29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 349/100


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over maatregelen ten behoeve van de geestelijke gezondheid

(verkennend advies op verzoek van het Spaanse voorzitterschap)

(2023/C 349/16)

Rapporteur:

Milena ANGELOVA

Corapporteur:

Ivan KOKALOV

Verzoek van het Spaanse voorzitterschap van de Raad

Brief, 8.12.2022

Rechtsgrond

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

 

Verkennend advies

Bevoegde afdeling

Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap

Goedkeuring door de afdeling

21.6.2023

Goedkeuring door de voltallige vergadering

13.7.2023

Zitting nr.

580

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

205/0/2

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

De geestelijke gezondheid is een complex geheel en wordt beïnvloed door een veelvoud aan factoren: biologische, psychologische, educatieve, sociale, economische, beroepsmatige en culturele factoren. De succesvolle verbetering en bevordering van de geestelijke gezondheid (1) en de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen vragen om een complexe, multidisciplinaire en levenslange aanpak, die als horizontale topprioriteit stevig moet worden verankerd in de beleidsvorming op EU- en nationaal (regionaal en sectoraal) niveau en die het volgende moet beogen:

1.1.1.

De gezondheidsstelsels in de hele EU moeten worden hervormd zodat zij geïntegreerde en geplande langetermijninterventies en zorg gaan leveren — niet alleen om te genezen, maar ook om medische aandoeningen te voorkomen — met behulp van multidisciplinaire teams, en niet langer worden georganiseerd op basis van occasionele zorgmodellen. Het uiteindelijke doel moet zijn de heersende richting in de geestelijke gezondheidszorg om te buigen naar complexe psychosociale en op mensenrechten gebaseerde praktijken, waarbij wordt gezorgd voor preventie, vroegtijdige opsporing en screening van geestelijke gezondheidsproblemen, een doeltreffend casemanagement en het aanbieden van een persoonsgerichte aanpak binnen de gemeenschap.

1.1.2.

Alle Europese, nationale, regionale en sectorale beleidsmaatregelen moeten gericht zijn op het voortdurend bevorderen van de geestelijke gezondheid, het voorkomen van psychische aandoeningen en het opbouwen van weerbaarheid. Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met de mededeling van de Europese Commissie betreffende een alomvattende aanpak van geestelijke gezondheid (2) en spreekt zijn krachtige steun uit voor de belangrijkste doelstelling ervan, namelijk om “ervoor te zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten, dat burgers in de hele EU gelijke toegang tot preventiediensten en diensten voor geestelijke gezondheidszorg hebben, en dat bij collectieve actie op het gebied van geestelijke gezondheidsproblemen re-integratie en sociale inclusie centraal staan”. Het dringt erop aan dat de mededeling snel wordt omgezet in een EU-strategie voor geestelijke gezondheid met een tijdschema, voldoende financiering, goed omschreven verantwoordelijkheden en indicatoren om de vooruitgang in de EU en de lidstaten te monitoren, ook in het kader van het Europees Semester. In het Semester moet meer aandacht worden besteed aan de gevolgen van sociaal-economische en milieufactoren voor de geestelijke gezondheid, zoals de belangrijke voordelen van een betere toegang tot betaalbare en hoogwaardige diensten van algemeen belang (huisvesting, energie, afval/water enz.). Idealiter zou dit de werkzaamheden op nationaal niveau moeten aansturen, bijvoorbeeld door de lidstaten te verplichten actieplannen te ontwikkelen en uit te voeren die de Commissie dan op gezette tijden zou kunnen evalueren, en door landen samen te brengen om ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren om ambitieuze maatregelen na te streven. De belangrijkste risicofactoren op milieu- en sociaal gebied moeten voortdurend worden gemonitord en er moeten snel relevante strategieën en maatregelen worden vastgesteld om deze risico’s tot een minimum te beperken of helemaal weg te nemen.

1.1.3.

Er moeten mogelijkheden worden geboden voor vroegtijdige diagnose, adequate behandeling, psychotherapie en revalidatie van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en psychologische handicaps, en voor sociale inclusie, met respect voor de persoonlijke waardigheid, de mensenrechten, vrijheid en gelijkheid.

1.1.4.

Geestelijke gezondheid moet in alle lidstaten worden erkend als een serieus probleem dat voldoende aandacht en een holistische, gecoördineerde, gestructureerde en mensgerichte respons vereist. We moeten korte metten maken met dwang, stigmatisering, segregatie en discriminatie in verband met geestelijke gezondheidsproblemen. Adequate financiering voor gezondheidsdiensten op het gebied van geestelijke gezondheidsproblemen is van essentieel belang om deze diensten universeel toegankelijk en betaalbaar te maken. Dit vergt investeringen in voldoende en goed opgeleid gezondheidszorgpersoneel. Adequate salarissen, voortdurende bijscholing en voldoende personeel zouden ervoor zorgen dat er niet alleen voldoende aandacht en tijd wordt besteed aan patiënten, maar ook aan mensen die medisch advies of een medische behandeling zoeken. De financiering van zowel fysieke als sociale infrastructuur in de gezondheidssector zou beter moeten worden uitgewerkt in de nationale plannen voor herstel en veerkracht (NPHV’s), waarin gezondheidsgerelateerde projecten momenteel sterk ondervertegenwoordigd zijn. In veel NPHV’s wordt onvoldoende aandacht besteed aan de recente crises die het risico van een opeenstapeling van geestelijke gezondheidsproblemen vergroten. Zij moeten dan ook snel worden geactualiseerd.

1.1.5.

De toegang tot ondersteunende diensten, behandelingen, psychotherapie, medische en sociale revalidatie, bijzondere en algemene zorg en activiteiten in verband met psychosociale ondersteuning moet worden verbeterd. Dit moet worden bereikt door innovatieve, gepersonaliseerde en empirisch onderbouwde maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren, gelijke en sociaal aanvaardbare toegang tot medicatie te verbeteren en te waarborgen, de families van personen met geestelijke gezondheidsproblemen te ondersteunen, de vaardigheden en kwalificaties van degenen die algemene en gespecialiseerde zorg verlenen te verbeteren en een systeem voor geïntegreerde zorgverlening op te zetten — met inbegrip van zorg in gemeenschapsverband — door multidisciplinaire teams samen te stellen.

1.1.6.

Het is zaak aanvullende benaderingen te ontwikkelen en uit te voeren om passende ondersteuning te bieden in crisis- en noodsituaties. Dit omvat een “interventiepiramide” waarbij sociale en culturele overwegingen worden geïntegreerd in de kernmaatregelen ter bestrijding van medische aandoeningen, de gemeenschapsbanden en de steun aan gezinnen worden versterkt door middel van gerichte, niet-specifieke ondersteuning en gespecialiseerde diensten en assistentie worden verleend door verschillende gezondheidswerkers aan patiënten met ernstigere aandoeningen. De leerplannen voor gezondheidsbevordering moeten op alle onderwijsniveaus aandacht besteden aan passend gedrag en basisgezondheidszorg, maar ook aan de gevaren voor de geestelijke gezondheid en manieren om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, met bijzondere aandacht voor speciale situaties zoals pandemieën of natuurrampen.

1.1.7.

Er moet worden gewerkt aan op rechten gebaseerde, persoonsgerichte, herstelgerichte en gemeenschapsgerichte stelsels voor geestelijke gezondheidszorg die prioriteit geven aan de empowerment van personen en hun actieve deelname aan hun eigen herstel, met als uiteindelijk doel de levenskwaliteit van mensen met psychische aandoeningen te verbeteren. Er moeten inspanningen worden geleverd om inclusieve zorg en ondersteuning te bieden binnen het stelsel van geestelijke gezondheidszorg, met bijzondere aandacht voor de behoeften van specifieke en kwetsbare groepen zoals kinderen, ouderen, vluchtelingen en migranten, lhbtiq+'ers en mensen in een sociaal-economische achterstandsituatie.

1.1.8.

De wereldwijde samenwerking tussen landen en tussen sectoren op het gebied van geestelijke gezondheid moet worden bevorderd. Hetzelfde geldt voor de multi-stakeholder capaciteit en de inclusieve participatie aan de uitvoering van de initiatieven. Dit vraagt om coördinatie, uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken; stimulatie van wetenschappelijk onderzoek en innovatie; streven naar positieve resultaten op gezondheids- en sociaal gebied en digitalisering van processen; bevordering van het werken in netwerken/platforms van sociale partners, onderzoekers en wetenschappers, gezondheidswerkers, maatschappelijk werkers, patiënten-ngo’s en sociale diensten.

1.1.9.

Werkplekken spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van de geestelijke gezondheid en het bieden van ondersteuning. Daarom moeten gemeenschappelijke initiatieven en acties van de sociale partners voor de voortdurende verbetering van de arbeidsomstandigheden worden bevorderd, onder meer door hiervoor voldoende financiering uit te trekken. De psychosociale risico’s op de werkplek moeten worden geëvalueerd en weggenomen, en alles moet in het werk worden gesteld om geweld en psychische intimidatie te voorkomen (3).

1.2.

Gezien het toenemende belang van de geestelijke gezondheid, en om een krachtig signaal af te geven dat er een sterke alliantie moet worden gevormd om de geestelijke gezondheid te verbeteren en te bevorderen, verzoekt het EESC de Commissie om 2024 uit te roepen tot Europees Jaar van de geestelijke gezondheid.

1.3.

Er bestaat een rechtstreeks verband tussen mensenrechtenschendingen en geestelijke gezondheidsproblemen, aangezien mensen die geestelijke aandoeningen, verstandelijke beperkingen of drugsmisbruikproblemen hebben, vaak te maken krijgen met slechte behandeling, schending van mensenrechten en discriminatie in de gezondheidszorg. In veel landen is de kwaliteit van de zorg in zowel intramurale als poliklinische instellingen ondermaats of zelfs schadelijk, wat het herstel actief kan belemmeren (4). De bestaande sociale en geestelijke gezondheidsdiensten moeten worden getoetst aan de normen van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Ook moeten op rechten gebaseerde praktijken worden ontwikkeld en is het zaak te investeren in diensten en ondersteuning die de vrije en geïnformeerde toestemming van de betrokkene eerbiedigen en gevrijwaard zijn van dwang en gedwongen behandeling. Er moeten richtsnoeren en protocollen worden vastgesteld en er moet worden voorzien in opleidingen over op rechten gebaseerde benaderingen voor gezondheidswerkers en maatschappelijk werkers.

2.   Achtergrond

2.1.

Geestelijke gezondheid is niet alleen een hoeksteen van het welzijn en de Europese manier van leven, maar slorpt jaarlijks ook 4 % van het bbp van de EU op, en is in de hele EU dan ook een steeds groter punt van zorg. Daarom heeft het EESC besloten hierover een initiatiefadvies op te stellen. In haar toespraak over de Staat van de EU in september 2022 kondigde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het voornemen van de Commissie aan om in 2023 een nieuwe alomvattende aanpak van geestelijke gezondheid te presenteren (dit stond ook op het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2023). Het toenemende belang van geestelijke gezondheid werd ook benadrukt in de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa, waarin — naar aanleiding van een speciaal verzoek van jongeren — werd opgeroepen tot initiatieven om het inzicht in geestelijke gezondheidsproblemen en de manier waarop deze moeten worden aangepakt, te verbeteren. In het herziene CultureForHealth-verslag van december 2022 (5) wordt de Europese Commissie ook verzocht zich te concentreren op geestelijke gezondheid als strategische prioriteit.

2.2.

Op verzoek van Europese burgers hebben ook het EP (6) en de Raad opgeroepen tot actie op dit gebied. En onlangs heeft het komende Spaanse voorzitterschap het EESC om een verkennend advies verzocht. Dit is gekoppeld aan het oorspronkelijke voorstel voor een initiatiefadvies.

3.   Determinanten van geestelijke gezondheid

3.1.

De belangrijkste determinanten van geestelijke gezondheid zijn de micro- en macro-omgeving, individuele sociaal-psychologische factoren en culturele omgevingsfactoren, zoals gezinssituatie, geslacht, gebrek aan sociale relaties, laag opleidingsniveau, laag inkomen en/of lage sociaal-economische status, arbeidsgerelateerde problemen, slechte of onzekere arbeidsomstandigheden, werkloosheid, financiële moeilijkheden, stigmatisering en discriminatie, slechte somatische gezondheid, eenzaamheid, laag zelfbeeld, slechte levensomstandigheden, het verouderingsproces, negatieve gebeurtenissen in het leven enz. Kwetsbaarheden en onzekerheid over de toekomst, in combinatie met veranderingen in de normen en waarden en de wijze waarop deze worden aangehangen door de nieuwe generaties, vergroten ook het risico op het ontstaan van geestelijke problemen. De beoordeling van de individuele psychosociale risico’s is van het grootste belang in de arbeidswereld, met name wanneer het gaat om werk met een hoge verantwoordelijkheid of een grote mate van onzekerheid, werk in een gevaarlijke omgeving of atypisch werk. Ook moet rekening worden gehouden met individuele kenmerken, zoals stresstolerantie, chronische ziekten enz.

3.2.

Op het niveau van de bevolking worden negatieve ervaringen in de kindertijd, armoede, slecht bestuur, discriminatie, mensenrechtenschendingen, slecht onderwijs, werkloosheid, slechte gezondheidszorg, gebrek aan huisvesting en adequate sociale en gezondheidsdiensten, slechte sociale bescherming, gebrek aan kansen enz. beschouwd als risicofactoren. Er zijn dwarsverbanden tussen armoede en geestelijke gezondheidsproblemen en er is sprake van een vicieuze cirkel: psychische problemen leiden tot armoede en armoede is een risicofactor voor een slechte geestelijke gezondheid.

3.3.

Ook milieufactoren zijn van invloed op de geestelijke gezondheid. Hun invloed is altijd complex en hangt af van de heersende context of de achtergrond waarin geestelijke gezondheidsproblemen zich voordoen. Veel daarvan hebben te maken met klimaat, natuurverschijnselen en rampen zoals orkanen of aardbevingen. Andere houden verband met de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater, de aanwezigheid van riolering, de mate van verstedelijking enz.

3.4.

De determinanten van de geestelijke gezondheid treffen verschillende groepen mensen in verschillende mate. Hoe kwetsbaarder de groep, hoe sterker de gevolgen doorgaans zijn. Tot de meer kwetsbare groepen behoren jongeren en alleenstaande ouderen, mensen die zich eenzaam voelen en mensen met reeds bestaande aandoeningen, een verstandelijke handicap of een beperkte mobiliteit, en migranten.

3.5.

Elke vorm van verslaving, of het nu gaat om stofgerelateerde of gedragsgerelateerde vormen, brengt de geestelijke gezondheid in gevaar. Naast alcohol-, tabaks- en drugsverslavingen kunnen ook sommige geneesmiddelen verslaving in de hand werken, zoals medicatie die wordt voorgeschreven om psychische aandoeningen en ziekten te bestrijden. Daarom is het van belang dat mensen in nood snel toegang kunnen krijgen tot professionele psychiaters en psychotherapeuten die deze problemen grondig kunnen aanpakken. Geneesmiddelen kunnen een tijdelijke oplossing zijn terwijl professionele hulp wordt ingeroepen. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan gedragsverslavingen, met name die welke het gevolg zijn van een overmatig gebruik van digitale apparaten (“no-mob-phobia” (7)), aangezien zij vooral kinderen en adolescenten treffen. Algoritmen die worden gebruikt om inhoud op sociale media te personaliseren, kunnen ook het risico met zich meebrengen dat psychische aandoeningen verergeren door inhoud te blijven tonen die geestelijke gezondheidsproblemen veroorzaakt — meestal angst en depressie. Met betrekking tot psychedelische therapieën, die opduiken als een nieuwe soort baanbrekende behandelingen voor aandoeningen zoals ernstige depressie, PTSS en alcoholmisbruik, is meer onderzoek nodig in een gecontroleerde therapeutische omgeving. Het EESC erkent het potentieel van deze behandelingen en dringt aan op specifieke financiering voor de bevordering van onderzoek, ontwikkeling en de uiteindelijke commercialisering ervan.

3.6.

De Headway Mental Health Index (8) maakt melding van effecten zoals een verhoogde sterfte, impulsief en agressief gedrag en hogere zelfmoordpercentages. Ook blijkt uit de index dat voorheen weinig besproken factoren, zoals een stijging van de gemiddelde maandelijkse temperatuur met één graad, in verband worden gebracht met een toename van het aantal opnames op de spoedeisende hulp in de geestelijke gezondheidszorg met 0,48 % en een stijging van het aantal zelfmoorden met 0,35 %.

3.6.1.

Uit de index blijkt dat ongeveer 22,1 % van de mensen in een conflictsituatie een psychische aandoening heeft (13 % heeft een lichte vorm van depressie, angst of posttraumatische stressstoornis, 4 % heeft een meer gematigde vorm en 5,1 % kampt met zware depressie en angst, schizofrenie of een bipolaire stoornis). Ongeveer één op de vijf mensen blijft na een conflict last hebben van een psychische aandoening.

3.6.2.

Met wereldwijd 27 lopende conflicten (9) en 68,6 miljoen ontheemden (10) is het aanpakken van de geestelijke gezondheidsbehoeften van mensen die getroffen worden door conflicten en migratie een belangrijke prioriteit. Hun gezondheid moet gedurende minstens drie jaar na de gebeurtenis intensief in het oog worden gehouden.

3.6.3.

De index schetst verder de belangrijkste mogelijkheden voor gezondheidsstelsels om de resultaten op het gebied van geestelijke gezondheid in de toekomst te verbeteren of te handhaven. Uit de gegevens blijkt dat er een aanzienlijke kloof gaapt tussen de strategieën, het beleid en de wetgeving op het gebied van geestelijke gezondheid en dat er grote verschillen zijn in de uitgaven voor gezondheidszorg tussen de lidstaten (bv. 14,5 % in Frankrijk tegenover 1 % in Luxemburg) (11). Positief is dat er wel degelijk vooruitgang wordt geboekt: het aantal poliklinische voorzieningen voor geestelijke gezondheidszorg is gestegen van 3,9 tot 9,1 per miljoen mensen.

4.   Het effect van de verschillende recente crises op de geestelijke gezondheid

4.1.

Vóór de COVID-19-pandemie werden meer dan 84 miljoen mensen (één op de zes personen) in de EU getroffen door een psychische aandoening — een cijfer dat sindsdien ongetwijfeld nog is gestegen (12). Ongeveer 5 % van de bevolking in de werkende leeftijd had grote geestelijke gezondheidsbehoeften als gevolg van een psychische aandoening en nog eens 15 % had matige geestelijke gezondheidsbehoeften waardoor hun arbeidsvooruitzichten, productiviteit en lonen erop achteruitgingen. Geestelijke gezondheid en gedragsaandoeningen zijn in Europa verantwoordelijk voor ongeveer 4 % van de sterfgevallen per jaar en vormen de op één na meest voorkomende doodsoorzaak onder jongeren.

4.2.

Sinds het begin van de COVID-19-pandemie is de geestelijke gezondheid in het algemeen verder verslechterd, maar de gevolgen zijn vooral voelbaar onder jongeren, ouderen, mensen die een dierbare hebben verloren aan COVID-19 en andere kwetsbare groepen. Sociaal isolement en maatschappelijke stress hebben een negatieve invloed op de geestelijke gezondheid en het welzijn van mensen. Mensen met onderliggende gezondheidsproblemen lopen het risico dat hun lichamelijke en geestelijke gezondheid nog verder verslechtert. Ondanks de toegenomen vraag naar geestelijke gezondheidszorg werd de toegang tot gezondheidszorg tijdens de pandemie sterk bemoeilijkt, althans in de eerste fase ervan. Als gevolg van de toegenomen vraag naar geestelijke gezondheidszorg wordt het belang van telegeneeskunde en digitale oplossingen voor de preventie, diagnose, behandeling en monitoring van geestelijke gezondheidsproblemen steeds duidelijker.

4.3.

Stressvolle gebeurtenissen die verband hielden met de COVID-19-pandemie waren onder meer: het risico op besmetting en overdracht van het virus op andere mensen, angst voor de langetermijngevolgen van de pandemie (met inbegrip van economische gevolgen), symptomen van andere ziekten (met name aan de luchtwegen) die ten onrechte werden geïnterpreteerd als symptomen van COVID-19, de sluiting van scholen en kleuterscholen die de stress bij ouders en verzorgers deden toenemen, gevoelens van woede en ontevredenheid ten aanzien van de overheid en het medisch personeel, of wantrouwen van de door de overheid en andere officiële instanties verstrekte informatie.

4.4.

Daarnaast kregen eerstelijnsgezondheidswerkers (waaronder verpleegkundigen, artsen, ambulancechauffeurs, laboranten en paramedici) tijdens de pandemie te maken met extra stressfactoren, zoals de stigmatisering van het werken met risicopatiënten, onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen en gebrek aan uitrusting voor de verzorging van ernstig zieke patiënten, de noodzaak om voortdurend waakzaam te blijven, langere werktijden, een groter aantal patiënten, de behoefte aan voortdurende bijscholing en opleiding, veranderende protocollen voor diagnose en behandeling van patiënten met COVID-19, verminderde sociale ondersteuning, ontoereikend zelfzorgvermogen, onvoldoende medische informatie over de langetermijneffecten van een coronabesmetting en angst om familie en dierbaren te besmetten.

4.5.

Recentelijk hebben de Russische agressie tegen Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de bestaansmiddelen en de onzekerheid over de toekomst tot nieuwe schokken geleid met langetermijneffecten op de geestelijke gezondheid. Onderdanen van derde landen, zoals vluchtelingen uit Oekraïne, kunnen specifieke problemen op het gebied van geestelijke gezondheid ondervinden als gevolg van traumatische ervaringen in hun eigen land of tijdens hun vlucht naar de EU. De oorlog leidt bovendien tot overloopeffecten en zadelt de bevolking van de EU op met een sociaal-economische last, waardoor er op lange termijn in de hele EU extra risico’s voor de geestelijke gezondheid ontstaan.

5.   Kwetsbare groepen

5.1.

Kinderen en adolescenten. Maatregelen ter bevordering van de geestelijke gezondheid van jonge kinderen moeten integrerend deel uitmaken van de algemene gezondheidszorg voor kinderen en hun ouders en verzorgers. Deze moeten beginnen tijdens de zwangerschap en moeten later steun voor verantwoordelijk ouderschap en advies over de ontwikkeling van jonge kinderen omvatten. De onderwijsstelsels moeten gericht zijn op voorlichting en bewustmaking, preventie en screening op geweld, zowel fysiek als online, alcohol-, tabaks- of drugsmisbruik enz. Sociale media brengen de geestelijke gezondheid in gevaar wanneer er buitensporig veel gebruik van wordt gemaakt, maar bieden ook mogelijkheden voor de behandeling van geestelijke aandoeningen. De invloed van schoolstress en schoolprestaties kan ook doorwegen op de geestelijke gezondheid.

5.1.1.

Op scholen moeten programma’s ter bevordering van geestelijk welzijn worden ingevoerd en moet de kennis van de geestelijke gezondheid worden verbeterd. Er moeten doeltreffende trajecten voor geestelijke gezondheidszorg worden ontwikkeld om kinderen van jongs af aan te helpen hun gevoelens en die van anderen te herkennen en om te gaan met moeilijke emoties en situaties. Onlineplatforms voor de bevordering van de geestelijke gezondheid in onderwijsinstellingen en interactieve, op de leeftijd afgestemde websites voor jongeren zijn absoluut noodzakelijk.

5.1.2.

De geestelijke gezondheid van kinderen vereist niet alleen medische ingrepen om het uitblijven van klinische symptomen te garanderen, maar ook gerichte inspanningen om een goede levenskwaliteit en hun volledige sociale aanpassing te garanderen. Scholen moeten een op samenwerking gebaseerde aanpak volgen (waarbij de onderwijssector, de gezondheidszorg en de sociale sector hun krachten bundelen) om de geestelijke gezondheid te bevorderen, trauma’s aan te pakken en geestelijke gezondheidsproblemen, drugsgebruik en -misbruik, zelfmoord, geweld onder jongeren en verschillende vormen van pesten te voorkomen en tegen te gaan.

5.2.

Ouderen. De gemiddelde levensverwachting in de lidstaten neemt voortdurend toe, waardoor ouderdomsproblemen meer naar voren komen. Verouderingsprocessen kunnen vaak tot levensveranderingen (met inbegrip van psychosensoriële veranderingen) leiden, waardoor er behoeften ontstaan die verband houden met geestelijke aandoeningen. Verstoringen in de psychomotorische en zintuiglijke sfeer, het geleidelijke verlies van het waarnemingsvermogen en moeilijkheden bij de aanpassing aan de veranderende omgeving leiden tot angst en depressie. Ook neurologische aandoeningen van de cortex, een combinatie van leeftijdsgerelateerde veranderingen in de hersenen, samen met genetische, milieu- en levensstijlfactoren, zijn niet zonder gevolgen. Terwijl er steeds meer kennis nodig is om te kunnen omgaan met alsmaar complexere apparaten in huis, neemt het vermogen om te leren en nieuwe vaardigheden te verwerven op oudere leeftijd af, wat stress in het dagelijks leven kan veroorzaken. Ook de ervaringen met bepaalde levensveranderingen, tegenslagen, verliezen en isolement zorgen ervoor dat de geestelijke gezondheid op oudere leeftijd onder druk komt te staan. Om hiermee om te gaan is het zaak dat normen worden ontwikkeld voor gestructureerde zorg — zowel binnen als buiten instellingen — die tegemoetkomt aan de persoonlijke behoeften van ouderen. De ontwikkeling van persoonsgerichte zorgprogramma’s binnen de gemeenschap is van vitaal belang om de dienstverlening niet te beperken tot instellingen zoals rusthuizen of hospices. Er moet ook actief worden gezocht naar mensen die steun nodig hebben, met name in crisissituaties of na een traumatische gebeurtenis.

5.3.

Het genderperspectief. Een ander probleem in verband met de geestelijke gezondheid is de scheve genderverhouding. Het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) heeft in zijn gendergelijkheidsindex 2022 (13) vastgesteld dat vrouwen in elk van de drie golven van de pandemie lagere niveaus van geestelijk welzijn rapporteerden dan mannen. Er was ook sprake van een aanzienlijke toename van huiselijk geweld tijdens de pandemie, ook wel de “schaduwpandemie” genoemd. Bovendien lopen vrouwen twee keer zoveel kans op “long covid” als mannen, met neurologische symptomen en hogere depressie- en angstniveaus (14). In de Europese zorgstrategie (15) wordt ook aandacht besteed aan de behoeften in verband met het evenwicht tussen werk en privéleven, met name met betrekking tot vrouwen (16).

5.3.1.

Met het oog op gendermainstreaming moet een gendereffectbeoordeling worden uitgevoerd voor alle Europese en nationale beleidsmaatregelen op het gebied van geestelijke gezondheid. Er zijn biologische verschillen, maar ook psychologische en sociale factoren spelen een belangrijke rol. Hoewel er al heel wat bekend is over verschillen in prevalentie, heerst er nog veel onduidelijkheid over de invloed hiervan op preventie, risico’s, diagnose en behandelingen. Daarom is meer onderzoek nodig. Een belangrijk voorbeeld is de veel sterkere achteruitgang van de geestelijke gezondheid van tienermeisjes in vergelijking met jongens, en het feit dat de druk op meisjes momenteel drie keer groter is dan twintig jaar geleden.

5.3.2.

Er is dringend behoefte aan gendergerichte ondersteuning en behandeling op het gebied van geestelijke gezondheid. Tijdens de levenscyclus van een vrouw zijn er vele episodes die geestelijke gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Bijvoorbeeld: premenstruele dysfore stoornis (PMDD); het geestelijke, fysieke, psychische en farmacokinetische effect van de menopauze of orale anticonceptie; het ontbreken van geneesmiddelen die geschikt zijn voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven; het gebrek aan op maat gesneden geestelijke en medische zorg en behandeling na huiselijk en/of seksueel geweld, huwelijken op jonge leeftijd en (vroege) blootstelling aan (gewelddadige) pornografie, of mensenhandel. Al deze factoren kunnen leiden tot een verslechtering van de geestelijke gezondheid en het welzijn.

5.4.

Verslaafden. Bijzondere nadruk moet worden gelegd op geestelijke gezondheidsproblemen die samenhangen met alcohol en/of drugsverslaving. Risico’s in verband met alcoholgebruik zijn van bijzonder belang vanwege het wijdverbreide gebruik ervan. Het voorstadium voor alcoholisme is overmatig en schadelijk drinken, dat begint met het excuus om stress te verlichten en vaak tot verslaving leidt. Helaas blijkt uit de ESPAD-studie van de EU dat dit risicovolle alcoholgebruik zich ook voordoet bij jongere generaties. Ook het gebruik van andere illegale drugs is de afgelopen decennia een ernstig probleem voor de volksgezondheid gaan vormen, waarbij sprake is van een bijzonder uitgesproken generatieaspect.

5.5.

Mensen met een verstandelijke of psychosociale handicap. Mensen met een grote behoefte aan geestelijke gezondheidszorg hebben behoefte aan een kwalitatief hoogstaande en toegankelijke, persoonsgerichte en op rechten gebaseerde dienstenketen voor geestelijke gezondheidszorg op gemeenschapsniveau. Tijdens de COVID-19-pandemie werden personen met een handicap die in instellingen woonden “afgesneden van de rest van de samenleving”. Er waren meldingen van overmedicatie, sedatie of opsluiting van bewoners, maar ook gevallen van zelfbeschadiging (17). Tijdens de COVID-19-pandemie waren er hogere sterftecijfers onder personen met een verstandelijke handicap, die ook minder vaak intensieve zorg kregen (18). Het verlenen van persoonsgerichte zorg en ondersteuning op maat onder crisisomstandigheden is een aanzienlijk grotere uitdaging in grootschalige instellingen, waardoor mensen met een verstandelijke of psychosociale handicap een aanzienlijk risico lopen op ongelijke zorg en behandeling (19). Segregatiepraktijken moeten dus worden afgeschaft en de-institutionalisering moet centraal staan in het sociaal beleid om mensen met een handicap in staat te stellen gebruik te maken van hun recht om in de gemeenschap te leven.

5.6.   Buitensporige blootstelling aan stress, bijvoorbeeld als gevolg van pandemieën, natuurrampen en conflicten

5.6.1.

De COVID-19-pandemie en het daaropvolgende long-covidsyndroom hebben veel risicofactoren voor individuele personen verergerd, wat heeft geleid tot een slechte geestelijke gezondheid en veel beschermingsmechanismen heeft verzwakt, met een ongekende prevalentie van angst en depressie tot gevolg. In sommige lidstaten is deze prevalentie verdubbeld (20). De geestelijke gezondheid was meestal het slechtst rond de pieken van de pandemie en de depressiesymptomen waren het hoogst ten tijde van de strenge lockdowns.

5.6.2.

De COVID-19-pandemie heeft de mogelijkheden voor positieve interactie tussen veilige en gezonde arbeidsomstandigheden en volksgezondheid aan het licht gebracht (21). Ook bleek dat sommige beroepen blootgesteld zijn aan psychosociale factoren die de blootstelling aan stress kunnen vergroten (22) en negatieve gevolgen kunnen hebben. Zo dreigen gevallen van burn-out en demografische veranderingen tot een permanente inkrimping van het Europese zorgpersoneel te leiden (23). Sommige beroepen zijn meer dan andere blootgesteld aan onzekerheid (24) en het risico op fysieke intimidatie, zoals werknemers in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs (14,6 %), vervoer en communicatie (9,8 %), horeca (9,3 %) en de detailhandel (9,2 %). De volgende sectoren maken ook melding van seksuele intimidatie: horeca (3,9 %), gezondheidszorg en onderwijs (2,7 %) en vervoer en communicatie (2,6 %) (25). Dergelijke stressvolle gebeurtenissen kunnen geestelijke problemen en aandoeningen veroorzaken en moeten worden voorkomen.

5.6.3.

Mensen die getroffen zijn door de gevaarlijke gevolgen van onbeheersbare natuurrampen, zoals aardbevingen, orkanen, branden en overstromingen, alsmede slachtoffers van mensenhandel en personen die internationale bescherming zoeken. Er zijn ook verschillende soorten reacties (26) op potentieel traumatische gebeurtenissen:

stress: wordt bijna onmiddellijk overwonnen;

acute stress: de aandacht neemt af, het bewustzijn is vervaagd, kortstondig geheugenverlies, desoriëntatie, tremors, agressiviteit en angst treden op, wat enkele uren tot vier weken kan duren;

posttraumatische stressstoornis: dezelfde symptomen treden op tot een maand na de gebeurtenis (bijv. een aardbeving).

6.   Voorbeelden van goede praktijken

6.1.

Tijdens de pandemie hebben veel lidstaten stappen ondernomen om de steun voor geestelijke gezondheid te verhogen. In de meeste landen werd nieuwe informatie over geestelijke gezondheid ontwikkeld en/of werden telefonische hulplijnen opgezet waar mensen advies konden krijgen over copingmechanismen, terwijl veel landen ook hun inspanningen op het gebied van preventie en bevordering hebben opgevoerd en de toegang tot geestelijke gezondheidsdiensten en de financiering van deze diensten hebben verbeterd (27). Enkele voorbeelden:

Cyprus — het mandaat van de epidemiologische comités werd uitgebreid van de aanpak van fysieke gezondheidsrisico’s tot de integratie van geestelijke gezondheidsproblemen in gespecialiseerde subcomités (28);

Finland — in dit land dat wordt gekenmerkt door lange afstanden en een hoge mate van digitalisering, worden digitale instrumenten ingezet om de toegang tot geestelijke gezondheidsdiensten (preventie, diagnose, behandeling, monitoring) eenvoudiger, kostenefficiënter en laagdrempeliger te maken. Zo verstrekt de onlinedienst Mielenterveystalo.fi informatie en diensten over geestelijke gezondheid aan burgers en maatschappelijk werkers en gezondheidswerkers in Finland. Met name in gebieden met een tekort aan fysieke voorzieningen voor geestelijke gezondheidszorg en onder kwetsbare groepen zoals jongeren die actief gebruikmaken van digitale instrumenten en apparaten of mensen met een lichamelijke handicap, kunnen digitale oplossingen het gebruik van geestelijke gezondheidsdiensten vergroten en geestelijke gezondheidsproblemen helpen voorkomen;

Portugal — een gratis 24/7-telefoonlijn voor psychologische ondersteuning;

Frankrijk — gratis consultaties van een psycholoog of psychiater voor studenten;

Ierland — aanvullende financiering van 50 miljoen EUR in 2021 om nieuwe geestelijke gezondheidsdiensten voor crisisrespons te creëren, naast extra middelen voor bestaande behoeften op het gebied van geestelijke gezondheid;

Letland — meer geld voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg en huisartsen die geestelijke gezondheidszorg verlenen;

Litouwen — een nationaal platform voor geestelijke gezondheid met informatie over het behoud van de geestelijke gezondheid en middelen voor ondersteuning;

Tsjechië — de meeste ziekenfondsen hebben een gedeeltelijke terugbetaling van psychotherapie voor alle begunstigden ingevoerd.

6.2.

Ook andere lidstaten hebben nationale strategieën ingevoerd om de uitdagingen op het gebied van geestelijke gezondheid aan te pakken. Zo heeft Spanje een heel hoofdstuk van zijn nationale strategie voor 2022-2026 gewijd aan de uitdagingen op het gebied van geestelijke gezondheid als gevolg van de COVID-19-pandemie en een reeks richtsnoeren ingevoerd om dergelijke uitdagingen tijdens en na de crisis aan te pakken. Litouwen heeft in 2020 een actieplan naar aanleiding van COVID-19 ontwikkeld om de verlening van geestelijke gezondheidszorg te versterken en de mogelijke negatieve gevolgen van de pandemie te verzachten (29). Het Litouwse actieplan bevat ook een reeks maatregelen om bestaande diensten uit te breiden en aan te passen, nieuwe diensten in te voeren, zoals psychologische crisisinterventieteams van de gemeenschap en laagdrempelige psychologische begeleiding op gemeentelijk niveau, en diensten ter bevordering van de geestelijke gezondheid toegankelijker te maken.

6.3.

Psychotherapie, psychologische begeleiding en verschillende gespreks- en groepstherapieën zijn empirisch onderbouwde behandelingen die moeten worden opgeschaald om ze betaalbaar, toegankelijk en beschikbaar te maken voor mensen die ze nodig hebben als alternatief voor de heersende traditionele behandelingsmethoden.

6.4.

De middellange- en langetermijneffecten van de pandemie op de behoefte aan geestelijke gezondheidszorg moeten nog blijken. Er zijn aanwijzingen dat de geestelijke gezondheid en het welzijn in de eerste maanden van 2022 zijn verbeterd, maar er zijn ook nog steeds veel tekenen dat het slecht is gesteld met de geestelijke gezondheid. De weinige nationale gegevens die beschikbaar zijn wijzen op méér symptomen van depressie en angst bij volwassenen dan vóór de pandemie (30).

Brussel, 13 juli 2023.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Oliver RÖPKE


(1)  C. Winslow (1923) heeft “gezondheidsbevordering” gedefinieerd als een georganiseerde inspanning van de samenleving om individuele personen voor te lichten over persoonlijke gezondheidsproblemen en een sociaal stelsel te ontwikkelen dat alle mensen een levensstandaard biedt die toereikend is om hun gezondheid in stand te houden en te verbeteren.

(2)  COM(2023) 298 final.

(3)  Specifieke elementen in verband met onzeker werk en geestelijke gezondheid worden belicht in het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over onzeker werk en geestelijke gezondheid (verkennend advies op verzoek van het Spaanse voorzitterschap) (PB C 228 van 29.6.2023, blz. 28).

(4)  WHO QualityRights Tool Kit Assessing and improving quality and human rights in mental health and social care facilities. Genève, Wereldgezondheidsorganisatie, 2012.

(5)  https://www.cultureforhealth.eu/knowledge/

(6)  Resolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2020 over de EU-strategie voor volksgezondheid na COVID 19 (2020/2691(RSP)) (PB C 371 van 15.9.2021, blz. 102), https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-9-2020-0205_NL.html

(7)  Angst om geen toegang te hebben tot een mobiele telefoon of ander apparaat, vaak in combinatie met een socialemedia- en internetverslaving.

(8)  https://eventi.ambrosetti.eu/headway/wp-content/uploads/sites/225/2022/09/220927_Headway_Mental-Health-Index-2.0_Report-1.pdf

(9)  https://eventi.ambrosetti.eu/headway/wp-content/uploads/sites/225/2022/09/220927_Headway_Mental-Health-Index-2.0_Report-1.pdf

(10)  Gegevens van de VN.

(11)  https://www.angelinipharma.com/media/press-releases/new-headway-report-highlights-environmental-determinants-of-mental-health/

(12)  https://health.ec.europa.eu/system/files/2022-12/2022_healthatglance_rep_en_0.pdf

(13)  Lees het verslag op https://eige.europa.eu/sites/default/files/documents/gender_equality_index_2022_corr.pdf Zie ook https://eige.europa.eu/publications/gender-equality-index-2021-report/women-report-poorer-mental-well-being-men

(14)  https://timesofindia.indiatimes.com/life-style/health-fitness/health-news/females-twice-more-likely-to-suffer-from-long-covid-who-releases-alarming-data-on-sufferers-and-symptoms/photostory/94194227.cms?picid=94194317

(15)  https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_22_5169

(16)  https://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=en&catId=89&furtherNews=yes&newsId=10382#navItem-relatedDocuments

(17)  Brennan, C.S., Disability Rights During the Pandemic: A Global Report on Findings of the COVID-19 Disability Rights Monitor. 2020, COVID-19 Disability Rights Monitor.

(18)  https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/disability-and-health

(19)  https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/333964/WHO-EURO-2020-40745-54930-eng.pdf

(20)  Health at a Glance: Europe 2022, © OECD/European Union, 2022.

(21)  https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52021DC0323

(22)  https://osha.europa.eu/nl/themes/health-and-social-care-sector-osh

(23)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over gezondheidswerkers en zorgstrategie voor de toekomst van Europa (initiatiefadvies) (PB C 486 van 21.12.2022, blz. 37).

(24)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over onzeker werk en geestelijke gezondheid (verkennend advies op verzoek van het Spaanse voorzitterschap) (PB C 228 van 29.6.2023, blz. 28).

(25)  https://osha.europa.eu/nl/themes/health-and-social-care-sector-osh

(26)  Flore Gil Bernal, Iberoamerican university in Mexico, www.fearof.net

(27)  Office for National Statistics (2021), Coronavirus and depression in adults, Great Britain: July to August 2021.

(28)  Long Covid Syndrome — https://www.oeb.org.cy/egcheiridia-long-covid-cyprus

(29)  Wijker, Sillitti and Hewlett (2022), The provision of community-based mental health care in Lithuania, https://doi.org/10.1787/18de24d5-en

(30)  Sciensano, 2022; Santé publique France, 2022.