++++
1 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BEVOEGDHEDEN VAN DE AUTORITEITEN DER LID-STATEN - DEZE ZIJN VAN VOORLOPIGE AARD - PRIORITEIT VAN DE BEVOEGDHEID DER COMMISSIE
( VERORDENING NR . 17 VAN DE RAAD, ART . 9, LID 3 )
2 . BEVOEGDHEID TOT DE VERVOLGING VAN FEITEN TERZAKE WAARVAN BOETEN KUNNEN WORDEN OPGELEGD - VERJARINGSTERMIJNEN - DEZE MOETEN VAN TEVOREN ZIJN VASTGESTELD - BEVOEGDHEID VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVER
3 . VERORDENINGEN VAN DE RAAD EEG - VERPLICHTE RAADPLEGING VAN HET PARLEMENT - EENZIJDIG DOOR DE RAAD IN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE AANGEBRACHTE, NIET WEZENLIJKE, WIJZIGINGEN
( EEG-VERDRAG, ARTT . 149, 87 )
4 . RAAD EEG - UITOEFENING DER VERORDENENDE BEVOEGDHEID - UITVOERINGSBEPALINGEN - DELEGATIE VAN BEVOEGDHEID AAN DE COMMISSIE - DE VRAAG IN HOEVERRE ZIJ GEOORLOOFD IS - BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - PROCEDURE VOOR DE COMMISSIE - HET HOREN VAN BETROKKENEN - DE DOOR DE COMMISSIE GEGEVEN REGELING
( EEG-VERDRAG, ART . 155 - VERORDENING NR . 17, ART . 19, ART . 24 )
5 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - PROCEDURE VOOR DE COMMISSIE - HET RECHT VAN VERWEER - VERPLICHTINGEN VAN DE COMMISSIE - DE PUNTEN VAN BEZWAAR - MEDEDELING VAN DE STUKKEN - ZAKENGEHEIMEN
( VERORDENING NR . 99/63 VAN DE COMMISSIE, ART . 2, ART . 4, VERORDENING NR . 17, ART . 20 )
6 . EEG - DE REGELS INZAKE HET TAALGEBRUIK - ONREGELMATIGE HANDELING VAN EEN INSTELLING - HAAR GEVOLGEN - VORMGEBREK EN SCHADE
( VERORDENING NR . 1 VAN DE RAAD, ART . 3 )
7 . HANDELINGEN VAN EEN INSTELLING - MOTIVERING - BEGRIP - TOEPASSING DAARVAN OP DE BESCHIKKING WAARBIJ EEN SANCTIE WORDT OPGELEGD
( EEG-VERDRAG, ART . 190 )
8 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGING - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BESCHIKKING WAARBIJ EEN BOETE WORDT OPGELEGD - OPENBAARMAKING DAARVAN DOOR DE COMMISSIE - DE VRAAG OF DEZE GEOORLOOFD IS
( VERORDENING NR . 17 VAN DE RAAD, ART . 15, ART . 21 )
9 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - GENTLEMEN'S AGREEMENT - GEKWALIFICEERD ALS EEN VERBODEN OVEREENKOMST - CRITERIA
( EEG-VERDRAG, ART . 85 )
10 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BOETEN - HUN AARD EN DOEL
( VERORDENING NR . 17, ART . 15, PAR . 2 )
11 . BELEID VAN DE EEG - MEDEDINGINGSREGELEN - ONDERNEMERSAFSPRAKEN - BOETEN - BEPALING DAARVAN - ZWAARTE VAN DE OVERTREDING - CRITERIA VOOR DE BEOORDELING
( VERORDENING NR . 17, ART . 15, PAR . 2 )
1 . DE VOORLOPIGE AARD WELKE IN ARTIKEL 9, DERDE LID, VAN VERORDENING NR . 17 AAN DE TUSSENKOMST DER NATIONALE AUTORITEITEN BIJ DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 85 VAN HET VERDRAG WORDT TOEGEKEND, KAN DE UITOEFENING DOOR DE COMMISSIE VAN HAAR BEVOEGDHEDEN IN HET RAAM VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT NIET BEPERKEN .
2 . DE RECHTSZEKERHEID BRENGT MEDE DAT DE VERJARINGSTERMIJNEN VOORAF MOETEN WORDEN VASTGELEGD; DE VASTSTELLING VAN HUN DUUR EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR HUN TOEPASSELIJKHEID BEHOORT UITSLUITEND TOT DE BEVOEGDHEID VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVER .
3 . WANNEER DE RAAD, NA HET EUROPESE PARLEMENT, VERPLICHT, TE HEBBEN GERAADPLEEGD TER ZAKE VAN EEN DOOR DE COMMISSIE INGEDIENDE ONTWERPVERORDENING, DAARIN WIJZIGINGEN AANBRENGT IS HIJ NIET GEHOUDEN HET PARLEMENT OPNIEUW TE RAADPLEGEN VOOR ZOVER BEDOELDE WIJZIGINGEN DIT ONTWERP, IN ZIJN GEHEEL GEZIEN, NIET WEZENLIJK AANTASTEN .
4 . DE RAAD IS BEVOEGD AAN DE COMMISSIE DE BEVOEGDHEID TE DELEGEREN TOT HET GEVEN VAN DE VOORSCHRIFTEN WELKE VOOR DE TOEPASSING VAN DE BINNEN HET KADER HARER TAAK VASTGESTELDE REGELS NODIG ZIJN .
NU DE RAAD IN ARTIKEL 19 VAN VERORDENING NR . 17 IN BEGINSEL HAD VOORGESCHREVEN DAT DE COMMISSIE DE BETROKKENEN MOET HOREN, MOCHT HIJ HAAR OPDRAGEN DE TERZAKE TE VOLGEN PROCEDUREREGELS VAST TE STELLEN, DAAR HET HIER UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN BETREFT IN DE ZIN VAN ARTIKEL 155 VAN HET VERDRAG .
5 . EERBIEDIGING VAN HET RECHT VAN VERWEER BRENGT MEDE DAT DE COMMISSIE IN DE MEDEDELING DER PUNTEN VAN BEZWAAR DUIDELIJK, ZIJ HET OOK BEKNOPT, DE WEZENLIJKE FEITEN VERMELDT WAAROP ZIJ HAAR OORDEEL BASEERT EN DAT ZIJ IN DE LOOP DER ADMINISTRATIEVE PROCEDURE DE ANDERE GEGEVENS VERSCHAFT WELKE VOOR HET DOOR BETROKKENEN TE VOEREN VERWEER NODIG MOCHTEN ZIJN .
HET IN ARTIKEL 4 VAN VERORDENING NR . 99 GEWAARBORGDE RECHT OP VERWEER IS VOLDOENDE IN ACHT GENOMEN WANNEER IN DE BESCHIKKING AAN BETROKKENEN GEEN ANDERE DAN IN DE MEDEDELING DER PUNTEN VAN BEZWAAR OPGENOMEN VERGRIJPEN TEN LASTE WORDEN GELEGD EN DAARIN SLECHTS WORDT UITGEGAAN VAN FEITEN WAAROVER DE BETROKKENEN ZICH SCHRIFTELIJK DAN WEL MONDELING HEBBEN KUNNEN UITSPREKEN .
IN GEVAL VAN TWIJFEL AANGAANDE DE VRAAG OF MEDEDELING VAN DE VOOR HET DOOR EEN DER PARTIJEN TE VOEREN VERWEER NOODZAKELIJKE STUKKEN WELLICHT IN STRIJD ZOU KUNNEN KOMEN MET DE EIS DAT ZAKENGEHEIMEN VAN ANDERE ONDERNEMINGEN ZULLEN WORDEN ONTZIEN, MAG DE COMMISSIE DEZE MEDEDELING NIET WEIGEREN ZONDER VOORAF HET OORDEEL VAN BEDOELDE ONDERNEMINGEN TE HEBBEN GEVRAAGD .
6 . INDIEN EEN INSTELLING AAN EEN JUSTITIABELE VAN EEN LID-STAAT EEN TEKST DOET TOEKOMEN WELKE NIET IN DE TAAL VAN DIE STAAT IS GESTELD, BEGAAT ZIJ EEN ONREGELMATIGHEID WELKE EEN GEBREK IN DE PROCEDURE ZOU KUNNEN OPLEVEREN VOORZOVER DAARUIT VOOR DE ADRESSAAT IN DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURE SCHADELIJKE GEVOLGEN KUNNEN VOORTVLOEIEN .
7 . DE COMMISSIE IS GEHOUDEN HAAR BESCHIKKINGEN MET REDENEN TE OMKLEDEN EN DAARBIJ DE FEITEN TE VERMELDEN WAARUIT DE WETTIGHEID VAN DE MAATREGEL BLIJKT EN VOORTS DE OVERWEGINGEN DIE HAAR TOT HET NEMEN DER BESCHIKKING HEBBEN GELEID; ZIJ BEHOEFT NIET IN TE GAAN OP ALLE PUNTEN WELKE DOOR IEDERE BETROKKENE GEDURENDE DE ADMINISTRATIEVE PROCEDURE, HETZIJ FEITELIJK OF RECHTENS, AAN DE ORDE ZIJN GESTELD .
WANNEER HET BESCHIKKINGEN BETREFT WAARBIJ EEN GELDBOETE WORDT OPGELEGD IS DE GEGEVEN MOTIVERING VOLDOENDE WANNEER ZIJ DUIDELIJK EN SAMENHANGEND DE FEITELIJKE OORDELEN EN JURIDISCHE OPVATTINGEN AANGEEFT, WAAROP DE VEROORDELING VAN BETROKKENEN STEUNT ZODAT, ZOWEL DEZEN ALS HET HOF, VAN DE HOOFDPUNTEN DER DOOR DE COMMISSIE GEVOLGDE REDENERING KENNIS KUNNEN NEMEN .
8 . DE COMMISSIE MAG DE BESCHIKKINGEN WAARBIJ SANCTIES OP HET STUK VAN KARTELS WERDEN OPGELEGD PUBLICEREN VOOR ZOVER ZULKS NIET DE OPENBAARMAKING VAN ZAKENGEHEIMEN DER ONDERNEMINGEN MET ZICH BRENGT .
9 . EEN GENTLEMEN'S AGREEMENT VORMT EEN HANDELING WELKE ONDER HET VERBOD VAN ARTIKEL 85, EERSTE LID, KAN VALLEN, WANNEER HET BEDINGEN BEVAT WAARDOOR DE MEDEDINGING OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT IN DE ZIN VAN BEDOELD ARTIKEL WORDT BEPERKT EN DEZE BEDINGEN DE GETROUWE WEERGAVE ZIJN VAN DE GEZAMENLIJKE WIL VAN PARTIJEN .
10 . DE IN ARTIKEL 15 VAN VERORDENING NR . 17 VOORZIENE SANCTIES HEBBEN NIET HET KARAKTER VAN DWANGMAATREGELEN . ZIJ HEBBEN TEN DOEL ZOWEL ONGEOORLOOFDE GEDRAGINGEN TEGEN TE GAAN ALS HERHALING DAARVAN TE VOORKOMEN; HET OPLEGGEN VAN DEZE SANCTIES BLIJFT NIET BEPERKT TOT DE OVERTREDINGEN DIE IN HET HEDEN ZIJN GELEGEN . DE BEVOEGDHEID VAN DE COMMISSIE WORDT DERHALVE GEENSZINS AANGETAST DOOR DE OMSTANDIGHEID DAT HET EEN OVERTREDING OPLEVEREND GEDRAG EN DE MOGELIJKHEID DAT DIT EEN SCHADELIJK GEVOLG HEEFT HEBBEN OPGEHOUDEN TE BESTAAN .
11 . DE TER VASTSTELLING VAN DE HOOGTE DER GELDBOETE NOODZAKELIJKE WAARDERING VAN DE ERNST DER OVERTREDING DIENT TE GESCHIEDEN ONDER AFWEGING IN HET BIJZONDER VAN DE AARD DER AAN DE MEDEDINGING GESTELDE BEPERKINGEN, VAN HET AANTAL EN HET GEWICHT DER BETROKKEN ONDERNEMINGEN, VAN HET DEEL VAN DE MARKT DAT EEN IEDER VAN HEN BINNEN DE GEMEENSCHAP CONTROLEERT, ALSMEDE VAN DE MARKTSITUATIE TEN TIJDE WAAROP DE OVERTREDING WERD BEGAAN .