29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 349/142


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader om een veilige en duurzame voorziening van kritieke grondstoffen te waarborgen, en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 168/2013, (EU) 2018/858, (EU) 2018/1724 en (EU) 2019/1020

[COM(2023) 160 final — 2023/0079 (COD)]

en over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een betrouwbare en duurzame aanvoer van kritieke grondstoffen ter ondersteuning van de dubbele transitie

(COM(2023) 165 final)

(2023/C 349/22)

Rapporteur:

Maurizio MENSI

Corapporteur:

Michal PINTÉR

Raadpleging

Europees Parlement, 8.5.2023

Raad van de Europese Unie, 16.5.2023

Rechtsgrond

Artikelen 114 en 304 VWEU

Bevoegde afdeling

Adviescommissie Industriële Reconversie

Goedkeuring door de afdeling

22.6.2023

Goedkeuring door de voltallige vergadering

12.7.2023

Zitting nr.

580

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

183/1/6

I.   AANBEVELINGEN (1)

HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ:

1.

is ingenomen met de ambitie van de Europese Commissie om een coherent EU-beleid vast te stellen inzake kritieke en strategische grondstoffen en de ontwikkeling van waardeketens in de winnings-, raffinage- en recyclingindustrie, in overeenstemming met de doelstellingen van de Green Deal en de desbetreffende wetgeving;

2.

roept de Europese Commissie op te zorgen voor een alomvattende aanpak met gecoördineerd EU-beleid om regelgevingszekerheid te bieden voor investeringen in de exploratie, winning, verwerking, raffinage en recycling van grondstoffen, hun bijproducten en essentiële mineralen, op basis van economische en technische haalbaarheid, beleidscoherentie en rechtszekerheid voor exploitanten van bedrijven in deze sectoren;

3.

dringt erop aan dat het grondstoffenbeleid wordt gecoördineerd met het sociaal beleid van de EU, en dat de EU-brede capaciteitsopbouw op het gebied van vaardigheden voor winningsindustrieën wordt ondersteund via bij- en omscholing van de huidige beroepsbevolking. Ook moet de bestuurscapaciteit in de overheidsdiensten van de EU-lidstaten worden ontwikkeld;

4.

beveelt aan om de lijsten van kritieke en strategische grondstoffen aan te vullen met andere materialen die cruciaal zijn voor groene en schone technologieën. Deze lijsten moeten regelmatig worden bijgewerkt en worden gebaseerd op een grondige, transparante en empirisch onderbouwde beoordeling van de kritieke en/of strategische waarde, uitgevoerd in overleg met vertegenwoordigers van de industrie en deskundigen;

5.

verzoekt zowel de huidige als de toekomstige Europese Commissie om concurrerende energieprijzen en gerichte financiering voor winnings- en recyclingindustrieën in de EU te waarborgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de machtigings- en vergunningsprocedures voor nieuwe grondstoffenprojecten worden vereenvoudigd en verkort, en dat eventuele nieuwe rapportage- of auditvereisten voor bedrijven tot het noodzakelijke minimum worden beperkt;

6.

pleit voor een doeltreffende uitvoering van handelsbeschermingsmaatregelen om nieuwe grondstoffenprojecten in de EU te beschermen en oneerlijke handelspraktijken en beperkingen aan te pakken met maatregelen die in overeenstemming zijn met de WTO-regels;

7.

beveelt aan om in de recycling- en afvalwetgeving prioriteit te geven aan kritieke en strategische grondstoffen en de secundaire grondstoffenmarkten te ondersteunen, met name als het gaat om materialen die van cruciaal belang zijn voor de groene transitie;

8.

beveelt aan projecten voor de exploratie en winning van kritieke grondstoffen op EU-grondgebied te ondersteunen door middel van overheidsfinanciering, met inachtneming van de staatssteunregels;

9.

beveelt aan de voorgestelde verordening inzake kritieke grondstoffen (CRMA, Critical Raw Materials Act) te coördineren met de antitrustinstrumenten van de EU teneinde buitensporige verstoringen op de interne markt te voorkomen;

10.

stelt voor de mogelijkheden te onderzoeken voor specifieke partnerschappen en samenwerkingsovereenkomsten met kandidaat-lidstaten;

11.

beveelt aan het juiste (milieu)evenwicht te vinden bij de beoordeling van de samenhang met ander EU-beleid.

II.   TOELICHTING/UITWERKING

1.

De Europese Commissie heeft op 16 maart 2023 haar voorstel gepresenteerd voor een nieuwe verordening om de toegang tot kritieke en strategische grondstoffen veilig te stellen (verordening inzake kritieke grondstoffen of CRMA, Critical Raw Materials Act). Dit voorstel ging vergezeld van een mededeling. Terwijl met de verordening een regelgevingskader wordt vastgesteld om de ontwikkeling van interne capaciteiten te ondersteunen en de duurzaamheid en circulariteit van de toeleveringsketens van kritieke grondstoffen in de EU te versterken, worden in de mededeling maatregelen voorgesteld om de diversificatie van toeleveringsketens te ondersteunen door middel van nieuwe internationale, elkaar wederzijds ondersteunende partnerschappen.

2.

De algemene doelstelling van de CRMA is de toegang van de EU tot een veilige en duurzame voorziening van kritieke grondstoffen te waarborgen door de EU-industrie bewust te maken van de risico’s van kritieke grondstoffen in de wereldwijde toeleveringsketen en deze risico’s te beperken, de capaciteit van de EU-waardeketen van kritieke grondstoffen op de interne markt te vergroten en de ecologische voetafdruk van de consumptie van kritieke grondstoffen in de EU te verkleinen.

3.

Door een coherente EU-aanpak voor te stellen om de bevoorradingszekerheid van kritieke grondstoffen te verbeteren en te waarborgen, zal het initiatief helpen bij het voorkomen van de mogelijke concurrentievervalsing en versnippering van de eengemaakte markt die waarschijnlijk zal voortvloeien uit ongecoördineerde acties, en het handhaven van een gelijk speelveld voor bedrijven binnen de EU.

Zorgen voor een alomvattende aanpak met gecoördineerd EU-beleid om rechtszekerheid te bieden voor investeringen

4.

Op dit moment is de EU voor veel grondstoffen (75 % tot 100 % van het aanbod) afhankelijk van invoer, waardoor zij is blootgesteld aan kwetsbaarheden in toeleveringsketens en sterke prijsschommelingen. Volgens de “Global Material Resources Outlook to 2060” van de OESO zal het wereldwijde grondstoffengebruik tegen 2060 naar verwachting bijna twee keer zo groot zijn en zal het gebruik van metalen het snelst groeien, zowel primaire als secundaire metalen. Tegelijkertijd neemt de EU minder dan 5 % van de wereldwijde productie van minerale grondstoffen voor haar rekening. China levert in zijn eentje ongeveer 75 % van de wereldwijde productiecapaciteit van lithium-ionbatterijcellen en herbergt de tien grootste leveranciers van fotovoltaïsche apparatuur ter wereld. Daarentegen bevindt slechts ongeveer 3 % van de wereldwijde productiecapaciteit van lithium-ionbatterijcellen zich in de EU.

5.

De verordening inzake kritieke grondstoffen voorziet in het vaststellen en ondersteunen van strategische projecten op het gebied van winning, verwerking of recycling van strategische grondstoffen. Om dergelijke investeringen aan te trekken — die een relatief lange termijn bestrijken — zou de Commissie de rechtszekerheid moeten verbeteren. Een voorspelbaar en stabiel regelgevingskader is van cruciaal belang om investeringen aan te trekken, niet alleen voor de exploratie en winning van grondstoffen maar ook voor de verwerking en recycling ervan.

6.

Het feit dat er meerdere wetgevingskaders zijn, is van invloed op de stabiliteit en aantrekkelijkheid van het ondernemingsklimaat in de EU, en de vaak concurrerende en veelvuldige rapportagevereisten dragen bij aan de rechtsonzekerheid (bijvoorbeeld de richtlijn industriële emissies (2), de batterijenverordening (3), de herziening van de Reach-verordening, de afvalwetgeving, de richtlijn ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR), de verordening voor een nettonulindustrie, het nieuwe EU-industriebeleid, het actieplan voor de circulaire economie, de richtlijn inzake ecologisch ontwerp (4) enz.). Het is dan ook van cruciaal belang om dubbele regelgeving of overregulering te voorkomen, teneinde investeringen in de binnenlandse industriële capaciteit voor exploratie, ontginning, raffinage en grondstofverwerking en -recycling aan te trekken en te stimuleren. De CRMA moet voortbouwen op het werk van de Commissie op andere gebieden en moet volledig worden afgestemd op de doelstellingen van de Green Deal en de desbetreffende wetgeving. Het beleid op het gebied van kritieke grondstoffen moet zo veel mogelijk empirisch onderbouwd zijn en rekening houden met de beschikbare gegevens (zie de verkennende studie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek uit 2020 “Critical Raw Materials for Strategic Technologies and Sectors in the EU”, of het meest recente Science for Policy-verslag van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek “Supply chain analysis and material demand forecast in strategic technologies and sectors in the EU”).

7.

Een andere kwestie houdt verband met het feit dat belanghebbenden moeten worden voorzien van nauwkeurige informatie over de wijze waarop er in het EU-beleid zal worden omgegaan met de lijsten van strategische en kritieke grondstoffen en hoe deze lijsten zullen worden bijgewerkt naar aanleiding van toekomstige ontwikkelingen op de markt voor kritieke grondstoffen. De lijst van kritieke grondstoffen kan helpen het belang en de rol van bepaalde stoffen in de EU-economie onder de aandacht te brengen bij beleidsmakers, maar er is meer nodig om de stoffen op die lijst in de huidige en toekomstige wetgeving naar behoren te steunen. Kritieke grondstoffen moeten duidelijk prioriteit krijgen in de beleidsvorming, met name op het gebied van industrie, handel, staatssteun, O&O, klimaat en milieu, alsook in de wetgeving inzake chemische stoffen. De beleidsmaatregelen en de doelstellingen ervan moeten stuk voor stuk worden afgestemd op het scheppen van randvoorwaarden en een gunstig regelgevingskader voor kritieke grondstoffen en voor de ontwikkeling van hun waardeketens. Ook is verdere verduidelijking nodig met betrekking tot de prioritering van projecten waarbij de belangrijkste gewonnen grondstof noch strategisch, noch kritiek is, maar de bijproducten wel (bijvoorbeeld een project voor de winning van ijzererts waarbij zeldzame aardmetalen worden gewonnen als bijproducten). Bovendien moet de status van “andere”, d.w.z. “niet-strategische” projecten worden verduidelijkt, zodat helder is op welke wijze en binnen welke termijnen dergelijke projecten zullen worden beoordeeld en financieel zullen worden ondersteund. Ten slotte mag een grotere prioritering van strategische grondstoffenprojecten er in geen geval toe leiden dat andere belangrijke grondstoffenprojecten of projecten lager in de grondstoffenwaardeketen buiten beschouwing worden gelaten.

8.

Naast het bieden van rechtszekerheid aan de belanghebbenden, moeten de grondstoffeninitiatieven van de Commissie een breder publiek draagvlak krijgen. De uitbreiding van de winnings-, verwerkings- en recyclingindustrie zal voor nieuwe banen zorgen en bijdragen aan de economische vooruitgang, maar er bestaan grote zorgen met betrekking tot de publieke acceptatie. Bewustmaking van de burgers is van het allergrootste belang: de Commissie moet gerichte communicatiestrategieën uitvoeren om EU-burgers te informeren over de voordelen, de duurzaamheid en de milieueffecten van nieuwe, aan kritieke grondstoffen gerelateerde industriële investeringen en om tegemoet te komen aan de zorgen van bepaalde groepen belanghebbenden, lokale gemeenschappen en EU-burgers in verband met de uitbreiding van exploratie- en mijnbouwactiviteiten.

Coördinatie met het sociaal beleid van de EU: ondersteuning van de EU-brede capaciteit op het gebied van vaardigheden voor winningsindustrieën

9.

De grondstoffensector is goed voor ongeveer 350 000 banen in de EU, alsook voor meer dan 30 miljoen banen in sectoren die afhankelijk zijn van een betrouwbare toegang tot minerale grondstoffen. Om een duurzame aanvoer van grondstoffen en geavanceerde materialen voor de EU veilig te stellen, zullen tegen 2030 meer dan 1,2 miljoen nieuwe banen moeten worden gecreëerd (5). De CRMA moet dus worden afgestemd op het sociaal beleid van de EU en moet de capaciteitsopbouw in de lidstaten ondersteunen om de beroepsbevolking in de toeleveringsketens, de winningsindustrieën, de verwerking en de recycling van kritieke grondstoffen te versterken. Het is van cruciaal belang om het onderwijs en de ontwikkeling van vaardigheden in de academische wereld te ondersteunen, maar ook om initiatieven voor capaciteitsopbouw te nemen ten behoeve van professionals binnen de grondstoffensector en de overheden van de lidstaten. Dit kan worden bereikt door specifieke instellingen op te richten (of steun te verlenen aan reeds bestaande instellingen) waar hoger onderwijs en beroepsopleiding voor de grondstoffensector wordt verstrekt, en door de om- en bijscholing van de huidige beroepsbevolking te ondersteunen. Ten slotte moeten grotere inspanningen worden geleverd voor het creëren en ondersteunen van toegepast leren en technologieoverdracht tussen de academische wereld, het bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties.

Opname van andere materialen die cruciaal zijn voor groene en schone technologieën en zorgen voor samenhang met ander beleid

10.

Naast de grondstoffen die in de CRMA als strategisch of kritiek worden aangemerkt, zijn er niet-kritieke grondstoffen die op middellange tot lange termijn kritiek kunnen worden. Dit vraagt om een flexibele lijst die gemakkelijk kan worden aangepast en regelmatig wordt bijgewerkt, ten minste om de twee jaar en vaker indien nodig, afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen op dit gebied. De beoordeling van het strategisch belang van grondstoffen moet ook sectorspecifiek zijn om rekening te houden met de vraag in verschillende productiesectoren. Bovendien moet een beoordeling van de toegang tot essentiële grondstoffen worden uitgevoerd, boven op de inspanningen van de Commissie om kritieke en strategische grondstoffen te ondersteunen.

11.

De beoordeling moet de prioriteiten en behoeften van de EU voor de energietransitie weerspiegelen, zo mogelijk tot 2030, en grondstoffen omvatten waarvoor op dit moment geen duidelijk risico op verstoring van de voorziening bestaat, maar waar veel vraag naar is in sectoren die cruciaal zijn voor de decarbonisatiedoelstellingen van de EU en de groene en digitale transitie, of die worden beschouwd als essentiële mineralen. De focus op deze prioriteitenagenda’s moet ook in voldoende mate betrekking hebben op basiswaardeketens, zoals voedselveiligheid of medische zorg. De aanwijzing van de materialen die in de verschillende lijsten moeten worden opgenomen, dient altijd gebaseerd te zijn op een grondige, transparante en duidelijk omschreven analyse van het kritieke karakter en/of de strategische waarde ervan, waarbij rekening wordt gehouden met de gehele grondstoffenwaardeketen, de verwerkingsvereisten en de beschikbaarheid van vervangende stoffen. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en deskundigen moeten regelmatig worden geraadpleegd en er moet worden gezorgd voor een goed functionerende en open dialoog tussen de Commissie en de sector.

Zorgen voor concurrerende energieprijzen en toegang tot gerichtere financiering voor EU-industrieën

12.

De aanhoudende energiecrisis heeft kritieke gevolgen gehad voor alle bedrijven in de EU, maar vooral voor energie-intensieve industrieën, waaronder de winnings- en de recyclingsector. Een gecoördineerde reactie van de EU is nodig om een goed functionerende EU-energiemarkt te waarborgen. Het succes van het EU-beleid op het gebied van kritieke grondstoffen hangt af van een betrouwbare toegang tot voldoende hoeveelheden fossielvrije elektriciteit tegen concurrerende prijzen. Het EESC zou graag zien dat de beschikbare financieringskaders worden hervormd op een wijze die overeenstemt met de ambities van de Amerikaanse Inflation Reduction Act: financiering die sterker gericht is op de commercialiseringsfase en de exploitatiekosten, in tegenstelling tot de huidige EU-financieringsprioriteit waarin de nadruk ligt op de O&O-fase van nieuwe strategische projecten. Hoewel een focus op innovatieve technologieën en onderzoek belangrijk is, moeten de producten die daaruit voortkomen ook voldoende worden ondersteund in de commercialiseringsfase.

13.

De ambitie van de Commissie om de vergunningsprocedures te versnellen is zeer welkom en moet prioriteit krijgen, zodat dergelijke procedures maximaal 12-18 maanden in beslag nemen. Nieuwe, kritieke projecten moeten versneld worden beoordeeld en er moeten strikte termijnen worden vastgesteld voor de maximale duur van de vergunnings-/toelatingsprocedures. Elke hervorming van de vergunningsprocedures moet erop gericht zijn de duur ervan te verkorten en de complexiteit te verminderen, zonder te tornen aan de milieu-, sociale en governancenormen. Ook de procedure voor het verlenen van vergunningen moet worden versneld door het éénloketmechanisme te versterken. Dit mechanisme zal met vooraf vastgestelde termijnen gaan werken om de gecentraliseerde toelatingsprocedure doeltreffender en minder omslachtig te maken. Hervormde vergunningsbepalingen moeten van toepassing zijn op exploratie-, ontginnings-, raffinage-, verwerkings- en recyclinginstallaties en moeten voldoende rechtszekerheid bieden met betrekking tot de resultaten ervan. Daarnaast moeten eventuele nieuwe rapportage- of auditvereisten in de CRMA worden beperkt tot hetgeen noodzakelijk is, zodat EU-bedrijven, ongeacht hun omvang, geen extra administratieve lasten krijgen opgelegd. De beoogde Europese Raad voor kritieke grondstoffen speelt een cruciale rol bij de ondersteuning van de uitvoering van de CRMA, met inbegrip van de vergunningsprocedures. Om ervoor te zorgen dat zijn toezichthoudende taken doeltreffend zijn, is het daarom raadzaam om niet alleen institutionele vertegenwoordigers, maar ook onafhankelijke technische deskundigen in de raad op te nemen.

Oneerlijke handelspraktijken en beperkingen aanpakken

14.

Ondanks de ambitieuze doelstellingen van de CRMA zijn er natuurlijke grenzen aan de beschikbaarheid van bepaalde grondstoffen in de EU en daarom zal invoer cruciaal blijven voor de transitie naar een groene en digitale economie.

15.

Er zullen doeltreffende handelsbeschermingsmaatregelen moeten worden gehandhaafd om nieuwe Europese investeringen te beschermen en te zorgen voor een gelijk speelveld met derde landen. Modernisering van de handelsbeschermingsmaatregelen van de EU is noodzakelijk om bescherming te bieden tegen dumping door derde landen. De EU moet met name streven naar een snellere tenuitvoerlegging van handelsbeschermingsmaatregelen om oneerlijke invoer tegen te gaan, snellere en doelmatigere onderzoeken te laten uitvoeren en de brede tenuitvoerlegging van voorlopige maatregelen in een vroeg stadium mogelijk te maken.

16.

Het EU-optreden op het gebied van handelsbeleid moet een aanvulling vormen op de doelstellingen van de CRMA en aanverwant beleid, met inbegrip van sociale rechten, en er moet prioriteit worden gegeven aan de snelle sluiting van vrijhandelsovereenkomsten met landen die rijk zijn aan hulpbronnen, waarmee momenteel wordt onderhandeld of die wachten op ratificatie (Australië, Indonesië enz.). Wat de reeds gesloten vrijhandelsovereenkomsten betreft, moeten de bestaande bepalingen met betrekking tot energie en grondstoffen waar mogelijk worden aangescherpt. Er moet ook aandacht worden besteed aan de samenhang tussen het handelsbeleid en de douaneregels/oorsprongsregels die van toepassing zijn op grondstoffen, alsook aan specifieke kwesties in verband met het omzeilen van sancties.

Prioriteit geven aan kritieke en strategische grondstoffen in de recycling- en afvalwetgeving en ondersteunen van markten voor secundaire grondstoffen

17.

Recycling is belangrijk voor het versterken van de strategische autonomie van de EU. De EU moet haar afvalzuiverings- en verwerkingsindustrie ondersteunen door secundaire grondstoffen klaar te maken voor hergebruik in productieprocessen, en de bestaande afvalwetgeving aanpassen om prioriteit te geven aan de recycling en circulariteit van kritieke en strategische grondstoffen met het grootste technische en economische potentieel voor recycling (haalbaarheid). De EU zou ook markten voor secundaire grondstoffen moeten ondersteunen. Wat dit laatste betreft, stelt het EESC voor maatregelen te nemen om goed functionerende markten tot stand te brengen en weglekeffecten van schroot tot een minimum te beperken.

18.

Secundaire grondstoffen kunnen helpen om de afhankelijkheid van bepaalde kritieke grondstoffen te verminderen, en moeten daarom binnen het toepassingsgebied van de CRMA vallen. Zo kan een doeltreffende recycling van ijzerschroot de behoefte aan grondstoffen voor metaalproductie verminderen, om maar een voorbeeld te noemen. IJzerschroot zal naar verwachting vóór 2030 schaars worden waardoor de voorziening kan worden verstoord, hoewel de energietransitie niet zonder kan.

19.

De CRMA moet de toegang tot alle kritieke materialen voor industrieën en elektrische voertuigen waarborgen. Dit omvat niet alleen zeldzame aardmetalen, mangaan, materialen die cruciaal zijn voor de groene transitie, waaronder staal, aluminium en koper, industriële mineralen, grafiet of nikkel, maar ook secundaire grondstoffen. Metalen zijn van cruciaal belang voor de totstandkoming van infrastructuur die de groene transitie mogelijk maakt. Daarom moet hier nauwkeurig onderzoek naar worden gedaan en moet er gepaste aandacht aan worden besteed in het kader van de CRMA, waarbij moet worden gekeken naar de gehele waardeketen.

Economische en milieustudies over de verontreinigende effecten van de winning van kritieke grondstoffen: afstemming op de bepalingen inzake staatssteun

20.

Gezien de mate van onzekerheid rond de daadwerkelijke aanwezigheid van kritieke grondstoffen in de EU zal het risico dat gepaard gaat met het opstarten van exploratie- en winningsprojecten op EU-grondgebied redelijkerwijs alleen worden genomen als die projecten financieel worden ondersteund door overheidsfinanciering. Aangezien de CRMA ook vereist dat dergelijke campagnes in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de Green Deal, stelt het EESC voor om gemakkelijker overheidsfinanciering te verlenen als de winningspraktijken gebaseerd zijn op voorafgaande economische en milieustudies waarin de vervuilende effecten van de winning van kritieke grondstoffen worden beoordeeld.

21.

In het geval dat dergelijke voorafgaande studies buiten het toepassingsgebied vallen van de strategische projecten die in het kader van de CRMA worden overwogen, moet overheidsfinanciering daarvoor worden gestimuleerd in overeenstemming met de staatssteunregels, en meer specifiek met de onlangs, in maart 2023, in het kader van de Green Deal aangenomen wijziging van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Deze voorafgaande studies moeten worden gekwalificeerd als “milieusteun” of “O&O&I-steun”, en, wanneer er meerdere lidstaten bij betrokken zijn, als “belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang” (IPCEI’s).

22.

Als er in een voorbereidende O&O-fase al naar behoren rekening wordt gehouden met de staatssteunmaatregelen van de EU kan er immers voor worden gezorgd dat de overheidsfinanciering ter ondersteuning van de latere uitvoering van strategische projecten daadwerkelijk op duurzame doelstellingen wordt gericht en, in het specifieke geval van IPCEI’s, dat zij een gecoördineerd resultaat nastreven. Overheidsfinancieringsmechanismen (bijv. snelle en gemakkelijkere toegang tot financiële mechanismen zoals leningen/leninggaranties/subsidies) mogen ook alleen worden ingevoerd voor investeringen die door EU-bedrijven worden gedaan in het kader van vrijhandelsovereenkomsten.

Antitrustinstrumenten: aanpassing van de concentratieverordening ten voordele van “EU-kampioenen” op het gebied van de recycling en winning van kritieke grondstoffen

23.

Aangezien de beschikbaarheid van kritieke grondstoffen binnen de EU nog niet is onderzocht, en gelet op de aanzienlijke investeringen die nodig zijn om een veilige en duurzame toeleveringsketen van kritieke grondstoffen te realiseren, kan het raadzaam zijn enkele van de antitrustinstrumenten van de EU aan te passen om het behalen van de in de CRMA vastgelegde doelstellingen te vergemakkelijken, en tegelijkertijd buitensporige concurrentieverstoringen op de interne markt te voorkomen. Het kan bijvoorbeeld nuttig zijn om de regelgeving voor concentratiecontrole op een flexibelere en duurzamere manier toe te passen, waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de doelstellingen van de Green Deal (zoals reeds beoogd door de Europese Commissie) maar ook met de doelstellingen van de CRMA.

24.

Daarom is het raadzaam fusies te beoordelen in het licht van de strategische projecten die in het kader van de CRMA moeten worden uitgevoerd, om het juiste evenwicht te vinden tussen de verschillende belangen die op het spel staan.

25.

Mededingingsautoriteiten zouden dan ook moeten worden opgeroepen om nieuwe soorten doelmatigheidsverbeteringen te overwegen, zoals het verminderen van leveringsonderbrekingen en het vergroten van de paraatheid van de industrie in het geval van externe tekorten aan kritieke grondstoffen. Bij dergelijke beoordelingen moet ook worden gekeken naar het doel van de Commissie om de vraag van geïnteresseerde kopers van kritieke grondstoffen te bundelen en uiteindelijk bij te dragen tot een verlaging van de huidige hoge prijzen.

Internationaal engagement en diversificatie van hulpbronnen: de betrokkenheid van kandidaat-lidstaten en afstemming op bilaterale samenwerking in internationale fora

26.

In overeenstemming met de doelstelling van de Commissie om externe bronnen van kritieke grondstoffen te diversifiëren, beveelt het EESC aan om wegen te verkennen voor specifieke partnerschappen en samenwerkingsovereenkomsten, ook met kandidaat-lidstaten. Dergelijke partnerschappen kunnen door de EU gefinancierde projecten omvatten om winningscampagnes te ontwikkelen in nieuw geselecteerde locaties en/of in verlaten mijnbouwlocaties, in overeenstemming met de strategische projecten die in de EU-lidstaten zullen worden gelanceerd in het kader van de nieuwe voorstellen van de Commissie.

27.

Dergelijke partnerschappen kunnen afhankelijk worden gesteld van de toezeggingen van de kandidaat-lidstaten om hun milieubeleid sneller af te stemmen op het EU-acquis. Het kan voor de EU als geheel in twee opzichten voordelig zijn om deze partnerschappen mee te nemen in de lopende toetredingsonderhandelingen: enerzijds vergroot dit de kans dat er in de toekomst méér binnenlandse bronnen van kritieke grondstoffen zullen zijn, en anderzijds wordt het voor kandidaat-lidstaten gemakkelijker om de milieuwetgeving van de EU na te leven (bijvoorbeeld op het gebied van afval, water, industriële verontreiniging en luchtkwaliteit).

28.

De CRMA moet niet alleen worden afgestemd op ander EU-beleid en internationale handelsacties, maar ook op de bilaterale samenwerking die door de EU wordt uitgevoerd in internationale fora (zoals de samenwerking tussen de EU en de VS in het Minerals Security Partnership, de Conferentie over kritieke grondstoffen en mineralen en de werkgroep kritieke mineralen van het Internationaal Energieagentschap, die onlangs is versterkt door de EU-VS-Energieraad).

29.

De CRMA zal de EU niet alleen intern zelfvoorzienend maken wat betreft kritieke grondstoffen, maar ook de externe autonomie geven om nieuwe normen te stellen op het wereldtoneel als het gaat om het waarborgen van de veiligheid en duurzaamheid van de bijbehorende toeleveringsketens. Een normstellende rol voor de EU op het wereldtoneel zal de kansen vergroten om de algemene doelstellingen te halen die zijn vastgelegd in het voorstel van de Commissie om vervuilende en oneerlijke handelspraktijken op het gebied van kritieke grondstoffen over de hele wereld aan te pakken.

Langetermijndoelstellingen vs. kortetermijndoelstellingen bij het beoordelen van de samenhang met ander EU-beleid: het vinden van het juiste (milieu)evenwicht

30.

Tot slot kan niet worden uitgesloten dat de daadwerkelijke uitvoering van de CRMA op lange termijn een herschikking van bepaalde specifieke Green Deal-doelstellingen op korte termijn vereist. Het vooruitzicht van een (bijna) zelfvoorzienende EU, zelfs als het meer tijd vergt om volledig effectief te zijn, kan er uiteindelijk toe leiden dat de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid/klimaatneutraliteit op de lange termijn beter haalbaar worden (ook gezien de relatief grotere vervuiling die in sommige ontwikkelingslanden wordt veroorzaakt door de huidige methoden voor de winning van grondstoffen).

III.   VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN COM(2023) 160 final

Wijzigingsvoorstel 1

Overweging 29

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

(29)

Particuliere investeringen door bedrijven, financiële investeerders en afnemers zijn van essentieel belang. Indien enkel particuliere investeringen niet volstaan, kan voor de doeltreffende uitrol van projecten in de gehele waardeketen van kritieke grondstoffen overheidssteun nodig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van garanties, leningen of investeringen in eigen vermogen of quasi-eigenvermogen. Dergelijke overheidssteun kan staatssteun zijn. Dergelijke steun moet een stimulerend effect hebben en noodzakelijk, passend en evenredig zijn. De bestaande richtsnoeren inzake staatssteun, die onlangs grondig zijn herzien met het oog op de doelstellingen van de dubbele transitie, bieden voldoende mogelijkheden om onder bepaalde voorwaarden investeringen in de waardeketen van kritieke grondstoffen te ondersteunen.

(29)

Particuliere investeringen door bedrijven, financiële investeerders en afnemers zijn van essentieel belang. Indien enkel particuliere investeringen niet volstaan, kan voor de doeltreffende uitrol van projecten in de gehele waardeketen van kritieke grondstoffen overheidssteun nodig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van garanties, leningen of investeringen in eigen vermogen of quasi-eigenvermogen. Dergelijke overheidssteun kan staatssteun zijn. Dergelijke steun moet een stimulerend effect hebben en noodzakelijk, passend en evenredig zijn. De bestaande richtsnoeren inzake staatssteun, die onlangs grondig zijn herzien met het oog op de doelstellingen van de dubbele transitie, bieden voldoende mogelijkheden om onder bepaalde voorwaarden investeringen in de waardeketen van kritieke grondstoffen te ondersteunen. De Commissie en de lidstaten moeten meer duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop de staatssteunregels zouden worden ingezet en zouden mechanismen voor subsidies, leningen en belastingkredieten moeten invoeren om de bestaande industriële capaciteit van de EU en de oprichting van nieuwe installaties in de EU en in betrouwbare derde partnerlanden te ondersteunen. Deze mechanismen moeten op zowel operationele als kapitaaluitgaven zijn gericht.

Motivering

De huidige staatssteunregels zijn onduidelijk en ontberen mechanismen ter ondersteuning van de bestaande industriële capaciteit, die aanzienlijk zijn getroffen door de scherpe stijging van de energieprijzen en de oprichting van nieuwe installaties voor kritieke grondstoffen in de EU en daarbuiten.

Wijzigingsvoorstel 2

Artikel 1, lid 2, punt a) (nieuw punt)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

 

a)

een transparante en duidelijk omschreven methode vast te stellen voor de beoordeling van materialen die in de lijst van strategische grondstoffen moeten worden opgenomen, onder meer door gebruik te maken van technische informatiebladen, vergelijkbaar met de methode die wordt gehanteerd voor de lijst van kritieke grondstoffen. De toekomstige lijsten van strategische en kritieke grondstoffen moeten vergezeld gaan van een effectbeoordeling van de bestaande EU-wetgeving en het effect ervan op de materialen op die lijsten.

Motivering

Kritieke grondstoffen worden beoordeeld aan de hand van een kriticiteitsanalyse op basis van een specifieke methodologie die een lang en grondig valideringsproces omvat met behulp van externe deskundigen, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. De vaststelling van strategische grondstoffen was daarentegen niet gebaseerd op een gepubliceerde methodologie en evenmin op eerdere raadplegingen. De opname van strategische grondstoffen in de lijst van kritieke grondstoffen (bijlage 2) suggereert dat alle materialen voldoen aan de drempels die zijn vastgesteld in de methode voor kritieke grondstoffen, hetgeen misleidend is.

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 1, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

3.   Indien de Commissie op grond van het in artikel 42 bedoelde verslag concludeert dat de Unie de doelstellingen van lid 2 waarschijnlijk niet gaat verwezenlijken, beoordeelt zij of het haalbaar en evenredig is om op het niveau van de Unie maatregelen voor te stellen of haar bevoegdheden uit te oefenen om ervoor te zorgen dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

3.   Indien de Commissie op grond van het in artikel 42 bedoelde verslag concludeert dat de Unie de doelstellingen van lid 2 waarschijnlijk niet gaat verwezenlijken, biedt zij een zekere mate van flexibiliteit die het unieke karakter van de waardeketen van de betreffende grondstof het best weerspiegelt, aangezien elk materiaal wordt gekenmerkt door specifieke eigenschappen en uitdagingen als het gaat om de aankoop, verwerking en recycling ervan. Zij moet zich focussen op het behoud en de ondersteuning van bestaande capaciteit. Er moet een open en voortdurende dialoog tussen het bedrijfsleven en de beleidsmakers worden aangemoedigd om benchmarks vast te stellen die zowel technisch als economisch haalbaar zijn en die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de EU.

Motivering

De benchmarks ten behoeve van de aankoop, verwerking en recycling zijn te algemeen en onrealistisch en kunnen onbedoelde en negatieve gevolgen hebben. De bepalingen moeten zorgvuldig worden beoordeeld in het licht van de economische en technische problemen in verband met de uitvoering ervan en het risico dat de EU-industrie en met name kleine en middelgrote ondernemingen worden overbelast.

Wijzigingsvoorstel 4

Bijlage I

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

De volgende grondstoffen worden van strategisch belang geacht:

a)

bismut;

b)

boor voor metallurgie ;

c)

kobalt;

d)

koper;

e)

gallium;

f)

germanium;

g)

lithium voor batterijen ;

h)

magnesium metaal ;

i)

mangaan voor batterijen ;

j)

natuurlijk grafiet voor batterijen ;

k)

nikkel voor batterijen ;

l)

platinametalen;

m)

zeldzame aardmetalen voor magneten (Nd, Pr, Tb, Dy, Gd, Sm en Ce);

n)

silicium metaal ;

o)

titanium metaal ;

p)

wolfraam.

De volgende primaire en secundaire grondstoffen worden van strategisch belang geacht , met inbegrip van de respectieve dragermetalen en mineralen waaruit deze strategische grondstoffen worden gewonnen :

a)

bismut;

b)

boor;

c)

kobalt;

d)

koper;

d bis)

ijzerschroot (incl. roestvrij staal);

e)

gallium;

f)

germanium;

g)

lithium;

g bis)

magnesiet/magnesia;

h)

magnesium;

i)

mangaan;

j)

grafiet;

k)

nikkel;

k bis)

fosfor;

k tres)

kaliumcarbonaat;

l)

platinametalen;

m)

zeldzame aardmetalen (Nd, Pr, Tb, Dy, Gd, Sm en Ce);

n)

silicium;

o)

titanium;

p)

wolfraam;

p bis)

zink.

Wijzigingsvoorstel 5

Bijlage II

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

De volgende grondstoffen worden van kritiek belang geacht:

a)

antimoon;

b)

arseen;

c)

bauxiet;

d)

bariet;

e)

beryllium;

f)

bismut;

g)

boor;

h)

kobalt;

i)

cokeskool;

j)

koper;

k)

veldspaat;

l)

fluoriet;

m)

gallium;

n)

germanium;

o)

hafnium;

p)

helium;

q)

zware zeldzame aardmetalen;

r)

lichte zeldzame aardmetalen;

s)

lithium;

t)

magnesium;

u)

mangaan;

v)

natuurlijk grafiet;

w)

nikkel voor batterijen ;

x)

niobium;

y)

fosfaatgesteente;

z)

fosfor;

aa)

platinametalen;

bb)

scandium;

cc)

siliciummetaal;

dd)

strontium;

ee)

tantaal;

ff)

titaniummetaal;

gg)

wolfraam;

hh)

vanadium.

De volgende primaire en secundaire grondstoffen worden van kritiek belang geacht , met inbegrip van de respectieve dragermetalen en mineralen waaruit deze strategische grondstoffen worden gewonnen :

a)

antimoon;

b)

arseen;

c)

bauxiet;

d)

bariet;

e)

beryllium;

f)

bismut;

g)

boor;

h)

kobalt;

i)

cokeskool;

j)

koper;

k)

veldspaat;

k bis)

ijzerschroot (incl. roestvrij staal);

l)

fluoriet;

m)

gallium;

n)

germanium;

o)

hafnium;

p)

helium;

q)

zware zeldzame aardmetalen;

r)

lichte zeldzame aardmetalen;;

s)

lithium;

s bis)

magnesiet/magnesia;

t)

magnesium;

u)

mangaan;

v)

grafiet;

w)

nikkel;

x)

niobium;

y)

fosfaatgesteente;

z)

fosfor;

aa)

platinametalen;

aaa)

kaliumcarbonaat;

bb)

scandium;

cc)

siliciummetaal;

dd)

strontium;

ee)

tantaal;

ff)

titaniummetaal;

gg)

wolfraam;

hh)

vanadium;

ii)

zink.

Motivering van de wijzigingsvoorstellen 4 en 5

Bepaalde materialen worden gewoonlijk alleen samen met een ander basismetaal gewonnen — zoals zeldzame aardmetalen met ijzererts — en kunnen dus niet afzonderlijk worden gewonnen. Sommige materialen zijn bovendien noodzakelijk voor de productie, raffinage en recycling van materialen, zoals magnesiet dat wordt gebruikt in smelterijen: zonder dit materiaal is het niet mogelijk om metalen/materialen te recyclen op hoge temperaturen. Zowel voor kritieke als strategische grondstoffen moeten beperkingen worden vermeden, net zo goed als we geen specifieke toepassingen voor specifieke grondstoffen in de waardeketen moeten voorschrijven. Anders zou alleen de laatste raffinagestap in aanmerking komen, en niet de winning.

De overgang naar een koolstofarme en circulaire economie maakt secundaire grondstoffen steeds belangrijker, aangezien zij helpen om de afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen te verminderen en bijdragen tot een efficiënt gebruik van hulpbronnen, afvalvermindering en duurzaamheid. Sommige van deze materialen zijn bovendien van essentieel belang voor het koolstofvrij maken van de industrie, de groene transitie en de verwezenlijking van de doelstellingen voor klimaatneutraliteit.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 2, punt 15 (nieuw punt)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

 

15)

“strategisch grondstoffenproject”: elke geplande installatie of aanzienlijke uitbreiding of herbestemming van een bestaande installatie waar de in bijlage II vermelde grondstoffen worden gewonnen, verwerkt of gerecycled, ook wanneer het gaat om bijproducten van de winning en verwerking van niet in bijlage I of II vermelde dragende grondstoffen.

Motivering

Strategische grondstoffen zijn vaak het bijproduct van een drager- (basis-) metaal of mineraal. Er moet meer duidelijkheid worden verschaft over de opname van projecten voor de winning van basismetalen, dragermetalen en mineralen in het kader van strategische projecten die onder de verordening inzake kritieke grondstoffen (CRMA) vallen.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 3 bis (nieuw artikel)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

 

Artikel 3 bis

1.    Secundaire grondstoffen worden opgenomen in de lijsten van strategische grondstoffen (bijlage I) en kritieke grondstoffen (bijlage II).

2.    De Commissie evalueert ten minste om de twee jaar de lijsten van strategische en kritieke secundaire grondstoffen (bijlagen I en II) en werkt deze zo nodig bij, rekening houdend met hun strategische rol bij het koolstofvrij maken van de economie en de groene transitie, de voorspelde hoge groei van de vraag en de wereldwijde schaarste, de moeilijkheid om de inzameling/terugwinning in de EU op te voeren en het enorme potentieel voor de terugwinning van kritieke grondstoffen in de EU.

Motivering

Secundaire grondstoffen spelen een belangrijke rol bij het koolstofvrij maken van de Europese industrie, met name de industriesectoren die strategische technologie voor de groene en de digitale transitie produceren. Erkenning van hun strategische waarde leidt tot verantwoorde aankopen en helpt om de winning van nieuw materiaal te verminderen. Binnen de lijst van strategische grondstoffen moet een sublijst van strategische secundaire grondstoffen worden opgesteld, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met de volgende criteria: strategische rol bij het koolstofvrij maken van de economie en de groene transitie; voorspelde groei van de wereldwijde vraag; moeilijkheden bij de inzameling, terugwinning of recycling binnen de EU; een groot potentieel voor de terugwinning van kritieke grondstoffen. Bij de beoordeling moet rekening worden gehouden met de meest recente beschikbare gegevens en met de voorspelde ontwikkeling van de vraag gedurende een passende referentieperiode, om toekomstige schaarste of verstoringen van de voorziening aan te pakken.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 5, lid 1, punt c)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

c)

het project zal op duurzame wijze worden uitgevoerd, met name wat betreft de monitoring, preventie en minimalisering van de milieueffecten ervan, het gebruik van maatschappelijk verantwoorde praktijken — waaronder eerbiediging van de mensenrechten en arbeidsrechten, een potentieel voor hoogwaardige werkgelegenheid, en zinvolle betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen en sociale partners — en een transparante bedrijfsvoering met een passend nalevingsbeleid om het risico op negatieve gevolgen voor de goede werking van de overheid, zoals corruptie en omkoping, te voorkomen en te minimaliseren;

c)

het project zal op duurzame wijze worden uitgevoerd, met name wat betreft de monitoring, preventie en minimalisering van de milieueffecten ervan — vooral op lange termijn en op mondiale schaal — , het gebruik van maatschappelijk verantwoorde praktijken — waaronder eerbiediging van de mensenrechten en arbeidsrechten, een potentieel voor hoogwaardige werkgelegenheid, en zinvolle betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen en sociale partners — en een transparante bedrijfsvoering met een passend nalevingsbeleid om het risico op negatieve gevolgen voor de goede werking van de overheid, zoals corruptie en omkoping, te voorkomen en te minimaliseren;

Motivering

Om het juiste evenwicht te vinden tussen duurzaamheidsdoelstellingen op lange en op korte termijn, en tevens rekening te houden met de relatief grotere vervuiling als gevolg van de huidige winningsmethoden in sommige ontwikkelingslanden en het feit dat we allemaal op dezelfde planeet leven.

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 19, lid 1, punt e) (nieuw punt)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

 

e)

oneerlijke handelspraktijken. De Commissie handhaaft en versterkt handelsbeschermingsmaatregelen om een gelijk speelveld te waarborgen. De EU moet ook prioriteit geven aan het vaststellen van stimulansen die in overeenstemming zijn met de WTO-regels teneinde wereldwijd een gelijk speelveld te waarborgen. Deze kunnen de vorm aannemen van stimulansen voor de consument om voor duurzame Europese grondstoffen te kiezen of steun voor de productie van meer geavanceerde installaties.

Motivering

De Europese grondstoffenindustrie kampt met een wereldwijd concurrentienadeel en moet er zeker van kunnen zijn dat handelsbeschermingsmaatregelen zullen worden gebruikt om de industrie te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 35, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het EESC

1.   De leden van de raad kritieke grondstoffen zijn de lidstaten en de Commissie. De raad kritieke grondstoffen wordt voorgezeten door de Commissie.

1.   De leden van de raad kritieke grondstoffen zijn de lidstaten en de Commissie en onafhankelijke technische deskundigen . De raad kritieke grondstoffen wordt voorgezeten door de Commissie.

Motivering

De beoogde Europese Raad voor kritieke grondstoffen speelt een cruciale rol bij de ondersteuning van de uitvoering van de CRMA, met inbegrip van de vergunningsprocedures. Om ervoor te zorgen dat zijn toezichthoudende taken doeltreffend zijn, is het dan ook raadzaam om niet alleen institutionele vertegenwoordigers, maar ook onafhankelijke technische deskundigen op dit gebied in de raad op te nemen.

Brussel, 12 juli 2023.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Oliver RÖPKE


(1)  Deze aanbevelingen worden aan het einde van dit document aangevuld met wijzigingsvoorstellen.

(2)  Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (herschikking) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).

(3)  Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG (PB L 191 van 28.7.2023, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (herschikking) (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

(5)  Grondstoffenraming van het EIT.