|
2.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 194/13 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
tot wijziging van punt 188 van en de bijlagen I en IV bij de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen met betrekking tot de tussentijdse evaluatie van de regionalesteunkaarten voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027
(2023/C 194/05)
I. INLEIDING
|
(1) |
Deel 7.6.2 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (1) (hierna “de richtsnoeren” genoemd) voorziet in een tussentijdse evaluatie van de regionalesteunkaarten (2) die in 2023 moet worden uitgevoerd en waarbij rekening wordt gehouden met geactualiseerde statistieken. |
|
(2) |
Volgens punt 194 van de richtsnoeren moet de Commissie uiterlijk in juni 2023 nadere informatie over die tussentijdse evaluatie meedelen. Aan deze eis wordt uitvoering gegeven door middel van deze mededeling, waarin de volgende details van de tussentijdse evaluatie worden uiteengezet: |
Wijziging van de lijst van de steungebieden onder a)
|
(3) |
De Commissie heeft een lijst opgesteld van de NUTS 2-regio’s die momenteel niet in aanmerking komen als steungebieden onder a), maar die een gemiddeld bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking (in koopkrachtstandaard) hebben voor de periode 2019-2021 dat lager is dan of gelijk is aan 75 % van het gemiddelde van de EU-27 (3), en die dus in aanmerking kunnen komen voor regionale steun op grond van artikel 107, lid 3, punt a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (hierna “nieuwe steungebieden onder a)” genoemd) in de periode na deze tussentijdse evaluatie, d.w.z. van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027. De Commissie stelt ook de overeenkomstige maximale steunintensiteiten voor die nieuwe steungebieden onder a) vast op basis van de punten 179 en 180 van de richtsnoeren. |
|
(4) |
Indien die nieuwe steungebieden onder a) momenteel op de regionale-steunkaart van de betrokken lidstaat geheel of gedeeltelijk worden aangewezen als vooraf vastliggende steungebieden onder c) of als niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), wordt het percentage van de bevolking dat is toegewezen aan het overeenkomstige steungebied onder c), zoals aangegeven in bijlage I bij de richtsnoeren, dienovereenkomstig aangepast. |
Verhoging van de maximale steunintensiteiten voor bestaande steungebieden onder a)
|
(5) |
De Commissie heeft NUTS 2-regio’s geïdentificeerd die reeds in bijlage I bij de richtsnoeren opgenomen steungebieden onder a) zijn maar waarvoor het bbp per hoofd van de bevolking is gedaald tot een niveau waardoor die steungebieden onder a) in de periode na deze tussentijdse evaluatie, d.w.z. van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027, op grond van deel 7.4.1 van de richtsnoeren recht hebben op een hogere maximale steunintensiteit. |
Wijziging van de lijst van niet vooraf vastliggende steungebieden onder c)
|
(6) |
De lidstaten kunnen een wijziging voorstellen van de lijst van hun niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 door bestaande niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) te vervangen door nieuwe gebieden die op basis van afdeling 7.3.2.3 van de richtsnoeren worden voorgesteld. Die wijzigingen mogen niet meer bedragen dan 50 % van het aangepaste niet vooraf vastliggende steungebied onder c) van elke lidstaat als bedoeld in punt (14) van deze mededeling, of, indien dit niet is aangepast, 50 % van het bestaande niet vooraf vastliggende steungebied onder c). Bovendien mag de bevolking van de voorgestelde nieuwe steungebieden onder c) niet groter zijn dan de bevolking van de gebieden die door deze nieuwe gebieden worden vervangen. De lidstaten kunnen de overeenkomstige maximale steunintensiteiten voor die nieuwe, niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) voorstellen op basis van de criteria van afdeling 7.4.2 van de richtsnoeren. |
Verhoging van de maximale steunintensiteiten voor bestaande steungebieden onder c)
|
(7) |
De lidstaten kunnen een verhoging van de maximale steunintensiteit van hun bestaande niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) voorstellen indien uit de geactualiseerde bbp-statistieken per hoofd van de bevolking of uit de werkloosheidsstatistieken blijkt dat zij op basis van punt 182 van de richtsnoeren recht hebben op een hogere maximale steunintensiteit. |
Identificatie van regio’s met bevolkingsverlies die recht hebben op verhoogde steunintensiteiten
|
(8) |
De lidstaten kunnen een verhoging voorstellen van de maximale steunintensiteit voor NUTS 3-regio’s die te kampen hebben met bevolkingsverlies, zoals bepaald in punt 188 van de richtsnoeren, ook wanneer dat verlies wordt vastgesteld op basis van geactualiseerde bevolkingsdichtheidsgegevens die ook de periode 2010-2019 bestrijken. Daartoe wijzigt de Commissie met deze mededeling punt 188 van de richtsnoeren en bijlage IV daarbij, in die zin dat in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 een verhoging van de in dat punt vastgestelde maximale steunintensiteiten wordt toegestaan voor NUTS 3-regio’s die in de periode 2009-2018 of in de periode 2010-2019 een bevolkingsverlies van meer dan 10 % kenden. |
Kennisgeving van voorgestelde wijzigingen van de kaarten
|
(9) |
Deze mededeling bevat wijzigingen van punt 188 van de richtsnoeren, bijlage I en bijlage IV bij de richtsnoeren en publiceert de gewijzigde versies daarvan, zoals hieronder uiteengezet. |
|
(10) |
Lidstaten die voornemens zijn hun regionalesteunkaarten naar aanleiding van deze tussentijdse evaluatie te wijzigen, wordt verzocht deze wijzigingen overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU vóór 15 september 2023 bij de Commissie aan te melden. Dergelijke wijzigingen kunnen betrekking hebben op de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 en zijn niet verplicht. |
II. BEOORDELING
Herziening met betrekking tot de steungebieden onder a)
|
(11) |
Op 21 februari 2023 heeft Eurostat de gegevens over het bbp per hoofd van de bevolking op het niveau van de NUTS 2-regio’s, tot en met 2021, gepubliceerd. In de volgende paragrafen komt het bbp per hoofd van de bevolking overeen met het gemiddelde over de laatste drie jaar waarvoor Eurostat-gegevens beschikbaar zijn, dus het gemiddelde over de periode 2019-2021, uitgedrukt als percentage van het gemiddelde van de EU-27. In voorkomend geval worden de gegevens over het bbp per hoofd van de bevolking vergeleken met de gegevens die in de huidige tekst van bijlage I bij de richtsnoeren zijn gebruikt (gemiddelde over de periode 2016-2018). Rekening houdend met de nieuwe statistische gegevens bepaalt de Commissie, in de punten (12) en (13) de nieuwe steungebieden onder a), evenals de bestaande in aanmerking komende steungebieden onder a) die hogere steunintensiteiten kunnen krijgen, en wijzigt zij bijlage I bij de richtsnoeren in die zin. Op basis van die wijzigingen kunnen de lidstaten wijzigingen van hun steungebieden onder a) voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 aanmelden. |
|
(12) |
De volgende NUTS 2-regio’s kunnen worden aangewezen als steungebieden onder a) met een maximale steunintensiteit van 30 % (4):
|
|||||||||||
|
(13) |
De volgende NUTS 2-regio’s kunnen worden voorgesteld als steungebieden onder a) met een hogere maximale steunintensiteit (5):
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herziening met betrekking tot de steungebieden onder c)
|
(14) |
Na de vaststelling van BE32 Provincie Henegouwen als nieuw steungebied onder a), is het niet vooraf vastliggende steungebied in België bijgesteld van 23,33 % naar 16,82 % voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027. Voor alle andere lidstaten is er geen wijziging van het niet vooraf vastliggende steungebied onder c), zoals uiteengezet in bijlage I bij de richtsnoeren. |
|
(15) |
Bovendien kunnen lidstaten, zoals bepaald in punten (6) en (7), bestaande niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) vervangen door nieuwe, op basis van deel 7.3.2.3. van de richtsnoeren voorgestelde steungebieden, voor ten hoogste 50 % van de aangepaste niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) of - als er geen aanpassing is geweest - voor 50 % van de bestaande niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), en kunnen zij ook voorstellen de maximale steunintensiteit van de vooraf vastliggende steungebieden onder c) te verhogen indien uit de geactualiseerde bbp-statistieken per hoofd van de bevolking of uit de werkloosheidsstatistieken blijkt dat zij recht hebben op een hogere maximale steunintensiteit. |
Identificatie van regio’s met bevolkingsverlies die recht hebben op verhoogde steunintensiteiten
|
(16) |
De Commissie wijzigt punt 188 en bijlage IV bij de richtsnoeren door de lidstaten toe te staan zich voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 te baseren op bevolkingsverliesgegevens over de periode 2010-2019. |
III. WIJZIGING VAN PARAGRAAF 188 VAN DE RICHTSNOEREN
|
(17) |
Punt 188 van de richtsnoeren wordt vervangen door:
“De in deel 7.4.1 bepaalde maximale steunintensiteiten kunnen met 10 procentpunten worden verhoogd en de in deel 7.4.2 bepaalde maximale steunintensiteiten kunnen met 5 procentpunten worden verhoogd voor NUTS 3-regio’s waar de bevolking in de periode 2009-2018 met meer dan 10 % is afgenomen. Met ingang van 1 januari 2024 is de vorige zin ook van toepassing op NUTS 3-regio’s die in de periode 2010-2019 het daarin bedoelde bevolkingsverlies ondervinden(88). (88) Zie bijlage IV.” |
IV. WIJZIGING VAN BIJLAGE I BIJ DE RICHTSNOEREN
|
(18) |
Bijlage I wordt vervangen door bijlage 1 bij deze mededeling. De gewijzigde bijlage I bij de richtsnoeren zal de basis vormen voor de tussentijdse evaluatie van de regionalesteunkaarten voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027. |
V. WIJZIGING VAN BIJLAGE IV BIJ DE RICHTSNOEREN
|
(19) |
Bijlage IV wordt vervangen door bijlage 2 bij deze mededeling. De gewijzigde bijlage IV bij de richtsnoeren zal de basis vormen voor de tussentijdse evaluatie van de regionalesteunkaarten voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027. |
(1) PB C 153 van 29.4.2021, blz. 1.
(2) Regionalesteunkaarten 2022-2027, beschikbaar op
https://competition-policy.ec.europa.eu/state-aid/legislation/modernisation/regional-aid/maps-2022-2027_en
(3) D.w.z. het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking voor alle lidstaten (zonder Noord-Ierland).
(4) Vastgesteld overeenkomstig de punten 179 en 180 van de richtsnoeren, onverminderd de mogelijkheid om overeenkomstig de afdelingen 7.4.3, 7.4.4 en 7.4.5 van de richtsnoeren verhoogde steunintensiteiten toe te passen.
(5) Ibidem.
BIJLAGE 1
“BIJLAGE I
Aandeel regionale steun per lidstaat voor de periode 2022-2027
|
België |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 (1) |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 (2) |
Bbp per hoofd 2019-2021 (3) |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 (4) |
|
Steungebieden onder a) 1.1.2022–31.12.2027 |
BE34 Provincie Luxemburg (BE) |
73,00 |
2,50 % |
— |
2,50 % |
|
Steungebieden onder a) 1.1.2024–31.12.2027 |
BE32 Provincie Henegouwen |
— |
— |
74,33 |
11,77 % |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) 1.1.2022–31.12.2023 |
— |
— |
23,33 % |
— |
— |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) 1.1.2024–31.12.2027 |
— |
— |
— |
— |
16,82 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 1.1.2022–31.12.2023 |
— |
— |
25,83 % |
— |
— |
|
Totale bevolkingsaandeel 1.1.2024–31.12.2027 |
— |
— |
— |
— |
31,09 % |
|
Bulgarije |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
BG31 Северозападен / Severozapaden |
31,67 |
10,66 % |
— |
10,66 % |
|
BG32 Северен централен / Severen tsentralen |
34,33 |
11,24 % |
— |
11,24 % |
|
|
BG33 Североизточен / Severoiztochen |
40,33 |
13,26 % |
— |
13,26 % |
|
|
BG34 Югоизточен / Yugoiztochen |
43,00 |
14,74 % |
— |
14,74 % |
|
|
BG42 Южен централен / Yuzhen tsentralen |
35,00 |
20,13 % |
— |
20,13 % |
|
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
BG41 Югозападен / Yugozapaden |
81,33 |
29,97 % |
— |
29,97 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Tsjechië |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
CZ04 Severozápad |
63,67 |
10,50 % |
— |
10,50 % |
|
CZ05 Severovýchod |
75,00 |
14,22 % |
— |
14,22 % |
|
|
CZ07 Střední Morava |
73,33 |
11,43 % |
— |
11,43 % |
|
|
CZ08 Moravskoslezsko |
74,33 |
11,33 % |
— |
11,33 % |
|
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
CZ02 Střední Čechy |
82,67 |
12,81 % |
— |
12,81 % |
|
CZ03 Jihozápad |
78,00 |
11,52 % |
— |
11,52 % |
|
|
CZ06 Jihovýchod |
82,67 |
15,94 % |
— |
15,94 % |
|
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
87,76 % |
— |
87,76 % |
|
Denemarken |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
7,50 % |
— |
7,50 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
7,50 % |
— |
7,50 % |
|
Duitsland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
18,10 % |
— |
18,10 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
18,10 % |
— |
18,10 % |
|
Estland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
EE00 Eesti |
79,33 |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Ierland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
35,90 % |
— |
35,90 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
35,90 % |
— |
35,90 % |
|
Griekenland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
EL41 Βόρειο Αιγαίο / Voreio Aigaio |
49,00 |
2,01 % |
— |
2,01 % |
|
EL42 Νότιο Αιγαίο / Notio Aigaio |
73,67 |
3,19 % |
64,00 |
3,19 % |
|
|
EL43 Κρήτη / Kriti |
58,33 |
5,91 % |
52,67 |
5,91 % |
|
|
EL51 Aνατολική Μακεδονία, Θράκη / Anatoliki Makedonia, Thraki |
47,67 |
5,59 % |
— |
5,59 % |
|
|
EL52 Κεντρική Μακεδονία / Kentriki Makedonia |
53,67 |
17,47 % |
— |
17,47 % |
|
|
EL53 Δυτική Μακεδονία / Dytiki Makedonia |
59,67 |
2,50 % |
53,33 |
2,50 % |
|
|
EL54 Ήπειρος / Ipeiros |
48,67 |
3,11 % |
— |
3,11 % |
|
|
EL61 Θεσσαλία / Thessalia |
52,67 |
6,71 % |
— |
6,71 % |
|
|
EL62 Ιόνια Νησιά / Ionia Nisia |
63,33 |
1,90 % |
— |
1,90 % |
|
|
EL63 Δυτική Ελλάδα / Dytiki Elláda [EL643 Ευρυτανία / Evrytania Dunbevolkt gebied] |
50,33 |
6,12 % |
— |
6,12 % |
|
|
EL64 Στερεά Ελλάδα / Sterea Elláda |
62,33 |
5,18 % |
— |
5,18 % |
|
|
EL65 Πελοπόννησος / Peloponnisos |
56,67 |
5,36 % |
— |
5,36 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
17,28 % |
— |
17,28 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
|
— |
82,34 % |
— |
82,34 % |
|
Spanje |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) 1.1.2022–31.12.2027 |
ES42 Castilla-La Mancha [ES423 Cuenca Dunbevolkt gebied] |
72,33 |
4,35 % |
— |
4,35 % |
|
ES43 Extremadura |
66,67 |
2,28 % |
63,67 |
2,28 % |
|
|
ES61 Andalusië |
68,33 |
17,99 % |
63,67 |
17,99 % |
|
|
ES63 Ceuta |
72,67 |
0,18 % |
— |
0,18 % |
|
|
ES64 Melilla |
67,00 |
0,18 % |
64,00 |
0,18 % |
|
|
ES70 Canarische eilanden |
75,00 |
4,68 % |
65,00 |
4,68 % |
|
|
Steungebieden onder a) 1.1.2024–31.12.2027 |
ES62 Regio Murcia |
|
|
70,67 |
3,17 % |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) 1.1.2022-31.12.2023 |
ES62 Regio Murcia |
76,67 |
3,17 % |
— |
— |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (dunbevolkte gebieden) |
ES242 Teruel |
— |
0,29 % |
— |
0,29 % |
|
ES417 Soria |
— |
0,19 % |
— |
0,19 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
32,99 % |
— |
32,99 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
66,29 % |
— |
66,29 % |
|
Frankrijk |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
FRY1 Guadeloupe |
73,00 |
0,63 % |
— |
0,63 % |
|
FRY2 Martinique |
77,00 |
0,55 % |
73,00 |
0,55 % |
|
|
FRY3 Guyane |
50,33 |
0,42 % |
— |
0,42 % |
|
|
FRY4 La Réunion |
70,00 |
1,28 % |
— |
1,28 % |
|
|
FRY5 Mayotte |
32,67 |
0,40 % |
— |
0,40 % |
|
|
Saint-Martin (*1) |
: |
: |
: |
: |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
28,68 % |
— |
28,68 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
31,95 % |
— |
31,95 % |
|
Kroatië |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
HR02 Panonska Hrvatska |
41,58 |
27,02 % |
— |
27,02 % |
|
HR03 Jadranska Hrvatska [HR032 Ličko-senjska županija Dunbevolkt gebied] |
60,33 |
33,48 % |
— |
33,48 % |
|
|
HR06 Sjeverna Hrvatska |
48,43 |
20,04 % |
— |
20,04 % |
|
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
HR05 Grad Zagreb |
109,24 |
19,46 % |
— |
19,46 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Italië |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
ITF2 Molise |
69,33 |
0,51 % |
— |
0,51 % |
|
ITF3 Campania |
62,67 |
9,62 % |
— |
9,62 % |
|
|
ITF4 Puglia |
63,33 |
6,68 % |
— |
6,68 % |
|
|
ITF5 Basilicata |
74,67 |
0,94 % |
— |
0,94 % |
|
|
ITF6 Calabria |
57,33 |
3,23 % |
— |
3,23 % |
|
|
ITG1 Sicilia |
59,67 |
8,30 % |
— |
8,30 % |
|
|
ITG2 Sardegna |
70,33 |
2,72 % |
— |
2,72 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
9,99 % |
— |
9,99 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
41,99 % |
— |
41,99 % |
|
Cyprus |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
49,46 % |
— |
49,46 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
49,46 % |
— |
49,46 % |
|
Letland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
LV00 Latvija [LV008 Vidzeme Dunbevolkt gebied] |
67,00 |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Litouwen |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
LT02 Vidurio ir vakarų Lietuvos regionas |
65,00 |
71,16 % |
— |
71,16 % |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
LT01 Sostinės regionas |
113,67 |
28,84 % |
— |
28,84 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
100,00 % |
— |
100,00 % |
|
Luxemburg |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
7,50 % |
— |
7,50 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
7,50 % |
— |
7,50 % |
|
Hongarije |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
HU12 Pest |
55,00 |
13,00 % |
— |
13,00 % |
|
HU21 Közép-Dunántúl |
65,33 |
10,81 % |
— |
10,81 % |
|
|
HU22 Nyugat-Dunántúl |
72,67 |
10,10 % |
— |
10,10 % |
|
|
HU23 Dél-Dunántúl |
47,33 |
9,03 % |
— |
9,03 % |
|
|
HU31 Észak-Magyarország |
47,67 |
11,57 % |
— |
11,57 % |
|
|
HU32 Észak-Alföld |
44,33 |
14,89 % |
— |
14,89 % |
|
|
HU33 Dél-Alföld |
50,00 |
12,69 % |
— |
12,69 % |
|
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
82,09 % |
— |
82,09 % |
|
Malta |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
70,00 % |
— |
70,00 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
70,00 % |
— |
70,00 % |
|
Nederland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
8,98 % |
— |
8,98 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
8,98 % |
— |
8,98 % |
|
Oostenrijk |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
22,42 % |
— |
22,42 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
22,42 % |
— |
22,42 % |
|
Polen |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
PL21 Małopolskie |
63,67 |
8,84 % |
— |
8,84 % |
|
PL22 Śląskie |
72,33 |
11,82 % |
— |
11,82 % |
|
|
PL42 Zachodniopomorskie |
58,33 |
4,43 % |
— |
4,43 % |
|
|
PL43 Lubuskie |
58,00 |
2,64 % |
— |
2,64 % |
|
|
PL52 Opolskie |
55,33 |
2,57 % |
— |
2,57 % |
|
|
PL61 Kujawsko-Pomorskie |
56,33 |
5,41 % |
— |
5,41 % |
|
|
PL62 Warmińsko-Mazurskie |
49,00 |
3,73 % |
— |
3,73 % |
|
|
PL63 Pomorskie |
67,67 |
6,06 % |
— |
6,06 % |
|
|
PL71 Łódzkie |
65,00 |
6,43 % |
— |
6,43 % |
|
|
PL72 Świętokrzyskie |
50,00 |
3,24 % |
— |
3,24 % |
|
|
PL81 Lubelski |
47,67 |
5,52 % |
— |
5,52 % |
|
|
PL82 Podkarpackie |
49,33 |
5,54 % |
— |
5,54 % |
|
|
PL84 Podlaskie |
49,67 |
3,08 % |
— |
3,08 % |
|
|
PL92 Mazowiecki regionalny |
59,33 |
6,12 % |
— |
6,12 % |
|
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (voormalige steungebieden onder a)) |
PL41 Wielkopolskie |
75,67 |
9,09 % |
— |
9,09 % |
|
|
PL51 Dolnośląskie |
77,00 |
7,55 % |
— |
7,55 % |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
0,82 % |
— |
0,82 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
92,90 % |
— |
92,90 % |
|
Portugal |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
PT11 Norte |
65,67 |
34,76 % |
— |
34,76 % |
|
PT16 Centro (PT) |
67,33 |
21,63 % |
— |
21,63 % |
|
|
PT18 Alentejo |
72,67 |
6,89 % |
— |
6,89 % |
|
|
PT20 Região Autónoma dos Açores |
69,00 |
2,37 % |
— |
2,37 % |
|
|
PT30 Região Autónoma da Madeira |
76,00 |
2,47 % |
71,67 |
2,47 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
2,11 % |
— |
2,11 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
70,23 % |
— |
70,23 % |
|
Roemenië |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
RO11 Nord-Vest |
58,33 |
13,13 % |
— |
13,13 % |
|
RO12 Centru |
60,00 |
11,93 % |
— |
11,93 % |
|
|
RO21 Nord-Est |
39,67 |
16,48 % |
— |
16,48 % |
|
|
RO22 Sud-Est |
52,67 |
12,37 % |
— |
12,37 % |
|
|
RO31 Sud – Muntenia |
49,33 |
15,14 % |
— |
15,14 % |
|
|
RO41 Sud-Vest Oltenia |
46,67 |
9,96 % |
— |
9,96 % |
|
|
RO42 Vest |
66,00 |
9,15 % |
— |
9,15 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
1,19 % |
— |
1,19 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
89,34 % |
— |
89,34 % |
|
Slovenië |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
SI03 Vzhodna Slovenija |
70,67 |
52,71 % |
— |
52,71 % |
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
17,29 % |
— |
17,29 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
70,00 % |
— |
70,00 % |
|
Slowakije |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Steungebieden onder a) |
SK02 Západné Slovensko |
66,67 |
33,55 % |
64,67 |
33,55 % |
|
SK03 Stredné Slovensko |
58,00 |
24,60 % |
— |
24,60 % |
|
|
SK04 Východné Slovensko |
52,00 |
29,82 % |
— |
29,82 % |
|
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
87,97 % |
— |
87,97 % |
|
Finland |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (dunbevolkte gebieden) |
FI1D1 Etelä-Savo |
— |
2,67 % |
— |
2,67 % |
|
FI1D2 Pohjois-Savo |
— |
4,46 % |
— |
4,46 % |
|
|
FI1D3 Pohjois-Karjala |
— |
2,95 % |
— |
2,95 % |
|
|
FI1D5 Keski-Pohjanmaa |
— |
1,24 % |
— |
1,24 % |
|
|
FI1D7 Lappi |
— |
3,24 % |
— |
3,24 % |
|
|
FI1D8 Kainuu |
— |
1,34 % |
— |
1,34 % |
|
|
FI1D9 Pohjois-Pohjanmaa |
— |
7,43 % |
— |
7,43 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
3,52 % |
— |
3,52 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
26,86 % |
— |
26,86 % |
|
Zweden |
NUTS-regio’s |
Bbp per hoofd 2016-2018 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2021-31.12.2023 |
Bbp per hoofd 2019-2021 |
Aandeel nationale bevolking 1.1.2024-31.12.2027 |
|
Vooraf vastliggende steungebieden onder c) (dunbevolkte gebieden) |
SE312 Dalarnas län |
— |
2,81 % |
— |
2,81 % |
|
SE321 Västernorrlands län |
— |
2,42 % |
— |
2,42 % |
|
|
SE322 Jämtlands län |
— |
1,27 % |
— |
1,27 % |
|
|
SE331 Västerbottens län |
— |
2,63 % |
— |
2,63 % |
|
|
SE332 Norrbottens län |
— |
2,48 % |
— |
2,48 % |
|
|
Niet vooraf vastliggende steungebieden onder c) |
— |
— |
9,98 % |
— |
9,98 % |
|
Totale bevolkingsaandeel 2022-2027 |
— |
— |
21,60 % |
— |
21,60 % |
(1) Gemeten in KKS, driejaarsgemiddelde voor de periode 2016-2018 (EU27 = 100) (als bijgewerkt op 23.3.2020).
(2) Op basis van de bevolkingsgegevens van Eurostat voor 2018.
(3) Gemeten in KKS, driejaarsgemiddelde voor de periode 2019-2021 (EU27 = 100) (als bijgewerkt op 23.2.2023).
(4) Op basis van de bevolkingsgegevens van Eurostat voor 2018.
(*1) Saint-Martin is een ultraperifeer gebied, maar is niet opgenomen in de NUTS-nomenclatuur van 2021. Om de toepasselijke maximale steunintensiteit te berekenen, kan Frankrijk gebruikmaken van gegevens die zijn verschaft door zijn nationale bureau voor de statistiek of door andere erkende bronnen.
BIJLAGE 2
“BIJLAGE IV
Methode voor het bepalen van steungebieden waar de bevolking afneemt als bedoeld in deel 7.4.5
Lidstaten kunnen als volgt aangeven in welke gebieden de bevolking afneemt:
|
— |
lidstaten moeten steungebieden aangeven op NUTS 3-niveau overeenkomstig artikel 107, lid 3, punten a) en c), van het Verdrag; |
|
— |
er moet gebruik worden gemaakt van Eurostat-gegevens over bevolkingsdichtheid voor de periode 2009-2018, op basis van de meest recente NUTS-classificatie die beschikbaar is; |
|
— |
lidstaten moeten aantonen dat de bevolking in de periode 2009-2018 met meer dan 10 % is afgenomen, |
|
— |
als de NUTS-classificatie de afgelopen tien jaar werd gewijzigd, moeten lidstaten gebruikmaken van de gegevens over bevolkingsdichtheid over de langste periode waarvoor cijfers beschikbaar zijn. |
De lidstaten moeten aangeven welke gebieden op die manier zijn aangewezen als zij een aanmelding op grond van punt 189 doen.
Niettegenstaande het voorgaande kunnen de lidstaten voor de toepassing van lid 188 het bevolkingsverlies voor de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 aantonen door te verwijzen naar de periode 2010-2019.