61957J0010

VONNIS VAN HET HOF VAN 26 JUNI 1958. - (" SOCIETE DES ANCIENS ETABLISSEMENTS AUBERT ET DUVAL " TEGEN HOGE AUTORITEIT). - ZAAK NO. 10/57.

Jurisprudentie
Franse uitgave bladzijde 00401
Nederlandse uitgave bladzijde 00435
Duitse uitgave bladzijde 00423
Italiaanse uitgave bladzijde 00389
Engelse bijz. uitgave bladzijde 00339
Deense bijz. uitgave bladzijde 00117
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00283
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00277


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

1 - PROCEDURE - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - ALGEMENE BESCHIKKING - EISENDE ONDERNEMING - "DETOURNEMENT DE POUVOIR" - ONTVANKELIJKHEID

2 - FINANCIELE VOORZIENINGEN - INDIRECT INGRIJPEN VAN DE HOGE AUTORITEIT

3 - DE FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP

4 - FINANCIELE VOORZIENINGEN - REPARTITIESTELSEL - DIRECTE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE

5 - ORIENTERING DER INVESTERINGEN - FINANCIELE VOORZIENINGEN - INDIRECTE BEINVLOEDING VAN DE INVESTERINGEN

Samenvatting


EEN ONDERNEMING IS ONTVANKELIJK IN HAAR BEROEP TEGEN EEN ALGEMENE BESCHIKKING, WANNEER ZIJ BEWEERT, DAT ZIJ DOOR DE BESTREDEN BEPALINGEN SCHADE LIJDT EN WANNEER ZIJ FORMEEL EEN OF MEER GEVALLEN VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE STELT, MET DUIDELIJKE VERMELDING DER GRONDEN , WAARUIT NAAR HAAR MENING BEDOELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" VOORTVLOEIT EN WANNEER BLIJKENS DE AANGEVOERDE ARGUMENTEN WORDT BEOOGD TE DOEN BESLISSEN, DAT DE HOGE AUTORITEIT, DOOR DE BESTREDEN BESCHIKKING, VAN DE HAAR BIJ HET VERDRAG TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN GEBRUIK HEEFT GEMAAKT TER BEREIKING VAN ANDERE DOELEINDEN DAN WAARTOE ZIJ DE BEVOEGDHEDEN ONTVING ( ARTIKEL 33, TWEEDE ALINEA, VAN HET VERDRAG ).

2 . DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN HEBBEN TOT VOORWERP HET VERKRIJGEN EN VERDELEN VAN GELDMIDDELEN EN KUNNEN MET NAME DE VORM VAN PRIJSVEREVENINGS - OF COMPENSATIEREGELINGEN AANNEMEN . ZIJ VORMEN INTERVENTIEMIDDELEN VAN "INDIRECTE" AARD IN DE ZIN VAN ARTIKEL 57 VAN HET VERDRAG; IN DIT OPZICHT STAAN ZIJ TEGENOVER DE MAATREGELEN WAARMEDE RECHTSTREEKS WORDT INGEGREPEN, ZOALS HET VASTSTELLEN VAN PRODUCTIEQUOTA ( ARTIKEL 58 ) OF HET VERDELEN VAN BESCHIKBARE VOORRADEN ( ARTIKEL 59 ) ( ARTIKELEN 53 EN 57 VAN HET VERDRAG ).

3 . A ) DE OMSTANDIGHEID, DAT IN ARTIKEL 53 UITDRUKKELIJK WORDT VERWEZEN NAAR ARTIKEL 3, ONTHEFT DE HOGE AUTORITEIT NIET VAN DE PLICHT DE OVERIGE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG TE EERBIEDIGEN, ZOALS MET NAME DE ARTIKELEN 2, 4 EN 5 . DE ARTIKELEN 2, 3, 4 EN 5 DIENEN TE ALLEN TIJDE IN ACHT TE WORDEN GENOMEN, OMDAT HIERIN DE FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP ZIJN NEERGELEGD . DEZE BEPALINGEN ZIJN ALLE VAN DWINGENDE AARD EN ZIJ KUNNEN SLECHTS DOELTREFFEND WORDEN TOEGEPAST, INDIEN DAAROP GEZAMENLIJK ACHT WORDT GESLAGEN ( ARTIKELEN 2, 3, 4, 5 EN 53 VAN HET VERDRAG ).

B ) DAAR DE ARTIKELEN 2, 3, 4 EN 5 GEEN NADERE BEPALING BEHOEVEN, ZIJN ZIJ RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK VOOR ZOVER ZIJ NIET IN EEN ANDERE BEPALING VAN HET VERDRAG NADER ZIJN UITGEWERKT . WANNEER ZIJ ECHTER ELDERS IN HET VERDRAG WORDEN VERMELD OF WANNEER ALDAAR EEN NADERE UITWERKING VAN DEZE REGELS WORDT GEGEVEN, MOETEN DE TEKSTEN WELKE OP EENZELFDE BEPALING BETREKKING HEBBEN ALS EEN GEHEEL WORDEN BESCHOUWD EN IN ONDERLING VERBAND WORDEN TOEGEPAST . IN DE PRAKTIJK ZAL NIETTEMIN EEN ZEKER COMPROMIS MOETEN WORDEN GEVONDEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE DOELSTELLINGEN VAN ARTIKEL 3, WANT HET IS KENNELIJK NIET WEL MOGELIJK ALLE GELIJKTIJDIG - EN ELK DAARVAN TEN VOLLE - TE VERWERKELIJKEN ; ZIJ VORMEN ALGEMENE BEGINSELEN, WELKE ZOVEEL MOGELIJK VERWERKELIJKT MOETEN WORDEN EN ONDERLING IN OVEREENSTEMMING GEBRACHT ( ARTIKELEN 2, 3, 4 EN 53 VAN HET VERDRAG ).

4 . DE IN ARTIKEL 59 EN BIJLAGE II VAN HET VERDRAG VOORZIENE MAATREGELEN, WELKE UITSLUITEND BESTAAN IN HET VASTSTELLEN VAN VERBRUIKSPRIORITEITEN EN HET VERDELEN VAN DE VOORRADEN, BETREFFEN RECHTSTREEKS EN UITSLUITEND DE HOEVEELHEID DER BETROKKEN GOEDEREN EN HOUDEN DERHALVE GEEN VERBAND MET ENIGE INDIRECTE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE DOOR MIDDEL VAN DE PRIJZEN, WAARBIJ DE OMVANG DER AANKOPEN NIET WORDT BEPERKT, ZOALS HET INGRIJPEN DOOR MIDDEL VAN EEN FINANCIELE VOORZIENING KRACHTENS ARTIKEL 53B ( ARTIKELEN 53B, 59 EN BIJLAGE II VAN HET VERDRAG ).

5 . DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 54 BELETTEN GEENSZINS, DAT IN OVEREENSTEMMING MET HET BEPAALDE IN DE ARTIKELEN 3, 5, 53B , 57 EN 59 VAN HET VERDRAG MAATREGELEN WORDEN GETROFFEN TER BEINVLOEDING VAN DE DOOR DE ONDERNEMINGEN VOORGENOMEN INVESTERINGEN . IN HET BIJZONDER ZIJN DE IN ARTIKEL 53B BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN, WELKE DE HOGE AUTORITEIT MAG TREFFEN TER INDIRECTE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE, NAAR HAAR AARD OP DE PLANNEN VAN DE ONDERNEMINGEN - ZOALS BIJVOORBEELD HUN INVESTERINGSPROGRAMMA'S - VAN INVLOED ( ARTIKELEN 53B EN 54 VAN HET VERDRAG )

657J0008 /

Partijen


IN DE ZAAK :

SOCIETE DES ANCIENS ETABLISSEMENTS AUBERT ET DUVAL ".

VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA NAAR FRANS RECHT, GEVESTIGD TE NEUILLY-SUR-SEINE,

TEN DEZE DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TEN KANTORE VAN DE "CHAMBRE SYNDICALE DE LA SIDERURGIE FRANCAISE", BOULEVARD JOSEPH II 49, LUXEMBURG,

VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR VENNOOT, DE HEER R . DUVAL,

BIJGESTAAN DOOR MR . G . CHAUVEL, ADVOCAAT BIJ HET GERECHTSHOF TE PARIJS,

EISENDE PARTIJ

TEGEN

HOGE AUTORITEIT VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL,

TEN DEZE DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE PLACE DE METZ 2,

LUXEMBURG,

VERTEGENWOORDIGD DOOR MR . G . OLIVIER, JURIDISCH ADVISEUR BIJ DE HOGE AUTORITEIT, ALS GEMACHTIGDE,

BIJGESTAAN DOOR PROF . A . DE LAUBADERE, HOOGLERAAR AAN DE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID TE PARIJS,

VERWERENDE PARTIJ

Onderwerp


BETREFFENDE HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE ARTIKELEN 6, LID 3, 8 EN 9 VAN BESCHIKKING NO . 2-57 VAN DE HOGE AUTORITEIT DE DATO 26 JANUARI 1957, GEPUBLICEERD IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE GEMEENSCHAP NO . 4 VAN 28 JANUARI 1957, EN BIJGEVOLG VAN DE ARTIKELEN 3, LID 1 B ), 4, LID 3, 5, 6, LID 1 EN 2, EN 7 VAN GENOEMDE BESCHIKKING,

Overwegingen van het arrest


A - TEN AANZIEN VAN DE ONTVANKELIJKHEID

BLIJKENS HAAR STATUTEN IS DE EISENDE PARTIJ EEN PRIVAATRECHTELIJKE VENNOOTSCHAP NAAR FRANS RECHT . ZIJ HEEFT TEN DOEL HET UITOEFENEN VAN HET BEDRIJF VAN STAALPRODUCENT OP HET IN ARTIKEL 79, 1E ALINEA, VAN HET VERDRAG BEDOELDE GRONDGEBIED; MITSDIEN IS ZIJ KRACHTENS DE ARTIKELEN 33 EN 80 VAN HET VERDRAG BEVOEGD BIJ HET HOF BEROEP IN TE STELLEN TEGEN DE BESCHIKKINGEN EN AANBEVELINGEN VAN DE HOGE AUTORITEIT .

KRACHTENS ARTIKEL 33, 2E ALINEA, VAN HET VERDRAG KUNNEN DE IN ARTIKEL 80 BEDOELDE ONDERNEMINGEN EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING INSTELLEN TEGEN DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN VAN DE HOGE AUTORITEIT, DIE VOLGENS HAAR MENING TE HAREN OPZICHTE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" INHOUDEN .

BESCHIKKING NO . 2-57 IS EEN ALGEMENE BESCHIKKING; ZIJ STELT EEN NORMATIEF BEGINSEL, LEGT - IN HET ALGEMEEN - DE REGELS VOOR HAAR UITVOERING VAST, EN VERMELDT DE UIT HARE BEPALINGEN VOORTVLOEIENDE RECHTSGEVOLGEN .

DE EISENDE PARTIJ STELT, DAT ZIJ SCHADE LIJDT DOOR DE BESTREDEN BEPALINGEN, DAAR HET VOOR HAAR BIJZONDER BEZWAARLIJK IS OP SCHROOT TE BESPAREN; ZIJ ZIET ZICH DUS VOOR DE NOODZAAK GEPLAATST DE AANVULLENDE HEFFING TE BETALEN NAARMATE ZIJ HAAR VERBRUIK VAN AANKOOPSCHROOT VERHOOGT .

DE EISENDE PARTIJ STELT EEN OF MEER GEVALLEN VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE . ZIJ HEEFT DUIDELIJK DE GRONDEN AANGEGEVEN, WAARUIT NAAR HAAR MENING BEDOELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" VOORTVLOEIT . IMMERS, BLIJKENS DE AANGEVOERDE ARGUMENTEN WORDT BEOOGD TE DOEN BESLISSEN, DAT DE HOGE AUTORITEIT DOOR DE BESTREDEN BESCHIKKING VAN DE HAAR BIJ ARTIKEL 53, SUB B, VAN HET VERDRAG TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN GEBRUIK HEEFT GEMAAKT TER BEREIKING VAN ANDERE DOELEINDEN DAN WAARTOE ZIJ DIE BEVOEGDHEDEN ONTVING, HETGEEN VOLGT ZOWEL UIT EEN ERNSTIGE MISKENNING VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN ALS UIT HET FEIT, DAT DE HOGE AUTORITEIT KLAARBLIJKELIJK BEOOGD HEEFT DE SPECIFIEKE DOELEINDEN VAN DE ARTIKELEN 54 EN 59 TE VERWERKELIJKEN MET VERMIJDING VAN DE IN GENOEMDE ARTIKELEN VOORZIENE PROCEDURES .

DE EISENDE VERENIGING IS ONTVANKELIJK IN HAAR BEROEP .

B - TEN PRINCIPALE

ALS JURIDISCHE BASIS VOOR DE DOOR HAAR INGEVOERDE VEREVENINGSSTELSELS VOOR SCHROOT, KOOS DE HOGE AUTORITEIT ARTIKEL 53 VAN HET VERDRAG .

DIT ARTIKEL GEEFT DE HOGE AUTORITEIT DE BESCHIKKING OVER BEPAALDE MIDDELEN TER VERWEZENLIJKING DER HAAR BIJ HET VERDRAG - IN HET BIJZONDER ARTIKEL 3 - TOEVERTROUWDE TAKEN .

ARTIKEL 53 MAAKT DEEL UIT VAN HOOFDSTUK II, WAARVAN DE TITEL LUIDT "FINANCIELE BEPALINGEN ". DE OVERIGE ARTIKELEN VAN DIT HOOFDSTUK HANDELEN OVER HET GEBRUIK DER GELDMIDDELEN, WELKE DE HOGE AUTORITEIT VERKRIJGT DOOR HET LEGGEN VAN HEFFINGEN OP DE PRODUKTIE OF DOOR HET AANGAAN VAN LENINGEN . AANGENOMEN KAN DUS WORDEN DAT DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN HET VERKRIJGEN EN VERDELEN VAN GELDMIDDELEN BETREFT EN DAARTOE MET NAME DE VORM VAN PRIJSVEREVENINGS - OF COMPENSATIEREGELINGEN KUNNEN AANNEMEN . DEZE INTERPRETATIE WORDT BEVESTIGD IN DE LAATSTE ALINEA VAN ARTIKEL 62, WAAR WORDT BEPAALD, DAT ZEKERE COMPENSATIEREGELINGEN "KUNNEN WORDEN INGESTELD OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 53 ".

PRIJSVEREVENINGSSTELSELS EN COMPENSATIEREGELINGEN HEBBEN GEEN DIRECTE UITWERKING OP DE PRIJZEN, DOCH VEELEER OP DE PRIJSVORMENDE FACTOREN, DIE ALDUS - ZONDER DAT OP DE VRIJE PRIJSVORMING ALS ZODANIG INBREUK WORDT GEMAAKT - DE OMSTANDIGHEDEN, OP GROND WAARVAN HET PRIJSPEIL TOT STAND KOMT, BEINVLOEDEN .

DOOR DEZE INVLOED OP HET PRIJSPEIL WERKEN DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN IN OP DE OVERIGE MARKTFACTOREN EN MET NAME OP VRAAG EN AANBOD VOOR DE PRODUKTEN WAAROP ZIJ BETREKKING HEBBEN . ZIJ VORMEN DERHALVE IN DE HANDEN VAN DE HOGE AUTORITEIT MACHTIGE EN DOELTREFFENDE INTERVENTIEMIDDELEN, AL BLIJVEN ZIJ VAN "INDIRECTE" AARD IN DE ZIN VAN ARTIKEL 57 VAN HET VERDRAG; IN DIT OPZICHT STAAN ZIJ TEGENOVER DE RECHTSTREEKS INGRIJPENDE MAATREGELEN ZOALS HET VASTSTELLEN VAN PRODUKTIE-QUOTA'S ( ARTIKEL 58 ) OF HET VERDELEN VAN BESCHIKBARE VOORRADEN ( ARTIKEL 59 ).

DOOR MIDDEL VAN DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN KAN DE HOGE AUTORITEIT IN STERKE MATE DE KOLEN - EN STAALMARKT BEINVLOEDEN . IN ARTIKEL 53 WORDT HET GEBRUIK VAN DEZE VOORZIENINGEN EVENWEL BEPERKT TOT HET GEVAL DAT ZIJ "NOODZAKELIJK ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN DE TAKEN OMSCHREVEN IN ARTIKEL 3 EN VERENIGBAAR MET DE BEPALINGEN VAN DIT VERDRAG, IN HET BIJZONDER MET ARTIKEL 65 ".

DE UITDRUKKELIJKE VERWIJZING NAAR ARTIKEL 3 ONTHEFT DE HOGE AUTORITEIT NIET VAN DE PLICHT DE OVERIGE BEPALINGEN VAN HET VERDRAG TE EERBIEDIGEN, ZOALS MET NAME DE ARTIKELEN 2, 4 EN 5 WELKE, TE ZAMEN MET ARTIKEL 3, TE ALLEN TIJDE IN ACHT DIENEN TE WORDEN GENOMEN, OMDAT IN AL DIE ARTIKELEN DE FUNDAMENTELE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP ZIJN NEERGELEGD . DEZE BEPALINGEN ZIJN ALLE VAN DWINGENDE AARD EN ZIJ KUNNEN SLECHTS DOELTREFFEND WORDEN TOEGEPAST INDIEN DAAROP GEZAMENLIJK ACHT WORDT GESLAGEN . DAAR ZIJ GEEN NADERE BEPALING BEHOEVEN, ZIJN ZIJ RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK VOOR ZOVER ZIJ NIET IN EEN ANDERE BEPALING VAN HET VERDRAG NADER ZIJN UITGEWERKT; WANNEER ZIJ ECHTER ELDERS IN HET VERDRAG WORDEN VERMELD OF WANNEER ALDAAR EEN NADERE UITWERKING VAN DEZE REGELS WORDT GEGEVEN, MOETEN DE TEKSTEN WELKE OP EENZELFDE BEPALING BETREKKING HEBBEN ALS EEN GEHEEL WORDEN BESCHOUWD EN IN ONDERLING VERBAND WORDEN TOEGEPAST . NIETTEMIN ZAL IN DE PRAKTIJK EEN ZEKER COMPROMIS MOETEN WORDEN GEVONDEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE DOELSTELLINGEN VAN ARTIKEL 3, WANT HET IS KENNELIJK NIET WEL MOGELIJK ALLE GELIJKTIJDIG - EN ELK DAARVAN TEN VOLLE - TE VERWERKELIJKEN; ZIJ VORMEN ALGEMENE BEGINSELEN, WELKE ZOVEEL MOGELIJK VERWERKELIJKT MOETEN WORDEN EN ONDERLING IN OVEREENSTEMMING GEBRACHT . DIT NEEMT NIET WEG DAT DE HIERBOVEN BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN GEEN INBREUK MOGEN MAKEN OP DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 58 EN VAN HOOFDSTUK 5, TITEL III, VAN HET VERDRAG .

DE BESCHIKKINGEN, WELKE AAN BESCHIKKING NO . 2-57 VOORAFGINGEN, REGELDEN DE PRIJSVEREVENING VOOR INGEVOERD EN BINNENLANDS SCHROOT .

BESCHIKKING NO . 2-57 HANDHAAFT WELISWAAR DIT STELSEL, DOCH VERBETERT HET EN VULT HET AAN MET NIEUWE BEPALINGEN WELKE TEN DOEL HEBBEN ZOWEL DE SCHROOTPRIJZEN ALS DE TOTALE HOEVEELHEDEN AANGEKOCHT SCHROOT TE BEINVLOEDEN TENEINDE ALDUS DE ONDERNEMINGEN AAN TE MOEDIGEN IN HET BELANG VAN EEN REGELMATIGE VOORZIENING VAN DE MARKT SCHROOT TE BESPAREN .

DE VRAAG NAAR SCHROOT OVERTROF HET AANBOD ZODANIG, DAT, INDIEN DEZE TOESTAND WARE BESTENDIGD, EEN "ERNSTIGE SCHAARSTE" ZOU ZIJN ONTSTAAN, WELKE TOEPASSING ZOU HEBBEN GEVORDERD VAN DE IN ARTIKEL 59 VOORZIENE MAATREGELEN . INDIEN DE HOGE AUTORITEIT DEZE LAATSTE WILDE VERMIJDEN - EN ARTIKEL 57 NOOPTE HAAR ERTOE ZULKS ZOVEEL MOGELIJK TE DOEN - KON ZIJ NOCH AAN DE NOODZAAK NOCH AAN DE PLICHT ONTKOMEN DE IN ARTIKEL 53, SUB B, VOORZIENE PROCEDURE TOE TE PASSEN, ZIJ HET UITERAARD MET INACHTNEMING VAN DE IN DAT ARTIKEL OPGENOMEN NADERE VOORSCHRIFTEN .

1 . TEN AANZIEN VAN DE GESTELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT ARTIKEL 3, SUB B, D, EN G, VAN HET VERDRAG, HIERIN BESTAANDE, DAT, ENERZIJDS, IN DE ARTIKELEN 8 EN 9 VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING EEN GELIJKE BEHANDELING WORDT VOORZIEN VOOR DE VERBRUIKERS OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT, DIE NIET IN VERGELIJKBARE OMSTANDIGHEDEN VERKEREN, EN ANDERZIJDS, DAT DE HOGE AUTORITEIT DOELEINDEN NASTREEFT TEN GEVOLGE WAARVAN DE VERBETERING VAN DE PRODUKTIE EN DE TECHNISCHE VOORUITGANG WORDEN BELEMMERD

A ) BLIJKENS ARTIKEL 53B ) VAN HET VERDRAG KAN DE HOGE AUTORITEIT MET BEWILLIGING VAN DE RAAD, BIJ EENSTEMMIGHEID GEGEVEN, ZELF ALLE FINANCIELE VOORZIENINGEN TREFFEN, WELKE ZIJ VOOR DE UITVOERING VAN DE IN ARTIKEL 3 OMSCHREVEN TAKEN NOODZAKELIJK ACHT; DE UITOEFENING VAN DE HAAR ALDUS TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN BLIJFT ONDERWORPEN AAN DE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 2 TOT EN MET 5 NOPENS DE INSTELLING, HET BEHEER EN DE ORIENTERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT .

BLIJKENS ARTIKEL 2 VAN HET VERDRAG HEEFT DE GEMEENSCHAP TEN DOEL BIJ TE DRAGEN TOT DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING, DE UITBREIDING VAN DE WERKGELEGENHEID EN DE VERHOGING VAN HET LEVENSPEIL IN DE DEELNEMENDE STATEN . HET MIDDEL TOT VERWERKELIJKING VAN DEZE DOELSTELLINGEN IS GELEGEN IN DE INSTELLING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 4, WAARBIJ BELEMMERING VAN DE CONCURRENTIE WORDT OPGEHEVEN . KRACHTENS GENOEMD ARTIKEL 2 MOET DE GEMEENSCHAP IN TOENEMENDE MATE DE OMSTANDIGHEDEN SCHEPPEN, WELKE DE MEEST RATIONELE VERDELING VAN DE PRODUKTIE OP EEN ZO HOOG MOGELIJK PEIL VERZEKEREN; ZIJ DIENT DAARBIJ ZOWEL DE CONTINUITEIT VAN DE WERKGELEGENHEID TE WAARBORGEN ALS TE VERMIJDEN, DAT IN DE ECONOMIE VAN DE DEELNEMENDE STATEN FUNDAMENTELE EN DUURZAME MOEILIJKHEDEN WORDEN VEROORZAAKT .

TEN BEHOEVE VAN DEZE DOELEINDEN MOET DE GEMEENSCHAP DE VESTIGING, HANDHAVING EN INACHTNEMING VAN NORMALE CONCURRENTIEVERHOUDINGEN VERZEKEREN EN IS ZIJ - MET INACHTNEMING VAN DE IN ARTIKEL 57 VAN HET VERDRAG NEERGELEGDE RANGORDE DER VERSCHILLENDE WIJZEN VAN INGRIJPEN - KRACHTENS ARTIKEL 5 VERPLICHT SLECHTS DAN "TOT EEN RECHTSTREEKSE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE EN DE MARKT" OVER TE GAAN, "WANNEER DE OMSTANDIGHEDEN ZULKS VEREISEN ".

BIJ HET NASTREVEN VAN DE IN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG GENOEMDE DOELSTELLINGEN DIENT DE HOGE AUTORITEIT STEEDS EEN COMPROMIS TOT STAND TE BRENGEN, WANNEER EEN MOGELIJKE TEGENSTRIJDIGHEID DEZER DOELSTELLINGEN - ONDERLING EN AFZONDERLIJK BESCHOUWD - DIT VEREIST; ZIJ MOET - WANNEER ZULK EEN COMPROMIS NIET MOGELIJK BLIJKT - AAN EEN VAN GENOEMDE DOELSTELLINGEN TIJDELIJK VOORRANG VERLENEN, INDIEN ZULKS HAAR GEBODEN VOORKOMT IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN MET HET OOG WAAROP ZIJ - BIJ DE UITOEFENING VAN DE HAAR IN ARTIKEL 8 TOEVERTROUWDE TAAK - HAAR BESCHIKKINGEN NEEMT .

KRACHTENS ARTIKEL 57 VAN HET VERDRAG MOET DE HOGE AUTORITEIT MET BETREKKING TOT DE PRODUKTIE BIJ VOORKEUR GEBRUIK MAKEN VAN DE INDIRECTE MIDDELEN WELKE TE HARER BESCHIKKING STAAN, ZOALS MET NAME HET INGRIJPEN OP HET GEBIED VAN DE PRIJZEN . TOT DE HIER BEDOELDE INDIRECTE MIDDELEN BEHOREN - GELIJK HIERBOVEN REEDS WERD GEZEGD - DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN, WAARDOOR DE PRIJZEN WORDEN BEINVLOED, IN HET BIJZONDER COMPENSATIEREGELINGEN EN CORRECTIE VAN DE PRIJSVORMENDE FACTOREN . DAAR DEZE VOORZIENINGEN OP DE PRIJSVORMING INWERKEN, DRAGEN ZIJ BIJ TOT HET WIJZIGEN VAN HET PRIJSPEIL OP DE MARKT EN BEINVLOEDEN DAARDOOR WEDEROM DE PRODUKTIE EN DERHALVE OOK DE STRUCTUUR VAN HET PRODUKTIEAPPARAAT . ZIJ VERSCHAFFEN ALDUS AAN DE HOGE AUTORITEIT HET MIDDEL OM DE GEVOLGEN VAN DE "NORMALE CONCURRENTIEVERHOUDINGEN" TE WIJZIGEN, ZONDER DAARBIJ DE KRACHTENS ARTIKEL 5 VEREISTE HANDHAVING EN INACHTNEMING DIER CONCURRENTIEVERHOUDINGEN UIT HET OOG TE VERLIEZEN . DOOR EEN JUIST GEBRUIK VAN DIT EFFECTIEVE INTERVENTIEMIDDEL TE MAKEN, KAN DE HOGE AUTORITEIT BIJ DE VERVULLING VAN DE HAAR TOEVERTROUWDE TAAK IN AANZIENLIJKE MATE - MITS DE OMSTANDIGHEDEN ZULKS VORDEREN - HET VEREISTE COMPROMIS TUSSEN DE IN ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG GENOEMDE DOELSTELLINGEN TOT STAND BRENGEN .

DE ALDUS AAN DE HOGE AUTORITEIT TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN WORDEN NIETTEMIN BEGRENSD DOOR DE SPECIFIEKE BEPALINGEN VAN DE DERDE TITEL VAN HET VERDRAG; ZO ZOUDEN ZIJ MET NAME IN STRIJD MET HAAR WETTELIJKE DOEL WORDEN AANGEWEND, INDIEN ZOU BLIJKEN, DAT DE HOGE AUTORITEIT DAARVAN GEBRUIK HAD GEMAAKT MET HET UITSLUITENDE - OF ALTHANS DOORSLAGGEVENDE - OOGMERK OM DE TOEPASSING VAN EEN SPECIALE PROCEDURE TE ONTGAAN, WELKE HET VERDRAG HEEFT VOORZIEN OM AAN ZEKERE OMSTANDIGHEDEN HET HOOFD TE BIEDEN .

TEN TIJDE DAT DE BESTREDEN BESCHIKKINGEN WERDEN GEGEVEN, WERD DE SCHROOTMARKT - NAAR ALGEMEEN BEKEND - GEKENMERKT DOOR EEN GEHEEL ONTOEREIKEND BINNENLANDS AANBOD, DOOR TOENEMENDE MOEILIJKHEDEN BIJ DE INVOER EN DOOR EEN SCHERPE EN SNELLE PRIJSSTIJGING VAN HET UIT DERDE LANDEN AFKOMSTIGE SCHROOT; IN GEEN GEVAL VOLGT UIT DE DOOR DEZE ECONOMISCHE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN GEKENMERKTE SITUATIE, DAT PRIMA FACIE UITGESLOTEN MOET WORDEN GEACHT EEN INGRIJPEN VAN DE HOGE AUTORITEIT, DAT TEN DOEL HAD HET HOOFD TE BIEDEN AAN DE MET ARTIKEL 3 VAN HET VERDRAG STRIJDIGE GEVOLGEN, WELKE DOOR DIE SITUATIE KONDEN WORDEN TEWEEGGEBRACHT . BOVENDIEN LEVERT DE BEOORDELING DOOR DE HOGE AUTORITEIT VAN DE SITUATIE, MET HET OOG WAAROP DE BESTREDEN BEPALINGEN TOT STAND KWAMEN, GENERLEI AANWIJZING OP, DAT ZIJ ZICH BIJ HET NEMEN VAN DEZE MAATREGELEN ZOU HEBBEN LATEN LEIDEN DOOR EEN ONGEOORLOOFD MOTIEF .

HET HOF IS DAN OOK VAN MENING, DAT DE OMSTANDIGHEDEN OP HET BEWUSTE TIJDSTIP EEN INGRIJPEN VAN DE HOGE AUTORITEIT OP DE SCHROOTMARKT, MET HET DOEL DE SCHROOTVERWERKENDE INSTALLATIES INDIRECT TE TREFFEN, NIET UITSLOTEN .

B ) MET DE IN HET ONDERHAVIGE BEROEP BESTREDEN BEPALINGEN WORDT BEOOG AAN DE VEREVENINGSBIJDRAGE VOOR INGEVOERD SCHROOT GELEIDELIJK EEN SELECTIEF KARAKTER TE GEVEN, EN WEL EN WEL DOOR HET TARIEF DAT GELDT VOOR HET VERBRUIK VAN AANKOOPSCHROOT TE VERHOGEN NAARMATE DAT VERBRUIK EEN BEPAALD REFERENTIEPEIL TE BOVEN GAAT, ALSMEDE DOOR DE OPGELEGDE FINANCIELE BIJDRAGE TELKENS AAN TE PASSEN AAN DE VARIATIES VAN DE VERBRUIKSCOEFFICIENT VOOR DE SCHROOTVERWERKENDE INSTALLATIES EN FABRICAGEMETHODEN . DAARNAAST GAAN BEDOELDE BEPALINGEN VERGEZELD VAN ENIGE OVERGANGSMAATREGELEN TENEINDE VOOR DE ONDERNEMINGEN EEN GELEIDELIJKE AANPASSING AAN DE NIEUWE BEPALINGEN TE VERGEMAKKELIJKEN, HETGEEN, MEER IN HET BIJZONDER, WORDT BEREIKT DOOR ELKE ONDERNEMING VRIJ TE LATEN HAAR EIGEN REFERENTIEPERIODE TE KIEZEN, DOOR HET AANVULLEND TARIEF VOOR EEN TERMIJN VAN ZES MAANDEN OP TE SCHORTEN, DOOR HET PROGRESSIEF KARAKTER VAN BEDOELD TARIEF, DOOR EEN REFERENTIEVERBRUIK IN TE VOEREN MET EEN REFERENTIE-VERBRUIKSCOEFFICIENT VOOR DE IN DE LOOP VAN HET JAAR NA DE INWERKINGTREDING DER BESCHIKKINGT IN GEBRUIK GENOMEN INSTALLATIES, ALSMEDE DOOR, ZONDER ENIGE TIJDSBEPERKING, EEN REFERENTIEVERBRUIKSCOEFFICIENT VOOR ALLE NA AFLOOP VAN DIE TERMIJN IN GEBRUIK GENOMEN INSTALLATIES TOE TE LATEN . MET AL DEZE MAATREGELEN BREIDDE DE HOGE AUTORITEIT HET VROEGER INGEVOERDE PRIJSVEREVENINGSSTELSEL VOOR INGEVOERD SCHROOT UIT MET EEN AANTAL BEPALINGEN WELKE EROP WAREN GERICHT TE VERHINDEREN, DAT DE DOOR DE PRIJSVEREVENING VEROORZAAKTE VERLAGING VAN DE SCHROOTPRIJZEN DE PRODUCENTEN OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT ZOU AANSPOREN TOT EEN VERHOOGD VERBRUIK VAN SCHROOT .

HET ALDUS OMSCHREVEN DOEL DER BESTREDEN BEPALINGEN PASTE, ZONDER IN STRIJD TE KOMEN MET HET VERDRAG, IN HET KADER VAN EEN INDIRECT OPTREDEN - IN DE ZIN VAN ARTIKEL 57 - OP DE SCHROOTMARKT TENEINDE OP GROND VAN DE TOENTERTIJD WAARGENOMEN FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN EEN REGELMATIGE VOORZIENING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT TE VERZEKEREN . DEZE DOELSTELLING IS IN OVEREENSTEMMING MET DE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 3A ) EN D ) IN FINE, 2, 2E ALINEA, 5, 2E LID , 3E ALINEA, VAN HET VERDRAG .

C ) NA HET VOORGAANDE DIENT INTUSSEN NOG TE WORDEN ONDERZOCHT, OF DE GENOMEN MAATREGELEN VERENIGBAAR ZIJN MET DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 3, SUB B, D IN INITIO, EN G; DE EISENDE VERENIGING VOERT WAT DIT BETREFT AAN, DAT DE HOGE AUTORITEIT DEZE DOELSTELLINGEN BIJ HET NEMEN VAN HAAR MAATREGELEN ERNSTIG ZOU HEBBEN MISKEND .

VOLGENS ARTIKEL 3, SUB B, VAN HET VERDRAG MOETEN DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN HET KADER VAN HAAR ONDERSCHEIDENE BEVOEGDHEDEN EN IN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG AAN ALLEN, DIE IN HET GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTGEBIED ALS VERBRUIKER OPTREDEN EN IN VERGELIJKBARE OMSTANDIGHEDEN VERKEREN, OP VOET VAN GELIJKHEID DE TOEGANG TOT DE PRODUKTIEBRONNEN WAARBORGEN . DEZE BEPALING SCHRIJFT DE HOGE AUTORITEIT DWINGEND VOOR, OP WELKE WIJZE ZIJ VAN DE HAAR BIJ HET VERDRAG VERLEENDE BEVOEGDHEDEN GEBRUIK MOET MAKEN . MISKENNING VAN HET BEGINSEL VAN GELIJKHEID DER VERBRUIKERS TEN AANZIEN VAN HUN OPGELEGDE REGELINGEN OP ECONOMISCH GEBIED ZOU EEN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" KUNNEN OPLEVEREN VOOR DIE PERSONEN OF GROEPEN VAN PERSONEN WIER BELANGEN BEWUST ZOUDEN ZIJN OPGEOFFERD .

VOLGENS EEN IN HET RECHT DER DEELNEMENDE STATEN ALGEMEEN ERKEND BEGINSEL BELET DE GELIJKHEID DER JUSTITIABELEN INZAKE DE ECONOMISCHE WETGEVING GEENSZINS, DAT VERSCHILLENDE PRIJZEN WORDEN VASTGESTELD NAARGELANG VAN DE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN WAARIN DE VERBRUIKERS OF GROEPEN VAN VERBRUIKERS VERKEREN, MITS DE VERSCHILLENDE WIJZEN VAN BEHANDELING OVEREENSTEMMEN MET HET FEIT DAT DE BETROKKENEN NIET IN DEZELFDE OMSTANDIGHEDEN VERKEREN; ZOU DAARBIJ EEN OBJECTIEF VASTGESTELDE BASIS ONTBREKEN, DAN ZOUDEN DE VERSCHILLEN IN BEHANDELING INDERDAAD VAN WILLEKEURIGE EN DISCRIMINATOIRE AARD ZIJN EN DAARDOOR IN STRIJD MET HET VERDRAG . EEN ECONOMISCHE REGELING MAG NIET GEACHT WORDEN IN STRIJD MET HET GELIJKHEIDSBEGINSEL TE ZIJN OP DE ENKELE GROND, DAT DEZE REGELING ONGELIJKE GEVOLGEN TEWEEGBRENGT TEN AANZIEN VAN, OF ONGELIJKE OFFERS OPLEGT AAN DE BETROKKENEN, MITS ZIJ HET GEVOLG ZIJN VAN VERSCHILLEN IN DE OMSTANDIGHEDEN WAARONDER DE BETROKKEN BEDRIJVEN WORDEN GEEXPLOITEERD .

DE BIJ ARTIKEL 3, ALINEA 1B ), DER BESTREDEN BESCHIKKING INGESTELDE AANVULLENDE HEFFING IS IN HET ALGEMEEN EN ZONDER UITZONDERING VAN TOEPASSING OP ELKE OVERSCHRIJDING VAN DE HOEVEELHEID SCHROOT DIE GEDURENDE EEN BEPAALDE REFERENTIEPERIODE VERWERKT WORDT; DE AAN DE BETROKKEN ONDERNEMINGEN GELATEN VRIJHEID OM BINNEN EEN BEPAALD TIJDVAK DE VOOR HAAR MEEST GUNSTIGE REFERENTIEPERIODE TE KIEZEN, ONTNEEMT AAN HET ALDUS VASTGESTELDE DIFFERENTIATIECRITERIUM NIET ZONDER MEER ZIJN OBJECTIEF KARAKTER ZONDER HETWELK DIT CRITERIUM WILLEKEURIG ZOU ZIJN; IMMERS, DE HIERUIT IN FEITE VOOR DE ONDERNEMINGEN VOORTVLOEIENDE VERSCHILLEN IN DE GEVOLGEN HANGEN SAMEN MET DE ONGELIJKHEID VAN DE OMSTANDIGHEDEN WAARONDER DE ONDERNEMINGEN HAAR BEDRIJF UITOEFENEN EN NIET MET EEN ONGELIJKE RECHTSPOSITIE DIE DOOR DE BESCHIKKING ZOU ZIJN ZIJN INGEVOERD .

HET PROGRESSIEVE KARAKTER VAN HET AANVULLEND TARIEF DAT UIT DE BEPALINGEN VAN HET IN DIT BEROEP BESTREDEN ARTIKEL 8 VOLGT, BERUST UITSLUITEND OP HET FEIT, DAT BESCHIKKING NO . 2-57 IN OPEENVOLGENDE FASES WORDT TOEGEPAST; DE BESCHIKKING BEZIT ALZO EEN ALGEMEEN EN ABSOLUUT KARAKTER EN VINDT EEN OBJECTIEVE BASIS IN HET STREVEN OM, DOOR MIDDEL VAN BEINVLOEDING DER PRIJZEN, DE SCHROOTVERBRUIKENDE STAALONDERNEMINGEN AAN TE SPOREN IN TOENEMENDE MATE OP DEZE GRONDSTOF TE BEZUINIGEN TENEINDE NIET VERANTWOORDE UITPUTTING DER VOORRADEN TE VOORKOMEN .

AAN DE BIJ ARTIKEL 9 DER BESTREDEN BESCHIKKING INGESTELDE KORTINGEN OP DE KRACHTENS HET AANVULLENDE TARIEF VERSCHULDIGDE VEREVENINGSBIJDRAGEN LIGT EVENEENS EEN OBJECTIEVE BASIS TEN GRONDSLAG, NAMELIJK DE EVENTUELE VERLAGING VAN DE VERBRUIKSCOEFFICIENT VOOR ALLE SCHROOTVERWERKENDE INSTALLATIES EN FABRICAGEMETHODEN . HET FEIT, DAT DE TOEPASSING VAN DIT ARTIKEL NIET VOOR ALLE AAN DE REGELING ONDERWORPEN BEDRIJVEN DEZELFDE GEVOLGEN MET ZICH BRENGT, OMDAT DE OMSTANDIGHEDEN WAARONDER ZIJ WERKEN VERSCHILLEND ZIJN EN OMDAT ER BEPAALDE TECHNISCHE MOEILIJKHEDEN BESTAAN DIE VOOR SOMMIGE INSTALLATIES DE MOGELIJKHEID VAN HET VERKRIJGEN DER KORTINGEN KUNNEN DOEN VERMINDEREN OF ZELFS GEHEEL TENIET DOEN GAAN, VERMAG UIT HOOFDE VAN DE AARD VAN HET AANGENOMEN CRITERIUM DIT ARTIKEL EVENWEL NIET TE STEMPELEN TOT EEN INBREUK OP HET BEGINSEL DER RECHTSGELIJKHEID .

D ) BLIJKENS ARTIKEL 3 SUB D EN G VAN HET VERDRAG MOETEN DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP, EN MET NAME DE HOGE AUTORITEIT, WANNEER ZIJ DE HAAR BIJ ARTIKEL 53B ) TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN UITOEFENEN, WAKEN VOOR HET BEHOUD VAN OMSTANDIGHEDEN, WELKE DE ONDERNEMINGEN AANSPOREN TOT HET VERGROTEN EN VERBETEREN VAN HAAR PRODUKTIECAPACITEIT; ZIJ DIENEN VOORTS EEN REGELMATIGE UITBREIDING EN MODERNISERING VAN DE PRODUKTIE EN EEN VERBETERING VAN DE KWALITEIT TE BEVORDEREN . DE HOGE AUTORITEIT GEWAAGT VAN DEZE WETTIGE DOELSTELLINGEN IN DE AANVANG DER BESTREDEN BESCHIKKING, WAARVAN HET ALS ZODANIG VERMELDE DOEL IS EEN REGELMATIGE VOORZIENING VAN DE MARKT TE VERZEKEREN EN DE ONDERNEMINGEN TOT ZUINIGHEID BIJ HET VERBRUIK VAN SCHROOT AAN TE SPOREN, ZONDER DAARBIJ HET SCHEPPEN VAN NIEUWE PRODUKTIEMOGELIJKHEDEN VOOR STAAL TE BEMOEILIJKEN .

DE EISENDE VERENIGING VERWIJT AAN DE HOGE AUTORITEIT, DAT ZIJ GENOEMDE DOELSTELLINGEN ERNSTIG HEEFT MISKEND, DAAR DE BESTREDEN BEPALINGEN DE ONTWIKKELING VAN SOMMIGE PRODUKTIEMOGELIJKHEDEN PRAKTISCH VERHINDEREN; NAAR AANLEIDING VAN DEZE KLACHT DIENT TE WORDEN ONDERZOCHT OF DEZE BEPALINGEN INDERDAAD BLIJK GEVEN VAN EEN ONWETTIG MOTIEF OF EEN ERNSTIG, MET MISKENNING VAN HET WETTIGE DOEL GELIJKSTAAND, GEBREK AAN ZORGVULDIGHEID, EN VOORTS OF IN BEDOELDE BEPALINGEN TEN DEZE NIET AAN SOMMIGE DOELSTELLINGEN VAN HET VERDRAG TEN KOSTE VAN ANDERE IN EEN DOOR DE OMSTANDIGHEDEN NIET GERECHTVAARDIGDE MATE VOORRANG WORDT VERLEEND .

DE VERWEZENLIJKING VAN DE IN ARTIKEL 3 SUB D EN G VAN HET VERDRAG NEERGELEGDE DOELSTELLINGEN KAN NIET AFZONDERLIJK VAN DIE VAN DE OVERIGE IN DAT ARTIKEL GENOEMDE DOELEINDEN OF MET TERZIJDESTELLING DAARVAN WORDEN NAGESTREEFD EN BEREIKT; WAT DIT BETREFT KAN DE REGELMATIGE UITBREIDING EN MODERNISERING VAN DE PRODUKTIE VOLGENS HET VERDRAG ECHTER WEL WORDEN BEVORDERD BINNEN HET KADER VAN EEN GEHEEL VAN MAATREGELEN DAT BERUST OP EEN COMPROMIS TUSSEN DE DOELSTELLINGEN VAN ARTIKEL 3, OOK WANNEER DAARBIJ AAN EEN OF MEER DEZER DOELEINDEN VOORRANG WORDT VERLEEND BOVEN ANDERE, EN WEL OMDAT ZULKS DOOR DE TEN TIJDE VAN HET OPTREDEN VAN DE HOGE AUTORITEIT WAARGENOMEN ECONOMISCHE FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN WORDT GERECHTVAARDIGD .

E ) DE WAARDERING VAN DE VERSCHILLENDE IN ARTIKEL 3 NEERGELEGDE DOELSTELLINGEN MOET NOODZAKELIJKERWIJS EEN GLOBAAL KARAKTER DRAGEN EN UITSLUITEND OP HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG ZIJN GERICHT . HET BEGRIP GEMEENSCHAPPELIJK BELANG, WAARVAN GENOEMD ARTIKEL GEWAAGT, IS GEENSZINS BEPERKT TOT DE SOM DER PARTICULIERE BELANGEN VAN DE AAN DE RECHTSMACHT DER GEMEENSCHAP ONDERWORPEN KOLEN - EN STAALONDERNEMINGEN, DOCH GAAT DE KRING DIER BELANGEN TE BOVEN EN KAN SLECHTS NADER WORDEN BEPAALD AAN DE HAND DER IN ARTIKEL 2 DUIDELIJK OPGESOMDE ALGEMENE DOELEINDEN . OM DEZE REDENEN STAAN DE IN ARTIKEL 3 GENOEMDE DOELSTELLINGEN NIET IN DE WEG AAN MAATREGELEN, WELKE GERICHT ZIJN OP BEINVLOEDING VAN DE AARD DER TE ONTWIKKELEN OF TE SCHEPPEN PRODUKTIEMIDDELEN, MITS BLIJKT, DAT DE ECONOMISCHE OMSTANDIGHEDEN EN DE REDELIJKERWIJS TE VERWACHTEN ONTWIKKELING VAN DE MARKT ZODANIGE MAATREGELEN VORDEREN; DIT IS ONGETWIJFELD HET GEVAL, WANNEER BIJVOORBEELD VOOR EEN DER GRONDSTOFFEN VOOR DE IJZER - EN STAALINDUSTRIE VERSCHIJNSELEN OPTREDEN DIE OP EEN ERNSTIG TEKORT WIJZEN; ALSDAN IS EEN RATIONEEL BELEID TER VERMIJDING VAN EEN NIET VERANTWOORDE UITPUTTING DER HULPBRONNEN NOODZAKELIJK . VERSCHILLEN IN BEHANDELING, WELKE UIT DIEN HOOFDE NOODZAKELIJK KUNNEN BLIJKEN VOOR HET IN STAND HOUDEN VAN OMSTANDIGHEDEN, WELKE DE ONDERNEMINGEN PRIKKELEN TOT VERBETERING EN VERGROTING VAN HAAR PRODUKTIEMOGELIJKHEDEN, EN WELKE DUS EEN REGELMATIGE UITBREIDING DER PRODUKTIE BEVORDEREN, DIENEN EVENWEL STEEDS - OVEREENKOMSTIG HET IN HET VERDRAG NEERGELEGDE BEGINSEL VAN GELIJKHEID - OP ZUIVER OBJECTIEVE CRITERIA TE BERUSTEN . ARTIKEL 6 DER BESTREDEN BESCHIKKING BEOOGT DE IJZER - EN STAALONDERNEMINGEN GELEIDELIJK TOT EEN ZO RATIONEEL MOGELIJK SCHROOTVERBRUIK AAN TE SPOREN . HET ARTIKEL HEEFT DE STREKKING DE FINANCIELE LAST, WELKE AAN DE PRIJSVEREVENING VOOR INGEVOERD SCHROOT VERBONDEN IS, IN VERBAND TE BRENGEN ZOWEL MET DE AARD DER INSTALLATIES EN FABRICAGEMETHODEN ALS HET TIJDSTIP, WAAROP DEZE IN GEBRUIK WORDEN GESTELD, EN WEL DOOR MIDDEL VAN EEN COMBINATIE VAN HET REFERENTIEVERBRUIK EN VAN ZEKERE KORTINGEN DIE WEGENS RELATIEVE SCHROOTBESPARING WORDEN TOEGEKEND . DE PROGRESSIEVE STIJGING VAN DE PRIJS VAN DEZE GRONDSTOF EN DE SELECTIEVE UITWERKING DAARVAN OP DE KOSTPRIJS VAN IJZER EN STAAL VARIEREN NAARGELANG VAN OBJECTIEF VASTGESTELDE CRITERIA ZOWEL VAN KWANTITATIEVE ALS VAN KWALITATIEVE AARD . DE BESTREDEN MAATREGELEN WAARIN VOOR DE ONDERNEMINGEN EEN AANSPORING IS GELEGEN DIE NIEUWE PRODUKTIECAPACITEITEN TE SCHEPPEN, WELKE MET HET STREVEN NAAR EEN REGELMATIGE SCHROOTVOORZIENING VOOR DE STAALINDUSTRIE EN EEN REGELMATIGE UITBREIDING DER PRODUKTIE VERENIGBAAR ZIJN, MAKEN DERHALVE GEEN INBREUK OP HET VERBOD VAN DISCRIMINATOIRE MAATREGELEN .

DE ARTIKELEN 6 EN 8 DER BESTREDEN BESCHIKKING VORMEN VEELEER EEN REGELING VAN PROGRESSIEVE AARD, ZONDER WELKE HET BIJ DIE BESCHIKKING INGEVOERDE VEREVENINGSSTELSEL NIET MEER HET KARAKTER ZOU HEBBEN VAN EEN INDIRECT MIDDEL TER BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE EN IN STRIJD ZOU KOMEN MET DE ARTIKELEN 5 EN 57 VAN HET VERDRAG .

F ) HET IN ARTIKEL 57 VOORZIENE GEBRUIK MAKEN VAN "INDIRECTE MIDDELEN" TER BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE ONDERSCHEIDT ZICH VAN DE IN ARTIKEL 5, 4E ALINEA, BEDOELDE "RECHTSTREEKSE BEINVLOEDING", NIET DOOR DE DAARMEDE BEOOGDE DOELEINDEN, DOCH DOOR DE METHODEN TER BEREIKING DAARVAN .

DAAR DE INDIRECTE MIDDELEN - MET NAME DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN - VAN INVLOED ZIJN OP SOMMIGE PRIJSVORMENDE FACTOREN, SCHEPPEN ZIJ EEN SITUATIE, WAARIN VOOR DE ONDERNEMINGEN EEN AANSPORING IS GELEGEN OM VRIJ EN UIT EIGEN BEWEGING DE GEDRAGSLIJN TE VOLGEN WELKE DOOR DE HOGE AUTORITEIT IN VERBAND MET DE UITVOERING DER HAAR BIJ HET VERDRAG TOEGEWEZEN TAKEN WENSELIJK WORDT GEACHT .

BIJ DE RECHTSTREEKSE BEINVLOEDING DAARENTEGEN - ZOALS DE IN ARTIKEL 59 BEDOELDE VERDELING VAN BESCHIKBARE VOORRADEN - WORDT GEEN REKENING GEHOUDEN MET DE GEDRAGSLIJN, WELKE DE ONDERNEMINGEN ZOUDEN VOLGEN INDIEN ZIJ VRIJ KONDEN HANDELEN; DOCH WORDT HAAR RECHTSTREEKS EN ONDER BEDREIGING MET GELDSTRAFFEN - ZOALS DIE, BEDOELD IN ARTIKEL 59, 7E LID - DE GEDRAGSLIJN OPGELEGD, WELKE DE HOGE AUTORITEIT NOODZAKELIJK ACHT IN VERBAND MET DE SITUATIE, WAARAAN ZIJ VOLGENS HET VERDRAG HET HOOFD MOET BIEDEN .

BEIDE METHODEN, DE DIRECTE ZOWEL ALS DE INDIRECTE, ZIJN ER OP GERICHT WIJZIGING TE BRENGEN IN DE STRUCTUUR ZOALS DEZE ZICH ZOU ONTWIKKELEN UIT DE GEDRAGINGEN DER INDIVIDUELE BEDRIJVEN INDIEN DEZE NIET DOOR ENIG OVERHEIDSINGRIJPEN ZOUDEN WORDEN BEINVLOED . BEIDE DIENEN ZIJ HET ECONOMISCH BELEID . DE INDIRECTE METHODE SCHEPT ECHTER EEN TOESTAND WELKE DE PRODUCENTEN DOET BESLUITEN VRIJWILLIG DE GEDRAGSLIJN TE VOLGEN WELKE VOLGENS ARTIKEL 3 IN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG NODIG IS, TERWIJL DE DIRECTE METHODE HEN - MET HET OOG OP BEDOELD GEMEENSCHAPPELIJK BELANG - DWINGT TOT HANDELINGEN WELKE VERSCHILLEN VAN DIE WAARTOE DE FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN HAAR ZOUDEN BRENGEN .

WAT HAAR GEVOLGEN ALSMEDE WAT HAAR RECHTSKARAKTER BETREFT, ZIJN BEIDE METHODEN IDENTIEK; DE INDIRECTE METHODE EVENWEL EERBIEDIGT DE VRIJE BESLUITVORMING VAN HEN DIE AAN DE MARKT DEELNEMEN, TERWIJL DE DIRECTE METHODE DIE VRIJHEID BEPERKT OF ZELFS GEHEEL TENIET DOET .

ALLE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 6 DER BESCHIKKING NO . 2-57 HEBBEN DE STREKKING EENMAAL GEVESTIGDE SITUATIES TE HANDHAVEN EN RECHTSTREEKSE, ONMIDDELLIJKE EN RIGOUREUZE TOEPASSING DER IN ARTIKEL 59 BEDOELDE MAATREGELEN TOT VERDELING DER BESCHIKBARE VOORRADEN TE VERMIJDEN, TERWIJL ARTIKEL 57 DE AANBEVELING INHOUDT OM AAN DE INDIRECTE MIDDELEN DE VOORKEUR TE GEVEN BOVEN DE ZOEVEN GENOEMDE DIRECTE MAATREGELEN . MET NAME HET TOEKENNEN VAN EEN "REFERENTIEVERBRUIK VOOR AANKOOPSCHROOT" EN VAN EEN "REFERENTIE-VERBRUIKSCOEFFICIENT", HET TOESTAAN VAN EEN VRIJSTELLING VOOR EEN BEPAALDE PERIODE VAN DE AANVULLENDE HEFFING EN TEN SLOTTE HET PROGRESSIEVE KARAKTER VAN DIT TARIEF, ZIJN EVEN ZOVELE MIDDELEN OM DE IN ARTIKEL 57 NEERGELEGDE AANBEVELING TE EERBIEDIGEN .

WELISWAAR KUNNEN "NIEUWE INSTALLATIES" RECHT GEVEN OP REDUCTIE VAN DE AANVULLENDE HEFFING NU ARTIKEL 6 IN FINE MET BETREKKING DAARTOE EEN "FICTIEVE REFERENTIE-VERBRUIKSCOEFFICIENT" VOORZIET, DOCH HET IS JUIST, DAT, AFGEZIEN VAN DEZE MOGELIJKHEID, DE PRIJS VAN HET IN DIE INSTALLATIES AANGEWENDE SCHROOT IN BEGINSEL HOGER ZAL WORDEN .

HETZELFDE GELDT VOOR DE "ELEKTRO-OVENS MET VASTE LADING", WAARVOOR EEN MERKBARE VERMINDERING VAN DE VERBRUIKSCOEFFICIENT VOOR SCHROOT OM TECHNISCHE REDENEN NAUWELIJKS MAG WORDEN VERWACHT .

DEZE FEITEN MAKEN EVENWEL OP DE WETTIGHEID VAN HET STELSEL GEEN INBREUK . IMMERS, HET ONVOLDOENDE AANBOD VAN SCHROOT EN DE STIJGING DER SCHROOTPRIJZEN PLAATSTEN DE HOGE AUTORITEIT VOOR DE NOODZAAK ENERZIJDS OM DE ONDERNEMINGEN AAN TE SPOREN HET SCHROOTVERBRUIK TE VERMINDEREN, EN ANDERZIJDS OM TE VERHINDEREN, DAT DE PRIJS VAN HET BINNENLANDS SCHROOT ZICH ZOU AANPASSEN AAN DIE VAN HET INGEVOERDE SCHROOT . HET VEREVENINGSSTELSEL DIENDE DERHALVE VERGEZELD TE GAAN VAN EEN AANVULLENDE BIJDRAGE ALS TEGENWICHT TEGEN DE MOGELIJKHEID VAN VERHOOGD SCHROOTVERBRUIK, WAARTOE DE DOOR DE VEREVENING VEROORZAAKTE PRIJSVERLAGING AANLEIDING ZOU KUNNEN GEVEN .

INDIEN DE HOGE AUTORITEIT ECHTER TEVENS "EEN RATIONEEL BELEID WILDE BEVORDEREN BIJ HET ONTZIEN VAN DE NATUURLIJKE HULPBRONNEN, TENEINDE EEN NIET VERANTWOORDE UITPUTTING DAARVAN TE VOORKOMEN" - WELKE DOELSTELLING IN ARTIKEL 3D ) VAN HET VERDRAG IS VOORZIEN - DAN DIENDE ZIJ EVENEENS REKENING TE HOUDEN MET DE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN VAN DE VERSCHILLENDE GROEPEN VERBRUIKERS EN MOEST ZIJ DERHALVE DE TOEPASSING VAN DE HUN OPGELEGDE AANVULLENDE HEFFING DIFFERENTIEREN NAARGELANG VAN HUN SCHROOTVERBRUIK . DEZE DIFFERENTIATIE BESTOND IN EEN PROGRESSIEVE TERZIJDESTELLING - IN SOMMIGE GEVALLEN ZELFS VOLLEDIGE OPHEFFING - VAN DE GEVOLGEN DER PRIJSVEREVENING .

MET HET BESTREDEN STELSEL WERD ALDUS V}}R ALLES HET IN STAND HOUDEN VAN EEN REGELMATIGE VOORZIENING DER MARKT BEOOGD EN VOORTS HET BEVORDEREN VAN EEN RATIONEEL BELEID BIJ DE EXPLOITATIE DER HULPBRONNEN . ER BESTAAT EVENWEL GEEN ENKELE GROND VOOR DE BEWERING, DAT DE HOGE AUTORITEIT DOOR TIJDELIJK AAN SOMMIGE DER IN ARTIKEL 3 GENOEMDE DOELEINDEN VOORRANG TE GEVEN - TEN GEVOLGE WAARVAN ZIJ SLECHTS GEDEELTELIJK EEN COMPROMIS TUSSEN ALLE IN DIT ARTIKEL GENOEMDE DOELEINDEN BEREIKTE - DE HAAR BIJ HET VERDRAG TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN TOT ANDERE DOELEINDEN ZOU HEBBEN AANGEWEND DAN DIE WAARTOE HAAR DIE BEVOEGDHEDEN WAREN GEGEVEN .

NU DE BEWEERDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" NIET IS GEBLEKEN , MOET DIT MIDDEL WORDEN VERWORPEN .

2 . TEN AANZIEN VAN DE GESTELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT DE ARTIKELEN 53B ), 59 EN BIJLAGE II VAN HET VERDRAG, HIERIN BESTAANDE DAT DE HOGE AUTORITEIT EEN VOORKEURS - EN DISTRIBUTIESTELSEL HEEFT INGEVOERD ZONDER DE VORMVOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 59 EN BIJLAGE II IN ACHT TE NEMEN

DE IN DE BESTREDEN BEPALINGEN NEERGELEGDE FINANCIELE VOORZIENING IS NOCH NAAR DE VORM NOCH NAAR HAAR GEVOLGEN EEN REPARTITIESTELSEL IN DE ZIN VAN ARTIKEL 59 EN BIJLAGE II . DEZE BEPALINGEN VOORZIEN - DOCH ALLEEN VOOR HET GEVAL ZICH ZEKERE NAUWKEURIG OMSCHREVEN ECONOMISCHE OMSTANDIGHEDEN VOORDOEN EN VOLGENS EEN TOT IN BIJZONDERHEDEN GEREGELDE PROCEDURE - EEN RECHTSTREEKSE VERDELING VAN DE BESCHIKBARE GRONDSTOFFEN OVER DE VERSCHILLENDE CATEGORIEEN VERBRUIKERS . DE ALDAAR VOORGESCHREVEN REGELING BESTAAT UITSLUITEND IN HET VASTSTELLEN VAN VERBRUIKSPRIORITEITEN EN HET VERDELEN VAN DE VOORRADEN, WELKE MAATREGELEN BEIDE RECHTSTREEKS EN UITSLUITEND DE HOEVEELHEID DER BETROKKEN GOEDEREN BETREFFEN EN DAAROM GEHEEL VREEMD ZIJN AAN ENIGE INDIRECTE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE DOOR MIDDEL VAN DE PRIJZEN, ZONDER DAARBIJ DE OMVANG DER AANKOPEN TE BEPERKEN . ARTIKEL 58, WAAROP DE EISENDE PARTIJ ZICH BEROEPT, VOORZIET HET INSTELLEN VAN EEN QUOTASYSTEEM EN HET REGELEN VAN DE BEZETTINGSGRAAD DER ONDERNEMINGEN DOOR HET LEGGEN VAN DAARTOE GESCHIKTE HEFFINGEN OP DE HOEVEELHEDEN, WAARMEDE DE PRODUKTIE EEN BIJ ALGEMENE BESCHIKKING VASTGESTELD PEIL OVERSCHRIJDT . HIERBIJ MOET OVERIGENS NOG WORDEN GEWEZEN OP HET VERSCHIL DAT GEMAAKT WORDT TUSSEN MAATREGELEN VOOR HET GEVAL VAN EEN UITGESPROKEN CRISISPERIODE ( ARTIKEL 58 ), WAARBIJ IN DE EERSTE PLAATS AAN EEN RECHTSTREEKSE HEFFING OP DE HOEVEELHEDEN WORDT GEDACHT, EN DE MAATREGELEN, VOORZIEN VOOR HET GEVAL VAN ERNSTIGE SCHAARSTE ( ARTIKEL 59 ) , WAARBIJ DE RECHTSTREEKSE VERDELING DER BESCHIKBARE VOORRADEN OP DE VOORGROND STAAT .

DE IN DE BESTREDEN BEPALINGEN NEERGELEGDE FINANCIELE VOORZIENINGEN MOGEN OOK NIET BESCHOUWD WORDEN ALS EEN BIJZONDER SOORT VERDELINGSSTELSEL, DAT OP GROND VAN ZIJN WEZENLIJKE KENMERKEN MET DAT VAN ARTIKEL 59 EN BIJLAGE II ZOU KUNNEN WORDEN GELIJKGESTELD .

DE INSTELLING VAN DE AANVULLENDE BIJDRAGE EN HET ONTZEGGEN VAN EEN REFERENTIEVERBRUIK VOOR DE NA 31 JANUARI 1958 IN GEBRUIK GESTELDE INSTALLATIES EN FABRICAGEMETHODEN ZIJN GEEN MAATREGELEN, DIE EEN ZODANIG DWINGEND KARAKTER HEBBEN, DAT DE REGELING IN FEITE OP EEN DISTRIBUTIESTELSEL NEERKOMT . VEELEER VORMEN DEZE MAATREGELEN NIET ANDERS DAN ZEKERE MODALITEITEN VOOR HET OVERHEIDSINGRIJPEN, WELKE BEHOREN TOT HET WEZEN VAN EEN FINANCIELE VOORZIENING, DIE NAAR HAAR AARD DE CONCURRENTIE EN DE PRODUKTIE BEINVLOEDT . UIT GEEN DER AANGEVOERDE ARGUMENTEN BLIJKT RECHTENS VOLDOENDE, DAT HET ONDERHAVIGE STELSEL IN DIT OPZICHT MET DE IN ARTIKEL 59 EN BIJLAGE II BEDOELDE VERDELING MAG EN MOET WORDEN GELIJKGESTELD .

DE HOGE AUTORITEIT HEEFT MET DE BESTREDEN MAATREGELEN HET HOOFD WILLEN BIEDEN AAN EEN SITUATIE, WELKE DOOR DE DREIGING VAN EEN ACUTE SCHAARSTE AAN SCHROOT WERD GEKENMERKT . DOOR HIERTOE GEBRUIK TE MAKEN VAN DE HAAR BIJ BIJ ARTIKEL 53 B ) VAN HET VERDRAG TOEGEKENDE BEVOEGDHEDEN HEEFT ZIJ ARTIKEL 59 GEERBIEDIGD, DAT BEPAALT, DAT TOT DE SPECIALE PROCEDURE VAN RECHTSTREEKSE VERDELING DER VOORRADEN, ZELFS INGEVAN VAN ERNSTIGE EN OP DE VOORGESCHREVEN WIJZE GECONSTATEERDE SCHAARSTE, SLECHTS DAN MAG WORDEN OVERGEGAAN, WANNEER DE IN ARTIKEL 57 VOORZIENE MIDDELEN - WAARTOE EVENEENS DE IN ARTIKEL 53 BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN DIENEN TE WORDEN GEREKEND - NIET TOT EEN DOELMATIG INGRIJPEN KUNNEN LEIDEN . HET IS JUIST, DAT DE BESTREDEN BEPALINGEN TEN DOEL HEBBEN DE KOSTEN PROGRESSIEF TE DOEN TOENEMEN NAARGELANG VAN DE VERBRUIKTE HOEVEELHEDEN SCHROOT EN VOORTS DIE KOSTEN ZODANIG TE BEINVLOEDEN, DAT ZIJ VARIEREN NAARGELANG VAN DE AARD DER SCHROOTVERWERKENDE INSTALLATIES EN FABRICAGEMETHODEN : DE EISENDE PARTIJ HEEFT ECHTER NIET AANGETOOND, DAT DE HIERUIT VOOR DE BETROKKEN ONDERNEMINGEN VOORTVLOEIENDE FINANCIELE LAST OP ZODANIGE WIJZE WERD GEREGELD, DAT HET GEWRAAKTE STELSEL ALS EEN EQUIVALENT MOET WORDEN BESCHOUWD VAN EEN DIRECTE KWANTITATIEVE VERDELING OF VAN EEN REGELING VAN DE BEZETTINGSGRAAD DER ONDERNEMINGEN .

HOEWEL DUS HET TOEGEPASTE STELSEL GEEN "VERDELINGSSTELSEL" VORMT, BEHOORDE - VOOR ZOVER DAT BEDOELDE STELSEL ENKELE KENMERKEN VAN EEN INDIRECTE VERDELING ZOU VERTONEN - IN ELK GEVAL NOG HET BEWIJS TE WORDEN BIJGEBRACHT, DAT HET WERKELIJKE DOEL DER BESTREDEN BEPALINGEN WAS, ONDER VOORWENDSEL VAN EEN FINANCIELE VOORZIENING, EEN INDIRECTE VERDELING LANGS DE OMWEG VAN ARTIKEL 53B ) TE BEWERSTELLIGEN EN DAT DIT WERKELIJKE DOEL GEENSZINS, ZOALS BEWEERD, BESTOND UIT HET BEVORDEREN VAN SCHROOTBESPARING EN VAN EEN REGELMATIGE SCHROOTVOORZIENING VAN DE MARKT; OF WEL DIENDE HET BEWIJS TE WORDEN GELEVERD DAT DE HOGE AUTORITEIT ZICH HAD LATEN LEIDEN DOOR HET STREVEN AAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 59 TE ONTKOMEN OF DAT ZIJ IN ERNSTIGE MATE MISKEND ZOU HEBBEN, DAT HET BESTREDEN STELSEL GELIJKSTOND MET DE REGELING VOORZIEN IN ARTIKEL 59 . DEZE PUNTEN ZIJN RECHTENS EVENWEL ALLERMINST BEWEZEN .

EEN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" IS DERHALVE NIET AANGETOOND

3 . TEN AANZIEN VAN DE GESTELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT ARTIKEL 54 VAN HET VERDRAG, HIERIN BESTAANDE, DAT DE HOGE AUTORITEIT DOOR MIDDEL VAN DISCRIMINERENDE MAATREGELEN EEN SANCTIE STELT OP DE VERDERE ONTWIKKELING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN EN ZICH EEN TE VER GAANDE BEVOEGDHEID INZAKE DE CONTROLE OP DE INVESTERINGEN TOEKENT

ARTIKEL 54 VAN HET VERDRAG KENT AAN DE HOGE AUTORITEIT BEPAALDE BEVOEGDHEDEN TOE MET BETREKKING TOT DE CO(RDINATIE VAN DE INVESTERINGSPROGRAMMA'S EN DE FINANCIERING DAARVAN . DEZE BEVOEGDHEDEN MOETEN WORDEN IN HET KADER VAN DE ALGEMENE DOELSTELLINGEN, BEDOELD IN ARTIKEL 46 . DE VASTSTELLING VAN DEZE DOELSTELLINGEN GESCHIEDT IN DE VORM VAN PUBLIKATIE VAN ALGEMEEN ORIENTERENDE PROGRAMMA'S, WELKE MET HET OOG OP HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG ZIJN OPGESTELD, ALSMEDE IN DE VORM VAN HET VERSTREKKEN VAN INDIVIDUELE ADVIEZEN BETREFFENDE DE DOOR DE ONDERNEMINGEN VOORGELEGDE INVESTERINGSPROGRAMMA'S .

GENOEMDE BEPALINGEN BELETTEN GEENSZINS, DAT IN OVEREENSTEMMING MET HET BEPAALDE IN DE ARTIKELEN 3, 5, 53B ) , 57 EN 59 VAN HET VERDRAG MAATREGELEN WORDEN GETROFFEN TER BEINVLOEDING VAN DE DOOR DE ONDERNEMINGEN VOORGENOMEN INVESTERINGEN . DIT GELDT IN HET BIJZONDER VOOR DE MAATREGELEN KRACHTENS ARTIKEL 61 VAN HET VERDRAG MET BETREKKING TOT DE PRIJZEN EN MEER NOG VOOR DE IN ARTIKEL 53 B ) BEDOELDE FINANCIELE VOORZIENINGEN, WELKE DE HOGE AUTORITEIT MAG TREFFEN TER INDIRECTE BEINVLOEDING VAN DE PRODUKTIE EN WELKE NAAR HAAR AARD OP DE PLANNEN VAN DE PRODUCENTEN EN NIET IN DE LAATSTE PLAATS OP HUN INVESTERINGSPROGRAMMA'S VAN INVLOED ZIJN . DERHALVE KUNNEN DE BESTREDEN BEPALINGEN, DIE MET ARTIKEL 3 JUNCTO ARTIKEL 53 B ) IN OVEREENSTEMMING ZIJN, NIET WORDEN GEACHT EEN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" IN TE HOUDEN MET BETREKKING TOT ARTIKEL 54 . DE EISENDE PARTIJ HEEFT GEENSZINS AANGETOOND, DAT DE HOGE AUTORITEIT DE BESTREDEN BEPALINGEN HEEFT VASTGESTELD MET DE UITSLUITENDE OF ALTHANS OVERWEGENDE BEDOELING OM TOEPASSING VAN DE SPECIFIEKE PROCEDURES, IN VOORMELD ARTIKEL VOORZIEN, TE ONTGAAN .

HET MIDDEL VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT ARTIKEL 54 VAN HET VERDRAG MOET DERHALVE WORDEN VERWORPEN .

4 . TEN AANZIEN VAN DE GESTELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT DE ARTIKELEN 2 EN 3, SUB E, VAN HET VERDRAG EN PARAGRAAF 29 VAN DE OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE OVERGANGSBEPALINGEN, HIERIN BESTAANDE, DAT DE DOELEINDEN DER BESTREDEN BESCHIKKING IN STRIJD ZIJN MET DIE WELKE DE GEMEENSCHAP DIENT NA TE STREVEN MET HET OOG OP DE CONTINUITEIT DER WERKGELEGENHEID EN DE VERBETERING VAN HET LEVENSPEIL EN VAN DE ARBEIDSVOORWAARDEN

DEZE BEWERING WERD IN DE LOOP VAN HET PROCES DOOR DE EISENDE PARTIJ NIET VERDER ONTWIKKELD NOCH OP ENIGERLEI WIJZE AANNEMELIJK GEMAAKT .

DE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" MET BETREKKING TOT DE ARTIKELEN 2 EN 3, SUB E, VAN HET VERDRAG EN PARAGRAAF 29 VAN DE OVEREENKOMST IS DERHALVE NIET BEWEZEN .

5 . TEN AANZIEN VAN DE GESTELDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR", HIERIN BESTAANDE, DAT DE HOGE AUTORITEIT MET DE BESTREDEN BEPALINGEN VAN BESCHIKKING NO . 2-57 BEWUST EEN BIJZONDER, TEGEN DE EISENDE PARTIJ GERICHT, DOEL HEEFT NAGESTREEFD

ER IS NIET GEBLEKEN VAN ENIGE GROND VOOR DE BEWERING, DAT DE HOGE AUTORITEIT TEN OPZICHTE VAN ONDERNEMINGEN ALS DE EISENDE VENNOOTSCHAP, DIE IN DE ELEKTRO-OVEN MET VASTE LADING SPECIAALSTAAL VAN HOGE KWALITEIT PRODUCEREN, ZUIVER FINANCIELE EN FISCALE DOELEINDEN ZOU HEBBEN NAGESTREEFD EN DAT ZIJ ALDUS, ONDER DE DEKMANTEL VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING, IN FEITE EEN BESCHIKKING GAF WELKER DOEL IN REDELIJKHEID NIET ANDERS KAN WORDEN VERKLAARD DAN UIT HET STREVEN EEN BEPAALDE GROEP VAN ONDERNEMINGEN MET SANCTIES TE TREFFEN .

HET MIDDEL IS DERHALVE NIET GEGROND .

Beslissing inzake de kosten


KRACHTENS ARTIKEL 60 VAN HET REGLEMENT VAN HET HOF WORDT DE PARTIJ, WELKE IN EEN PROCES IN HET ONGELIJK IS GESTELD, IN DE KOSTEN VEROORDEELD; IN CASU WERD DE EISENDE PARTIJ IN HET ONGELIJK GESTELD TEN PRINCIPALE EN DE VERWERENDE PARTIJ TEN AANZIEN VAN DE ONTVANKELIJKHEID . ER BESTAAT DERHALVE AANLEIDING OM OVEREENKOMSTIG LID 2 VAN GENOEMD ARTIKEL DE EISENDE PARTIJ TE VEROORDELEN TOT BETALING VAN VIER VIJFDEN DER PROCESKOSTEN EN DE VERWERENDE PARTIJ TOT EEN VIJFDE .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE

VERWERPENDE AL HETGEEN MEER OF ANDERS IS GEVORDERD,

VERKLAART EN BESLIST ALS VOLGT :

HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE ARTIKELEN 3 ( 1B ), 4 ( 3 ), 5, 6, 7, 8 EN 9 VAN BESCHIKKING NO . 2-57 VAN DE HOGE AUTORITEIT DE DATO 26 JANUARI 1957 IS ONTVANKELIJK, DOCH NIET GEGROND; HET BEROEP WORDT DERHALVE VERWORPEN .

DE EISENDE PARTIJ WORDT VEROORDEELD TOT BETALING VAN VIER VIJFDEN VAN DE PROCESKOSTEN EN DE VERWERENDE PARTIJ TOT BETALING VAN EEN VIJFDE .