Brussel, 20.6.2023

COM(2023) 401 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE REKENKAMER





























Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Begrotingsjaar 2022


FINANCIAL YEAR

2022

Annual Management and Performance Report for the EU Budget

Volume I

#EUBUDGET

Integrated Financial and Accountability Reporting 2022

Manuscript voltooid in juni 2023

Eerste editie

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023

© Europese Unie, 2023

Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie is vastgelegd in Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders is aangegeven, is hergebruik van dit document toegestaan op grond van een “Creative Commons Attribution 4.0 International”-licentie (CC BY 4.0) ( https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.nl ). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.

Print    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

PDF    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

EPUB    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

HTML    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting

Begrotingsjaar 2022

Deel I



Het Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Begrotingsjaar 2022 vormt samen met zijn bijlagen de belangrijkste bijdrage van de Commissie tot de jaarlijkse kwijtingsprocedure ( 1 ) waarbij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie de uitvoering van de EU-begroting in het oog houden. Hiermee voldoet de Commissie aan haar verplichtingen krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( 2 ) en het Financieel Reglement ( 3 ). De uitvoering van de EU-begroting is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de Commissie nauw samenwerkt met de lidstaten en met andere partners en organisaties.

Het verslag bestaat uit drie delen.

·Deel I bevat de belangrijkste feiten en verwezenlijkingen met betrekking tot begrotingsbeheer voor 2022.

·Deel II geeft een meer alomvattend beeld van de uitvoering van de EU-begroting. Bijlage 1 bevat een overzicht van de prestaties van de EU-begroting in 2022 wat betreft de verwezenlijking van de zes prioriteiten van de Commissie voor 2019-2024. Bijlage 2 bevat een overzicht op hoog niveau van de interne controle en de procedures voor het financieel beheer. Bijlage 3 gaat in op de prestaties en naleving van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het instrument dat de kern vormt van NextGenerationEU, het EU-herstelprogramma van 807 miljard EUR ( 4 ).

·Deel III bevat technische bijlagen ter ondersteuning van het verslag. Het omvat bijlage 4, met gedetailleerde gegevens over de prestatie per programma in de “Verklaringen over de prestaties van de programma’s”.

Dit verslag maakt deel uit van het grotere pakket geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen ( 5 ), dat ook de jaarrekening ( 6 ), een langetermijnprognose van toekomstige in- en uitstromen voor de komende vijf jaar ( 7 ), het verslag over interne controles ( 8 ) en het verslag over de follow-up van de kwijting ( 9 ) van het voorgaande jaar bevat.

Inhoud

Inhoud    

Een krachtige reactie van de Europese Unie op ongekende crises    

Een snellere transformatie naar een groenere, digitale en concurrerende Europese Unie    

De uitrol van de herstel- en veerkrachtfaciliteit komt in een stroomversnelling    

Nieuwe en onverwachte uitdagingen zetten de EU-begroting onder zware druk    

Er zijn doeltreffende instrumenten om de verantwoordingsplicht, de transparantie en het goed financieel beheer van de EU-begroting te waarborgen    

Het nieuwe conditionaliteitsregime draagt bij aan een goed financieel beheer en de bescherming van de financiële belangen van de EU    

Conclusie    



Een krachtige reactie van de Europese Unie op ongekende crises

In 2022, net toen de wereldeconomie zich begon te herstellen van de COVID-19-pandemie, lanceerde Rusland op 24 februari een aanvalsoorlog tegen Oekraïne die verwoestende gevolgen had voor de Oekraïense bevolking, met een stijgend aantal dodelijke slachtoffers en steeds meer materiële schade. De Russische wreedheden veroorzaakten niet alleen een humanitaire crisis, maar ook de ergste energiecrisis in Europa sinds de jaren zeventig. Dit leidde wereldwijd tot een stijging van de voedselprijzen, waardoor de mondiale voedselonzekerheid nog verergerde.

De EU heeft haar politieke, humanitaire en financiële steun aan Oekraïne opgevoerd. In een geest van solidariteit heeft de EU in 2022 meer dan 200 maatregelen getroffen als reactie op de invasie. De aanpak volgde drie sporen: brede steun voor Oekraïne; Rusland isoleren door een ongekende reeks sancties op te leggen met ernstige gevolgen voor de Russische economie en om het Rusland moeilijk te maken zijn aanvalsoorlog voort te zetten; en Rusland ter verantwoording roepen voor de aanvalsoorlog, de invasie en de schendingen van het internationaal humanitair recht.

De EU heeft aanzienlijke financiële middelen vrijgemaakt om Oekraïne en de lidstaten te steunen bij het opvangen van de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de massale toestroom van Oekraïense burgers die naar de buurlanden zijn gevlucht. Oekraïne heeft cruciale politieke, humanitaire en financiële steun gekregen vanuit de EU-begroting in de vorm van macrofinanciële bijstand en begrotingssteun, noodhulp, crisisrespons en humanitaire hulp, vooral via herprioritering binnen de EU-uitgavenprogramma’s. Daarnaast is er vanuit de EU-begroting steun verleend aan de lidstaten, bijvoorbeeld door middel van betalingsflexibiliteit voor verschillende programma’s. In 2022 bedroeg de totale steun uit de EU-begroting aan Oekraïne en zijn bevolking en aan de EU-lidstaten 15,4 miljard EUR, zoals blijkt uit onderstaande figuur. Er zijn meerdere maatregelen ingevoerd om de toegang van Oekraïne tot de eengemaakte markt van de EU te verbeteren door “solidariteitscorridors” tussen de EU en Oekraïne in te stellen, humanitaire hulp te bieden en te helpen met het repareren van installaties voor energieproductie en -distributie.

Vanuit de EU-begroting wordt op verschillende manieren hulp geboden aan Oekraïne en de lidstaten om de gevolgen van de oorlog op te vangen:

Vastgelegde toewijzingen voor Oekraïne en de lidstaten om de gevolgen van de oorlog op te vangen vanuit de EU-begroting en buiten de EU-begroting via de Europese Vredesfaciliteit in 2022 (in EUR).

De bedragen in dit overzicht zijn exclusief de 13,6 miljard EUR aan flexibiliteit die wordt geboden via het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa en de flexibele bijstand aan gebieden (zie verder).

(1)    Steun verleend via noodhulp (programma’s van 2021-2027), voornamelijk in 2022 maar ook in 2023.

(2)    Horizon Europa, Connecting Europe Facility, EU4Health, Europees instrument voor internationale samenwerking inzake nucleaire veiligheid, gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Bron: Europese Commissie.

In 2023 zal de EU tot 18 miljard EUR aan macrofinanciële bijstand aan Oekraïne verstrekken in de vorm van leningen tegen zeer gunstige voorwaarden met een looptijd van maximaal 35 jaar en een aflossingsvrije periode van 10 jaar. Dit is een duidelijk teken van de blijvende solidariteit van de EU met het Oekraïense volk. Deze stabiele en voorspelbare financiële steun zal helpen om een aanzienlijk deel van de Oekraïense financieringsbehoeften voor 2023 te dekken, om de lonen en pensioenen te betalen en om essentiële openbare diensten zoals ziekenhuizen, scholen en huisvesting voor herplaatste personen draaiende te houden. Hierdoor kan ook de macro-economische stabiliteit van Oekraïne worden gewaarborgd en kan de kritieke infrastructuur die Rusland tijdens zijn aanvalsoorlog heeft vernietigd, zoals energie-infrastructuur, watersystemen, transportnetwerken, wegen en bruggen, worden hersteld. De EU kan ook aanbieden om de rentekosten van deze leningen te dekken, waar nodig ondersteund door extra betalingen van de lidstaten aan de EU-begroting.

De niet-uitgelokte inval van Rusland in Oekraïne heeft geleid tot een stijging van de grondstofprijzen en de voedselzekerheid in de hele wereld in gevaar gebracht. Hoewel het voedselsysteem van de EU veerkrachtig en zelfvoorzienend genoeg is om de beschikbaarheid van voedsel in de EU te blijven garanderen, blijft de Commissie maatregelen nemen om zich voor te bereiden en te reageren op potentiële bedreigingen voor de wereldwijde voedselvoorziening en voedselzekerheid. Net als in veel andere regio’s die dringend steun nodig hadden, heeft de EU-begroting een cruciale rol gespeeld in de hulpverlening, zowel binnen de EU als daarbuiten. Om de wereldwijde voedselcrisis aan te pakken, bundelde de EU in het kader van een Team Europa-aanpak middelen en deskundigheid met haar lidstaten en met financiële instellingen. Tegelijk blijft zij doordrongen van de noodzaak om op multilaterale wijze met internationale partners samen te werken.

Als onderdeel van de reactie op de wereldwijde voedselonzekerheid heeft de Commissie de humanitaire voedselhulp in 2022 aanzienlijk verhoogd tot naar schatting meer dan 1 miljard EUR (ruim 80 % meer dan in 2021), en heeft zij bijgedragen aan de ontwikkeling van een “Team Europa”-responsstrategie, die in juni 2022 door de EU en haar lidstaten is goedgekeurd. Op 24 september 2022 heeft de EU 600 miljoen EUR uitgetrokken voor steun aan de meest kwetsbare landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan die door de voedselcrisis zijn getroffen en op 14 november 2022 heeft zij een nieuw humanitair hulppakket van 210 miljoen EUR aangekondigd voor de 15 landen die het zwaarst zijn getroffen door de verwoestende gevolgen van de toenemende voedselonzekerheid.

De EU heeft snel en solidair gehandeld om de lidstaten te helpen bij de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne door 3,5 miljard EUR beschikbaar te stellen in de vorm van aanvullende voorfinanciering uit het initiatief voor herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa, toegewezen in het kader van de programma’s voor 2014-2020. Via het in april 2022 goedgekeurde cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa hadden de lidstaten de mogelijkheid om de 100 % medefinanciering van de programma’s voor 2014-2020 te verlengen voor de boekjaren 2021-2022, wat leidde tot een toename van het aantal aanvragen met in totaal 6,6 miljard EUR. Bovendien kregen de lidstaten en hun regio’s ook de mogelijkheid om de resterende financiering in deze programmeringsperiode om te leiden naar een nieuwe prioriteit ter ondersteuning van de onmiddellijke behoeften en de integratie van vluchtelingen, waarvoor ook 100 % medefinanciering zonder beperking in de tijd geldt.

Teneinde deze steun verder uit te breiden, kwam de Commissie in juni 2022 met het voorstel inzake flexibele bijstand aan gebieden om de lidstaten te helpen bij de ondersteuning van vluchtelingen. In totaal is er 13,6 miljard EUR beschikbaar als extra liquiditeit in het kader van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa en de flexibele bijstand aan gebieden. Dit bedrag omvat 3,5 miljard EUR aan aanvullende voorfinanciering voor de periode 2021-2027, waarmee tijdelijk een medefinancieringspercentage van 100 % kan worden toegepast voor een prioriteit die gericht is op de sociaaleconomische integratie van niet-EU-onderdanen tot 30 juni 2024. Om de uitvoering van de middelen te vergemakkelijken, omvat het pakket een vereenvoudigde kostenoptie voor de terugbetaling van kosten tegen een vooraf bepaald tarief van 100 EUR per vluchteling per week gedurende maximaal 26 weken. Met deze pakketten is een bijdrage geleverd aan het ondervangen van de samenloop van nadelige gevolgen voor de uitvoering van door de EU gefinancierde projecten door COVID-19 en door de hoge energiekosten en het tekort aan grondstoffen en arbeidskrachten als gevolg van de oorlog. Medio 2023 zullen de lidstaten voor het eerst verslag uitbrengen over de resultaten van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa en de flexibele bijstand aan gebieden.

Flexibele bijstand aan gebieden: steun in het kader van het cohesiebeleid aan gebieden en partners die Oekraïense vluchtelingen opvangen.

Volledige flexibiliteit en vereenvoudiging van de cohesiefondsen ( 10 ).

30 % van de middelen gaat naar lokale overheden en maatschappelijke organisaties.

Flexibiliteit om projecten uit te voeren die zijn vertraagd door een tekort aan grondstoffen en arbeidskrachten.

Vereenvoudigde steun van 100 EUR per vluchteling per week gedurende 26 weken.

Aanvullend bedrag van 3,5 miljard EUR voorfinanciering uit het cohesiebeleid in 2022 en 2023.

De uitvoeringsperiode voor de middelen voor binnenlandse zaken 2014-2020 werd met één jaar verlengd om gebruik te kunnen maken van niet-bestede financiering. Daarnaast krijgen de lidstaten toegang tot financiering in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid voor 2021-2027. Zo is er 400 miljoen EUR beschikbaar gesteld in de vorm van noodhulp, voornamelijk om steun te verlenen voor de opvang en vroege integratie van Oekraïners aan de lidstaten die zich in de frontlinie bevinden. De EU stelde voor het eerst de richtlijn tijdelijke bescherming in werking, om onmiddellijke bescherming te bieden aan de miljoenen Oekraïners die huis en haard moesten achterlaten. Negen lidstaten verzochten via het instrument voor technische ondersteuning van de EU om toegang te krijgen tot hun rechten in het kader van de tijdelijke bescherming. Daarbij ging het onder meer om het helpen van vluchtelingen uit Oekraïne bij het vinden van een baan in de EU en om het aanpassen van schoolcurricula aan de behoeften van Oekraïense leerlingen.

In het kader van het EU-mechanisme voor civiele bescherming heeft de Commissie haar grootste en meest complexe noodoperatie ooit uitgevoerd. Het coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de Europese Commissie heeft de levering gecoördineerd van meer dan 80 000 ton levensreddende en broodnodige bijstand in natura aan Oekraïne en ook hulp geboden aan aangrenzende EU-landen en Moldavië. De snelle en aanzienlijke steun op het gebied van energie via de mobilisatie van noodgeneratoren uit de lidstaten en rescEU was van bijzonder belang in het licht van de grootschalige bombardementen op kritieke infrastructuur in Oekraïne. In totaal is 124,5 miljoen EUR uit de EU-begroting vrijgemaakt om deze maatregelen te bekostigen via begrotingsverhogingen.

De oorlog in Oekraïne heeft pijnlijk duidelijk gemaakt hoe essentieel de defensiesector van de EU is voor de toekomst van de Unie. Deze sector speelt een sleutelrol bij het veiligstellen van de strategische soevereiniteit van de EU en haar vermogen om als veiligheidsleverancier op te treden. Het Europees Defensiefonds heeft als doel de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen, versnippering tegen te gaan en het concurrentievermogen en de technologische autonomie van de Europese defensie-industrie te vergroten. In 2021 en 2022 is in totaal 1,9 miljard EUR aan vastleggingen toegezegd en de eerste reeks projecten is in december 2022 en januari 2023 van start gegaan.

Buiten de EU-begroting heeft de Europese Vredesfaciliteit 3,2 miljard EUR toegewezen om de levering van militaire uitrusting en veiligheidsinfrastructuur aan de Oekraïense strijdkrachten te vergemakkelijken, wat een doorslaggevende factor is geweest in de ondersteuning van de Oekraïense defensie. Dit is de eerste keer dat de EU ondersteuning heeft geboden aan haar lidstaten om dit soort uitrusting te leveren aan een land dat zich tegen militaire agressie wil verdedigen. Via de Europese Vredesfaciliteit heeft de EU ook steun verleend aan partners zoals Moldavië en de Westelijke Balkan in de vorm van bijstandsmaatregelen.

Via het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn verschillende maatregelen genomen ter ondersteuning van EU-landbouwers die werden getroffen door de aanzienlijke stijgingen van de productiekosten zoals energie, meststoffen en diervoeder. De buitengewone aanpassingssteun van 2022, met een geraamde begrotingsimpact van 500 miljoen EUR, waaronder 350 miljoen EUR uit de crisisreserve van het Europees Landbouwgarantiefonds, is bijna volledig benut door de lidstaten. De buitengewone tijdelijke steun, waarmee een eenmalig bedrag is uitbetaald aan getroffen landbouwers en kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, wordt door tien lidstaten gebruikt, met een totaal geprogrammeerd bedrag van 409 miljoen EUR. Door met deze steun de cashflowproblemen direct aan te pakken en landbouwers te helpen het hoofd boven water te houden, konden de marktverstoringen worden aangepakt en kon een bijdrage worden geleverd aan de wereldwijde voedselzekerheid. De Russische agressie verstoorde ook de sectoren visserij, aquacultuur en verwerking van zeevruchten in de EU. De Commissie heeft zowel in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme zaken en visserij 2014-2020 als in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur 2021-2027 flexibiliteit geboden om de beschikbare middelen optimaal te benutten door de activiteit in de sector in stand te houden en de voedselvoorziening te waarborgen. Het totale bedrag dat de lidstaten aan deze noodmaatregelen hebben toegewezen, bedroeg 267 miljoen EUR.

De oorlog tegen Oekraïne legt ook een zeer grote druk op de Europese energievoorziening en de bredere economie. Met REPowerEU, dat deel uitmaakt van het antwoord van de EU op het inzetten van energie als wapen door Rusland, vermindert de EU in een ongezien tempo haar afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen. In 2022 slaagde de EU erin om in de eerste acht maanden van de oorlog 80 % van het Russische leidinggas te vervangen. Hierdoor konden de EU-lidstaten hun gasopslagfaciliteiten tegen november voor meer dan 95 % vullen, een record. De EU heeft haar gasverbruik tussen augustus en november met 20 % verminderd (ten opzichte van de voorgaande vijf jaar) en heeft in 2022 40 % meer capaciteit aan hernieuwbare energie geïnstalleerd dan in 2021. Eind 2022 had de EU het aandeel van haar gasinvoer via pijpleidingen uit Rusland teruggebracht tot 9 % en had Noorwegen Rusland ingehaald als belangrijkste gasleverancier van de EU.

In april 2022 hebben de Commissie en de lidstaten het EU-energieplatform opgericht met als doel de energievoorziening van de EU veilig te stellen. De Commissie heeft nauw samengewerkt met de lidstaten en de industrie om de internationale outreachactiviteiten te versterken en nieuwe energiebevoorradingswegen te zoeken via betrouwbare internationale partners tegen eerlijke prijzen voor de EU-burgers en de industrie. In december 2022 heeft de EU verdere stappen gezet om de gezamenlijke aankoop van gas in het kader van het EU-energieplatform op te starten en de solidariteit tussen de lidstaten te vergroten. Dit zijn cruciale maatregelen om in de aanloop naar de winter van 2023/24 de opslagfaciliteiten gevuld te krijgen.

Door de sterke stijging van de energieprijzen lopen zowel kleine en middelgrote ondernemingen als kwetsbare huishoudens in heel Europa het risico om in energiearmoede terecht te komen. Om dit probleem aan te pakken, heeft de Commissie in oktober 2022 in het kader van de onderhandelingen over een verordening wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen een voorstel ingediend onder de naam SAFE (Supporting Affordable Energy). Hierdoor wordt de werkingssfeer van de cohesiefondsen uitgebreid, met inbegrip van het initiatief inzake de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa. De lidstaten kunnen nu ondersteuning bieden voor het werkkapitaal van kleine en middelgrote ondernemingen die bijzonder worden getroffen door de stijging van de energieprijzen en rechtstreekse inkomenssteun geven aan kwetsbare huishoudens. De lidstaten kunnen tot 10 % van hun toewijzing in het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 herprogrammeren via een nieuwe specifieke prioriteit, waarvoor 100 % medefinanciering geldt.

De COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan waren ook in 2022 nog voelbaar. Samen met haar lidstaten werkt de EU aan een sterke Europese gezondheidsunie om de gezondheid van de EU-burgers beter te beschermen, pandemieën te voorkomen en zich op pandemieën voor te bereiden, en de zorgstelsels in Europa in hun geheel te verbeteren. De EU heeft ook een nieuwe mondiale gezondheidsstrategie van de EU ontwikkeld: “Betere gezondheid voor iedereen in een veranderende wereld”, die in november 2022 is vastgesteld.

De EU is de vaccinatiecampagnes zowel binnen als buiten haar grenzen blijven ondersteunen om de schadelijke effecten van het virus te beperken. De vaccinatiestrategie van de EU is succesvol gebleken. In totaal zijn in de EU sinds het begin van de pandemie bijna 1 miljard doses toegediend. Er is 375 miljoen EUR vastgelegd voor de uitrol van vaccins in partnerlanden. Wat het Team Europa-initiatief betreft voor de productie van en de toegang tot vaccins, medicijnen en gezondheidstechnologieproducten in Afrika, is 946,6 miljoen EUR extra vastgelegd of goedgekeurd, en een soortgelijk initiatief is opgezet voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied met betrekking tot de productie van vaccins en de veerkracht van zorgstelsels.

In 2022 werd de nieuwe autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied van de Commissie de belangrijkste EU-autoriteit voor de preventie van, voorbereiding op en snelle respons op grensoverschrijdende gezondheidscrises. Deze autoriteit is een ander belangrijk onderdeel van de robuuste gezondheidsunie die de EU nastreeft om de gezondheid van de EU-burgers beter te beschermen, toekomstige pandemieën te voorkomen en zich erop voor te bereiden, onder meer door het aanleggen van medische voorraden in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, en de gezondheidsstelsels van Europa in het algemeen te verbeteren.

De EU is ook bezig met het aanpakken van de langetermijneffecten van een COVID-19-infectie, zoals langdurige COVID. Daarom worden via de EU-begroting grote cohortstudies gefinancierd waarin populaties van over de hele wereld over een lange periode worden gevolgd. Bovendien gaan onderzoeksprojecten die in het kader van Horizon 2020 en Horizon Europa worden gefinancierd, ook in op gevallen waarin een COVID-19-infectie langdurige aandoeningen tot gevolg heeft.

In 2022 zijn de lidstaten blijven gebruikmaken van de door de Commissie in 2020 voorgestelde flexibiliteit om de reikwijdte te vergroten, zodat ook steunmaatregelen op het gebied van de volksgezondheid in de lidstaten in aanmerking komen, en om herprogrammering in andere economische sectoren aan te moedigen, en tegelijkertijd uitzonderlijke flexibiliteit te bieden voor het gebruik van de cohesiefondsen in het kader van het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus. Dankzij specifieke maatregelen konden de lidstaten steun uit de cohesiefondsen mobiliseren en aanwenden voor de meest prangende behoeften (levens redden, banenverlies voorkomen door regelingen voor werktijdverkorting en kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen).

In totaal hebben 25 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk om 239 wijzigingen in hun bestaande cohesiebeleidsprogramma’s verzocht, met gebruikmaking van de flexibiliteit die wordt geboden door het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus ( 11 ).

Na de thematische herprogrammering zijn dit de belangrijkste aandachtsgebieden voor investeringen: de gezondheidszorg — om persoonlijke beschermingsmiddelen veilig te stellen, tests te financieren en ziekenhuizen te steunen door extra medische uitrusting aan te kopen; het bedrijfsleven — door werkkapitaal te verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen, digitalisering te vergemakkelijken en financiële instrumenten op te zetten of te herontwerpen; en het ondersteunen van mensen — door programma’s in te voeren om mensen aan het werk te houden en kwetsbare groepen te ondersteunen.

De belangrijkste cijfers over de omvang van de middelen die zijn gemobiliseerd in het kader van het corona-investeringsinitiatief (CRII) en het corona-investeringsinitiatief plus (CRII+):

8,3 miljard EUR aan herschikkingen voor gezondheidsacties binnen de EU, wat neerkomt op een netto-toename van 8 miljard EUR op EU-niveau voor dit belangrijke gebied;

12,5 miljard EUR aan herschikkingen voor bedrijfsondersteuning binnen de EU, wat neerkomt op een netto-toename van 4,2 miljard EUR op EU-niveau voor dit belangrijke gebied;

 5,1 miljard EUR voor directe steun aan mensen, waaronder werknemers en kwetsbare groepen (de toegewezen bedragen voor “directe steun aan mensen” overlappen gedeeltelijk met de herprogrammering op het gebied van gezondheid en het bedrijfsleven van het Europees Sociaal Fonds).

Wat de maatregelen die zijn gericht op het aanpakken van COVID-19, zijn met de financiering uit de cohesiefondsen aanzienlijke successen geboekt.

Van het in de programma’s van de lidstaten vastgestelde streefdoel van 3,4 miljard persoonlijke beschermingsmiddelen werd 84 % behaald.

Van de beoogde 13 000 nieuwe beademingsapparaten werd de aankoop van 11 000 stuks gemeld (84 %).

Van de beoogde 12,4 miljard EUR aan noodhulp voor het werkkapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen (subsidies en leningen) werd 70 % van het streefdoel behaald.

Van de doelstelling om meer dan 1 miljoen kleine en middelgrote ondernemingen te steunen met werkkapitaal, werd eind 2021 78 % van het streefdoel behaald, met ongeveer 805 000 ondersteunde ondernemingen.

De crisisrespons- en crisisherstelmaatregelen in het kader van het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus werden aangevuld met een totaalbedrag van 50,6 miljard EUR in het kader van de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (REACT-EU) om de crisisherstelcapaciteit te ondersteunen. Het gaat daarbij onder meer om werkgelegenheidsmaatregelen, steun voor gezondheidszorgstelsels en kleine en middelgrote ondernemingen en om het groene, digitale en veerkrachtige herstel van de economie voor te bereiden, bijvoorbeeld door middel van investeringen in energie-efficiëntie, stedelijke vergroening en de digitalisering van scholen en bedrijven.

Een snellere transformatie naar een groenere, digitale en concurrerende Europese Unie

De crisis heeft nog maar eens duidelijk gemaakt dat de EU haar klimaatdoelstellingen nog sterker moet verdedigen. De EU heeft haar inspanningen opgevoerd om een beter Europa achter te laten voor de volgende generaties, omdat de drievoudige crisis van klimaatverandering, vervuiling en verlies aan biodiversiteit om een onmiddellijk en doortastend optreden vraagt. In 2022 is de Commissie blijven inzetten op de dubbele groene en digitale transities als de belangrijkste pijlers om het herstel van onze economieën te helpen na de pandemie en ze veerkrachtiger te maken. De Europese Green Deal blijft daarvoor de routekaart van de EU. De belangrijkste resultaten zijn onder meer het politieke akkoord dat werd bereikt over de hoofdelementen van het “Fit for 55”-pakket — het pakket met wetgevingsvoorstellen van de EU dat de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55 % wil verminderen — en het voorstel voor nieuwe regels voor de behandeling van stedelijk afvalwater, luchtkwaliteit en natuurbescherming. Het nieuwe voorstel voor wetgeving inzake natuurherstel en het akkoord over het wereldwijde biodiversiteitskader tonen eens te meer aan dat de EU het voortouw wil nemen op het gebied van biodiversiteit, waarbij de synergieën met de doelstellingen inzake de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering worden versterkt.

NextGenerationEU, het herstelplan voor Europa, is een EU-programma van 807 miljard EUR ( 12 ) om het economisch herstel na de coronapandemie te ondersteunen en een groenere, digitalere en veerkrachtigere toekomst op te bouwen.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit vertegenwoordigt 90 % van de begroting van NextGenerationEU. De faciliteit is een innovatief, prestatiegericht instrument dat de lidstaten de flexibiliteit biedt om hervormingen en investeringen uit te werken en uit te voeren om op de best mogelijke manier tegemoet komen aan hun nationale behoeften, met volledige inachtneming van de doelstellingen van de groene en digitale transitie. Zoals geïllustreerd door REPowerEU is de EU dankzij de unieke opzet van de faciliteit in staat om snel nieuwe uitdagingen aan te pakken, zoals energiezekerheid, duurzaam industrieel concurrentievermogen en de industriële transitie naar een nettonuleconomie.

Dankzij het herstelplan NextGenerationEU, en met name de herstel- en veerkrachtfaciliteit, voeren de lidstaten nu al hervormingen en investeringen uit om de energie-efficiëntie te verbeteren en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te stimuleren. 37 % van de middelen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit moet worden gebruikt voor groene maatregelen. In hun herstel- en veerkrachtplannen gaan de lidstaten verder dan deze doelstellingen, aangezien ze zich ertoe hebben verbonden 40 % van de middelen aan klimaatmaatregelen te besteden.

Om de groene component van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te financieren, geeft de EU groene obligaties via NextGenerationEU uit. Door tot 30 % van de NextGenerationEU-middelen via groene obligaties uit te geven, wordt de EU de grootste emittent van groene obligaties ter wereld. Tegen eind 2022 had de Commissie — namens de EU — al voor 36 miljard EUR aan groene obligaties via NextGenerationEU uitgegeven, onder meer via de ongeziene eerste uitgifte van 12 miljard EUR, de grootste uitgifte van groene obligaties ter wereld tot nu toe. Deze obligaties worden uitgegeven in het kader van de groene obligaties via NextGenerationEU, waarbij investeerders de garantie krijgen dat al het geld dat wordt opgehaald via groene obligaties uitsluitend wordt gebruikt voor groene en duurzame projecten. Op basis van de gegevens in het eerste NextGenerationEU green bonds allocation report, dat in december 2022 is gepubliceerd, zullen met de groene obligaties via NextGenerationEU 823 in aanmerking komende maatregelen worden gefinancierd, wat neerkomt op bijna 185 miljard EUR of meer dan 30 % van de tot op heden vastgelegde middelen voor NextGenerationEU.

De verwachte steun voor de dubbele transitie vanuit de EU-begroting en NextGenerationEU is ook in 2022 daadwerkelijk geleverd. In totaal ging het om 119,4 miljard EUR — of 36 % van de totale gezamenlijke begroting — die is besteed aan klimaatintegratie. Daarnaast is 19,4 miljard EUR, oftewel 5,8 % van de totale gezamenlijke begroting, toegewezen aan biodiversiteit. Volgens voorlopige ramingen van een inventarisatie ( 13 ) die de Commissie voor het eerst heeft uitgevoerd voor de volledige EU-begroting en NextGenerationEU, is in de periode 2021-2022 ( 14 ) ongeveer 132 miljard EUR besteed aan het helpen verwezenlijken van de digitale prioriteiten van de EU, wat overeenkomt met 17 % van de totale jaarlijkse begrotingen van 2021 en 2022.

In 2022 gaf de EU het startschot voor het digitale decennium, een strategie die mensen en bedrijven beter in staat moet stellen om ten volle deel te nemen aan de digitale transformatie. Met dit voor ogen ondernam de EU in 2022 actie om de regels voor cyberbeveiliging te actualiseren, digitale rechten te erkennen en de verantwoordingsplicht van digitaledienstverleners te vergroten, en tegelijkertijd de uitrol van de nodige digitale infrastructuur en de ontwikkeling van digitale vaardigheden te ondersteunen. In totaal moet 20 % van de middelen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden gebruikt voor de digitale transformatie van de EU. In hun herstel- en veerkrachtplannen hebben de lidstaten deze doelstellingen overtroffen, aangezien de EU-landen zich ertoe hebben verbonden 26 % aan digitale maatregelen te besteden.

De Commissie kwam ook met voorstellen voor nieuwe regels voor een eerlijkere toegang tot gegevens en boekte vooruitgang bij de regulering van de digitalisering van verschillende sectoren. Omdat digitale soevereiniteit steeds belangrijker werd voor het concurrentievermogen van de EU, stelde de Commissie wetgevingsmaatregelen voor om de leveringszekerheid van halfgeleiders te waarborgen door middel van de chipverordening.

In 2022 is gestart met de uitvoering van de Global Gateway-strategie ( 15 ), waarbij partners een plan voor grote investeringen in infrastructuurontwikkeling wordt aangereikt, in overeenstemming met de waarden en normen van de EU. De Global Gateway-strategie is erop gericht investeringen in fysieke infrastructuur en in de randvoorwaarden te stimuleren zodat projecten een sociaal-economische impact hebben op lokale gemeenschappen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. In 2022 is meer dan 9 miljard EUR (in subsidies) uit de EU-begroting gespendeerd aan de uitvoering van de belangrijkste gebieden van de strategie, waaronder digitale verandering en klimaatverandering.

Ondanks aanzienlijke herschikkingen ten voordele van de hulpverlening in het kader van COVID-19, het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa en de flexibele bijstand voor gebieden, blijven de programma’s in het kader van het cohesiebeleid een hoeksteen van de groene en digitale transities. Nu de meerjarige financiële kaderprogramma’s voor 2014-2020 bijna zijn afgerond, zullen de meeste indicatoren, met name die voor de groene transitie op het gebied van vervoer, energiebesparing bij huishoudens en installaties voor hernieuwbare energie, naar verwachting hun oorspronkelijke streefwaarden overtreffen. Met de voltooiing in 2022 van de programmering van het cohesiebeleid 2021-2027 zal een nieuwe generatie investeringen in de groene en digitale transities op regionaal niveau zorgen voor toegang tot energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en slimme energiesystemen, modernisering en digitalisering van overheidsdiensten, digitale vaardigheden en infrastructuur, de digitale transformatie van bedrijven en het beginsel dat niemand wordt achtergelaten.

Enkele voorbeelden van de resultaten van programma’s in het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 ( 16 ):

·22 miljoen burgers konden rekenen op overstromingsbescherming;

·19 miljoen burgers konden rekenen op beschermingsmaatregelen tegen bosbranden;

·6,3 miljoen huishoudens zijn aangesloten op breedbandtoegang van minstens 30 megabit per seconde;

·2 miljoen bedrijven ontvingen steun in de vorm van subsidies, eigen vermogen, leningen, garanties en advies;

·meer dan 450 000 huishoudens kregen een verbeterde energieverbruikclassificatie;

·er werd 3 640 megawattuur aan productiecapaciteit voor hernieuwbare energie gecreëerd;

·meer dan 30 miljoen mensen wonen in gebieden met geïntegreerde strategieën voor stadsontwikkeling;

·1 347 kilometer aan trans-Europese spoorlijnen werd aangelegd of opnieuw aangelegd.

De uitrol van de herstel- en veerkrachtfaciliteit komt in een stroomversnelling

De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt lidstaten aanzienlijke financiële steun om de economische en sociale veerkracht te bevorderen en de groene en digitale transformatie te verwezenlijken. Eind 2022 waren alle 27 nationale herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten goedgekeurd. Deze goedgekeurde plannen vertegenwoordigen samen een totale toewijzing van 335,1 miljard EUR aan subsidies en 165,3 miljard EUR aan leningen. Deze bedragen worden uitbetaald na de uitvoering van 2 557 maatregelen (waarvan ongeveer een derde uit hervormingen en twee derde uit investeringen bestaat) en de bijbehorende 6 237 mijlpalen en streefdoelen tegen 2026.

Eind 2022 was in totaal 138,7 miljard EUR uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan de lidstaten uitbetaald (waarvan 74,4 miljard in 2022 alleen), een deel als voorfinanciering en een deel nadat de EU-lidstaten mijlpalen en streefdoelen hadden bereikt. De uitbetalingen en verdere uitvoering van de faciliteit zullen in 2023 worden voortgezet.

Over het algemeen lag de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen op schema. In totaal waren eind 2022 al 366 mijlpalen en streefdoelen naar tevredenheid behaald, waarmee een bijdrage aan de zes pijlers van de faciliteit is geleverd.

Uit de eerste resultaten blijkt dat de faciliteit een belangrijk verschil maakt in het leven van de EU-burgers. De belangrijkste resultaten staan hieronder opgesomd ( 17 ).

·Groene transitie. Tegen eind 2022 was dankzij de faciliteit het jaarlijkse energieverbruik met 14 miljoen megawatt gedaald en waren er meer dan 400 000 tank- en oplaadstations voor schone voertuigen geïnstalleerd of gemoderniseerd.

·Digitale transitie. Meer dan 9,2 miljoen woningen werden aangesloten op internetnetwerken met zeer hoge capaciteit en 123 miljoen gebruikers maakten al gebruik van nieuwe of verbeterde openbare digitale diensten ( 18 ).

·Gezondheidszorg. De capaciteit van de gezondheidszorg is uitgebreid, onder meer in ziekenhuizen, klinieken, centra voor ambulante zorg en gespecialiseerde zorgcentra. Eind 2022 konden tot 28 miljoen personen dankzij de faciliteit in een nieuwe of gemoderniseerde zorgvoorziening terecht.

·Onderwijs en opleiding. 2,6 miljoen mensen hebben deelgenomen aan een vorm van onderwijs en opleiding en 2,7 miljoen jongeren tussen 15 en 29 jaar hebben steun gekregen in geld of in natura (d.w.z. onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidssteun), dankzij maatregelen die in de periode tot eind 2022 door de faciliteit zijn ondersteund.

·Steun voor bedrijven. Bijna 413 000 ondernemingen hadden tegen eind 2022 in het kader van de faciliteit steun ontvangen in geld of in natura.

Voor de financiering van NextGenerationEU heeft de Commissie de kapitaalmarkten benaderd via een reeks geslaagde activiteiten, waarbij de Commissie door de uitgifte van langlopende EU-obligaties de benodigde middelen heeft bijeengebracht. Tegen eind 2022 had de Commissie op de kapitaalmarkten in totaal bijna 170,8 miljard EUR opgehaald. De Commissie zet haar verrichtingen tot het opnemen van leningen in 2023 verder via een uniforme financieringsaanpak (d.w.z. de gediversifieerde financieringsstrategie) waarbij al haar uitgiften onder één uniform EU-obligatielabel worden samengebracht in plaats van obligaties met een afzonderlijk label voor afzonderlijke programma’s. De opbrengsten worden vervolgens toegewezen aan relevante programma’s volgens de procedures die zijn vastgelegd in de toepasselijke overeenkomsten. Hierdoor kan de EU flexibelere uitbetalingen doen en de leenkosten zo laag mogelijk houden.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit ( 19 ) speelt een zichtbare rol bij het op gang brengen van belangrijke hervormingen en het verbeteren van de kwaliteit van de investeringen. Op macro-economisch niveau heeft de EU-economie snel de kloof gedicht met de productieniveaus van vóór de pandemie, onder meer dankzij de gecoördineerde reactie op de COVID-19-pandemie, zoals in het kader van NextGenerationEU. Ondanks de ernstige gevolgen die de EU ondervond van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, groeide het bruto binnenlands product in 2022 met 3,5 %. De faciliteit heeft belangrijke hervormingen op een groot aantal beleidsterreinen op gang gebracht. Die hervormingen maken de lidstaten niet alleen op de lange termijn veerkrachtiger, maar zorgen ook voor betere randvoorwaarden om de gerelateerde investeringen in het kader van de faciliteit en uit de cohesiefondsen tot een goed einde te brengen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de regelgevingskaders in belangrijke sectoren te moderniseren (digitaal beleid, hernieuwbare energie, vervoer), de vergunnings- en aanbestedingsprocedures te verbeteren en de rechtsstaat en de anticorruptiewaarborgen te versterken.

Dankzij de herstel- en veerkrachtfaciliteit is tijdens de eerste twee uitvoeringsjaren al vooruitgang geboekt met enkele belangrijke hervormingen. Het gaat om:

·hervormingen om het openbaar bestuur te digitaliseren (Slowakije) en de cyberbeveiliging te waarborgen (Roemenië);

·hervormingen van het burgerlijk recht en het strafrecht om ze efficiënter te maken door de duur van procedures te verkorten en de organisatie van rechtbanken te verbeteren (Italië, Spanje);

·hervormingen om de werkgelegenheid en de sociale bescherming te verbeteren (Kroatië);

·hervormingen om corruptie aan te pakken en de bescherming van klokkenluiders te waarborgen (Cyprus);

·hervormingen om vergunningsprocedures te vereenvoudigen om investeringen in hernieuwbare offshore-energie te stimuleren of hervormingen om de juiste voorwaarden te scheppen voor de invoering van hernieuwbare waterstof (Griekenland, Portugal, Spanje);

·hervormingen om de uitrol van hernieuwbare energie en duurzaam vervoer te ondersteunen (Kroatië, Roemenië);

·hervormingen om de kwaliteit van het wetgevingsproces te verbeteren (Bulgarije);

·een hervorming om betaalbare huisvesting te verbeteren (Letland).

Daarnaast benut de herstel- en veerkrachtfaciliteit het volledige potentieel van structurele hervormingen door deze aan te vullen met belangrijke investeringen. Enkele van deze investeringen waarvan de belangrijkste stappen al zijn voltooid, zijn onder meer:

·investeringen om de decarbonisatie en energie-efficiëntie van de industrie te ondersteunen (Frankrijk, voor een totaal geraamd bedrag van 1,4 miljard EUR; en Kroatië, 91 miljoen EUR);

·middelen om het concurrentievermogen van bedrijven in de toeristische sector te vergroten, waaronder 4 000 kleine en middelgrote ondernemingen (Italië, 1,9 miljard EUR);

·investeringen om kwetsbare mensen te ondersteunen (Italië, 1 miljard EUR);

·digitalisering van het openbaar bestuur met het oog op digitale, eenvoudige, inclusieve en veilige overheidsdiensten voor burgers en bedrijven (Portugal, 170 miljoen EUR);

·een investeringsplan voor hoogtechnologische apparatuur in de nationale gezondheidszorg (Spanje, 796 miljoen EUR);

·middelen om de efficiëntie en duurzaamheid van irrigatie te verbeteren (Spanje, 260 miljoen EUR).

Het scorebord voor herstel en veerkracht ( 20 ) bevat informatie in real time over de uitvoering van de faciliteit. Informatie over concrete projecten die worden gesteund in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is beschikbaar op een interactieve kaart die regelmatig wordt bijgewerkt ( 21 ).

Nieuwe en onverwachte uitdagingen zetten de EU-begroting onder zware druk

Terwijl de EU nog steeds bezig was met het aanpakken van eerdere uitdagingen, werd ze geconfronteerd met een zeer instabiele nieuwe realiteit door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, een stijging van de energie- en voedselprijzen, een nieuwe macro-economische omgeving met een sterke stijging van de rentevoeten en de inflatie, evenals een breed scala aan humanitaire crises en milieurampen.

De crises en noodsituaties waarvoor in de EU-begroting een oplossing moest worden gevonden, in combinatie met de blijvende noodzaak om de politieke prioriteiten van de EU te verwezenlijken, zoals de groene en digitale transities, hebben het meerjarig financieel kader onder aanzienlijke druk gezet. 
Ruim 90 % van de meer dan
 2 biljoen EUR uit het meerjarig financieel kader 2021-2027 en het herstelinstrument van NextGenerationEU is vooraf toegewezen aan specifieke doeleinden, programma’s of nationale enveloppen. De budgettaire flexibiliteit die in 2020 voor het huidige meerjarig financieel kader is overeengekomen, was vanaf het begin al zeer beperkt. Dit maakt het moeilijk om middelen te mobiliseren voor de financiering van nieuwe prioriteiten of het aanpakken van onverwachte noodsituaties. Tegen deze achtergrond, en om ervoor te zorgen dat de EU haar meest urgente doelstellingen kan verwezenlijken, presenteert de Commissie een tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader 2021-2027, waarin de balans wordt opgemaakt van de uitvoering tot nu toe en oplossingen worden voorgesteld voor de uitdagingen waarmee de EU-begroting wordt geconfronteerd. De Commissie stelt ook een structurele oplossing voor om Oekraïne na 2023 te steunen.

Er zijn doeltreffende instrumenten om de verantwoordingsplicht, de transparantie en het goed financieel beheer van de EU-begroting te waarborgen

De Commissie hecht veel belang aan een optimaal gebruik van het geld van de belastingbetaler. Er moet op worden toegezien dat de financiering op een kosteneffectieve wijze terechtkomt bij de beoogde begunstigden en dat de geldende regels goed worden nageleefd. Om deze doelstelling te bereiken, maakt de Commissie gebruik van een aantal instrumenten, die door de jaren heen passend zijn gebleken en tijdens de uitdagingen van de afgelopen drie jaar hun deugdelijkheid hebben bewezen.

Een robuuste verantwoordingsketen

Het governancesysteem en de verantwoordingsketen van de Commissie zijn toegesneden op haar unieke structuur en rol. Het college van commissarissen is politiek verantwoordelijk voor het beheer van de EU-begroting. Het delegeert het dagelijkse operationele beheer aan de 51 gedelegeerde ordonnateurs ( 22 ), die hun diensten beheren en aansturen en verantwoordelijk zijn voor het deel van de EU-begroting dat door hun dienst wordt uitgevoerd. Uit hun jaarlijkse activiteitenverslagen blijkt op transparante wijze hoe zij de zekerheid hebben gekregen dat de aan hen toegewezen middelen correct worden besteed, waarbij punten van voorbehoud kunnen worden opgenomen indien sprake is van tekortkomingen. De conclusies in deze verslagen zijn ook gebaseerd op de conclusies van de interne auditor.

Transparante verslaglegging

De Commissie brengt op transparante wijze verslag uit over de operationele uitvoering en de begrotingsuitvoering van de middelen die zij beheert. Dit gebeurt aan de hand van een groot aantal rapporten en openbaar toegankelijke databanken, waarvan in het onderstaande kader enkele voorbeelden worden gegeven.

·De geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen, met onder meer de definitieve geconsolideerde rekeningen, dit jaarlijkse beheers- en prestatieverslag, de langetermijnprognose van toekomstige in- en uitstromen, het jaarlijks interneauditverslag, het verslag over de follow-up van de kwijting, waarin de Commissie uitgebreide informatie over de uitvoering, de prestaties, de resultaten, het goed financieel beheer en de bescherming van de EU-begroting bundelt.

·De ordonnateurs van alle 51 diensten van de Commissie brengen elk jaar in hun jaarlijkse activiteitenverslagen verslag uit over de vooruitgang die zij hebben geboekt bij de verwezenlijking van hun doelstellingen wat betreft de uitvoering van de middelen. Zij brengen verslag uit over de resultaten van de controles, de vastgestelde zwakke punten in de internecontrolesystemen en de maatregelen die zijn genomen om deze aan te pakken. Zij vermelden in hun betrouwbaarheidsverklaring op transparante wijze de punten van voorbehoud voor uitgaven of inkomsten met een hoog risico.

·Het systeem voor financiële transparantie, een webportaal dat toegankelijk is voor iedereen die wil weten wie er geld heeft ontvangen uit de EU-begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds en hoeveel zij hebben ontvangen, samen met de vastleggingen voor entiteiten die de EU-begroting onder direct en indirect beheer mogen beheren.

·Het dashboard in verband met de groene obligaties van NextGenerationEU geeft een overzicht in real time van de maatregelen en bijbehorende uitgaven die financiering ontvangen via de groene obligaties van NextGenerationEU. Deze gegevens tonen aan dat de Commissie groene obligaties uitgeeft die voldoen aan de strengste normen en beste marktpraktijken.

·Wat betreft de cohesiefondsen, staat de kennisbank Kohesio ( 23 ) in voor het verzamelen, aan elkaar koppelen en standaardiseren van gegevens en informatie over door de EU gefinancierde projecten en gerelateerde begunstigden. Deze kennisbank wordt gevoed met lijsten van activiteiten die door de lidstaten worden gepubliceerd in overeenstemming met de toepasselijke regelgevende bepalingen. In mei 2023 bevatte Kohesio informatie over 1,8 miljoen projecten en ongeveer 650 000 begunstigden die steun hadden ontvangen uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds, voor in totaal meer dan 500 miljard EUR aan investeringen.

·Wat natuurlijke hulpbronnen betreft, zijn het de lidstaten die voor transparante informatie zorgen door de ontwikkeling en het beheer van nationale systemen en, indien van toepassing, databanken die toegankelijk zijn via het internet, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van percelen voor de landbouwfondsen en het regelmatig publiceren van de begunstigden van landbouwfondsen  en fondsen voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur .

·Voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit is een realtime scorebord over de uitvoering van de faciliteit ontwikkeld.

Middelen gebruikt overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer

Alle gedelegeerde ordonnateurs hebben in hun jaarlijkse activiteitenverslagen gemeld dat zij zekerheid hebben verkregen over het gebruik van de aan hen toegewezen middelen, in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer, en dat de gehanteerde controleprocedures de nodige garanties bieden aangaande de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties. Hun zekerheid is gebaseerd op: i) hun beoordeling van het internecontrolesysteem, met inbegrip van fraudebestrijdingsmaatregelen; ii) de resultaten van de uitgevoerde controles en hun beoordeling van de risico’s waaraan hun dienst is blootgesteld en de genomen risicobeperkende maatregelen; iii) de preventieve en corrigerende maatregelen die zij hebben ingevoerd naar aanleiding van de door hen verrichte controles, samen met de lidstaten in het geval van gedeeld beheer; iv) de opmerkingen en conclusies van de interne auditor en van de Europese Rekenkamer; en v) de risicobeperkende maatregelen die zijn genomen om de vastgestelde zwakke punten aan te pakken, d.w.z. de gebieden met een hoog risico.

Het internecontrolekader van de Commissie is een essentiële vrijwaring voor de handelingen van de Commissie. Dit geldt des te meer in een context van schaarse middelen, toenemende prioriteiten, elkaar opvolgende crises en de daaruit voortvloeiende noodmaatregelen. De Commissie heeft haar internecontrolesysteem verder aangepast aan de veranderende omstandigheden. Wat bijvoorbeeld de herstel- en veerkrachtfaciliteit betreft, zijn de specifieke audit- en controlestrategieën verder verfijnd en ontwikkeld naarmate de uitvoering van de faciliteit vordert, en zijn er nieuwe leidraden gepubliceerd. Op basis van de zelfevaluatie van de diensten functioneren de internecontrolesystemen van de Commissie goed, met enkele kleine tekortkomingen waarvoor risicobeperkende maatregelen zijn genomen.

Wat de fraudebestrijding betreft, heeft de Commissie het gebruik en de doeltreffendheid van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting verder bevorderd. Hiermee kan fraude worden voorkomen en bestraft. Tegen de achtergrond van het voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement heeft de Commissie ook verschillende maatregelen opgenomen om het gebruik van het systeem te bevorderen en te ontwikkelen. Zij stelde ook het verplichte gebruik voor van één geïntegreerd informatietechnologiesysteem voor datamining en risicoscores om toegang te krijgen tot gegevens over de ontvangers van EU-financiering en deze te analyseren, en om mogelijk risicovolle contracten en ontvangers te inventariseren.

Als onderdeel van hun controlestrategieën voeren de Commissie en de lidstaten binnen het internecontrolekader jaarlijks honderdduizenden controles uit om fouten en tekortkomingen in de controlesystemen te voorkomen, op te sporen en recht te zetten. Wat betreft direct en indirect beheer treedt de Commissie alleen op. Wat betreft gedeeld beheer vertrouwt de Commissie op de controles die door de nationale autoriteiten worden uitgevoerd en houdt zij waar nodig toezicht door middel van eigen controles en audits. Controles kunnen preventief zijn, uitgevoerd voordat de Commissie de betaling verricht, of correctief, uitgevoerd nadat de betaling is verricht.

In landbouw

In cohesie

voerden de lidstaten meer dan 900 000 controles en de Commissie 80 audits uit.

controleerden de lidstaten meer dan 8 700 activiteiten en controleerde de Commissie de jaarverslagen en adviezen voor 416 programma’s en voerde zij 69 audits uit.

Als gevolg van deze controles en audits werden in 2022 preventieve en corrigerende maatregelen genomen voor een bedrag van 4,95 miljard EUR: 3,159 miljard EUR aan fouten werden voorkomen en 1,791 miljard EUR aan correcties zijn door de Commissie en de lidstaten uitgevoerd.

Op basis van de resultaten van de controles en audits wordt het risico bij betaling voor de Commissie geraamd op 1,9 %. Dit is vergelijkbaar met 2021 en ligt dicht bij de materialiteitsdrempel van 2 % die ook de Europese Rekenkamer hanteert. Dit komt overeen met het feit dat de uitgaven nog steeds grotendeels betrekking hebben op de programmeringsperiode 2014-2020, met vergelijkbare kenmerken en controlebenaderingen als in voorgaande jaren. Dit resultaat is er gekomen ondanks de ernstige crises die de EU de laatste tijd hebben getroffen en waarvan sommige nog steeds niet zijn afgelopen. Ondanks de nieuwe prioriteiten en een toename van taken die hiervan het gevolg zijn, blijkt met andere woorden dat de aanpak van de interne controle nog steeds solide is en dat de betrokken administratie manieren heeft gevonden om de controles aan te passen aan de reisbeperkingen van COVID-19 (toen die nog van kracht waren).

De Commissie bepaalt ook een risico bij afsluiting, geraamd op 0,9 % voor 2022, wat verwijst naar het resterende foutenpercentage aan het einde van de programmeringscyclus nadat alle controles en correcties zijn uitgevoerd. Gezien het meerjarige karakter van de financieringsprogramma’s doet de Commissie, samen met de lidstaten in het geval van gedeeld beheer, aanzienlijke inspanningen om controles uit te voeren nadat de betalingen zijn gedaan en om voortdurend correcties aan te brengen tot de afsluiting van de programma’s. Deze inspanningen worden weerspiegeld in het geraamde risico bij afsluiting.

Risicobedragen bij de betaling en bij afsluiting voor de Europese Commissie voor de periode 2016-2022.
Bron: Europese Commissie, jaarlijkse beheers- en prestatieverslagen over de EU-begroting 2016-2022.

Op basis van alle uitgevoerde controles en audits beschikt de Commissie over gedetailleerd en robuust bewijsmateriaal om het gedifferentieerde risiconiveau voor de uitgaven van de EU te onderbouwen. Dit bewijsmateriaal is gedetailleerd tot op het niveau van de programma’s voor cohesie en de betaalorganen voor natuurlijke hulpbronnen. Hierdoor kan de Commissie de uitgaven opsplitsen in drie risicocategorieën op basis van het risico bij betaling: laag (minder dan 2,0 %), gemiddeld (tussen 2,0 % en 2,5 %) en hoog (meer dan 2,5 %). Dit maakt het op zijn beurt mogelijk om zwakke punten aan te pakken en te corrigeren in die segmenten van de uitgaven waar ze zich voordoen, en om gerichte maatregelen te nemen waar dat nodig wordt geacht.

Op die manier kan de Commissie ook een genuanceerd beeld geven van de beheerde uitgaven. Horizon 2020 en het cohesiebeleid als geheel hebben een betalingsrisico van meer dan 2 % en natuurlijke hulpbronnen (als geheel) en administratieve uitgaven hebben een laag risico. Voor het cohesiebeleid hebben echter niet alle programma’s een hoog risico en de Commissie kan precies aangeven welke programma’s in welke landen een betalingsrisico van meer dan 2 % hebben ( 24 ). Het risico bij betaling voor natuurlijke hulpbronnen als geheel is minder dan 2 %. De Commissie merkt marktmaatregelen en maatregelen voor plattelandsontwikkeling echter aan als maatregelen met een hoog risico. Bovendien is de Commissie in staat om voor rechtstreekse betalingen de betaalorganen te inventariseren die een foutenpercentage van meer dan 2 % hebben ( 25 ).

Indeling van uitgaven door de Europese Commissie in segmenten met een hoger, middelhoog of lager risico, als percentages van het totale bedrag van relevante uitgaven voor 2022.
Bron: Europese Commissie.

Het risico bij betaling wordt door de Commissie berekend op basis van een controlebenadering die specifiek is voor haar rol. Als beheerder van de EU-begroting moet de Commissie op meerjarige basis fouten voorkomen en waar nodig corrigeren, onterecht uitgegeven middelen terugvorderen en vastgestelde tekortkomingen aanpakken. De aanpak van de Commissie verschilt van de controleaanpak van de Europese Rekenkamer, omdat ze vanuit een beheersperspectief komt en meer gedetailleerde informatie verschaft. Ook al kunnen deze benaderingen leiden tot verschillen tussen de foutenpercentages van de Rekenkamer en die van de Commissie, komen de door de Commissie gebruikte concepten grotendeels overeen met die van de Rekenkamer.

Wanneer het risicopercentage door de gedelegeerde ordonnateurs als materieel wordt beschouwd (over het algemeen meer dan 2 %), of wanneer er significante tekortkomingen zijn in het beheer van middelen of indien er sprake is van reputatierisico’s voor de Commissie, wordt dit op transparante wijze vermeld in de jaarlijkse activiteitenverslagen door middel van punten van voorbehoud bij de betrouwbaarheidsverklaring. Voor 2022 zijn er 15 punten van voorbehoud met een totale financiële impact van 877 miljoen EUR, of 0,5 % van de totale uitgaven. Punten van voorbehoud vormen een hoeksteen in de verantwoordingsketen. Ze geven een beeld van vastgestelde uitdagingen en tekortkomingen en gaan systematisch vergezeld van een beschrijving van de maatregelen om deze aan te pakken. Er worden ook passende financiële correcties toegepast.

De Commissie pakt ook de belangrijkste zwakke punten aan die tijdens haar controles aan het licht komen (bv. begunstigden die niet vertrouwd zijn met de complexe subsidiabiliteitsregels van de EU, fouten bij overheidsopdrachten, ontbreken van essentiële bewijsstukken), door middel van passende maatregelen en rekening houdend met de aanbevelingen van het Europees Parlement, de interne auditor en de Rekenkamer. Hiertoe behoren mededelingen, opleidingssessies, workshops, leidraden bestemd voor de meest foutgevoelige begunstigden, grootschalig gebruik van vereenvoudigde subsidievormen en corrigerende actieplannen en begeleiding voor betere en versterkte controles bij de Commissie en in de lidstaten, om zo de capaciteit op te bouwen van nationale autoriteiten met tekortkomingen in hun beheers- en controlesystemen.

Bij het ontwerpen van nieuwe regelgeving wordt ook rekening gehouden met de opgedane ervaring, met name als het gaat om vereenvoudigingsmaatregelen. Dit werd bijvoorbeeld toegepast bij het opstellen van de rechtsgrondslagen voor de programmeringsperiode 2021-2027. Zoals hierboven reeds is uitgelegd, zal de impact van dergelijke voorzieningen in de komende jaren groter worden naarmate meer middelen in het kader van deze nieuwe programmeringsperiode zijn uitgegeven.

Op basis van het bovenstaande is de Commissie van mening dat de begroting in haar geheel op doeltreffende wijze is beschermd. Dit wordt bevestigd door het algemeen oordeel van de interne auditor ( 26 ), waarin hij van mening is dat de Commissie in 2022 beschikte over governance-, risicobeheer- en internecontroleprocedures die over het geheel genomen toereikend zijn om redelijke zekerheid te verschaffen over de verwezenlijking van haar financiële doelstellingen, met uitzondering van de gebieden waarop in de betrouwbaarheidsverklaringen een voorbehoud is gemaakt.

Een specifieke controlestructuur voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De Commissie heeft voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit een specifieke controleomgeving opgezet. Deze controlestructuur zorgt er enerzijds voor dat de lidstaten een doeltreffend controlesysteem invoeren voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig de verordening en anderzijds dat de betalingen aan de lidstaten wettig en regelmatig zijn.

De Commissie zorgt ervoor dat de lidstaten nationale controlesystemen opzetten en in stand houden die voldoende solide zijn. Tijdens de goedkeuringsfase heeft de Commissie alle nationale plannen beoordeeld op de voorgestelde regelingen om het toezicht op en de uitvoering van de faciliteit op doeltreffende wijze te waarborgen. Wanneer de Commissie tekortkomingen vaststelde, heeft zij de lidstaat verplicht om, voordat het plan definitief door de Raad werd vastgesteld, de relevante noodzakelijke maatregelen en de bijbehorende mijlpalen en streefdoelen op te nemen die nodig zijn om aan de vereisten van de verordening betreffende deze aspecten in het plan te voldoen ( 27 ). De Commissie heeft ook systeemaudits uitgevoerd wat de bescherming van de financiële belangen van de EU door de lidstaten betreft ( 28 ). De Commissie heeft uiteenlopende situaties vastgesteld met betrekking tot de gecontroleerde organen, waarbij de belangrijkste tekortkomingen verband hielden met een gebrek aan voldoende coördinatie en toezicht door de coördinerende organen, onvolledige fraudebestrijdingsstrategieën, ontbrekende elementen in de frauderisicobeoordelingen, de behoefte aan betere controles om belangenconflicten te voorkomen, een geringe deelname aan opleidingen die zijn georganiseerd om het fraudebewustzijn te vergroten en tekortkomingen in het melden van onregelmatigheden aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding. De Commissie heeft een risicobeoordeling uitgevoerd om na te gaan of de lidstaten hun verplichting nakomen om regelmatig te controleren of de verstrekte financiering correct is gebruikt in overeenstemming met alle toepasselijke regelgeving, waaronder de regels voor overheidsopdrachten en staatssteun, indien van toepassing.

Wat de wettigheid en regelmatigheid betreft, bevestigen de controleresultaten van de Commissie dat aan alle mijlpalen en streefdoelen voor de in 2022 verrichte betalingen is voldaan. Deze resultaten zijn gebaseerd op de zorgvuldige beoordeling door de Commissie van het bewijsmateriaal dat de lidstaten hebben verstrekt om aan te tonen dat zij de mijlpalen en streefdoelen hebben gehaald, en van de beheersverklaringen en auditsamenvattingen bij de 13 betalingsverzoeken die in 2022 zijn ingediend en betaald. Tijdens deze beoordeling zijn controles ter plaatse verricht ( 29 ) en is rekening gehouden met een beoordelingsmarge ( 30 ). Er is bijzondere aandacht besteed aan de verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen die zijn toegevoegd met betrekking tot de regelingen van de lidstaten om de bescherming van de financiële belangen van de EU te waarborgen. In 2022 zijn geen betalingen opgeschort. Naar aanleiding van de aanbeveling van de Europese Rekenkamer heeft de Commissie in februari 2023 de methode voor de opschorting van betalingen vastgesteld ( 31 ). Nadat was gebleken dat Litouwen twee mijlpalen niet op bevredigende wijze had bereikt, schortte de Commissie in mei 2023 een deel van de betaling aan het land op ( 32 ) op.

De bevoegde gedelegeerde ordonnateur meldde dat hij redelijke zekerheid had over de wettigheid en regelmatigheid van de in 2022 gedane betalingen voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit, op basis van de resultaten van de uitgevoerde controles. Bovendien concludeerde de Commissie op basis van duidelijk vastgestelde criteria dat alle 13 betalingen die in 2022 werden gedaan, als betalingen met een laag risico konden worden beschouwd.

Het nieuwe conditionaliteitsregime draagt bij aan een goed financieel beheer en de bescherming van de financiële belangen van de EU

Sinds 2021, met de inwerkingtreding van de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (de conditionaliteitsverordening), beschikt de EU-begroting over een extra beschermingslaag voor wanneer schendingen van de beginselen van de rechtsstaat de financiële belangen van de EU schaden of dreigen te schaden. De rechtsstaat is een van de fundamentele waarden van de EU en de eerbiediging ervan is ook essentieel voor een gezond financieel beheer van de EU-begroting en een doeltreffend gebruik van de EU-middelen. Dankzij het nieuwe conditionaliteitsregime kan de EU bijvoorbeeld betalingen opschorten of financiële sancties treffen om de EU-begroting te beschermen. Op 16 februari 2022 werd de geldigheid van de conditionaliteitsverordening volledig bevestigd door het Hof van Justitie en op 2 maart 2022 publiceerde de Commissie richtsnoeren over de toepassing ervan. Het verbod op trusts van openbaar belang en entiteiten die door deze trusts worden beheerd, is aangevochten voor het Gerecht. De Commissie ondersteunt de Raad bij het verdedigen van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

De conditionaliteitsverordening vormt een extra instrument in het bredere instrumentarium voor de rechtsstaat, met daarin verschillende instrumenten om de eerbiediging van de beginselen van de rechtsstaat in de lidstaten te waarborgen. Sommige van deze instrumenten (waaronder de conditionaliteitsverordening) worden gebruikt om de EU-begroting te beschermen. Hieronder valt ook de horizontale randvoorwaarde van het handvest, volgens de regels in de verordening gemeenschappelijke bepalingen waarmee een aantal EU-fondsen wordt geregeld. Zolang een randvoorwaarde niet is vervuld, kan de Commissie de desbetreffende uitgaven die zijn opgenomen in de betalingsaanvragen van het cohesieprogramma in kwestie, niet terugbetalen. De randvoorwaarde in verband met het Handvest van de grondrechten is in dit stadium niet vervuld in het geval van Cyprus ( 33 ), Hongarije en Polen. Bovendien heeft de Commissie ervoor gezorgd dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt toegepast in overeenstemming met het nieuwe conditionaliteitsregime ( 34 ).

In december 2022 leidde de uitvoering van de conditionaliteitsverordening tot de goedkeuring van het eerste uitvoeringsbesluit van de Raad met maatregelen om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat in Hongarije. De Raad heeft besloten 55 % van de vastleggingen voor drie programma’s in het cohesiebeleid te schorsen, wat overeenkomt met een bedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR voor 2021-2027. De Raad heeft ook een verbod opgelegd om nieuwe juridische verbintenissen aan te gaan met trusts van openbaar belang of entiteiten die door hen in stand worden gehouden, in het kader van EU-programma’s die direct of indirect door de Commissie worden beheerd. Tijdens de procedure heeft Hongarije zich ertoe verbonden een aantal corrigerende maatregelen te nemen die volgens de Commissie de geuite bezwaren kunnen wegnemen, mits zij samen, correct en doeltreffend worden uitgevoerd. Deze corrigerende maatregelen — die Hongarije nog steeds volledig en op adequate wijze moet uitvoeren voordat de maatregelen van de Raad kunnen worden opgeheven — omvatten de oprichting van een onafhankelijke integriteitsautoriteit met uitgebreide bevoegdheden om voor een gelijk speelveld bij openbare aanbestedingen te zorgen en om toezicht te houden op het voorkomen, opsporen en rechtzetten van fraude, corruptie en belangenconflicten (waaronder belangrijke bevoegdheden om vermogensverklaringen te controleren).

Conclusie

Tegen de achtergrond van de huidige ongekende uitdagingen blijft het essentieel dat de Commissie en de medewetgevers nauw blijven samenwerken. Net als bij de pandemie was het voor de EU noodzakelijk en gerechtvaardigd om krachtig te reageren op de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, aangezien dit een toegevoegde waarde bood bovenop de nationale reacties, en op voorwaarde dat deze reacties goed worden gecoördineerd.

De Commissie zorgt ervoor dat de EU-begroting de burgers dient. Dankzij de doeltreffende instrumenten en het proactieve beheer van de EU-begroting kon de Commissie haar beleidsdoelstellingen behalen en meerdere onvoorziene uitdagingen het hoofd bieden. De Commissie heeft haar begunstigden, uitvoerende partners en de lidstaten de gepaste flexibiliteit geboden en tegelijkertijd gezorgd voor een gezond financieel beheer en het behoud van een gepast niveau van zekerheid van het beheer van de EU-begroting.

Alle gedelegeerde ordonnateurs hebben redelijke zekerheid verstrekt, hoewel deze waar nodig punten van voorbehoud bevatten. Uit de jaarlijkse activiteitenverslagen blijkt dat alle afdelingen van de Commissie degelijke internecontrolesystemen hebben uitgevoerd en dat maatregelen zijn genomen voor het vergroten van de kostenefficiëntie, het verder vereenvoudigen van de regels en het afdoende beschermen van de begroting tegen fraude, fouten en onregelmatigheden.

De interne auditor is in zijn algemeen oordeel van mening dat de Commissie in 2022 beschikte over governance-, risicobeheer- en internecontroleprocedures die over het geheel genomen toereikend zijn om redelijke zekerheid te verschaffen over de verwezenlijking van haar financiële doelstellingen, met uitzondering van de gebieden waarop in de betrouwbaarheidsverklaringen een voorbehoud is gemaakt.

Op basis van de zekerheidsverklaringen en punten van voorbehoud in de jaarlijkse activiteitenverslagen, rekening houdend met het oordeel van de interne auditor, keurt het college van commissarissen dit Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — begrotingsjaar 2022 goed en neemt het de algemene politieke verantwoordelijkheid voor het beheer van de EU-begroting op zich.

Gelieve deze pagina leeg te houden tot het document klaar is voor publicatie.

Het totale aantal pagina’s in gedrukte publicaties moet deelbaar zijn door vier.

Verwijder deze opmerking alvorens te publiceren en verwijder deze pagina of voeg meer lege pagina’s toe, afhankelijk van het totale aantal pagina’s.

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs

Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde centrum online ( europa.eu/european-union/contact_nl ).

Bel of schrijf

Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),

te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696,

het onlineformulier in te vullen: european-union.europa.eu/contact-eu/write-us_nl

WAAR VINDT U INFORMATIE OVER DE EU?

Online

Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is te vinden op de Europa-website ( european-union.europa.eu ).

EU-publicaties

U kunt publicaties van de EU bekijken of bestellen op op.europa.eu/nl/publications Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke documentatiecentrum ( european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl ).

EU-wetgeving en aanverwante documenten

Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële taalversies, krijgt u op EUR-Lex ( eur-lex.europa.eu ).

Open data van de EU

Het portaal data.europa.eu biedt toegang tot open databestanden van de instellingen, organen en agentschappen van de EU. Deze bestanden kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden. Het portaal biedt ook toegang tot een grote hoeveelheid datasets uit Europese landen.

(1) ()    De jaarlijkse kwijtingsprocedure is de procedure waarbij het Europees Parlement en de Raad hun definitieve goedkeuring geven aan de uitvoering van de begroting voor een bepaald jaar en de Commissie politiek verantwoordelijk stellen voor de uitvoering van de EU-begroting ( https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/eu-budget/how-it-works/annual-lifecycle/assessment/discharge-procedure_en ).
(2) ()    Artikel 318 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(3) ()    Artikel 247, lid 1, punten b) en e), van het Financieel Reglement.
(4) ()    807 miljard EUR in lopende prijzen, 750 miljard EUR in prijzen van 2018.
(5) ()    Artikel 247 van het Financieel Reglement.
(6) ()    Artikel 246 van het Financieel Reglement.
(7) ()    Artikel 247, lid 1, punt c), van het Financieel Reglement.
(8) ()    Artikel 118, lid 8, van het Financieel Reglement.
(9) ()    Artikel 261, lid 3, van het Financieel Reglement.
(10) ()    Cohesiefondsen: Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Cohesiefonds, Europees Sociaal Fonds en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.
(11) ()     https://ec.europa.eu/regional_policy/funding/coronavirus-response_en
(12) ()    807 miljard EUR in lopende prijzen, 750 miljard EUR in prijzen van 2018.
(13) ()    Bijna alle programma’s die deel uitmaken van de EU-begroting dragen bij aan de digitale transitie. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van gegevens konden echter slechts voor 27 (van de 49) uitgavenprogramma’s de relevante digitale uitgaven voor de periode 2021-2022 worden gevolgd. In bijlage 4 bij dit verslag is een meer gedetailleerde toelichting opgenomen van de aanpak die voor deze inventarisatie is gevolgd, en wordt uitgelegd dat de methodologie momenteel nog niet voor alle programma’s is geharmoniseerd. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de externe actieprogramma’s konden niet in aanmerking worden genomen vanwege methodologische beperkingen.
(14) ()    De eerste inventarisatie van digitale uitgaven vond in 2023 plaats en omvatte bijgevolg zowel 2021 als 2022, en dus het volledig meerjarig financieel kader. De berekening voor volgend jaar zal zich alleen op 2023 richten.
(15) ()     https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/stronger-europe-world/global-gateway_nl
(16) ()    Met het bestaande rapporteringsmechanisme kan verslag worden uitgebracht over de resultaten tot 2021. De meest recente informatie over de resultaten van het cohesiebeleid is beschikbaar via het open dataportaal voor cohesie ( https://cohesiondata.ec.europa.eu/) .
(17) ()    Deze informatie is gebaseerd op gegevens die door de lidstaten zijn verzameld naar aanleiding van de halfjaarlijkse rapportage over de gemeenschappelijke indicatoren. Meer informatie en gegevens zijn beschikbaar op het scorebord voor herstel en veerkracht ( https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html?lang=nl ).
(18) ()    Eenzelfde persoon kan de dienst meerdere keren gebruiken, in welk geval hij of zij meerdere keren wordt geteld.
(19) ()    De lidstaten konden rekenen op het instrument voor technische ondersteuning om hervormingen op te zetten en uit te voeren, met inbegrip van de hervormingen die in de herstel- en veerkrachtplannen zijn opgenomen.
(20) ()     https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html?lang=nl
(21) ()     https://commission.europa.eu/business-economy-euro/economic-recovery/recovery-and-resilience-facility_nl
(22) ()    De term “gedelegeerde ordonnateurs” wordt gebruikt voor directeuren-generaal van Commissiediensten, hoofden van uitvoerende agentschappen, bureaus, diensten, taskforces enz. In artikel 74, lid 1, van het Financieel Reglement is het volgende bepaald: “De ordonnateur is bij de betrokken instelling van de Unie belast met het innen van de ontvangsten en het verrichten van de uitgaven overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer, onder meer door te zorgen voor verslaglegging over de prestaties, en zorgt voor de wettigheid en regelmatigheid ervan en de gelijke behandeling van de ontvangers.”
(23) ()     https://kohesio.eu/
(24) ()    In 2022 gold voor 88 programma’s in 15 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk een voorbehoud voor zowel de programmeringsperiode 2007-2013 als de programmeringsperiode 2014-2020.
(25) ()    in 2022 gold een voorbehoud voor 33 betaalorganen in 17 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.
(26) ()    Zie bijlage 2, deel 3.2, “Werk van de dienst Interne Audit en algemeen oordeel”.
(27) ()    21 van de 27 plannen.
(28) ()    Voor 16 lidstaten in 2022, waarbij alle lidstaten tegen eind 2023 gecontroleerd moeten zijn.
(29) ()    Voor betalingsverzoeken ingediend door zes verschillende lidstaten.
(30) ()    Bij haar beoordeling houdt de Commissie een beoordelingsmarge aan voor een beperkt aantal omstandigheden waarin minimale afwijkingen in verband met de bedragen, formele vereisten, timing of inhoud kunnen worden aanvaard.
(31) ()    COM(2023) 99 final.
(32) ()    Mededeling aan de Republiek Litouwen betreffende de beoordeling door de Commissie van de eerste tranche van de niet-terugvorderbare steun overeenkomstig artikel 24, lid 6, van Verordening (EU) nr. 2021/241.
(33) ()    In het geval van Cyprus wordt de horizontale randvoorwaarde in verband met het Handvest van de grondrechten alleen als niet vervuld beschouwd voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
(34) ()    Zie artikel 8 van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Brussel, 20.6.2023

COM(2023) 401 final

BIJLAGEN

bij

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE REKENKAMER

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting — Begrotingsjaar 2022


FINANCIAL YEAR

2022

Annual Management and Performance Report for the EU Budget

Volume II

Annexes

#EUBUDGET

Integrated Financial and Accountability Reporting 2022

Manuscript voltooid in juni 2023

Eerste editie

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023.

© Europese Unie, 2023

Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie is vastgelegd in Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders is aangegeven, is hergebruik van dit document toegestaan op grond van een “Creative Commons Attribution 4.0 International”-licentie (CC BY 4.0) ( https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.nl ). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.

Print    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

PDF    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

EPUB    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

HTML    ISBN <xxx-xx-xx-xxxxx-x>    ISSN <xxxx-xxxx>    doi:10.<xxxx/xx...x>    <xx-xx-xx-xxx-xx-x>

Jaarlijks beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting

Begrotingsjaar 2022

Deel II

Bijlagen



Gelieve deze pagina leeg te houden na het verwijderen van deze opmerking.

Inhoud

Inhoud    

Bijlage 1 — Prestaties in 2022    

1.Een Europese Green Deal

2.Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk

3.Een economie die werkt voor de mensen

4.Een sterker Europa in de wereld

5.Bevordering van onze Europese levenswijze

6.Een nieuwe impuls voor de Europese democratie

Bijlage 2 Interne controle en financieel beheer    

1.Sterke instrumenten om de EU-begroting in een complexe omgeving te beheren

2.Kosteneffectieve controles ter bescherming van de EU-begroting

3.Betrouwbaarheidsverklaring

Bijlage 3 — Herstel- en veerkrachtfaciliteit    

1.De herstel- en veerkrachtfaciliteit — een innovatief en succesvol instrument voor crisisrespons

2.Een specifieke controleomgeving voor de bescherming van EU-middelen

3.De controleresultaten van de Commissie bevestigen dat aan alle mijlpalen en streefdoelen voor de in 2022 verrichte betalingen is voldaan

Bijlage 1 — Prestaties in 2022

Gelieve deze pagina leeg te houden na het verwijderen van deze opmerking.

De EU-begroting is een essentieel instrument om de prioriteiten van de EU te verwezenlijken. Via haar programma’s ondersteunt de begroting het interne en externe beleid van de EU. Ze creëert Europese toegevoegde waarde door resultaten te behalen die met ongecoördineerde nationale uitgaven niet haalbaar zouden zijn. De EU-programma’s zijn speciaal opgezet om gezamenlijk synergieën tot stand te brengen, particuliere en publieke financiering te mobiliseren en de beleidsprioriteiten van de Commissie-Von der Leyen op coherente wijze te bevorderen ( 1 ).

In 2022 werd een versnelling hoger geschakeld met de uitvoering van de begroting, met een toewijzing van 178 miljard EUR aan vastleggingskredieten, waarmee de grondslag werd gelegd voor een duurzame en welvarende EU, in het bijzonder door te investeren in een groen en digitaal herstel. Hierdoor zal de sociale economie van de EU aan veerkracht winnen en meer arbeidsplaatsen kunnen creëren.

Meerjarig financieel kader: Vastleggingskredieten in de EU-begroting 2022 per begrotingsonderdeel (in miljoen EUR).

Bron: Europese Commissie.

De begroting voor 2022 speelde ook een centrale rol in de steun die de EU heeft verleend aan Oekraïne in het licht van de Russische aanvalsoorlog, waarbij snel en flexibel werd gereageerd op dringende behoeften.



De EU-begroting wordt versterkt door NextGenerationEU om de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken. NextGenerationEU is een tijdelijk herstelinstrument, met de nadruk op de cruciale eerste jaren van het herstel. Van 2021 tot 2026 zal NextGenerationEU 807 miljard EUR ( 2 ) aan financiering verstrekken voor verschillende programma’s en prioriteiten, die in deze bijlage worden beschreven.

 

Totale begroting NextGenerationEU per begrotingsonderdeel (in miljoen EUR) in 2022.

Bron: Europese Commissie.

In de analyse van de prestaties in deze bijlage wordt beschreven hoe EU-programma’s hebben bijgedragen tot de beleidsprioriteiten van voorzitter Von der Leyen. Deze samenvatting vult de verslaglegging per programma in bijlage 4 aan, die ten behoeve van de leesbaarheid als een website wordt gepresenteerd.

1.Een Europese Green Deal

We willen een gezonde planeet achterlaten voor de volgende generatie en zorgen voor goede banen en een groei die de natuur niet schaadt.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

De groene transitie staat centraal in het beleid van de EU en in haar herstelstrategie. De bescherming van het klimaat en de biodiversiteit is cruciaal om onze toekomst veilig te stellen. Om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn en de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 % te verminderen, moeten innovatieve en koolstofarme technologieën worden ontwikkeld en tegelijkertijd aanpassingsmaatregelen worden ingevoerd. Door de bescherming en het herstel van ons ecosysteem met op de natuur gebaseerde oplossingen ondersteunen we niet alleen het milieu, maar voeren we ook de strijd tegen de klimaatverandering op. De EU-begroting speelt op deze terreinen een vitale rol.

In 2022 werd een bedrag van 119 miljard EUR (36 % van de EU-begroting) besteed aan de integratie van klimaatdoelstellingen, en voor de volledige periode 2021-2027 zal dit cijfer naar verwachting op 33 % van de EU-begroting uitkomen.

Bijdrage aan de streefdoelen in verband met de mainstreaming van klimaatacties uit de EU-begroting (waaronder NextGenerationEU) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Bron: Europese Commissie.

De EU verbindt zich ertoe een aanzienlijk deel van haar begroting te wijden aan de financiering van klimaatrelevante interventies. Voor de periode 2021-2027 heeft de Commissie toegezegd 30 % van haar begroting (waaronder NextGenerationEU) te besteden aan de mainstreaming van klimaatacties. Dit streefdoel wordt ondersteund door de meeste EU-programma’s, met aanzienlijk bijdragen uit het cohesiebeleid, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Ook onderzoek en innovatie spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van de technologieën die nodig zijn om onze doelstellingen te behalen. Zo zal Horizon Europa 100 Europese steden ondersteunen in hun streven naar klimaatneutraliteit via het nieuwe missie-instrument van de EU. Er is een methode ingevoerd om de begrotingsbijdrage voor deze inspanningen te berekenen en de verwezenlijking van dit streefdoel in het oog te houden.

In de methode wordt ook beschreven hoe het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” wordt toegepast in de verschillende uitgavenprogramma’s ( 3 ).

 

Klimaatbijdrage in 2022 (in miljoen EUR).

Opmerking: Tot de fondsen van het cohesiebeleid behoren het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds Plus. Bron: Europese Commissie.

De groene transitie is een van de zes hoofdpijlers van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De faciliteit draagt bij aan klimaatactie en milieuduurzaamheid. De lidstaten hebben hervormingen en investeringen in groene technologieën en capaciteiten voorgesteld, onder meer op het gebied van duurzame mobiliteit, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, aanpassing aan klimaatverandering, de circulaire economie en biodiversiteit. Elke lidstaat moet minstens 37 % van de totale toewijzing van zijn herstel- en veerkrachtplan wijden aan maatregelen die bijdragen tot de klimaatdoelstellingen. Investeringen uit de faciliteit moeten voldoen aan het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”, zodat de faciliteit verenigbaar is met de milieudoelstellingen van de EU.

Nu alle 27 nationale veerkracht- en herstelplannen zijn vastgesteld, valt op dat de lidstaten de vooropgestelde ambitie voor klimaatuitgaven overtreffen. Ongeveer 40 % (203 miljard EUR) ( 4 ) van de toewijzingen in de plannen is bestemd voor de financiering van maatregelen om de klimaatdoelstellingen te ondersteunen. De vooruitgang van de pijler “groene transitie” binnen de faciliteit wordt gemeten aan de hand van vier gemeenschappelijke indicatoren die zijn vastgelegd in de rechtsgrondslag ( 5 ):

besparingen in het jaarlijkse primaire energieverbruik;

extra operationeel vermogen geïnstalleerd voor hernieuwbare energie;

infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (tankstations/oplaadpunten);

inwoners die profiteren van maatregelen ter bescherming tegen overstromingen, natuurbranden en andere klimaatgerelateerde natuurrampen.

De lidstaten brachten in februari 2022 voor het eerst verslag uit over de gemeenschappelijke indicatoren en zullen dat twee keer per jaar blijven doen. De meest recente informatie over de nationale plannen en hoe die bijdragen aan de zes pijlers en aan de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen (evenals digitale en sociale uitgaven), is beschikbaar in het scorebord voor herstel en veerkracht .

In 2022 is 19 miljard EUR (6 % van de EU-begroting) besteed aan het behoud van biodiversiteit

Het behoud van biodiversiteit garandeert de stabiliteit van onze ecosystemen op lange termijn. Het zorgt ook voor het duurzame behoud van onze natuurlijke hulpbronnen voor toekomstige generaties. Het tegengaan van het verlies aan biodiversiteit en het herstellen van ecosystemen is essentieel voor een veerkrachtigere samenleving en om ziekten te bestrijden die in verband worden gebracht met de achteruitgang van ecosystemen en de handel in wilde dieren. Hiervoor zijn ook aanzienlijke investeringen nodig. In 2020 heeft de Commissie de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 vastgesteld, met als doel jaarlijks 20 miljard EUR vrij te maken voor de financiering van biodiversiteit door de publieke en particuliere sector. Bovendien heeft de Commissie in 2022 de natuurherstelwet ( 6 ) vastgesteld. Dit heeft ook de weg vrijgemaakt voor de bijdrage van de EU aan de internationale onderhandelingen over het biodiversiteitskader tijdens de conferentie van de partijen bij het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit. Deze onderhandelingen hebben geleid tot het biodiversiteitskader van Kunming-Montreal, waarin alle partijen zich ertoe hebben verplicht om de financiering voor biodiversiteit op te trekken.

Biodiversiteitsbijdrage in 2022 (in miljoen EUR). Bron: Europese Commissie.

·Het Copernicus-programma van de EU, waaronder de Sentinel-aardobservatiesatellieten, is een duidelijk voorbeeld van synergieën tussen klimaat-, biodiversiteits- en digitale doelstellingen. Door middel van landmonitoringdiensten volgt Copernicus de bodemdegradatie en houdt het programma veranderingen in ecosystemen en bossen in het oog. Copernicus helpt de biodiversiteit en bestuiving te monitoren, de lucht-, bodem- en waterkwaliteit te verbeteren, de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de aanpassing aan klimaatverandering te ondersteunen.

·Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij ondersteunt maatregelen voor de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen in zee en aan de kust, maar ook in de binnenwateren. Het gaat dan onder meer om ruimtelijke beschermingsmaatregelen volgens de EU-kaderrichtlijn mariene strategie, evenals het beheer, het herstel en de monitoring van Natura 2000-gebieden en de bescherming van soorten in het kader van de habitat- en vogelrichtlijnen. Met behulp van het programma is in Zweden een stakeholdersplatform opgericht om de dialoog te stimuleren zodat in biologisch belangrijke gebieden op een duurzame manier aan visserij kan worden gedaan.

Naar een veerkrachtiger energiesysteem

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne zet de Europese energievoorziening en economie onder zware druk. REPowerEU bevat maatregelen om energie te besparen, schone energie te produceren en ons energieaanbod te diversifiëren, met als doel een veerkrachtiger energiesysteem en een echte energie-unie tot stand te brengen. REPowerEU biedt lidstaten de mogelijkheid om een REPowerEU-hoofdstuk toe te voegen aan hun nationale herstel- en veerkrachtplannen, teneinde investeringen en hervormingen te financieren om de energievoorziening te diversifiëren en de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen te verminderen. Dit zal niet alleen bijdragen tot de bestrijding van de klimaatverandering, maar ook de energiefactuur doen dalen en ons minder afhankelijk maken van ingevoerde fossiele brandstoffen, en zo de EU meer zekerheid bieden omtrent de levering van energie en grondstoffen.

De EU slaagde erin om in de eerste acht maanden van de oorlog 80 % van het Russische leidinggas te vervangen. De gasopslagfaciliteiten waren in november voor meer dan 95 % gevuld, een record. De EU heeft haar gasverbruik tussen augustus 2022 en maart 2023 met 18 % verminderd (vergeleken met de voorgaande vijf jaar) en de inzet van hernieuwbare energiebronnen met meer dan 40 % verhoogd. Hierdoor kon de EU strengere sancties opleggen als reactie op de Russische aanvalsoorlog. Deze sancties zijn bedoeld om Rusland te beperken in zijn mogelijkheden om de oorlog te financieren.

Een rechtvaardige transitie naar een klimaatneutrale economie

In de EU-begroting wordt tevens rekening gehouden met de maatschappelijke en economische gevolgen van de transitie naar een klimaatneutrale economie, in overeenstemming met de Europese Green Deal en het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie helpt de overgang naar een klimaatneutrale economie rechtvaardig te laten verlopen, zodat niemand aan zijn lot wordt overgelaten. Er is vooruitgang geboekt met de doelstelling van het mechanisme om in de periode 2021-2027 tot 55 miljard EUR aan investeringen te mobiliseren voor de meest getroffen regio’s om de sociaaleconomische gevolgen van de transitie te verzachten. Deze regio’s zijn door de lidstaten vastgelegd in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie, waarin de uitdagingen in verband met de transitie voor elk regio worden uiteengezet, evenals de ontwikkelingsbehoeften, governancemechanismen en klimaatdoelstellingen die tegen 2030 moet worden verwezenlijkt. De goedkeuring van deze plannen zet de deur open naar een specifieke financiering in het kader van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie.

Een nieuwe fabriek voor zeldzameaardemagneten in Ida-Virumaa (Estland) was het eerste project dat financiering uit het Fonds voor een rechtvaardige transitie kreeg. Ook in andere steenkool- en koolstofintensieve regio’s worden de eerste investeringen in het kader van het fonds uitgevoerd.

2.Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk

We moeten de transformerende kracht van deze dubbele transitie, digitaal en op het gebied van klimaat, aangrijpen om onze eigen industriële basis en ons innovatiepotentieel te versterken.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

De uitrol van digitale technologieën biedt de EU aanzienlijke groeimogelijkheden. De Commissie wil burgers, bedrijven en overheden uitrusten met een nieuwe generatie digitale technologieën, door hen de nodige bij- en omscholing te geven. Een eerlijke digitale transitie kan de innovatie en productiviteit van de EU-economie vergroten en nieuwe kansen bieden voor mensen en bedrijven. De digitale transitie zal ook bijdragen tot de doelstellingen van de Green Deal, met synergieën op bijvoorbeeld het gebied van de circulaire economie.

Het door de Commissie voorgestelde digitaal kompas bevat de digitale doelstellingen van de EU voor 2030. Om deze ambities te verwezenlijken, zal de EU meer gaan investeren in belangrijke digitale technologieën, waaronder cyberbeveiliging, artificiële intelligentie, dataruimten en halfgeleiders, en in de bijbehorende vaardigheden.

In 2021 en 2022 wordt 132 miljard EUR (17 % van de EU-begroting voor de twee jaren) besteed aan de digitale transitie

Dit jaar heeft de Commissie voor het eerst de balans opgemaakt ( 7 ) van de bijdrage van EU-programma’s aan de digitale transitie, voor zowel 2021 als 2022. Hoewel de afzonderlijke bijdragen werden berekend op basis van programmaspecifieke methoden, die niet altijd volledig met elkaar kunnen worden vergeleken, blijkt uit de voorlopige bevindingen dat de EU-begroting, waaronder NextGenerationEU, aanzienlijke bijdragen kanaliseert voor alle belangrijke dimensies van de digitale transitie.

Deze inventarisatie is een opstap naar een specifieke, uniforme follow-upmethode voor digitale uitgaven die op alle programma’s zal worden toegepast. Het doel van een dergelijke methode is om een solide maatstaf aan te reiken voor de totale ( 8 ) begrotingsbijdrage, met inbegrip van een prognose voor het volledig meerjarig financieel kader 2021-2027.



In 2021 is het programma Digitaal Europa van start gegaan. Het richt zich op het aanbieden van digitale technologieën aan bedrijven, burgers en overheden. Het ondersteunt projecten op vijf belangrijke capaciteitsgebieden: supercomputing, artificiële intelligentie, cyberbeveiliging, geavanceerde digitale vaardigheden en het brede gebruik van digitale technologieën in de hele economie en samenleving, onder meer door digitale-innovatiehubs.

In 2021-2022 werden al 2 800 digitale oplossingen aangeboden aan overheden op het platform “Joinup”, dat 500 000 bezoekers per jaar ontvangt. Daarnaast werden in 2022 meer dan 2 000 misleidende prijsaankondigingen gedetecteerd met behulp van eLab, dat ook wordt gefinancierd door het programma Digitaal Europa.

Bijdrage aan de verwezenlijking van de digitale doelstellingen in 2021 en 2022 (in miljoen EUR).

(1) Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds en Europees Sociaal Fonds Plus (waaronder het Fonds voor de meest behoeftigen en het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie).

(2) Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, instrument voor pretoetredingssteun en landen en gebieden overzee (waaronder Groenland).

Opmerking: voor programma’s onder gedeeld beheer en de herstel- en veerkrachtfaciliteit kan de bijdrage aan de verwezenlijking van de digitale doelstellingen worden berekend voor de volledige uitvoeringsperiode van het programma, d.w.z. niet op het niveau van het afzonderlijke jaar. Het voor elk jaar vermelde bedrag wordt verkregen door de totale bijdrage aan de verwezenlijking van de digitale doelstellingen over de volledige uitvoeringsperiode te vergelijken met het voor dat jaar vastgelegde deel van de programmamiddelen.

Bron: Europese Commissie.

De digitale transformatie is een van de zes hoofdpijlers van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Deze pijler ondersteunt hervormingen en investeringen in digitale technologieën, infrastructuren en processen, die essentieel zijn om de veerkracht en het innovatiepotentieel van de EU te vergroten. Elke lidstaat moet ten minste 20 % van de totale toewijzing van zijn plan wijden aan maatregelen die bijdragen aan de digitale transitie of aan het aanpakken van de uitdagingen die daaruit voortvloeien. Nu in de praktijk alle 27 nationale veerkracht- en herstelplannen zijn vastgesteld, valt op dat de lidstaten de geplande ambitie voor digitale uitgaven overtreffen. Bijna 26 % (130 miljard EUR) ( 9 ) van de toewijzingen in de plannen is bestemd voor de financiering van maatregelen om de digitale doelstellingen te ondersteunen. 

Bijdrage van de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan de digitale transitie. Berekeningen gebaseerd op de in bijlagen VI en VII bij de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit uiteengezette methodologieën.

Bron: Europese Commissie.

Met de bijdrage van de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan de digitale transitie worden verschillende dimensies ondersteund, zoals:

connectiviteit, met steun voor de uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit (13 % van de digitale steun);

de digitalisering van overheidsdiensten en overheidsprocessen, waaronder gezondheidszorg en justitie (37 %);

de digitalisering van bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (19 %);

de ontwikkeling van digitale vaardigheden op zowel basis- als geavanceerd niveau (18 %);

digitaal onderzoek (3 %) en de ontwikkeling en uitrol van geavanceerde technologieën (11 %).

De uitbetalingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit ( 10 ) droegen in 2022 bij aan de uitvoering van 93 mijlpalen en streefdoelen op het gebied van de digitale transitie. Prominente voorbeelden zijn de vaststelling van een nieuw plan voor 2021 – 2025 betreffende de digitalisering van kleine en middelgrote ondernemingen en een plan voor digitale vaardigheden, beide in Spanje, de ontwikkeling van breedbandinfrastructuur in Letland en de aankoop van 600 000 laptops voor leerkrachten en leerlingen in Portugal.

Tijdens de eerste twee jaar van de uitvoering van de faciliteit is al vooruitgang geboekt met enkele belangrijke hervormingen, zoals hervormingen om het openbaar bestuur te digitaliseren (Slowakije) en de cyberveiligheid te garanderen (Roemenië).

Dankzij de herstel- en veerkrachtfaciliteit hadden tegen eind 2022 meer dan 9,2 miljoen huishoudens toegang tot internetnetwerken met zeer hoge capaciteit, waaronder 5G-netwerken en gigabitsnelheid. In totaal maakten eind 2022 123 miljoen gebruikers gebruik van verbeterde openbare digitale diensten dankzij de herstel- en veerkrachtfaciliteit ( 11 ).

Op basis van de inventarisatie kon een eerste schatting worden gegeven van de bijdragen uit de EU-begroting, waaronder NextGenerationEU, aan de digitale transitie per belangrijke digitale dimensie, zoals in de onderstaande grafiek is samengevat:

Geraamde bijdrage aan de verwezenlijking van de digitale doelstellingen in 2021 en 2022 (in miljard EUR) naar belangrijkste digitale dimensies, uitgezonderd programma's voor extern optreden en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Bron: Europese Commissie, op basis van de eerste inventarisatie in 2023.

De ontwikkeling en uitrol van digitale technologieën ondersteunen en investeren in digitale vaardigheden

In 2022 ondersteunde het programma Digitaal Europa de ontwikkeling en de invoering van belangrijke digitale technologieën, zoals artificiële intelligentie, blockchain en cyberbeveiliging, om de digitale transformatie van bedrijven en industrieën te versnellen. Het programma ondersteunde met name de uitrol van gemeenschappelijke dataruimten op basis van innovatieve, veilige en energiezuinige cloud-to-edgecapaciteiten. Het stimuleerde het testen en invoeren van betrouwbare technologieën voor artificiële intelligentie met test- en experimenteerfaciliteiten van wereldklasse. Daarnaast werd met het programma geïnvesteerd in cyberbeveiliging, zoals in de uitrol van een veilige infrastructuur voor kwantumcommunicatie.

Het programma Digitaal Europa draagt ook bij aan het initiatief “Destination Earth”, dat tot doel heeft een zeer nauwkeurig digitaal model van onze planeet te ontwikkelen. Dit model zal de interactie tussen natuurlijke fenomenen en menselijke activiteiten monitoren, simuleren en voorspellen. In 2022 werden het open-kernplatform (dat toegang geeft tot besluitvormingshulpmiddelen) en de eerste digitale replica’s van de systemen van de aarde in gebruik genomen.

Voor 2021 en 2022 geven de eerste schattingen aan dat de EU 13,3 miljard EUR heeft bijgedragen aan investeringen in digitale vaardigheden en de uitrol van geavanceerde technologieën, en 12,8 miljard EUR aan onderzoek, waaronder 9 miljard EUR uit Horizon Europa. De belangrijkste programma’s zijn de herstel- en veerkrachtfaciliteit, Horizon Europa, het Ruimtevaartprogramma, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds en het mechanisme voor een rechtvaardige transitie.

In 2022 ging Erasmus+ door met de uitvoering van “Self-reflection on effective learning by fostering the use of innovative educational technologies” (beter bekend als “SELFIE”), een gratis instrument dat is ontworpen om scholen te helpen digitale technologieën te integreren in het lesgeven, leren en beoordelen. Het instrument wordt inmiddels gebruikt door 4,6 miljoen gebruikers in 33 829 scholen in 84 landen. De Europese digitale onderwijshub werd op 23 juni 2022 gelanceerd.

De bijdrage uit de EU-begroting aan het ruimtevaartbeleid in 2022 toont aan dat de EU haar positie als wereldleider op het gebied van ruimtevaarttechnologie en -verkenning wil behouden. In het kader van het EU-ruimtevaartprogramma zijn technologische toepassingen ontwikkeld waar we in ons dagelijks leven baat bij hebben. Galileo, het wereldwijde satellietnavigatiesysteem van de EU, en Copernicus, het aardobservatiesysteem van de EU, hebben consequent betrouwbare en hoogwaardige diensten geleverd.

In 2022, dankzij het EU-ruimtevaartprogramma:

waren er 3,8 miljard voor Galileo geschikte toestellen (zoals smartphones) in gebruik en dit aantal blijft groeien;

was de accuraatheid van de positiebepaling van Galileo drie keer beter dan die van andere wereldwijde satellietnavigatiesystemen, met een uitstekende beschikbaarheid;

bevonden zich 28 Galileo- en 7 Copernicus-satellieten in een baan om de aarde;

werd 7,9 petabytes aan satellietobservatiegegevens van Copernicus gepubliceerd;

hadden 160 000 geregistreerde gebruikers van de dienst van Copernicus voor klimaatverandering toegang tot ongeveer 76 terabytes aan op kwaliteit gecontroleerde klimaatgegevens per dag. Het Sentinel-systeem voor gegevenstoegang ondersteunde meer dan 490 000 geregistreerde gebruikers.

Het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma lanceerde een platform om de ruimte ten dienste te stellen van de Oekraïense bevolking. Op dit platform worden innovatoren, start-ups en bedrijven in contact gebracht met non-profitorganisaties en andere hulpverleners ter plaatse. Er worden toepassingen verzameld die de gratis toegankelijke gegevens van Galileo en Copernicus benutten om de humanitaire hulp aan het Oekraïense volk te verbeteren. Galileo levert plaatsbepalings- en navigatiediensten en Copernicus levert aardobservatiegegevens en -informatie. De toepassingen die op dit platform worden gepubliceerd, kunnen op velerlei manieren worden ingezet, van het helpen van non-profitorganisaties om via drones medische goederen te leveren tot het ondersteunen van de integratie in de EU van mensen die op de vlucht zijn voor de oorlog. 

Een aanzienlijke bijdrage aan de digitalisering van bedrijven en overheidsdiensten

Uit het resultaat van de eerste inventarisatie van 2023 blijkt dat de EU-begroting (met inbegrip van NextGenerationEU) een aanzienlijke bijdrage levert aan de digitalisering van de particuliere en publieke sector. Volgens onze eerste schattingen voor 2021 en 2022 bedraagt de steun uit de EU-begroting voor e-overheid (met inbegrip van de digitalisering van gezondheids- en rechtsstelsels, of van het vervoers- en energienetwerk) 42,3 miljard EUR en de steun voor de digitalisering van bedrijven 22,8 miljard EUR. De herstel- en veerkrachtfaciliteit en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds dragen in belangrijke mate bij aan deze investeringen. Op basis van de programma’s van de lidstaten zal meer dan 12 % van de geplande EU-bedragen uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds worden gebruikt om maatregelen te financieren die de digitale transitie bevorderen, met name ter ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen.

Steun uit de EU-begroting, waaronder NextGenerationEU, voor de digitalisering van overheidsdiensten, in miljard euro. Deze bedragen zijn berekend tijdens de eerste inventarisatie voor de jaren 2021 en 2022 en houden wegens methodologische beperkingen geen rekening met de programma’s voor extern optreden en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Bron: Europese Commissie.



De EU-begroting draagt ook aanzienlijk bij aan de digitalisering van vervoerssystemen, met naar schatting 7 miljard EUR in 2021 en 2022, waarvan bijna 6 miljard EUR afkomstig is van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en 0,7 miljard EUR van de Connecting Europe Facility.

The Connecting Europe Facility ( 12 ) heeft bijgedragen aan de digitalisering van vervoers- en energiesystemen.

Eind 2022 waren 1 334 elektrische oplaadpunten voltooid langs het trans-Europese vervoersnetwerk, die werden ondersteund via de begroting voor het programma 2014-2020. Dit draagt bij tot de vergroening van het wegvervoer, in lijn met het Fit for 55-initiatief.

Eind 2022 was 326 kilometer spoorinfrastructuur voor het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer geïnstalleerd dankzij de Connecting Europe Facility 2014-2020, en in de komende jaren zal nog eens meer dan 6 000 kilometer worden geïnstalleerd (op basis van ondertekende projecten).

Er is 15 000 megawatt aan transmissiecapaciteit voor elektriciteit toegevoegd om de elektriciteitsnetwerken met elkaar te verbinden en de integratie van hernieuwbare energie te vergemakkelijken.

Europeanen met elkaar verbinden: de digitale connectiviteit verbeteren

De EU-begroting, waaronder NextGenerationEU, verbetert de digitale connectiviteit, waardoor alle burgers en bedrijven nieuwe mogelijkheden krijgen om de digitale eengemaakte markt ten volle te benutten en de economische groei te versnellen. De uitgaven voor connectiviteit, waaronder investeringen in breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit en 5G-netwerkdekking, worden voor 2021-2022 geraamd op 13,8 miljard EUR ( 13 ).

De belangrijkste programma’s zijn de herstel- en veerkrachtfaciliteit (13 miljard EUR), het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds (2,3 miljard EUR) en de Connecting Europe Facility. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid speelt ook een belangrijke rol bij de verbetering van breedbandtoegang in plattelandsgebieden, door breedbandinfrastructuur en een verbeterde toegang tot de e-overheid te ondersteunen. Op basis van de meest recente programma’s voor plattelandsontwikkeling zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid tijdens de huidige programmeringsperiode bijna 13 miljoen mensen in plattelandsgebieden hebben geholpen met betere toegang tot informatie-, communicatie- en technologiediensten en -infrastructuur.

Dankzij het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds kregen 6,3 miljoen huishoudens tussen 2014 en 2021 breedbandtoegang met een snelheid van minstens 30 megabit per seconde. In dezelfde periode werden nog eens 550 000 energieverbruikers aangesloten op slimme elektriciteitsnetten.

3.Een economie die werkt voor de mensen

We kiezen niet alleen voor herstel en heropleving hier en nu, maar willen ook vorm geven aan een betere manier van leven voor de wereld van morgen.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

De EU-begroting voor 2022 ondersteunt duurzame groei door te investeren in onderzoek en innovatie, onderwijs en infrastructuur. De EU-begroting wordt ook gebruikt om gelijkheid voor iedereen te bevorderen, in elke betekenis van het woord. Veel programma’s dragen bij aan deze prioriteit. De meest omvangrijke daarvan zijn onder meer de herstel- en veerkrachtfaciliteit (74,4 miljard EUR aan betalingen in 2022), het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds (4,1 miljard EUR voor de periode 2021-2027 plus 38,7 miljard EUR voor de periode 2014-2020), het Europees Sociaal Fonds Plus (1,5 miljard EUR aan betalingen in 2022), Horizon Europa (7,9 miljard EUR aan betalingen in 2022) en Erasmus+ (3,0 miljard EUR aan betalingen in 2022) ( 14 ).

97 % van de programma’s in het kader van het cohesiebeleid voor de periode 2021-2027 werden voor het einde van 2022 vastgesteld, zodat landen en gemeenschappen de kansen kunnen benutten die de transitie van de EU naar een meer digitale en duurzame economie te bieden heeft en niemand wordt achtergelaten. Het vaststellingsproces van deze programma’s verliep trager dan verwacht als gevolg van de COVID-19-crisis en de uitvoering van de respectieve crisis- en herstelmaatregelen die voorrang kregen, de oorlog in Oekraïne en de late vaststelling van het meerjarig financieel kader en de programmawetgeving.

Naar een sterkere en billijkere economie

De vastgestelde programma’s met een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds Plus vertegenwoordigen een totaalbedrag van 91,5 miljard EUR voor de periode 2021-2027 ( 15 ). Het fonds bevordert sociale inclusie en verbetert werkgelegenheidskansen door projecten te ondersteunen die onder andere gericht zijn op hulp bij het zoeken naar werk, opleiding, onderwijs, sociale inclusie, het verminderen van de jeugdwerkloosheid, een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor vrouwen en de re-integratie in de arbeidsmarkt voor kwetsbare groepen of mensen die zijn uitgesloten van de arbeidsmarkt.

Ondanks de trage start in 2022 van de uitvoering van de programma’s van het Europees Sociaal Fonds Plus voor de periode 2021-2027, als gevolg van de late vaststelling van de verordening betreffende het Europees Sociaal Fonds Plus, kon een soepele overgang tussen de programma’s van 2014-2020 en de nieuwe programma’s worden gewaarborgd. Tegelijkertijd werd maximaal gebruikgemaakt van de flexibiliteit om zich aan te passen aan de specifieke nationale situatie. Het ging dan onder meer om begrotingsoverdrachten van het Europees Sociaal Fonds Plus, bijvoorbeeld naar andere cohesiefondsen ( 16 ), naar het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid ( 17 ) en naar het Fonds voor een rechtvaardige transitie ( 18 ).

55,2 miljoen

mensen hadden tegen eind 2021 steun gekregen uit het Europees Sociaal Fonds en via acties in het kader van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.

6,4 miljoen

mensen hadden tegen eind 2021 een baan gevonden (inclusief zelfstandigen) dankzij maatregelen van het Europees Sociaal Fonds en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.

8,8 miljoen

mensen hadden tegen eind 2021 een diploma behaald dankzij maatregelen van het Europees Sociaal Fonds en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.

3,7 miljoen

deelnemers hadden tegen eind 2021 dankzij de steun van het Europees Sociaal Fonds en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief onderwijs of een opleiding gevolgd.

15 miljoen

mensen hebben in 2021 voedselhulp ontvangen in het kader van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.

2,1 miljoen

mensen hebben in 2021 materiële bijstand gekregen uit het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.

14 559 stages

zijn al toegekend sinds de start van de gerichte mobiliteitsregelingen in 2015 (waaronder “je eerste EURES-baan”) tegen het einde van het eerste semester van 2022 in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie.

3,1 miljard EUR

aan leningen zijn tussen de start en 30 september 2022 toegekend aan 182 425 micro-ondernemingen, dankzij 417 miljoen EUR aan garanties voor 114 intermediairs voor microfinanciering in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie.

Op 4 maart 2022, amper een week na de grootschalige inval van Rusland in Oekraïne, activeerde de EU de richtlijn tijdelijke bescherming om lidstaten te ondersteunen die Oekraïense vluchtelingen toegang wilden bieden tot onderwijs en opleiding, de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, huisvesting en sociale voorzieningen. Tot nu toe hebben bijna 4 miljoen Oekraïners zich geregistreerd voor tijdelijke bescherming.

In 2022 ontving het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers drie aanvragen van drie lidstaten voor een totaalbedrag van 21 miljoen EUR om ontslagen werknemers te helpen een nieuwe baan te vinden, zich om te scholen of een eigen bedrijf te starten ( 19 ). Het fonds steunt werknemers in alle sectoren die getroffen zijn door de transitie naar een groenere economie, maar ook werknemers die getroffen zijn door de meest recente crises, zoals de COVID-19-pandemie in combinatie met de energiecrisis. In 2022 steunde het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering 559 Belgische werknemers uit de logistieke sector, 1 580 Franse werknemers van een luchtvaartmaatschappij en 303 Spaanse werknemers uit de productiesector in Spanje. De herstructurering van de economie kan een nog grotere impact hebben op laaggeschoolde werknemers en werknemers ouder dan 50 die al benadeeld worden op de arbeidsmarkt. Dankzij dit fonds zullen ze extra steun krijgen, zoals een opleiding, ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf, stimulansen en toelagen, of ontslagbegeleiding zodat ze de problemen op hun regionale arbeidsmarkt het hoofd kunnen bieden.

Economische en maatschappelijke ongelijkheden aanpakken en tegelijkertijd de pandemie bestrijden

De COVID-19-pandemie heeft de economie van de EU sterk getroffen. De cohesiefondsen spelen een sleutelrol bij het voorkomen van een asymmetrisch herstel met toenemende ongelijkheden, waarbij sommige regio’s zich herstellen terwijl andere stagneren of achteruitgaan. Daarom heeft de Commissie in april 2020 twee pakketten met maatregelen gelanceerd: het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus, die in mei 2020 zijn aangevuld met de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (REACT-EU). Hiermee wordt de capaciteit versterkt om van de crisis te herstellen, onder meer met werkgelegenheidsmaatregelen, steun voor gezondheidszorgstelsels en kleine en middelgrote ondernemingen en om het groene, digitale en veerkrachtige herstel van de economie voor te bereiden. Deze snelle reactie droeg bij aan het algemene economische herstel van de lidstaten en aan een Europese Unie die inclusiever en veerkrachtiger is.

25 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk hebben om 239 wijzigingen in hun bestaande cohesiebeleidsprogramma’s verzocht, met gebruikmaking van de flexibiliteit die wordt geboden door het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus. De Commissie heeft haar interne procedures gewijzigd om alle verzoeken snel te kunnen behandelen volgens een lichter en versneld traject. De administratieve last is verlicht door de termijnen te verlengen, de projectomvang te verruimen en andere vereenvoudigingen in te voeren.

Na de thematische herprogrammering zijn dit de belangrijkste aandachtsgebieden voor investeringen: de gezondheidszorg — om persoonlijke beschermingsmiddelen veilig te stellen, tests te financieren en ziekenhuizen te steunen door extra medische uitrusting aan te kopen; het bedrijfsleven — door werkkapitaal te verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen, digitalisering te vergemakkelijken en financiële instrumenten op te zetten of te herontwerpen; en het ondersteunen van mensen — door programma’s in te voeren om mensen aan het werk te houden en kwetsbare groepen te ondersteunen.


De belangrijkste cijfers ( 20 ) over de omvang van de middelen die zijn gemobiliseerd in het kader van het corona-investeringsinitiatief en het corona-investeringsinitiatief plus zijn:

8,3 miljard EUR aan herschikkingen voor gezondheidsacties binnen de EU, wat neerkomt op een netto-toename van 8 miljard EUR op EU-niveau;

12,5 miljard EUR aan herschikkingen voor bedrijfsondersteuning binnen de EU, wat neerkomt op een netto-toename van 4,2 miljard EUR op EU-niveau;

5,1 miljard EUR voor directe steun aan mensen, waaronder werknemers en kwetsbare groepen (de toegewezen bedragen voor “directe steun aan mensen” overlappen gedeeltelijk met de herprogrammering op het gebied van gezondheid en het bedrijfsleven van het Europees Sociaal Fonds).



Eind december 2022 was naar schatting een totaal van 405 miljard EUR aan investeringen, of 76 % van het geplande totaal van 532 miljard EUR aan nationale en EU-uitgaven in het kader van het cohesiebeleid voor 2014-2020, uitgegeven op het terrein ( 21 ), tegenover 331 miljard EUR aan investeringsuitgaven eind 2021. De nationale en regionale programma’s hebben tot eind 2023 de tijd om de resterende geplande investeringen uit te voeren. 

6,3 miljoen

huishoudens hadden tussen 2014 en 2021 breedbandtoegang met een snelheid van minstens 30 megabit per seconde ( 22 ).

310 000

banen zijn tussen 2014 en 2021 rechtstreeks gecreëerd in ondernemingen die steun ontvingen.

60 miljoen

mensen konden tussen 2014 en 2021 gebruikmaken van nieuwe of gemoderniseerde gezondheidsdiensten.

550 000

extra energieverbruikers zijn tussen 2014 en 2021 aangesloten op slimme elektriciteitsnetten.

22 miljoen

burgers konden tussen 2014 en 2021 gebruikmaken van bescherming tegen overstromingen.

30 miljoen mensen

woonden tussen 2014 en 2021 in gebieden met geïntegreerde strategieën voor stadsontwikkeling.



De initiatieven “cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa” en “flexibele bijstand aan gebieden”, die de Commissie respectievelijk in maart en juni 2022 heeft vastgesteld, hebben lidstaten en regio’s ondersteund bij het bieden van noodhulp aan mensen die de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne zijn ontvlucht. In het kader van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa-initiatief zijn de regels van het cohesiebeleid voor 2014-2020 flexibeler gemaakt, zodat de beschikbare middelen voor de opvang en integratie van ontheemden snel opnieuw kunnen worden toegewezen. Er is met name voorzien in de mogelijkheid van 100 % medefinanciering voor prioriteiten om de sociaaleconomische integratie van niet-EU-onderdanen te bevorderen en in 3,5 miljard EUR aan extra voorfinanciering die in 2022 en 2023 beschikbaar is voor de lidstaten.

De cohesieprogramma’s boden als een van de eerste flexibiliteit aan om op de verschillende crises te reageren. Door de initiatieven “cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa” en “flexibele bijstand aan gebieden” kunnen Oekraïners essentiële hulp ontvangen uit het pakket herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa. Het doel is om lidstaten en regio’s in staat te stellen cohesiefondsen te mobiliseren om mensen te helpen die de oorlog ontvluchten. Noodhulp die voorziet in de basisbehoeften van mensen die de Russische invasie in Oekraïne ontvluchten, bestaat onder meer uit toegang tot diensten zoals tijdelijke huisvesting, voedsel- en watervoorziening of medische zorg. Sommige middelen werden gebruikt om de administratieve capaciteit van de lidstaten te vergroten om in de behoeften van vluchtelingen te voorzien, bijvoorbeeld voor extra infrastructuur of personeel om vluchtelingen te helpen of om op maat gesneden oplossingen te ontwikkelen voor de integratie op de lange termijn van mensen met een migrantenachtergrond, door middel van investeringen in huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, sociale inclusie en zorg of andere sociale diensten.

Dankzij het initiatief “cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa” is 4 miljoen EUR uit het pakket met de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa toegewezen aan een Duits proefproject voor werkgelegenheid voor vluchtelingen in de deelstaat Rijnland-Palts om Oekraïners te helpen bij hun integratie in de Duitse samenleving ( 23 ). Dit proefproject maakt deel uit van een programma dat op 1 juli 2022 van start is gegaan, met zes projecten verspreid over de deelstaat. Het hoofddoel van het proefproject bestaat erin om regionale structuren te creëren ter ondersteuning van opleiding en arbeidsmarktintegratie. De proefprojecten voor werkgelegenheid bieden ondersteuning op maat en advies over hoe iemand het best door de sociale voorzieningen kan navigeren. Ontheemden uit Oekraïne krijgen ook ondersteuning bij het indienen van directe aanvragen bij gemeentelijke diensten in het hele land, en krijgen hulp bij veel administratieve zaken — zoals een curriculum vitae opstellen of een verblijfs-, huisvestings- of medische aanvraag tot een goed einde brengen. Zodra gezinnen zich in een veilige en stabiele situatie bevinden, helpen de centra de volwassenen bij het vinden van geschikt werk door hun vaardigheden in kaart te brengen en contact te leggen met het plaatselijke arbeidsbureau om verdere ondersteuning te bieden bij het solliciteren naar een baan.

Deze steun in het kader van het cohesiebeleid vormt een aanvulling op de steun uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie en andere financieringsbronnen. De Commissie heeft ook haar programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument aangepast om beter rekening te houden met de nieuwe realiteiten in de nabuurschapsregio. Met SAFE (Supporting Affordable Energy) stelde zij voor om de gevolgen van de hoge energieprijzen aan te pakken. Deze voorstellen werden allemaal zonder wijzigingen en in recordtijd vastgesteld.

Onderzoek en innovatie ondersteunen om wereldwijde uitdagingen aan te pakken

Via haar beleid versterkt de EU de impact van onderzoek en innovatie en vergemakkelijkt ze de samenwerking. De EU verleent haar actieve steun aan het creëren en verspreiden van excellente kennis en technologieën.

12

Nobelprijswinnaars werden tussen 2007 en 2022 ondersteund door EU-fondsen.

9

kennis- en innovatiegemeenschappen werden tussen 2010 en 2022 opgericht.

37

EU-partnerschappen in het kader van Horizon Europa werden in 2021-2022 gelanceerd.

5

EU-missies zijn opgezet om de grootste uitdagingen waar de wereld voor staat op te lossen.

Tegen eind 2022 waren 24 oproepen voor missies in het kader van Horizon Europa gelanceerd en geëvalueerd. Er werden 8 167 in aanmerking komende voorstellen ingediend, waarvan er 137 werden geselecteerd voor financiering, voor een totale aangevraagde EU-bijdrage van 1,0 miljard EUR. Eind 2022 waren 71 subsidies met 1 525 deelnemers ondertekend voor een totaalbedrag van 0,6 miljard EUR.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit zal bijdragen aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie met ongeveer 47,4 miljard EUR voor de duur van de faciliteit ( 24 ). Tegen eind 2022 hadden de lidstaten belangrijke hervormingen doorgevoerd en investeringen gedaan om industrieel onderzoek, innovatie in de medische sector en de ontwikkeling van nationale strategieën voor artificiële intelligentie te ondersteunen.

De EU heeft de chipwet ingevoerd om het leiderschap van de EU op het gebied van onderzoek en technologie te versterken. Deze wet is bedoeld om tekorten aan vaardigheden in de geavanceerde productie aan te pakken en verstoringen zoals het recente wereldwijde tekort aan chips te voorkomen, zodat de EU op dit belangrijke gebied een aantrekkelijke plek blijft voor ‘s werelds toptalent. De chipwet mobiliseert 43 miljard EUR aan publieke en particuliere investeringen gericht op drie pijlers. Van dat bedrag zal 3,3 miljard EUR worden besteed aan het initiatief Chips voor Europa (pijler 1), terwijl bijna 2 miljard EUR van Horizon Europa zal worden besteed aan onderzoek en innovatie, en de middelen uit het programma Digitaal Europa zullen worden aangewend om activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw te financieren.

In 2021-2022 heeft de Europese Innovatieraad 65 innovatieve start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen geselecteerd voor 363 miljoen EUR aan financiering voor baanbrekende innovaties. In 2022 zijn 43 nieuwe oproepen tot het indienen van voorstellen gelanceerd in het kader van het hoofdgedeelte van het werkprogramma 2021-2022 van Horizon Europa: in totaal zijn 855 onderwerpen verspreid over 160 oproepen tot het indienen van voorstellen en 195 andere acties gelanceerd voor een totaalbedrag van ongeveer 16 miljard EUR. In 2022 richtte Horizon Europa vijf EU-missies op om de dringendste maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, namelijk: i) aanpassing aan klimaatverandering, ii) kanker; iii) 100 klimaatneutrale en slimme steden tegen 2030; iv) onze oceanen en wateren tegen 2030 herstellen; en v) een bodemdeal voor Europa.

Een ander aandachtspunt in 2022 was het opzetten van Europese partnerschappen. Deze bieden een antwoord op wereldwijde uitdagingen, moderniseren de industrie via gezamenlijke onderzoeks- en innovatie-initiatieven en brengen lidstaten en geassocieerde landen, de particuliere sector, stichtingen en andere belanghebbenden samen. De Commissie heeft haar eerste prestatieverslag uitgebracht, waarin staat dat de kracht van de partnerschappen erin bestaat dat ze belangrijke, strategische industriële partners kunnen betrekken bij de grensoverschrijdende en sectoroverschrijdende prioriteitsgebieden van de EU. Zo is het Fotonica-partnerschap, met de hulp van 3 349 partners uit de EU en daarbuiten, gericht op het versnellen van fotonische innovaties voor een digitale, groene en gezonde toekomst in Europa, terwijl het bijdraagt aan zes duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

Middelen uit de Marie Skłodowska-Curie-acties van de EU worden ingezet om het “MSCA4Ukraine”-initiatief te financieren, dat ontheemde onderzoekers uit Oekraïne ondersteunt. In totaal zullen 13 doctoraatskandidaten en 111 postdoctorale onderzoekers uit Oekraïne vanaf 2023 hun werk in EU-lidstaten en met Horizon Europa geassocieerde landen kunnen voortzetten. De geselecteerde onderzoekers worden ontvangen door academische en niet-academische organisaties in 21 landen.

De Commissie heeft besloten om in 2023 een nieuw bureau voor het Horizon Europa-programma te openen in Kyiv. Het bureau zal ondersteuning bieden aan de nationale contactpunten in heel Oekraïne en onderzoeks- en innovatienetwerken tussen Oekraïense en Europese instellingen versterken. Het beheer is in handen van de nationale onderzoeksstichting en heeft tot doel de deelname van Oekraïne aan Horizon Europa naar een hoger niveau te tillen.

Ondersteuning van onderwijs en opleiding

Onderwijs en opleiding zijn essentiële onderdelen van de EU-strategie voor duurzame groei, concurrentievermogen en sociale cohesie. De EU wil ervoor zorgen dat alle burgers toegang hebben tot onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit. Zij financiert onderwijs- en opleidingsprogramma’s via verschillende kanalen. De belangrijkste financieringsbronnen zijn het Europees Sociaal Fonds Plus en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling. De financiering van de EU heeft geholpen om de toegang tot onderwijs en opleiding voor alle burgers te verbeteren, ongeacht hun achtergrond of sociaaleconomische status. Deze middelen hebben ook een bijdrage geleverd aan de verbetering van de onderwijs- en opleidingssystemen en de vaardigheden van de beroepsbevolking. Uit de gefinancierde initiatieven spreekt de wil van de EU om de kwaliteit van onderwijs en opleiding te verbeteren, de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te vergroten en de werkloosheidscijfers te verlagen, terwijl tevens culturele uitwisselingen worden bevorderd en een bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van een samenhangender en beter geïntegreerd Europa.

Binnen het programma Erasmus+ 2021-2027 zal het Initiatief “Europese Universiteiten” zorgen voor beter en inclusiever onderwijs en onderzoek. Ondertussen bevordert de EU verschillende initiatieven ten behoeve van innovatie, vooral met het oog op de groene transitie, zoals het Stedelijk Europa-initiatief om stedelijke innovatie en de capaciteiten van en kennis over steden te ondersteunen, met het oog op het bouwen aan een duurzame toekomst.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit is een andere belangrijke financieringsbron die bijdraagt aan onderwijs en vaardigheden, met ongeveer 73 miljard EUR voor de looptijd van de faciliteit ( 25 ). Tegen eind 2022 hadden de lidstaten een breed scala aan hervormingen en investeringen doorgevoerd met betrekking tot onderwijs — van voor- en vroegschoolse educatie tot volwassenenonderwijs — en groene en digitale vaardigheden.

Leermobiliteit is bedoeld om de mobiliteit van studenten, docenten, stagiairs, leerwegleerlingen, jeugdwerkers en jongeren aan te moedigen. Tegen eind 2022 had het Erasmus+-programma 1,5 miljoen deelnemers aan activiteiten voor leermobiliteit ondersteund.

Integratie van de gendergelijkheidsdimensie in de EU-begroting verbeteren

De EU loopt wereldwijd voorop bij het bevorderen van gendergelijkheid. De Commissie past gendermainstreaming toe in alle beleidsmaatregelen en acties. De strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 ( 26 ) van de EU beantwoordt aan het voornemen van de Commissie-Von der Leyen om een Unie van gelijkheid tot stand te brengen. De strategie bevat beleidsdoelstellingen en -maatregelen om tegen 2025 aanzienlijke vooruitgang te boeken op de weg naar een gendergelijk Europa.

In overeenstemming met de strategie voor gendergelijkheid heeft de EU in november 2020 haar derde genderactieplan voor 2021-2025 vastgesteld. Daarin is het actiekader opgenomen voor alle activiteiten op het gebied van gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen in de externe betrekkingen van de EU en voor de lidstaten. De Commissie heeft een proefmethode ontwikkeld om de bijdrage aan gendergelijkheid van alle EU-uitgavenprogramma’s in het meerjarig kader 2021-2027 te volgen en heeft deze methode al een eerste keer toegepast in het kader van de ontwerpbegroting 2023.

Volgens deze methode kan een programma in aanmerking komen voor één of meer scores op basis van de doelstellingen die met de respectieve interventies worden nagestreefd. Voor de totale EU-begroting gelden de volgende toewijzingen, gebaseerd op de som van de interventies van 2022 die voor elke score in aanmerking komen:

score 2: interventies die als hoofddoel hebben de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verbeteren, zijn te vinden in 12 programma’s en vertegenwoordigen 2 % van de totale begroting van de Commissie;

score 1: interventies met gendergelijkheid als belangrijk en weloverwogen streefdoel (maar niet als de belangrijkste reden voor de interventie) volgen met 9 % van de totale begroting en zijn te vinden in 15 programma’s;

score 0*: interventies met het potentieel om bij te dragen aan gendergelijkheid vertegenwoordigen 73 % van de totale begroting en zijn te vinden in 31 programma’s;

score 0: interventies die geen significante invloed hebben op de gendergelijkheid vertegenwoordigen 16 % van de EU-begroting en zijn te vinden in 26 programma’s.

Meer informatie over de proefmethode, die sinds de ontwerpbegroting voor 2023 is ingevoerd, wordt beschreven in bijlage 4 bij dit verslag.

De EU speelt ook een leidende rol op multilateraal niveau als het gaat om gendergelijkheid, de rechten van vrouwen en meisjes en de versterking van hun positie, en draagt bij aan de bevordering van deze agenda op internationale fora. Tegelijkertijd bevordert de Commissie de bewustmaking en de capaciteitsopbouw, zowel binnen haar diensten als in de lidstaten, met betrekking tot de integratie van het gendergelijkheidsaspect in de EU-uitgavenprogramma’s door middel van gespecialiseerde opleidingen en actieve deelname aan relevante fora.

4.Een sterker Europa in de wereld 

Wij kunnen de grondleggers zijn van een betere wereldorde.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

In een jaar van toenemende onzekerheid ging de EU voorop in de respons op wereldwijde uitdagingen en bleef zij zich opstellen als een drijvende kracht achter multilateralisme, door een ambitieus nabuurschapsbeleid na te streven, solidariteit te tonen en brede partnerschappen aan te gaan om mondiale vrede, stabiliteit, democratie en mensenrechten veilig te stellen en te bevorderen.

De EU en haar lidstaten hebben eensgezind en vastberaden gereageerd op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de daaruit voortvloeiende energie- en voedselcrises en hebben humanitaire hulp, financiële bijstand en militaire steun verleend. De EU-begroting speelt een cruciale rol in deze reactie, in de vorm van betalingsflexibiliteit binnen verschillende programma’s, macrofinanciële bijstand en begrotingssteun, noodhulp, crisisrespons en humanitaire hulp, vooral via herprioritering in het kader van EU-uitgavenprogramma’s. In 2022 bedroeg de totale bijstand uit de EU-begroting aan Oekraïne en de Oekraïners 11,6 miljard EUR ( 27 ). De EU heeft snel gereageerd op de groeiende voedselonzekerheid, die nog werd verergerd door de aanvalsoorlog van Rusland, via de respons van Team Europa op de wereldwijde voedselonzekerheid en door de financiering te verhogen. In 2022 werd 2,6 miljard EUR besteed aan de aanpak van dit probleem.

Onwrikbare steun van de EU voor Oekraïne

Sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog is de humanitaire nood in Oekraïne groter dan ooit. Tegen eind 2022 hadden 14 miljoen mensen in het land humanitaire hulp ontvangen. De Commissie heeft ook een noodpakket beschikbaar gesteld om humanitaire en noodhulp te bieden teneinde de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en voedsel te waarborgen. Van het eerder genoemde totaalbedrag voor financiële bijstand aan Oekraïne was 485 miljoen EUR bestemd voor humanitaire hulpprogramma’s ter ondersteuning van burgers die getroffen zijn door de oorlog in Oekraïne, en 38 miljoen EUR voor Moldavië, dat ook ernstig te lijden heeft onder de oorlog. Deze essentiële steun omvat toegang tot basisgoederen en -diensten, zoals onderwijs, gezondheidszorg en voedsel.

In samenwerking met de Oekraïense autoriteiten voor civiele bescherming startte de Commissie de grootste en meest complexe operatie in het kader van het EU-mechanisme voor civiele bescherming tot dusver. Het doel was ervoor te zorgen dat Oekraïne en de buurlanden de meest dringende niet-monetaire bijstand kregen, zoals medische uitrusting en apparatuur, en dat degenen die het gewapende conflict ontvluchtten, veilig werden geëvacueerd. Tegen het einde van het jaar was bijna 78 000 ton aan bijstand verstrekt door de lidstaten en de derde landen die aan het mechanisme bijdragen. In combinatie met de bijstand uit rescEU-voorraden was hiermee ongeveer een half miljard euro gemoeid.

Alle 27 lidstaten (plus IJsland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Servië en Turkije) hebben hulp aangeboden , gaande van medische uitrusting en materiaal om onderdak te voorzien, tot voertuigen en energieapparatuur. De EU heeft logistieke hubs opgezet in Polen, Roemenië en Slowakije om de goederen efficiënter in Oekraïne te krijgen. Het EU-mechanisme voor civiele bescherming leverde voedsel, water, onderdak, energie en gezondheidszorg. Via de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied en rescEU-noodvoorraden heeft de EU medische en gespecialiseerde uitrusting gemobiliseerd met het oog op risico’s voor de volksgezondheid, zoals chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen.

Macrofinanciële noodbijstand helpt Oekraïne om in zijn financieringsbehoeften te voorzien en de economische stabiliteit te versterken. Naast de steun van 7,2 miljard EUR in 2022 zal de EU in 2023 tot 18 miljard EUR aan Oekraïne verstrekken via het instrument voor macrofinanciële bijstand+, in de vorm van leningen tegen zeer gunstige voorwaarden. Deze stabiele en voorspelbare financiële steun zal helpen om een aanzienlijk deel van de Oekraïense financieringsbehoeften voor 2023 te dekken, om de lonen en pensioenen te betalen en om essentiële openbare diensten zoals ziekenhuizen, scholen en huisvesting voor herplaatste personen draaiende te houden. Dit zal ook helpen de macro-economische stabiliteit van Oekraïne te waarborgen en kritieke infrastructuur die Rusland tijdens zijn aanvalsoorlog heeft vernietigd, zoals energie-infrastructuur, watersystemen, transportnetwerken, wegen en bruggen, te herstellen.

In 2022 heeft de Commissie 11,6 miljard EUR gemobiliseerd of gegarandeerd om de economische, sociale en financiële veerkracht van Oekraïne te ondersteunen. Zij heeft voor 2023 ook tot 18 miljard EUR aan leningen toegezegd tegen zeer gunstige voorwaarden.

De Commissie heeft het voortouw genomen bij wereldwijde donorevenementen om intern ontheemden en vluchtelingen te ondersteunen

Als onderdeel van haar belofte om de toekomstige wederopbouw van het land te ondersteunen, heeft de EU al 100 miljoen EUR bijgedragen voor het herstel van beschadigde Oekraïense scholen. De Commissie heeft ook ongeveer 14 miljoen EUR uitgetrokken om schoolbussen aan te schaffen en Oekraïense kinderen veilig naar school te brengen en heeft een EU-brede solidariteitscampagne opgezet om schoolbussen aan Oekraïne te doneren via het EU-mechanisme voor civiele bescherming.

Met zijn aanhoudende en opzettelijke aanvallen op de energie-infrastructuur van Oekraïne bracht Rusland ernstige schade toe aan het energiesysteem van het land. Samen met haar lidstaten en particuliere bedrijven heeft de EU Oekraïne voor miljoenen euro’s aan nooduitrusting geleverd. 

De EU leverde daarnaast uit de rescEU-reserves voor 40 miljoen EUR aan beschermingsmiddelen en uitrusting om het hoofd te bieden aan chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. Ook wees zij 13 miljoen EUR toe voor het herstel van door Russische bezetters beschadigde laboratoria in Tsjernobyl.

De solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne fungeerden als nieuwe routes om Oekraïne via het spoor, de weg en de binnenwateren met mondiale handelspartners te verbinden. Op het moment van deze beslissing werd geschat dat dit meer dan 15 miljard EUR aan broodnodige inkomsten zou opleveren voor Oekraïense landbouwers en bedrijven, en Oekraïne zou helpen om goederen — met name graan— uit te voeren om de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden te waarborgen. Ook kon Oekraïne langs deze weg invoeren wat het nodig had, van humanitaire hulp tot diervoeder en meststoffen.

Buiten de EU-begroting om vergemakkelijkt de Europese Vredesfaciliteit de levering van militaire uitrusting en veiligheidsinfrastructuur aan de Oekraïense strijdkrachten en beschermt zij de burgerbevolking, wat een doorslaggevende factor is geweest in de ondersteuning van de Oekraïense defensie. Dit is de eerste keer dat de EU ondersteuning heeft geboden aan haar lidstaten om dit soort uitrusting te leveren aan een land dat zich tegen agressie wil verdedigen.

Mobilisatie van humanitaire hulp voor mensen in nood en ondersteuning van de samenwerking op het gebied van civiele bescherming voor de preventie van, paraatheid voor en respons op rampen.

In 2022 heeft de EU 2,6 miljard EUR humanitaire steun uitgetrokken om in de dringendste behoeften van getroffen bevolkingsgroepen overal ter wereld te voorzien. Dit toonde aan dat de EU zich wil inzetten voor de bevordering van mensenrechten, waardigheid en veiligheid in de hele wereld. In 2022 werd via de EU-begroting niet alleen gereageerd op humanitaire crises die veel aandacht trokken, zoals Afghanistan of Oekraïne, maar ook op vergeten crises waarbij de getroffen bevolkingsgroepen onvoldoende internationale hulp kregen. In de context van de Rohingya-crisis in Myanmar heeft de Commissie bijvoorbeeld levensreddende humanitaire basishulp verleend om te voorzien in de behoeften van de meest kwetsbare mensen die door het geweld en het conflict zijn getroffen. De EU heeft via haar humanitaire financiering hulp geboden aan miljoenen getroffenen in enkele van de moeilijkste situaties ter wereld.

Het EU-mechanisme voor civiele bescherming heeft op veel crises gereageerd

Pakistan wordt sinds juni 2022 getroffen door zware moessonregens en overstromingen. Op 29 augustus 2022 werd het EU-mechanisme voor civiele bescherming geactiveerd na een verzoek om bijstand van de Pakistaanse autoriteiten. Tegen eind oktober 2022 hadden Franse en Belgische waterzuiveringsmodules in het land reeds 729 000 liter schoon water geproduceerd. Op 5 november hebben de teams hun missie daar afgerond. Alle apparatuur werd gedoneerd en bleef nog minstens zes maanden werken.

Europa werd in 2022 geconfronteerd met een zeer intens bosbrandseizoen. De EU mobiliseerde hulp voor Albanië, Tsjechië, Frankrijk, Portugal en Slovenië. Samen met de lidstaten zorgde de EU voor brandbestrijdingsteams en een rescEU-vloot met blusvliegtuigen, reddingsvoertuigen en helikopters.



Humanitaire hulp door de EU in 2022

891 miljoen EUR

587 miljoen EUR

469 miljoen EUR

530 miljoen EUR

149 miljoen EUR

Afrika

Midden-Oosten en Turkije

Azië, Latijns-Amerika, Stille Oceaan en Caribisch gebied

Oekraïne,

Westelijke Balkan en Kaukasus

Niet-geografische toewijzingen

Geografische voorstelling met de humanitaire hulp van de EU in 2022 over de hele wereld

Bron: Europese Commissie.

De EU bleef in 2022 ook humanitaire steun verlenen aan 4 miljoen vluchtelingen in Turkije, van wie de meesten de oorlog in Syrië zijn ontvlucht. Nog eens 50 miljoen EUR kwam boven op de 325 miljoen EUR aan humanitaire hulp die eind 2021 al was aangekondigd ten behoeve van het programma voor een sociaal vangnet voor noodgevallen in Turkije, waardoor de totale humanitaire financiering van de EU voor Turkije sinds 2012 bijna 3,4 miljard euro bedraagt.

De EU heeft in Turkije verschillende initiatieven gefinancierd voor minderjarige vluchtelingen (bv. voorwaardelijke geldelijke overdrachten voor onderwijsprogramma’s). Dankzij de financiering werd in de periode 2014-2022 een bijna verviervoudiging van het algemene inschrijvingspercentage van de schoolgaande jeugd onder vluchtelingen opgetekend. Het project werd uitgebreid naar Afghaanse en Iraakse vluchtelingen en gastgemeenschappen.



In 2022 werd een nieuw instrument opgezet: de capaciteit voor de Europese humanitaire respons. Hiermee worden — voornamelijk logistieke — lacunes in de humanitaire respons opgevuld bij plotselinge natuurrampen en door de mens veroorzaakte catastrofen.

In 2022 heeft de Commissie via de Europese capaciteit voor de Europese humanitaire respons negen operaties uitgevoerd in Madagaskar (twee keer), Oekraïne, Moldavië, Somalië, Afghanistan, Mozambique, Uganda en Burkina Faso, de humanitaire luchtbrugoperaties in Kenia, DR Congo en Mali voortgezet en 60 humanitaire luchtbrugvluchten van de EU georganiseerd, waarbij steun werd verleend aan 24 partners in vier landen (Afghanistan, Somalië, Madagaskar en Moldavië) en 842 ton humanitair materiaal werd vervoerd. Tot slot werden in Oekraïne en Moldavië kosteloos gemeenschappelijke logistieke diensten aangeboden aan alle humanitaire partners: in Oekraïne werden 660 wegtransporten georganiseerd, voornamelijk leveringen over de laatste kilometers dicht bij de frontlinie; er werden drie opslagplaatsen met temperatuurregeling voor medische artikelen en kittingdiensten geopend en ondersteund door 49 humanitaire partners (zowel internationale als lokale ngo’s).

Samenwerking met partnerlanden om ontwikkelingsproblemen op te lossen en EU-waarden en -belangen na te streven

Het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de internationale beloften van de EU en de doelstellingen waarmee zij heeft ingestemd, met name de Agenda 2030 van de Verenigde Naties, de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs.

In 2022 is gestart met de uitvoering van de Global Gateway-strategie ( 28 ), waarbij partners een plan voor grote investeringen in fysieke infrastructuurontwikkeling wordt aangereikt, in overeenstemming met de waarden en normen van de EU. De Global Gateway wordt uitgevoerd volgens een “Team Europa”-benadering: de EU en de lidstaten werken samen om investeringen in fysieke infrastructuur, in menselijke ontwikkeling en in de randvoorwaarden te stimuleren zodat projecten een sociaaleconomische impact hebben op lokale gemeenschappen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. In 2022 is meer dan 9 miljard EUR (in subsidies) uit de EU-begroting gespendeerd aan de uitvoering van de vijf belangrijkste gebieden van de Global Gateway-strategie: ICT, klimaatverandering en energie, vervoer, onderwijs en onderzoek. Belangrijke evenementen voor de verwezenlijking van de Global Gateway-strategie waren onder meer de AU-EU-top in februari 2022, waar het investeringspakket Afrika-Europa werd gelanceerd, evenals de EU-ASEAN-top in december 2022 en de conferentie over de connectiviteit tussen de EU en Centraal-Azië van november 2022.

Als onderdeel van de Global Gateway-strategie en via het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking “NDICI-Global Europe”, werd de uitrol van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ voortgezet, ondersteund door de garantie voor extern optreden voor een bedrag tot 53,45 miljard EUR. Tegen eind 2022 had de Europese Investeringsbank wereldwijd 49 operaties goedgekeurd voor een totaalbedrag van bijna 3 miljard EUR, ondersteund door de garantie van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+, waarbij in totaal tussen 6 en 9 miljard EUR aan investeringen werd gemobiliseerd. Dit instrument helpt de EU om het profiel, de schaal en de impact van haar extern optreden aanzienlijk te vergroten.

De Commissie is haar prioriteiten blijven nastreven in samenwerking met partnerlanden. Hierbij ging het om 1,7 miljard EUR aan uitbetaalde steun voor duurzame landbouw en voedselsystemen wereldwijd, de herbevestigde toezegging van de EU om in het kader van haar externe samenwerking in 2021-2027 7 miljard EUR uit te trekken voor biodiversiteit, de goedkeuring van de mondiale gezondheidsstrategie ( 29 ) en de betrokkenheid bij de oprichting van het nieuwe pandemiefonds, de vaststelling van het allereerste jongerenactieplan in de externe betrekkingen van de EU ( 30 ), en het wereldwijde Team Europa-initiatief “Digital for Development Hub” — waaraan al 13 lidstaten deelnemen ( 31 ) en dat de coördinatie tussen de lidstaten versterkt om een mensgerichte aanpak van de EU bij de digitale transformatie te bevorderen.

Uit een recente strategische evaluatie van de EU-steun voor de rechtsstaat en voor anticorruptiemaatregelen in partnerlanden bleek dat de EU erin geslaagd is om betekenisvolle interventies voor de rechtsstaat te programmeren en een toegevoegde waarde te creëren in de justitiële sector, net als met betrekking tot andere EU-waarden (bv. mensenrechten, gendergelijkheid, non-discriminatie). De EU hield rekening met bestaande nationale prioriteiten of, wanneer er geen waren, slaagde erin om haalbare aanknopingspunten te vinden. De EU-steun voor de rechtsstaat scoorde hoog wat betreft het toepassen van een inclusieve aanpak, het kiezen van een gepaste combinatie van soorten steun, het bieden van cruciale steun aan maatschappelijke organisaties, het zorgen voor flexibiliteit tijdens de uitvoering en het zich aanpassen aan veranderende situaties.

Duurzame groei en werkgelegenheid in de nabuurschapsregio versterken

De EU-begroting ondersteunt de nabuurschapslanden door middel van specifieke programma’s en acties, die zijn afgestemd op de politieke richtsnoeren van voorzitter Von der Leyen, de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en de Agenda 2030 van de Verenigde Naties.

De Commissie heeft bijvoorbeeld aanzienlijke steun verleend aan Moldavië om de energiecrisis aan te pakken en aan de zuidelijke nabuurschapslanden om de sociaaleconomische gevolgen van de Russische aanvalsoorlog te verzachten, met name via de voedsel- en veerkrachtfaciliteit van 225 miljoen EUR. Zij verhoogde ook de middelen voor het mandaat voor externe leningen en voor leningen uit het verleden in het kader van macrofinanciële bijstand. Desondanks zijn er geen grote gevolgen geweest voor de uitvoering van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor 2021-2024 en de vlaggenschipprojecten van het economisch en investeringsplan. In de zuidelijke nabuurschapsregio blijven de maatregelen van het plan zeer nuttig in een omgeving die steeds uitdagender wordt. Sinds 2021 is 3,3 miljard EUR aan subsidies vastgelegd (1,6 miljard EUR voor 2022), wat neerkomt op bijna de helft van de verwachte 7 miljard EUR die is toegezegd in het kader van de gezamenlijke mededeling “Hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap”.

5.Bevordering van onze Europese levenswijze

We zullen onze partners versterken door met hen samen te werken, want als onze partners sterk staan, staat Europa dat ook.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

Als een Europa dat bescherming biedt, werken de EU en haar lidstaten aan een sterke Europese gezondheidsunie om de gezondheid van de EU-burgers beter te beschermen, pandemieën te voorkomen en zich op pandemieën voor te bereiden, en de zorgstelsels in Europa in hun geheel te verbeteren.

Een Europa dat beschermt moet ook opkomen voor gerechtigheid en voor de kernwaarden van de EU. De niet-uitgelokte aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne leidde tot de grootste gedwongen ontheemding van mensen in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Dit gebeurde tegen de achtergrond van toegenomen irreguliere migratie via routes over de Middellandse Zee en door de Westelijke Balkan, en van het gebruik van migranten door het Belarussische regime voor politieke doeleinden. De EU heeft haar beheer van migratie op de lange termijn verder verbeterd op basis van sterke grenzen, modernisering van het asielstelsel van de EU en samenwerking met partnerlanden.

EU-financieringsprogramma’s, zoals Creatief Europa, bieden directe steun aan Europese en Oekraïense culturele en creatieve organisaties. In het werkprogramma van Creatief Europa voor 2022 is ongeveer 400 miljoen EUR uitgetrokken voor de bevordering van de diversiteit en het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sectoren in heel Europa, om bij te dragen aan hun herstel en veerkracht in de context van de Russische inval in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de Europese economie. In 2022 is een speciale oproep gedaan voor een bedrag van 5 miljoen EUR om Oekraïense ontheemden en de Oekraïense culturele en creatieve sectoren te steunen.

In 2022 heeft de EU verdergewerkt aan de ontwikkeling van instrumenten om entiteiten die verantwoordelijk zijn voor schadelijke informatiemanipulatie en inmenging — bijvoorbeeld door verkiezingen en een open medialandschap te verstoren — daarvoor te laten boeten, zowel in politiek en economisch opzicht als wat betreft hun reputatie.

Voorkomen, opsporen en snel reageren op gezondheidscrises.

De COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan waren ook in 2022 nog voelbaar. Samen met haar lidstaten werkt de EU aan een sterke Europese gezondheidsunie om de gezondheid van de EU-burgers beter te beschermen, pandemieën te voorkomen en zich op toekomstige pandemieën voor te bereiden, en de zorgstelsels in Europa in hun geheel te verbeteren.

Het werkprogramma van EU4Health voor 2022 voorzag in 381 miljoen EUR voor de bestrijding van de COVID-19-pandemie. Dit werd bijvoorbeeld gebruikt voor financiering om de continue productie van vaccins te verzekeren en ter ondersteuning voor kennisvergaring door de EU.

De EU is de vaccinatiecampagnes zowel binnen als buiten haar grenzen blijven ondersteunen om de schadelijke effecten van het virus te beperken. De vaccinatiestrategie van de EU is succesvol gebleken. In totaal zijn in de EU sinds het begin van de pandemie bijna 1 miljard doses toegediend. De evoluerende COVID-19-varianten vragen echter om aangepaste vaccins. In 2022 gaf de EU toestemming om aangepaste vaccins te gebruiken in een nieuw boosterprogramma, dat moet voorkomen dat het aantal gevallen oploopt.

In 2022 werd de nieuwe autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied van de Commissie de belangrijkste EU-autoriteit voor de preventie van, voorbereiding op en snelle respons op grensoverschrijdende gezondheidscrises. Deze autoriteit is een ander belangrijk onderdeel van de robuuste gezondheidsunie die de EU nastreeft om de gezondheid van de EU-burgers beter te beschermen, toekomstige pandemieën te voorkomen en zich erop voor te bereiden, en de gezondheidsstelsels van Europa in hun geheel te verbeteren. De Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied hielp de lidstaten tot eind 2022 te voorzien ( 32 ) van vaccins en boosters tegen de evoluerende COVID-19-varianten. Om de uitrol van COVID-19-vaccins in niet-EU-landen te bevorderen en de continuïteit van de strijd tegen het humane immunodeficiëntievirus, tuberculose en malaria te garanderen, heeft de EU een bijdrage geleverd via het instrument voor noodhulp. Om de toegang tot vaccins in lage-inkomenslanden te verbeteren, heeft de EU samen met de lidstaten en financieringsinstellingen meer dan 5 miljard EUR bijgedragen via het “Covax”-initiatief .

De EU bestrijdt ook de langetermijneffecten van een COVID-19-infectie, zoals langdurige COVID. Daarom worden via de EU-begroting grote cohortstudies gefinancierd, waarin populaties van over de hele wereld gedurende een lange periode worden gevolgd. Bovendien wordt in onderzoeksprojecten die in het kader van Horizon 2020 en Horizon Europa worden gefinancierd, ook gekeken naar gevallen waarin een COVID-19-infectie langdurige aandoeningen tot gevolg heeft.

De regeling inzake het digitale EU-covidcertificaat — dat op het hoogtepunt van de pandemie een belangrijk instrument was — is met een jaar verlengd en blijft van toepassing tot en met 30 juni 2023. Dankzij deze verlenging kunnen mensen hun certificaat gebruiken om door de EU te reizen als de epidemiologische situatie verslechtert en er opnieuw reisbeperkingen worden ingevoerd.

De crisis en het daaropvolgende herstel hebben zwakke punten in de gezondheidszorg aan het licht gebracht. Daarom is de EU de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten blijven ondersteunen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zodat ze sterker uit de COVID-19-pandemie konden komen. Met de herstel- en veerkrachtplannen zal de gezondheidszorg worden ondersteund voor een bedrag van meer dan 43 miljard EUR voor de duur van de faciliteit. Eind 2022 hadden de lidstaten 33 van de 539 mijlpalen en streefdoelen in verband met maatregelen die bijdragen aan de gezondheidszorg behaald.

Met het Europees kankerbestrijdingsplan werd onderstreept dat de EU zich inzet voor kankerpreventie en gelijke toegang tot diagnose en behandeling van kanker. Het is een belangrijke bouwsteen van de Europese gezondheidsunie. Het plan beoogt niet alleen concrete verbeteringen voor patiënten tot stand te brengen, maar ook extra steun te verlenen aan ex-kankerpatiënten en gezondheidswerkers in heel Europa. De acties in het kader van dit plan worden ondersteund door programma’s zoals EU4Health en de Horizon Europa-missie inzake kanker — bedoeld voor onderzoek en initiatieven op het gebied van kanker. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van een specialisatieoverschrijdend opleidingsprogramma op het gebied van kanker en een netwerk voor jonge ex-kankerpatiënten.

Aanpak van migratie en asiel

Fonds voor asiel, migratie en integratie

Fonds voor geïntegreerd grensbeheer

Noodhulp uit fondsen beheerd door DG Migratie en Binnenlandse Zaken

In de EU-begroting van 2022 is 1,4 miljard EUR uitgetrokken voor dit fonds, dat een efficiënt beheer van migratiestromen en de uitvoering, versterking en ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak van asiel en immigratie in de EU bevordert.

In de EU-begroting van 2022 is 1,0 miljard EUR uitgetrokken voor dit fonds, waarmee uitdagingen in het beheer van de buitengrenzen en het gemeenschappelijk visumbeleid worden aangepakt.

De EU heeft 400 miljoen EUR toegewezen voor noodhulp aan de lidstaten die het zwaarst zijn getroffen door de eerste opvang van Oekraïense vluchtelingen en voor hulp bij vroege integratie.

De Commissie heeft toegezegd een bedrag van 400 miljoen EUR voor noodhulp te mobiliseren tijdens de wereldwijde donorconferentie “Stand Up for Ukraine” van 9 april 2022. De EU-bijdrage is bedoeld om de lidstaten te ondersteunen bij de versterking van hun systemen voor eerste opvang, hun capaciteit om de buitengrenzen te beheren en hun capaciteit om de kloof tussen de eerste opvang en vroege integratie te overbruggen. Het algemene doel is om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen die het zwaarst zijn getroffen door de ongekende toestroom ontheemden uit Oekraïne. In deze context werden het programma en de onderliggende noodhulp in 2022 versterkt met 181,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 150 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Bovendien is 261 miljoen EUR van deze enveloppe van 400 miljoen EUR toegewezen aan de ondersteuning van de uitzonderlijke inspanningen van de lidstaten om te voorzien in de behoeften van de begunstigden van de richtlijn tijdelijke bescherming. In de praktijk betekent dit financiering voor de versterking van de capaciteit voor eerste opvang om te voorzien in de onmiddellijke en dringende behoeften van ontheemden uit Oekraïne en om de kloof tussen eerste opvang en vroege integratie te overbruggen.

In Moldavië is een EU-hub voor interne veiligheid en grensbeheer opgezet. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft steun geboden aan de grenzen van de EU met Rusland en Oekraïne om lokale autoriteiten te helpen bij de aanpak van de toestroom van grote aantallen vluchtelingen. Het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving werkte ook nauw samen met alle lidstaten om misdrijven zoals mensenhandel, vuurwapenhandel, witwassen van geld en uitbuiting van arbeidskrachten te voorkomen en te bestrijden.

6.Een nieuwe impuls voor de Europese democratie

Democratie is in staat om zich snel te verspreiden. Maar ze kan net zo snel worden aangetast. Democratie is vrijheid. We moeten ervoor opkomen.

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie

De democratie op het Europese continent ligt onder vuur. De agressie van Rusland tegen Oekraïne is een oorlog tegen het wezen van de democratie. Onze democratie is niet vanzelfsprekend. De EU-begroting wordt aangewend om democratische instellingen te versterken.

Het algemeen conditionaliteitsregime beschermt de EU-begroting nog steeds tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat.

De EU-begroting werd ingezet om democratische instellingen te versterken, burgerparticipatie te bevorderen en de Europese waarden te promoten

De EU-begroting is een cruciaal instrument om democratische instellingen te versterken, burgerparticipatie te bevorderen en de Europese waarden te promoten. Dankzij middelen uit de begroting kan steun worden verleend aan een breed scala aan initiatieven en programma’s die bedoeld zijn om democratische waarden en praktijken te bevorderen, de mensenrechten en sociale rechtvaardigheid te beschermen en maatschappelijke organisaties te ondersteunen wanneer zij de participatie in het democratische bestel promoten. Door in deze initiatieven te investeren draagt de EU-begroting bij aan een meer inclusief, democratisch en welvarend Europa.

De EU-begroting levert steun aan een reeks programma’s die gericht zijn op het versterken van democratische instellingen in de hele EU. Het gaat bij deze programma’s onder meer om steun voor de hervorming van kiesstelsels, de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en algemene hulp om de transparantie en de verantwoordingsplicht te bevorderen.

De EU-begroting steunt ook initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van burgerparticipatie in de hele EU. Bij deze initiatieven gaat het onder meer om steun voor maatschappelijke organisaties en hun activiteiten, en programma’s om de burgerparticipatie in politieke processen te bevorderen. Een voorbeeld van burgerparticipatie met steun uit de EU-begroting was de Conferentie over de toekomst van Europa, die haar werkzaamheden in mei 2022 afsloot met 49 concrete voorstellen. Via deze initiatieven helpt de EU-begroting actief burgerschap te bevorderen en de participatie van de burgers in het democratische bestel en de beleidsvorming te promoten.

De EU-begroting speelt een cruciale rol bij het bevorderen van Europese waarden, zoals mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en de rechtsstaat. Via de begroting wordt een reeks initiatieven gesteund die gemarginaliseerde gemeenschappen helpen, gendergelijkheid bevorderen en de rechten van vluchtelingen en migranten beschermen. Via deze initiatieven draagt de EU-begroting bij aan het bevorderen van een inclusiever en toleranter Europa.

Erasmus+ is het EU-programma voor de ondersteuning van onderwijs, opleiding, jongeren en sport in Europa. Erasmus+ ondersteunt mobiliteitsprogramma’s voor studenten en personeel, waardoor mensen in verschillende lidstaten kunnen gaan studeren en werken. De programma’s bevorderen de culturele uitwisseling en verhogen de kwaliteit van onderwijs en opleiding. Het programma legt sterk de nadruk op sociale inclusie, de groene en de digitale transitie, alsook de bevordering van de participatie van jongeren in het democratische leven. De resultaten van Erasmus+ worden beheerd via het projectplatform van Erasmus+ . Daarop zijn de meeste initiatieven te vinden die door het programma zijn gefinancierd, evenals een selectie van goede praktijken en succesverhalen.

De rechtsstaat bevorderen en nieuwe uitdagingen voorkomen of de gevolgen ervan verzachten

De systematische handhaving van de rechtsstaat in alle lidstaten was een doelstelling die werd geformuleerd tijdens de Conferentie over de toekomst van Europa. Voor het eerst zijn in het jaarverslag over de rechtsstaat 2022, dat in juli 2022 werd gepubliceerd, ook aanbevelingen voor alle lidstaten opgenomen. Eerbiediging van de rechtsstaat is ook essentieel voor een goed financieel beheer van de EU-begroting en voor een doeltreffend gebruik van EU-begrotingsmiddelen. 

In 2022 is de Commissie doorgegaan met de uitvoering van de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de EU-begroting (de “conditionaliteitsverordening”). Zij heeft een procedure geopend om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de rechtsstaat in Hongarije, met name op het gebied van overheidsopdrachten, het gebruik van EU-middelen door trusts van openbaar belang, de doeltreffendheid van vervolging en de bestrijding van corruptie. Op 15 december 2022 heeft de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen vastgesteld om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat in Hongarije. De Raad heeft besloten 55 % van de vastleggingen voor drie programma’s in het cohesiebeleid te schorsen, wat overeenkomt met een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR voor de periode 2021-2027. De Raad heeft ook een verbod opgelegd om, in het kader van EU-programma’s die direct of indirect door de Commissie worden beheerd, nieuwe juridische verbintenissen aan te gaan met trusts van openbaar belang of de entiteiten in hun bezit (waaronder veel universiteiten). Overeenkomstig de conditionaliteitsverordening kan Hongarije verdere corrigerende maatregelen indienen om aan te tonen dat de begrotingsmaatregelen niet langer gerechtvaardigd zijn. De Commissie zal een leidende rol blijven spelen in de uitvoering en handhaving van de verordening, in de opsporing van mogelijke schendingen van de rechtsstaat die de EU-begroting op voldoende directe wijze beïnvloeden of ernstig dreigen te beïnvloeden, en in de beoordeling van de voorwaarden om de procedure die is opgenomen in de verordening in te leiden.

De uitvoering van het algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de EU-begroting wordt beschreven in punt 1.6 van bijlage 2.

Bestrijding van desinformatie

De blootstelling van burgers aan grootschalige desinformatie, waaronder misleidende of volledig foute informatie vormt een groot probleem. De EU heeft belangrijke stappen gezet om desinformatie te bestrijden. In 2022 heeft de EU verdergewerkt aan de ontwikkeling van instrumenten om entiteiten die verantwoordelijk zijn voor schadelijke informatiemanipulatie en inmenging — bijvoorbeeld door verkiezingen en een open medialandschap te verstoren — daarvoor te laten boeten, zowel in politiek en economisch opzicht als wat betreft hun reputatie. De voortdurende inspanningen van de EU op dit gebied zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat haar burgers goed geïnformeerd zijn en beschermd worden tegen de schadelijke effecten van desinformatie.

In 2022 nam de Europe Direct-contactlijn de rol van hulplijn voor “solidariteit van de EU met Oekraïne” op zich, introduceerde het naast de 24 officiële talen van de EU een dienst in het Oekraïens en Russisch, en begon het in een aantal centra ook vragen in het Oekraïens en Russisch te beantwoorden. In 2022 heeft DG Communicatie de campagne “You are EU” ontworpen en uitgerold om te laten zien hoe de EU de noodzakelijke overgang naar hernieuwbare energiebronnen en energieonafhankelijkheid van Rusland bevordert en versnelt.

·De East StratCom Task Force heeft met succes talrijke desinformatiecampagnes tegen de EU blootgelegd en bestreden, en het werk van de taskforce heeft erkenning gekregen van andere landen en internationale organisaties.

·Daarnaast hebben grote technologiebedrijven, in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie, een aangescherpte praktijkcode betreffende desinformatie ondertekend. De praktijkcode verplicht deze bedrijven stappen te ondernemen om de verspreiding van desinformatie op hun platforms te voorkomen, onder meer door de transparantie van politieke advertenties te verbeteren en gezaghebbende inhoud te promoten.

·Verder heeft de EU een systeem voor snelle waarschuwingen opgezet, waarmee de lidstaten snel informatie kunnen uitwisselen en hun reacties op desinformatiecampagnes kunnen coördineren. Dit systeem werd gebruikt om te reageren op talloze desinformatiecampagnes, waaronder die met betrekking tot de COVID-19-pandemie.

·De EU heeft rechtstreekse steun verleend aan de strategische communicatie-inspanningen van Oekraïne en nauw samengewerkt met internationale en gelijkgestemde partners, met name de G7 en de NAVO, om oorlogspropaganda tegen te gaan. Het Commissienetwerk tegen desinformatie monitorde en analyseerde onware verhalen. Op grond hiervan bracht de Commissie wekelijkse verslagen uit met adviezen voor maatregelen en tegengeluiden.

Bijlage 2 — Interne controle en financieel beheer

Gelieve deze pagina leeg te houden na het verwijderen van deze opmerking.

1.Sterke instrumenten om de EU-begroting in een complexe omgeving te beheren 

Het is de taak van de Europese Commissie om het geld van de belastingbetaler zo goed mogelijk te gebruiken voor het behalen van de beleidsdoelstellingen van de EU. Daarom moet zij erop toezien dat de financiering op doeltreffende, efficiënte en zuinige wijze terechtkomt bij de beoogde begunstigden, terwijl de geldende regels worden nageleefd. De Commissie streeft ernaar om de hoogste normen voor financieel beheer te bereiken en tegelijkertijd de juiste balans te behouden tussen weinig fouten, snelle betalingen en redelijke kosten voor controles.

1.1.De EU-begroting: veel verschillende gebieden, ontvangers en uitgaven in een complexe omgeving

In 2022 bedroegen de uitgaven die de Commissie beheert 169 miljard EUR ( 33 ) (zie onderstaande figuur). Dit betreft het deel van de EU-begroting dat beheerd wordt door de Commissie, evenals het Europees Ontwikkelingsfonds ( 34 ) en het EU-trustfonds. De uitgaven komen overeen met meer dan 260 000 betalingen variërend van een paar honderd euro (voor Erasmus+-mobiliteitsbeurzen) tot honderden miljoenen euro’s (grote projecten zoals de Internationale thermonucleaire experimentele reactor of Galileo en Copernicus, evenals begrotingssteun voor ontwikkelingslanden) ( 35 ). Er zijn talloze ontvangers van EU-fondsen in allerlei soorten en maten.



Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Cohesie, veerkracht en waarden

Natuurlijke hulpbronnen en milieu

Migratie en grensbeheer

Veiligheid en defensie

Nabuurschap en internationaal beleid

Europees openbaar bestuur

7,7 miljard EUR (4,5 %)

20,4  
miljard EUR (12 %)

67,5  
miljard EUR (40%)

57,7  
miljard EUR (34%)

2,5 miljard EUR (1%)

0,03  
miljard EUR (0%)

13,6  
miljard EUR (7%)

 

Tegen 31 december 2022 waren meer dan 5 500 subsidieovereenkomsten ondertekend in het kader van het onderzoeksprogramma Horizon Europa

Er zijn ongeveer 3,7 miljoen ondernemingen ondersteund en bijna 60 miljoen mensen hebben sinds 2014 toegang gekregen tot verbeterde gezondheidsdiensten, sociale zorg, onderwijsvaardigheden en huisvesting

6,3 miljoen begunstigden hebben steun ontvangen uit landbouwfondsen in het kader van verschillende regelingen

Meer dan 1,9 miljoen legale migranten konden gebruikmaken van integratiemaatregelen op nationaal, lokaal en regionaal niveau

Het Europees Defensiefonds kende tot december 2022 in totaal 1,17 miljard EUR EU-steun toe aan 60 projecten voor industriële samenwerking op defensiegebied

Bijstand was verleend aan 130 niet-EU-landen op vijf continenten

Relevante uitgaven van de EU-begroting die de Commissie in 2022 heeft verricht, per beleidsterrein, in % en in miljard EUR

Bron: Jaarlijkse activiteitenverslagen van de Europese Commissie. 

Circa driekwart van de begroting ( 36 ) (bv. uitgaven voor cohesiebeleid en natuurlijke hulpbronnen) zijn onder gedeeld beheer uitgevoerd, hetgeen vergelijkbaar is met voorgaande jaren. Dit betekent dat de lidstaten, of de door hen aangewezen instanties, projecten selecteren, middelen verspreiden en uitgaven beheren overeenkomstig EU- en intern recht en deze verantwoordelijkheid met de Commissie delen zodra de programma’s zijn onderhandeld en vastgesteld. De rest van de begroting wordt rechtstreeks uitgegeven door de Commissie of indirect in samenwerking met uitvoerende entiteiten. In de onderstaande tabel worden de drie beheersvormen beschreven.

 

Voorbeelden van programma’s/besteding

Andere betrokken actoren, in samenwerking met de Commissie

Direct beheer

Fondsen worden besteed door de Commissie

Horizon 2020; Connecting Europe Facility; administratieve uitgaven

n.v.t. (financiering gaat rechtstreeks naar de begunstigden)

Indirect beheer

Fondsen worden in samenwerking met externe entiteiten besteed

Erasmus+; deel van de ontwikkelingshulp en humanitaire hulp;  
pretoetredingssteun

agentschappen, gemeenschappelijke ondernemingen, Verenigde Naties, Wereldbank, Europese Investeringsbank, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, niet-EU-landen

Gedeeld beheer

Fondsen worden besteed in samenwerking met nationale en/of regionale autoriteiten van lidstaten, die de eerste verantwoordelijkheid hebben wat betreft de uitvoering van de begroting.

Landbouwfondsen; Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij; Europees Fonds voor regionale ontwikkeling; Cohesiefonds; Europees Sociaal Fonds en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief; fondsen voor migratie, grensbeheer en veiligheid

betaalorganen voor gemeenschappelijk landbouwbeleid: 76; operationele programma’s voor cohesiefondsen: 492, in alle lidstaten

Uitgaven in 2022 per beheersvorm — uitgezonderd de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Bron: Ontwerp-jaarrekeningen 2022 van de Europese Commissie — Staat van de financiële resultaten.

2022 was het tweede jaar van het nieuwe zevenjarige financieel kader. In de praktijk zijn er nog steeds zeer weinig betalingen met betrekking tot die nieuwe programmeringsperiode in 2022, vanwege de late vaststelling van de rechtsgrondslagen (alle financieringsprogramma’s) en de daaropvolgende late vaststelling van de programma’s in het kader van het cohesiebeleid (tot eind 2022). Naar verwachting zullen de betalingen voor de programmeringsperiode 2021-2027 de komende jaren significante niveaus gaan bereiken. In 2022 had de pandemie geen invloed meer op de manier waarop de Commissie en haar uitvoerende partners werkten. De nieuwe crises die in 2022 zijn ontstaan en de daaruit voortvloeiende hoge inflatie hebben echter meer druk gezet op de reeds schaarse middelen en vergen een doeltreffende interne controle om een strikte toepassing van de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid bij de besteding van de EU-begroting te garanderen.



1.2.Een robuust governancesysteem dat ten grondslag ligt aan de verantwoordelijkheid van het college

Als ordonnateur van de Commissie is het college van commissarissen politiek verantwoordelijk voor het beheer van de EU-begroting, wat onder meer verantwoording voor het werk van de diensten van de Commissie inhoudt. De belangrijkste bouwstenen van de governance van de EU-begroting, die worden ondersteund door een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen politieke en beheersniveaus, een sterke verbintenis voor prestatiebeheer en naleving van het wetgevingskader, transparantie en hoge standaarden op het gebied van ethisch gedrag, en duidelijk omschreven verslaglegging, leiden tot een solide keten van zekerheidsopbouw en verantwoordingsplicht.

Het governancesysteem en de door de Commissie gebruikte verantwoordingsketen zijn toegesneden op haar unieke model van decentrale besluitvorming bij de uitvoering van de begroting; het college van commissarissen delegeert het dagelijkse operationele beheer aan de 51 gedelegeerde ordonnateurs ( 37 ) die hun diensten beheren en aansturen op het behalen van de doelstellingen, zoals gedefinieerd in hun strategische plannen, rekening houdend met de beschikbare middelen. De gedelegeerde ordonnateurs zijn verantwoordelijk voor het deel van de EU-begroting dat door hun dienst wordt uitgevoerd.

In hun jaarlijkse activiteitenverslagen brengen de gedelegeerde ordonnateurs op transparante wijze verslag uit van de bereikte prestaties en resultaten, de werking van hun internecontrolesystemen en het financieel beheer van hun aandeel van de EU-begroting, met inachtneming van de zekerheid die de lidstaten onder gedeeld beheer hebben geboden. Het jaarlijkse activiteitenverslag bevat de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur-generaal. Deze verklaring kan een voorbehoud bevatten als gedelegeerde ordonnateurs tekortkomingen met een aanzienlijke impact vaststellen. Tegelijkertijd stellen zij actieplannen op om toekomstige risico’s te beperken en hun controlesystemen te versterken.

Het jaarlijks beheers- en prestatieverslag bevat de synthese van de jaarresultaten voor de EU-begroting op Commissieniveau, op basis van de betrouwbaarheidsverklaring en de punten van voorbehoud in alle jaarlijkse activiteitenverslagen. Dit verslag is onderdeel van het geïntegreerde pakket financiële en verantwoordingsverslagen van de Commissie ( 38 ), dat is vastgesteld door het college van commissarissen.

De daaropvolgende jaarlijkse kwijtingsprocedure stelt het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie in staat de Commissie politiek verantwoordelijk te stellen voor de uitvoering van de EU-begroting. Bij het besluit van het Parlement is rekening gehouden met de geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen van de Commissie; de jaarverslagen en speciale verslagen van de Europese Rekenkamer, en de betrouwbaarheidsverklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties; de hoorzittingen van de commissarissen en directeuren-generaal; en een aanbeveling van de Raad.

Deze solide governanceregelingen helpen het college van commissarissen om de doelstellingen van de Commissie te verwezenlijken, de middelen efficiënt en effectief te gebruiken en te waarborgen dat de EU-begroting wordt uitgevoerd in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer. Een overzicht is weergegeven in het schema op de volgende bladzijde.

Zekerheidsopbouw en verantwoordingsplicht van de Commissie voor de EU-begroting: duidelijke rollen en verantwoordelijkheden.

 

1.3.Een robuust internecontrolekader dat bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Commissie

1.3.1.Het internecontrolekader is mee blijven evolueren met zijn omgeving

De Commissie kan rekenen op een sterk institutioneel internecontrolekader dat is gebaseerd op de hoogste internationale normen ( 39 ).

De mechanismen voor risicobeheer en controle zijn verder gestroomlijnd en versterkt voor de uitvoering van het herstelplan NextGenerationEU. Sinds de bekrachtiging ervan in 2020 gaat speciale aandacht uit naar het aanpassen van de internecontrolesystemen aan de behoeften van de bijbehorende activiteiten. Eind 2021 publiceerde de Commissie het risico- en nalevingsbeleid op hoog niveau voor NextGenerationEU overeenkomstig het algemene internecontrolekader van de Commissie. Het beleid garandeert een passend risicobeheer- en nalevingskader om de financiële belangen van de EU te beschermen en de integriteit en transparantie van NextGenerationEU-handelingen te waarborgen, zoals financiering, schuldbeheer en leningstransacties. In 2022 heeft de Commissie de governance- en controlekaders verder ontwikkeld door processen en controlepunten in te voeren voor alle kernactiviteiten met betrekking tot het opnemen en verstrekken van leningen, waaronder financieringsplanning, de uitvoering van leningstransacties, liquiditeitsbeheer, kostenberekening en kostentoewijzing. Deze processen zorgden ervoor dat alle aspecten van het opnemen en verstrekken van leningen werden uitgevoerd in overeenstemming met een robuuste reeks risicocontroles, volledig gedocumenteerd en consequent uitgevoerd door de verantwoordelijke teams onder streng toezicht van een tweede verdedigingslinie (een onafhankelijk directeur risicobeheer).

In december 2022 heeft de Commissie ook het kader vastgesteld voor de lenings- en schuldbeheertransacties van de EU in 2023 volgens een uniforme financieringsaanpak, namelijk de gediversifieerde financieringsstrategie ( 40 ), samen met regelingen voor de uitvoering van die strategie voor lenings- en schuldbeheertransacties binnen de werkingssfeer van artikel 220 bis van het Financieel Reglement, en voor de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen ( 41 ). De governance van het activabeheer garandeert een duidelijke delegatie van besluitvormingsbevoegdheden en verantwoordingslijnen, een adequate scheiding van functies tussen frontoffice, risico en backoffice, duidelijk omschreven rollen en goed omlijnde en gedocumenteerde procedures en processen, alsook controles en waarborgen op alle niveaus. Met de nalevingsprocedures wordt het kader gecreëerd voor de invoering van passende gedragscodes om met mogelijke persoonlijke belangenconflicten en de risico’s van handel met voorkennis om te gaan.

Aan de uitgavenzijde heeft de Commissie in 2022 de specifieke audit- en controlestrategieën die in 2021 zijn ingevoerd, verder verfijnd en aangevuld voor de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Die bouwen voort op de ervaring die in 2022 is opgedaan met een groter aantal ontvangen betalingsverzoeken en de daaruit voortvloeiende intensivering van de audits en controles van de Commissie (zie details in bijlage 3).

Al in 2021 heeft de Commissie richtsnoeren vastgesteld voor het vermijden van en omgaan met belangenconflicten overeenkomstig het Financieel Reglement ( 42 ). Deze richtsnoeren hebben betrekking op alle methoden voor de uitvoering van de EU-begroting (direct, indirect en gedeeld beheer). Zij zijn onderdeel van de inspanningen van de Commissie om de maatregelen ter bescherming van de financiële belangen van de EU te versterken. Het doel is de bewustwording te versterken en de eenvormige interpretatie en toepassing van de regels inzake het voorkomen van belangenconflicten bij personeelsleden van de EU-instellingen en de autoriteiten van de lidstaten en bij iedereen die bij de uitvoering van EU-fondsen betrokken is, te bevorderen. De Commissie gaat door met het organiseren van doelgerichte voorlichtingsmaatregelen met betrekking tot belangenconflicten en met presentaties over deze richtsnoeren aan de autoriteiten van de lidstaten en respectieve deskundigennetwerken, alsook binnen haar interne gespecialiseerde netwerken. Die doelgerichte maatregelen en presentaties zullen blijven plaatsvinden in de loop van 2023 en daarna. Zij zijn erop gericht de bewustwording te versterken en de eenvormige interpretatie en toepassing van de regels inzake het voorkomen van belangenconflicten bij personeelsleden van de EU-instellingen en de autoriteiten van de lidstaten en bij iedereen die bij de uitvoering van EU-fondsen betrokken is, te bevorderen.

Ook in 2022 heeft de Commissie nieuwe of bijgewerkte richtsnoeren uitgebracht. Die waren met name gericht op manieren om de gevolgen van de toegenomen inflatie aan te pakken en op de vraag hoe de beperkende maatregelen van de EU moesten worden uitgevoerd. Wat indirect beheer betreft, is DG Begroting horizontale begeleiding en ondersteuning blijven bieden aan de diensten van de Commissie door instructieberichten uit te geven over belangrijke aspecten van het proces (bv. over toezichtmaatregelen).

1.3.2.Een gedegen internecontrolekader dat is aangepast aan de werking van de diensten van de Commissie

Over het algemeen zijn de internecontrolebeginselen in 2022 aanwezig en werken ze zoals bedoeld. De diensten beoordelen de werking van hun interne controles volgens een gemeenschappelijke methode en zij vatten hun conclusies samen in de jaarlijkse activiteitenverslagen. Deze beoordeling bevestigt dat de diensten van de Commissie inspanningen zijn blijven leveren om de in 2021 vastgestelde tekortkomingen in hun internecontrolesystemen te verhelpen, met name wat betreft de onderdelen controleomgeving en risicobeoordeling.

De Commissie erkent dat voor sommige internecontrolebeginselen nog verbeteringen nodig zijn, die meestal te maken hebben met kleine tekortkomingen die zijn vastgesteld en gerapporteerd in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de diensten. Het gaat dan vooral om controleactiviteiten, waarbij de beoordeling voornamelijk is gebaseerd op controleresultaten (d.w.z. wanneer de resterende foutenpercentages boven de 2 % liggen), de voortgang die is geboekt bij het opzetten van een internecontrolesysteem in het geval van een nieuwe entiteit, waarbij ook rekening wordt gehouden met auditbevindingen. Op deze punten hebben de betrokken diensten maatregelen genomen om de vastgestelde zwakke punten aan te pakken. Zij worden ondersteund door de institutionele diensten die de geboekte vooruitgang regelmatig controleren. De globale situatie wordt weergegeven in het onderstaande diagram.

Beoordeling van de werking van de 17 beginselen voor interne controle: aantal diensten van de Commissie dat meldde dat beginselen van interne controle in 2021 en 2022 waren bevestigd en goed werkten.

Bron: Jaarlijkse activiteitenverslagen van de Europese Commissie.

1.4.Met meerjarige controlestrategieën wordt gewaarborgd dat de uitgaven wettig en regelmatig zijn

1.4.1.De controlestrategieën zijn meerjarig en naar risico gedifferentieerd

Binnen de internecontrolesystemen stellen de ordonnateurs, als beheerders van de EU-begroting, meerjarige controlestrategieën op voor het voorkomen van fouten en, als die niet kunnen worden voorkomen, voor het opsporen en corrigeren ervan. In overeenstemming met hun verantwoordelijkheid om individuele betalingen te verrichten, moeten zij hun zekerheid vanaf het begin en gedetailleerd opbouwen, d.w.z. per programma of een ander relevant uitgavensegment. Op deze manier kan de Commissie op gedetailleerde en gedifferentieerde wijze tekortkomingen en fouten opsporen voor elk programma of uitgavensegment om de onderliggende oorzaken van systeemfouten vast te stellen (bv. de complexiteit van regels op bepaalde beleidsterreinen, zoals onderzoek en cohesie), gericht corrigerende en evenredige maatregelen treffen en waarborgen dat er bij de verbetering van de beheers- en controlesystemen en in de opzet van toekomstige financieringsprogramma’s rekening wordt gehouden met getrokken lessen.

De uitgavenprogramma’s van de EU zijn als meerjarenprogramma’s opgezet, en hetzelfde geldt voor de ermee gepaard gaande controlestrategieën. Dit betekent dat de opsporing en correctie van fouten op elk moment kan plaatsvinden, zelfs tot de afsluiting aan het einde van de looptijd van het programma. Bovendien zijn de controlestrategieën naar risico gedifferentieerd, d.w.z. dat ze worden aangepast aan de verschillende beheersvormen, betrokken actoren, beleidsterreinen en/of financieringsregelingen en de bijbehorende risico’s.

De meerjarige controlecyclus van de Commissie.

Voor de in de cirkels vermelde resultaten voor 2022, zie deel 2.1.

Bron: Europese Commissie.

1.4.2.Preventie is de eerste verdedigingslinie tegen fouten

De belangrijkste preventiemechanismen van de Commissie omvatten controles en audits vooraf (zie bijlage 5), waaronder beheerscontroles door de autoriteiten van de lidstaten vóór het declareren van uitgaven bij de Commissie onder gedeeld beheer, samen met audits om tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen van uitvoerende partners op te sporen. Deze preventieve controles leiden tot de afwijzing van niet-subsidiabele bedragen voordat de Commissie (definitieve) betalingen doet en tot de onderbreking en/of opschorting van betalingen totdat de tekortkomingen in de systemen zijn opgelost. Daarnaast helpen richtsnoeren voor begunstigden en uitvoerende partners bij het voorkomen van fouten.



·Onder gedeeld beheer vloeien de door de lidstaten ingevoerde correcties, voordat zij hun kostendeclaraties bij de Commissie indienen, voort uit beheersverificaties, controles en audits, waaronder audits van systemen en verrichtingen, die zij vooraf en achteraf uitvoeren op hun niveau (voor en na het verrichten van betalingen op hun niveau). Dergelijke correcties worden veelal toegepast door subsidiabele uitgaven in mindering te brengen op bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen of gecertificeerde rekeningen.

·De op het niveau van de lidstaten gecorrigeerde bedragen kunnen in bepaalde omstandigheden worden hergebruikt. Dit geeft de lidstaten een impuls om de nodige verificaties en audits uit te voeren en onregelmatige uitgaven te corrigeren voordat zij hun kostendeclaraties indienen bij de Commissie.

1.4.3.De opsporing en correctie van fouten vormt een aanvulling op preventie

Indien preventiemechanismen niet doeltreffend zijn, is het belangrijk dat de fouten waardoor de EU-uitgaven worden getroffen alsnog worden opgespoord met audits en controles achteraf op bedragen die de Commissie heeft aanvaard en betaald (zie bijlage 5 in Volume III). De Commissie corrigeert deze fouten vervolgens in hetzelfde jaar of in daaropvolgende jaren, door middel van terugvorderingen of compensaties bij de eindontvangers in geval van direct en indirect beheer of bij de lidstaten in geval van gedeeld beheer. Bij gedeeld beheer voeren de lidstaten ook controles uit nadat zij de betalingen van de Commissie hebben ontvangen. Deze controles leiden ook tot correcties achteraf.

·Ten aanzien van landbouw hebben de meeste correcties te maken met gevallen waarin systeemfouten zijn vastgesteld en correcties werden toegepast op de desbetreffende uitgaven voor een bepaald betaalorgaan of programma (financiële correcties). De rest van de correcties heeft betrekking op bedragen die door de lidstaten zijn ontdekt en worden opgelegd aan eindbegunstigden na betalingen door de Commissie. Deze bedragen worden deels terugbetaald aan de EU-begroting en deels hergebruikt voor reguliere uitgaven door de lidstaten.

·In het kader van het cohesiebeleid werden tot nu toe alle correcties voor de programmeringsperiode 2014-2020, zowel in verband met de audits en controles achteraf door de lidstaten als die door de Commissie (met inbegrip van de follow-up door de Commissie van audits van de Rekenkamer en onderzoeken van het Europees Bureau voor fraudebestrijding), door de lidstaten uitgevoerd. Hierdoor kan de lidstaat de bijbehorende bedragen opnieuw gebruiken voor subsidiabele uitgaven, aangezien de strikte voorwaarden voor nettocorrecties in het regelgevingskader niet vervuld werden geacht. Indien de controlesystemen op het niveau van de lidstaten goed werken, is de noodzaak van financiële nettocorrecties op het niveau van de Commissie dan ook geringer.

Verder worden ook tekortkomingen in controlesystemen aangepakt die zijn opgespoord via risicogebaseerde en/of systeemcontroles, en worden systemen gecorrigeerd. Bij gedeeld en indirect beheer wordt dit in de eerste plaats gedaan door de uitvoerende lidstaten en partners. Zie bijlage 5 in deel III voor meer informatie over de bescherming van de EU-begroting.

1.5.Fraudebestrijding: de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie en verdere voorstellen

1.5.1.De fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie boekt vooruitgang

De Commissie voert een nultolerantiebeleid ten aanzien van fraude. Op grond van artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie beschermen de Commissie en de lidstaten de EU-begroting tegen fraude en andere onwettige activiteiten.

Op organisatieniveau was tegen eind 2022 de uitvoering van het actieplan voor de huidige fraudebestrijdingsstrategie binnen organisaties, die in april 2019 is vastgesteld, bijna volledig in de praktijk omgezet: 60 van de 63 maatregelen zijn voltooid. De strategie en haar actieplan spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van mogelijk misbruik van EU-geld. Het Europees Bureau voor fraudebestrijding coördineert en controleert de uitvoering ervan. Om ervoor te zorgen dat de fraudebestrijdingsinspanningen van de Commissie op een duurzame manier worden voortgezet en nieuwe uitdagingen worden aangepakt, is de Commissie in 2022 begonnen met de voorbereidingen voor een herziening van het plan.

Op het niveau van de diensten was tegen eind 2022 94 % van alle lokale fraudebestrijdingsstrategieën geactualiseerd sinds de vaststelling van de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie in 2019. Overeenkomstig haar fraudebestrijdingsstrategie heeft de Commissie de coördinatie en samenwerking versterkt, met name via het netwerk voor fraudepreventie en -detectie, dat fraudebestrijdingscorrespondenten van Commissiediensten en uitvoerende agentschappen bijeenbrengt en wordt gecoördineerd door het Europees Bureau voor fraudebestrijding. In dit verband actualiseerden verschillende Commissiediensten in 2022 hun lokale fraudebestrijdingsstrategieën in samenspraak met het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

In 2022 heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding zijn analytische werkzaamheden voortgezet, bijvoorbeeld door een alomvattend risicokader voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit af te werken en een analyse uit te voeren van de redenen voor de daling van het aantal gemelde niet-frauduleuze onregelmatigheden op het gebied van het cohesiebeleid tussen de programmeringsperioden 2007-2013 en 2014-2020. Op basis van het risicokader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt een driedimensionaal model ontwikkeld dat rekening houdt met risico’s die verband houden met: i) de aard en de complexiteit van de investeringen; ii) het behalen van de doelstellingen; en iii) de capaciteiten van de fraudeurs. Het is bedoeld als hulpmiddel voor de nationale autoriteiten, die binnen dit kader hun risicobeoordelingen moeten ontwikkelen op basis van het type investering waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Uit de analyse van de redenen voor de daling van het aantal gemelde niet-frauduleuze onregelmatigheden komen enkele mogelijke oorzaken naar voren (zoals vertragingen in de uitvoering van de programma’s; een verhoogd gebruik van vereenvoudigde kostenopties; gewijzigde rapportagepraktijken; de invoering van jaarrekeningen en de uitsluiting van lopende beoordelingen; en de toegenomen administratieve capaciteit), maar het wordt benadrukt dat deze oorzaken niet de volledige vastgestelde kloof kunnen verklaren. De Commissie heeft in september 2022 haar jaarverslag 2021 over de bescherming van de financiële belangen van de EU vastgesteld ( 43 ).

In 2022 ging het Europees Bureau voor fraudebestrijding tevens verder met het verrichten van onderzoeksactiviteiten, waarover het verslag uitbracht in zijn jaarverslagen.



Snelweg naar fraude

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding heeft samen met de Europese Investeringsbank een onderzoek ingesteld naar een vermeende fraude van 100 miljoen EUR in verband met onregelmatigheden tijdens de aanbestedingsfase voor de aanleg van een snelweg in Bosnië en Herzegovina.

Het onderzoek richtte zich op mogelijke corrupte praktijken waarbij een marktdeelnemer in handen van de overheid betrokken was, met betrekking tot de gunning van een aanbesteding (die volledig werd gefinancierd met een lening van de Europese Investeringsbank) voor het beheer, de aanleg en het onderhoud van de snelweg. De aanbesteding maakte deel uit van een groter bouwproject met een totale waarde van meer dan 200 miljoen EUR.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding en onderzoekers van de Europese Investeringsbank werkten tijdens het onderzoek nauw samen. Het Europees Bureau voor fraudebestrijding toonde aan dat leden van het management van de marktdeelnemer ongepaste invloed hadden uitgeoefend op de leden van het beoordelingscomité van de aanbesteding om één inschrijver uit te sluiten van het proces en een inschrijver van hun voorkeur te selecteren. Het Europees Bureau voor fraudebestrijding toonde ook aan dat zowel de regels in het financieringscontract tussen de Europese Investeringsbank en de kandidaat-lidstaat als de richtsnoeren voor aanbestedingsprocedures werden geschonden.

Dankzij het onderzoek, dat op minder dan een jaar tijd werd afgerond, werden de praktijken ontdekt en gestopt voordat ze echt van start gingen, waardoor werd voorkomen dat 97,8 miljoen EUR ten onrechte werd uitgegeven.

1.5.2.Andere hulpmiddelen voor een efficiëntere fraudebestrijding

Op 22 maart 2022 stelde de Commissie een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad vast betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de instellingen, organen en instanties van de Unie ( 44 ). Bij dit voorstel wordt een kader voor gemeenschappelijke voorschriften en maatregelen voor cyberbeveiliging binnen de instellingen, organen en instanties van de Unie opgericht. Het is gericht op de verdere verbetering van de veerkracht en het reactievermogen bij incidenten van alle entiteiten. Het sluit aan bij de prioriteiten van de Commissie om Europa klaar te maken voor het digitale tijdperk en een toekomstbestendige economie op te bouwen die werkt voor de mensen. Bovendien vormt de zorg voor een veilig en veerkrachtig openbaar bestuur een hoeksteen van de digitale transformatie van de samenleving in haar geheel. Dit voorstel bouwt voort op de EU-strategie voor de veiligheidsunie (COM(2020) 605) en de EU-strategie inzake cyberbeveiliging voor het digitale tijdperk (JOIN(2020) 18).

Het voorkomen en bestraffen van fraude verliep daarnaast via het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting, dat het mogelijk maakt frauduleuze of onbetrouwbare marktdeelnemers vroegtijdig op te sporen en ze op een zwarte lijst te zetten (uitsluiting) door ze te verbieden EU-middelen te verwerven en ze eventueel financiële sancties op te leggen. De uitsluitingsbeslissingen die te vinden zijn in de database van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting worden momenteel ook beschikbaar gesteld aan alle entiteiten die de begroting uitvoeren in alle beheersvormen. De procedures van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting zijn gebaseerd op informatie die wordt verzameld via door gedelegeerde ordonnateurs uitgevoerde audits en controles, definitieve rechterlijke beslissingen of administratieve besluiten door nationale autoriteiten, besluiten door internationale organisaties en, voor het merendeel, onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting werkt op basis van een intensieve en doeltreffende samenwerking tussen bevoegde ordonnateurs en het panel van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting.

In 2022 heeft de Commissie verschillende maatregelen voorgesteld om: i) het gebruik van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting te bevorderen; ii) de doeltreffendheid ervan te vergroten; en iii) het systeem efficiënter te maken. Met name in het kader van het voorstel tot wijziging van het Financieel Reglement heeft de Commissie voorgesteld om het systeem van vroegtijdige opsporing en uitsluiting uit te breiden tot begunstigden onder gedeeld beheer, met een evenredige en gerichte aanpak. De Commissie heeft bovendien voorgesteld om verbonden entiteiten en/of uiteindelijke begunstigden van een uitgesloten primaire entiteit uit te sluiten van inschrijvingen op overheidsopdrachten en uiteindelijk van het verkrijgen van EU-middelen.

1.6.Het conditionaliteitsregime wordt uitgevoerd

Sinds de vaststelling van de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de EU-begroting (de “conditionaliteitsverordening”) in december 2020 beschikt de EU voor het eerst over een specifiek instrument om haar begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. De conditionaliteitsverordening trad in werking op 1 januari 2021 en vormt een aanvulling op andere door EU-wetgeving vastgestelde procedures voor de bescherming van de EU-begroting. Zij is bedoeld om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat die het gezond financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de EU op voldoende directe wijze aantasten of een reëel risico hiervoor vormen. De geldigheid van de conditionaliteitsverordening werd volledig bevestigd door het Hof van Justitie in twee arresten (zaken C-156/21 ( 45 ) en C-157/21 ( 46 )). Na deze arresten heeft de Commissie op 2 maart 2022 haar richtsnoeren vastgesteld voor de toepassing van Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting.

De conditionaliteitsverordening is een extra instrument in het bredere instrumentarium voor de rechtsstaat, met daarin verschillende instrumenten om de eerbiediging van de beginselen van de rechtsstaat in de lidstaten te waarborgen. De conditionaliteitsverordening beschermt met name de EU-begroting tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. Hoewel zij niet gericht zijn op de bescherming van de EU-begroting als zodanig, zijn nog enkele andere instrumenten in het instrumentarium van essentieel belang voor de bescherming van de rechtsstaat in de EU: zo bevat het jaarverslag over de rechtsstaat sinds 2022 aanbevelingen aan de lidstaten. Tot slot versterken de nationale herstel- en veerkrachtplannen die in 2021 en 2022 in het kader van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn vastgesteld, ook de eerbiediging van de rechtsstaat en de bescherming van de EU-begroting, voor zover zij mijlpalen voor landspecifieke aanbevelingen in verband met de rechtsstaat bevatten. Zo zijn in het geval van Hongarije de herstelmaatregelen die het land tijdens de procedure op grond van de conditionaliteitsverordening heeft ingediend, omgezet in overeenkomstige mijlpalen voor de Hongaarse herstel- en veerkrachtplannen.

Sinds januari 2021 ziet de Commissie voortdurend toe op de situatie in de lidstaten. Ze zal de procedure op grond van de conditionaliteitsverordening in gang zetten als aan de voorwaarden is voldaan. De Commissie heeft in 2022 richtsnoeren vastgesteld over de toepassing van de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de EU-begroting.

Op 15 december 2022 heeft de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen vastgesteld voor de bescherming van de EU-begroting in het kader van de conditionaliteitsverordening. Hiermee wordt een procedure afgesloten die de Commissie in april 2022 heeft ingeleid nadat het Hof van Justitie de geldigheid van de conditionaliteitsverordening, die door Hongarije en Polen was aangevochten, had bevestigd. De Raad heeft besloten om 55 % van de middelen voor drie programma’s in het kader van het cohesiebeleid (Operationeel programma Milieu en energie-efficiëntie Plus, Operationeel programma Geïntegreerd vervoer Plus, Operationeel programma Territoriale ontwikkeling en verbetering van het vestigingsklimaat Plus) op te schorten, wat overeenkomt met een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard EUR voor de periode 2021-2027. De Raad heeft met ingang van 16 december 2022 ook een verbod opgelegd om, in het kader van EU-programma’s die direct of indirect door de Commissie worden beheerd, nieuwe juridische verbintenissen aan te gaan met trusts van openbaar belang of de entiteiten in hun bezit. Het besluit van de Raad houdt rekening met de corrigerende maatregelen die door Hongarije zijn voorgesteld, maar die nog niet volledig, adequaat of correct zijn uitgevoerd, waaronder de oprichting van een onafhankelijke integriteitsautoriteit met uitgebreide bevoegdheden om voor een gelijk speelveld bij openbare aanbestedingen te zorgen en om bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en rechtzetten van fraude, corruptie en belangenconflicten (waaronder belangrijke bevoegdheden om vermogensverklaringen te controleren). Hongarije heeft het uitvoeringsbesluit van de Raad overigens niet aangevochten bij het Hof van Justitie. Het verbod met betrekking tot trusts van openbaar belang en de entiteiten in hun bezit, is echter wel aangevochten voor het Gerecht. De Commissie ondersteunt de Raad bij het verdedigen van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

Na het uitvoeringsbesluit van de Raad van december 2022 kan Hongarije, overeenkomstig de conditionaliteitsverordening, verdere corrigerende maatregelen voorstellen om de resterende problemen aan te pakken, zodat de door de Raad opgelegde maatregelen kunnen worden opgeheven. Als de Commissie van mening is dat de problemen geheel of gedeeltelijk zijn opgelost, moet zij vervolgens bij de Raad een voorstel voor een uitvoeringsbesluit indienen om de vastgestelde maatregelen aan te passen of op te heffen.

1.7.Voorstel voor een herschikking van het Financieel Reglement: het proces is momenteel aan de gang

Het voorstel voor een gerichte herschikking van het Financieel Reglement is op 16 mei 2022 vastgesteld ( 47 ) na een uitgebreid raadplegingsproces binnen de EU-instellingen en -organen en een openbare raadpleging. Het voorstel is gericht op de afstemming van het meerjarig financieel kader 2020/2021 met het pakket 2021-2027, bepaalde verbeteringen op het gebied van crisisbeheer (lessen die zijn geleerd tijdens de COVID-19-crisis), een betere bescherming van de financiële belangen van de EU (bv. verplicht gebruik van datamining voor audit en controle, en uitbreiding van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting naar gedeeld beheer om onbetrouwbare marktdeelnemers uit te sluiten van alle financiering) en noodzakelijke vereenvoudigingen. De Commissie heeft uitgebreid ondersteunend materiaal voorbereid voor de lopende besprekingen met het Europees Parlement en de Raad. De Rekenkamer heeft in oktober 2022 een algemeen positief advies uitgebracht.

Tegelijkertijd heeft de Commissie twee andere voorstellen tot wijziging van het Financieel Reglement vastgesteld. Het eerste voorstel betreft de gevolgen voor de begroting van recente rechtspraak over nietig verklaarde of verlaagde boetes ( 48 ). Dit voorstel wordt momenteel samen met de gerichte herschikking besproken in afwachting van de uitkomst van desbetreffende rechtszaken. Met het tweede voorstel hebben het Europees Parlement en de Raad in december 2022 hun dringende goedkeuring gegeven aan de mobilisatie van financiële steun voor Oekraïne en werd de gediversifieerde financieringsstrategie vastgesteld als algemene leenmethode ( 49 ).

De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad blijven ondersteunen in het kader van de twee hangende voorstellen. De respectieve mandaten voor de herschikking worden verwacht tegen juni 2023. De Commissie is vastbesloten om vóór eind 2023 een politiek akkoord te bereiken. De nieuwe regels die de begroting flexibeler, transparanter en beter beschermd maken, zouden begin 2024 van kracht moeten worden.



Gebruik van het instrument voor datamining en risicoscores

In haar voorstel uit 2022 voor een herschikking van het Financieel Reglement stelde de Commissie voor om de “preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden” te versterken door de gestandaardiseerde elektronische registratie en opslag van gegevens over ontvangers van EU-financiering, met inbegrip van hun uiteindelijke begunstigden, uit te breiden naar alle uitvoeringsvormen van de EU-begroting (gedeeld, direct en indirect beheer). De voorgestelde maatregelen vereisen het gebruik van één geïntegreerd IT-systeem voor datamining en risicoscores (ter beschikking gesteld door de Commissie) om toegang te krijgen tot gegevens over de ontvangers van EU-financiering en deze te analyseren en om mogelijk risicovolle contracten en ontvangers te identificeren. Het IT-systeem moet de risicobeoordeling met het oog op selectie, gunning, financieel beheer, toezicht, onderzoek, controle en audit vergemakkelijken en bijdragen tot de doeltreffende preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude, corruptie, belangenconflicten, dubbele financiering en andere onregelmatigheden.

Het voorstel van de Commissie bevat een bepaling die het gebruik van het instrument verplicht stelt. Deze bepaling zou wel eens moeilijk te aanvaarden kunnen zijn voor de lidstaten. Overeenkomstig deel IV van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 is de Commissie het gebruik van het instrument voor controle- en auditdoeleinden blijven bevorderen en heeft zij het verplichte gebruik ervan in verschillende basishandelingen voorgesteld, met het oog op een veralgemeende toepassing door de lidstaten.

Tegelijkertijd werkte DG Begroting in 2022 samen met andere DG’s aan het opzetten van het instrument voor datamining en risicoscoring dat aan de bovengenoemde vereisten zou voldoen en de gebruikersbehoeften van de lidstaten en de diensten van de Commissie zou vervullen.

2.Kosteneffectieve controles ter bescherming van de EU-begroting

Overeenkomstig het internecontrolekader van de Commissie passen alle diensten de hierboven beschreven gangbare controles toe, ongeacht de financieringsbron. Maatregelen om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren worden op meerjarige basis toegepast op het niveau van specifieke programma’s of andere uitgavensegmenten. De afzonderlijke uitgavenprogramma’s kunnen zeer divers zijn en daarom moeten controlestrategieën worden aangepast aan de verschillende beheersvormen, beleidsterreinen, begunstigden en/of financieringsmodaliteiten en de daaraan verbonden risico’s.

De Commissie streeft naar het juiste evenwicht tussen:

·een laag foutenpercentage,

·snelle betalingen,

·redelijke controlekosten voor alle actoren en redelijke administratieve lasten voor de begunstigden.

De controlestrategieën moeten zo worden gedifferentieerd om te waarborgen dat de controles kosteneffectief blijven, d.w.z. dat de juiste balans wordt behouden tussen weinig fouten (effectiviteit), snelle betalingen (efficiëntie) en redelijke kosten (zuinigheid). Bij risicovollere gebieden zullen de controles grondiger en/of frequenter worden uitgevoerd, terwijl de controles voor gebieden met een laag risico minder intensief, duur en belastend zouden moeten zijn. Daarnaast zal het daadwerkelijke herstelpotentieel van onterecht uitgegeven EU-fondsen worden overwogen bij het opstellen van de controlestrategie (bv. door de kosten-batenanalyse van audits op locatie).

Andere manieren om de kosteneffectiviteit van controles te verzekeren, omvatten het verminderen van het risico op fouten door vereenvoudigde regels en/of processen (zoals vereenvoudigde kostenopties, d.w.z. vaste bedragen, vaste percentages of eenheidskosten), wederzijds vertrouwen in bestaande beoordelingen en/of audits en controles die door andere entiteiten zijn uitgevoerd en het behalen van schaalvoordelen door de controlefuncties samen te brengen.

Om de kosteneffectiviteit van haar controles te meten, gebuikt de Commissie de volgende indicatoren.

Effectiviteit. Het aantal gevonden fouten op basis van de uitgevoerde controles, waardoor de uitgaven in verschillende risicocategorieën kunnen worden samengebracht. 

Efficiëntie. De gemiddelde tijd om een betaling uit te voeren. Daarnaast zoekt de Commissie ook voortdurend naar nieuwe manieren, die zij vervolgens ontwikkelt, om de efficiëntie te vergroten, namelijk door waar mogelijk synergieën te creëren.

Zuinigheid. De evenredigheid tussen de kosten van controles en de beheerde fondsen.



2.1.De controleresultaten van de Commissie bevestigen dat de EU-begroting goed wordt beschermd

2.1.1.Totale resultaten voor 2022

Op basis van de uitgevoerde audits en controles schatten de diensten van de Commissie elk jaar het risico voor de wettigheid en regelmatigheid van de EU-uitgaven bij twee stadia van de meerjarige controlecyclus: bij betaling en bij de afsluiting van de programma’s. Dit stelt de Commissie in staat om verdere actie te ondernemen om de foutenpercentages verder terug te dringen.

Voor 2022 liggen zowel het totale risico bij betaling als het risico bij afsluiting lager dan de materialiteitsdrempel van 2 %, net als in 2021.

Risico bij betaling: 1,9 % (2021 — 1,9 %)
Risico bij afsluiting: 0,9% (2021
 — 0,8%)
Totaal aan preventieve en corrigerende maatregelen uitgevoerd door de Commissie en de lidstaten: 4,9 miljard EUR (2021 — 5,2 miljard EUR)

Punten van voorbehoud: 15, met financiële gevolgen van in totaal 877 miljoen EUR.
2021 — 16, met financiële gevolgen van in totaal 987 miljoen EUR)

Het risico bij betaling is een schatting van de fouten die niet konden worden voorkomen ondanks controles vooraf en die van invloed zijn op de gedane betalingen. Deze fouten worden opgespoord met controles achteraf en audits ( 50 ). Het risico bij afsluiting is een schatting van de fouten die aan het eind van de looptijd van de programma’s blijven bestaan nadat alle controles achteraf en correcties zijn uitgevoerd. Dit is gelijk aan het risico bij betaling minus een conservatieve schatting van de toekomstige correcties, die plaats zullen vinden tussen het jaar van verslaglegging en het einde van de looptijd van het programma.

De Commissie is van mening dat de begroting effectief is beschermd wanneer uiterlijk bij de afsluiting van de programma’s, d.w.z. als alle controles, correcties, terugvorderingen enz. zijn uitgevoerd, het risico bij afsluiting lager is dan 2 %. Dit is dezelfde materialiteitsdrempel die ook de Europese Rekenkamer hanteert. Zie bijlage 5 voor meer details over deze concepten en de gebruikte methodologie om deze schattingen op te stellen, alsook de controleresultaten voor elk beleidsterrein.

Het Jaarlijkse beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting is een samenvatting van de 51 jaarlijkse activiteitenverslagen. De uitgaven die in elk van deze verslagen aan bod komen, zijn geheel gewijd aan één van de zeven rubrieken uit het meerjarig financieel kader. Net als in 2021 zijn de uitgaven voor “veiligheid en defensie” van DG Defensie, gezien het belang van deze uitgaven, geïsoleerd van andere uitgaven en ondergebracht bij het desbetreffende begrotingsonderdeel. Ten behoeve van de vergelijking zijn het risico bij betaling en het risico bij afsluiting voor 2020 herberekend op basis van deze nieuwe structuur.
De situatie voor elk beleidsterrein wordt hieronder beschreven.

2.1.2.Controleresultaten per programmasegment met een lager, middelhoog of hoger risico

De Commissie stelt vast welke programma’s/uitgavensegmenten een hoger risico vormen, waardoor zij haar maatregelen kan toepassen waar dit het meest nodig is. Gezien haar grondige empirische benadering beschikt de Commissie over betrouwbare gegevens waaruit de uiteenlopende situatie van beheerde fondsen blijkt (zie onderstaande figuur). Op basis van het risico bij betaling en voordat enige toekomstige correctie is toegepast, kan de Commissie de jaarlijkse uitgaven precies opsplitsen in lager risico bij betaling (wanneer het risico lager is dan 2,0 %), middelhoog risico bij betaling (tussen 2,0 % en 2,5 %) en hoger risico bij betaling (groter dan 2,5 %). Voor natuurlijke hulpbronnen en cohesie is deze analyse ook toegepast op het niveau van afzonderlijke betaalorganen en programma’s in de lidstaten. Hierdoor kan de Commissie vaststellen welke programma’s/uitgavensegmenten een hoog risico hebben en haar steun efficiënt toekennen en specifieke tekortkomingen aanpakken, zelfs voor beleidsmaatregelen die globaal gezien een laag risico hebben, zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

De indeling van uitgaven door de Europese Commissie in segmenten met een hoger, middelhoog of lager risico, als percentages van het totale bedrag van relevante uitgaven voor 2022.

Bron: Europese Commissie.

De uitgaven van de Commissie worden derhalve als volgt opgesplitst in segmenten met een lager, middelhoog en hoger risico.

Lager risico. Dit segment bedroeg 107 miljard EUR in 2022 (63,1 % van de uitgaven, tegenover 55,1 % vorig jaar). Meer specifiek vallen onder deze categorie met een lager risico: de uitgaven beheerd door betaalorganen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (51 van de 66 voor rechtstreekse betalingen en 34 van de 74 voor plattelandsontwikkeling), samen met 21 van de 25 operationele programma’s voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en 151 van de 448 programma’s in het kader van cohesiefondsen met een lager risico bij betaling; uitgaven met betrekking tot de Connecting Europe Facility voor de sector vervoer; bijdragen aan agentschappen (het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma, het Europees Ruimteagentschap enz.); de Marie Skłodowska-Curie-acties, de subsidies van de Europese Onderzoeksraad; Erasmus+; het grootste deel van het instrument voor noodhulp; het Fonds voor asiel, migratie en integratie; het Fonds voor interne veiligheid; humanitaire hulp en civiele bescherming; uitgaven aan entiteiten waaraan de besteding van EU-middelen of begrotingsgaranties is toevertrouwd en die een pijlerbeoordeling hebben doorstaan (of, bij wijze van uitzondering, aan gedecentraliseerde EU-agentschappen die kunnen worden vrijgesteld van een pijlerbeoordeling); en administratieve uitgaven.

Middelhoog risico. Dit bedroeg 20,2 miljard EUR in 2022 (12,0 % van de uitgaven, tegenover 22,6 % in 2021). Hieronder vallen de uitgaven van sommige betaalorganen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6 voor rechtstreekse betalingen en 8 voor plattelandsontwikkeling), en 2 operationele programma’s voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en 169 van de 448 programma’s in het kader van cohesiefondsen met een middelhoog risico bij betaling; subsidies in het kader van programma’s voor ontwikkelingshulp en nabuurschapsprogramma’s; en uitgaven met betrekking tot de Connecting Europe Facility voor de sector energie.

Hoger risico. Dit deel bedroeg 42,2 miljard EUR in 2022 (24,9 % van de uitgaven, vergelijkbaar met 2021 (22,3 %)). Dit omvat ook de uitgaven van 9 van de 66 betaalorganen voor rechtstreekse betalingen, of 32 van de 74 uitgaven voor plattelandsontwikkeling in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; 128 van de 448 programma’s in het kader van cohesiefondsen met een hoger risico bij betaling of met ernstige tekortkomingen ( 51 ) ( 52 ); en uitgaven van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (2 programma’s). Hoewel er in Horizon 2020 inspanningen zijn geleverd om de regels te vereenvoudigen, was het risiconiveau van dit uitgavensegment in 2022 vergelijkbaar met dat van de jaren voor 2021.

Uit de gedetailleerde analyse van de Commissie blijkt dat het foutenpercentage nauw samenhangt met de aard van de financiering. De meeste programma’s of uitgavensegmenten, die goed zijn voor meer dan 50 % van de relevante jaarlijkse uitgaven, hebben een relatief laag risicobedrag omdat ze meer betalingen op basis van rechten omvatten. Anderzijds hebben sommige programma’s of uitgavensegmenten waarvoor nogal complexe regelingen in het kader van terugbetalingen worden gehanteerd, een vrij hoog risico bij betaling (zoals typisch het geval is in het kader van het cohesiebeleid, met veel toepasselijke nationale, regionale of programmaspecifieke regels naast de EU-regels). Door de ingevoerde controlesystemen kunnen de risico’s die verband houden met een aantal van de meer complexe programma’s niettemin worden beperkt, waardoor het risico bij betaling daalt.

De Commissie ziet nauw toe op het risico bij betaling en het risico bij afsluiting voor de verschillende programma’s/uitgavensegmenten, en onderneemt verdere actie om de foutenpercentages te doen dalen. Met name voor de middelhoge en hogere risico’s zullen de diensten blijven werken aan het verder verlagen van de foutenpercentages door het bewustzijn van problemen bij begunstigden en uitvoerende partners te vergroten, de controlestrategieën waar nodig aan te passen, de getrokken lessen op de toekomstige programma’s toe te passen en de regels waar mogelijk te vereenvoudigen.



2.1.3.Controleresultaten per beleidsterrein

Rubriek 1 — Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Totale relevante uitgaven: 20,4 miljard EUR (2021 — 17,3 miljard EUR)
Risico bij betaling: 1,5% (2021
 — 1,3%)
Risico bij afsluiting: 1,1% (2021
 — 1%)
Totaal aan preventieve en corrigerende maatregelen: 171 miljoen EUR (2021 — 162 miljoen EUR)

* Preventieve maatregelen: 144 miljoen EUR (2021 — 142 miljoen EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 27 miljoen EUR (2021 — 20 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: 2 met reputatievoorbehoud zonder financiële gevolgen.

In 2022 zijn de risico’s bij betaling (1,5 %) en bij afsluiting (1,1 %) toegenomen ten opzichte van 2021. Dit is het gevolg van de toename van het risico bij betaling voor het Horizon 2020-programma, dat in 2022 goed was voor de belangrijkste betalingen.

Zoals in voorgaande jaren hebben de onderzoeksafdelingen in hun betrouwbaarheidsverklaringen geen punten van voorbehoud opgenomen met betrekking tot het programma Horizon 2020 ( 53 ). Het hogere risico van Horizon 2020 is inherent aan dit type uitgaven, waarbij betalingen nog steeds in ruime mate gebaseerd zijn op de terugbetaling van werkelijke subsidiabele kosten en waarbij de terugbetalingsregels, overeenkomstig de bijbehorende rechtsgronden, complex blijven. Om het risico van Horizon 2020 te verkleinen, heeft de Commissie acties gedefinieerd die gericht zijn op een aanzienlijke vereenvoudiging van de regels, gerichte communicatiecampagnes en een betere opleiding voor externe kantoren die voor rekening van de Commissie audits uitvoeren. Deze acties moeten de weg effenen voor een aanzienlijke daling van het foutenpercentage voor Horizon Europa.

Wat de Horizon Europa-verordening betreft, heeft de late vaststelling ervan, vergeleken met het oorspronkelijke plan, de start van de uitvoering van het programma vertraagd. Door de late uitvoering van het programma zijn de bedragen van de betalingen erg laag en zijn de controles achteraf nog niet begonnen. Als gevolg hiervan is een conservatieve schatting van 2 % gebruikt om het risico bij betaling vast te stellen.

Wat de andere programma’s betreft, heeft een gering aantal segmenten een resterend foutenpercentage boven de 2 %. Vanwege het geringe financiële effect heeft dit echter geen invloed op de zekerheid ( 54 ). Voor 2022 hebben het Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb en DG Onderzoek en Innovatie twee punten van reputatievoorbehoud gemaakt omdat het governancekader voor het programma van de Europese Innovatieraad onvoldoende gedefinieerd en uitgevoerd was en er andere zwakke punten in de interne controle zijn vastgesteld. Voor beide punten van voorbehoud hebben de verantwoordelijke afdelingen actieplannen opgesteld die uiterlijk eind 2023 zullen worden uitgevoerd. Het gaat onder meer om de volgende acties: de ondertekening van een memorandum van overeenstemming waarin de verantwoordelijkheden en het toezicht tussen het Uitvoerend Agentschap Europese Innovatieraad en het mkb en DG Onderzoek en innovatie worden vastgelegd; de herziening van het delegatie-instrument waarin de taken en rollen worden verduidelijkt; en de beoordeling van de internecontrolecomponenten om de fraudebestrijdings- en controlestrategieën te helpen actualiseren. Tot slot zijn de punten van voorbehoud voor 2021 met betrekking tot de Connecting Europe Facility (energie en telecommunicatie) opgeheven door het Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu en het nieuw Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid.

Rubriek 2 — Cohesie, veerkracht en waarden

Totale relevante uitgaven: 67,5 miljard EUR (2021 — 175,8 miljard EUR)
Risico bij betaling: 2,6% (2021
 — 2,3%)
Risico bij afsluiting: 1,3% (2021
 — 1,2%)
Totaal aan preventieve en corrigerende maatregelen door lidstaten & Commissie: 3,1 miljard EUR (2021 — 3,5 miljard EUR)

* Preventieve maatregelen: 2,3 miljard EUR (2021 — 2,7 miljard EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 789 miljoen EUR (2021 — 769 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: 4 punten van voorbehoud met financiële gevolgen van in totaal 310 miljoen EUR.

Onder deze rubriek is het risico bij betaling met 2,6 % gestegen ten opzichte van 2021 (2,3 %). Onder deze rubriek hangen het risico bij betaling en het risico bij afsluiting veelal samen met het voor cohesiefondsen vastgestelde risiconiveau ( 55 ), gezien het volume van relevante uitgaven: circa 94 % van het totale bedrag in de beheersvorm gedeeld beheer. Bij het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds is een stabiele lagere ondergrens van het risico bij betaling waar te nemen ( 56 ) en een stijging van de bovengrens, van een bereik van 1,9 % tot 2,5 % in 2021 naar een bereik van 1,9 % tot 2,7 % in 2022. Voor het Europees Sociaal Fonds komt het bereik voor het risico bij betaling in 2022 (1,9 % tot 2,8 %) overeen met een lichte stijging ten opzichte van het bereik in 2021 (1,7 % tot 2,5 %) ( 57 ).

Voor alle cohesiefondsen blijft het risico bij betaling aanzienlijk, ondanks aanhoudende inspanningen en verbeteringen in de werking van de controlesystemen. Het wordt tussen 1,9 % en 2,7 % geraamd ( 58 ), hoger dan in 2021 (tussen 1,8 % en 2,5 %). De geraamde toekomstige correcties zijn de bedragen die nodig zijn om het foutenpercentage van elk programma dat boven de 2 % ligt, terug te brengen tot minstens 2 %. In totaal komen zij uit op een bereik van 0,5 % tot 1,4 %, wat in een risico bij sluiting van 1,3 % resulteert.

Met betrekking tot de programmeringsperiode 2014-2020 hebben de lidstaten preventieve maatregelen uitgevoerd voor een bedrag van 2 297 miljoen EUR en corrigerende maatregelen voor een bedrag van 656 miljoen EUR. Dit laatste bedrag wordt enerzijds toegeschreven aan de eigen controles van de lidstaten (518 miljoen EUR) en anderzijds aan de controles van de Commissie, de follow-up van onderzoeken van het Europees Bureau voor fraudebestrijding en de audits van de Rekenkamer (138 miljoen EUR). Dit komt over het algemeen overeen met de bedragen van voorgaande jaren. Uit de uitgevoerde corrigerende maatregelen blijkt een stijgende tendens die in overeenstemming is met de gevorderde uitvoeringsfase van de programmeringsperiode 2014-2020. Daarnaast heeft de Commissie voor de programmeringsperiode 2007-2013 en de voorgaande programmeringsperioden corrigerende maatregelen uitgevoerd voor een bedrag van 130 miljoen EUR.

2022 was het tweede jaar van het nieuwe meerjarig financieel kader. De verordening gemeenschappelijke bepalingen voor cohesiefondsen voor 2021-2027 werd in juni 2021 vastgesteld, en voor 2022 vonden afgezien van voorfinancieringen geen andere betalingen plaats. Een specifiek kenmerk van de periode 2021-2027 is dat de lidstaten aan een reeks thematische en horizontale randvoorwaarden moeten voldoen om een doeltreffende uitvoering van de middelen tijdens de periode mogelijk te maken. Tot nu toe is 22 % van de toewijzing voor banen en groei ( 59 ) nog niet terugbetaald omdat nog niet is voldaan aan de thematische randvoorwaarden.

Ondanks de aanhoudende inspanningen en verbeteringen in de werking van de controlesystemen, ligt het risico bij betaling voor cohesie nog altijd boven de materialiteitsdrempel van 2 %. Dit hangt vooral samen met de inherente complexiteit van de door deze fondsen gefinancierde projecten, het veelvoud van betrokken actoren en de moeilijkheid om een aantal complexe regels aan te pakken, met name wat betreft nationale regelgeving die aan de EU-regelgeving wordt toegevoegd, openbare aanbestedingen of staatssteun. Er blijven vooral tekortkomingen bestaan op het niveau van de beheersautoriteiten of hun intermediaire instanties, hoewel de situatie in de loop der jaren is verbeterd dankzij de voortdurende inspanningen van de programma-autoriteiten met steun van de Commissie.

De belangrijkste categorieën van onregelmatigheden die de auditautoriteiten van de lidstaten en de Commissie hebben vastgesteld, zijn vergelijkbaar met deze die de Rekenkamer heeft vastgesteld: niet-subsidiabele uitgaven, fouten in overheidsopdrachten en de afwezigheid van essentiële bewijsstukken. Hieruit blijkt dat de meeste programma-autoriteiten de verschillende soorten onregelmatigheden die bijdragen aan het risico bij betaling op passende wijze, maar niet altijd in hun geheel, opsporen ( 60 ). Er zijn inherente risico’s op fouten door complexe projecten en regels. In sommige gevallen zijn de vastgestelde tekortkomingen systemisch en met de door de Commissie gevraagde en uitgevoerde corrigerende maatregelen wordt de situatie van het desbetreffende (deel van het) systeem meestal weer bevredigend. Als dergelijke verbeteringen niet worden doorgevoerd, stopt de Commissie met uitbetalingen aan de desbetreffende (delen van het) programma om de EU-begroting te beschermen. Bovendien is het niet zo dat fouten of tekortkomingen in één programma betekenen dat er overal in de betreffende lidstaat vergelijkbare fouten of tekortkomingen zijn (en nog minder in programma’s van andere lidstaten). Dankzij de controleresultaten van de lidstaten en de Commissie wordt een genuanceerd en gedifferentieerd beeld per programma en per autoriteit verkregen. Hieruit kan de Commissie afleiden dat de meeste programma’s goed of goed genoeg functioneren ( 61 ), en dat een beperkt aantal programma’s over de jaren heen systemische en terugkerende tekortkomingen vertonen, waarop de Commissie vervolgens haar maatregelen richt. In de laatstgenoemde categorie programma’s wordt hiervan op transparante wijze verslag gedaan in de gemaakte punten van voorbehoud in de desbetreffende jaarlijkse activiteitenverslagen.

Ten opzichte van de vorige boekjaren in de programmeringsperiode 2014-2020 hebben de lidstaten, na voltooiing van strikte procedures op tegenspraak aanvullende financiële correcties ingevoerd. Dit heeft geleid tot een risico bij afsluiting van onder de 2 % voor elk van de afgelopen boekjaren, en bevestigt de corrigerende capaciteit voor cohesiefondsen. Het risico bij afsluiting zal blijven dalen tot de afsluiting en de definitieve beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende uitgaven van alle programma’s, zodra de follow-up van alle auditresultaten is voltooid.

Eind 2022 waren vier punten van voorbehoud gemaakt met betrekking tot cohesiefondsen.

Twee punten van voorbehoud voor de periode 2014-2020 die alle operationele programma’s omvatten waarvoor tijdens het jaar significante tekortkomingen in hun beheers- en controlesystemen zijn vastgesteld of waarvoor het foutenpercentage boven de materialiteitsdrempel lag, of, wat minder voorkwam, waarvoor het auditwerk op het niveau van de lidstaten onvoldoende of onbevredigend werd geacht.

Het aantal programma’s onder voorbehoud voor de periode 2014-2020 (81) is hoger dan het aantal programma’s onder voorbehoud in 2021 (68). Dit is voornamelijk te wijten aan systemische tekortkomingen die in verschillende programma’s naar boven zijn gekomen. De financiële impact is niettemin gedaald van 423 miljoen EUR naar 310 miljoen EUR, wat overeenkomt met de daling van de relevante uitgaven en het feit dat veel van de operationele programma’s in kwestie in 2022 lage relevante uitgaven hebben. Punten van voorbehoud worden pas opgeheven wanneer er voldoende corrigerende maatregelen zijn genomen. Meestal zijn de redenen voor de punten van voorbehoud niet structureel en duurt het één tot twee jaar totdat een voorbehoud wordt opgeheven. Voor meer informatie over punten van voorbehoud, zie deel III, bijlage 5.

Twee punten van voorbehoud voor de periode 2007-2013, met betrekking tot zeven programma’s die nog niet zijn afgesloten. De punten van voorbehoud zijn niet gekwantificeerd omdat geen betalingen werden gedaan in 2022.

De Commissie blijft actie ondernemen om programma-autoriteiten te helpen bij het verbeteren van hun beheers- en controlesystemen en om het risicobedrag terug te dringen tot onder de 2 %. In 2022 nam de Commissie, in nauwe samenwerking met de lidstaten, diverse soorten maatregelen om de doeltreffendheid van de beheers- en controlesystemen verder te verbeteren en de voorkoming, opsporing en correctie van fouten te bevorderen, met inbegrip van:

voortdurende monitoring, analyse en aanpak van de onderliggende oorzaken van fouten die onopgemerkt zijn gebleven op het niveau van de lidstaten;

capaciteitsopbouwende maatregelen om de administratieve capaciteit van de beheers- en controleautoriteiten in de lidstaten te verbeteren en ze beter uit te rusten om de meest complexe aspecten van de uitvoering van de fondsen aan te pakken. Hiertoe behoort bijvoorbeeld de kosteloze beschikbaarstelling van het datamining-instrument Arachne om te helpen onregelmatigheden, fraude en mogelijke belangenconflicten op te sporen, evenals de professionalisering van overheidsinkopers;

online begeleiding bieden, voorbeelden van goede praktijken geven en toelichtingen verstrekken, en uitwisselingen tussen collega’s bevorderen om aanbestedende diensten en programma-autoriteiten te ondersteunen;

bevordering van vereenvoudigde kostenopties, die minder foutgevoelig zijn, door bijstand en ondersteuning te verlenen aan nationale autoriteiten bij het voorbereiden en beoordelen van de regelingen voor vereenvoudigde kostenopties voor programma’s voor 2021-2027. De Commissie heeft niet-aflatende inspanningen geleverd om passende processen op te zetten en uit te voeren om deze nieuwe functies te ondersteunen, waaronder maatregelen om het gebruik van vereenvoudigde kostenopties en financiering die niet gekoppeld is aan kostenregelingen te stimuleren, evenredigere controle en audits, meer op naleving gebaseerde verslaglegging en meer flexibiliteit om programma’s aan te passen aan nieuwe sociaaleconomische en territoriale contexten.

Rubriek 3 — Natuurlijke hulpbronnen en milieu

Totale bedrag van relevante uitgaven: 57,7 miljard EUR (2021 — 56,5 miljard EUR)
Risico bij betaling: 1,7% (2021
 — 1,8%)
Risico bij afsluiting: 0,4% (2021
 — 0,3%)
Totaal aan preventieve en corrigerende maatregelen door Commissie en lidstaten: 1,5 miljard EUR (2021 — 1,4 miljard EUR)

* Preventieve maatregelen: 561 miljoen EUR (2021 — 551 miljoen EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 956 miljoen EUR (2021 — 877 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: 5, met financiële gevolgen van 556 miljoen EUR.

Voor “Natuurlijke hulpbronnen en milieu”, ligt het risico bij betaling nog altijd onder de materialiteitsdrempel van 2 %, afgerond op 1,7 %, en is in feite lichtjes gedaald ten opzichte van 2021 (van 1,82 % naar 1,74 %). De geraamde toekomstige correcties zijn ook licht afgenomen tot 1,4 % van de uitgaven in 2022 (1,5 % in 2021), waarmee het risico bij afsluiting ( 62 ) op hetzelfde niveau is gebleven als in 2021. Dit komt tevens overeen met de controleresultaten voor landbouwuitgaven, die het grootste deel van de uitgaven op dit beleidsterrein vertegenwoordigen (98 %), de rest gaat naar uitgaven voor maritieme zaken en visserij ( 63 ), milieu en klimaat.

De financiële belangen van de EU worden goed beschermd door zowel de Commissie als de lidstaten. In 2022 bedroegen de corrigerende maatregelen 956 miljoen EUR, waarvan 615 miljoen EUR aan financiële nettocorrecties door de Commissie en 341 miljoen EUR op basis van controles door de lidstaten, maar gedeeltelijk uitgevoerd door de Commissie (220 miljoen EUR). De preventieve maatregelen bedroegen 561 miljoen EUR, waarvan het grootste deel, 557 miljoen EUR, het resultaat was van controles door de lidstaten.

Voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid zette het risico bij betaling zijn in de voorbije jaren waargenomen neerwaartse trend voort. Het risico bij betaling voor rechtstreekse betalingen in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds, die goed zijn voor 67 % van de betalingen, is verder gedaald van 1,4 % in 2021 tot 1,3 %. Voor plattelandsontwikkeling en marktmaatregelen blijft het risico bij betaling boven de materialiteitsdrempel als gevolg van complexe subsidiabiliteitsregels. Voor plattelandsontwikkeling bleef het risico vrij stabiel op 2,7 % in vergelijking met 2021 (2,8 %), terwijl het voor marktmaatregelen steeg van 2,1 % in 2021 tot 2,9 % in 2022. De stijging is deels te verklaren omdat voor de maatregelen waarvoor geen statistische of auditinformatie beschikbaar was, een raming werd gemaakt van het maximumbedrag van de uitgaven dat risico zou kunnen lopen. Voor 2022 was dit nodig voor ongeveer 19 % van de uitgaven voor marktmaatregelen, wat voornamelijk overeenkwam met de buitengewone aanpassingssteun in het kader van Verordening (EU) 2022/467 na de inval van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022. Daarnaast worden de beheers- en controlesystemen in de lidstaten voortdurend verbeterd en worden de lidstaten actief door de Commissie ondersteund bij hun overgang naar digitale governancesystemen, met behulp van automatisering en artificiële intelligentie. Zo wordt met name in de secundaire wetgeving over het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, vastgesteld in 2022, het verplichte gebruik benadrukt van technologische hulpmiddelen op basis van aardobservatie (bv. Copernicus-satellietbeelden) en foto’s met geotags. Het geïntegreerde beheers- en controlesysteem en zijn onderdelen (areaalmonitoringsysteem, systeem voor geospatiale steunaanvraag en landbouwpercelenidentificatiesysteem), indien uitgevoerd volgens de toezichthouder en richtlijnen, beperkt op doeltreffende wijze het risico van onregelmatige uitgaven.

Uitgaven die betrekking hebben op visserij en het milieu en klimaatinitiatieven hebben nog altijd een inherent laag risico. Het risico bij betaling voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij is licht gestegen van 1,03 % in 2021 tot 1,38 % in 2022, voornamelijk als gevolg van één programma onder voorbehoud waarvoor overeenkomstige financiële correcties en vrijwaringsmaatregelen worden uitgevoerd.

Eind 2022 waren er vijf terugkerende punten van voorbehoud voor uitgavensegmenten of programma’s waar controletekortkomingen en/of foutenpercentages van meer dan 2 % waren vastgesteld.

Drie punten van voorbehoud voor landbouw, voor de marktmaatregelen van het Europees Landbouwgarantiefonds (die betrekking hadden op drie lidstaten), de rechtstreekse betalingen (die betrekking hadden op 14 betaalorganen in 11 lidstaten) en de maatregelen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (die betrekking hadden op 29 betaalorganen in 15 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk die (tijdelijke) tekortkomingen en/of hoge foutenpercentages hebben).

Eén voorbehoud voor controletekortkomingen in één lidstaat met betrekking tot het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

Eén niet-gekwantificeerd voorbehoud voor het register van het EU-emissiehandelssysteem.

In alle gevallen waarin de tekortkomingen tot punten van voorbehoud hebben geleid, vindt er een nauwgezette follow-up plaats: procedures voor de conformiteitsgoedkeuring om uiteindelijk de EU-begroting te beschermen, controle van de uitvoering van remediërende maatregelen van lidstaten en waar nodig onderbreking of vermindering/opschorting van betalingen aan de lidstaten. Dankzij deze stelselmatige en doelgerichte aanpak kan de EU-begroting uiteindelijk worden beschermd (zie voor meer details deel III, bijlage 5).

Totale bedrag van relevante uitgaven: 2,5 miljard EUR (2021 — 2,5 miljard EUR)
Risico bij betaling: 1,4% (2021
 — 1,9%)
Risico bij afsluiting: 1,3% (2021
 — 1,3%)
Totaal aan corrigerende en preventieve maatregelen: 8 miljoen EUR (2021 — 17 miljoen EUR)

* Preventieve maatregelen: 5 miljoen EUR (2021 — 8 miljoen EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 3 miljoen EUR (2021 — 9 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: 2, met financiële gevolgen van 9 miljoen EUR

Rubriek 4 — Migratie en grensbeheer

Voor “Migratie en grensbeheer” ( 64 ) is het risico bij betaling (1,4 %) gedaald ten opzichte van 2021 (1,9 %) en bleef het risico bij afsluiting (1,3 %) stabiel. Beide blijven onder de 2 %. In 2022 lag het bedrag aan preventieve en corrigerende maatregelen onder de 8,3 miljoen EUR — 5,5 miljoen EUR voor preventieve maatregelen en 2,8 miljoen EUR voor corrigerende maatregelen. De daling kan voornamelijk worden verklaard door het feit dat er in 2021 nog steeds correcties waren met betrekking tot de middelen voor het programma “Solidariteit en beheer van de migratiestromen” van de programmeringsperiode 2007-2013.

Dit beleidsterrein bestaat vooral uit uitgavensegmenten met een laag risico. Bijdragen aan gedecentraliseerde agentschappen en delegatieovereenkomsten vormden 50 % van de relevante uitgaven in 2022, met een foutenpercentage van 0,5 %, terwijl gedeeld beheer en de uitvoering van het Fonds voor interne veiligheid en het Fonds voor asiel, migratie en integratie 38 % van de relevante uitgaven vertegenwoordigen, met een risico bij betaling van 1,1 %. Voor dat laatste worden punten van voorbehoud gemaakt wanneer, op het niveau van de lidstaten, het resterende foutenpercentage hoger is dan 2 % of wanneer ernstige tekortkomingen in beheers- en controlesystemen zijn vastgesteld. Het uitgavensegment met een hoger risico bestaat uit EU-acties en noodbijstandssubsidies onder direct beheer om lidstaten ondersteuning te bieden op het gebied van migratie en grensbeheer, met een foutenpercentage van 6,8 %. In 2022 is het aandeel van dit segment in de totale relevante uitgaven gedaald van 13,8 % in 2021 naar 10,6 %.

Tegen eind 2022 waren twee punten van voorbehoud gemaakt.

Eén voorbehoud betreffende het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid (programmeringsperiode 2014-2020), gekwantificeerd voor één lidstaat en IJsland en niet-gekwantificeerd voor vijf lidstaten.

Eén voorbehoud voor de EU-initiatieven en noodbijstandssubsidies. De Commissie blijft er alles aan doen om maatregelen toe te passen om het aantal fouten te verminderen. De uitvoeringsregels voor subsidies onder direct beheer zijn sterk vereenvoudigd en er is actie ondernomen om de procedures voor monitoring en voor de eindbetaling te stroomlijnen en te harmoniseren. Voor de subsidies in de periode 2021-2027 past DG Migratie en Binnenlandse Zaken grotendeels besluiten toe over eenheidskosten met betrekking tot vrijwilligers, reizen, verblijf en accommodatie. Voor de onlangs toegekende noodhulp leidde het gebruik van financiering die niet gekoppeld is aan kostenregelingen bovendien tot een minimalisering van de administratieve lasten voor de begunstigden en een vereenvoudiging van de uitvoering van deze projecten.

Rubriek 5 — Veiligheid en defensie

Totale bedrag van relevante uitgaven: 30,1 miljoen EUR (2021 — 13,8 miljoen EUR)
Risico bij betaling: 0,5% (2021
 — 0,5%)
Risico bij afsluiting: 0,5% (2021
 — 0,5%)
Totaal aan preventieve maatregelen: 3 miljoen EUR (2021 — 0 EUR)

Punten van voorbehoud: Geen (2021
 — geen)

Voor “Veiligheid en defensie” zijn het risico bij betaling en het risico bij afsluiting, die beide 0,5 % bedragen, erg laag en liggen ze ver onder de 2 %. Dit komt omdat de betalingen voor deze activiteit een zeer laag risico hebben, aangezien het meestal om betalingen aan agentschappen gaat. De relevante uitgaven van 30,1 miljoen EUR komen overeen met 18,7 miljoen EUR als bijdrage aan het Europees Defensieagentschap en 4,3 miljoen EUR als bijdrage aan de Gezamenlijke Organisatie voor Samenwerking op Defensiematerieelgebied, terwijl 7,2 miljoen EUR overeenkomt met uitgaven die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd via aanbestedingen en subsidies. Al deze activiteiten hebben een laag risico bij betaling van 0,5 %. Om haar doelstelling te bereiken, maakt de Commissie grotendeels gebruik van uitvoerende entiteiten en regelgevende agentschappen, en rekent zij op een nauwe samenwerking met diverse partners en internationale organisaties.

Rubriek 6 — Nabuurschap en internationaal beleid

Totale bedrag van relevante uitgaven: 13,6 miljard EUR (2021 — 12,7 miljard EUR)
Risico bij betaling: 1,1% (2021
 — 1,1%)
Risico bij afsluiting: 1,0 % (2021
 — 0,9 %)
Totaal aan corrigerende en preventieve maatregelen: 141 miljoen EUR (2021 — 131 miljoen EUR)

* Preventieve maatregelen: 125 miljoen EUR (2021 — 110 miljoen EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 16 miljoen EUR (2021 — 21 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: 1, zonder financiële gevolgen (1 in 2021 met een enigszins andere reikwijdte).

Voor “Nabuurschap en internationaal beleid” waren zowel het risico bij betaling (1,1 %) als het risico bij afsluiting (1,0 %) in 2022 vergelijkbaar met 2021, en lagen zij ver onder de 2 %. In 2021 bedroegen de preventieve en corrigerende maatregelen van de Commissie 141 miljoen EUR — 125 miljoen EUR voor preventieve maatregelen en 16 miljoen EUR voor corrigerende maatregelen, wat vergelijkbaar is met 2021.

Ondanks het lage foutenpercentage in de meeste uitgavensegmenten blijft de Commissie maatregelen nemen om haar financieel beheer verder te verbeteren, gezien de complexe operationele omgeving die wordt gekenmerkt door onvoorspelbaarheid, volatiliteit en onzekerheid en waarin voor sommige programma’s ook complexe financieringsmodaliteiten kunnen gelden. Dit omvat maatregelen om de procedures en contractuele voorwaarden voor subsidies te vereenvoudigen en te verduidelijken, de samenwerking met internationale organisaties te verbeteren, het gebruik van op resultaten gebaseerde financiering te verduidelijken en te bevorderen en de taakomschrijving voor uitgavencontroles te versterken ( 65 ).

Ook in 2022 is verder werk gemaakt van de aanvullende controles vooraf van de beheers- en controlesystemen van de uitvoerende partners ( 66 ) — ook wel pijlerbeoordelingen genoemd — zodat tegen het einde van het jaar nog maar enkele controles moesten worden afgerond. Er kunnen geen nieuwe bijdrageovereenkomsten worden gesloten voordat de aanvullende pijlerbeoordelingen zijn afgerond en er wordt nog onderhandeld over enkele overeenkomsten inzake financieel kaderpartnerschap. Waar nodig zijn risicobeperkende maatregelen genomen om de impact op de uitvoering van interventies in indirect beheer tot een minimum te beperken.

De inspanningen die DG Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen in 2021 en voorgaande jaren heeft geleverd om de oorzaken van fouten bij subsidies onder direct beheer aan te pakken, hadden ook in 2022 een positief effect. Met name dankzij informatiesessies om hun contractuele verplichtingen toe te lichten en duidelijke informatie te verstrekken over de bijbehorende vereisten, hebben de (nieuwe) begunstigden nu een beter begrip van de meest voorkomende oorzaken van fouten in het subsidiebeheer. Het betrokken personeel heeft aanvullende richtsnoeren gekregen om te controleren op dergelijke fouten. Gedetailleerde analyses van de soorten fouten zijn verstuurd naar alle ordonnateurs om de controles inzake de uitvoering van subsidies te monitoren en te verbeteren.

Eind 2022 was er één niet-gekwantificeerd punt van voorbehoud in deze rubriek. In 2022 werd het voorbehoud van DG Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen met betrekking tot projecten in Libië en Syrië uitgebreid met Oekraïne, dat een aanzienlijk deel van de uitgaven van deze dienst in 2022 voor zijn rekening neemt. In deze landen kunnen de delegaties geen standaardcontrole- en evaluatie-activiteiten uitvoeren. Het is onmogelijk personeel te sturen dat projecten ter plaatse kan bezoeken of andere soortgelijke controles kan uitvoeren door beperkingen die toe te schrijven zijn aan de veiligheids- en politieke toestand. Er zijn verscheidene maatregelen genomen, zoals controles op afstand, overeenkomsten met onafhankelijke deskundigen voor projectmonitoring in het veld, een risicogebaseerde herziening van de contractenportefeuille en kruiscontroles van informatie uit verschillende bronnen. Dit heeft het inzicht in de lokale dynamiek verbeterd en de reactietijd verkort om in te spelen op een zeer onstabiele en grillige omgeving. De landen blijven echter actieve conflictgebieden en het voorbehoud is gerechtvaardigd.

Rubriek 7 — Europees openbaar bestuur

Totale bedrag van relevante uitgaven: 7,7 miljard EUR (2021 — 7 miljard EUR)
Risico bij betaling: 0,5% (2021
 — 0,5%)
Risico bij afsluiting: 0,5% (2021
 — 0,5%)
Totaal aan corrigerende en preventieve maatregelen: 3,6 miljoen EUR (2021
 — 4 miljoen EUR)
* Preventieve maatregelen: 3 miljoen EUR (2021 — 4 miljoen EUR) 
* Corrigerende maatregelen: 0,6 miljoen EUR( 2021 miljoen EUR) 
Punten van voorbehoud: geen punten van voorbehoud (1 in 2021)

Deze rubriek bundelt de diensten die de administratieve uitgaven van de Commissie onder direct beheer beheren, zoals het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, dat ongeveer 80 % van de relevante uitgaven onder deze rubriek voor zijn rekening neemt. Het risico bij betaling wordt voorzichtigheidshalve vastgesteld op 0,5 % voor dit soort uitgaven met een laag risico. Aangezien de meeste bijbehorende controlesystemen overwegend controles vooraf omvatten, worden de toekomstige correcties vaak conservatief op 0,0 % geraamd. Bijgevolg is het risico bij afsluiting bijna gelijk aan het risico bij betaling en blijft het met 0,5 % zeer laag. In 2022 bedroegen de preventieve maatregelen van de Commissie 3 miljoen EUR, iets lager dan het bedrag in 2021 (4 miljoen EUR).

Aan de ontvangstenzijde waren er in 2022 belangrijke positieve ontwikkelingen. Het voorbehoud door het verlies van traditionele eigen middelen als gevolg van ondergewaardeerde invoer van textiel en schoeisel uit China naar het Verenigd Koninkrijk tussen november 2011 en oktober 2017 is opgeheven. Op basis van het arrest van het Europees Hof van Justitie van maart 2022 ( 67 ) heeft de Commissie het definitieve bedrag gekwantificeerd dat het Verenigd Koninkrijk verschuldigd is. Het bedrag is betaald (inclusief rente), terwijl 26 lidstaten, waar soortgelijke tekortkomingen zijn vastgesteld, aanzienlijke voorlopige betalingen hebben gedaan. De Commissie zal de uiteindelijk door de lidstaten verschuldigde bedragen herberekenen ( 68 ), waardoor de aan de EU-begroting verschuldigde eindbedragen lager zullen uitvallen dan de voorlopige bedragen die de lidstaten hebben betaald. De te veel betaalde bedragen zullen worden teruggestort.

2.1.4.Er zijn efficiëntiemaatregelen genomen

De Commissie streeft er voortdurend naar de doeltreffendheid van haar handelingen te verbeteren, zodat ze ondanks grote budgettaire beperkingen haar doelstellingen en die van de digitale agenda kan bereiken. De processen worden gestroomlijnd om te garanderen dat de beperkte middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt.

Tegen een achtergrond van ongekende uitdagingen gaat de digitale transformatie van de Commissie verder via de ontwikkeling van doeltreffendere institutionele IT-instrumenten om de potentiële efficiëntie van haar institutionele processen te vergroten en meer capaciteit te bieden voor gegevensbeheer en rapportage.

SUMMA is een financieel IT-systeem van de volgende generatie dat door de Commissie zal worden ingevoerd. Het systeem zal de financiële werkingsprocessen van de EU moderniseren, harmoniseren en standaardiseren. Door het huidige centrale boekhoud-, begrotings- en thesauriesysteem te vervangen, zal SUMMA bijdragen aan de rationalisering en modernisering van de EU-administratie en aan een solide IT-landschap voor de Commissie, in overeenstemming met de digitale strategie van de EU, door een aanzienlijke verhoging van de bedrijfsefficiëntie, flexibiliteit met geïntegreerde realtime analyses en lagere eigendomskosten en toekomstige onderhoudskosten.

Sinds januari 2022 maken drie agentschappen bij wijze van test gebruik van SUMMA als hun nieuwe financiële systeem, overeenkomstig het tijdschema van het programma. Het systeem werd eind 2022 ook uitgerold naar een andere proefentiteit, waarbij ook de integratie van het eGrants-pakket en de functionaliteiten die nodig zijn voor het beheer van subsidies werden geïntegreerd. De ontwikkeling van het systeem voor de Commissie verloopt volgens plan en zou begin 2024 in gebruik moeten worden genomen. Wanneer de invoering van het systeem is voltooid, zal het een gemeenschap van meer dan 13 000 gebruikers bedienen, door alle DG’s van de Commissie en ongeveer 50 andere EU-entiteiten worden gebruikt, een jaarlijkse begroting van meer dan 150 miljard EUR beheren, ongeveer 295 000 contracten ondersteunen en meer dan 2 miljoen betalingen per jaar verwerken.

Wat elektronische aanbestedingen betreft, bleef de Commissie nauw betrokken bij de ontwikkeling van een oplossing voor institutionele aanbestedingen die in SUMMA zal worden geïntegreerd.

Wat indirect beheer betreft, hebben DG Begroting en DG Informatica in 2022 ook de geautomatiseerde werkstroom voor pijlerbeoordelingen ontwikkeld met als doel het pijlerbeoordelingsproces van entiteiten die onder indirect beheer met de Commissie werken, te automatiseren. Het nieuwe institutionele IT-instrument werd in december 2022 gelanceerd in de vorm van een onlinedatabank met actuele informatie over entiteiten die onder pijlerbeoordelingen vallen.

Op het gebied van internecontrolesystemen ontwikkelt de Commissie momenteel ook een centraal register voor internecontrolesystemen op het web. Deze toepassing richt zich op de digitalisering en centralisering van informatie met betrekking tot interne controles, in lijn met de huidige doelstellingen van de Commissie. De toepassing zal een gecentraliseerd instrument vormen voor de verantwoordelijke ordonnateurs om risico’s, uitzonderingen, gevallen van niet-naleving en andere onderdelen van het internecontrolekader van de Commissie te registreren, te monitoren en te rapporteren. Bovendien zal deze toepassing een algemeen overzicht bieden van de sterke en zwakke punten van de internecontrolesystemen. Te zijner tijd zal het centrale register voor internecontrolesystemen een essentieel instrument worden voor het opstellen en bijschaven van richtsnoeren, verslaglegging en besluitvorming en voor de continue verbetering van de interne controle. De module met risicoregisters werd in 2022 uitgerold, terwijl de uitrol van de overige vier modules gepland staat voor 2023.

Daarnaast werkt de Commissie aan een papierloze administratie. In deze context werkt de Commissie momenteel aan de uitbreiding van het gebruik van elektronische handtekeningen, waaronder gekwalificeerde elektronische handtekeningen. Hoewel een volledige integratie van de elektronische handtekening (EU Sign) in alle IT-systemen van de Commissie niet kan worden gegarandeerd, stelt de Commissie reeds webgebaseerde gekwalificeerde elektronische handtekeningen ter beschikking van gedelegeerde ordonnateurs en zal zij het gebruik van gekwalificeerde elektronische handtekeningen uitbreiden tot elk systeem/proces waarvan is vastgesteld dat het hier baat bij heeft.

In 2022 werd 98 % van de betalingen (qua bedragen) binnen de wettelijke betalingstermijn gedaan (zie grafiek), ondanks het feit dat de werkomgeving nog altijd sterk beïnvloed werd door de verschillende crises, en dankzij de hierboven genoemde initiatieven. Dit is van het allergrootste belang, aangezien veel begunstigden op deze betalingen vertrouwen om hun activiteiten en projecten uit te voeren, die op hun beurt bijdragen tot de doelstellingen van de Commissie.

2.1.5.De controlekosten zijn in verhouding met de bijbehorende risico’s

In 2022 kwamen alle diensten van de Commissie tot een positieve conclusie over de kosteneffectiviteit van hun controles op basis van de gecombineerde beoordeling van de effectiviteit, efficiëntie en zuinigheid van hun controles. De aan controles toegewezen middelen zijn afgestemd op de risico’s met betrekking tot de aard van de programma’s en/of de context waarin ze worden uitgevoerd. De controlekosten blijven over het algemeen stabiel in de loop der tijd. Sommige afdelingen meldden een lichte daling in relatieve termen, die te wijten was aan een groter volume aan betalingen in 2022 vergeleken met de voorgaande periode van de COVID-19-crisis. Door de verscheidenheid aan uitgavenprogramma’s en hun uiteenlopende kenmerken is het niet mogelijk hun controlekosten op betekenisvolle wijze met elkaar te vergelijken. Een aantal vaker voorkomende kostenveroorzakers kan echter worden geïdentificeerd, zoals weergegeven in het onderstaande kader.

Voorbeelden van vaker voorkomende kostenveroorzakers

De intrinsieke complexiteit van de beheerde programma’s. Subsidies die gebaseerd zijn op de terugbetaling van werkelijke kosten gaan gepaard met arbeidsintensieve controles, hetgeen niet het geval is bij financiering op basis van vaste bedragen of vereenvoudigde kostenopties of in het geval van prestatiegerelateerde instrumenten.

De complexiteit van de omgeving waarin de programma’s worden uitgevoerd. De kosten van controles zijn hoger in het geval van een organisatiestructuur met meerdere vestigingen of wanneer partners en/of begunstigden buiten het rechtsgebied van de EU zijn gevestigd.

De te verwerken volumes en bedragen. Een groot aantal laagwaardige betalingen zal hogere controlekosten met zich meebrengen dan periodieke bulkbetalingen, terwijl het regelgevend kader bepaalde onsamendrukbare controles vereist. Dit leidt tot schaalnadelen.

Het type model voor de uitvoering van de begroting. In de indirecte en gedeelde beheersvormen worden de kosten van controles gedeeld tussen de Commissie en haar uitvoerende partners, terwijl deze bij direct beheer geheel ten laste komen van de Commissie.

Ten behoeve van de transparantie hebben de diensten die gedeeld en/of indirect beheer toepassen de kosten van controles in lidstaten en uitvoerende entiteiten ook los van de eigen controlekosten van de Commissie gerapporteerd in hun jaarlijkse activiteitenverslagen.

3.Betrouwbaarheidsverklaring

Als onderdeel van het hierboven uiteengezette governancesysteem wordt de algehele betrouwbaarheidsverklaring gewaarborgd door de zekerheid die wordt gegeven door de directeuren-generaal, de dienst Interne audit en het comité follow-up audit. Zij wordt aangevuld met het advies van de Europese Rekenkamer en punten over de kwijting 2021 die is verleend door de begrotingsautoriteit en met de follow-up van de aanbevelingen in het kader van de kwijting en de externe controle.

3.1.Door ordonnateurs verklaarde beoordelingen, betrouwbaarheid en punten van voorbehoud

In hun betrouwbaarheidsverklaringen over 2022 ( 69 ) verklaarden alle 51 gedelegeerde ordonnateurs ( 70 ) redelijke zekerheid te hebben over het volgende: i) de informatie in hun verslagen geeft een “getrouw beeld” (d.w.z. betrouwbaar, volledig en correct) van de stand van zaken in hun diensten; ii) de middelen die zijn bestemd voor de activiteiten waarover verslag wordt uitgebracht, zijn gebruikt voor het opgegeven doel en in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer en iii) de ingevoerde controleprocedures bieden de nodige waarborgen betreffende de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties, rekening houdend met het meerjarige karakter van sommige programma’s en de aard van de betreffende betalingen.

In het kader van hun algemene processen van zekerheidsopbouw en vanuit hun beheersperspectief voeren de gedelegeerde ordonnateurs ook een nadere analyse uit voor elk programma of segment van hun portefeuille. Zij maken gebruik van alle beschikbare informatie, met name de resultaten van hun controles, om eventuele belangrijke kwantitatieve of kwalitatieve tekortkomingen op te sporen. Aan het eind van elk begrotingsjaar bepalen zij of de financiële gevolgen van een dergelijke tekortkoming waarschijnlijk boven de materialiteitsdrempel van 2 % liggen en/of de reputatiegevolgen al dan niet aanzienlijk zijn. Zo ja, dan nemen zij in hun betrouwbaarheidsverklaring een voorbehoud op voor het specifieke betrokken segment.

Voor 2022 gaven 10 ordonnateurs een gekwalificeerde betrouwbaarheidsverklaring af, wat resulteerde in een totaal van 15 punten van voorbehoud. In 2021 maakten 10 ordonnateurs melding van 16 punten van voorbehoud.

In totaal zijn er 12 punten van voorbehoud gehandhaafd uit voorgaande jaren. Deze punten van voorbehoud zijn voornamelijk behouden omdat de onderliggende oorzaken van het wezenlijke foutenpercentage binnen de juridische kaders van de huidige programma’s deels kunnen worden verzacht, maar niet volledig kunnen worden weggenomen. De meeste terugkerende punten van voorbehoud hebben betrekking op programma’s onder gedeeld beheer met tekortkomingen die zijn vastgesteld op het niveau van de lidstaat, de betaalorganen of de programma’s en die zelden langer dan één jaar blijven bestaan dankzij de corrigerende actieplannen.

Drie punten van voorbehoud zijn nieuw, maar slechts één ervan is gekwantificeerd, zij het met een beperkte financiële impact van 1,8 miljoen EUR, vanwege een wezenlijk foutenpercentage. De andere twee zijn niet-gekwantificeerde punten van voorbehoud met betrekking tot de investeringscomponent van het acceleratorprogramma van de Europese Innovatieraad die zijn afgegeven door zowel het verantwoordelijke DG als het uitvoerend agentschap, en hebben betrekking op alle aspecten van de tekortkoming die is aangetroffen in het bestuurs- en internecontrolesysteem van de twee entiteiten. Het actieplan om deze zwakke punten aan te pakken wordt momenteel uitgevoerd.

Vier punten van voorbehoud uit 2021 zijn in 2022 opgeheven. In drie gevallen zijn de onderliggende problemen opgelost, terwijl in één geval het zwakke punt niet langer als substantieel wordt beschouwd (toepassing van de de-minimisregel).

Zes punten van voorbehoud zijn niet gemaakt krachtens de de-minimisregels, waarbij punten van voorbehoud niet als betekenisvol worden beschouwd wanneer het om beperkte uitgaven gaat (minder dan 5 % van de betalingen van het DG of de dienst) en de hieruit voortvloeiende financiële gevolgen beperkt zijn (minder dan 5 miljoen EUR). De totale financiële gevolgen van deze gevallen zijn zeer beperkt en bedragen 4,8 miljoen EUR ( 71 ).

De totale financiële gevolgen van alle punten van voorbehoud bedroegen 877 miljoen EUR voor 2022, dit is 11 % lager dan de 987 miljoen EUR in 2021. Deze daling houdt verband met de lagere uitgaven op het beleidsterrein cohesie, veerkracht en waarden en met het feit dat de programma’s onder voorbehoud lagere relevante uitgaven hebben (zie deel 2.1.3 voor meer informatie).

Bijlage 5 in deel III bevat een volledig overzicht van de punten van voorbehoud voor 2022 evenals een nadere toelichting en meer details.

3.2.Werk van de dienst Interne Audit en algemeen oordeel

De DG’s en diensten van de Commissie hebben zich voor het verkrijgen van zekerheid ook gebaseerd op het werk van de dienst Interne Audit. De dienst Interne Audit controleert de beheers- en controlesystemen van de Commissie en de uitvoerende agentschappen en verschaft onafhankelijke en objectieve zekerheid over de geschiktheid en doeltreffendheid ervan. Overeenkomstig zijn taakomschrijving brengt de dienst Interne Audit jaarlijks een algemeen oordeel uit over het financiële beheer van de Commissie op basis van de auditwerkzaamheden die hij de afgelopen drie jaar (2020-2022) met betrekking tot het financiële beheer in de Commissie heeft verricht. In het algemene oordeel wordt ook rekening gehouden met informatie uit andere bronnen, met name de verslagen van de Europese Rekenkamer.

Op basis van deze auditinformatie was de interne auditor van mening dat de Commissie in 2022 beschikte over governance-, risicobeheer- en internecontroleprocedures die over het geheel genomen toereikend zijn om redelijke zekerheid te verschaffen over de verwezenlijking van haar financiële doelstellingen. Het algemene oordeel bevat echter een voorbehoud in verband met de punten van voorbehoud die de gedelegeerde ordonnateurs hebben gemaakt in hun betrouwbaarheidsverklaringen, die in hun respectieve jaarlijkse activiteitenverslagen zijn opgenomen. Bij het opstellen van zijn algemene oordeel heeft de interne auditor ook rekening gehouden met het gecombineerde effect van alle geschatte risicobedragen bij betaling, aangezien deze hoger zijn dan de bedragen ten aanzien waarvan voorbehoud is gemaakt. Op grond van deze elementen is de dienst Interne Audit van oordeel dat de EU-begroting in haar geheel en in de loop van de tijd naar behoren wordt beschermd.

De interne auditor maakte geen andere punten van voorbehoud, maar voegde aan zijn verklaring wel drie “toelichtende paragrafen” toe, die zijn beschreven in bijlage 6 bij dit verslag. Deze hadden betrekking op:

de uitvoering van de EU-begroting in de context van onvoorspelbare en zich herhalende crises;

de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit;

strategieën voor het toezicht op een goed financieel beheer voor de uitvoering van beleid en programma’s door derden.

De daaruit voortvloeiende aanbevelingen gaan over aspecten in verband met prestatiebeheer, uitvoering van EU-beleid, wettigheid en regelmatigheid van internecontrolesystemen, paraatheid voor en vroegtijdige uitvoering van de EU-begroting, samenwerking met derden die beleid en programma’s uitvoeren en informatietechnologie. Voor alle aanvaarde aanbevelingen hebben de gecontroleerde personen actieplannen opgesteld die aan de dienst Interne Audit zijn voorgelegd, die ze vervolgens als bevredigend heeft beoordeeld of om een herzien actieplan heeft verzocht. Tot slot heeft de dienst Interne Audit zijn strikte follow-up-beleid voortgezet en heeft hij regelmatig beoordeeld of de diensten van de Commissie zijn aanbevelingen werkelijk heeft uitgevoerd. Uit de werkzaamheden van de dienst is gebleken dat 96 % van zijn tussen 2018 en 2022 afgegeven en door de dienst Interne Audit opgevolgde aanbevelingen naar behoren en effectief is uitgevoerd door de gecontroleerden. Dit resultaat wijst erop dat de diensten van de Commissie zich inspannen om de aanbevelingen uit te voeren en de door de dienst Interne Audit gesignaleerde risico’s te verkleinen.

Bijlage 6 bevat meer informatie over de door de dienst Interne Audit verstrekte zekerheid. Bovendien zal de Commissie de kwijtingsautoriteit overeenkomstig artikel 118, lid 8, van het Financieel Reglement een verslag van de werkzaamheden van de interne auditor toezenden als onderdeel van het pakket geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen.

3.3.Zekerheid verkregen door het werk van het comité follow-up audit

Het comité follow-up audit houdt toezicht op auditkwesties binnen de Commissie en brengt jaarlijks verslag uit aan het college van commissarissen. Het zorgt voor de onafhankelijkheid van de dienst Interne Audit, houdt toezicht op de kwaliteit van het interne-auditwerk en zorgt ervoor dat interne en externe auditaanbevelingen (d.w.z. van de Europese Rekenkamer) naar behoren in acht worden genomen door de DG’s en de diensten van de Commissie en dat deze een passend vervolg krijgen.

Tijdens dit verslagjaar, dat werd gekenmerkt door de gevolgen van de COVID-19-pandemie, de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de daaruit voortvloeiende crises in de energiesector en de toeleveringsketens, bleef het comité een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de governance, de organisatorische prestaties en de verantwoording in de hele organisatie. Het hield vier vergaderronden, waarin de in de werkprogramma’s voor 2022 en 2023 uiteengezette hoofddoelstellingen aan de orde kwamen. Het comité bleef informatie ontvangen van het management en de dienst Interne Audit over het beperken en passend controleren van grote risico’s, met bijzondere aandacht voor transversale risicothema’s, steeds met betrekking tot haar verantwoordelijkheidsgebieden.

Het comité besprak kritieke auditbevindingen waarvan de dienst Interne Audit de betreffende gecontroleerden in kennis had gesteld en drong er op aan de beperkingsmaatregelen zo snel mogelijk af te ronden. Het hield ook een thematische bespreking over de foutenpercentages en de corrigerende capaciteit van de Commissie, gezien het cruciale belang ervan voor de bescherming van de EU-begroting en als onderdeel van de aanpak van de Commissie om de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen aan de kwijtingsautoriteiten te waarborgen.

Het comité was tevreden over de onafhankelijkheid en de kwaliteit van het interne-auditwerk en ingenomen met het plan van de interne auditor, waarin de auditomgeving en de belangrijkste risicogebieden op gepaste wijze worden gedekt. De effectieve uitvoeringsgraad van de aanbevelingen van de interne auditor bleef zeer hoog (d.w.z. 96 % voor aanbevelingen die in de periode 2018-2022 zijn gedaan en opgevolgd), en in januari 2023 hadden slechts drie zeer belangrijke controleaanbevelingen meer dan zes maanden vertraging opgelopen.

Het comité heeft haar uitwisselingen met de Europese Rekenkamer voortgezet en heeft met de externe auditeur gesproken over zijn jaarlijkse werkprogramma voor 2023. Het comité bleef ook verder toezien op de vooruitgang van de uitvoering van de aanbevelingen van de Rekenkamer, en was tevreden over het feit dat de Rekenkamer voor de 15e keer op rij een verklaring zonder beperking heeft afgegeven over de betrouwbaarheid van de geconsolideerde rekeningen van de EU.

Bijlage 7 bij dit jaarlijks beheers- en prestatieverslag bevat meer informatie over het werk en de conclusies van het comité.

3.4.Het oordeel van de Europese Rekenkamer over de jaarrekening voor 2021 en over de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen

In het jaarverslag over de uitvoering van de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2021 van de Europese Rekenkamer, gepubliceerd in oktober 2022, werd voor het 15e jaar op rij een verklaring zonder beperking afgegeven over de rekeningen van de EU. De inkomsten zijn ook nog steeds vrij van wezenlijke materiële fouten.

Wat de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven betreft, heeft de Rekenkamer voor het eerst een auditoordeel afgegeven over de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Daarin werd geconcludeerd dat de uitgaven voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit voor 2021 in alle materiële opzichten wettig en regelmatig waren, en de Rekenkamer gaf daarom een verklaring zonder beperking af. Wat de uitgaven binnen het meerjarig financieel kader betreft, heeft de Rekenkamer opnieuw een afkeurende verklaring afgegeven. Het algemene geschatte foutenpercentage voor de EU-begroting (3,0 %) is licht gestegen ten opzichte van 2020 (2,7 %).

De afkeurende verklaring van de Rekenkamer is hoofdzakelijk te verklaren door de toename van het aandeel van wat als uitgaven met een hoog risico wordt beschouwd. Bij uitgaven met een hoog risico, waarvoor vaak complexe regels gelden en die voornamelijk gebaseerd zijn op de terugbetaling van kosten, gaat het voornamelijk om cohesie, onderzoeksuitgaven, plattelandsontwikkeling, marktmaatregelen voor het Europees Landbouwgarantiefonds en een aantal delen van externe initiatieven. De Rekenkamer concludeert dat uitgaven met een hoog risico 63 % van de gecontroleerde populatie voor 2021 vertegenwoordigden, een stijging vergeleken met 2020, wat strookt met de stijging in cohesiebetalingen in deze fase van het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Anderzijds blijft het door de Rekenkamer geraamde foutenpercentage dicht bij/onder de materialiteitsdrempel in het geval van natuurlijke hulpbronnen ( 72 ), dat 39,7 % van de gecontroleerde populatie vertegenwoordigt. Administratieve uitgaven bleven vrij van materiële fouten. Meer in het algemeen bevestigde de Rekenkamer opnieuw dat het foutenrisico lager is voor uitgaven waarvoor vereenvoudigde regels gelden, voornamelijk in het geval van betalingen op basis van rechten (in tegenstelling tot betalingen in het kader van vergoedingen), waarvoor begunstigden aan bepaalde — vaak eenvoudige — voorwaarden moeten voldoen, evenals voor sommige delen van de administratieve uitgaven (meestal salarissen en pensioenen van EU-ambtenaren).

De Commissie geeft gevolg aan de aanbevelingen van de Rekenkamer die voortvloeien uit zowel de jaarverslagen als speciale verslagen. Zij brengt verslag uit over de genomen maatregelen in de jaarlijkse activiteitenverslagen. Bovendien brengt zij regelmatig verslag uit over de uitvoering van aanbevelingen van de Rekenkamer aan het comité follow-up audit van de Commissie, dat hiervoor in het kader van zijn bijgewerkte mandaat bepaalde monitoringactiviteiten verricht ( 73 ).

De Europese Rekenkamer monitort ook de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie en geeft feedback die de Commissie helpt om haar follow-upactiviteiten te verbeteren. In het Verslag van de Europese Rekenkamer over de prestatie van de EU-begroting — Stand van zaken eind 2021 onderzocht de Rekenkamer de mate waarin de Commissie had gestreefd naar de uitvoering van 255 auditaanbevelingen die aan haar waren gedaan in 28 speciale verslagen uit 2018. De Rekenkamer stelde vast dat de Commissie 85 % van de aanbevelingen ofwel volledig (62 %) ofwel grotendeels (13 %) had uitgevoerd, en nog eens 11 % gedeeltelijk. In 2 % van de gevallen achtte de Rekenkamer de aanbevelingen niet langer relevant. Van de 27 aanbevelingen (11 %) waarvan de Rekenkamer van mening was dat zij niet waren uitgevoerd, had de Commissie er aanvankelijk 16 niet en 2 gedeeltelijk aanvaard. Deze resultaten komen overeen met de voorgaande jaren.

3.5.Kwijting van de begroting voor 2021

Het Europees Parlement heeft de Commissie op 10 mei 2023 kwijting verleend voor het begrotingsjaar 2021, na onderzoek van de verslagen van de Europese Rekenkamer, het geïntegreerde pakket inzake geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslaglegging van de Commissie en de aanbeveling tot kwijting van de Raad. De Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement heeft ook een aantal commissarissen en directeuren-generaal uitgenodigd om tijdens de kwijtingsprocedure van gedachten te wisselen. Tijdens de procedure hebben de belangrijkste belanghebbenden — het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Rekenkamer — zich toegespitst op de vraag hoe de transparantie over het gebruik van de EU-begroting kan worden gewaarborgd, hoe de resultaten kunnen worden verbeterd en hoe het foutenpercentage kan worden verminderd. De herstel- en veerkrachtfaciliteit, die in 2021 operationeel is geworden, was een van de belangrijkste elementen in de discussies over de kwijting, vanwege haar financiële vuurkracht en de specifieke manier waarop ze wordt uitgevoerd, namelijk op basis van prestaties in plaats van gemaakte kosten. Verschillende interinstitutionele uitwisselingen hadden met name betrekking op de traceerbaarheid van de in het kader van de faciliteit uitbetaalde middelen en informatie over de eindontvangers. Tijdens de discussies over de kwijting kwamen ook kwesties aan bod als de rechtsstaat en de grondrechten, een vlottere uitvoering en absorptie van EU-middelen, het integreren van de horizontale prioriteiten van de EU in de hele EU-begroting, de vereenvoudiging van de regels en procedures om EU-middelen te besteden, het gebruik van IT voor het beheer, de controle en de audit van de middelen, en de methoden om het foutenpercentage en het risiconiveau in te schatten. Zoals gebruikelijk treft de Commissie gepaste maatregelen om deze aanbevelingen uit te voeren en wijdt zij een specifiek verslag aan deze follow-up.

Bijlage 3 — Herstel- en veerkrachtfaciliteit

Gelieve deze pagina leeg te houden na het verwijderen van deze opmerking.

1.De herstel- en veerkrachtfaciliteit — een innovatief en succesvol instrument voor crisisrespons

De herstel- en veerkrachtfaciliteit vormt de kern van het herstelplan NextGenerationEU voor Europa en is tijdens de COVID-19-pandemie opgericht om de lidstaten te helpen sneller te herstellen en veerkrachtiger te worden. De faciliteit vormt een krachtig instrument op Europees niveau bij de ondersteuning van een snellere en ambitieuze groene en digitale transitie. In 2022 werd de faciliteit uitgebreid om rekening te houden met het REPowerEU-plan, het antwoord van de Europese Commissie op de economische problemen, de hoge inflatie en de energiecrisis die werden veroorzaakt door de niet-uitgelokte inval van Rusland in Oekraïne.

1.1.De faciliteit wordt uitgerold

Tegen eind 2022 waren alle 27 nationale herstel- en veerkrachtplannen goedgekeurd toen de Commissie haar goedkeuring hechtte aan de vijf resterende plannen van Bulgarije, Hongarije, Polen, Nederland en Zweden. De 27 plannen vertegenwoordigen een totale toewijzing van 335,1 miljard EUR aan niet-terugvorderbare steun en 165,3 miljard EUR aan leningen. Om de groene en digitale transitie te ondersteunen, zijn de lidstaten in hun voorgestelde hervormingen en investeringen verdergegaan dan het streefdoel om ten minste 37 % van de uitgaven te besteden aan maatregelen die bijdragen aan klimaatdoelstellingen en ten minste 20 % aan digitale doelstellingen. Voor de faciliteit als geheel bedragen de geraamde klimaatuitgaven ongeveer 40 % en de digitale uitgaven 26 %.

In 2022 heeft de Commissie 13 betalingen gedaan aan 11 lidstaten voor een totaalbedrag van 74,4 miljard EUR, waaronder voorfinanciering, nadat 366 mijlpalen en streefdoelen naar tevredenheid waren behaald. Van dit bedrag bestaat 27,2 miljard EUR uit leningen. Hoewel de Commissie in veel gevallen om aanvullende informatie heeft gevraagd om tot een volledige beoordeling te kunnen komen, zijn alle betalingsverzoeken in 2022 positief beoordeeld. De algemene stand van zaken bij de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, per 31 december 2022, wordt hieronder samengevat.

Uitbetalingen aan lidstaten in 2022 zonder voorfinanciering (miljard EUR)
(
1) Spanje — tweede betalingsverzoek (eerste betalingsverzoek vond plaats in 2021).
(
2) Kroatië — eerste en tweede betalingsverzoeken.
(
3) Italië — eerste en tweede betalingsverzoeken.

Bron: Europese Commissie.

1.2.Verwezenlijking van het REPowerEU-plan

Het REPowerEU-plan, dat in mei 2022 is voorgesteld, is het antwoord van de Commissie op de economische problemen en de verstoringen op de energiemarkt als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Het plan is erop gericht om de EU minder afhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen door de groene transitie te versnellen en een veerkrachtiger energiesysteem uit te bouwen. De verordening ( 74 ) wat betreft het opnemen van REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen is op 27 februari 2023 door de medewetgevers vastgesteld, na het op 14 december bereikte politieke akkoord, waardoor de herstel- en veerkrachtfaciliteit nu beter is uitgerust om effectief werk te maken van de doelstellingen van het REPowerEU-plan. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt financiering voor het REPowerEU-plan in de vorm van 225 miljard EUR aan leningen die al beschikbaar zijn in het kader van de faciliteit, nieuwe subsidies voor een bedrag van 20 miljard EUR, gefinancierd door de veiling van emissierechten uit het emissiehandelssysteem en tot 5,4 miljard EUR uit de reserve voor aanpassing aan de Brexit.

1.3.De eerste prestatieresultaten

Over het algemeen lag de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen in 2022 op schema. In totaal waren tegen eind 2022 al 934 mijlpalen en streefdoelen bereikt ( 75 ), in lijn met de oorspronkelijke verwachtingen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de faciliteit een belangrijk verschil maakt in het leven van de burgers. Enkele van de belangrijkste resultaten staan hieronder opgesomd ( 76 ).

Groene transitie. Tegen eind 2022 was dankzij de faciliteit het jaarlijkse energieverbruik met 14 miljoen megawatt gedaald en waren er meer dan 0,4 miljoen tank- en oplaadstations voor schone voertuigen geïnstalleerd of gemoderniseerd.

·Digitale transitie. Meer dan 9,2 miljoen woningen zijn aangesloten op internetnetwerken met zeer hoge capaciteit en 123 miljoen gebruikers hebben al nieuwe of verbeterde openbare digitale diensten gebruikt ( 77 ).

·Gezondheidszorg. De capaciteit van de gezondheidszorg is uitgebreid, onder meer in ziekenhuizen, klinieken, centra voor ambulante zorg en gespecialiseerde zorgcentra. Eind 2022 konden ongeveer 28 miljoen mensen dankzij de faciliteit in een nieuwe of gemoderniseerde zorgvoorziening terecht.

·Onderwijs en opleiding. In totaal hebben 2,6 miljoen mensen deelgenomen aan een vorm van onderwijs en opleiding en hebben 2,7 miljoen jongeren tussen 15 en 29 jaar steun gekregen in geld of in natura (d.w.z. onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidssteun), dankzij maatregelen die in de periode tot eind 2022 door de faciliteit zijn ondersteund.

·Steun voor de bedrijven. Bijna 413 000 ondernemingen hadden tegen eind 2022 in het kader van de faciliteit steun ontvangen in geld of in natura.

Dankzij de herstel- en veerkrachtfaciliteit is tijdens de eerste twee uitvoeringsjaren al vooruitgang geboekt met enkele belangrijke hervormingen. Dit varieert van hervormingen van het burgerlijk recht en het strafrecht om ze efficiënter te maken door de duur van procedures te verkorten en de organisatie van de rechtbanken te verbeteren, tot het verbeteren van betaalbare huisvesting of het ondersteunen van de uitrol van hernieuwbare energie en duurzaam vervoer. Daarnaast benut de faciliteit het volledige potentieel van structurele hervormingen door deze aan te vullen met belangrijke investeringen. Investeringen waarvan de belangrijkste stappen al zijn voltooid, zijn onder meer investeringen om de decarbonisatie en energie-efficiëntie van de industrie vooruit te helpen, om kwetsbare mensen te ondersteunen, of digitale innovatiecentra te selecteren die bedrijven ondersteunen bij hun digitaliseringsinspanningen. Een overzicht van de voortgang van de lidstaten bij de uitvoering van hun herstel- en veerkrachtplannen, en de gedane uitbetalingen, is eenvoudig te vinden op het scorebord voor herstel en veerkracht ( 78 ), een openbaar onlineplatform dat door de Commissie is opgezet. Het geeft tevens gemeenschappelijke indicatoren weer om verslag uit te brengen over de vooruitgang en om de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de nationale plannen te evalueren. Informatie over concrete projecten die worden gesteund in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, met inbegrip van details over de uitvoering en hun geografische locatie in de lidstaten, is beschikbaar op een interactieve kaart die regelmatig wordt bijgewerkt ( 79 ).

2.Een specifieke controleomgeving voor de bescherming van EU-middelen

In de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit ( 80 ) worden de respectieve taken en verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie voor de bescherming van de EU-begroting uiteengezet. De faciliteit is een volledig prestatiegericht instrument. In tegenstelling tot andere EU-financieringsprogramma’s vergoedt de Commissie de lidstaten niet op basis van de werkelijke kosten van de hervormingen en investeringen die in de herstel- en veerkrachtplannen zijn opgenomen, maar betaalt zij de vooraf vastgestelde tranches alleen uit wanneer naar tevredenheid aan de overeengekomen mijlpalen en streefdoelen is voldaan. De middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit komen, zodra ze zijn uitbetaald, in de nationale begroting terecht zonder direct verband met de gedane uitgaven om de hervormingen en investeringen te financieren.

2.1.Op het niveau van de lidstaten

Volgens de verordening is het de verantwoordelijkheid van de lidstaten om ervoor te zorgen dat de faciliteit wordt uitgevoerd overeenkomstig EU- en intern recht en volgens de beginselen van gezond financieel beheer. De Commissie moet in dat verband voldoende waarborgen van hen kunnen krijgen.

De lidstaten moeten passende toezicht- en controlesystemen opzetten om de financiële belangen van de EU te beschermen en ervoor te zorgen dat het gebruik van de middelen in overeenstemming is met de EU- en nationale wetgeving. Deze systemen worden in detail beschreven in de herstel- en veerkrachtplannen en worden door de Commissie beoordeeld voordat elk plan wordt vastgesteld. De lidstaten moeten deze controlesystemen toepassen tijdens de levensduur van de faciliteit. Ze moeten er met name systematisch voor zorgen dat de systemen onregelmatigheden voorkomen, opsporen en corrigeren. Als een lidstaat specifieke onregelmatigheden ontdekt, moet actie worden ondernomen om deze te corrigeren en de Commissie van de onregelmatigheden op de hoogte te stellen. Als een lidstaat niet de nodige correcties uitvoert in geval van fraude, corruptie of dubbele financiering, vordert de Commissie middelen terug van de lidstaat. Als een lidstaat ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen, kan de Commissie bovendien een forfaitaire correctie toepassen op de middelen die de lidstaat ontvangt uit de faciliteit.

De controlesystemen van de lidstaten werden door de Commissie over het algemeen als toereikend beoordeeld, maar in de meeste gevallen waren verdere verbeteringen nodig. Bijgevolg eiste de Commissie dat mijlpalen voor audits en controles werden opgenomen in de uitvoeringsbesluiten van de Raad. Bij tekortkomingen in de controlesystemen van de lidstaten valt te denken aan: de databank voor het verzamelen en opslaan van gegevens die niet volledig operationeel is op het moment van de beoordeling, zoals vereist door de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit; het ontbreken van formele wettelijke mandaten voor de diverse organen die belast zijn met de uitvoering en controle van de fondsen; onvoldoende administratieve capaciteit bij de uitvoerings- en controleorganen die belast zijn met de uitvoering van het plan; en een gebrek aan een heldere auditstrategie of fraudebestrijdingsmaatregelen.

De auditinstanties van de lidstaten moeten alle auditwerkzaamheden uitvoeren die nodig zijn om zekerheid te verschaffen over de goede werking van het internecontrolesysteem waarmee het herstel- en veerkrachtplan wordt uitgevoerd, wat resulteert in een samenvatting van de audit die bij elk betalingsverzoek wordt gevoegd en in aanmerking wordt genomen voor de beheersverklaring. Dit document moet de samenvatting bevatten van de audits die tijdens de uitvoeringsperiode zijn uitgevoerd, met name de systeemcontroles van de nationale controlesystemen. De samenvatting van de audit moeten een beoordeling bevatten van de gevolgen van de vastgestelde tekortkomingen en de toereikendheid van de genomen corrigerende maatregelen.

Wat het bereiken van de mijlpalen en streefdoelen betreft, moeten de lidstaten controleren of de vooraf vastgestelde mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt en of het bij de Commissie ingediende bewijsmateriaal volledig en accuraat is. Dit vormt de basis voor de beheersverklaring die de lidstaten voor elk betalingsverzoek moeten indienen. In de beheersverklaring moeten de lidstaten bevestigen dat de bestaande controlesystemen de nodige zekerheid bieden dat de middelen zijn beheerd overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer en alle toepasselijke regels, met name de regels inzake het vermijden van belangenconflicten en het voorkomen van fraude, corruptie en dubbele financiering.

De verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit verplicht de lidstaten om gegevens te verzamelen over de eindontvangers, die de Commissie en andere bevoegde autoriteiten kunnen opvragen voor specifieke audit- en controledoeleinden. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit op 1 maart 2023 is de transparantie binnen het raamwerk van de faciliteit verder versterkt door de nationale autoriteiten te verplichten informatie te publiceren over de 100 eindontvangers per lidstaat die de hoogste financieringsbedragen ontvangen.

2.2.Op het niveau van de Commissie

De Commissie heeft haar controlestrategie zo ontworpen dat volledig wordt voldaan aan haar verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de verordening.

De Commissie moet toezien op de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen aan de lidstaten die uitsluitend gekoppeld zijn aan het naar tevredenheid bereiken van de mijlpalen en streefdoelen. Daartoe voert de Commissie een voorafgaande beoordeling uit van alle betalingsverzoeken die zij van de lidstaten heeft ontvangen, en audits achteraf ter plaatse voor geselecteerde betalingsverzoeken, mijlpalen en streefdoelen.

De Commissie heeft het recht om bedragen te verlagen en terug te vorderen of om vervroegde aflossing van de lening te vragen in geval van fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van de EU schaden en die niet door de lidstaat zijn gecorrigeerd en teruggevorderd, of in geval van ernstige schending van een verplichting die voortvloeit uit de met de lidstaten gesloten financiële overeenkomst en/of leningsovereenkomst. Daartoe beoordeelt de Commissie de controlesystemen die zijn beschreven in de plannen die bij de Commissie zijn ingediend, voordat ze worden vastgesteld. Daarnaast voert de Commissie gedurende de hele looptijd van de faciliteit systeemcontroles uit in de lidstaten.

Evaluatie van de plannen

Voordat de door de lidstaten ingediende herstel- en veerkrachtplannen worden vastgesteld, evalueert de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van de plannen, net als de degelijkheid van de controlesystemen van de lidstaten. 

Aangezien de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de naleving van het EU- en intern recht bij de besteding van de ontvangen middelen en voor de bescherming van de financiële belangen van de EU, levert het in het plan uiteengezette controlekader van de lidstaten een essentiële bijdrage aan de redelijke zekerheid over de betalingsverzoeken die in de toekomst zullen worden ingediend. Daarnaast vertrouwt de Commissie op de nationale regelingen en informatiesystemen om de ontvangen betalingsverzoeken te beoordelen.

De Commissie beoordeelt dus of met de regelingen die de lidstaten in hun herstel- en veerkrachtplannen voorstellen, kan worden verwacht dat dubbele financiering uit andere EU-programma’s kan worden voorkomen, opgespoord en vermeden, en corruptie, fraude en belangenconflicten kunnen worden gecorrigeerd en een adequate bescherming van de financiële belangen van de EU kan worden geboden wanneer de middelen uit de faciliteit worden aangewend.

Wanneer de Commissie tekortkomingen in deze regelingen vaststelt, zal zij de lidstaat verplichten om, voordat het plan door de Raad wordt vastgesteld, de relevante maatregelen en bijbehorende mijlpalen en streefdoelen op te nemen die nodig zijn om aan de vereisten van de verordening betreffende deze aspecten te voldoen. In het voorstel van de Commissie voor een uitvoeringsbesluit van de Raad zullen deze relevante maatregelen en de bijbehorende vereiste mijlpalen en streefdoelen om aan de vereisten van de verordening te voldoen, worden opgenomen zodat de problemen kunnen worden opgelost voordat de eerste uitbetaling wordt verricht (met uitzondering van voorfinanciering).

Controles vooraf in de betalingsfase

Beoordelen of de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn behaald

Na ontvangst van een betalingsverzoek controleert de Commissie de documentatie die als bewijsmateriaal is verstrekt, indien relevant, door middel van steekproeven en stelt zij vast of de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn behaald. De lidstaat moet naar behoren rechtvaardigen dat de mijlpalen en/of streefdoelen zijn behaald, en moet daarvoor zijn redenen en een onderbouwing geven. De Commissie controleert of uit de motivering blijkt dat aan de vereisten van het uitvoeringsbesluit van de Raad is voldaan. Deze controles zijn ontworpen om fouten en onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en recht te zetten in het bewijs dat wordt geleverd om aan te tonen dat de mijlpalen en streefdoelen naar behoren zijn verwezenlijkt. De methodologie van de Commissie bestaat uit een duidelijke en consistente aanpak om de relevante bedragen te bepalen, maar behoudt tegelijkertijd een beoordelingsmarge zodat, in een beperkt aantal omstandigheden en in overeenstemming met de toepassing van het de-minimisbeginsel, minimale afwijkingen ( 81 ) in verband met de bedragen ( 82 ), formele vereisten ( 83 ), timing ( 84 ) of inhoud ( 85 ) kunnen worden aanvaard. Alvorens de betaling uit te voeren, kan de Commissie aanvullende informatie vragen en kan zij besluiten aanvullende controles uit te voeren om de nodige aanvullende zekerheid te verkrijgen dat de mijlpalen en streefdoelen zijn behaald. Het in aanmerking genomen bewijsmateriaal en de door de Commissie gevolgde redenering voor de beoordeling van elke mijlpaal en elk streefdoel worden systematisch vastgelegd in specifieke beoordelingsfiches, om een controlespoor van de belangrijkste bijdragen en bewijzen te garanderen.

Voor maatregelen met waarborgen inzake “geen ernstige afbreuk doen” in de mijlpaal of het streefdoel, controleert de Commissie de naleving als onderdeel van de beoordeling in het kader van betalingsverzoeken om na te gaan of een mijlpaal of streefdoel naar tevredenheid is bereikt. Zoals voor alle andere vereisten, gebeurt dit op basis van bewijsmateriaal dat door de lidstaten wordt verstrekt.

Om de transparantie te bevorderen, publiceerde de Commissie in februari 2023 haar raamwerk voor het beoordelen van het naar tevredenheid bereiken van de mijlpalen en streefdoelen ( 86 ), rekening houdend met de ervaring die is opgedaan tijdens een volledig uitvoeringsjaar. De Commissie is ervan overtuigd dat met de publicatie van dit raamwerk de nationale autoriteiten, de belanghebbenden en het bredere publiek beter zullen begrijpen hoe de uitvoering van de door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde maatregelen vóór elke uitbetaling wordt geëvalueerd. Het bevat de ervaring die de Commissie tot nu toe heeft opgedaan bij de beoordeling van mijlpalen en streefdoelen in het kader van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Beoordeling van de specifieke mijlpalen voor audit en controle

De specifieke mijlpalen voor audit en controle worden beoordeeld tijdens de evaluatie van het eerste betalingsverzoek. Er kan geen betaling worden gedaan tenzij deze mijlpalen naar tevredenheid zijn behaald.

Analyse van de beheersverklaringen en auditsamenvattingen

De Commissie voert een systematische analyse uit van de beheersverklaringen en de auditsamenvattingen die bij elk betalingsverzoek worden gevoegd. Het doel is om alle informatie te verzamelen die twijfel doet rijzen over het behalen van mijlpalen en streefdoelen, bijvoorbeeld gevallen waarin de beheersverklaring of de auditsamenvatting aangeven dat er inconsistenties of fouten zijn aangetroffen in gegevens die voor een van de mijlpalen en streefdoelen zijn verstrekt. Op vergelijkbare wijze zal de Commissie, als in de documenten wordt gewezen op mogelijke of daadwerkelijke frauduleuze aanbestedingsprocedures voor een maatregel, het bewijsmateriaal voor de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen nauwkeurig onderzoeken.

Audits achteraf

Op basis van een risicobeoordeling van alle mijlpalen en streefdoelen in de betalingsverzoeken van elk plan selecteert de Commissie alle betalingen die mijlpalen en streefdoelen bevatten die zij als een potentieel hoog risico beschouwt. Als de middelen het toelaten, worden ook enkele mijlpalen en streefdoelen met een middelhoog risico gecontroleerd. Afhankelijk van de uitkomst van de risicobeoordeling wordt in de lidstaten een aantal controles achteraf uitgevoerd met betrekking tot specifieke mijlpalen en streefdoelen.

Systeemcontroles

De Commissie voert gedurende de hele looptijd van de faciliteit systeemcontroles uit van de internecontrolesystemen van de lidstaten. Deze audits van de bescherming van de financiële belangen van de EU worden uitgevoerd om na te gaan of de lidstaten voldoen aan hun verplichtingen om te beschikken over processen voor het voorkomen en opsporen van ernstige onregelmatigheden (d.w.z. fraude, corruptie of belangenconflicten) of ernstige inbreuken op de verplichtingen van de financieringsovereenkomst (met inbegrip van dubbele financiering) en om de Commissie in staat te stellen haar recht op vermindering en/of vervroegde terugbetaling van middelen uit te oefenen. Overeenkomstig haar auditstrategie voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit zal de Commissie tegen eind 2023 in alle lidstaten systeemcontroles uitvoeren. In het kader van deze systeemcontroles gaat de Commissie ook na of de systemen van de lidstaten in het algemeen in overeenstemming zijn met de EU- en nationale regels en of zij controleren of deze regels worden nageleefd, met inbegrip van specifieke elementen van de openbare aanbestedingsprocedure. Bovendien voert de Commissie op basis van een risicoanalyse systeemcontroles uit om na te gaan of de lidstaten over een betrouwbaar systeem voor gegevensverzameling beschikken.

Beoordeling van de door de lidstaten uitgevoerde controles op de naleving van de regels inzake overheidsopdrachten en staatssteun

Rekening houdend met een aanbeveling in het speciale verslag van de Rekenkamer over de opzet van de controlesystemen van de Commissie voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit en met de bezorgdheid van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, heeft de Commissie begin 2023 aanvullende werkzaamheden uitgevoerd. Zo wilde zij nog meer zekerheid kunnen verschaffen over de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de naleving van de regels voor overheidsopdrachten en staatssteun overeenkomstig artikel 22, lid 2, punt a), van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

Deze analyse is hoofdzakelijk gebaseerd op het auditwerk van de auditdiensten van de Commissie en op de resultaten van nationale audits.

Audits van nationale autoriteiten

De Commissie voert ook audits uit van het werk van de nationale auditautoriteiten met betrekking tot de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Het doel is om de betrouwbaarheid van het werk dat op nationaal niveau wordt uitgevoerd te beoordelen, in het bijzonder met betrekking tot audits van nationale controlesystemen zodat nationale en EU-regels worden nageleefd en de EU-begroting wordt beschermd.

2.3.Opschorting van betalingen bij niet-uitvoering

In februari 2023 heeft de Commissie een methode voor de opschorting van betalingen vastgesteld ( 87 ) waarmee betalingen in geval van tekortkomingen bij de uitvoering gedeeltelijk of volledig kunnen worden opgeschort. De Commissie bepaalt het bedrag dat moet worden opgeschort indien een mijlpaal of streefdoel niet op bevredigende wijze wordt verwezenlijkt, waarbij de beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid volledig in acht worden genomen. Deze methode biedt een duidelijke en consistente aanpak om de bedragen te bepalen die moeten worden ingehouden en/of teruggevorderd, met behoud van een beoordelingsmarge. De methode houdt ten volle rekening met de prestatiegerichte aard van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de unieke combinatie van hervormingen en investeringen. Bij de berekening van het geschorste bedrag wordt bijgevolg in aanmerking genomen dat niet alle maatregelen in gelijke mate tot de verwezenlijking van de doelstellingen van een herstel- en veerkrachtplan bijdragen. Een procedure op tegenspraak waarborgt dat de lidstaten opmerkingen kunnen indienen over de negatieve beoordeling door de Commissie die aan het schorsingsbesluit ten grondslag ligt. De procedure tot opschorting van de betaling bevordert dat de uitvoering van het plan wordt voortgezet en biedt de lidstaten de tijd om de opschorting op te heffen door binnen een periode van zes maanden de desbetreffende mijlpa(a)l(en) of streefdoel(en) te verwezenlijken.

3.De controleresultaten van de Commissie bevestigen dat aan alle mijlpalen en streefdoelen voor de in 2022 verrichte betalingen is voldaan

3.1.Belangrijkste resultaten

Evaluatie van de plannen

De Commissie heeft haar beoordeling van de vijf plannen die eind 2021 en begin 2022 zijn ontvangen, positief afgerond (Bulgarije, Hongarije, Nederland, Polen en Zweden). Niettemin heeft de Commissie gevraagd om in al deze plannen extra mijlpalen op te nemen op het gebied van audit en controle.

Controles vooraf in de betalingsfase

Beoordelen of de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn behaald

De Commissie heeft haar beoordeling van het naar tevredenheid behalen van 366 mijlpalen en streefdoelen (328 mijlpalen, 38 streefdoelen) voor alle 13 betalingsverzoeken die zij in deze context in 2022 heeft ontvangen, positief afgerond. Als gevolg daarvan waren er in 2022 geen opschortingen of verminderingen van betalingen nodig.

Beoordeling van de specifieke mijlpalen voor audit en controle

In totaal ging het om audit- en controlemijlpalen in 9 van de 11 lidstaten waarvoor de eerste betaling al had plaatsgevonden sinds het begin van de uitvoering. In de meeste gevallen moesten de lidstaten ervoor zorgen dat een databank voor het toezicht op de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd opgezet, samen met de inwerkingtreding van wetten of besluiten waarin wettelijke mandaten zijn vastgelegd of audit- en controleprocedures zijn gedefinieerd. De Commissie heeft de mijlpalen van deze lidstaten positief beoordeeld op basis van controles van de stukken en grondige evaluaties van het door elke lidstaat verstrekte bewijsmateriaal. Daarnaast hebben zeven lidstaten toegezegd te zullen blijven voldoen aan de audit- en controlemijlpalen.

Op basis van het huidige auditwerk heeft de Commissie gemengde situaties vastgesteld met betrekking tot de uitvoering van internecontrolesystemen in de gecontroleerde uitvoerende en coördinerende organen. De belangrijkste problemen waarvoor de Commissie aanbevelingen heeft gedaan en termijnen heeft afgesproken voor de uitvoering ervan, hebben betrekking op: het gebrek aan voldoende coördinatie/toezicht door de coördinerende organen; onvolledige fraudebestrijdingsstrategieën voor de bescherming van de financiële belangen van de EU; ontbrekende elementen in de frauderisicobeoordelingen; de noodzaak om de controles vooraf ter voorkoming van belangenconflicten te verbeteren; geringe deelname aan opleidingen die worden georganiseerd om het fraudebewustzijn te vergroten; en tekortkomingen bij het melden van onregelmatigheden aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding. Toch werden er bij sommige gecontroleerden ook goede praktijken vastgesteld, zoals: het bestaan van een risicobeoordeling voor personeel in gevoelige posities; procedures voor het opsporen van mogelijke fraude en corruptie, met name met behulp van instrumenten voor datamining zoals Arachne; het bestaan van procedures voor de preventieve opsporing van mogelijke belangenconflicten; en procedures om mogelijke dubbele financiering te verifiëren voordat het besluit tot subsidietoekenning wordt genomen.

Analyse van de beheers- en auditsamenvattingen

De Commissie heeft de 13 beheersverklaringen en auditsamenvattingen bij de 13 ingediende en in 2022 betaalde betalingsverzoeken beoordeeld. Op basis van de auditsamenvattingen heeft de Commissie de desbetreffende controleverslagen opgevraagd en geanalyseerd. Geen van de gegevens in de desbetreffende verslagen doet twijfels rijzen over de bevredigende verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen die zijn opgenomen in de in 2022 verrichte betalingen. De analyse van de beheersverklaring en de auditsamenvatting werd ook gebruikt om de risicobeoordelingen bij te werken, de komende auditplannen te bepalen en de audit- en beheersoordelen op te stellen.

Audits achteraf voor mijlpalen en streefcijfers

Overeenkomstig haar auditstrategie heeft de Commissie zeven audits uitgevoerd met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen in verband met de eerste betalingsverzoeken van Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Portugal en Roemenië en het tweede betalingsverzoek van Kroatië. De audits achteraf met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen zijn uitgevoerd op basis van een risicoanalyse. De Commissie heeft haar doelstelling bereikt om alle 15 mijlpalen en streefdoelen met een hoog risico en 12 van de 22 streefdoelen met een middelhoog risico te controleren. De niet-gecontroleerde betalingsverzoeken bevatten voornamelijk mijlpalen met een laag risico ( 88 ) waarvoor een controle achteraf niet relevant was. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de gecontroleerde mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze zijn bereikt, zodat er in 2022 geen opschorting of vermindering van betalingen nodig was. De vastgestelde verschillen tussen de ingediende gegevens en de gecontroleerde gegevens blijven binnen de marge van 5 % die de Commissie voor haar beoordeling hanteert.

Audits van de nationale auditautoriteiten

In 2022 heeft de Commissie, met een positief resultaat, tevens de auditwerkzaamheden beoordeeld die door twee nationale auditautoriteiten (Frankrijk en Kroatië) zijn verricht in het kader van twee audits met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen.

Systeemcontroles met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie

In 2022 heeft de Commissie reeds 16 systeemcontroles uitgevoerd wat de bescherming van de financiële belangen van de EU betreft ( 89 ). De systeemcontroles hadden betrekking op 16 coördinerende instanties en 48 uitvoerende organen, zoals ministeries of agentschappen. Tegen eind 2023 zullen alle lidstaten ten minste één keer zijn gecontroleerd.

In de context van deze systeemcontroles voerde de Commissie gerichte controles uit op de naleving van de procedures voor overheidsopdrachten, waarbij zowel werd gekeken naar de bestaande procedures ter voorkoming van fraude, corruptie en belangenconflicten bij overheidsopdrachten, als naar de daadwerkelijke uitvoering van deze procedures bij een klein aantal maatregelen in de steekproef. Voor de belangrijkste problemen heeft de Commissie aanbevelingen gedaan en met de lidstaten termijnen afgesproken voor de uitvoering ervan. De lidstaten zijn begonnen met de uitvoering van de noodzakelijke verbeteringen die naar voren zijn gekomen uit de controleresultaten in de gecontroleerde uitvoerende organen, maar ook in andere relevante organen.

Beoordeling van de door de lidstaten uitgevoerde controles op de naleving van de regels inzake overheidsopdrachten en staatssteun

Overeenkomstig artikel 22, lid 2, punt a), van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit moeten de lidstaten regelmatig nagaan dat de verstrekte middelen naar behoren zijn gebruikt volgens alle toepasselijke regels en dat maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan naar behoren zijn uitgevoerd in overeenstemming met alle toepasselijke regels, met name wat betreft het voorkomen, opsporen en rechtzetten van fraude, corruptie en belangenconflicten.

Ter ondersteuning van haar betrouwbaarheidsverklaring heeft de Commissie onderzocht of de lidstaten hun verplichting nakomen om regelmatig te controleren of de regels inzake staatssteun en overheidsopdrachten zijn nageleefd. Deze risicobeoordeling had betrekking op 11 lidstaten (Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Portugal, Roemenië en Slowakije), wat overeenkomt met de 13 betalingen die de Commissie in 2022 heeft verricht.

De Commissie baseerde zich voornamelijk op de resultaten van het nationale auditwerk (gerapporteerd in de auditsamenvattingen of doorgegeven als aanvullende informatie), maar ook op het auditwerk dat de Commissie heeft verricht in het kader van de nalevingscontroles van de regels voor overheidsopdrachten en staatssteun in gemeenschappelijke organen. Bovendien heeft de Commissie, bij gebrek aan voldoende bewijs na een controle van de stukken, in één lidstaat een onderzoeksmissie georganiseerd.

Op basis van het verzamelde en beoordeelde bewijsmateriaal en voor zover haar bekend, is de Commissie van oordeel dat de ingevoerde controleprocedures de nodige garanties bieden betreffende, met name, overheidsopdrachten en staatssteun, de naleving van de verplichting van de lidstaten om regelmatig na te gaan of de in het kader van de transacties uit 2022 verstrekte financiering correct is gebruikt en uitgevoerd overeenkomstig alle toepasselijke regels.

Jaarlijkse controle- en beheersoordelen

Op basis van haar auditwerk heeft de Commissie 11 jaarlijkse controleoordelen afgegeven voor de 13 in 2022 verrichte betalingen. Deze controleoordelen vormden een aanvulling op andere beschikbare informatie om tot het beheersordeel voor de betalingen aan de elf lidstaten in 2022 te komen. Deze oordelen zijn gebruikt ter ondersteuning van de betrouwbaarheidsverklaring van de gedelegeerd ordonnateur.

Lopende werkzaamheden van de Europese Rekenkamer in het kader van de betrouwbaarheidsverklaring 2022

De Commissie is door de Rekenkamer in kennis gesteld van haar voorlopige bevindingen (de “afstemmingsbrieven”). De Commissie evalueert momenteel de bevindingen van de Rekenkamer om tot een conclusie te komen over het risiconiveau voor elke betaling die in 2022 is gedaan. Op de afsluitdatum van 30 april 2023 had de Commissie twaalf afstemmingsbrieven van de Rekenkamer ontvangen. Met betrekking tot vijf afstemmingsbrieven handhaafde de Commissie na zorgvuldige analyse haar standpunt (gebaseerd op haar controles vooraf en achteraf) dat de mijlpalen en doelstellingen die in de corresponderende betalingsverzoeken waren opgenomen, op bevredigende wijze waren bereikt. Dit impliceert een laag risiconiveau. Voor de andere afstemmingsbrieven is de beoordeling nog gaande op het moment van ondertekening van het jaarlijkse activiteitenverslag voor 2022 van het DG Economische en Financiële Zaken.

Land

Nummer betalingsverzoek

Audits van wettigheid en regelmatigheid door de Commissie

Risiconiveau

Totaal aantal mijlpalen en streefdoelen

Aantal gecontroleerde mijlpalen en streefdoelen

Controleoordeel

Beheersoordeel

Algemeen risiconiveau

hoog

middelhoog

laag

hoog

middelhoog

laag

Bulgarije

1e

Laag

Laag

Laag

Griekenland

1e

Laag

Laag

Laag

Spanje

2e

5

0

35

5

0

0

Laag

Laag

Laag

Frankrijk

1e

6

8

24

6

2

0

Laag

Laag

Laag

Kroatië

1e

0

2

32

0

1

1

Laag

Laag

Laag

2e

3

4

5

3

3

0

Laag

Laag

Laag

Italië

1e

1

3

47

1

1

0

Laag

Laag

Laag

2e

Laag

Laag

Laag

Cyprus

1e

Laag

Laag

Laag

Letland

1e

Laag

Laag

Laag

Portugal

1e

0

3

35

0

3

0

Laag

Laag

Laag

Roemenië

1e

0

2

19

0

2

0

Laag

Laag

Laag

Slowakije

1e

Laag

Laag

Laag

Totaal

13

15

22

197

15

12

1

Controleresultaten

Kwalitatieve beoordeling van de wettigheid en regelmatigheid van betalingen

De Commissie voert een kwalitatieve beoordeling uit van de controleresultaten en het met de verrichtingen verbonden risiconiveau. In tegenstelling tot andere programma’s kan deze beoordeling niet worden gekwantificeerd met een foutenpercentage. Foutenpercentages weerspiegelen een kwantitatieve beoordeling, die relevant is wanneer de uitgaven direct kunnen worden toegeschreven aan een kwantitatief criterium. Betalingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zijn gebaseerd op een kwalitatieve beoordeling van de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen, hetgeen moeilijk in kwantitatieve termen te vertalen is. Zelfs wanneer mijlpalen en streefdoelen niet naar tevredenheid zijn behaald en een vermindering wordt toegepast, kan deze vermindering niet overeenkomen met een bedrag aan niet-subsidiabele uitgaven. Daarnaast zijn de investeringen en hervormingen in de herstel- en veerkrachtplannen zeer divers, zowel binnen een lidstaat als tussen lidstaten, hetgeen statistische extrapolatie onmogelijk maakt. In dit verband kan geen betekenisvol foutenpercentage worden vastgesteld.

De kwalitatieve beoordeling van de Commissie is gebaseerd op een combinatie van de resultaten van: 1) de beoordeling van de betalingsaanvragen; 2) de beheersverklaring van de lidstaten en de samenvatting van de audits die bij elk betalingsverzoek moeten worden gevoegd; 3) de audits van de Commissie, en 4) andere door de Commissie op lidstaatniveau uitgevoerde controles in het kader van andere financieringsprogramma’s zoals cohesiefondsen. Bijgevolg bepaalt de Commissie voor elke betaling een risiconiveau voor de wettigheid en regelmatigheid van de betaling, dat laag, middelhoog of hoog kan zijn.

Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden concludeert de Commissie dat alle 13 betalingen die in 2022 zijn gedaan een laag risiconiveau hebben, in overeenstemming met de materialiteitscriteria, aangezien:

op basis van de controles vooraf en achteraf van de Commissie is geoordeeld dat aan alle mijlpalen en streefdoelen naar tevredenheid is voldaan;

de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de tijdens de systeemcontrole vastgestelde tekortkomingen te verhelpen;

de Commissie de beschikbare resultaten van de nalevingscontroles van de Rekenkamer voor in 2022 verrichte betalingen zorgvuldig heeft geanalyseerd en bij haar standpunt is gebleven dat de mijlpalen en streefdoelen in de desbetreffende betalingsverzoeken naar tevredenheid waren behaald, terwijl sommige voorlopige controleresultaten van de Rekenkamer nog niet beschikbaar waren op het moment van ondertekening van het jaarlijkse activiteitenverslag voor 2022 van DG Economische en Financiële Zaken.

3.2.De gedelegeerde ordonnateur voor de faciliteit bevestigde dat hij redelijke zekerheid had

Het college van commissarissen neemt de politieke verantwoordelijkheid op zich voor de rol van de Commissie in het beheer van de faciliteit. Het vertrouwt hiervoor op het werk van de gedelegeerde ordonnateur voor de faciliteit. In zijn conclusies over de zekerheid voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit bevestigde de ordonnateur ( 90 ) dat hij redelijke zekerheid had over:

de wettigheid en regelmatigheid van de in 2022 verrichte betalingen voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit, op basis van de positieve beoordeling van het bewijsmateriaal dat de mijlpalen en streefdoelen in de betalingsverzoeken naar tevredenheid zijn behaald, op basis van auditwerk achteraf met betrekking tot de mijlpalen en streefdoelen en ook rekening houdend met de resultaten van het auditwerk dat door de Europese Rekenkamer is verricht in het kader van haar betrouwbaarheidsverklaring 2022 (voor afstemmingsbrieven die uiterlijk op de afsluitdatum zijn ontvangen en beoordeeld);

met name voor overheidsopdrachten en staatssteun, de naleving van de verplichting voor de lidstaten in artikel 22, lid 2, punt a), van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit om regelmatig na te gaan dat de verstrekte middelen in de context van de onderliggende verrichtingen naar behoren zijn gebruikt volgens alle toepasselijke regels en dat maatregelen voor de uitvoering van hervormingen en investeringsprojecten in het kader van het herstel- en veerkrachtplan naar behoren zijn uitgevoerd in overeenstemming met alle toepasselijke regels, met name wat betreft het voorkomen, opsporen en rechtzetten van fraude, corruptie en belangenconflicten; en

de uitvoering van artikel 22, lid 5, van de verordening betreffende de evenredige vermindering van de steun voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de terugvordering van aan de EU-begroting verschuldigde bedragen of het verzoek om vervroegde aflossing van de lening, in gevallen van fraude, corruptie en belangenconflicten die de financiële belangen van de EU schaden en die niet door de lidstaat zijn gecorrigeerd, of een ernstige schending van een verplichting die voortvloeit uit de in artikel 15, lid 2, en artikel 23, lid 1, van de verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit bedoelde overeenkomsten.

Gelieve deze pagina leeg te houden tot het document klaar is voor publicatie.

Het totale aantal pagina’s in gedrukte publicaties moet deelbaar zijn door vier.

Verwijder deze opmerking alvorens te publiceren en verwijder deze pagina of voeg meer lege pagina’s toe, afhankelijk van het totale aantal pagina’s.

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs

Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde centrum online ( europa.eu/european-union/contact_nl ).

Bel of schrijf

Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),

te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696,

het onlineformulier in te vullen: european-union.europa.eu/contact-eu/write-us_nl

WAAR VINDT U INFORMATIE OVER DE EU?

Online

Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is te vinden op de Europa-website ( european-union.europa.eu ).

EU-publicaties

U kunt publicaties van de EU bekijken of bestellen op op.europa.eu/nl/publications Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke documentatiecentrum ( european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl ).

EU-wetgeving en aanverwante documenten

Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële taalversies, krijgt u op EUR-Lex ( eur-lex.europa.eu ).

EU open data

Het portaal data.europa.eu biedt toegang tot open databestanden van de instellingen, organen en agentschappen van de EU. Deze bestanden kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden. Het portaal biedt ook toegang tot een grote hoeveelheid datasets uit Europese landen.

(1) ()     https://commission.europa.eu/system/files/2020-04/political-guidelines-next-commission_nl.pdf
(2) ()    807 miljard EUR in lopende prijzen, 750 miljard EUR in prijzen van 2018.
(3) ()     SWD(2022)225 “Climate Mainstreaming Architecture in the 2021-2027 Multiannual Financial Framework” .
(4) ()    De cijfers zijn gebaseerd op de in bijlage VI bij de RRF-verordening beschreven methode.
(5) ()    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2106.
(6) ()     Voorstel voor een verordening betreffende natuurherstel, COM(2022) 304 .
(7) ()    Bijna alle programma’s die deel uitmaken van de EU-begroting dragen bij aan de digitale transitie. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van gegevens konden echter slechts voor 27 (van de 48) uitgavenprogramma’s de relevante digitale uitgaven voor de periode 2021-2022 worden gevolgd. In bijlage 4 bij dit verslag is een meer gedetailleerde toelichting opgenomen van de aanpak die voor deze inventarisatie is gevolgd, en wordt uitgelegd dat de methodologie momenteel nog niet voor alle programma’s is geharmoniseerd.
(8) ()    Om methodologische redenen kon de bijdrage van de programma’s voor extern optreden en het gemeenschappelijk landbouwbeleid in deze eerste inventarisatie niet met de vereiste nauwkeurigheid worden gemeten. Zij zijn daarom niet opgenomen in de cijfers.    
(9) ()    De cijfers zijn gebaseerd op de in bijlage VII bij de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit uiteengezette methodologieën.
(10) ()    De meest recente informatie over de nationale plannen, hun bijdrage aan de zes pijlers en de verwezenlijking van digitale doelstellingen (evenals digitale en sociale uitgaven), is beschikbaar in het scorebord voor herstel en veerkracht .
(11) ()    Eenzelfde persoon kan de dienst meerdere keren gebruiken, in welk geval hij of zij meerdere keren wordt geteld.
(12) ()    De digitalisering van vervoerssystemen maakt deel uit van de digitalisering van overheidsdiensten (gebaseerd op de digitale strategie voor het digitale decennium en het digitaal kompas, evenals de herstel- en veerkrachtfaciliteit).
(13) ()    Vanwege methodologische beperkingen laat dit bedrag de bijdragen uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid buiten beschouwing.
(14) ()    Vastleggingskredieten die voortvloeien uit de jaarlijkse goedgekeurde begroting door de begrotingsautoriteiten. Voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit en Horizon Europa wordt ook rekening gehouden met kredieten van NextGenerationEU. Er wordt geen rekening gehouden met externe bijdragen, met name van niet-EU-landen of terugvorderingen.
(15) ()    Totale financiële programmering van het Europees Sociaal Fonds Plus onder gedeeld beheer, exclusief 3,5 miljard EUR technische bijstand op initiatief van de lidstaten en externe bijdragen.
(16) ()    Negen landen hebben samen 3,9 miljard EUR overgemaakt van de begroting van het Europees Sociaal Fonds Plus naar het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds: Griekenland, Hongarije, Kroatië, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
(17) ()    175 miljoen EUR.
(18) ()    109 miljoen EUR.
(19) ()    In 2022 werden slechts voor één geval middelen beschikbaar gesteld (17,7 miljoen EUR), terwijl de overige twee gevallen, die in de tweede helft van 2022 zijn ontvangen, in de eerste helft van 2023 steun zullen krijgen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (3,2 miljoen EUR).
(20) ()    Sinds 15 september 2022 ( https://cohesiondata.ec.europa.eu/stories/s/4e2z-pw8r ).
(21) ()     Cohesiebeleid 2014-2020: schatting van de investeringsvoortgang .
(22) ()    Met het rapporteringsmechanisme kan verslag worden uitgebracht over de resultaten tot 2021. De meest recente informatie over de resultaten van het cohesiebeleid is beschikbaar via het open dataportaal voor cohesie ( https://cohesiondata.ec.europa.eu/ ).
(23) ()    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een Unie van gelijkheid: strategie voor gendergelijkheid 2020-2025, COM/2020/152 van 5 maart 2020.
(24) ()    Deze schatting van de Commissie is gebaseerd op maatregelen die als primaire of secundaire toewijzing worden toegekend aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie, ook in de groene en digitale sectoren.
(25) ()    Deze raming van de Commissie is gebaseerd op maatregelen die als primaire of secundaire toewijzing worden toegekend aan voor- en vroegschoolse educatie, algemeen, beroeps- en hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, groene vaardigheden en menselijk kapitaal bij digitalisering.
(26) ()     https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0152
(27) ()    Dit bedrag stemt overeen met de vastleggingskredieten in 2022 uit de jaarlijkse, door de begrotingsautoriteiten goedgekeurde begroting voor rubriek 6 van het meerjarig financieel kader voor 2021-2027, met daarin het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, humanitaire hulp, pretoetredingssteun, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, macrofinanciële bijstand, het Europees instrument voor internationale samenwerking inzake nucleaire veiligheid en de steun voor landen en gebieden overzee (met inbegrip van Groenland).
(28) ()     https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/stronger-europe-world/global-gateway_nl
(29) ()     Mondiale gezondheidsstrategie van de EU . 
(30) ()     EU keurt eerste jongerenactieplan in het kader van het externe optreden van de EU goed .
(31) ()    België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje en Zweden.
(32) ()    Met behulp van toezeggingen die in 2021 zijn gedaan via het instrument voor noodhulp.
(33) ()    De hoogte van de relevante uitgaven van de Commissie komt overeen met de betalingen die in 2022 zijn verricht, minus de voorfinanciering die in 2022 is betaald, plus de voorfinanciering die in eerdere jaren is betaald en in 2022 is verrekend (voor de definities en meer details, zie bijlage 5). Hieronder vallen niet de betalingen die worden verricht in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, die aan de orde komen in bijlage 3.
(34) ()    Opgemerkt moet worden dat het Europees Ontwikkelingsfonds is opgenomen in de algemene begroting van de EU voor het meerjarig financieel kader 2021-2027.
(35) ()    De hoogte van de relevante uitgaven van de Commissie komt overeen met de betalingen die in 2022 zijn verricht, minus de voorfinanciering die in 2022 is betaald, plus de voorfinanciering die in eerdere jaren is betaald en in 2022 is verrekend (voor de definities en meer details, zie bijlage 5).
(36) ()    Exclusief de herstel- en veerkrachtfaciliteit.
(37) ()    De term “gedelegeerde ordonnateurs” wordt gebruikt voor directeuren-generaal van DG’s van de Commissie, hoofden van uitvoerende agentschappen, bureaus, diensten, taskforces enz. In artikel 74, lid 1, van het Financieel Reglement is het volgende bepaald: “De ordonnateur is bij de betrokken instelling van de Unie belast met het innen van de ontvangsten en het verrichten van de uitgaven overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer, onder meer door te zorgen voor verslaglegging over de prestaties, en zorgt voor de wettigheid en regelmatigheid ervan en de gelijke behandeling van de ontvangers.”
(38) ()    Zoals wordt vereist in artikel 247 van het Financieel Reglement omvatten de geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen ook de geconsolideerde jaarrekeningen van de EU, het verslag over de follow-up van de begrotingskwijting voor het vorige begrotingsjaar, het jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de uitgevoerde interne controles en de langetermijnprognose van toekomstige in- en uitstromen op de EU-begroting.
(39) ()    Zoals vastgesteld door het “Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission”.
(40) ()    Uitvoeringsbesluit van de Commissie tot vaststelling van het kader voor de toewijzing van de kosten in verband met de lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie, C(2022) 9701 .
(41) ()    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 van de Commissie van 19 december 2022 tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de EU in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen, C(2022) 9700 .
(42) ()    Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren voor het vermijden van en omgaan met belangenconflicten overeenkomstig het Financieel Reglement, 2021/C 121/01 .
(43) ()    COM(2022) 482 van 23.9.2022.
(44) ()    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de instellingen, organen en instanties van de Unie, COM(2022) 122 .
(45) ()    Zie arrest van 16 februari 2022, Hongarije/Parlement en Raad, C-156/21, ECLI:EU:C:2022:97.
(46) ()    Zie arrest van 16 februari 2022, Polen/Parlement en Raad, C-157/21, ECLI:EU:C:2022:98.
(47) ()    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de jaarlijkse begroting van de Unie (herschikking), COM(2022) 223 .
(48) ()    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, COM(2022) 184 .
(49) ()    Verordening (EU, Euratom)  2022/2434 van het Europees Parlement en de Raad van 6 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 met betrekking tot de vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode.
(50) ()    Voor gedeeld beheer omvat dit ook fouten die door de lidstaten zijn ontdekt, maar niet gecorrigeerd vóór de betaling door de Commissie.
(51) ()    Voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij werd het risico ook als hoog beschouwd, ongeacht het risico bij betaling, wanneer het auditoordeel in de jaarlijkse activiteitenverslagen over de werking van het beheers- en controlesysteem van de operationele programma’s nadelig of gekwalificeerd was.
(52) ()    Er zijn 441 programma’s in het kader van cohesiefondsen, waarvan er zeven in twee verschillende risicosegmenten vallen, wat resulteert in het aantal van 448.
(53) ()    De reden hiervoor is dat het risico bij betaling minus uitgevoerde correcties binnen de overeengekomen materialiteitsdrempel van 2 % en 5 % blijft zoals voorzien in het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie voor de Horizon 2020-verordening. In die verordening staat: “Met betrekking tot de onderzoekskosten in het kader van Horizon 2020, is de Commissie dan ook van mening dat een foutenrisico op jaarbasis tussen de 2 en 5 % een realistische doelstelling is, gelet op de kosten van controles, de voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen om de complexiteit van de regels te verminderen en het inherente risico dat verbonden is aan de terugbetalingskosten van het onderzoekproject. Het uiteindelijk beoogde resterende foutenpercentage bij de sluiting van de programma’s, nadat rekening is gehouden met het financiële effect van alle audits en corrigerende en herstelmaatregelen, is te komen tot een niveau dat zo dicht mogelijk bij 2 % blijft.” ( https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A52011PC0811 ).
(54) ()    Vanaf 2019 is een de-minimisdrempel voor financiële punten van voorbehoud ingevoerd. Gekwantificeerde punten van voorbehoud bij het jaarlijkse activiteitenverslag in verband met resterende foutenpercentages boven de materialiteitsdrempel van 2 % worden niet substantieel geacht voor segmenten die minder dan 5 % van de totale betalingen van een DG vertegenwoordigen en financiële gevolgen van minder dan 5 miljoen EUR hebben. In dergelijke gevallen zijn gekwantificeerde punten van voorbehoud niet meer noodzakelijk.
(55) ()    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Cohesiefonds, Europees Sociaal Fonds, Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.
(56) ()    Dit bereik bevat een voorzichtige beoordeling van de foutenpercentages die door de programma-autoriteiten zijn gemeld op basis van alle beschikbare auditresultaten (met inbegrip van de procedure op tegenspraak voor audits door de Commissie of de Europese Rekenkamer of vaste percentages, indien nodig), samen met mogelijke extra risico’s waarmee rekening is gehouden voor de bovengrens (ook op basis van ervaringen uit eerdere audits of het feit dat niet alle programma’s elk jaar en tijdens hun volledige looptijd kunnen worden gecontroleerd, op basis van vaste percentages). De bovengrens van het bereik wordt daarom beschouwd als het slechtst mogelijke scenario dat in veel gevallen niet wordt bevestigd wanneer verdere stappen in de audit worden gezet.
(57) ()    Deze stijging weerspiegelt de voorlopige bevindingen van de Europese Rekenkamer, in afwachting van een procedure op tegenspraak.
(58) ()    Dit ligt binnen het foutenbereik van 2,1 % tot 6,1 % zoals de Europese Rekenkamer heeft geraamd in haar Jaarverslagen over de uitvoering van de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2021 en over de activiteiten gefinancierd uit het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) betreffende het begrotingsjaar 2021 (blz. 179). Het door de Rekenkamer geschatte hogere foutenpercentage valt soms te verklaren uit verschillen in de interpretatie van nationale regels en in de gebruikte methode om het aantal fouten te bepalen, en uit het feit dat er geen rechtsgrondslag is op basis waarvan financiële correcties kunnen worden toegepast.
(59) ()    Voor 152 programma’s van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds of het Europees Sociaal Fonds Plus in alles samen 22 lidstaten.
(60) ()    Deze beoordeling wordt gestaafd door de studie uit 2022 “Single audit approach – Root causes of the weaknesses in the work of the Member States’ managing and audit authorities”, uitgevoerd door het Centre for Strategy & Evaluation Services op verzoek van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement. In deze studie staat onder meer dat niettegenstaande de vastgestelde tekortkomingen in de uitvoering en controle van EU-uitgaven, het werk van de auditinstanties in de lidstaten over het algemeen betrouwbaar en degelijk wordt geacht.
(61) ()    88 % van de programma’s in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds en van de programma’s in het kader van het Europees Sociaal Fonds, het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.
(62) ()    Omdat de maatregelen in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds niet worden afgesloten, wordt het risico bij afsluiting voor landbouwuitgaven vervangen door het uiteindelijke risicobedrag.
(63) ()    Hoewel de uitgaven voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij zijn opgenomen in de rubriek “Natuurlijke hulpbronnen”, geldt hiervoor hetzelfde uitvoeringsmechanisme als voor cohesieuitgaven.
(64) ()    Rubriek 4 omvat ook het Fonds voor interne veiligheid van rubriek 5, aangezien alle middelen voor binnenlandse zaken worden geaudit en gecontroleerd op basis van hun beheersvorm en type uitgaven, en de risico’s niet kunnen worden opgesplitst tussen de begrotingsonderdelen.
(65) ()    Zie voor meer informatie het jaarlijkse activiteitenverslag van DG Internationale Partnerschappen, blz. 34.
(66) ()    Dit wordt vereist op grond van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, het Financieel Reglement.
(67) ()    In een onderzoeksverslag van het Europees Bureau voor fraudebestrijding en verschillende inspecties van traditionele eigen middelen door DG Begroting inzake de onderwaardering van naar het Verenigd Koninkrijk ingevoerd textiel en schoeisel werd geconcludeerd dat het Verenigd Koninkrijk, zelfs na herhaalde waarschuwingen en verzoeken daartoe van de diensten van de Commissie en het Europees Bureau voor fraudebestrijding, had nagelaten passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat systematisch ondergewaardeerd textiel en schoeisel uit China via het Verenigd Koninkrijk de EU binnenkwam. Sinds oktober 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de door de Commissie gevraagde maatregelen geleidelijk uitgevoerd. Omdat het Verenigd Koninkrijk weigerde de traditionele eigen middelen ter beschikking te stellen die in dit verband verloren zijn gegaan, heeft de Commissie de zaak op 7 maart 2019 aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (zaak C-213/19). Het Hof heeft in zijn arrest van 8 maart 2022 arrest het standpunt van de Commissie bevestigd.
(68) ()    In overeenstemming met het arrest van het Hof van Justitie en op basis van de methodologie van de zaak met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk.
(69) ()     Jaarlijkse activiteitenverslagen .
(70) ()    De term “gedelegeerd ordonnateur” wordt gebruikt voor directeuren-generaal van Commissiediensten, hoofden van uitvoerende agentschappen, bureaus, diensten en taskforces.
(71) ()    Het moet worden opgemerkt dat de de-minimisregel voor punten van voorbehoud niet wordt toegepast op cohesiefondsen, aangezien zij worden gemaakt voor afzonderlijke (delen van) programma’s en vervolgens per programmeringsperiode worden geaggregeerd.
(72) ()    1,8 % voor 2021, tegenover 2,0 % voor 2020.
(73) ()    Mededeling aan de Commissie van commissaris Reynders in samenspraak met de voorzitter — Actualisering van het handvest van het comité follow-up audit van de Europese Commissie, C(2020) 1165 , beschikbaar in het Engels.
(74) ()    Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG.
(75) ()    Door de lidstaten gemeld als voltooid op het scorebord, maar nog niet noodzakelijkerwijs door de Commissie beoordeeld als voldaan.
(76) ()    Deze informatie is gebaseerd op gegevens die door de lidstaten zijn verzameld naar aanleiding van de halfjaarlijkse rapportage over de gemeenschappelijke indicatoren. Meer informatie en gegevens zijn beschikbaar op het scorebord voor herstel en veerkracht.
(77) ()    Eenzelfde persoon kan de dienst meerdere keren gebruiken, in welk geval hij of zij meerdere keren wordt geteld.
(78) ()     https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/
(79) ()     https://commission.europa.eu/business-economy-euro/economic-recovery/recovery-and-resilience-facility_nl
(80) ()    Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.
(81) ()    Minimale afwijking zoals omschreven in COM(2023) 99 final — Bijlage 1.
(82) ()    Een minimale afwijking van de in die mijlpaal/dat streefdoel gespecificeerde bedragen wordt gedefinieerd als een afwijking van ongeveer 5 % of minder.
(83) ()    Een minimale afwijking van een formeel vereiste van de mijlpaal/het streefdoel in verband met de interne procedures van de lidstaten, welke afwijking niet van invloed is op de voortgang bij de verwezenlijking van de hervorming of de investering waar de mijlpaal/het streefdoel voor staat.
(84) ()    Beperkte en evenredige termijnen tussen de bekendmaking van regelgevende maatregelen en de daadwerkelijke inwerkingtreding daarvan, mits de zekerheid betreffende de toepassing en het begin van de rechtsgevolgen in acht worden genomen.
(85) ()    Een minimale afwijking van een formeel vereiste van de mijlpaal/het streefdoel in verband met de interne procedures van de lidstaten, welke afwijking niet van invloed is op de voortgang bij de verwezenlijking van de hervorming of de investering waar de mijlpaal/het streefdoel voor staat.
(86) ()    COM(2023) 99 final.
(87) ()    COM(2023) 99 final.
(88) ()    De inwerkingtreding of publicatie van een wet wordt bijvoorbeeld als een laag risico beschouwd.
(89) ()    Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië.
(90) ()    De directeur-generaal Economische en Financiële Zaken is aangesteld als de gedelegeerde ordonnateur voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit.