29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/279


RESOLUTIE (EU) 2023/1875 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 10 mei 2023

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap (EEA) voor het begrotingsjaar 2021

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2021,

gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

gezien het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0143/2023),

A.

overwegende dat de definitieve begroting (1) van het Europees Milieuagentschap (hierna “het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2021 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven 64 867 177 EUR bedroeg, wat neerkomt op een verlaging met 27,64 % ten opzichte van 2020; overwegende dat de begroting van het Agentschap voornamelijk wordt gefinancierd uit de begroting van de Unie en de EVA-bijdrage (79,26 %) en uit bijdragen in het kader van specifieke overeenkomsten (20,73 %), met name voor het Copernicus-programma;

B.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2021 (het “verslag van de Rekenkamer”) verklaart redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Financieel en begrotingsbeheer

1.

stelt met waardering vast dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2021 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 100 % van de vastleggingskredieten van het lopende jaar, wat neerkomt op een lichte stijging van 0,04 % ten opzichte van 2020; merkt op dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten dit begrotingsjaar 84,90 % bedroeg, wat neerkomt op een daling van 1,18 % ten opzichte van het voorgaande jaar;

Resultaten

2.

neemt nota van de prestaties van het Agentschap op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen, de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, de menselijke gezondheid en het milieu, de circulaire economie en hulpbronnengebruik, duurzaamheidstrends, vooruitzichten en reacties, en met name inzake de specifieke doelstelling om beoordelingen en indicatoren aan te reiken ter ondersteuning van de duurzaamheidsambities van de EU; stelt bovendien vast dat 2021 het eerste jaar was van de uitvoering van de EMA/Eionet-strategie 2021-2030, die is afgestemd op de beleidsprioriteiten van de Unie;

3.

benadrukt dat het Agentschap degelijke, onafhankelijke informatie over het milieu verstrekt; prijst de kwaliteit van de door het Agentschap in 2021 gerealiseerde output, zoals de lancering van de MapMyTree-tool in het kader van de in de EU-biodiversiteitsstrategie opgenomen toezegging om drie miljard bomen te planten, de ondersteuning van de onderhandelingen over de Europese klimaatwet en de oprichting van de Europese wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering, en de lancering van een nieuw webportaal ter ondersteuning van de rapportage over geluidsoverlast;

4.

merkt op dat het Agentschap kernprestatie-indicatoren (KPI’s) hanteert die onder meer gericht zijn op de kwantitatieve monitoring van de prestaties van het Agentschap met betrekking tot zijn operationele werkplanning, de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma en het beheer van financiële en personele middelen; neemt met name nota van het voor 2021 bereikte uitvoeringspercentage wat betreft de belangrijkste verslagen en beoordelingen, dat 89 % bedroeg en dus iets onder het streefcijfer lag, en het uitvoeringspercentage van de begroting van 95,2 % gemeten als percentage van de betalingen die binnen de wettelijke/contractuele termijn zijn verricht; waardeert dat de in het kader van de KPI’s vastgestelde streefwaarden zijn behaald en dat het Agentschap de aandacht heeft gevestigd op maatregelen die de efficiëntie en doeltreffendheid van de werkzaamheden van het Agentschap kunnen verbeteren; beveelt echter aan dat het Agentschap aandacht besteedt aan de indicatoren die wijzen op niet-behaalde of achterblijvende resultaten;

5.

merkt op dat het Agentschap in 2021 doeltreffend heeft samengewerkt met het Eionet, Unie-instellingen en spelers op het wereldtoneel; stelt met waardering vast dat het Agentschap een sleutelrol heeft vervuld bij de ondersteuning van milieu- en klimaatmaatregelen ter uitvoering van het beleid van de Unie, de Europese Green Deal en het voorstel voor het achtste milieuactieprogramma (het “8e MAP”);

6.

herinnert eraan dat het Agentschap in 2021 in het kader van de Europese Green Deal en het 8e MAP nieuwe taken heeft opgenomen om de Europese milieuambities te helpen waarmaken, en tevens om bij te dragen aan de verwezenlijking van de wereldwijde toezeggingen van de Unie en aldus de positie van het Agentschap als belangrijke bron van beleidsrelevante milieu-informatie te versterken;

Personeelsbeleid

7.

stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2021 voor 99,28 % was ingevuld, aangezien drie ambtenaren en 136 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 140 posten die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (in vergelijking met 130 toegestane posten in 2020); merkt op dat in 2021 verder nog 79 arbeidscontractanten en 18 gedetacheerde nationale deskundigen voor het Agentschap werkten; is van mening dat het aantal posten bij het Agentschap de komende jaren moet toenemen opdat het Agentschap zijn taken in verband met het traject van de Unie op weg naar klimaatneutraliteit, een circulaire economie en natuurherstel naar behoren kan uitvoeren; brengt in herinnering dat er volgens het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende natuurherstel alleen al voor de monitoring van de in die aanstaande verordening opgenomen doelstellingen twaalf extra posten nodig zullen zijn; wijst erop dat beleidsmakers vertrouwen op de deskundigheid en ondersteuning van het Agentschap bij de uitvoering van de hervormingen die noodzakelijk zijn om klimaatneutraal te worden; verzoekt het Agentschap en de Commissie dan ook om een evaluatie uit te voeren van de mogelijkheden op dit gebied en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden; benadrukt dat een gebrek aan middelen voor het Agentschap tot gevolg kan hebben dat de instellingen hun verbintenissen in verband met de Europese Green Deal niet kunnen nakomen;

8.

neemt met bezorgdheid kennis van het gebrek aan genderevenwicht bij het hogere management van het Agentschap, waar zes van de negen leden (67 %) mannen zijn; neemt kennis van het genderevenwicht in de raad van bestuur van het Agentschap, waar 18 van de 38 leden (47 %) mannen zijn; neemt kennis van het genderevenwicht binnen het totale personeelsbestand van het Agentschap, waar 112 van de 206 werknemers (54 %) vrouwen zijn; verzoekt het Agentschap concrete maatregelen te nemen om het genderevenwicht op alle hiërarchische niveaus zo spoedig mogelijk te verbeteren en daarover verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit;

9.

maakt uit de follow-up van het kwijtingsverslag 2020 op dat het Agentschap met betrekking tot het personeelsbeleid een meerjarig beleidskader voor personele middelen heeft ontwikkeld dat is afgestemd op de EMA/Eionet-strategie 2021-2030 en vijf aandachtsgebieden bestrijkt; merkt op dat het Agentschap daarnaast beschikt over een welzijnscoördinator;

10.

maakt uit de follow-up van het kwijtingsverslag 2020 op dat het Agentschap met betrekking tot de wetgeving inzake duurzame financiering in 2021 één extra tijdelijke functionaris heeft belast met werkzaamheden op het gebied van duurzame financiering, en dat deze post volgens planning slechts drie jaar geldig is in het kader van het financiële memorandum, en dat het Agentschap daarna deze ondersteunende taken niet op het huidige niveau kan voortzetten;

11.

merkt op dat het Agentschap zijn inschatting van de behoefte aan middelen blijft rapporteren aan de Commissie; merkt verder op dat nieuwe wetgeving, na overleg met de Commissie, ondersteunende functies zal omvatten en dat het Agentschap heeft gesteld dat de extra ondersteunende post in verband met de aanstaande verordening inzake natuurherstel niet zal volstaan;

12.

stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap beleid voert om de persoonlijke waardigheid te beschermen en psychologische en seksuele intimidatie te voorkomen, dat onder meer ondersteund wordt door een e-learningcursus over ethiek en integriteit; merkt op dat het Agentschap op zijn intranet beschikt over een netwerk van vertrouwenspersonen en praktische informatie aanbiedt over het melden van gevallen van vermeende intimidatie en het contacteren van een vertrouwenspersoon;

13.

herinnert aan het belang van de ontwikkeling van personeelsbeleid voor de lange termijn inzake het evenwicht tussen werk en privéleven, levenslange begeleiding en het aanbieden van specifieke opleidingsmogelijkheden voor loopbaanontwikkeling, genderevenwicht op alle personeelsniveaus, telewerken, het recht om onbereikbaar te zijn, de verbetering van een beter geografisch evenwicht zodat alle lidstaten naar behoren vertegenwoordigd zijn, en de aanwerving en integratie van personen met een handicap waarbij ervoor moet worden gezorgd dat zij gelijk worden behandeld en dat hun kansen op ruime schaal worden bevorderd;

Aanbesteding

14.

merkt op dat het Agentschap actief blijft streven naar gezamenlijke aanbestedingsprocedures met de Commissie door middel van raamovereenkomsten en gebruik blijft maken van verschillende systemen en diensten van de Commissie;

15.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat het Agentschap een raamovereenkomst voor de verlening van reparatie- en onderhoudsdiensten heeft gewijzigd door het oorspronkelijke maximale budget te verdubbelen van 500 000 EUR tot 1 miljoen EUR, en dat als rechtvaardiging daarvoor werd verwezen naar de afwijking die van toepassing is op onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande bekendmaking, waarvoor de voorwaarden echter niet waren vervuld, en dat bovendien niet was voldaan aan de voorwaarden van het Financieel Reglement op grond waarvan overeenkomsten zonder nieuwe aanbestedingsprocedure kunnen worden gewijzigd; merkt met bezorgdheid op deze wijziging volgens de Rekenkamer onregelmatig was; merkt voorts op dat er in 2021 geen sprake was van daarmee verband houdende betalingen;

16.

herinnert eraan hoe belangrijk het bij elke aanbestedingsprocedure is dat eerlijke concurrentie tussen de inschrijvers wordt gewaarborgd en dat goederen en diensten tegen de best mogelijke prijs worden aangeschaft, met inachtneming van het transparantiebeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het beginsel van gelijke behandeling en het beginsel van non-discriminatie; vraagt dat toepassing wordt gemaakt van de door de Commissie ontwikkelde IT-instrumenten voor e-aanbesteding; dringt aan op een geactualiseerde toelichting op de procedures en templates in de richtsnoeren voor aanbestedingen; neemt met bezorgdheid kennis van de opmerking van de Rekenkamer dat de tekortkomingen bij overheidsopdrachten toenemen en bij de meeste agentschappen van de Unie de grootste bron van onregelmatige betalingen blijven;

Preventie van en omgang met belangenconflicten, en transparantie

17.

neemt nota van de bestaande maatregelen en inspanningen van het Agentschap om belangenconflicten te voorkomen en daarmee om te gaan en klokkenluiders te beschermen; merkt op dat er in 2021 geen openstaande, afgesloten of lopende klokkenluiderszaken waren; constateert dat er in 2021 geen belangenconflicten zijn gemeld;

18.

verneemt uit de follow-up van het kwijtingsverslag 2020 dat het Agentschap de ingediende cv’s en belangenverklaringen blijft controleren en herinnert de leden van de raad van bestuur eraan om hun cv’s en belangenverklaringen op vrijwillige basis in te dienen wanneer deze nog niet zijn ingediend;

19.

dringt aan op de invoering van systematischere regels inzake transparantie, onverenigbaarheden, belangenconflicten, illegaal lobbywerk en draaideurpolitiek; verzoekt het Agentschap zijn interne controlemechanismen te versterken en tevens een intern anticorruptiemechanisme op te zetten;

Interne controle

20.

onderkent de structurele verandering die volgde op de start van het project “Toekomstige werkplek”; neemt kennis van de voorbereiding van het project ter verbetering van het kwaliteitsbeheersysteem om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen, zoals slechts gedeeltelijke naleving van de kadercomponenten met betrekking tot de controleomgeving, controleactiviteiten, informatie en communicatie;

21.

maakt met bezorgdheid uit het verslag van de Rekenkamer op dat een raamovereenkomst voor de levering van kantine- en cateringdiensten in de gebouwen van het Agentschap tweemaal is verlengd en dat het Agentschap voor de eerste verlenging geen uitzonderingsnota heeft ingediend, hetgeen niet in overeenstemming is met de internecontrolenormen van het Agentschap, op grond waarvan alle afwijkingen moeten worden gedocumenteerd, gerechtvaardigd en goedgekeurd; stelt verder met bezorgdheid vast dat het Agentschap met betrekking tot de tweede verlenging een uitzonderingsnota bij het dossier heeft opgesteld, maar deze niet heeft opgegeven in het centrale register van uitzonderingen; neemt kennis van het antwoord van het Agentschap dat de COVID-19-pandemie de planning en de lancering van een aanbesteding voor een nieuwe raamovereenkomst voor de verlening van diensten heeft belemmerd; verzoekt het Agentschap zijn internecontrolesysteem in dat opzicht te versterken;

22.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat het Agentschap inzake een overeenkomst voor de verlening van ondersteunende diensten voor het geografische informatiesysteem overgegaan is tot het aanbrengen van wijzigingen aan die overeenkomst om de uitvoering van de diensten met één maand te verlengen: in plaats van 28 februari 2021 tot 31 maart 2021; stelt met bezorgdheid vast dat de wijziging pas op 22 maart 2021 in werking is getreden bij ondertekening door beide contractpartijen, zodat er feitelijk sprake was van een periode van 22 dagen waarin diensten werden verleend zonder onderliggende overeenkomst; merkt op dat het Agentschap hiervan weliswaar op de hoogte was, maar geen uitzonderingsnota heeft ingediend; neemt kennis van de bevestiging van het Agentschap dat de vertraging het gevolg was van onoplettendheid; is ingenomen met het antwoord van het Agentschap dat het zijn controlemechanismen en procedures zal versterken om het risico op vertraging bij verlengingen van overeenkomsten te beperken en om te waarborgen dat er uitzonderingsnota’s worden ingediend wanneer er ongewild sprake is van een schending van het Financieel Reglement;

23.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer op dat het Agentschap via een raamovereenkomst voor de levering van IT-diensten als onderdeel van een afzonderlijk werkpakket ondersteunende diensten heeft afgenomen voor een bedrag van 25 000 EUR, zonder eerst na te gaan welke exacte profielen en dagtarieven de contractant daadwerkelijk had gehanteerd bij de verlening en facturering van de diensten; maakt uit het antwoord van het Agentschap op dat het stappen heeft ondernomen om de zorgen van de Rekenkamer over toekomstige bestellingen weg te nemen;

24.

herinnert eraan dat versterking van de beheers- en controlesystemen belangrijk is om het goede functioneren van het Agentschap te waarborgen; wijst er met klem op dat doeltreffende beheers- en controlesystemen noodzakelijk zijn om eventuele belangenconflicten te voorkomen, om te waarborgen dat alle controles vooraf/achteraf worden uitgevoerd en dat begrotingsvastleggingen en juridische verbintenissen correct worden beheerd, en om te voorkomen dat wordt verzuimd kwesties in het register van uitzonderingen te melden;

Digitalisering en de groene transitie

25.

stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap in april 2021 het digitaliseringskader voor EMA-Eionet heeft vastgesteld en daarbij een aantal belangrijke activiteiten heeft ontplooid, zoals de modernisering van de data-infrastructuur van het Agentschap en de start van projecten waarmee het gebruik van artificiële intelligentie wordt onderzocht; is ingenomen met het feit dat het Agentschap in 2021 verschillende nieuwe digitale en kennisproducten heeft gelanceerd, waaronder de Europese waarnemingspost voor klimaat en gezondheid en de Europese Climate Data Explorer binnen het Climate-Adapt-platform en interactieve webrapporten over luchtkwaliteit en klimaatrisico’s;

26.

merkt met betrekking tot het IT-netwerk van het Agentschap en de diverse cyberdreigingen op dat het Agentschap “blauwe/groene” netwerken in de kantoren heeft aangelegd, waarbij een groen netwerk een scheiding vormt tussen de laptops van het personeel en alle interne systemen en een blauw netwerk bestemd is voor laptops die nog niet kunnen worden geïsoleerd en waarop de beschikbare software beperkt is;

27.

neemt kennis van het milieubeheersysteem van het Agentschap en de toezegging van het Agentschap om een “klimaatneutrale” organisatie te worden; merkt op dat het Agentschap in 2021 opdracht heeft gegeven tot een studie om haalbare maatregelen in kaart te brengen om de broeikasgasemissies van het Agentschap te verminderen en bij te dragen tot klimaatneutraliteit in 2030;

28.

herinnert eraan dat de verdergaande digitalisering van het Agentschap niet alleen van belang is voor de interne werking en het beheer, maar ook voor een snellere digitalisering van de procedures; benadrukt dat het Agentschap op dit gebied proactief moet blijven, teneinde een digitale kloof tussen de agentschappen van de Unie te voorkomen; wijst er evenwel op dat alle noodzakelijke beveiligingsmaatregelen moeten worden genomen om risico’s voor de onlineveiligheid van de verwerkte informatie uit te sluiten;

29.

spoort het Agentschap aan nauw samen te werken met het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa) en het computercrisisresponsteam voor de instellingen, organen en instanties van de Europese Unie (CERT-EU) en om regelmatig risicobeoordelingen van zijn IT-infrastructuur uit te voeren en te zorgen voor de regelmatige uitvoering van audits en tests van haar cyberbeveiliging; stelt voor om regelmatig geactualiseerde opleidingsprogramma’s op het gebied van cyberbeveiliging aan te bieden aan alle personeelsleden van het Agentschap, waaronder het management; verzoekt het Agentschap zijn beleid inzake cyberveiligheid sneller te ontwikkelen, dit vóór 31 december 2023 klaar te hebben en verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit;

Bedrijfscontinuïteit tijdens de COVID-19-crisis

30.

merkt op dat het Agentschap als reactie op de pandemiegerelateerde beperkingen is begonnen met onlineaanwervingen en hierbij werd ondersteund door het nieuwe aanwervingsplatform Systal, waardoor het Agentschap in 2020 en 2021 een groot aantal aanwervingen kon afronden en het aantal open vacatures aan het eind van die jaren laag was;

31.

is ingenomen met het feit dat de werkzaamheden van het Agentschap in 2021 nog steeds efficiënt en flexibel verliepen en zonder onnodige vertraging werden uitgevoerd, ondanks de voortdurende COVID-19-pandemie; moedigt het Agentschap aan de geleerde lessen met betrekking tot werken op afstand en hybride werkmethoden in praktijk te brengen, teneinde beter te bepalen welke vergaderingen en taken in de toekomst efficiënter kunnen worden uitgevoerd op afstand in plaats van in persoon;

32.

merkt op dat het Agentschap in 2021 is begonnen met de uitvoering van de basismaatregelen op het gebied van cyberbeveiliging in afwachting van een verordening tot vaststelling van maatregelen inzake cyberbeveiliging bij de instellingen, organen en instanties van de Unie (“verordening inzake cyberbeveiliging”), alsook met een “zero trust”-benadering en meervoudige authenticatie voor alle interne diensten, en dat de administratieve bevoegdheden op IT-gebied zijn herzien en tot een minimum zijn beperkt;

Overige opmerkingen

33.

merkt op dat het Agentschap in 2021 een meerjarig, uit meerdere componenten bestaand project is gestart om zijn onlineaanwezigheid in de komende jaren te stroomlijnen, een sterker beleid inzake webinhoud op alle platforms van het Agentschap te ontwikkelen en een verbeterde navigatielogica tot stand te brengen; merkt op dat met de nieuwe website van het Agentschap de richtsnoeren inzake toegankelijkheid van webinhoud WCAG 2.1 worden nageleefd;

34.

onderstreept nogmaals dat de burgers voldoende duidelijk moet worden gemaakt welke risico’s we lopen als we in het kader van de strijd tegen en aanpassing aan de klimaatverandering niet handelen; is ingenomen met de communicatiewerkzaamheden van het Agentschap in dat verband, in de vorm van audiovisuele boodschappen, onlinedebatten, een jaarlijkse fotowedstrijd en plaatselijke communicatieactiviteiten; roept het Agentschap er tot slot toe op zijn activiteiten op dit gebied verder te ontwikkelen en indien mogelijk uit te breiden;

35.

merkt op dat het Agentschap voorzitter is van het EUAN (netwerk van EU-agentschappen), alsook van de meeste van zijn subnetwerken, in overeenstemming met de prioriteiten van de Unie op het gebied van digitalisering, groene veerkracht en herstel, en zich onder meer inzet voor het ondersteunen van de groene transitie die bijdraagt aan de vergroening van de administratie van het Agentschap;

36.

verzoekt het Agentschap door te gaan met het ontwikkelen van synergieën (bijvoorbeeld inzake personeel, gebouwenbeheer, IT-diensten en beveiliging) en zijn samenwerking en uitwisseling van goede praktijken en besprekingen over kwesties van wederzijds belang met andere agentschappen van de Unie te versterken met het oog op het verbeteren van zijn efficiëntie;

37.

verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2023 (2) over het functioneren, het financieel beheer van en de controle op de agentschappen.

(1)   PB C 141 van 29.3.2022, blz. 12.

(2)  Aangenomen teksten, P9_TA(2023)0190.