Brussel, 28.11.2023

COM(2023) 762 final

2023/0444(NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2022/2576 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur ervan


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1Motivering en doel van het voorstel

Sinds de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde grootschalige Russische invasie van Oekraïne is de gaslevering door Rusland aan de EU verstoord in een opzettelijke poging om energie als politiek wapen te gebruiken. Rusland is al jarenlang de belangrijkste gasleverancier van de EU. In het verleden heeft de EU meer dan 40 % van haar gasleveringen uit Rusland betrokken. Vanaf februari 2022 is steeds minder gas geleverd. In de eerste helft van 2023 bedroeg de hoeveelheid gas die uit Rusland via pijplijnen werd geleverd minder dan 10 % van de invoer van gas door de EU. Twaalf lidstaten hebben het eerste of tweede crisisniveau van de gemeenschappelijke EU-classificatie van Verordening (EU) 2017/1938 betreffende de veiligstelling van de gasleveringszekerheid afgekondigd.

Deze aanbodschok heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor de gas- en elektriciteitsprijzen en de volatiliteit daarvan, de inflatie, de algemene financiële en macro-economische stabiliteit van de EU en voor alle burgers. De groothandelsprijs was in 2022 gemiddeld meer dan vijf keer zo hoog als voor de crisis en steeg op het hoogtepunt van de crisis in de zomer van 2022 zelfs tot meer dan 300 EUR/MWh. De prijs ligt nog altijd beduidend hoger dan vóór de crisis, en is uiterst volatiel. Ondernemingen, met name in energie-intensieve bedrijfstakken, hebben aan concurrentievermogen ingeboet, terwijl burgers te maken hebben met een verminderde koopkracht.

In dit verband heeft de Raad op 19 december 2022 Verordening (EU) 2022/2576 van de Raad inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen aangenomen.

Verordening (EU) 2022/2576 biedt een tijdelijke rechtsgrondslag met betrekking tot:

·een betere coördinatie van gasaankopen (hoofdstuk II);

·maatregelen ter voorkoming van buitensporige gasprijzen en buitensporige dagelijkse volatiliteit op de markten voor energiederivaten (hoofdstuk III), en

·maatregelen in geval van een gasnoodsituatie (hoofdstuk IV).

Verordening (EU) 2022/2576 heeft tol doel de gevolgen voor de gasprijs te beperken door de problemen van vraag en aanbod op te lossen, voorzieningszekerheid te waarborgen in de hele Europese Unie, en de solidariteit te bevorderen. De verordening bevat verschillende elementen die op samenhangende wijze bijdragen tot het voorkomen van zeer hoge prijzen en het vergroten van de solidariteit en de leveringszekerheid.

Dit voorstel beoogt de periode waarin de bepalingen van Verordening (EU) 2022/2576 van toepassing zijn met één jaar te verlengen met het oog op de aanhoudende risico’s voor de energievoorziening in de Unie.

Mede dankzij de respons van de Unie op grond van REPowerEU en daaruit voortvloeiende initiatieven, waaronder de in Verordening (EU) 2022/2576 uiteengezette maatregelen, konden de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne voor de gasvoorziening, en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de prijzen, de inflatie, de financiële en macro-economische stabiliteit, en voor alle burgers worden beperkt.

Wereldwijde markten zijn echter nog altijd zeer krap en marktevenwichten zullen in de nabije toekomst naar verwachting wankel blijven. Deze situatie heeft nadelige gevolgen voor de gasprijzen, die weliswaar lager zijn dan de piek in de zomer van 2022, maar nog altijd ruim tweemaal zo hoog zijn als vóór de crisis. Een aantal risico’s kan, als ze werkelijkheid worden, de vrees voor schaarste aanwakkeren, hetgeen gezien de kwetsbaarheid van de krappe markt op grote schaal reacties met ernstige gevolgen voor de prijzen teweeg kan brengen. Tot deze risico’s behoren een herstel van de Aziatische vraag naar lng die de beschikbaarheid van gas op de wereldwijde gasmarkt beperkt; een koude winter die zou kunnen leiden tot een toename van de vraag naar gas met 30 miljard kubieke meter; extreme weersomstandigheden die de hydro-energieopslag en productie van kernenergie nadelig beïnvloeden door een laag waterpeil, en de daaruit voortvloeiende toename van de vraag naar gasgestookte elektriciteitsopwekking; verdere verstoringen van kritieke infrastructuren; en een verslechtering van het geopolitieke klimaat en dreigingslandschap in gasleverende regio’ s, bijvoorbeeld door de crisis in het Midden-Oosten.

Mochten de desbetreffende maatregelen van de Unie niet meer van toepassing zijn, dan zou dit leiden tot veranderingen in de kwetsbare stabiliteit die de EU tot dusver heeft bereikt en ten koste gaan van het vermogen om waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen, zoals een volledige stopzetting van de invoer uit Rusland, op te vangen.

1.1.1.De belangrijkste elementen van Verordening (EU) 2022/2576

(1)Bundeling van de vraag en een betere coördinatie van gasaankopen

Op grond van Verordening (EU) 2022/2576 heeft de Commissie, met de steun van een dienstverlener, het “AggregateEU”-mechanisme ontwikkeld en geïmplementeerd, dat het mogelijk maakt de vraag te bundelen, aanbestedingsronden voor internationale gasleveranciers te organiseren en de vraag af te stemmen op biedingen van leveranciers. Het mechanisme staat open voor deelname, als afnemers, van in de EU en in de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap gevestigde ondernemingen.

De verordening voorziet in de verplichte bundeling van de vraag door de lidstaten op te leggen om van binnenlandse ondernemingen te verlangen dat zij een beroep doen op de dienstverlener om de vraag tot een voldoende groot gasvolume te bundelen. Volumes die overeenkomen met ten minste 15 % van de vuldoelstelling (ongeveer 13,5 miljard kubieke meter voor de hele Unie) moeten worden opgenomen in de door bedrijven in de lidstaten gehanteerde procedure voor de bundeling van de vraag.

Om te voorkomen dat de doelstelling om te diversifiëren en minder afhankelijk te zijn van het uit de Russische Federatie geleverde gas in gevaar komt, wordt in Verordening (EU) 2022/2576 bepaald dat deelname van ondernemingen of andere lichamen die onder zeggenschap staan van Russische natuurlijke of rechtspersonen of ondernemingen die in de Russische Federatie zijn gevestigd, wordt uitgesloten. Aardgasleveringen vanuit de Russische Federatie vallen bovendien niet onder het mechanisme voor de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen, met inbegrip van aardgasleveringen die de lidstaten of verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap via entrypunten binnenkomen.

Verordening (EU) 2022/2576 bevat bepalingen die tot doel hebben een betere coördinatie van gasaankopen in de Unie en energiesolidariteit tussen de lidstaten te waarborgen. Hiertoe biedt de verordening de Commissie een overzicht van toekomstige aanbestedingen of contracten voor de verkoop en aankoop van gas. Aardgasproducenten of -leveranciers wordt bijgevolg verzocht de Commissie in kennis te stellen van toekomstige aanbestedingen of contracten met een volume van meer dan 5 TWh per jaar. De Commissie kan vervolgens dergelijke ondernemingen aanbevelingen doen in gevallen waarbij dergelijke aanbestedingen of contracten mogelijk nadelig uitpakken voor het mechanisme voor gezamenlijke aankoop, de werking van de markt, voorzieningszekerheid of de solidariteit.

(2)Efficiënte exploitatie van pijpleidingen en lng-terminals

Verordening (EU) 2022/2576 bevordert ook de efficiënte exploitatie van pijpleidingen en lng-terminals.

De diversificatie van de bevoorradingsbronnen om af te stappen van Russisch gas houdt veranderingen in voor de gasstroompatronen in de EU. Bijgevolg zijn de routes van lng-terminals naar verbruikscentra relevanter geworden dan de voorheen overheersende richting van de stromen van oost naar west. Dergelijke veranderingen in de gasstromen hebben echter geleid tot een bijzonder hoog congestieniveau op interconnectiepunten, met name in het noordwesten van Europa.

Om de responsiviteit van het gassysteem in geval van congestie te bevorderen en om de flexibiliteit van het systeem te verbeteren, bevat artikel 14 van Verordening (EU) 2022/2576 bepalingen die TSB’s verplichten om onderbenutte gecontracteerde vaste capaciteit aan te bieden voor alle interconnectoren, niet alleen de overbelaste, hetzij via i) de toepassing van een nieuwe maandelijkse “use-it-or-lose-it”-procedure, of ii) de uitbreiding van bestaande procedures met dezelfde doelstelling.

Bovendien is het van het grootste belang geworden de lng-opnamecapaciteit van de lng-terminals van de EU en het gebruik van opslaginstallaties te optimaliseren. Om dit te verwezenlijken, achtten marktdeelnemers meer transparantie noodzakelijk, vergelijkbaar met de mate van transparantie waarvan sprake is voor het gastransport via pijpleidingen. Gas Infrastructure Europe (GIE) exploiteert twee belangrijke platforms die zich richten op alle EU-lidstaten alsook het Verenigd Koninkrijk en Oekraïne: het Aggregated Gas Storage Inventory (AGSI, register gebundelde gasopslag) voor gasopslag en het Aggregated LNG Storage Inventory (ALSI, register gebundelde lng-opslag) voor lng. Na de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2022/2576 (artikelen 12 en 13) werden nieuwe componenten toegevoegd aan deze platforms, waaronder informatie over aangeboden diensten en de voorwaarden die gelden voor deze diensten, gecontracteerde en beschikbare opslag- en lng-installatiecapaciteit, tarieven, enz. Op de platforms zijn momenteel nagenoeg alle grote lng-terminals in de EU en 98 % van de opslaginstallaties in de EU ondergebracht. Naast de EU-brede platforms moesten de exploitanten van opslag- en lng-installaties meer transparantie bieden over de mogelijkheden om secundaire capaciteit te boeken. Hiertoe moesten ze afzonderlijke boekingsplatforms opzetten.

Door grotere transparantie ontstaat er een beter en completer overzicht van de lng- en opslagmarkten in de EU. Ook zorgt dit voor een efficiënter gebruik van deze infrastructuren en meer mogelijkheden om extra leveranciers aan te trekken.

(3)Maatregelen die van invloed zijn op de gasprijzen

Ontwikkeling van een nieuwe complementaire benchmark voor lng

In de lng-markt van de EU is een consolidatie gaande. Geïndexeerde hubprijzen worden nog altijd beïnvloed door de levering van leidinggas en door bestaande knelpunten in de infrastructuur, en daarom geven deze niet altijd een nauwkeurig beeld van de prijzen waartegen lng daadwerkelijk in de Unie wordt ingevoerd. Aangezien Russisch gas nog altijd een niet te verwaarlozen – zij het afnemend – deel van de invoer in de EU vormt, en zich steeds meer toespitst op een aantal gebieden, blijven gasmarkten kwetsbaar voor Russische manipulatie van de gasvoorziening.

Er moet worden voorzien in stabiele en voorspelbare prijzen voor lng-invoer, die onontbeerlijk is om de tekorten in de aanvoer als gevolg van de waarschijnlijke stopzetting van de invoer van gas uit Rusland te compenseren. Verordening (EU) 2022/2576 heeft het Europees Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (European Agency for the Cooperation of Energy Regulators — “ACER”) opgedragen op korte termijn een objectief prijsbeoordelingsinstrument, en mettertijd een benchmark, voor de invoer van lng in de EU te ontwikkelen door realtime-informatie over alle dagelijkse transacties te verzamelen. Het ACER heeft een dergelijke benchmark ontwikkeld, die kopers uitgebreidere informatie zal verschaffen en de prijstransparantie zal vergroten.

Verordening 2022/2576 gaf het ACER de noodzakelijke bevoegdheden om de voor de vaststelling van de lng-benchmark vereiste transactiegegevens te verzamelen, door voort te bouwen op de taken en bevoegdheden die het ACER reeds had op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 van de Commissie van 17 december 2014 inzake de informatieverstrekking overeenkomstig artikel 8, leden 2 en 6, van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (hierna gezamenlijk aangeduid als “Remit”), en deze te versterken.

(4)Maatregelen om de prijsvolatiliteit te beperken

Mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse prijsvolatiliteit

In financiële wetgeving (MiFID II) wordt reeds vereist dat handelsplatforms mechanismen instellen om een aanzienlijke volatiliteit op financiële markten in toom te houden, en de ESMA buigt zich momenteel over manieren om het functioneren van handelsonderbrekers voor alle activaklassen te verbeteren, hetgeen meer permanent een positief effect zal hebben op de handel in alle activaklassen, waaronder energiederivaten. De onlangs afgeronde MiFIR-herziening heeft daarnaast ook het begrip “noodsituatie” toegevoegd en de ESMA aanvullende bevoegdheden verleend als het gaat om handelsonderbrekers. Deze wijzigingen moeten uiterlijk in de tweede helft van 2025 worden omgezet in nationale wetgevingen. Het in Verordening (EU) 2022/2576 uiteengezette mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit is ingevoerd om handelsplatforms te helpen buitensporige prijsbewegingen op één handelsdag te voorkomen, hetzij door bestaande handelsonderbrekers aan te passen of door een aanvullend mechanisme tot stand te brengen. Grote volatiliteitspieken op gas- en elektriciteitsmarkten maken het voor energiebedrijven moeilijk om aan deze markten te blijven deelnemen en aan hun indekkingsbehoeften te voldoen, en tegelijkertijd de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers te waarborgen.

Daarom bevat Verordening (EU) 2022/2576 een verplichting voor handelsplatforms om een tijdelijk mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit in te stellen dat tot doel heeft grote prijsbewegingen van energiederivaten binnen een handelsdag te beperken. Handelsplatforms kunnen het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit uitvoeren door het op te nemen in hun bestaande handelsonderbrekers die reeds overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU zijn ingesteld of als een aanvullend mechanisme.

(5)Voorzieningszekerheid

Uitbreiding van de solidariteitsverplichting tot cruciale gasgestookte energiecentrales

Op grond van Verordening (EU) 2017/1938 zou een lidstaat waar cruciale gasgestookte energiecentrales een belangrijke rol vervullen voor de continuïteit van de energievoorziening, beperkingen moeten opleggen aan deze energiecentrales, hetgeen mogelijk ten koste gaat van de voorzieningszekerheid inzake elektriciteit van andere lidstaten, voordat deze lidstaat kan verzoeken om solidariteitsmaatregelen op grond van Verordening (EU) 2017/1938. Om dergelijke negatieve overloopeffecten voor de elektriciteitsopwekking te voorkomen, staat Verordening (EU) 2022/2576 de lidstaten toe om, onder bepaalde voorwaarden, een solidariteitsverzoek in gang te zetten indien gasgestookte elektriciteitscentrales die nodig zijn om de toereikendheid van het elektriciteitssysteem te waarborgen, het risico lopen niet met kritieke gasvolumes te worden bevoorraad. Om dezelfde reden krijgen solidariteit verstrekkende lidstaten het recht ervoor te zorgen dat bij het verstrekken van solidariteit aan een andere lidstaat de exploitatie van hun cruciale gasgestookte energiecentrales niet in gevaar komt.

Standaardregels voor bilaterale solidariteit

Specifieke maatregelen in Verordening (EU) 2022/2576 een standaardmechanisme tussen de lidstaten geïntroduceerd om ervoor te zorgen dat ze elkaar helpen om de “door solidariteit beschermde afnemers” (huishoudens en onder bepaalde voorwaarden stadsverwarming en essentiële publieke diensten) en cruciale gasgestookte energiecentrales te bevoorraden, in een noodsituatie die tot een zeer ernstig tekort aan gas leidt. De uit Verordening (EU) 2017/1938 voortvloeiende regels inzake voorzieningszekerheid hebben het beginsel van een dergelijke solidariteit geïntroduceerd, maar het feitelijke gebruik ervan in een crisis vereist gedetailleerde juridische, technische en financiële regelingen waarover overeenstemming moest worden bereikt tussen de lidstaten. Tot dusver is echter over slechts acht van de veertig vereiste regelingen overeenstemming bereikt. In de artikelen 27 en 28 van Verordening (EU) 2022/2576 worden derhalve de regels en procedures vastgelegd die automatisch van toepassing zullen zijn tussen lidstaten die geen overeenstemming hebben bereikt over bilaterale solidariteitsregelingen.

Overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938 moet solidariteit worden verstrekt op basis van een billijke compensatie. Mogelijke indirecte kosten die voortvloeien uit gerechtelijke of arbitrageprocedures na de inperking van de bedrijfstak blijven echter beperkt tot 100 % van de gasprijs. De kosten om de ingeperkte bedrijfstak te compenseren worden namelijk deels gedekt door de gasprijs; mocht er sprake zijn van resterende kosten in verband met geschilprocedures, dan is de hoogte daarvan uiterst onzeker, en deze kunnen ver boven de gaskosten uitstijgen. De onzekerheid over indirecte compensatiekosten is dan ook een groot struikelblok gebleken om bilaterale solidariteitsovereenkomsten af te sluiten. Lidstaten kunnen echter nog altijd overeenstemming bereiken over afzonderlijke compensatievoorwaarden.

De huidige solidariteitsverplichting, die voortvloeit uit Verordening (EU) 2017/1938, is van toepassing tussen lidstaten die rechtstreeks of via een derde land verbonden zijn. Ook in de voorgestelde verlenging zal deze verplichting worden uitgebreid tot lidstaten met lng-installaties, die zelfs wanneer ze niet rechtstreeks verbonden zijn in een noodsituatie toch solidariteit zouden kunnen verstrekken aan een lidstaat indien deze over de vereiste infrastructuur beschikt om dit lng te ontvangen.

1.1.2.De huidige situatie: ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU houden aan

Dankzij de respons van de Unie op grond van REPowerEU en daaruit voortvloeiende initiatieven, waaronder de in Verordening (EU) 2022/2576 uiteengezette maatregelen, konden de gevolgen van de crisis worden beperkt en was de EU voorbereid op een verslechtering van de gasleveringszekerheid. In het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576 in het licht van de algemene stand van de gasleveringen aan de Unie 1 concludeerde de Commissie dat de bepalingen van de verordening een belangrijke rol hebben gespeeld bij het stabiliseren van de situatie van de gasmarkt en het waarborgen van een toereikende gasvoorziening van de Unie, en dat de verordening een belangrijk instrument is om de gasleveringszekerheid in de EU veilig te stellen.

Indien de verordening niet wordt verlengd, zal deze op 30 december 2023 niet meer van toepassing zijn.

Ten tijde van de indiening van dit voorstel is echter nog altijd sprake van ernstige moeilijkheden bij de aanvoer van gas naar de Unie.

Door de fors gedaalde invoer van Russisch leidinggas in het afgelopen jaar zijn de gasleveringen aan de Unie aanzienlijk teruggelopen vergeleken met de situatie vóór de crisis. Met de huidige invoer van leidinggas zal de Unie in 2023 naar verwachting circa 20 miljard kubieke meter Russisch leidinggas ontvangen, en deze onbetrouwbare invoer wordt mogelijk verder beperkt of stopgezet. Dit cijfer zou circa 110 miljard kubieke meter lager zijn dan in 2021.

Wereldwijde gasmarkten zijn nog altijd zeer krap en dit zal naar verwachting nog enige tijd zo blijven aangezien vóór 2026 wereldwijd amper nieuwe lng-liquefactiecapaciteit operationeel zal zijn.

Deze situatie heeft negatieve gevolgen voor de gasprijzen, die weliswaar lager zijn dan de piek in de zomer van 2022 (toen de prijzen stegen tot boven 300 EUR/MWh) maar nog altijd ruim tweemaal zo hoog zijn als vóór de crisis. In het voorbije decennium bewogen de prijzen in een bandbreedte tussen EUR 5 MWh en EUR 35/MWh en bedroegen ze gemiddeld ongeveer EUR 20/MWh. In het vroege najaar van 2023 lagen de prijzen tussen EUR 40/MWh en EUR 50/MWh. Dit prijsniveau heeft nog altijd onvermijdelijke gevolgen voor de koopkracht van EU-burgers en het concurrentievermogen van Europese bedrijven.

De marktvolatiliteit is ook een gevolg van de marktkrapte en vormt een aanvullend risico voor de economie van de EU. In de zomer en het najaar van 2023 deden zich een aantal perioden van aanzienlijke volatiliteit voor, waarbij de prijzen in een paar weken tijd met ruim 50 % stegen. Dit laat zien dat gasmarkten nog altijd kwetsbaar zijn en op grote schaal kunnen reageren op onverwachte en plotselinge aanbod- en vraagschokken, zoals het geval was na de staking bij Australische lng-installaties, de crisis in het Midden-Oosten en de verstoring van de Balticconnector. Onder deze omstandigheden kan de vrees voor schaarste op grote schaal reacties teweegbrengen, hetgeen ernstige gevolgen kan hebben voor de prijzen.

Een aantal risico’s kan, als ze werkelijkheid worden, de vrees voor schaarste aanwakkeren, hetgeen gezien de kwetsbaarheid van de krappe markt op grote schaal reacties met ernstige gevolgen voor de prijzen teweeg kan brengen. Daarbij gaat het onder meer om de volgende risico’s: een herstel van de vraag naar Aziatisch vloeibaar aardgas (lng) die de beschikbaarheid van gas op de wereldwijde gasmarkt verder beperkt, een koude winter die zou kunnen leiden tot een toename van de vraag naar gas met 30 miljard kubieke meter, extreme weersomstandigheden die de hydro-energieopslag of productie van kernenergie mogelijk nadelig beïnvloeden, waardoor vaker gebruik moet worden gemaakt van gasgestookte elektriciteitsopwekking en/of de vraag naar gas toeneemt, en andere mogelijke verstoringen van de gaslevering, waaronder een volledige stopzetting van de invoer van gas uit Rusland of een verstoring van bestaande kritieke gasinfrastructuur.

Verder is het dreigingslandschap verslechterd sinds de aanneming van het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576. Een aantal voor de EU belangrijke gasleverende regio’s is momenteel het toneel van zeer intensieve gewapende conflicten, nog afgezien van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne (Azerbeidzjan, Midden-Oosten).

Recente voorbeelden illustreren de waarschijnlijkheid en relevantie van de risico’s die samenhangen met de verstoring van de kritieke gasinfrastructuur. In september 2022 werd de Nordstream 1-pijpleiding door sabotageacties zodanig beschadigd dat deze momenteel en in de nabije toekomst geen gas kan transporteren. In oktober 2023 werd de Balticconnector, een belangrijke pijpleiding tussen Finland en Estland, verstoord. Bij het onderzoek wordt gekeken of de schade van buitenaf en door het anker van een schip werd toegebracht. Als gevolg van de verstoring van de Balticconnector voldoet Finland niet langer aan het N-1-criterium, dat deel uitmaakt van de in artikel 5 van Verordening (EU) 2017/1938 vastgelegde infrastructuurnorm. Het N-1-criterium waarborgt dat lidstaten maatregelen nemen zodat ze in geval van een verstoring van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur nog altijd beschikken over de technische capaciteit om tijdens een piekdag aan de totale gasvraag te voldoen. Naar aanleiding van de verstoring van de Balticconnector verhoogde Finland op 27 oktober 2023 zijn crisisniveau overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2017/1938 van “vroegtijdige waarschuwing” tot “alarm”, het laatste crisisniveau voordat sprake is van een noodsituatie. Dit nieuwe netwerkincident illustreert de waarschijnlijkheid en relevantie van de risico’s die samenhangen met nieuwe verstoringen van kritieke gasinfrastructuur.

Ook moet worden opgemerkt dat de fors gedaalde vraag naar aardgas (-18 % tussen augustus 2022 en september 2023) bevorderlijk is voor de handhaving van het gasevenwicht in de EU. Deze daling is het gevolg van economische factoren (bv. hoge prijzen) en door lidstaten vastgestelde administratieve maatregelen op grond van Verordening 2022/1369 inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag en Verordening (EU) 2023/706 die de eerstgenoemde verordening heeft verlengd. Een mogelijke toename van de vraag door een stijging van het gasverbruik in woningen, winkels en bedrijven of een mogelijke niet verdere verlenging van de administratieve maatregelen om de vraag te beperken, vormt een aanvullend risico dat, gezien de huidige situatie van krappe wereldwijde gasmarkten, de gasleveringszekerheid in de EU zou kunnen ondermijnen.

In drie opeenvolgende verslagen van december 2022, februari 2023 en juli 2023 heeft het Internationaal Energieagentschap (IEA) steevast de risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU benadrukt en gewaarschuwd voor zelfgenoegzaamheid nu de situatie vergeleken met het hoogtepunt van de crisis in de zomer van 2022 is verbeterd. Volgens het verslag van februari 2023 “zal het wereldwijde gasaanbod krap blijven in 2023 en wordt het wereldwijde evenwicht op de proef gesteld door buitengewoon veel onzekerheden en exogene risicofactoren. Hiertoe behoort de mogelijkheid dat de levering van Russisch leidinggas aan de Europese Unie volledig wegvalt, dat China meer lng gaat invoeren uit hoofde van meerjarencontracten en dat wereldwijd minder lng beschikbaar zal zijn”. Het IEA waarschuwde dat “de Europese Unie ondanks de verbeterde vooruitzichten niet uit het oog mag verliezen dat maatregelen nog altijd vereist zijn (…) om haar blootstelling aan de exogene risico’s te beperken 2 . Het agentschap ontwikkelde stressscenario’s met een stopzetting van Russische gasleveringen, waarbij de lng-leveringen krap blijven en de vraag ten gevolge van weersomstandigheden toeneemt, hetgeen zou kunnen leiden tot een kloof tussen aanbod en vraag van 40 miljard kubieke meter in de EU. In zijn verslag van juli 2023 benadrukte het IEA dat “nog altijd sprake is van risico’s en onzekerheden nu de winter van 2023/24 zich aandient op het noordelijk halfrond” en “volledig gevulde opslaglocaties geen garantie bieden tegen volatiliteit en het risico van hernieuwde marktspanningen deze winter 3 .

Daarnaast publiceerde het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (ENTSB-G) zijn jaarlijkse Winter Supply Outlook met een overzicht van de zomer, overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) 715/2009. Het ENTSB-G concludeerde dat de algemene leveringszekerheid in de EU weliswaar aanzienlijk is verbeterd, maar dat aanvullende maatregelen wellicht noodzakelijk zijn bij een volledige stopzetting van de gastoevoer vanuit Rusland. Verder is het zaak de opslagplaatsen gedurende de winter van 2023-2024 zorgvuldig te beheren, aangezien een vulniveau van 46 % waarschijnlijk vereist is aan het begin van het injectieseizoen om de in Verordening (EU) 2022/1032 vastgelegde vuldoelstelling van 90 % te halen 4 .

In het licht van de aanhoudende ernstige moeilijkheden en risico’s is de situatie op de gasmarkt weliswaar verbeterd vergeleken met het hoogtepunt van de crisis in de zomer van 2022, maar deze blijft kwetsbaar. De respons van de Unie op grond van REPowerEU en daaruit voortvloeiende initiatieven, waaronder de in Verordening (EU) 2022/2576 uiteengezette maatregelen, hebben bijgedragen aan de verbetering van de situatie. Mochten de desbetreffende maatregelen van de Unie niet meer van toepassing zijn, dan zou dit leiden tot veranderingen in de kwetsbare stabiliteit die de EU tot dusver heeft bereikt en ten koste gaan van het vermogen om waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen, zoals een volledige stopzetting van de invoer uit Rusland, op te vangen.

In het licht van deze aanhoudende ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU, en om het huidige kwetsbare evenwicht niet te veranderen, is het noodzakelijk en urgent om Verordening (EU) 2022/2576 te verlengen. Dit voorstel voorziet derhalve in de verlenging met één jaar van de periode waarin Verordening 2022/2576 inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen, van toepassing is. De verlenging met één jaar is noodzakelijk en evenredig vanwege het aanhoudende karakter van de ernstige moeilijkheden en de aanvullende risico’s, en de onzekerheid van de huidige situatie die naar verwachting gedurende heel 2024 zal voortduren.

1.1.3.Redenen om in de huidige situatie de bepalingen van de verordening te verlengen

De verschillende bepalingen van Verordening (EU) 2022/2576, die dit voorstel beoogt te verlengen, zijn noodzakelijk om de hierboven genoemde ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU het hoofd te bieden, en wel om de volgende redenen.

Betere coördinatie van gasaankopen (hoofdstuk II – afdelingen 1 en 2)

Bundeling van de vraag en een betere coördinatie van gasaankopen dragen er over het algemeen toe bij dat ondernemingen in alle lidstaten, met name ondernemingen in ingesloten landen of zonder rechtstreekse toegang tot internationale markten, gelijkere toegang hebben tot nieuwe of aanvullende gasbronnen in urgente situaties waarbij solidariteit vereist is. Hiermee kunnen, in een geest van solidariteit, schadelijke en prijsopdrijvende effecten van tegen elkaar opbieden, worden beteugeld, en kunnen met name kleinere ondernemingen profiteren van uit een gebundelde vraag voortvloeiende gunstigere aankoopvoorwaarden.

Op grond van Verordening (EU) 2022/2576 heeft de Commissie, met de steun van een dienstverlener, het mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke aankoop onder de naam “AggregateEU” ontwikkeld en geïmplementeerd. Lidstaten en aardgasbedrijven maar ook gasverbruikende ondernemingen hebben deelgenomen aan het mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen op grond van Verordening (EU) 2022/2576 (“AggregateEU”) en bijgedragen, aan een totale bundeling in oktober 2023 van de vraag naar gas van 44,04 miljard kubieke meter, ruim driemaal de voor bundeling van de vraag verplichte hoeveelheden. De gematchte volumes in dezelfde periode bedroegen 34,77 miljard kubieke meter, hetgeen overeenkomt met circa 10 % van het verbruik in de EU in 2022. Hieruit blijkt dat “AggregateEU” bij marktdeelnemers op aanzienlijke belangstelling kon rekenen.

Ook heeft de Commissie ondersteunende maatregelen uitgevoerd waartoe zij op grond van de verordening gerechtigd was, onder meer betreffende transparantie en informatie-uitwisseling, beheer van het EU-energieplatform en verplicht gebruik van “AggregateEU”. Op grond van de bepalingen van de verordening ten aanzien van transparantie en informatieuitwisseling deed de Commissie in juli 2023 twee aanbevelingen. In deze gevallen was de Commissie van oordeel dat verdergaande coördinatie met betrekking tot aanbestedingen voor de aankoop van gas noodzakelijk was, aangezien dit de werking van gezamenlijke aankopen zou kunnen verbeteren of een negatief effect op de interne markt, op de leveringszekerheid of op de energiesolidariteit zou kunnen vermijden.

In het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576 concludeerde de Commissie dat het “AggregateEU”-mechanisme, dat gebaseerd is op de bepalingen van de verordening voor wat betreft de bundeling van de vraag, Europese afnemers (in de EU en verslagsluitende partijen van de Energiegemeenschap gevestigde ondernemingen) aanvullende mogelijkheden heeft geboden om gas van betrouwbare leveranciers te kopen tegen concurrerende voorwaarden en heeft gezorgd voor markttransparantie over vraag en aanbod, en daarmee heeft bijgedragen tot het verminderen van de volatiliteit van markten.

In het licht van het bovenstaande blijven de bundeling van de vraag en een betere coördinatie van gasaankopen een waardevol instrument om de hierboven genoemde ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU het hoofd te bieden. De desbetreffende bepalingen moeten derhalve met één jaar worden verlengd.

Maatregelen om het gebruik van lng-installaties, gasopslaginstallaties en pijpleidingen te bevorderen (hoofdstuk II – afdeling 3)

De bepalingen van Verordening (EU) 2022/2576 ter bevordering van de transparantie over bij lng-terminals en gasopslaglocaties beschikbare capaciteiten en aangeboden diensten hebben de verhoogde toevoer van lng naar de Unie en de opslag van de veranderde gasstromen gefaciliteerd. De situatie is sinds de vaststelling van de verordening niet veranderd aangezien de EU nog altijd grote hoeveelheden lng moet invoeren om het verminderde aanbod van Russisch leidinggas te compenseren, en dit in de nabije toekomst zal blijven doen. Om die reden blijft transparantie over lng-terminals en -opslaglocaties noodzakelijk.

In Verordening (EU) 2022/2576 wordt vereist dat “use-it-or-lose-it”-mechanismen worden gehanteerd op alle interconnectiepunten in Europa, terwijl dit in het verleden slechts een vereiste was voor bepaalde interconnectiepunten. Dergelijke mechanismen stellen het systeem in staat om snel en flexibel in te spelen op mogelijke congestie als gevolg van veranderde gasstromen.

De maatregelen om het gebruik van lng-installaties, gasopslaginstallaties en pijpleidingen te bevorderen blijven een waardevol instrument om de hierboven genoemde ernstige moeilijkheden bij de gasleveringszekerheid in de EU het hoofd te bieden, en de desbetreffende maatregelen moeten derhalve met één jaar worden verlengd.

Maatregelen ter voorkoming van buitensporige gasprijzen en buitensporige dagelijkse volatiliteit op de markten voor energiederivaten (hoofdstuk III)

Doordat de nauwkeurigheid van lng-prijzen op de markt moeilijk in te schatten is, belast Verordening (EU) 2022/2576 het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) met het verzamelen van alle gegevens over transacties met betrekking tot lng-leveringen aan de Unie teneinde een dagelijkse lng-prijsraming en een dagelijkse lng-benchmark vast te stellen, die wordt bepaald door het verschil tussen de dagelijkse lng-prijsraming en de afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract.

Wat de handel betreft, bevat Verordening (EU) 2022/2576 een maatregel voor de omgang met buitensporige volatiliteit op de markten voor gas- en elektriciteitsderivaten, met handhaving van de prijsvormingsprocessen. De aan de dagelijkse prijsstijging gestelde limiet heeft tot doel buitensporige prijsvolatiliteit te vermijden en extreme prijspieken op de markt voor energiederivaten gedurende een handelsdag te voorkomen.

Zoals wordt geconcludeerd in het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576, kunnen de bepalingen in hoofdstuk III van Verordening (EU) 2022/2576 van pas komen bij het voorkomen van buitensporige prijspieken en bij het stabiliseren van de markt. De perioden van uitgesproken volatiliteit in de zomer en het najaar van 2023 zetten de conclusie kracht bij dat gasmarkten nog altijd kwetsbaar en gevoelig voor extreme prijspieken zijn. Het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit zou een waardevol instrument kunnen blijven om de hierboven genoemde ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU het hoofd te bieden, en de desbetreffende bepalingen moeten derhalve met één jaar worden verlengd.

Maatregelen in geval van een gasnoodsituatie (hoofdstuk IV)

Verordening (EU) 2022/2576 bood een tijdelijke aanvulling op de verordening gasleveringszekerheid door bij afwezigheid van bilaterale overeenkomsten standaard het solidariteitsmechanisme van toepassing te laten zijn en door dat mechanisme uit te breiden naar vloeibaar aardgas (lng) en kritieke gasvolumes voor elektriciteit. Er is een bepaling toegevoegd om vraagreductie door beschermde afnemers te vergemakkelijken en een bepaling om grensoverschrijdende stromen te waarborgen.

In december 2022 voert de Commissie een gezamenlijke “droge” oefening uit met EU-lidstaten en het ENTSB-G, waarbij de regels en procedures in noodsituaties en het solidariteitsmechanisme werden getest. Daarnaast verspreidde de Commissie een vragenlijst onder de Groep coördinatie gas om feedback te verzamelen over bijvoorbeeld de in Verordening (EU) 2022/2576 uiteengezette bepalingen. De uitkomsten van de “droge” oefeningen worden nader beschreven in het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening 2022/2576.

Op basis van de bevindingen van het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576 en het nieuwe dreigingslandschap, concludeerde de Commissie dat de in hoofdstuk IV uiteengezette concepten essentieel blijven om mogelijke gascrises op te vangen en de collectieve kosten van een dergelijke crisis te beperken, en om de huidige en toekomstige inspanningen om de vraag terug te dringen, te ondersteunen. Met name het ontbreken van bilaterale overeenkomsten is een structurele kwetsbaarheid, hetgeen betekent dat een verlenging van standaardregels noodzakelijk is. Ook kritieke gasvolumes voor elektriciteitsopwekking blijven van cruciaal belang om te voorkomen dat een mogelijke gascrisis overslaat naar het elektriciteitssysteem. De waarden voor kritieke gasvolumes in bijlage I blijven van kracht totdat de verlengde geldigheidsduur van de verordening eind 2024 verstrijkt.

Daarnaast zijn de gasstromen naar de EU ingrijpend veranderd, waarbij lng in 2023 de voornaamste leveringsbron is. Om deze veranderde realiteit te weerspiegelen, moet de solidariteit derhalve verder worden uitgebreid tot lidstaten met lng-installaties. Tot slot werden niet-essentieel verbruik van beschermde afnemers en de aanvullende waarborgen voor grensoverschrijdende stromen in een noodsituatie aangemerkt als concepten die van pas komen bij het voorkomen en beperken van crises, en derhalve zijn het nuttige bepalingen die moeten worden verlengd.

1.2Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorgestelde instrument voorziet in tijdelijke, evenredige en buitengewone maatregelen. Het vormt een aanvulling op bestaande relevante EU-initiatieven en -wetgeving, zodat burgers van gasvoorziening verzekerd kunnen zijn en afnemers tegen ernstige voorzieningsverstoringen worden beschermd. Het bevordert daarnaast de beoogde diversificatie van het aanbod van aardgas.

De bepalingen van Verordening (EU) 2022/2576 zijn in overeenstemming met bestaande initiatieven, zoals de mededeling “REPowerEU”, het voorstel voor een pakket “Koolstofvrij maken van de waterstof- en gasmarkt” en de “Verordening betreffende vraagreductie” met de bijbehorende mededeling “Bespaar gas voor een veilige winter”. Ze vormen een aanvulling op de EU-wetgeving inzake de interne markt en de voorzieningszekerheid.

Verordening (EU) 2022/2576 versterkt Verordening (EU) 2017/1938 inzake gasleveringszekerheid, en vult deze aan. Laatstgenoemde bevat reeds een verplichting om solidariteit te verstrekken, evenals het begrip “door solidariteit beschermde afnemers”, dat huishoudens en onder bepaalde voorwaarden essentiële publieke diensten en stadsverwarming omvat. In Verordening (EU) 2022/2576 wordt deze solidariteitsverplichting uitgebreid om de levering van kritische volumes voor gasgestookte energiecentrales veilig te stellen, en geactiveerd door middel van een standaardmechanisme bij ontstentenis van bilateraal overeengekomen solidariteitsregelingen, die voortaan ook van toepassing zijn op lidstaten met lng-installaties.

Het voorstel weerspiegelt ook ten volle de doelstelling van Verordening (EU) 2022/1369 inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag om de vraag naar gas proactief te verlagen teneinde mogelijke voorzieningsverstoringen als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te beperken. Vraagreductie blijft een belangrijke pijler van onze respons op het gebied van voorzieningszekerheid en het voorstel versterkt deze pijler door de lidstaten op niet-essentieel verbruik van beschermde afnemers te laten besparen maar kwetsbare verbruikers te beschermen.

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 bevat in bijlage 1, punt 2.2.5, een mechanisme voor langetermijn-“use-it-or-lose-it”. Dit mechanisme is vastgesteld om te voorkomen dat marktdeelnemers de transportcapaciteit blokkeren wanneer zij deze niet kunnen of willen gebruiken. Vanwege de crisissituatie verlaagt Verordening 2022/2576 de administratieve lasten en loopt ze vooruit op de toepassing van deze bepalingen. In het bijzonder wordt de termijn van onbenutte capaciteit van zes maanden tot één maand teruggebracht.

Naar aanleiding van de grootschalige Russische invasie van Oekraïne heeft de Unie het REPowerEU-plan ontwikkeld om zo snel mogelijk, en uiterlijk 2027, een einde te maken aan de afhankelijkheid van de EU van Russische fossiele brandstoffen. Hiertoe is in het REPower EU-plan het EU-energieplatform opgezet en een mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen aangekondigd. Op grond van Verordening 2022/2576, waarvan dit voorstel de bepalingen beoogt te verlengen, is een dergelijk mechanisme ingesteld. Het voorgestelde initiatief is volledig in overeenstemming met de doelstellingen van REPowerEU.

Dit voorstel om de periode waarin Verordening (EU) 2022/2576 van toepassing is te verlengen vormt derhalve een aanvulling op bestaande bepalingen en de recente initiatieven in de energiesector, doordat het de gasleveringszekerheid handhaaft, helpt om de markt te stabiliseren, de prijzen in toom houdt, en bijdraagt aan de diversificatie van gasleveringen.

Tot slot vormt dit voorstel een aanvulling op de inspanningen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), die op 12 oktober 2023 instructies heeft uitgevaardigd over de kalibrering van handelsonderbrekers, waartoe zij gerechtigd was op grond van Richtlijn 2014/65/EU, die ernaar streeft dergelijke handelsonderbrekers beter te laten functioneren voor alle activaklassen.

1.3Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Europese Green Deal

Verordening (EU) 2022/2576, waarvan dit voorstel de bepalingen wil verlengen, is erop gericht de voorzieningszekerheid fundamenteel te versterken en hoge en volatiele energieprijzen te beteugelen. Ook is het in overeenstemming met de langetermijndoelstelling van de Green Deal. De bepalingen inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankoop, waarin manieren worden vastgesteld om gas op een meer gecoördineerde manier aan te kopen, zijn ook in overeenstemming met het in de Green Deal en RepowerEU aangegeven decarbonisatietraject.

Internemarktbeleid

Het voorstel is verenigbaar met de regels inzake de interne markt voor energie. Functionerende grensoverschrijdende energiemarkten zijn van cruciaal belang om de voorzieningszekerheid te waarborgen in een situatie van leveringstekorten.

Mededingingsbeleid

De regels inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke inkoop kunnen worden toegepast op een wijze die verenigbaar is met de EU-mededingingsregels, die gezamenlijke aankopen tussen concurrerende ondernemingen onder bepaalde voorwaarden toestaan en die in het licht van de actuele marktomstandigheden worden toegepast.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

2.1Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit instrument is artikel 122, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Het huidige en aanhoudende tekort aan gasleveringen vormt een ernstige moeilijkheid bij de voorziening van een energieproduct in de zin van artikel 122 VWEU. Zoals hierboven toegelicht, houden de ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU aan. Door de fors gedaalde invoer van Russisch leidinggas in het afgelopen jaar zijn de gasleveringen aan de Unie aanzienlijk teruggelopen vergeleken met de situatie vóór de crisis. Wereldwijde gasmarkten zijn nog altijd zeer krap en dit zal naar verwachting nog enige tijd zo blijven aangezien vóór 2026 wereldwijd amper nieuwe lng-liquefactiecapaciteit operationeel zal zijn. In de zomer en het najaar van 2023 deden zich een aantal perioden van aanzienlijke volatiliteit voor die laten zien dat gasmarkten nog altijd kwetsbaar zijn en op grote schaal kunnen reageren op onverwachte en plotselinge schokken in aanbod en vraag, zoals het geval was na de staking bij Australische lng-installaties, de crisis in het Midden-Oosten en de verstoring van de Balticconnector.

Een aantal risico’s kan, als ze werkelijkheid worden, de vrees voor schaarste aanwakkeren, hetgeen gezien de kwetsbaarheid van de krappe markt op grote schaal reacties met ernstige gevolgen voor de prijzen teweeg kan brengen. Tot deze risico’s behoren een herstel van de Aziatische vraag naar lng die de beschikbaarheid van gas op de wereldwijde gasmarkt beperkt, extreme weersomstandigheden die de hydro-energieopslag en productie van kernenergie mogelijk nadelig beïnvloeden waardoor vaker gebruik moet worden gemaakt van gasgestookte elektriciteitsopwekking, en
verdere mogelijke verstoringen van de gaslevering, waaronder een volledige stopzetting van de invoer van gas uit Rusland of een verstoring van bestaande kritieke gasinfrastructuur.

Derhalve zijn aanhoudende maatregelen voor een meer gecoördineerde en onmiddellijke actie dringend noodzakelijk om beter voorbereid te zijn op mogelijke verdere verstoringen van de gasvoorziening en perioden van marktvolatiliteit in de loop van volgend jaar. Met de maatregelen die op grond van het instrument voor een beperkte periode worden voortgezet kunnen alle lidstaten en marktdeelnemers zich op gecoördineerde wijze voorbereiden op mogelijke verdere leveringstekorten en marktvolatiliteit, en deze het hoofd bieden. De te verlengen maatregelen van Verordening (EU) 2022/2576 worden genomen in een geest van solidariteit tussen de lidstaten. Zo kunnen de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen de solidariteit in de EU versterken door met name ondernemingen te ondersteunen die vroeger uitsluitend of hoofdzakelijk gas van Russische leveranciers kochten, en die ondernemingen te helpen zich tegen concurrerende voorwaarden bij andere aardgasleveranciers te bevoorraden. Daarnaast zijn de krachtens Verordening (EU) 2022/2576 gepubliceerde prijsramingen en benchmarkspreads van cruciaal belang met het oog op meer solidariteit tussen de lidstaten bij de aankoop van beperkte lng-leveringen. Verder worden bij Verordening (EU) 2022/2576 tijdelijke maatregelen vastgesteld om in geval van een gasnoodsituatie het gas eerlijk over de grenzen heen te verdelen, gasleveringen voor de meest cruciale afnemers veilig te stellen en grensoverschrijdende solidariteitsmaatregelen te waarborgen. Dit voorkomt dat een lokale gascrisis overslaat naar andere lidstaten.

Daarom is het gerechtvaardigd het voorgestelde instrument op artikel 122, lid 1, VWEU te baseren.

2.2Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De bepalingen van Verordening (EU) 2022/2576 en de voorgestelde verlenging ervan zijn volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Gezien de omvang en de aanzienlijke gevolgen van de ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU is er behoefte aan optreden op EU-niveau. Een EU-brede aanpak via de bundeling van de vraag, een betere coördinatie van leveringen en een efficiënter gebruik van lng-terminals, gasopslagplaatsen en pijpleidingen, in een geest van solidariteit, is nodig om het risico van mogelijke ernstige verstoringen tot een minimum te beperken. Dit kan efficiënt worden geregeld op EU-niveau in plaats van op nationaal niveau.

De maatregelen om buitensporige gasprijzen en dagelijkse volatiliteit op de markt voor energiederivaten te voorkomen vragen daarnaast ook om actie op EU-niveau gezien het geïntegreerde karakter van gas en in financieel opzicht daaraan gerelateerde markten.

Een gecoördineerde aanpak op EU-niveau is ook nodig met betrekking tot maatregelen voor de voorzieningszekerheid. Een dergelijke coördinatie is van cruciaal belang om te waarborgen dat de lidstaten efficiënt en tijdig op solidariteitsverzoeken kunnen reageren. Hoewel de lidstaten de mogelijkheid behouden om bilaterale solidariteitsregelingen aan te gaan, zullen standaardregels van kracht zijn totdat dergelijke regelingen zijn overeengekomen, zodat alle EU-lidstaten baat kunnen hebben bij solidariteit. Dit zal er uiteindelijk toe leiden dat bilaterale solidariteit niet door een gebrek aan administratieve en financiële regelingen tussen de lidstaten wordt belemmerd, terwijl de lidstaten ook de mogelijkheid krijgen om de standaardregels met onderhandelde voorwaarden aan te vullen.

De ongekende aard van de gasvoorzieningscrisis en de grensoverschrijdende effecten ervan, en het integratieniveau van de interne energiemarkt van de EU, rechtvaardigen optreden op Unieniveau, aangezien de lidstaten alleen het risico van ernstige economische problemen als gevolg van prijsstijgingen of aanzienlijke verstoringen van de gasvoorziening niet doeltreffend kunnen aanpakken. Alleen de voortzetting van EU-maatregelen die zijn ingegeven door een geest van solidariteit tussen de lidstaten kunnen waarborgen dat voorzieningsverstoringen en marktvolatiliteit niet tot blijvende schade voor de burgers en de economie leiden.

Vanwege de omvang en de gevolgen ervan kan de maatregel beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt, en dus kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen.

2.3Evenredigheid

De bepalingen van de Verordening en de voorgestelde verlenging ervan zijn in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De maatregel staat in verhouding tot de omvang en de aard van de vastgestelde problemen en de verwezenlijking van de gestelde doelen.

Gezien de unieke geopolitieke situatie en de aanzienlijke bedreiging voor de burgers en de economie van de EU is er duidelijk behoefte aan gecoördineerde actie. De in het voorstel vervatte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken en staan in verhouding tot die doelstellingen.

Meer in het bijzonder moeten de bepalingen inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen die dit voorstel beoogt te verlengen over het algemeen op vrijwillige basis worden uitgevoerd, met enkel een beperkte uitzondering wat betreft verplichte deelname aan de bundeling van de vraag voor een bepaald gasvolume. Het staat particuliere ondernemingen nog altijd geheel vrij om de gasleveringscontracten al dan niet te sluiten.

De uitbreiding van solidariteit tot cruciale gasgestookte energiecentrales legt marktdeelnemers beperkingen op die noodzakelijk zijn om de gasvoorzieningszekerheid te waarborgen in een situatie van verminderde gaslevering en een grotere vraag tijdens het winterseizoen. Daarmee wordt voortgebouwd op bestaande maatregelen die zijn vastgesteld in respectievelijk Verordening (EU) 2022/1369 en Verordening (EU) 2017/1938 en wordt getracht die maatregelen in de huidige omstandigheden doeltreffender te maken.

De verplichting voor marktexploitanten om het ACER informatie over lng-transacties te verstrekken is in overeenstemming is met de bestaande verplichtingen van de marktdeelnemers uit hoofde van de Remit en het ACER zal gevoelige bedrijfsinformatie vertrouwelijk behandelen.

De maatregel ter beperking van de dagelijkse prijsvolatiliteit bevat voorwaarden voor handelsplatformen en handelaren om energiebedrijven in staat te stellen aan de gas- en elektriciteitsmarkten te blijven deelnemen en aan hun indekkingsbehoeften te voldoen, zodat de continuïteit van de energievoorziening voor de eindverbruikers wordt gewaarborgd. Tegelijkertijd kunnen de handelsplatformen op grond van de bepalingen van de verordening zelf bepalen met welke berekeningsmethode ze hun prijslimieten ten opzichte van een referentieprijs vaststellen.

De duur van de verlenging is evenredig vanwege het aanhoudende karakter van de ernstige moeilijkheden bij de energievoorziening en de daaruit voortvloeiende risico’s voor de prijzen en de leveringszekerheid, die naar verwachting ten minste heel 2024 zullen voortduren aangezien structurelere veranderingen van de marktomstandigheden pas in de loop van 2025 worden verwacht.

2.4Keuze van het instrument

Gezien de omvangrijke maatschappelijke, economische en financiële gevolgen van de energiecrisis worden de bepalingen die dit voorstel beoogt te verlengen neergelegd in een verordening, die van algemene strekking en rechtstreeks en onmiddellijk van toepassing is. Ook de verlenging van de periode waarin deze bepalingen van toepassing zijn moet derhalve in een verordening worden vastgelegd.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

3.1Raadpleging van belanghebbenden

Vanwege de urgentie om het voorstel tot verlenging van Verordening (EU) 2022/2576 voor te bereiden zodat het tijdig door de Raad kan worden vastgesteld, kon er geen raadpleging van belanghebbenden plaatsvinden. Over kwesties die betrekking hebben op de uitvoering van de verordening, waaronder de noodzaak van voortgezette toepassing van de bepalingen ervan, is echter van gedachten gewisseld in relevante fora, zoals de ad-hocstuurgroep en de industriële adviesgroep.

3.2Effectbeoordeling

Dit voorstel om de “verordening inzake gassolidariteit” te verlengen is een noodmaatregel gebaseerd op artikel 122, lid 1, VWEU om aanhoudende ernstige moeilijkheden bij en risico’s voor de gasleveringszekerheid in de EU het hoofd te bieden. Om deze reden kon een effectbeoordeling niet worden uitgevoerd. Het voorstel bouwt echter voort op de conclusies van het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van Verordening (EU) 2022/2576.

3.3Grondrechten

Er zijn geen negatieve effecten op de grondrechten vastgesteld. De maatregelen op grond van dit instrument laten de rechten van afnemers die als beschermd zijn gekwalificeerd overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1938, met inbegrip van alle huishoudelijke afnemers, onverlet. Het instrument laat toe de aan gastekorten verbonden risico’s te verminderen die anders grote gevolgen voor de economie en de samenleving zouden hebben.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting zijn beperkt tot de noodzaak om de verlenging van het dienstencontract tussen de Commissie en de dienstverlener die het vraagbundelingsplatform “AggregateEU” exploiteert te financieren.

De gevolgen van dit voorstel voor de EU-begroting hebben ook betrekking op de personele middelen en andere administratieve uitgaven van het directoraat-generaal (DG) Energie van de Europese Commissie en van het ACER. Het voorstel voorziet in verlenging van bepalingen die een verbeterde architectuur voor gasleveringszekerheid tot stand hebben gebracht, met nieuwe verplichtingen voor de lidstaten en dienovereenkomstig een grotere rol voor DG Energie op een groot aantal terreinen vergeleken met de periode voorafgaand aan de oorspronkelijke verordening, namelijk:

algemeen beheer en uitvoering van de verordening (3 vte’s);

werkzaamheden om mededingingswetgeving te ontwerpen die in overeenstemming is met de implementatie van een gasaankoopconsortium, waarvoor contacten met de sector nodig zijn (2 vte’s);

beoordeling van verzoeken van de lidstaten om quota voor hogere kritieke gasvolumes; follow-up van solidariteitsverzoeken; facilitering van de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten (1 vte);

administratieve bijstand (2 vte’s).

Het voorstel bevat ook nieuwe taken voor het ACER om lng-transactiegegevens te verzamelen om een lng-benchmark te bepalen (5 vte’s).

Dit voorstel vereist geen begrotingsmiddelen bovenop de middelen die reeds waren toegekend in het kader van de vaststelling van Verordening (EU) 2022/2576 en uiteengezet worden in het financieel memorandum bij Verordening (EU) 2022/2576.

5.OVERIGE ELEMENTEN

5.1Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De voorgestelde wijzigingen zijn in omvang beperkt en beogen de periode waarin de bepalingen van Verordening 2022/2576 van toepassing zijn met één jaar te verlengen.

In artikel 31 wordt voorgesteld de periode waarin de verordening van toepassing is te wijzigen van 30 december 2023 (één jaar na de inwerkingtreding van Verordening 2022/2576) in 31 december 2024.

2023/0444 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) 2022/2576 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur ervan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 122, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2022/2576 van de Raad 5  werd vastgesteld met het oog op de gasvoorzieningscrisis die is veroorzaakt door de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde grootschalige Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 en de noodzaak voor de Unie om te reageren met tijdelijke maatregelen in een geest van solidariteit tussen de lidstaten. De verordening heeft tot doel de gevolgen voor de gasprijs te beperken door de problemen van vraag en aanbod op te lossen, leveringszekerheid in de hele Unie te waarborgen en solidariteit te bevorderen.

(2)Verordening (EU) 2022/2576 biedt een tijdelijk rechtskader met betrekking tot een betere coördinatie van gasaankopen, maatregelen om buitensporige gasprijzen en buitensporige dagelijkse volatiliteit op de markten voor energiederivaten te voorkomen, en maatregelen in geval van een gasnoodsituatie.

(3)De periode waarin Verordening (EU) 2022/2576 van toepassing is liep oorspronkelijk tot 30 december 2023.

(4)Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) 2022/2576 heeft de Commissie een evaluatie van die verordening uitgevoerd, waarvan de uitkomsten worden samengevat in het verslag betreffende de voornaamste bevindingen van de evaluatie van de Verordening van 28 september 2023 (“het verslag”) 6 . In het verslag werd geconcludeerd dat Verordening (EU) 2022/2576 een belangrijke rol heeft gespeeld bij het stabiliseren van de situatie op de gasmarkt en bij het waarborgen van een toereikende gasvoorziening binnen de Unie, en dat de verordening een belangrijk instrument is om de gasleveringszekerheid in de EU veilig te stellen.

(5)Verordening (EU) 2022/2576 voorziet in een platform voor de bundeling van de vraag en verplicht de lidstaten ertoe passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de onder hun jurisdictie vallende aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen deelnemen aan het door de dienstverlener georganiseerde proces voor het bundelen van de vraag als een van de mogelijke middelen om de in Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad 7 , als gewijzigd door Verordening (EU) 2022/1032, bedoelde vuldoelstellingen te behalen. Lidstaten en aardgasbedrijven maar ook gasverbruikende ondernemingen hebben deelgenomen aan het mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen dat werd ingesteld op grond van Verordening (EU) 2022/2576 (“AggregateEU”) en bijgedragen aan een totale bundeling in oktober 2023 van de vraag naar gas van 44,04 miljard kubieke meter, ruim driemaal de voor bundeling van de vraag verplichte hoeveelheden. Hieruit blijkt dat “AggregateEU” bij marktdeelnemers op aanzienlijke belangstelling kon rekenen.

(6)In het verslag werd geconcludeerd dat het “AggregateEU”-mechanisme Europese afnemers aanvullende mogelijkheden heeft geboden om gas van betrouwbare leveranciers te kopen tegen concurrerende voorwaarden en heeft gezorgd voor markttransparantie over vraag en aanbod, en daarmee heeft bijgedragen tot het verminderen van de volatiliteit van markten.

(7)Wat de regels voor markttoezicht betreft, wordt in Verordening (EU) 2022/2576 vereist dat elk handelsplatform waarop energiegerelateerde grondstoffenderivaten worden verhandeld voor elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat dat op het handelsplatform wordt verhandeld, een mechanisme opzet voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit op basis van een boven- en onderprijsgrens (“prijslimieten”) dat de prijzen definieert waaronder en waarboven geen orders mogen worden uitgevoerd (“mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit”). In het verslag werd geconcludeerd dat de gasmarkt nog altijd gekenmerkt wordt door perioden van aanzienlijke volatiliteit en dat het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit mogelijk van pas kan komen bij het voorkomen van buitensporige prijspieken en bij het stabiliseren van de markt.

(8)Krachtens Verordening (EU) 2022/2576 moet het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) dagelijks prijsramingen voor vloeibaar aardgas (lng) en dagelijks een lng-benchmark publiceren op basis van lng-marktgegevens over transacties die het ACER systematisch verzamelt en verwerkt. De lng-prijsramingen en -benchmark hebben de markt transparanter gemaakt, waardoor marktdeelnemers beter in staat zijn om lng-leveringen tegen concurrerende prijzen veilig te stellen. In het verslag werd geconcludeerd dat de lng-prijsraming en -benchmark nuttig zijn gebleken bij het stabiliseren van de markt.

(9)Verordening (EU) 2022/2576 bevat een aantal bepalingen inzake voorzieningszekerheid en solidariteit in geval van een gasnoodsituatie om energiesolidariteitsmaatregelen in een noodsituatie beter te coördineren. Hoofdstuk IV bood een tijdelijke aanvulling op Verordening (EU) 2017/1938 door bij afwezigheid van bilaterale overeenkomsten standaard het solidariteitsmechanisme van toepassing te laten zijn en door dat mechanisme uit te breiden naar lng en kritieke gasvolumes voor elektriciteit. Er is een bepaling toegevoegd om vraagreductie door beschermde afnemers te vergemakkelijken en een maatregel om grensoverschrijdende stromen te waarborgen. In het verslag werd geconcludeerd dat de bepalingen inzake tijdelijke voorzieningszekerheid en solidariteit nuttig zijn gebleken om een gascrisis te voorkomen en te beperken, en bevorderlijk zijn voor de inspanningen om de vraag terug te dringen.

(10)De conclusie van het verslag dat ernstige problemen bij het waarborgen van de energievoorziening in de Unie aanhouden, geldt nog steeds. De situatie op de wereldwijde gasmarkt is nog altijd zeer krap. Gasprijzen zijn nog altijd aanzienlijk hoger dan vóór de crisis, hetgeen onvermijdelijke gevolgen heeft voor de koopkracht van Europese burgers en het concurrentievermogen van bedrijven in de Unie. Een ander aspect van de huidige situatie is de marktvolatiliteit. Recente perioden van aanzienlijke volatiliteit in de zomer en het najaar van 2023, veroorzaakt door gebeurtenissen zoals de staking in Australische lng-installaties, of de verstoring van de Balticconnector, laten zien dat markten nog altijd kwetsbaar en gevoelig zijn voor zelfs vrij geringe vraag- en aanbodschokken. Ook de aanhoudende crisis in het Midden-Oosten vormt een aanzienlijk extra geopolitiek risico met mogelijke gevolgen voor de prijzen en de gasvoorziening. Onder deze omstandigheden kan de vrees voor schaarste op grote schaal reacties teweegbrengen, hetgeen ernstige gevolgen kan hebben voor de prijzen.

(11)Door de fors gedaalde invoer van Russisch leidinggas in het afgelopen jaar zijn de gasleveringen aan de Unie aanzienlijk teruggelopen vergeleken met de situatie vóór de crisis. Met de huidige invoer van leidinggas zal de Unie naar verwachting circa 20 miljard kubieke meter via de Russische pijpleiding ontvangen, als deze onbetrouwbare invoer tenminste niet volledig wordt verstoord. Dit zou ongeveer 110 miljard kubieke meter minder zijn dan in 2021. Door deze afname bestaat het gevaar dat de Unie te maken krijgt met gastekorten.

(12)Wereldwijde gasmarkten zijn momenteel zeer krap en zullen naar verwachting nog enige tijd krap blijven. Het wereldwijde lng-aanbod nam in de afgelopen twee jaar slechts mondjesmaat toe vanwege beperkte uitbreidingen van de liquefactiecapaciteit, onderbrekingen bij grote uitvoerfaciliteiten en een teruglopend aanbod van voedingsgas bij lng-installaties. Nieuwe lng-liquefactiecapaciteit zal pas in de loop van 2025 in ruime mate beschikbaar komen. Marktevenwichten zullen derhalve in de nabije toekomst wankel blijven. Deze situatie heeft nadelige gevolgen voor de gasprijzen, die weliswaar lager zijn dan de piek in de zomer van 2022, maar nog altijd ruim tweemaal zo hoog zijn als vóór de crisis.

(13)Gezien de huidige krappe marktomstandigheden kan het zijn dat de prijzen opnieuw gaan pieken wanneer zich onvoorspelbare gebeurtenissen en plotselinge schokken voordoen, zoals een herstel van de vraag naar Aziatisch vloeibaar aardgas (lng) die de beschikbaarheid van gas op de wereldwijde gasmarkt beperkt, een koude winter die zou kunnen leiden tot een toename van de vraag naar gas met liefst 30 miljard kubieke meter, extreme weersomstandigheden die de hydro-energieopslag of productie van kernenergie mogelijk nadelig beïnvloeden door een laag waterpeil, waardoor meer vraag ontstaat naar gasgestookte elektriciteitsopwekking, en andere mogelijke verstoringen van kritieke infrastructuren, na de sabotageacties tegen de NordStream-pijpleidingen in september 2022 en de verstoring van de Balticconnector-pijpleiding in oktober 2023, en een verslechtering van het geopolitieke klimaat en dreigingslandschap in gasleverende regio’s, bijvoorbeeld door de crisis in het Midden-Oosten.

(14)Gezien het huidige wankele evenwicht tussen aanbod en vraag zou zelfs een beperkte verstoring van de gasvoorziening of zelfs alleen de dreiging van dergelijke verstoringen dramatische gevolgen kunnen hebben voor de gasmarkt en de economie en de burgers van de Unie ernstige en blijvende schade kunnen berokkenen.

(15)De huidige crisis stelt de hele Unie bloot aan de risico’s van energietekorten en hoge energieprijzen. De aanhoudende ernstige moeilijkheden bij de gasleveringszekerheid in de Unie, maar ook eventuele nieuwe aanvullende problemen, en het niveau van de gasprijzen kunnen nadelig uitpakken voor de economische situatie, het concurrentievermogen van de industrie en de koopkracht van burgers.

(16)Aangezien de Unie een eengemaakte markt is, zou een gastekort in één lidstaat ernstige gevolgen hebben in alle andere lidstaten wegens een fysiek tekort aan gas, prijsvolatiliteit of een verstoring van industriële ketens als gevolg van mogelijke inperkingen van specifieke bedrijfstakken in een lidstaat. Bovendien kunnen alle lidstaten in een geest van solidariteit een rol spelen bij het verder reduceren van de risico’s van energietekorten en bij het beperken van de volatiliteit van de gasprijzen.

(17)Het verlengen van de periode waarin Verordening (EU) 2022/2576 van toepassing is vormt een uitzonderlijke en in de tijd beperkte maatregel, als respons op aanhoudende en nieuwe ernstige moeilijkheden bij de energievoorziening, die op korte termijn het risico van een crisis met zich meebrengen. De verlenging zal de volatiliteit van markten duidelijk verminderen en de solidariteit ten goede komen.

(18)Het is dringend noodzakelijk dat actie wordt ondernomen. Het niet verlengen van de geldigheidsduur van Verordening 2022/2576, die op 30 december 2023 niet meer van toepassing zal zijn, zou mogelijk leiden tot veranderingen in de kwetsbare stabiliteit die de Unie tot dusver heeft bereikt, en ten koste gaan van het vermogen om waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen zoals een volledige stopzetting van de invoer van Russisch gas, op te vangen. Een verlenging van de geldigheidsduur van Verordening (EU) 2022/2576 is ook in overeenstemming met het “RepowerEU Plan” 8 dat tot doel had om burgers en de economie van de Unie te beschermen tegen buitensporige prijzen en leveringstekorten.

(19)De aanhoudende spanningen rechtvaardigen een verlenging van de bepalingen in Verordening (EU) 2022/2576 die betrekking hebben op de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen aangezien ze ertoe bijdragen dat ondernemingen in alle lidstaten gelijkere toegang hebben tot nieuwe of aanvullende gasbronnen. Ook helpen ze om betere voorwaarden te waarborgen voor ondernemingen die gas kopen via de dienstverlener, hetgeen de leveringszekerheid ten goede komt.

(20)Verlenging van de bepalingen inzake de bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen zou de solidariteit van de Unie bij de aankoop en distributie van gas versterken. In een geest van solidariteit zal het verlengen van vraagbundeling en gezamenlijke aankoop voornamelijk ondernemingen ondersteunen die vroeger uitsluitend of hoofdzakelijk gas van Russische leveranciers kochten, door die ondernemingen te helpen zich bij andere aardgasleveranciers of -producenten onder gunstige voorwaarden te bevoorraden.

(21)Om marktdeelnemers deze winter en het komende gasvulseizoen te ondersteunen, moet de continuïteit bij de uitvoering van het mechanisme voor bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen (“AggregateEU”) worden gewaarborgd. Dit omvat de mogelijkheid om het huidige contract met de dienstverlener te verlengen overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 9 .

(22)Met het oog op de voordelen voor verbruikers, prijsstabiliteit en continuïteit van de energievoorziening wordt een verlenging ook gerechtvaardigd door de bepalingen die voorzien in een mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit, een lng-prijsraming en een lng-benchmark.

(23)Gezien de hierboven genoemde aanhoudende risico’s voor stabiele gasleveringen, is het ook passend om de bepalingen met een jaar te verlengen in geval van een gasnoodsituatie (hoofdstuk IV), temeer daar in het verslag wordt geconcludeerd dat de bepalingen een positief effect hebben. De waarden voor kritieke gasvolumes in bijlage I blijven van kracht totdat de verlengde geldigheidsduur van de verordening eind 2024 verstrijkt.

(24)De langere toepassing van Verordening (EU) 2022/2576 moet tijdelijk zijn, in werking treden op 31 december 2023 om een voortgezette toepassing van de desbetreffende bepalingen te waarborgen, en één jaar duren, namelijk tot en met 31 december 2024. De verlenging met één jaar is noodzakelijk en evenredig vanwege het aanhoudende karakter van de ernstige moeilijkheden bij de energievoorziening en de daaruit voortvloeiende risico’s voor de prijzen en de leveringszekerheid, die naar verwachting ten minste gedurende heel 2024 zullen voortduren. De in de tijd beperkte verlenging van de periode waarin Verordening (EU) 2022/2576 van toepassing is mag geen aanvullende verplichtingen met zich meebrengen, met name wat betreft de door lidstaten genomen maatregelen om deelname aan de bundeling van de vraag te waarborgen.

(25)Verordening (EU) 2022/2576 moet daarom tot en met 31 december 2024 van toepassing zijn.

(26)Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten verwezenlijkt kan worden, maar beter door de Unie verwezenlijkt kan worden, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(27)Verordening (EU) 2022/2576 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) 2022/2576

Verordening (EU) 2022/2576 wordt als volgt gewijzigd:

(1)In artikel 31 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing tot en met 31 december 2024.”

(2)In bijlage I wordt voetnoot 1 vervangen door:

“De cijfers in bijlage I, punten a) en b), zijn gebaseerd op gegevens van de wintertoereikendheidsbeoordeling uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) 2019/941 door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E), behalve voor Malta dat niet over aanzienlijke opslagcapaciteit beschikt en waar de elektriciteitsopwekking volledig afhankelijk is van lng-leveringen. Gezien de specifieke kenmerken van laagcalorisch gas moeten de waarden voor Nederland in deze tabel worden vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 37,89 gedeeld door 35,17. Bijlage I, punt a), geeft de individuele maandelijkse volumes weer die door ENTSB-E zijn berekend voor de maanden december 2022 tot en met maart 2023; de cijfers in bijlage I, punt b), voor de maanden april 2023 tot en met december 2024 geven het gemiddelde weer van de waarden in de periode tussen december 2022 en maart 2023.”

(3)In bijlage I, punt b), wordt de eerste zin vervangen door:

“Maximale kritieke gasvolumes voor elektriciteitsvoorzieningszekerheid uit hoofde van artikel 23 voor de periode van april 2023 tot en met december 2024 (waarden in miljoen kubieke meter)”

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op 31 december 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    COM(2023) 547 final.
(2)     https://www.iea.org/reports/background-note-on-the-natural-gas-supply-demand-balance-of-the-european-union-in-2023  
(3)     https://iea.blob.core.windows.net/assets/f45a2340-8479-4585-b26e-ec5e9b14feca/GlobalGasSecurityReview2023IncludingtheGasMarketReportQ32023.pdf .
 Begin november 2023 bereikten de gasvoorraden van de EU een recordhoogte, waarbij de opslagcapaciteit voor ruim 99 % gevuld was.
(4)     SO0052-23_Winter Supply Outlook 2023-24 with Summer 2024 Overview.pdf (entsog.eu)
(5)    Verordening (EU) 2022/2576 van de Raad van 19 december 2022 inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen (PB L 335 van 29.12.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2576/oj ).
(6)    COM(2023) 547 final.
(7)    Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/1938/oj).
(8)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “REPowerEU Plan”, COM(2022) 230 final van 18.5.2022.
(9)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/1046/oj).