTRATIEVE KLACHT EN HET BEROEP VAN VERZOEKSTER HEBBEN BETREKKING OP HET OORSPRONKELIJK INGEDIENDE VERZOEK EN WAAR HET BEROEP BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN IS INGESTELD , IS HET ONTVANKELIJK .

TEN GRONDE

7 VERZOEKSTER VRAAGT PRIMAIR TENUITVOERLEGGING VAN DE ARBITRALE UITSPRAAK , VERVAT IN HET RAPPORT VAN DR . BELLINI VAN 26 OKTOBER 1976 , EN BIJGEVOLG BETALING VAN EEN BEDRAG OVEREENKOMEND MET EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 100 , ONDER AFTREK VAN HET REEDS BETAALDE BEDRAG OVEREENKOMEND MET HET INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 15 , DAT BIJ DE EERSTE ARBITRALE UITSPRAAK WAS VASTGESTELD . SUBSIDIAIR VRAAGT VERZOEKSTER EEN BEDRAG OVEREENKOMEND MET EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 60 , NAAST DE REEDS TOEGEKENDE 15 % . DE COMMISSIE CONCLUDEERT TOT AFWIJZING VAN ZOWEL DE PRIMAIRE ALS DE SUBSIDIAIRE VORDERING VAN VERZOEKSTER , EN VRAAGT HET HOF SUBSIDIAIR ZELF EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAST TE STELLEN DAT HOGER IS DAN DE REEDS TOEGEKENDE 15 % .

8 VOOREERST MOET WORDEN VASTGESTELD DAT DE BETROKKEN ARBITRALE UITSPRAKEN ZIJN GEDAAN OP GROND VAN EEN CLAUSULE IN DE VERZEKERINGSPOLIS , DIE GOLD OP HET TIJDSTIP WAAROP DE FEITEN VAN DE ZAAK ZICH HEBBEN VOORGEDAAN EN DIE DE COMMISSIE HAD AFGESLOTEN IN AFWACHTING VAN DE VASTSTELLING VAN EEN UITVOERINGSREGELING VOOR ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT . DE ARBITRAGEPROCEDURES ZIJN NORMAAL VERLOPEN EN DE UITSPRAKEN VAN DE ARTSEN/ARBITERS , MET NAME DIE VAN DR . BELLINI VAN 26 OKTOBER 1976 , VORMEN DUS DE RECHTSGRONDSLAG VAN DE BETREKKINGEN TUSSEN PARTIJEN IN DE LITIGIEUZE AANGELEGENHEID , ALTHANS VOOR ZOVER ZIJ DE COMMISSIE NIET VERPLICHTEN TOT MEER DAN WAARTOE ZIJ KRACHTENS ARTIKEL 73 GEHOUDEN IS . HET GESCHIL TUSSEN PARTIJEN HEEFT ENERZIJDS BETREKKING OP HET IN DIT ARTIKEL BEDOELDE BEGRIP INVALIDITEIT , EN ANDERZIJDS OP DE BETEKENIS EN STREKKING VAN DE UITSPRAAK VAN DR . BELLINI .

9 WAT HET BEGRIP INVALIDITEIT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 BETREFT , WORDT NIET BETWIST DAT DIT BEGRIP NAAST LICHAMELIJK LETSEL OOK GEESTELIJK LETSEL OMVAT . PARTIJEN ZIJN DAARTEGEN VERDEELD OVER DE VRAAG OF LETSEL DAT NIET RECHTSTREEKS VAN INVLOED IS OP DE VERSTANDELIJKE VERMOGENS , MAAR UITSLUITEND IN DE AFFECTIEVE SFEER LIGT , IN AANMERKING KAN WORDEN GENOMEN .

10 ER BESTAAT EVENWEL GEEN ENKELE GROND OM HET BEGRIP INVALIDITEIT BEPERKEND UIT TE LEGGEN . ALS INVALIDE IN DE ZIN VAN BEDOELD ARTIKEL MOET DIEGENE WORDEN AANGEMERKT DIE , TEN GEVOLGE VAN EEN ONGEVAL OF BEROEPSZIEKTE , GEHEEL OF GEDEELTELIJK NIET MEER IN STAAT IS EEN NORMAAL ACTIEF LEVEN TE LEIDEN . INDIEN DOOR EEN MEDISCH-DESKUNDIG ONDERZOEK KOMT VAST TE STAAN DAT EEN GEESTELIJK LETSEL WAARDOOR UITSLUITEND HET GEMOEDSLEVEN WORDT BEINVLOED , VORENBEDOELD GEVOLG HEEFT , VERHINDERT NIETS DIT LETSEL TE BESCHOUWEN ALS VALLENDE ONDER HET BEGRIP INVALIDITEIT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT . DAARBIJ DOET NIET TER ZAKE DAT DERGELIJKE LETSELS NIET WORDEN GENOEMD IN DE TABEL VAN PERCENTAGES VAN BLIJVENDE GEDEELTELIJKE INVALIDITEIT IN BIJLAGE BIJ DE VERZEKERINGSPOLIS . ZOALS IN ELK ANDER NIET IN DEZE TABEL GENOEMD GEVAL , MOET HET INVALIDITEITSPERCENTAGE DAN WORDEN VASTGESTELD NAAR ANALOGIE VAN DE WEL UITDRUKKELIJK BEPAALDE PERCENTAGES .

11 IN CASU MOET DUS WORDEN GECONCLUDEERD DAT HET RAPPORT VAN DR . BELLINI , ZOALS AANGEVULD DOOR ZIJN VERKLARINGEN VOOR HET HOF , DE GRENZEN VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT NIET OVERSCHRIJDT WANNEER DAARIN WORDT GECONSTATEERD DAT VERZOEKSTER , NAAST HET DOOR DE EERSTE ARTS/ARBITER GECONSTATEERDE LICHAMELIJK LETSEL , IS GETROFFEN DOOR BLIJVENDE INVALIDITEIT IN DE AFFECTIEVE SFEER .

12 DE COMMISSIE MERKT EVENWEL OP DAT DR . BELLINI , DOOR DEZE INVALIDITEIT ALS ALGEHELE INVALIDITEIT TE WAARDEREN , EEN MAATSTAF HEEFT GEHANTEERD DIE VREEMD IS AAN ARTIKEL 73 , NAMELIJK DE ARBEIDSGESCHIKTHEID VAN VERZOEKSTER . VOLGENS DE COMMISSIE MOET DIT ARTIKEL ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT HET BETREKKING HEEFT OP DE RISICO ' S VAN ONGEVALLEN DIE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE LICHAMELIJKE OF GEESTELIJKE INTEGRITEIT VAN DE AMBTENAREN , ONGEACHT OF HUN ARBEIDSGESCHIKTHEID DAARDOOR WORDT AANGETAST . DAARENTEGEN BETOOGT VERZOEKSTER DAT ARTIKEL 73 MOET WORDEN UITGELEGD ALS TEVENS BETREKKING TE HEBBEN OP ARBEIDSONGESCHIKTHEID .

13 DE KEUZE TUSSEN DEZE TWEE VERSCHILLENDE INTERPRETATIES VAN ARTIKEL 73 , DIE GEEN VAN BEIDE DUIDELIJK STEUN VINDEN IN DE TEKST ERVAN , MOET WORDEN BEPAALD DOOR DE PLAATS DIE DEZE BEPALING INNEEMT IN HET SOCIALE-ZEKERHEIDSSTELSEL VAN DE AMBTENAREN .

14 IN DIT VERBAND ZIJ ALLEREERST OPGEMERKT DAT DE INVALIDITEITSUITKERING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 ZICH ONDERSCHEIDT VAN HET INVALIDITEITSPENSIOEN BEDOELD IN ARTIKEL 78 , DAT SLECHTS WORDT TOGEKEND BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID . DAARENTEGEN WORDT DE IN ARTIKEL 73 VOORZIENE UITKERING TOEGEKEND ONGEACHT DE GESCHIKTHEID VAN DE BETROKKENE OM ZIJN WERKZAAMHEDEN TE BLIJVEN VERRICHTEN . BLIJVENDE GEDEELTELIJKE INVALIDITEIT GEEFT RECHT OP DE UITKERING , OOK WANNEER DAARDOOR HET VERMOGEN VAN DE BETROKKENE OM ZIJN FUNCTIE UIT TE OEFENEN , NIET WORDT AANGETAST . BOVENDIEN WORDT HET INVALIDITEITSPERCENTAGE , EEN VAN DE FACTOREN DIE BEPALEND ZIJN VOOR HET BEDRAG VAN DE UITKERING , FORFAITAIR VASTGESTELD VOLGENS EEN ALGEMENE SCHAAL DIE GEEN REKENING HOUDT MET DE AARD VAN DE WERKZAAMHEDEN . EEN BEPAALDE CATEGORIE LETSEL , DIE BIJ DE ENE AMBTENAAR TOT ALGEHELE ARBEIDSONGESCHIKTHEID LEIDT , DOCH BIJ EEN ANDERE AMBTENAAR GEEN AFBREUK DOET AAN DIENS ARBEIDSGESCHIKTHEID , GEEFT NIETTEMIN IN BEIDE GEVALLEN RECHT OP DEZELFDE UITKERING . WELISWAAR IS HET , IN HET ALGEMEEN GESPROKEN , DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN DE IN DE SCHAAL VERMELDE PERCENTAGES , DOCH UIT NIETS VALT AF TE LEIDEN DAT DIT HET ENIGE BESLISSENDE CRITERIUM IS , EN IN ELK GEVAL STAAT VAST DAT IN INDIVIDUELE GEVALLEN DE MATE VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID GEEN ENKELE ROL SPEELT BIJ DE BEPALING VAN HET INVALIDITEITSPERCENTAGE . DERHALVE KAN TER UITLEGGING VAN ARTIKEL 73 NIET WORDEN VERWEZEN NAAR VERGELIJKBARE BEPALINGEN UIT HET NATIONALE RECHT , WAARVAN DE BIJZONDERHEDEN EN DE TOEPASSINGSVOORWAARDEN TROUWENS VERSCHILLEN VAN DIE VAN DE LITIGIEUZE BEPALING . HIERUIT VOLGT DAT INVALIDITEIT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 73 MOET WORDEN OPGEVAT ALS AANTASTING VAN DE LICHAMELIJKE OF GEESTELIJKE INTEGRITEIT VAN DE AMBTENAAR , ONGACHT DE MATE VAN EVENTUELE ARBEIDSONGESCHIKTHEID DIE HET GEVOLG IS VAN HET ONGEVAL .

15 IN CASU BLIJKT UIT HET RAPPORT VAN DR . BELLINI VAN 26 OKTOBER 1976 , ZOALS AANGEVULD DOOR ZIJN GETUIGENVERKLARING VOOR HET HOF , DAT DE VASTGESTELDE ALGEHELE BLIJVENDE INVALIDITEIT BETREKKING HEEFT OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEID . ZOALS HIJ VOORDIEN REEDS HAD GEDAAN IN EEN BRIEFWISSELING MET DE COMMISSIE , HEEFT DR . BELLINI VOOR HET HOF VERKLAARD DAT HET DOOR VERZOEKSTER GELEDEN VERLIES VAN GEESTELIJKE INTEGRITEIT TENGEVOLGE VAN HET ONGEVAL OP 60 % KAN WORDEN GESCHAT .

16 GEZIEN DE HIERBOVEN GEGEVEN UITLEGGING VAN ARTIKEL 73 , MOET DE INVALIDITEIT DUS OP LAATSTGENOEMDE PERCENTAGE WORDEN VASTGESTELD , ZULKS NAAST HET PERCENTAGE VAN 15 , DAT DOOR DE EERSTE ARBITER IS GECONSTATEERD TEN AANZIEN VAN DE AANTASTING VAN DE LICHAMELIJKE INTEGRITEIT .

17 UIT DE GETUIGENVERKLARING VAN DR . BELLINI BLIJKT VOORTS , DAT HET DOOR HEM VASTGESTELDE INVALIDITEITSPERCENTAGE UITSLUITEND VOORTVLOEIT UIT HET ONGEVAL VAN 3 JANUARI 1968 , ZODAT HET NIET BEHOEFT TE WORDEN VERLAAGD MET HET OOG OP EVENTUELE LATER INGETREDEN OORZAKEN .

18 MITSDIEN MOET DE COMMISSIE WORDEN VEROORDEELD OM AAN VERZOEKSTER TE BETALEN HET BEDRAG OVEREENKOMEND MET EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 60 , TE BEREKENEN VOLGENS HET BEPAALDE BIJ ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT , ZULKS NAAST HET BEDRAG DAT HAAR REEDS IS BETAALD OP DE VOET VAN EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 15 .

DE VORDERING TOT BETALING VAN RENTE

19 VERZOEKSTER VORDERT DAARENBOVEN BETALING VAN 5 % RENTE OVER DE HAAR VERSCHULDIGDE BEDRAGEN .

20 IN ZIJN ARREST VAN 26 FEBRUARI 1976 ( ZAAK 101/74 , KURRER JURISPR . 1976 , BLZ . 259 ) HEEFT HET HOF REEDS OVERWOGEN DAT HET - BIJ GEBREKE VAN ENIGERLEI STATUTAIRE BEPALING OF POLISCLAUSULE WAARIN DE VERGOEDING VAN INTERESSEN MET ZOVEEL WOORDEN IS VOORZIEN - OP DE WEG VAN VERZOEKER LIGT , TE BEWIJZEN DAT DE BIJ DE BETALING VAN DE UITKERING ONTSTANE VERTRAGING MOET WORDEN TOEGESCHREVEN AAN EEN DOOR DE INSTELLING ALS VERWEERSTER BEGANE ONRECHTMATIGE DAAD WELKE HEM METTERDAAD SCHADE HEEFT BEROKKEND .

21 DE IN ARTIKEL 73 BEDOELDE UITKERING IS EERST VERSCHULDIGD OP HET TIJDSTIP WAAROP HET PERCENTAGE BLIJVENDE INVALIDITEIT DEFINITIEF IS VASTGESTELD . IN CASU HEEFT DE COMMISSIE , ZODRA HET INVALIDITEITSPERCENTAGE WEGENS HET LICHAMELIJK LETSEL BIJ ARBITRALE UITSPRAAK VAN DR . VITA WAS BEPAALD , NIET GETALMD MET DE UITBETALING VAN DE DIENOVEREENKOMSTIGE UITKERING . MET BETREKKING TOT HET GEESTELIJKE LETSEL IS DE VERTRAGING BIJ DE VASTSTELLING VAN HET INVALIDITEITSPERCENTAGE NIET UITSLUITEND TOE TE SCHRIJVEN AAN DE NALATIGHEID VAN DE COMMISSIE . DAARBIJ MOET MET NAME REKENING WORDEN GEHOUDEN MET HET FEIT DAT HET RAPPORT VAN DR . BELLINI VAN 26 OKTOBER 1976 , WAARIN HET INVALIDITEITSPERCENTAGE OP 100 WERD GESTELD , WAS GEBASEERD OP EEN DOOR HET HOF NIET GEVOLGDE UITLEGGING VAN ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT .

22 EERST PER 10 JANUARI 1978 , DE DATUM VAN DE BRIEF VAN DR . BELLINI AAN DE COMMISSIE , WAARIN HIJ VERZOEKSTERS VERLIES VAN GEESTELIJKE INTEGRITEIT OP 60 % SCHATTE , STOND HET INVALIDITEITSPERCENTAGE ZODANIG VAST , DAT DE COMMISSIE AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD . DAT HET GESCHIL TUSSEN PARTIJEN NIET OP DEZE BASIS KON WORDEN GEREGELD , MOET IN DE EERSTE PLAATS WORDEN TOEGESCHREVEN AAN DE WEIGERING VAN VERZOEKSTER . DAARUIT VOLGT DAT DE COMMISSIE NIET IS GEHOUDEN , RENTE OVER HET VERSCHULDIGDE BEDRAG TE BETALEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

23 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN DE COMMISSIE OP DE VOORNAAMSTE PUNTEN IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),

RECHTDOENDE , VERKLAART :

1 . DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MOET ALS INVALIDITEITSUITKERING AAN MEJ . B ., VERZOEKSTER , BETALEN HET BEDRAG OVEREENKOMEND MET EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 60 , TE BEREKENEN VOLGENS HET BEPAALDE BIJ ARTIKEL 73 VAN HET STATUUT , ZULKS NAAST HET BEDRAG DAT HAAR REEDS IS BETAALD OP DE VOET VAN EEN INVALIDITEITSPERCENTAGE VAN 15 .

2 . DE COMMISSIE WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN .