Brussel, 31.1.2024

COM(2024) 50 final

2024/0028(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen ter aanvulling van handelsconcessies
van toepassing op Oekraïense producten uit hoofde van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld, vanwege het verlies van mensenlevens, de noodzaak om zich te concentreren op de verdediging van het grondgebied, de ontheemding van grote bevolkingsgroepen, de vernietiging van productiecapaciteit en het ontbreken van een aanzienlijk deel van de vervoersmogelijkheden als gevolg van de beperkte toegang tot de Zwarte Zee. In deze moeilijke context heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 27 oktober 2023 en 15 december 2023 onderstreept Oekraïne krachtige politieke en economische steun te blijven verlenen zolang als dat nodig is. Bovendien heeft Oekraïne de Unie verzocht zo veel mogelijk de voorwaarden te scheppen om het land in staat te stellen zijn handelspositie ten opzichte van de rest van de wereld te handhaven en zijn handelsbetrekkingen met de Unie verder te verdiepen. Tot deze maatregelen behoren het faciliteren van de logistiek door middel van de overeenkomst tussen de Unie en Oekraïne inzake het goederenvervoer over de weg 1 en de solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne en het vergroten van de mate van liberalisering van de markt door middel van Verordening (EU) 2022/870 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 2 en Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 3 inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst. Verordening (EU) 2023/1077 is in werking getreden op 6 juni 2023 en blijft van kracht tot en met 5 juni 2024. Het is gebleken dat dergelijke maatregelen de Oekraïense producenten meer flexibiliteit en zekerheid bieden.

Gezien de aanhoudende aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, de daaruit voortvloeiende noodzaak om Oekraïne economisch te blijven steunen, en gezien het feit dat Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat van de EU heeft gekregen en in december 2023 toetredingsonderhandelingen zijn geopend, stelt de Commissie een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot verlenging van deze handelsliberaliseringsmaatregelen voor, die van toepassing moet zijn voor een periode van één jaar vanaf de datum waarop de huidige maatregelen vervallen (d.w.z. vanaf 6 juni 2024):

tijdelijke schorsing van alle nog bestaande douanerechten uit hoofde van titel IV van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne (hierna “de Associatieovereenkomst” genoemd) 4 , waarbij een diepe en brede vrijhandelsruimte wordt ingesteld. Het gaat daarbij om drie categorieën producten:

·groenten en fruit waarop het stelsel van invoerprijzen van toepassing is;

·landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten waarvoor tariefcontingenten gelden;

tijdelijke schorsing van de toepassing van hoofdstuk V en artikel 24 van de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (vrijwaringsmaatregelen) 5 ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit Oekraïne.

Deze tijdelijke en uitzonderlijke maatregelen zullen bijdragen tot de voortdurende ondersteuning en bevordering van de bestaande handelsstromen van Oekraïne naar de Unie. Dit beantwoordt aan een van de belangrijkste doelstellingen van de Associatieovereenkomst, namelijk de voorwaarden voor versterkte economische en handelsbetrekkingen te creëren met het oog op de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU.

De handelsliberaliseringsmaatregelen waarin dit voorstel voor een verordening voorziet, worden genomen met inachtneming van de verbintenis in artikel 2 van de Associatieovereenkomst, dat de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid als een essentieel element van de overeenkomst aanmerkt. In dezelfde geest zouden de handelsliberaliseringsmaatregelen zelf afhankelijk worden gesteld van de eerbiediging van dezelfde in artikel 2 genoemde grondbeginselen, waaronder die volgens welke de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en het respect voor de rechtsstaat essentiële onderdelen van die overeenkomst zijn.

Voorts hebben de in dit voorstel vervatte handelsliberaliseringsmaatregelen tot doel, overeenkomstig artikel 207, lid 1, VWEU, ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie wordt gevoerd in het kader van de in artikel 21 VEU neergelegde beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

Volgens het voorstel zal een vrijwaringsmechanisme op basis van regelmatig toezicht van toepassing zijn, zodat alle maatregelen kunnen worden ingesteld die eventueel noodzakelijk zijn. Het vrijwaringsmechanisme omvat ook de verplichting voor de Commissie om maatregelen te nemen indien de invoer van pluimvee, eieren en suiker het rekenkundig gemiddelde van de in 2022 en 2023 ingevoerde hoeveelheden overschrijdt.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Deze handelsliberaliseringsmaatregelen zouden stroken met de uitvoering van de Associatieovereenkomst en met name met titel IV tot instelling van een diepe en brede vrijhandelsruimte, waarin is bepaald dat de partijen gedurende een overgangsperiode van maximaal tien jaar vanaf de inwerkingtreding van die overeenkomst geleidelijk een vrijhandelsruimte tot stand brengen.

Bovendien heeft Verordening (EU) 2023/1077 aangetoond dat de EU vastbesloten is Oekraïne economisch te steunen door middel van internationale handel in de context van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne. De verlenging van de handelsliberaliseringsmaatregelen is een logische uitbreiding van dit beleid, aangezien de aanvalsoorlog en de economische problemen in Oekraïne voortduren.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese Unie heeft de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne krachtig veroordeeld en heeft ongekende stappen ondernomen om Oekraïne in deze uitzonderlijke context te steunen, variërend van financiële bijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand voor noodmaatregelen en wederopbouw, tot de levering van militair materieel en de vaststelling van uitgebreide sancties tegen Rusland en Belarus, tot de intensivering van de samenwerking in het kader van de Associatieovereenkomst. Daarnaast kreeg Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat van de EU en werden in december 2023 toetredingsonderhandelingen geopend. De voorgestelde verordening zou derhalve voldoen aan en volgen uit de verplichting van de Unie uit hoofde van artikel 21, lid 3, VEU om toe te zien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden, en aan artikel 207, lid 1, VWEU, waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3, lid 1, punt e), VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Daarom is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit voorstel is noodzakelijk voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek en voor de verwezenlijking van de doelstelling om Oekraïne in zijn huidige moeilijkheden economisch te ondersteunen, ook op het gebied van handel met de Unie.

Keuze van het instrument

Dit voorstel strookt met artikel 207, lid 2, VWEU, dat voorziet in maatregelen betreffende de gemeenschappelijke handelspolitiek.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Om ervoor te zorgen dat de handelsliberaliseringsmaatregelen voor Oekraïne na het verstrijken van Verordening (EU) 2023/1077 op 5 juni 2024 worden voortgezet, is het belangrijk dat de verordening op 6 juni 2024 in werking treedt. Gezien deze noodzaak en de daaruit voortvloeiende urgentie van dit voorstel is geen effectbeoordeling uitgevoerd. Met betrekking tot de bepalingen van de Associatieovereenkomst inzake handel en daarmee verband houdende aangelegenheden is in 2007 in opdracht van DG Handel echter een duurzaamheidseffectbeoordeling verricht, die is meegenomen in het onderhandelingsproces over de diepe en brede vrijhandelsruimte. Uit die beoordeling is gebleken dat de uitvoering van bepalingen inzake handel en daarmee verband houdende aangelegenheden voor zowel de EU als Oekraïne een positief economisch effect zou hebben.

Bovendien worden de invoerstromen in het kader van Verordening (EU) 2023/1077 regelmatig gecontroleerd en gerapporteerd. Uit dit toezicht is geen voorlopig bewijs van nadelige gevolgen voor de markt van de Unie gebleken.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De maatregel leidt niet tot meer administratieve lasten voor bedrijven.

Grondrechten

Deze maatregelen respecteren dezelfde grondbeginselen als de in de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne opgenomen grondbeginselen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst met Oekraïne bepaalt met name dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, evenals het respect voor de rechtsstaat een essentieel onderdeel van die overeenkomst vormen.

De handelsliberaliseringsmaatregelen zouden ook stroken met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Op basis van een raming op basis van de omvang van de invoer uit Oekraïne in 2021 van onder de voorgestelde verordening vallende producten die het jaarlijkse rechtenvrije contingent overschrijden, zou de Europese Unie de douane-inkomsten jaarlijks met 33,4 miljoen EUR zien dalen. Het totale geraamde bedrag bedraagt dus 33,4 miljoen EUR 6 , waardoor de impact op de eigen middelen van de EU zeer beperkt zal zijn.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Onlineverslagen over de ontwikkeling van de bilaterale handel tussen de EU en Oekraïne zijn beschikbaar op specifieke websites van de Europese Commissie. Om de twee maanden wordt toezicht gehouden op de gevolgen van de verordening, rekening houdend met de informatie over de uitvoer, de invoer, de prijzen op de markt van de Unie en de productie in de Unie van de producten waarop de handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

In het licht van de noodsituatie in Oekraïne is de maatregel erop gericht de handelsstromen met betrekking tot alle invoer uit Oekraïne te vergroten door alle nog bestaande heffingen en invoerrechten op Oekraïense producten te schorsen. De handelsliberaliseringsmaatregelen zouden worden verleend in de vorm van een volledige schorsing van de invoerrechten op alle producten.

2024/0028 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen ter aanvulling van handelsconcessies
van toepassing op Oekraïense producten uit hoofde van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 7 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds 8 (“de Associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Overeenkomstig Besluit 2014/668/EU van de Raad 9 wordt titel IV van de Associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast en is die titel na ratificatie door alle lidstaten in werking getreden op 1 september 2017.

(2)In de Associatieovereenkomst wordt uitdrukking gegeven aan de wens van de partijen bij de Associatieovereenkomst (“de partijen”) om de betrekkingen op ambitieuze en innoverende wijze te versterken en uit te breiden, om geleidelijke economische integratie te vergemakkelijken en tot stand te brengen, en om dit te doen met inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie van de partijen.

(3)Artikel 25 van de Associatieovereenkomst voorziet in de geleidelijke totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen de partijen in overeenstemming met artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (“GATT 1994”). Daartoe voorziet artikel 29 van de Associatieovereenkomst in de geleidelijke afschaffing van de douanerechten overeenkomstig de in de Associatieovereenkomst opgenomen lijsten en voorziet het in de mogelijkheid om die afschaffing versneld en in ruimere mate te realiseren.

(4)De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld, zowel door de vernietiging van productiecapaciteit als door de onbeschikbaarheid van een aanzienlijk deel van de vervoersmogelijkheden, bijvoorbeeld als gevolg van de beperking van en onzekerheid van toegang tot de Zwarte Zee. In die uitzonderlijke omstandigheden en teneinde de negatieve economische gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne te verzachten, is het noodzakelijk de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne te versnellen om steun te blijven verlenen aan de autoriteiten en de bevolking van Oekraïne. Het is derhalve noodzakelijk en passend handelsstromen te blijven stimuleren en concessies te blijven verlenen in de vorm van handelsliberaliseringsmaatregelen voor alle producten, in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten ter zake van handel tussen de Unie en Oekraïne.

(5)Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) moet de Unie toezien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden. Overeenkomstig artikel 207, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de gemeenschappelijke handelspolitiek worden gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

(6)Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad 10 verstrijkt op 5 juni 2024.

(7)De bij deze verordening ingestelde tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen moeten de volgende vorm aannemen: i) de schorsing van de toepassing van het stelsel van invoerprijzen op groenten en fruit, ii) de schorsing van tariefcontingenten en invoerrechten, en iii) de schorsing van de toepassing van hoofdstuk V en artikel 24 van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad 11 . Met die maatregelen zal de Unie tijdelijk passende economische en financiële steun verlenen aan Oekraïne en de marktdeelnemers die worden getroffen.

(8)Om fraude te voorkomen moeten de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne voldoet aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de Associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en dat Oekraïne zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig die Associatieovereenkomst.

(9)De bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen moeten ook onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking en nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking instelt, de bestaande douanerechten of heffingen niet verhoogt en geen andere beperkingen van de handel met de Unie invoert, tenzij dat duidelijk gerechtvaardigd is in de context van de Russische aanvalsoorlog.

(10)De bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen moeten ook onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne de algemene beginselen van de Associatieovereenkomst blijft eerbiedigen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst bepaalt in dit verband onder meer dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid, alsmede de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens, daarmee samenhangende materialen en de overbrengingsmiddelen daarvoor, essentiële elementen zijn van de Associatieovereenkomst. Voorts bepaalt artikel 3 van de Associatieovereenkomst dat de rechtsstaat, goed bestuur, corruptiebestrijding, de strijd tegen de verschillende vormen van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en terrorisme, de bevordering van duurzame ontwikkeling en efficiënt multilateralisme van wezenlijk belang zijn om de betrekkingen tussen de partijen uit te bouwen.

(11)Onder voorbehoud van een beoordeling die de Commissie uitvoert in het kader van het regelmatige toezicht op de gevolgen van deze verordening en die zij start naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, moet worden voorzien in de mogelijkheid om alle noodzakelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de invoer van producten die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen en die negatieve gevolgen hebben voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten. Er is een bijzonder precaire situatie op de markten voor pluimvee, eieren en suiker die de landbouwproducenten in de Unie kan schaden als de invoer uit Oekraïne zou toenemen. Het is passend een automatische vrijwaringsmaatregel in te voeren voor eieren, pluimvee en suikerproducten die wordt geactiveerd indien de op grond van deze verordening ingevoerde hoeveelheden het rekenkundig gemiddelde van de hoeveelheden in 2022 en 2023 overschrijden.

(12)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de preferentiële regelingen waarin artikel 1, lid 1, voorziet tijdelijk te schorsen indien niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden om voor die preferentiële regelingen in aanmerking te komen, en om vrijwaringsmaatregelen in te voeren in gevallen waarin de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten nadelige gevolgen ondervindt van de invoer in het kader van deze verordening. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 12 . Voor de vaststelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen moet een raadplegingsprocedure worden gevolgd, gezien de gevolgen en de aard van dergelijke maatregelen en de logische volgorde ervan in relatie tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen.

(13)Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die integraal deel uitmaakt van de Associatieovereenkomst, moet een gedetailleerde beoordeling bevatten van de uitvoering van de bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen.

(14)Gezien de urgentie van de kwestie die verband houdt met de door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne veroorzaakte situatie, wordt het passend geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het VWEU en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(15)Gezien het verstrijken van Verordening (EU) 2023/1077 op 5 juni 2024, moet deze verordening op 6 juni 2024 in werking treden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1
Handelsliberaliseringsmaatregelen

1.De volgende preferentiële regelingen worden ingevoerd:

a)de toepassing van het stelsel van invoerprijzen wordt geschorst voor de producten waarop het van toepassing is zoals bepaald in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst. Op de invoer van die producten zijn geen douanerechten van toepassing;

b)alle in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst vastgestelde tariefcontingenten worden geschorst en de onder die contingenten vallende producten mogen zonder douanerechten uit Oekraïne in de Unie worden ingevoerd.

2.De toepassing van hoofdstuk V en artikel 24 van Verordening (EU) 2015/478 wordt tijdelijk geschorst ten aanzien van invoer van oorsprong uit Oekraïne.

Artikel 2
Voorwaarden voor de preferentiële regelingen

Voor de in artikel 1, lid 1, vastgestelde preferentiële regelingen gelden de volgende voorwaarden:

a)naleving van de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures, zoals bepaald in de Associatieovereenkomst;

b)Oekraïne stelt geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking in voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen van de handel met de Unie in, met inbegrip van discriminerende interne administratieve maatregelen, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt, en

c)Oekraïne respecteert de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden alsmede het principe van de rechtsstaat, en de aanhoudende inspanningen in de strijd tegen corruptie en illegale activiteiten worden voortgezet, overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 22 van de Associatieovereenkomst.

Artikel 3
Tijdelijke schorsing

1.Indien de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat Oekraïne de in artikel 2 uiteengezette voorwaarden niet naleeft, kan zij de in artikel 1, lid 1, vastgestelde preferentiële regelingen bij uitvoeringshandeling geheel of gedeeltelijk schorsen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

2.Indien een lidstaat de Commissie verzoekt een van de preferentiële regelingen te schorsen op basis van het verzuim van Oekraïne om de in artikel 2, punt b), bepaalde voorwaarden na te leven, verstrekt de Commissie binnen vier maanden na de indiening van dat verzoek een met redenen omkleed advies over de vraag of de bewering dat Oekraïne die voorwaarden niet naleeft, onderbouwd is. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit inderdaad het geval is, leidt zij de procedure in als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4
Vrijwaringsmaatregelen

1.Indien een onder artikel 1, lid 1, vallend product van oorsprong uit Oekraïne wordt ingevoerd onder voorwaarden die nadelige gevolgen hebben voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten, kan de Commissie alle noodzakelijke maatregelen instellen door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

Deze maatregelen kunnen worden ingesteld zolang als nodig is om de nadelige gevolgen voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten op te vangen.

2.De Commissie houdt regelmatig toezicht op de effecten van deze verordening, met inachtneming van de informatie over uitvoer, invoer, prijzen op de markt van de Unie of op die van een of meer lidstaten en productie in de Unie van de producten waarop de in artikel 1, lid 1, punt b), vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.

De Commissie stelt de lidstaten om de twee maanden in kennis van de resultaten van het regelmatige toezicht, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze verordening.

3.De Commissie beoordeelt de situatie op de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten om maatregelen in te stellen overeenkomstig lid 1. Die beoordeling wordt gestart:

a)naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, met voldoende voorlopig bewijs waarover die lidstaat redelijkerwijs kan beschikken op grond van lid 4, van invoer die nadelige gevolgen heeft voor de markt als bedoeld in lid 1, of

b)op eigen initiatief, nadat het de Commissie duidelijk is geworden dat er voldoende voorlopig bewijs is dat er sprake is van invoer die nadelige gevolgen heeft voor de in lid 1 bedoelde markt.

De in de eerste alinea bedoelde beoordeling wordt afgesloten binnen vier maanden na de aanvang ervan.

4.Bij het verrichten van de beoordeling op grond van lid 3 houdt de Commissie rekening met alle relevante marktontwikkelingen, met inbegrip van de gevolgen van de betrokken invoer voor de situatie op de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten. Die beoordeling omvat factoren zoals:

a)de snelheid en omvang van de toename van de invoer uit Oekraïne van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers,

b)de gevolgen van de betrokken invoer voor de productie en de prijzen in de Unie of in een of meer lidstaten, rekening houdend met de ontwikkeling van de invoer uit andere bronnen.

Deze opsomming is niet volledig en andere relevante factoren kunnen eveneens in aanmerking worden genomen.

5.In kritieke omstandigheden waarin vertraging moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, kan de Commissie elke noodzakelijke maatregel voorlopig instellen door middel van een uitvoeringshandeling. Dergelijke maatregelen kunnen alleen worden ingesteld na een naar behoren gemotiveerd verzoek van een lidstaat overeenkomstig lid 3, punt a), van dit artikel, en zij worden binnen 21 dagen na ontvangst van het verzoek vastgesteld. De uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 5, lid 4, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld. De looptijd van een voorlopige vrijwaringsmaatregel mag niet meer bedragen dan 120 dagen.

6.Wanneer de Commissie op grond van de in lid 3 bedoelde beoordeling van oordeel is dat de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten nadelige gevolgen heeft ondervonden en zij voornemens is om overeenkomstig lid 1 een definitieve maatregel in te stellen, maakt zij in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht bekend waarin zij de invoering van die maatregelen aankondigt. Het bericht bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de beoordeling en vermeldt de termijn waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken. Deze termijn mag niet meer dan tien dagen bedragen, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking van het bericht.

7.Indien in de periode van 6 juni tot en met 31 december 2024 de gecumuleerde invoervolumes van eieren, pluimvee of suiker sinds 1 januari 2024 het rekenkundig gemiddelde van de in 2022 en 2023 geconstateerde invoervolumes bereiken, moet de Commissie binnen 21 dagen en na kennisgeving aan het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen:

(a)voor dat product het overeenkomstige tariefcontingent dat bij artikel 1, lid 1, punt b), is geschorst tot en met 31 december 2024 opnieuw instellen, en

(b)met ingang van 1 januari 2025 hetzij een tariefcontingent van vijf twaalfden van dat rekenkundig gemiddelde, hetzij het overeenkomstige tariefcontingent dat bij artikel 1, lid 1, punt b), is geschorst, indien dit hoger is, invoeren.

Indien in de periode van 1 januari tot en met 5 juni 2025 de gecumuleerde invoervolumes van eieren, pluimvee of suiker voor de periode na 1 januari 2025 vijf twaalfden van het respectieve rekenkundig gemiddelde van de in 2022 en 2023 geconstateerde invoervolumes bereiken, stelt de Commissie binnen 21 dagen en na het Comité vrijwaringsmaatregelen in kennis te hebben gesteld, voor dat product opnieuw het overeenkomstige bij artikel 1, lid 1, punt b), geschorste tariefcontingent in.

Voor de toepassing van dit lid verwijzen de termen eieren, pluimvee en suiker naar alle producten die vallen onder de respectieve tariefcontingenten voor eieren en albuminen, vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, en suikers in het aanhangsel bij bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst, en wordt het rekenkundig gemiddelde berekend door de som van de invoervolumes in 2022 en 2023 door twee te delen.

8.Indien de Commissie op grond van lid 1, 5 of 7 een maatregel instelt waarbij een bij artikel 1, lid 1, punt b), geschorst tariefcontingent opnieuw wordt ingesteld, wordt bij het beheer van dat tariefcontingent rekening gehouden met de hoeveelheid die is ingevoerd in het kalenderjaar waarin de Commissie die maatregel heeft ingesteld.

Artikel 5
Comitéprocedure

1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 13 ingestelde Comité douanewetboek, wat artikel 3, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen, wat artikel 4, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

3.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

4.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6
Beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte bevat een gedetailleerde beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin wordt voorzien in deze verordening en bevat, voor zover passend, een beoordeling van de sociale gevolgen van die maatregelen in Oekraïne en in de Unie. Informatie over de invoer van producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt b), wordt beschikbaar gesteld op de website van de Commissie en wordt maandelijks bijgewerkt.

Artikel 7
Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op 6 juni 2024.

Deze verordening is van toepassing tot en met 5 juni 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter


FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1.BENAMING VAN HET VOORSTEL:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot tijdelijke liberalisering van de handel bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds.

2.BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk 12, artikel 120

Begroot bedrag voor het jaar 2024: 24 620 400 000 EUR

3.FINANCIËLE GEVOLGEN

   Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

X    Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

Begrotingsonderdeel

Ontvangsten 

Periode: deel van 2024 – deel van 2025*

(in miljoenen euro’s (tot op 1 decimaal))

Hoofdstuk 12, artikel 120 14

Gevolgen voor de eigen middelen

33,4

Totaal

* Periode van één jaar sinds de inwerkingtreding van de verordening

De berekeningen zijn gebaseerd op de invoervolumes in 2021 van onder de voorgestelde verordening vallende producten die het jaarlijkse rechtenvrije contingent overschrijden (d.w.z. 40 tariefcontingenten).

Op basis van bovenstaande berekeningen wordt het verlies aan traditionele eigen middelen als gevolg van de voorgestelde verordening geraamd op 44,5 miljoen EUR (brutobedrag, inclusief inningskosten) × 0,75 = 33,4 miljoen EUR voor de betrokken periode.

4.FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Om fraude te voorkomen moet het recht op de bij de voorgestelde verordening vastgestelde handelsmaatregelen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne heeft voldaan aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de Associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en dat Oekraïne zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig de Associatieovereenkomst.

(1)    Zie Besluit (EU) 2022/1158 van de Raad van 27 juni 2022 inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst betreffende het goederenvervoer over de weg tussen de Europese Unie en Oekraïne ( PB L 179 van 6.7.2022, blz. 1 ) en Besluit (EU) 2022/2435 van de Raad van 5 december 2022 inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne betreffende het goederenvervoer over de weg (PB L 319 van 13.12.2022, blz. 5), alsmede Besluit nr. 2/2023 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne inzake goederenvervoer over de weg opgerichte gemengd comité van 16 maart 2023 betreffende de voortzetting van de Overeenkomst (PB L 123 van 8.5.2023, blz. 36).
(2)    Verordening (EU) 2022/870 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 152 van 3.6.2022, blz. 103).
(3)    Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 144 van 5.6.2023, blz. 1).
(4)    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds ( PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3 ) is door de partijen in twee delen ondertekend in maart en juni 2014. Sommige delen van de Associatieovereenkomst worden sinds 1 november 2014 voorlopig toegepast. De diepe en brede vrijhandelsruimte wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast en is na ratificatie door alle EU-lidstaten volledig van kracht sinds 1 september 2017.
(5)    Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
(6)    De overschrijding van de tariefcontingenten wordt geraamd op 44,5 miljoen EUR. Het verlies aan traditionele eigen middelen als gevolg van deze verordening wordt derhalve geraamd op 44,5 miljoen EUR (brutobedrag, inclusief inningskosten) x 0,75 = 33,4 miljoen EUR voor de betrokken periode.
(7)    Standpunt van het Europees Parlement van [dd.mm.2024] (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit .../... van de Raad.
(8)    PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
(9)    Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).
(10)    Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 144 van 5.6.2023, blz. 1).
(11)    Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
(12)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(13)    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie ( PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1 ).
(14)    Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.