61955J0008

VONNIS VAN HET HOF VAN 16 JULI 1956. - (BELGISCHE STEENKOOL - FEDERATIE TEGEN HOGE AUTORITEIT). - ZAAK NO. 8/55.

Jurisprudentie
Franse uitgave bladzijde 00201
Nederlandse uitgave bladzijde 00211
Duitse uitgave bladzijde 00199
Italiaanse uitgave bladzijde 00197
Engelse bijz. uitgave bladzijde 00245
Deense bijz. uitgave bladzijde 00027
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00035
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00043
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00001


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Dictum

Trefwoorden


++++

1 - PROCEDURE - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - BESCHIKKING VAN DE HOGE AUTORITEIT - ALGEMENE OF INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN

2 - PROCEDURE - BRIEF VAN DE HOGE AUTORITEIT - KARAKTER VAN BESCHIKKING

3 - PROCEDURE - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - ALGEMENE BESCHIKKING - ONDERNEMINGEN - HET BEROEP SLECHTS ONTVANKELIJK IN GEVAL VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" 4 - OVERGANGSPERIODE - BELGISCHE KOLEN - TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN

Samenvatting


1 - BESCHIKKING NO . 22-55, GEGEVEN BINNEN HET KADER VAN EEN IN PARAGRAAF 26 VAN DE OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE OVERGANGSBEPALINGEN VOORZIEN SPECIAAL STELSEL, HETWELK GEDURENDE DE OVERGANGSPERIODE VOOR BELGIE GELDT EN DAT, OVEREENKOMSTIG CONCRETE NORMEN, HOE GEDETAILLEERD EN GEVARIEERD OOK, VAN TOEPASSING IS OP ALLE ONDERNEMINGEN GEZAMENLIJK EN OP ALLE TRANSACTIES WELKE ONDER HET STELSEL VALLEN, IS EEN ALGEMENE BESCHIKKING . - HET FEIT, DAT DE EISENDE PARTIJ EEN VERENIGING IS, WELKE ALLE DOOR DE BESTREDEN BESCHIKKING BEOOGDE ONDERNEMINGEN OMVAT, DOET IN CASU AAN DE ALGEMENE AARD DIER BESCHIKKING NIET AF . - DE TERRITORIALE BEPERKING VAN TOEPASSING DER BESTREDEN BESCHIKKING HOUDT GEEN AANDUIDING VAN INDIVIDUELE ONDERNEMINGEN IN; DE CONCRETE GEVOLGEN ENER ALGEMENE BESCHIKKING DOEN AAN HAAR ALGEMENE AARD GEEN AFBREUK . DE INDIVIDUELE OF ALGEMENE AARD ENER BESCHIKKING MOET UIT OBJECTIEVE CRITERIA WORDEN AFGELEID; NIET DE VORM, DOCH DE STREKKING DER BESCHIKKING IS TEN DEZE BESLISSEND ( ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG; PARAGRAAF 26 VAN DE OVEREENKOMST ).

2 - HET GEDEELTE VAN DE BRIEF VAN DE HOGE AUTORITEIT VAN 28 MEI 1955, WAARIN LAATSTGENOEMDE OP ONDUBBELZINNIGE WIJZE TE KENNEN GEEFT WELKE HOUDING ZIJ HEEFT BESLOTEN AAN TE ZULLEN NEMEN INGEVAL BEPAALDE, IN BEDOELDE BRIEF NADER OMSCHREVEN, VOORWAARDEN VERVULD ZOUDEN ZIJN, IS EEN BESCHIKKING IN DE ZIN VAN ARTIKEL 14 VAN HET VERDRAG ( ARTIKEL 14 VAN HET VERDRAG ).

3 - INDIEN HET VERDRAG BEPAALT, DAT DE PARTICULIERE ONDERNEMINGEN HET RECHT BEZITTEN DE NIETIGVERKLARING ENER ALGEMENE BESCHIKKING TE EISEN TER ZAKE VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE, DAN BETEKENT DIT, DAT HAAR NIET HET RECHT IS TOEGEKEND OP ANDERE GRONDEN BEROEP IN TE STELLEN . - HET VERDRAG BEVAT GEEN ENKELE AANDUIDING WAARUIT ZOU MOGEN WORDEN AFGELEID, DAT AAN DE PARTICULIERE ONDERNEMINGEN EEN RECHT OP CONTROLE VAN DE "GRONDWETTELIJKHEID" DER ALGEMENE BESCHIKKINGEN WORDT TOEGEKEND; IMMERS, HET BETREFT HIER HANDELINGEN VAN QUASI-LEGISLATIEVE AARD UITGAANDE VAN EEN PUBLIEK GEZAG EN NORMATIEVE KRACHT "ERGA OMNES" HEBBENDE . - INDIEN ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG EEN BEROEPSRECHT TOEKENT, STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING WEGENS "DETOURNEMENT DE POUVOIR" T . O . V . EEN ONDERNEMING, DAN BETREFT DIT EEN UITZONDERINGSGEVAL HETWELK ZIJN VERKLARING VINDT IN DE OMSTANDIGHEID, DAT HIER EEN INDIVIDUEEL ELEMENT AANWEZIG IS, DAT ALS ZODANIG OVERWEEGT . - VOOR DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP TOT VERNIETIGING ENER ALGEMENE BESCHIKKING IS HET VOLDOENDE, DAT DE EISENDE PARTIJ FORMEEL EEN TE HAREN OPZICHTE BEGANE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" STELT, ZULKS MET VERMELDING DER GRONDEN WAARUIT VOLGENS HAAR DEZE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" VOORTVLOEIT; DE VRAAG OF HET MIDDEL VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" GEGROND IS BEHOORT TOT HET ONDERZOEK TEN PRINCIPALE ( ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG ).

4 - WANNEER HET NIVEAU DER AAN HET EINDE VAN DE OVERGANGSPERIODE VOOR DE BELGISCHE KOLEN TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN TIJDENS DIE PERIODE EEN WIJZIGING ONDERGAAT , MOET TOT EEN NIEUWE SCHATTING WORDEN OVERGEGAAN WELKE MET DIE WIJZIGING REKENING HOUDT . GEEN UITSPRAAK KAN WORDEN GEDAAN ALVORENS AANVULLENDE GEGEVENS ZIJN VERSTREKT INZAKE HET PEIL - NAAR GROOTTEN EN SOORTEN - VAN DE TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN ( PARAGRAAF 26 VAN DE OVEREENKOMST ).

Partijen


IN DE ZAAK

BELGISCHE STEENKOOL-FEDERATIE

TE DEZER ZAKE DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE RUE HENRI HEINE 6, LUXEMBURG,

EISENDE PARTIJ

VERTEGENWOORDIGD DOOR DE HEREN L . DEHASSE EN L . CANIVET, BIJGESTAAN DOOR MR . P . TSCHOFFEN, ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK,

EN MR . H . SIMONT, ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN CASSATIE VAN BELGIE EN HOOGLERAAR AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT VAN BRUSSEL,

TEGEN

HOGE AUTORITEIT VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL

TE DEZER ZAKE DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE PLACE DE METZ 2, LUXEMBURG,

VERWERENDE PARTIJ

VERTEGENWOORDIGD DOOR DR . W . MUCH, JURIDISCH ADVISEUR BIJ DE HOGE AUTORITEIT, ALS GEMACHTIGDE,

BIJGESTAAN DOOR MR . G . VAN HECKE, ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL EN HOOGLERAAR AAN DE UNIVERSITEIT VAN LEUVEN,

Onderwerp


BETREFFENDE HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN DE BESCHIKKING VAN DE HOGE AUTORITEIT NO . 22-55 VAN 28 MEI 1955, ALSMEDE VAN BEPAALDE BESCHIKKINGEN VERVAT IN DE BRIEF VAN 28 MEI 1955 VAN DE HOGE AUTORITEIT AAN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE BETREFFENDE DE HERZIENING VAN HET PEREKWATIE-STELSEL ( PUBLIKATIEBLAD VAN DE GEMEENSCHAP VAN 31 MEI 1955, BLZ . 753-758 ),

Overwegingen van het arrest


A - DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP

HET BEROEP STREKT TOT NIETIGVERKLARING VAN :

1DE BESCHIKKING VAN DE HOGE AUTORITEIT NO . 22-55 VAN 28 MEI 1955 EN DE DAARBIJ GEVOEGDE PRIJSSCHAAL ( PUBLIKATIEBLAD VAN DE GEMEENSCHAP VAN 31 MEI 1955 ) VOOR ZOVER DAARBIJ TEN AANZIEN VAN BEPAALDE KOLENGROOTTEN LAGERE PRIJZEN WORDEN VASTGESTELD;

2DE BESCHIKKINGEN, VERVAT IN DE BRIEF VAN DE HOGE AUTORITEIT AAN DE BELGISCHE REGERING DE DATO 28 MEI 1955, ALSMEDE IN HET BIJ DE BRIEF GEVOEGDE PEREKWATIE-TARIEF :

A ) VOOR ZOVER ZIJ DOOR INTREKKING OF VERMINDERING DER PEREKWATIE TEN AANZIEN VAN SOMMIGE KOLENMIJNEN EEN DISCRIMINATIE TEN GEVOLGE HEBBEN TUSSEN PRODUCENTEN VAN GELIJKE KOLENGROOTTEN;

B ) VOOR ZOVER KRACHTENS BEDOELDE BRIEF DE PEREKWATIE-BETALINGEN AAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN ZULLEN WORDEN OF ZULLEN KUNNEN WORDEN GESTAAKT, UIT HOOFDE VAN HET FEIT, DAT DEZE ONDERNEMINGEN DE WEDERUITRUSTING NIET IN DIE MATE ZOUDEN VERWEZENLIJKEN ALS MOGELIJK EN NOODZAKELIJK WORDT GEOORDEELD, OF ZOUDEN WEIGEREN OVER TE GAAN TOT DE OVERDRACHT OF RUIL VAN MIJNVELDEN WELKE VOOR EEN BETERE ONTSLUITING DER ONTGINNINGSTERREINEN NOODZAKELIJK WORDT GEOORDEELD .

DE EISENDE PARTIJ IS VAN OORDEEL, DAT BESCHIKKING NO . 22-55 EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING IS; DE VERWERENDE PARTIJ DAARENTEGEN BETOOGT, DAT HIER VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING SPRAKE IS . NAAR DE MENING VAN DE EISENDE PARTIJ VLOEIT DE INDIVIDUELE AARD VAN GENOEMDE BESCHIKKING VOORT UIT HET FEIT, DAT - UIT HOOFDE VAN DE ONVERBREKELIJKE BAND, WELKE TUSSEN DE PEREKWATIE EN DE VASTSTELLING DER PRIJZEN BESTAAT - DE AAN DE PRIJSSCHAAL VERBONDEN GEVOLGEN VOOR DE DRIE KOLENMIJNEN VAN DE KEMPEN EN VOOR DE OVERIGE BELGISCHE MIJNEN VERSCHILLEND ZIJN EN WEL IN ZOVERRE DE AAN DEZE DRIE KOLENMIJNEN TOEGEKENDE PEREKWATIE NIET GELIJK IS AAN DIE, WELKE DE OVERIGE MIJNEN ONTVANGEN .

HET HOF ZIET NIET VOORBIJ, DAT DE AAN DE PRIJSSCHAAL VERBONDEN GEVOLGEN IN GELIJKE MATE ZULLEN VARIEREN ALS DE PEREKWATIE ZELVE, DOCH HET VERWERPT DE STELLING VAN DE EISENDE PARTIJ, DAT DE VARIATIES WELKE IN BEDOELDE GEVOLGEN OPTREDEN, VOOR DE KWALIFICATIE VAN BESCHIKKING NO . 22-55 BEPALEND ZIJN . IMMERS GENOEMDE BESCHIKKING WERD GEGEVEN BINNEN HET KADER VAN EEN IN PARAGRAAF 26 VAN DE OVEREENKOMST VOORZIEN SPECIAAL STELSEL, HETWELK GEDURENDE DE OVERGANGSPERIODE VOOR BELGIE GELDT EN DAT, OVEREENKOMSTIG CONCRETE NORMEN, HOE GEDETAILLEERD EN GEVARIEERD OOK, VAN TOEPASSING IS OP ALLE ONDERNEMINGEN GEZAMENLIJK EN OP ALLE TRANSACTIES, WELKE ONDER HET STELSEL VALLEN .

BINNEN HET KADER VAN DIT STELSEL GELDT DE BESCHIKKING VOOR DE ONDERNEMINGEN OP GROND VAN HET ENKELE FEIT, DAT ZIJ KOLEN PRODUCEREN EN ZONDER DAT VERDER ENIGE BIJZONDERE VEREISTE WORDT GESTELD . INGEVAL IN BELGIE NIEUWE MIJNVELDEN ZOUDEN WORDEN ONTGONNEN, ZOU DE EXPLOITANT GEHOUDEN ZIJN TE VERKOPEN TEGEN DE IN DEZE BESCHIKKING VASTGESTELDE PRIJZEN . ANDERZIJDS HOUDT DE TERRITORIALE BEPERKING GEEN AANDUIDING VAN INDIVIDUELE ONDERNEMINGEN IN; ZIJ WORDT GERECHTVAARDIGD DOOR HET FEIT, DAT DE BELGISCHE INDUSTRIE AAN DE PEREKWATIE BEHOEFTE HEEFT .

DE OMSTANDIGHEID, DAT BESCHIKKING NO . 22-55 EEN GEDETAILLEERDE EN CONCRETE REGELING BEVAT, WELKE OP ONDERLING VERSCHILLENDE SITUATIES VAN TOEPASSING IS, DOET AAN HET ALGEMENE KARAKTER VAN DE BESCHIKKING NIET AF . IMMERS, ARTIKEL 50, LID 2, VAN HET VERDRAG BEPAALT, DAT DE WIJZE VAN VASTSTELLING EN INNING VAN DE HEFFING DOOR DE HOGE AUTORITEIT BIJ EEN ALGEMENE BESCHIKKING WORDT GEREGELD; HIERUIT VOLGT, DAT DE CONCRETE, GEDETAILLEERDE EN GEVARIEERDE GEVOLGEN ENER BESCHIKKING AAN HAAR ALGEMENE AARD GEEN AFBREUK DOEN .

OOK HET FEIT, DAT DE EISENDE VERENIGING ALLE DOOR DE BESCHIKKING BEOOGDE ONDERNEMINGEN - EN DIE ALLEEN - OMVAT, LEIDT NIET TOT EEN ANDERE GEVOLGTREKKING . IMMERS, WARE DIT ANDERS, DAN ZOU DIT ALGEMENE KARAKTER OOK MOETEN WORDEN ONTZEGD AAN EEN BESCHIKKING, WELKE OP ALLE ONDERNEMINGEN VAN DE GEMEENSCHAP VAN TOEPASSING IS, INGEVAL DEZE ONDERNEMINGEN ZICH IN EEN ENKELE VERENIGING AANEEN ZOUDEN SLUITEN . DE INDIVIDUELE OF ALGEMENE AARD ENER BESCHIKKING MOET UIT OBJECTIEVE CRITERIA WORDEN AFGELEID, ZODAT GEEN ONDERSCHEIDING KAN WORDEN GEMAAKT NAARGELANG DIE EISENDE PARTIJ EEN VERENIGING OF EEN ONDERNEMING IS .

WAT BETREFT DE IN DE BRIEF VAN 28 MEI 1955 VERVATTE BESCHIKKINGEN ZIJN PARTIJEN VAN MENING, DAT DE EERSTE, DE INHOUDING OF VERMINDERING VAN DE PEREKWATIE, VAN INDIVIDUELE AARD IS EN DAT DE TWEEDE WAARIN MET INHOUDING VAN DE PEREKWATIE WORDT GEDREIGD, VAN ALGEMENE AARD IS; HET HOF VERENIGT ZICH OP DIT PUNT MET DE OPVATTING VAN PARTIJEN .

DE VERWERENDE PARTIJ HEEFT IN DE LOOP VAN DE MONDELINGE BEHANDELING DE VRAAG GESTELD, OF DEZE LAATSTE BESCHIKKING MAG WORDEN BESCHOUWD ALS EEN BESCHIKKING, WELKE HET OBJECT KAN VORMEN VAN EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG . IN HAAR BRIEF VAN 28 MEI 1955 HEEFT DE HOGE AUTORITEIT ECHTER ERKEND, DAT DE PEREKWATIE-HULP RECHTENS VERGEZELD MOET GAAN VAN EEN GEHEEL VAN MAATREGELEN, WELKE DE BELGISCHE REGERING BEVOEGD IS TE NEMEN; DE HOGE AUTORITEIT MEENT VOORTS, DAT DE BELGISCHE REGERING VIER MAATREGELEN MOET TOEPASSEN, WELKE SUB A, B, C EN D ZIJN OMSCHREVEN . HET SUB D BEPAALDE MAAKT DERHALVE DEEL UIT VAN EEN GEHEEL VAN MAATREGELEN, WELKE DE BELGISCHE REGERING ZO NODIG ZOU DIENEN TE NEMEN . DE HOGE AUTORITEIT HEEFT ALDUS OP ONDUBBELZINNIGE WIJZE DE HOUDING BEPAALD, WELKE ZIJ VOORNEMENS IS AAN TE NEMEN ZODRA DE VOORWAARDEN, BEDOELD SUB 2D, VERVULD ZIJN . MET ANDERE WOORDEN, ZIJ HEEFT EEN REGEL VASTGESTELD, WELKE EVENTUEEL DIENT TE WORDEN TOEGEPAST . HIERIN MOET DUS EEN BESCHIKKING GEZIEN WORDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 14 VAN HET VERDRAG .

NADAT ALDUS DE INDIVIDUELE OF ALGEMENE AARD VAN IEDER DER BESCHIKKINGEN IS VASTGESTELD, IS DE EISENDE PARTIJ GERECHTIGD NIETIGVERKLARING TE VERZOEKEN VAN DE VERMINDERING OF DE INHOUDING VAN DE PEREKWATIE - DE INDIVIDUELE BESCHIKKING, VERVAT IN DE BRIEF VAN 28 MEI 1955 - EN DAARTOE IN TE ROEPEN ALLE MIDDELEN BEDOELD IN ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG; ZIJ IS GERECHTIGD EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING IN TE STELLEN TEGEN DE BEIDE ANDERE BESCHIKKINGEN, VOOR ZOVER ZIJ MEENT, DAT DEZE EEN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE INHOUDEN, DAAR DEZE BESCHIKKINGEN ALGEMENE BESCHIKKINGEN ZIJN .

VOOR DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING IS HET VOLDOENDE, DAT DE EISENDE PARTIJ FORMEEL EEN TE HAREN AANZIEN BEGANE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" STELT, ZULKS MET VERMELDING DER GRONDEN WAARUIT, VOLGENS HAAR, DEZE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" VOORTVLOEIT .

HET BEROEP VOLDOET AAN BOVENBEDOELDE VEREISTEN EN IS MITSDIEN ONTVANKELIJK .

PARTIJEN VERSCHILLEN EVENWEL VAN MENING OVER DE JUISTE DRAAGWIJDTE VAN ARTIKEL 33 VAN HET VERDRAG TEN AANZIEN VAN DE VRAAG OF SOMMIGE DER MIDDELEN, WELKE DE EISENDE PARTIJ TER BESTRIJDING VAN DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN HEEFT INGEROEPEN, INDERDAAD MOGEN WORDEN VOORGEDRAGEN .

DE VERWERENDE PARTIJ BETOOGT, DAT EEN ONDERNEMING HET MIDDEL ",DETOURNEMENT DE POUVOIR' TE HAREN OPZICHTE BEGAAN", SLECHTS MAG INROEPEN INDIEN DE HOGE AUTORITEIT EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING "TEN OPZICHTE" VAN DEZE ONDERNEMING HEEFT GECAMOUFLEERD ONDER DE UITERLIJKE SCHIJN VAN EEN ALGEMENE REGELING .

DEZE STELLING MOET WORDEN VERWORPEN; IMMERS, EEN GECAMOUFLEERDE INDIVIDUELE BESCHIKKING BLIJFT EEN INDIVIDUELE BESCHIKKING, DAAR DE AARD ENER BESCHIKKING NIET DOOR HAAR VORM, MAAR DOOR HAAR STREKKING WORDT BEPAALD . BOVENDIEN KAN ZODANIGE INTERPRETATIE VAN ARTIKEL 33 EN IN HET BIJZONDER VAN DE WOORDEN "TE HAREN OPZICHTE" NIET WORDEN AANVAARD, DAAR AAN DEZE UITDRUKKING GEEN ANDERE ZIN MAG WORDEN TOEGEKEND DAN DIE WOORDEN IN WERKELIJKHEID BEVATTEN, TE WETEN, DAT HET HIER BETREFT EEN ONDERNEMING WELKE ZELVE HET VOORWERP IS VAN OF ALTHANS AANWIJSBAAR GETROFFEN DOOR DE BEWEERDE "DETOURNEMENT DE POUVOIR ". HET HOF IS VAN OORDEEL, DAT ARTIKEL 33 DUIDELIJK BEPAALT, DAT DE VERENIGINGEN EN DE ONDERNEMINGEN NIET ALLEEN DE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN MOGEN BESTRIJDEN, MAAR OOK DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN IN DE EIGENLIJKE BETEKENIS VAN DEZE TERM .

DE VERWERENDE PARTIJ BETOOGT SUBSIDIAIR, DAT DE MIDDELEN, WELKE DE EISENDE PARTIJ GERECHTIGD IS IN TE ROEPEN, ZICH BEPERKEN TOT "DETOURNEMENT DE POUVOIR" EN DAT ALLE ANDERE MIDDELEN TERZIJDE DIENEN TE WORDEN GESTELD . DAARENTEGEN MEENT DE EISENDE PARTIJ, DAT ZIJ NIET ALLEEN GERECHTIGD IS ALLE MIDDELEN TOT NIETIGVERKLARING IN TE ROEPEN, MITS ZIJ SLECHTS EEN GEVAL VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" OP GEMOTIVEERDE WIJZE STELT, MAAR OOK DAT ZIJ HET BEWIJS DER OVERIGE GEBREKEN MAG LEVEREN, TER ONDERSTEUNING VAN HET MIDDEL "DETOURNEMENT DE POUVOIR"; ZIJ MEENT VOORTS, DAT, NU HET VERDRAG EEN RECHTSSYSTEEM VOORZIET VOLGENS HETWELK DE PARTICULIERE ONDERNEMINGEN SLECHTS IN HAAR BEROEP ONTVANGEN KUNNEN WORDEN OP GROND VAN HET MIDDEL "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE BEGAAN, HET DERHALVE MET DE REDE IN STRIJD ZOU ZIJN DIT MIDDEL ALS VAN EXCEPTIONELE EN SUBSIDIAIRE AARD TE BESCHOUWEN .

DEZE STELLING MOET WORDEN VERWORPEN; INDIEN HET VERDRAG BEPAALT, DAT DE PARTICULIERE ONDERNEMINGEN HET RECHT BEZITTEN DE NIETIGVERKLARING ENER ALGEMENE BESCHIKKING TE EISEN TER ZAKE VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE BEGAAN, DAN BETEKENT DIT, DAT HAAR NIET HET RECHT IS TOEGEKEND OP ANDERE GRONDEN BEROEP IN TE STELLEN .

INDIEN DE STELLING VAN DE EISENDE PARTIJ JUIST ZOU ZIJN, DAN ZOUDEN DE ONDERNEMINGEN EEN BEROEPSRECHT HEBBEN GELIJK AAN DAT DER STATEN EN VAN DE RAAD, EN ZOU HET ONVERKLAARBAAR ZIJN, DAT ARTIKEL 33, IN PLAATS VAN DE DOOR DE ONDERNEMINGEN IN TE STELLEN BEROEPEN EENVOUDIG MET DIE VAN DE STATEN OF VAN DE RAAD GELIJK TE STELLEN, EEN DUIDELIJKE ONDERSCHEIDING HEEFT INGEVOERD TUSSEN DE INDIVIDUELE EN DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN EN DAARBIJ, IN HET GEVAL VAN DE ONDERNEMINGEN, DE NIETIGVERKLARING VAN ALGEMENE BESCHIKKINGEN HEEFT BEPERKT TOT HET MIDDEL "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE BEGAAN . DE WOORDEN "ONDER DEZELFDE VOORWAARDEN" KUNNEN NIET WORDEN GEINTERPRETEERD IN DIEN ZIN, DAT DE ONDERNEMINGEN, NA HET BEWIJS VAN EEN TE HAREN OPZICHTE BEGANE "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HEBBEN GELEVERD, BOVENDIEN GERECHTIGD ZOUDEN ZIJN DE ANDERE MIDDELEN TOT NIETIGVERKLARING IN TE ROEPEN; IMMERS, WANNEER "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE IS BEWEZEN, STAAT DE VERNIETIGING DER BESTREDEN BESCHIKKING VAST, EN BEHOEFT NIET ANDERMAAL OP ANDERE GRONDEN TE WORDEN UITGESPROKEN .

DEZE OVERWEGINGEN ZIJN AFDOENDE, MEDE TEN AANZIEN VAN DE TEGENSTRIJDIGHEID, WAARTOE DE EISENDE PARTIJ KOMT DOOR TE VERONDERSTELLEN, DAT DE INTERPRETATIE VAN HET VERDRAG MOET WIJKEN VOOR HET VERLANGEN OM AAN DE PARTICULIERE ONDERNEMINGEN EEN BEROEPSRECHT TOE TE KENNEN, HETWELK MET DAT VAN DE STATEN EN VAN DE RAAD IDENTIEK IS . EEN DERGELIJK VERLANGEN IS BEGRIJPELIJK, MAAR HET VERDRAG BEVAT GEEN ENKELE AANDUIDING WAARUIT ZOU MOGEN WORDEN AFGELEID, DAT AAN DE ONDERNEMINGEN EEN ZODANIG RECHT OP CONTROLE VAN DE "GRONDWETTELIJKHEID" DER ALGEMENE BESCHIKKINGEN WORDT TOEGEKEND, DAT WIL DUS ZEGGEN OP EEN ONDERZOEK NAAR DE VRAAG OF ZIJ MET HET VERDRAG IN OVEREENSTEMMING ZIJN; IMMERS, HET BETREFT HIER HANDELINGEN VAN LEGISLATIEVE AARD, UITGAANDE VAN EEN PUBLIEK GEZAG EN NORMATIEVE KRACHT "ERGA OMNES" HEBBENDE .

WELISWAAR STAAT ARTIKEL 33 EEN BEROEPSRECHT TOE, STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN EEN ALGEMENE BESCHIKKING TER ZAKE VAN "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TEN OPZICHTE VAN EEN ONDERNEMING BEGAAN, MAAR DIT BETREFT EEN UITZONDERINGSGEVAL HETWELK ZIJN VERKLARING VINDT IN DE OMSTANDIGHEID, DAT HIER EEN INDIVIDUEEL ELEMENT AANWEZIG IS DAT ALS ZODANIG OVERWEEGT .

TEN AANZIEN VAN DE ALGEMENE BESCHIKKINGEN KAN DE EISENDE PARTIJ DERHALVE SLECHTS WORDEN ONTVANGEN IN HET MIDDEL "DETOURNEMENT DE POUVOIR" TE HAREN OPZICHTE BEGAAN; WAT BETREFT DE INDIVIDUELE BESCHIKKING - WELKE KWALIFICATIE DOOR PARTIJEN IS AANVAARD - IS DE EISENDE PARTIJ GERECHTIGD ALLE IN DE EERSTE ALINEA VAN ARTIKEL 33 BEDOELDE MIDDELEN VOOR TE DRAGEN .

B - TEN PRINCIPALE

ALVORENS IN EEN NADERE BESCHOUWING TE TREDEN VAN DE VRAGEN WELKE IN VERBAND STAAN MET BESCHIKKING NO.22-55, WAARONDER DIE, OF DE HOGE AUTORITEIT BEVOEGD IS DE VERKOOPSPRIJZEN VAST TE STELLEN, ALSMEDE VAN DE GRIEVEN TEGEN DE BRIEF VAN 28 MEI 1955 AANGEVOERD, DIENT EERST TE WORDEN OVERGEGAAN TOT EEN ONDERZOEK NOPENS DE BEPALING DOOR DE HOGE AUTORITEIT VAN HET PEIL DER TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN .

MET BETREKKING TOT DE SCHATTING VAN DIT PEIL, HEEFT DE EISENDE PARTIJ IN DE EERSTE PLAATS BETOOGD, DAT DE HOGE AUTORITEIT NIET GERECHTIGD IS DE AANVANKELIJKE SCHATTING DER TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN TE WIJZIGEN, DAAR HET HIER BETREFT DE VASTSTELLING VAN EEN VOOR DE DUUR VAN DE OVERGANGSPERIODE ONVERANDERLIJK PEIL, DAT BIJ DE AANVANG VAN DE OVERGANGSPERIODE MOET WORDEN BEPAALD EN NIET MAG WORDEN HERZIEN, BEHOUDENS RECTIFICATIE IN ONDERLINGE OVEREENSTEMMING AANGEBRACHT .

DEZE STELLING VAN DE EISENDE PARTIJ MOET WORDEN VERWORPEN, DAAR PARAGRAAF 26 VAN DE OVEREENKOMST VOORSCHRIJFT, DAT DE OMVANG VAN DE NOODZAKELIJKE VERLAGING DER BELGISCHE PRIJZEN WORDT BEPAALD DOOR HET NIVEAU DER AAN HET EINDE DER OVERGANGSPERIODE TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN . HIERUIT VOLGT, DAT WANNEER LAATSTGENOEMD NIVEAU EEN WIJZIGING ONDERGAAT, TOT EEN NIEUWE SCHATTING MOET WORDEN OVERGEGAAN, WELKE MET DIE WIJZIGING REKENING HOUDT .

IN DE TWEEDE PLAATS VERSCHILLEN PARTIJEN VAN MENING OVER DE TE VOLGEN METHODE BIJ DE SCHATTING DER VERMOEDELIJKE PRODUKTIEKOSTEN . HET HOF IS VAN OORDEEL, DAT, ALVORENS TEN DEZE TE BESLISSEN, EERST HET PEIL DIENT TE WORDEN VASTGESTELD DAT REDELIJKERWIJZE OVEREENKOMT MET "ONGEVEER DE PRODUKTIEKOSTEN, ZOALS DIE NAAR MAG WORDEN VERWACHT AAN HET EINDE DER OVERGANGSPERIODE ZULLEN ZIJN", ZULKS OP GRONDSLAG DER RAMINGEN DIE UIT HOOFDE VAN DE TEN TIJDE DER BEDOELDE SCHATTING BEKENDE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN KONDEN WORDEN GEMAAKT VOOR ELK DER KOLENGROOTTEN EN -SOORTEN .

DE ANTWOORDEN VAN PARTIJEN OP DE DOOR DE RECHTER-RAPPORTEUR GESTELDE VRAGEN, ZIJN VOOR DEZE VRAAG ECHTER NIET TOEREIKEND .

NU PARTIJEN IN HAAR ANTWOORD HEBBEN VERKLAARD, DAT EEN ZODANIGE SPECIFICATIE NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJN AAN HET HOF KON WORDEN VOORGELEGD, DIENT HAAR HIERTOE EEN NIEUWE TERMIJN TE WORDEN VERLEEND .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE

VERWERPENDE HETGEEN MEER OF ANDERS IS GEVORDERD,

VERKLAART EN BESLIST ALS VOLGT :

1HET BEROEP IS ONTVANKELIJK .

2DE MONDELINGE BEHANDELING WORDT HEROPEND . ZIJ ZAL UITSLUITEND BETREKKING HEBBEN OP HET PEIL - ZOWEL NAAR GROOTTEN ALS SOORTEN - VAN DE AAN HET EINDE DER OVERGANGSPERIODE TE VERWACHTEN PRODUKTIEKOSTEN DER BELGISCHE KOLEN EN DE VERHOUDING VAN DIE KOSTEN TOT DE PRIJZEN, VASTGESTELD BIJ BESCHIKKING NO.22-55 .

3DE DAG, WAAROP PARTIJEN TER GRIFFIE VAN HET HOF, DE IN DIT VONNIS BEDOELDE INLICHTINGEN EN NADERE GEGEVENS ZULLEN NEERLEGGEN, WORDT BEPAALD OP 1 SEPTEMBER 1956; DE MONDELINGE BEHANDELING ZAL PLAATSVINDEN OP 20 SEPTEMBER 1956, DES VOORMIDDAGS OM 10 UUR 30 .

4DE BESLISSING TEN AANZIEN VAN DE KOSTEN WORDT AANGEHOUDEN .