Brussel, 19.6.2024

COM(2024) 624 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake het economisch, sociaal, werkgelegenheids-, structuur- en begrotingsbeleid van Slovenië

{SWD(2024) 600 final} - {SWD(2024) 624 final}


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake het economisch, sociaal, werkgelegenheids-, structuur- en begrotingsbeleid van Slovenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad 1 , en met name artikel 3, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad 2 , waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot het economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen.

(2)De REPowerEU-verordening 3 , die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de EU geleidelijk onafhankelijker te maken van de invoer van Russische fossiele brandstoffen. Dit zou moeten bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. Slovenië heeft een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd aan zijn nationale herstel- en veerkrachtplan om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken.

(3)Op 16 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” 4 , als basis voor beleidsbeslissingen en met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. De mededeling schetst het concurrentievermogen rond negen elkaar versterkende aanjagers. Deze aanjagers zijn onder meer de toegang tot particulier kapitaal, onderzoek en innovatie, onderwijs en vaardigheden, en de eengemaakte markt als de belangrijkste beleidsprioriteiten voor hervormingen en investeringen om de huidige productiviteitsuitdagingen aan te pakken en het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn op te bouwen. Op 14 februari 2024 liet de Commissie op deze mededeling het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen volgen 5 . Het verslag beschrijft de sterke punten en uitdagingen van de Europese eengemaakte markt op het gebied van concurrentievermogen, waarbij de ontwikkelingen jaarlijks worden gevolgd aan de hand van de negen aanjagers.

(4)Op 21 november 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2024 6 en daarmee de aanzet gegeven tot de cyclus 2024 van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 22 maart 2024 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2024 rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 21 november 2023 heeft de Commissie ook een advies vastgesteld over het ontwerpbegrotingsplan 2024 van Slovenië. De Commissie heeft tevens een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die op 12 april 2024 door de Raad is aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat op 11 maart 2024 door de Raad is aangenomen.

(5)Op 30 april 2024 is het nieuwe EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat de nieuwe Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad. Het bevat ook de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 over de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten en de gewijzigde Richtlijn 2011/85/EU over de begrotingskaders van de lidstaten 7 . Het doelstellingen van het nieuwe kader zijn houdbaarheid van de overheidsschuld en duurzame en inclusieve groei door middel van geleidelijke begrotingsconsolidatie en hervormingen en investeringen. Het bevordert de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een doeltreffendere en coherentere handhaving. Elke lidstaat moet bij de Raad en de Commissie een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn indienen. De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn bevatten de budgettaire, hervormings- en investeringsverbintenissen van een lidstaat, die een planningshorizon van vier of vijf jaar bestrijken, afhankelijk van de normale duur van de nationale zittingsperiode. Het netto-uitgavenpad 8 in de nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn moet voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263, inclusief de vereisten om de overheidsschuld uiterlijk aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad te brengen of te houden, of om op een prudent niveau onder 60 % van het bbp te blijven, en om het overheidstekort op middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen en/of te handhaven. Indien een lidstaat zich overeenkomstig de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen, kan de aanpassingsperiode met maximaal drie jaar worden verlengd. Om de opstelling van die plannen te ondersteunen, zal de Commissie de lidstaten op [21 juni] 2024 richtsnoeren verstrekken over de inhoud van de plannen en de daaropvolgende jaarlijkse voortgangsverslagen die zij moeten indienen, en zal zij hun overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2024/1263 technische richtsnoeren over de begrotingsaanpassingen toezenden (referentiepaden en technische informatie indien van toepassing). Lidstaten moeten hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn uiterlijk op 20 september 2024 indienen, tenzij de lidstaat en de Commissie een redelijke verlenging van de termijn overeenkomen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale parlementen hierbij worden betrokken en dat onafhankelijke begrotingsinstellingen, sociale partners en andere nationale belanghebbenden worden geraadpleegd, naargelang het geval.

(6)In 2024 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen daadwerkelijk helpen bij het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de problemen die zijn aangehaald in de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020, 2022 en 2023 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

(7)Op 30 april 2021 heeft Slovenië zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 21 juli 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slovenië 9 aangenomen, dat werd gewijzigd op 17 oktober 2023 overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 om de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun bij te werken en het REPowerEU-hoofdstuk 10 op te nemen. De tranches worden vrijgegeven mits de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 besluit dat Slovenië de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

(8)De Commissie heeft op 19 juni 2024 het landverslag 2024 voor Slovenië 11 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Slovenië heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2023 heeft aangenomen en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Slovenië van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Slovenië heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

(9)Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens 12 is het overheidstekort van Slovenië gedaald van 3,0 % van het bbp in 2022 tot 2,5 % in 2023, terwijl de overheidsschuld is gedaald van 72,5 % van het bbp eind 2022 tot 69,2 % eind 2023. Zoals aangekondigd in de richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 2024 13 , onderneemt de Commissie de eerste stap voor de instelling van op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures, in overeenstemming met de bestaande wettelijke bepalingen. Op 19 juni 2024 heeft de Commissie een verslag op grond van artikel 126, lid 3, VWEU aangenomen 14 . In dat verslag wordt de begrotingssituatie van Slovenië beoordeeld, aangezien het geplande overheidstekort in 2024 de referentiewaarde van 3 % van het bbp overschrijdt. In het verslag werd geconcludeerd dat de Commissie in het licht van deze beoordeling en na bestudering van het advies van het bij artikel 126, lid 4, VWEU ingestelde Economisch en Financieel Comité voornemens is in juli niet voor te stellen een buitensporigtekortprocedure in te stellen voor Slovenië.

(10)Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen dat Slovenië actie onderneemt om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers 15 , rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen, en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Slovenië is aanbevolen de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Slovenië is ook aanbevolen te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen. In 2023 was de begrotingskoers 16 volgens de ramingen van de Commissie contractief, met 0,5 % van het bbp, in een context van hoge inflatie. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) leverde in 2023 een contractieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,4 % van het bbp. Hierbij is rekening gehouden met de lagere kosten van de gerichte noodsteunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen met 0,3 % van het bbp. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in 2023 was in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven bedroegen in 2023 1,3 % van het bbp. De nationaal gefinancierde investeringen bedroegen in 2023 4,6 % van het bbp, een jaarlijkse daling van 0,2 procentpunt ten opzichte van 2022. Slovenië financierde aanvullende investeringen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen. Slovenië financierde overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, bijvoorbeeld in spoorweginfrastructuur, hernieuwbare energiebronnen en de preventie van natuurrampen, die gedeeltelijk worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

(11)Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het reële bbp groeien met 2,3 % in 2024 en 2,6 % in 2025, en zal de GICP-inflatie uitkomen op 2,8 % in 2024 en 2,4 % in 2025.

(12)In de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 2,8 % van het bbp in 2024, terwijl de overheidsschuldquote eind 2024 zal dalen tot 68,1 %. De stijging van het tekort in 2024 is voornamelijk het gevolg van hogere overheidsinvesteringen, inclusief nationaal gefinancierde uitgaven voor wederopbouw na overstromingen, en indexering van sociale uitkeringen, maar wordt deels gecompenseerd door een daling van de subsidies, de intrekking van inkomstenverlagende maatregelen om de gevolgen van de hoge energieprijzen te verzachten en een tijdelijke verhoging van de vennootschapsbelasting. Op basis van de ramingen van de Commissie zal de begrotingskoers naar verwachting contractief zijn met 0,2 % van het bbp in 2024.

(13)Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen in 2024 naar verwachting uitgaven ten belope van 0,7 % van het bbp worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,2 % van het bbp in 2023. Met subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde uitgaven zullen hoogwaardige investeringen en productiviteitsverhogende hervormingen mogelijk maken zonder rechtstreekse gevolgen voor het overheidssaldo en de overheidsschuld van Slovenië. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen in 2024 naar verwachting uitgaven ten belope van 0,4 % van het bbp worden gedekt door leningen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,1 % van het bbp in 2023.

(14)Op 14 juli 2023 heeft de Raad Slovenië aanbevolen 17 een voorzichtig begrotingsbeleid te voeren, met name door de nominale stijging van de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven 18 in 2024 te beperken tot maximaal 5,5 %. De lidstaten is verzocht om er bij het uitvoeren van hun begrotingen voor 2023 en het opstellen van hun ontwerpbegrotingsplannen voor 2024 rekening mee te houden dat de Commissie aan de Raad zou voorstellen de op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie nemen de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven van Slovenië in 2024 toe met 5,6 % 19 , hetgeen meer dan de aanbevolen maximale groei is. Deze uitgavenoverschrijding van de aanbevolen maximale groei in de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven komt overeen met minder dan 0,1 % van het bbp in 2024. Dit dreigt niet volledig in overeenstemming te zijn met wat de Raad heeft aanbevolen. 

(15)Bovendien heeft de Raad Slovenië aanbevolen om de van kracht zijnde noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk af te bouwen in 2023 en 2024 en de daarmee gepaard gaande besparingen te gebruiken om het overheidstekort terug te dringen. De Raad heeft verder aangegeven dat indien nieuwe energieprijsstijgingen nieuwe of voortgezette steunmaatregelen vereisen, Slovenië ervoor moet zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, budgettair haalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing blijven bieden. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de netto begrotingskosten 20 van de noodsteunmaatregelen voor energie naar raming 1,4 % van het bbp bedragen in 2023, 0,1 % in 2024 en 0,0 % in 2025. Met name wordt aangenomen dat de compensatie voor leveranciers van gas en elektriciteit, die tegen door de overheid vastgestelde prijzen worden verkocht, in 2024 van kracht blijft, zij het met een gering effect. Indien de daarmee gepaard gaande besparingen worden gebruikt om het overheidstekort terug te dringen, zoals aanbevolen door de Raad, zouden deze prognoses een begrotingsaanpassing van 1,3 % van het bbp in 2024 impliceren, terwijl de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven 21 een contractieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,1 % van het bbp in dat jaar leveren. De noodsteunmaatregelen voor energie zullen naar verwachting zo snel mogelijk worden afgebouwd in 2023 en 2024. Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen. De daarmee gepaard gaande besparingen zullen naar verwachting echter niet volledig worden gebruikt om het overheidstekort terug te dringen. Dit dreigt niet in overeenstemming te zijn met de aanbeveling van de Raad.

(16)Daarnaast heeft de Raad Slovenië ook aanbevolen nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor een doeltreffende absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen naar verwachting toenemen tot 5,3 % van het bbp in 2024 (tegenover 4,6 % van het bbp in 2023). Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen. De overheidsuitgaven die worden gefinancierd met inkomsten uit EU-fondsen, inclusief subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zullen daarentegen naar verwachting stabiel blijven op 1,3 % van het bbp in 2024 (ook in 2023 ging het om 1,3 % van het bbp).

(17)Op basis van de op de afsluitdatum van de prognoses bekende beleidsmaatregelen en de aanname van ongewijzigd beleid wordt in de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 2,2 % van het bbp in 2025. De daling van het tekort in 2025 is voornamelijk het gevolg van de invoering van een nieuwe bijdrage voor langdurige zorg, die vanaf juli 2025 moet worden geheven en die de sociale bijdragen naar verwachting met ongeveer 0,4 % van het bbp zal verhogen. Geleidelijk lagere uitgaven voor wederopbouw na overstromingen zullen gevolgen hebben voor de overheidsinvesteringen, die naar verwachting met 0,4 procentpunt zullen dalen tot 5,4 % van het bbp. De overheidsschuldquote zal naar verwachting afnemen tot 66,4 % eind 2025.

(18)Voor Slovenië wordt een aanzienlijke stijging van de vergrijzingskosten verwacht, met als gevolg een stijging van de uitgaven voor gezondheidszorg, langdurige zorg en pensioenen in de komende decennia. Het herstel- en veerkrachtplan bevat al verschillende maatregelen om de houdbaarheid van de begroting te ondersteunen. Naast het plan zou het belangrijk zijn de uitgaven te monitoren om de toereikendheid en budgettaire houdbaarheid van de sociale bescherming te waarborgen. Door middel van uitgaventoetsingen kan worden gekeken op welke gebieden sprake is van lagere prioriteit of ondoelmatige uitgaven. Vrijgekomen middelen zouden dan opnieuw kunnen worden toegewezen om nieuwe budgettaire uitdagingen aan te pakken, onder meer op het gebied van sociale bescherming. Om ervoor te zorgen dat de uitgaven doeltreffender worden, is het van cruciaal belang dat follow-upmaatregelen snel worden uitgevoerd en stroken met de lopende structurele hervormingen.

(19)De belastingquote van Slovenië blijft onder het EU-gemiddelde en de samenstelling ervan is niet erg groeivriendelijk. De hoogste personenbelastingschijf en de loonwig voor verschillende inkomensniveaus behoren nog steeds tot de hoogste in de EU, terwijl de onroerendgoedbelastingen – ook de periodieke – zeer laag blijven, met een aandeel dat lager is dan de helft van het EU-gemiddelde. Het verkleinen van de loonwig zou de arbeidskosten terugdringen, de vraag naar arbeid stimuleren en het concurrentievermogen verbeteren. Hogere nettolonen zouden het arbeidsaanbod kunnen stimuleren. Hoewel het aandeel van de inkomsten uit milieubelastingen boven het EU-gemiddelde ligt, zou het belastingstelsel kunnen worden gebruikt om groene doelstellingen verder te bevorderen, onder meer door toepassing van het beginsel dat de vervuiler betaalt.

(20)De overheidsinvesteringen in Slovenië liggen boven het EU-gemiddelde en zijn de afgelopen jaren gestegen. De doeltreffendheid en doelmatigheid ervan kunnen echter worden verbeterd door de planning van overheidsinvesteringen in alle sectoren en ministeries beter te coördineren. De doelmatigheid van de overheidsinvesteringen, inclusief de prioritering van projecten in overeenstemming met de nationale en Europese prioriteiten, zou ook kunnen worden verbeterd door middel van een samenhangende reeks planningsdocumenten voor de lange termijn en een geïntegreerd plan voor de middellange termijn voor potentiële investeringen. Dit zou ook het groeipotentieel en de houdbaarheid van de begroting van het land ten goede komen.

(21)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Daarvan wordt verwacht dat zij helpen bij het doeltreffend aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen (LSA’s) en het nationale energie- en klimaatplan zijn vastgesteld. Om het concurrentievermogen van Slovenië op lange termijn te stimuleren door middel van de groene en de digitale transitie, en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid te waarborgen, is het van essentieel belang om binnen deze krappe termijn snel werk te maken van de doeltreffende uitvoering van het plan, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk. Om de verbintenissen van het plan uiterlijk in augustus 2026 na te komen, is het voor Slovenië van essentieel belang de hervormingen voort te zetten en de investeringen te versnellen door nieuwe vertragingen aan te pakken en tegelijkertijd te zorgen voor een sterke bestuurlijke capaciteit. De systematische betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk om te zorgen voor een breed draagvlak voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan.

(22)In het kader van de tussentijdse evaluatie van de cohesiebeleidsfondsen moet Slovenië overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060 elk programma uiterlijk in maart 2025 evalueren, en daarbij onder meer rekening houden met de uitdagingen die in de landspecifieke aanbevelingen voor 2024 zijn vermeld, alsook met zijn nationale energie- en klimaatplan. Deze evaluatie vormt de basis voor de definitieve toewijzing van de EU-financiering die in elk programma is opgenomen. Slovenië heeft vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het cohesiebeleid en de Europese pijler van sociale rechten, maar er blijft sprake van uitdagingen en grote verschillen tussen de hoofdstedelijke regio en de rest van het land. Het is van cruciaal belang de cohesiebeleidsprogramma’s sneller uit te voeren en de bestuurlijke capaciteit op nationaal en regionaal niveau te versterken. De in de programma’s overeengekomen prioriteiten zijn nog steeds relevant. Naast de maatregelen inzake bestuurlijke capaciteit is het zeer belangrijk door te gaan met groene investeringen, met name maatregelen ter bescherming tegen overstromingen en ter beperking van klimaatverandering, waarbij op de natuur gebaseerde oplossingen prioriteit krijgen. Net zo belangrijk is het om door te gaan met investeringen in duurzaam vervoer om ervoor te zorgen dat woon-werkverkeer minder met de auto plaatsvindt. De uitvoering van de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie, ter ondersteuning van de uitfasering van kolen, blijft van cruciaal belang. Publiek-private O&O-partnerschappen om de arbeidsproductiviteit te verhogen, blijven relevant. Voorts is het belangrijk volwassenenonderwijs, onder meer op het gebied van digitale en groene vaardigheden, en actief arbeidsmarktbeleid te bevorderen, en tegelijkertijd sociale en arbeidsmarktdiensten te moderniseren en te digitaliseren. Het is een prioriteit om te zorgen voor snellere de-institutionalisering en ontwikkeling van hoogwaardige, toereikende en betaalbare in de gemeenschap gewortelde sociale diensten, met name langdurige zorg, om de sociale inclusie te ondersteunen. Slovenië zou ook gebruik kunnen maken van het platform voor strategische technologieën voor Europa om investeringen in de ontwikkeling en productie van schone en hulpbronnenefficiënte technologieën te stimuleren, met name in de sector hernieuwbare energie en verwarming.

(23)Naast de economische en sociale uitdagingen die met het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-fondsen worden aangepakt, wordt Slovenië geconfronteerd met verschillende extra uitdagingen in verband met de houdbaarheid van zijn overheidsfinanciën, tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten, alsook met schaarse durfkapitaalinvesteringen en investeringen in O&O en innovatie.

(24)Uit de PISA-test (Programme for International Student Assessment) van 2022 bleek dat de basisvaardigheden (met name op het gebied van lezen en wiskunde) aanzienlijk zijn verslechterd. De toename van het aantal zwak presterende 15-jarige scholieren en de afname van het aantal toppresteerders op het gebied van wiskunde en lezen kunnen in de toekomst een negatief effect hebben op het vaardighedenaanbod en het concurrentievermogen van Slovenië. De lopende hervorming van de leerplannen van scholen zou ook maatregelen kunnen omvatten ter versterking van de basisvaardigheden, groene en digitale vaardigheden, het leren van talen en ondernemers- en financiële vaardigheden. Bovendien zou het beroep van leraar aantrekkelijker kunnen worden gemaakt.

(25)Volgens de conjunctuurenquête van de Commissie 22 melden bedrijfsleiders in de Sloveense industrie sinds medio 2021 dat tekorten aan arbeidskrachten de bedrijvigheid in zeer sterke mate beperken. De vacaturepercentages liggen ook aanzienlijk hoger dan het EU-gemiddelde. Ondanks de in het kader van het herstel- en veerkrachtplan genomen maatregelen is er nog steeds een aanzienlijke achterstand op het gebied van sollicitaties van buitenlandse werknemers als gevolg van buitensporig omslachtige wettelijke vereisten. Tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden vormen nu al een rem op investeringen en productie, met name in de industrie. Zij belemmeren ook een soepele verlening van diensten, onder meer in de gezondheidszorg en langdurige zorg. Om het concurrentievermogen en de groei te stimuleren, is het daarom van cruciaal belang het arbeidsaanbod te vergroten, onder meer door de arbeidsmarktparticipatie verder te stimuleren, werknemers uit niet-EU-landen aan te trekken en de integratie van migrerende werknemers op de arbeidsmarkt en in de samenleving te versterken. 

(26)De overheidsuitgaven voor onderzoek, de innovatie-uitgaven van bedrijven op andere gebieden dan onderzoek en de innovatie-uitgaven per werknemer zijn in Slovenië nog steeds relatief laag. Ook de durfkapitaalinvesteringen in verhouding tot het bbp zijn laag, vooral in vergelijking met het EU-gemiddelde, wat negatieve gevolgen heeft voor de dynamiek van het bedrijfsleven en dus ook voor de innovatie- en groeicapaciteit van bedrijven. Dit belemmert weer het concurrentievermogen van Slovenië. Door verdere verbetering van de voorwaarden voor durfkapitaal kan meer buitenlands kapitaal worden aangetrokken, zodat innovatieve start-ups makkelijker kunnen opschalen.

(27)Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen tot de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad in 2024 de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Slovenië dragen de aanbevelingen 1, 2 en 3 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede, derde en vierde aanbeveling voor de eurozone.

BEVEELT AAN dat Slovenië in 2024 en 2025 de volgende actie onderneemt:

1.het budgettair-structurele plan voor de middellange termijn tijdig in te dienen; in overeenstemming met de vereisten van het hervormde stabiliteits- en groeipact de groei van de netto-uitgaven 23 in 2025 te beperken tot een percentage dat strookt met het op een plausibel neerwaarts pad brengen van de overheidsschuld op middellange termijn en dat het overheidstekort onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp houdt; de budgettaire houdbaarheid van de sociale bescherming te waarborgen en de belastinginkomsten te verschuiven naar groeivriendelijkere en duurzamere bronnen; de efficiëntie van de overheidsuitgaven te verbeteren door uitgaventoetsingen uit te voeren en door middel van een beter beheer van overheidsinvesteringen;

2.de bestuurlijke capaciteit voor het beheer van EU-middelen te versterken, investeringen te versnellen en de vaart erin te houden bij de uitvoering van hervormingen; nieuwe vertragingen aan te pakken om te zorgen voor een verdere snelle en doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk, zodat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 zijn voltooid; de uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma’s te versnellen; in het kader van de tussentijdse evaluatie te blijven focussen op de overeengekomen prioriteiten, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden die het platform voor strategische technologieën voor Europa biedt om het concurrentievermogen te verbeteren;

3.het concurrentievermogen te versterken door de vaardigheidsniveaus verder te verhogen, ervoor te zorgen dat de lopende hervorming van de leerplannen ook bijdraagt aan de versterking van basisvaardigheden, door tekorten aan arbeidskrachten aan te pakken en door de dynamiek van het bedrijfsleven en de oprichting van snelgroeiende ondernemingen te bevorderen door de voorwaarden voor durfkapitaalinvesteringen en institutionele beleggers alsook de investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L, 2024/1263, 30.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj .
(2)    Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17), ELI:  http://data.europa.eu/eli/reg/2021/241/oj .
(3)    Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1), ELI:  http://data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj .
(4)    COM(2023) 168 final.
(5)    COM(2024) 77 final.
(6)    COM(2023) 901 final.
(7)    Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj ) en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj ).
(8)    Netto-uitgaven zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263 van de Raad van 29 april 2024 (PB L 2024/1263, 30.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj ). “Netto-uitgaven”: de overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.
(9)    Uitvoeringsbesluit van de Raad van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slovenië (10612/21).
(10)    Uitvoeringsbesluit van de Raad van 16 oktober 2023 tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slovenië (13615/1/23).
(11)    SWD(2024) 624 final
(12)    Eurostat-Euro Indicators, 22.4.2024
(13)    COM(2023) 141 final.
(14)    Verslag van de Commissie opgesteld overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 19.6.2024, COM(2024)598 final.
(15)    Op basis van de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt de potentiële outputgroei op middellange termijn van Slovenië in 2023, die wordt gebruikt als maatstaf voor de begrotingskoers, geraamd op 11,5 % in nominale termen, op basis van de gemiddelde reële potentiële groei over 10 jaar en de bbp-deflator van 2023.
(16)    De begrotingskoers wordt gedefinieerd als maatstaf van de jaarlijkse verandering in de onderliggende begrotingssituatie van de overheid. Die koers heeft tot doel de economische impuls te beoordelen die voortvloeit uit het begrotingsbeleid, zowel dat wat nationaal wordt gefinancierd als dat wat uit de EU-begroting wordt gefinancierd. De begrotingskoers wordt gemeten als het verschil tussen i) het groeipotentieel op middellange termijn en ii) de verandering in de primaire uitgaven ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde (en exclusief de tijdelijke COVID-19-crisismaatregelen), maar inclusief de uitgaven gefinancierd door niet-terugbetaalbare steun (subsidies) van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.
(17)    Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Slovenië en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Slovenië (PB C 312 van 1.9.2023, blz. 224).
(18)    De netto primaire uitgaven worden gedefinieerd als nationaal gefinancierde uitgaven ongerekend i) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, ii) rente-uitgaven, iii) conjuncturele werkloosheidsuitgaven en iv) en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.
(19)    Hierin wordt rekening gehouden met voor 0,7 % van het bbp aan eenmalige maatregelen in 2024 voor de nooduitgaven op korte termijn voor de wederopbouw na de overstromingen in augustus 2023 (alsmede met eenmalige maatregelen in 2023 voor 0,4 % van het bbp, met betrekking tot dezelfde oorzaak). Daarnaast zal het Solidariteitsfonds van de EU naar verwachting zorgen voor noodkosten ten belope van 0,15 % van het bbp in 2023, 0,3 % van het bbp in 2024 en 0,15 % van het bbp in 2025. Op 14 juli 2023 heeft de Raad ook verwezen naar de verwoestende overstromingen die Italië in mei 2023 hebben getroffen, en is hij overeengekomen dat de kosten van rechtstreekse noodhulp in verband met die overstromingen in aanmerking zouden worden genomen bij latere beoordelingen van de naleving en in beginsel als eenmalige en tijdelijke maatregelen zouden worden beschouwd. Een vergelijkbare benadering is gevolgd voor de verwoestende overstromingen die Slovenië in augustus 2023 hebben getroffen.
(20)    Het cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, inclusief inkomsten en uitgaven en, in voorkomend geval, exclusief de inkomsten uit belastingen op uitzonderlijke winsten van energieleveranciers.
(21)    Deze bijdrage wordt gemeten als de verandering in primaire overheidsuitgaven ongerekend i) incrementele begrotingsgevolgen van discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, ii) eenmalige uitgaven, iii) conjuncturele werkloosheidsuitgaven en iv) uitgaven gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, ten opzichte van de gemiddelde potentiële nominale bbp-groei op middellange termijn (tien jaar), uitgedrukt als een verhouding tot het nominale bbp.
(22)     Time series - European Commission (europa.eu)
(23)    Artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2024/1263 “netto-uitgaven”: de overheidsuitgaven ongerekend rente-uitgaven, discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.