29.9.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 349/24


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de herziening van de verordening inzake de etikettering van textielproducten

(verkennend advies)

(2023/C 349/05)

Rapporteur:

Antje Sabine GERSTEIN

Raadpleging

Europese Commissie, 20.1.2023

Rechtsgrond

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Interne Markt, Productie en Consumptie

Goedkeuring door de afdeling

29.6.2023

Goedkeuring door de voltallige vergadering

12.7.2023

Zitting nr.

580

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

196/1/4

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) onderschrijft de benadering van de Europese Commissie om bij de herziening van de verordening inzake de etikettering van textielproducten (TLR) vooral uit te gaan van de mogelijkheden van nieuwe digitale etiketterings-, nieuwe vezeltechnologieën en de indeling daarvan, en nieuwe recyclingtechnologieën, en zo rekening te houden met het algemene nieuwe uitgebreide regelgevingskader van de EU voor textiel.

1.2.

De consumenten hebben uiteenlopende verwachtingen ten aanzien van de mate van gedetailleerde informatie op textieletiketten. De herziening van de verordening inzake de etikettering van textielproducten moet aan deze uiteenlopende verwachtingen voldoen door in de eerste plaats elementaire en gemakkelijk te begrijpen informatie te verstrekken en tegelijkertijd meer toegang te geven tot meer gedetailleerde informatie.

1.3.

Daar de textielsector een van de meest geglobaliseerde sectoren is, acht het EESC het van het grootste belang dat de Europese Commissie ernaar streeft dat in de EU en wereldwijd de etiketteringsvoorschriften met betrekking tot oorsprongsaanduidingen, verzorgingsinstructies, grootte en vezelsamenstelling worden gelijkgetrokken.

1.4.

Het EESC roept de Europese Commissie op om rekening te houden met de bijzondere behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) in deze sector. Om verdere bedrijfsverplaatsing te voorkomen en aangezien de sector in de hele EU werk biedt aan 1,3 miljoen werknemers moeten de nieuwe vereisten van de onderhavige verordening flexibel genoeg zijn om tegemoet te komen aan de behoeften en capaciteiten van kmo’s, zodat de werkgelegenheid en vaardigheden in deze sector van de economie niet alleen behouden blijven, maar zich verder kunnen ontwikkelen.

2.   Algemene opmerkingen

2.1.

In de EU-strategie voor duurzame en circulaire textielproducten is de herziening aangekondigd van de verordening inzake de etikettering van textielproducten (Verordening (EU) nr. 1007/2011 (1)), die voorschrijft dat op de EU-markt verkochte textielproducten over een etiket moeten beschikken dat duidelijk de vezelsamenstelling vermeldt en eventuele niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong. De strategie vermeldt, als onderdeel van die herziening, de mogelijkheid om het openbaar maken van andere soorten informatie verplicht te stellen, bijvoorbeeld gegevens over duurzaamheids- en circulariteitsparameters, de grootte van producten en in voorkomend geval het land waarin de productieprocessen plaatsvinden (“made in”).

2.2.

In dit advies bekijkt het EESC de mogelijkheden om het toepassingsgebied van de huidige verordening uit te breiden door rekening te houden met bepaalde elementen die reeds in artikel 24 van de verordening zijn opgenomen voor een herziening en andere parameters inzake duurzaamheid en circulariteit, in samenhang met de huidige wetgevingsvoorstellen, zoals het wetgevingsvoorstel betreffende vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten. In het advies zal aandacht geschonken worden aan het standpunt van het bedrijfsleven, met inbegrip van de kosten en een betere uitwisseling van informatie in de waardeketen, en aan het consumentenperspectief, teneinde correcte, nauwkeurige en duidelijke informatie te waarborgen.

2.3.

Het EESC steunt de aanpak van de Europese Commissie om vooral de mogelijkheden van nieuwe digitale etiketterings-, nieuwe glasvezeltechnologieën en de classificatie daarvan en nieuwe recyclingtechnologieën als uitgangspunt te nemen en zo rekening te houden met het algemene nieuwe uitgebreide regelgevingskader van de EU voor textiel, met inbegrip van het initiatief inzake groene claims van de Europese Commissie (2).

2.4.

In dit verband benadrukt het EESC dat veel aspecten van de textielsector reeds aan bod komen in zeer complexe horizontale regelgevingsvoorstellen, die zich meestal al in het wetgevingsproces bevinden. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsgerelateerde kwesties komen aan de orde in de richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en de verordening betreffende gedwongen arbeid. De richtlijn over het versterken van de positie van de consument en de richtlijn groene claims zullen binnenkort de communicatie over duurzaamheidsclaims regelen, terwijl de herziene kaderrichtlijn afvalstoffen zal ingaan op de basisconcepten in verband met het beheer van afgedankte apparaten.

2.5.

De consumenten hebben uiteenlopende verwachtingen ten aanzien van de mate van gedetailleerde informatie op textieletiketten. De herziening van de verordening inzake de etikettering van textielproducten moet aan deze uiteenlopende verwachtingen voldoen door in de eerste plaats elementaire en gemakkelijk te begrijpen informatie te verstrekken en tegelijkertijd meer toegang te geven tot meer gedetailleerde informatie, bijvoorbeeld door het vrijwillig verstrekken van standaardinformatie over het productieproces.

2.6.

Het EESC merkt op dat de herziening van de verordening inzake de etikettering van textielproducten een Refit-initiatief is dat duidelijk tot doel heeft de EU-wetgeving eenvoudiger, geschikt voor het beoogde doel en goedkoper voor bedrijven en consumenten te maken. Voor bedrijven betekent dit dat de nalevingskosten dalen, en dat er duidelijke en consistente regelgeving komt. De consument heeft behoefte aan nauwkeurige, volledige en vergelijkbare informatie over textielproducten. Maximale harmonisatie is van belang teneinde de sector te helpen om de overgang naar alomvattende circulariteit te doen slagen.

2.7.

Het EESC bepleit dringende maatregelen met betrekking tot het vezelclassificatiesysteem, aangezien het huidige systeem niet flexibel genoeg is om de ontwikkeling van innovatieve vezels, die vaak minder milieubelastend zijn dan conventionele vezels, bij te houden. Voor veel producenten van nieuwe vezels is deze status quo frustrerend omdat zij hun vezels niet correct kunnen etiketteren. Bovendien kunnen deze nieuwe vezels nog niet op textieletiketten worden vermeld en blijft de identificatie ervan een enorme opgave voor recyclagebedrijven, wat momenteel de circulariteit in de sector belemmert. Deze lacune in de regelgeving heeft ook negatieve gevolgen voor de perceptie van de consument, aangezien sommige producten in feite veel duurzamer kunnen zijn dan op de huidige etiketten wordt vermeld.

2.8.

Het EESC acht het van het grootste belang dat de Europese Commissie ernaar streeft dat in de EU en wereldwijd de etiketteringsvoorschriften met betrekking tot oorsprongsaanduidingen, verzorgingsinstructies, grootte en vezelsamenstelling worden gelijkgetrokken. De textielsector is een van de meest geglobaliseerde sectoren. Kledingstukken, ongeacht waar zij worden gemaakt, zijn bestemd voor meerdere geografische gebieden wereldwijd (EU, VS enz.), met tal van verschillende etiketteringseisen (3). Waar van toepassing moeten mondiale etiketteringsvoorschriften en wereldwijde geharmoniseerde normen overwogen worden.

2.9.

Het pleidooi voor maximale harmonisatie houdt verband met een duidelijk beleidsverzoek van het EESC om te vermijden dat de interne markt in gevaar wordt gebracht, aangezien de etiketteringsvoorschriften in de lidstaten steeds meer uiteen lijken te lopen. Het EESC acht het daarom hoog tijd en van essentieel belang dat de Europese Commissie in 2023, het jaar waarin de interne markt dertig jaar bestaat, een herziening van de TLR voorstelt.

2.10.

Het EESC roept de Europese Commissie op om rekening te houden met de bijzondere behoeften van kmo’s in deze sector. Om verdere bedrijfsverplaatsing te voorkomen en aangezien de sector in de hele EU werk biedt aan 1,3 miljoen werknemers (4), moeten de nieuwe vereisten van de verordening inzake de etikettering van textielproducten flexibel genoeg zijn om tegemoet te komen aan de behoeften en capaciteiten van kmo’s, zodat de werkgelegenheid en vaardigheden in deze sector van de economie niet alleen behouden blijven, maar zich verder kunnen ontwikkelen. Zo is een algemene conformiteitscontrole door een certificeringsinstantie niet haalbaar voor kmo’s, die de ruggengraat vormen van de industriële textielproductie in de EU. Het zou redelijk zijn om “zelfcertificeringsprocedures” te overwegen, zoals de interne productiecontroles in bijlage II bij Besluit nr. 768/2008/EG (5), waarbij kmo’s consumenten informeren en waarborgen bieden.

3.   Specifieke opmerkingen

3.1.   Vezelclassificatie

3.1.1.

De afgelopen jaren heeft de textielindustrie een aantal nieuwe vezels ontwikkeld met aantoonbaar lagere milieuvoetafdrukken dan de meer traditionele vezels. Hoewel deze materialen op soortgelijke grondstoffen kunnen zijn gebaseerd, wijken hun productietechnologie en -eigenschappen vaak aanzienlijk af van die welke voor conventionele vezels worden gebruikt. De nieuwe vezels worden momenteel niet erkend in de bestaande generieke vezelindelingen in bijlage I. Bijgevolg worden de innovatieve vezelsoorten ingedeeld onder verschillende vezelbenamingen of als “andere” vezels. Gezien de groene en circulaire transitie moet de herziene verordening inzake de etikettering van textielproducten (TLR) de mogelijkheid bieden vezels met onderscheidende kenmerken als zodanig in bijlage I op te nemen. De verwachte herziening van de TLR moet beter worden aangepast aan de dynamische vooruitgang op het gebied van innovatieve vezels.

3.1.2.

Een breed scala aan nieuwe vezelsoorten met specifieke kenmerken staat op het punt of zal binnen afzienbare tijd op de markt worden gebracht. De huidige actualisering van bijlage I is echter niet transparant en biedt aanvragers geen zekerheid. Daarom beveelt het EESC aan dat de EU-autoriteiten beoordelen en herzien hoe de actualisering transparanter en technisch nauwkeuriger kan worden gemaakt.

3.2.   Tolerantiemarge voor vezelsamenstelling

3.2.1.

Met het oog op de transitie naar een circulaire economie maakt de textielindustrie bij de productie van kleding steeds vaker gebruik van gerecyclede vezels en materialen. De huidige verordening is niet geheel geschikt om de vezelsamenstelling met gerecyclede inhoud nauwkeurig te etiketteren, wat de overgang naar een circulaire economie in de weg staat. Artikel 20, lid 3, voorziet in een afwijking van ten hoogste 3 % tussen het op het etiket vermelde vezelgehalte en de vezelsamenstelling die is vastgesteld op basis van tests door de autoriteiten. De huidige stand van de technische ontwikkeling op het gebied van de technologie voor het sorteren en recyclen van textiel leidt echter tot variaties in de vezelsamenstelling die soms de tolerantiemarge van 3 % overschrijden. Dit komt doordat met name bij mechanische recycling niet volledig kan worden gewaarborgd dat de grondstof voor recycling vrij is van onzuiverheden van andere textielmaterialen. Daarom moet in de herziene TLR een hogere tolerantiemarge voor de samenstelling worden overwogen. Op basis van de inbreng van deskundigen beveelt het EESC aan om de marge te wijzigen in 3-5 %. Een hogere tolerantiemarge mag alleen rekening houden met de bestaande beperkingen op het gebied van recyclingtechnologie en mag geen vrijbrief zijn voor slechte productiepraktijken. Een geringe verhoging van de tolerantiemarges is een welkome stap om belemmeringen voor het gebruik van gerecyclede materialen in de kledingproductie weg te nemen.

3.3.   Harmonisatie met mondiale normen en processen

3.3.1.   Harmonisatie van testnormen

3.3.1.1.

De textielindustrie is een zeer mondiale industrie die vaak internationale normen toepast. De herziening van de TLR biedt de kans om testmethoden voor de vezelsamenstelling af te stemmen op mondiale normen. Momenteel zijn op grond van artikel 19 alleen EU-normen (EN) toegestaan voor het testen van vezelsamenstellingen. Meestal lijken de EN-normen sterk op de internationale ISO-normen, maar kleine verschillen in de parameters van de methode leiden tot onderling verschillende ISO- en EN-testresultaten. Vanwege de mondiale waardeketens van de sector worden ISO-normen op grote schaal toegepast en krijgen zij de voorkeur van de sector. Ten gevolge daarvan worden bedrijven geconfronteerd met meer tests voor producten die bestemd zijn voor de Europese markt, wat de kosten flink verhoogt. Daarom beveelt het EESC aan dat de herziene TLR instemt met ISO-normen als aanvaarde testnormen. Voorts erkent het EESC dat er momenteel grote vooruitgang wordt geboekt op het gebied van innovatie omtrent nieuwe methoden voor het vaststellen van de vezelsamenstelling. De Europese Commissie moet bij de herziening van de TLR rekening houden met deze vooruitgang.

3.3.2.   Harmonisatie met internationale normen en handelsregels

3.3.2.1.

Het EESC steunt het idee om de verordening inzake de etikettering van textielproducten om te zetten in een rulebook van geharmoniseerde normen voor een aantal vereisten (nieuwe vezelclassificatie, het testen van de vezelsamenstelling, groottesortering, onderhoudsinstructies). Voor zover mogelijk moeten deze normen een mondiaal bereik hebben. Dit zou leiden tot een grotere harmonisatie van de etiketteringsvoorschriften, zowel binnen de eengemaakte markt als in de rest van de wereld.

3.3.2.2.

Gezien de mondiale reikwijdte van de textielsector is het van cruciaal belang om bij de herziening van de TLR rekening te houden met internationale afstemming en samenwerking. De Europese Commissie moet zorgen voor samenhang met de Werelddouaneorganisatie en de huidige herziening van de GS-codes, alsook met de verplichtingen in de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen voor het gebruik van internationale normen.

3.4.   Digitale etikettering

3.4.1.

Zeer positief acht het EESC het voornemen van de Europese Commissie om de etikettering van de samenstelling in de herziene TLR te digitaliseren. Daarnaast is het EESC, in het kader van de verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR), ingenomen met de initiatieven voor digitale etikettering en communicatie met de consument, zoals het digitale productpaspoort. Het is echter van cruciaal belang dat de Europese Commissie deze digitale initiatieven op elkaar afstemt om een samenhangend en doeltreffend beleidskader tot stand te brengen.

3.4.2.

Momenteel zijn fysieke etiketten om diverse redenen niet zo doeltreffend als gewenst. Na aankoop van het product worden de etiketten vaak verwijderd. De tekst op de etiketten kan na meerdere wasbeurten onleesbaar worden. Grote fysieke etiketten in verschillende talen maken, is bovendien duur en draagt bij tot kunststofafval. Het lettertype is klein en het etiket bevat verschillende vertalingen, waardoor het voor de consument moeilijk te begrijpen is.

3.4.3.

Digitale etiketten zouden een en ander voor bedrijven gemakkelijker maken en de informatieverstrekking aan consumenten verbeteren door hun duidelijke tekst in de juiste taalversies aan te bieden. Er moet nog steeds informatie worden verstrekt aan technologisch minder vaardige consumenten, maar er zijn mogelijkheden, bijvoorbeeld door op het verkooppunt informatie op verzoek te verstrekken. Om duurzaam te zijn, kan een onuitwisbare markering van het type gegevensdrager op het product een gemakkelijke toegang tot digitale informatie waarborgen.

3.4.4.

Zelfs als de Commissie besluit bepaalde informatie op fysieke etiketten te laten, zou deze aanpak toch moeten leiden tot een over het geheel genomen forse vermindering van de afmetingen van het etiket. Het EESC steunt het standpunt van de Commissie dat fysieke labels, of fysieke dragers van digitale informatie, moeilijker moeten kunnen worden verwijderd. Er bestaan al methoden om voor niet-schurende etiketten te zorgen. Methoden om etiketten moeilijker af te snijden moeten ervoor zorgen dat de informatie niet verloren gaat (zo kan informatie die rechtstreeks op het materiaal is gedrukt, worden uitgewassen) en mogen de functionaliteit van het product niet verminderen (een volledig op een kledingstuk vastgenaaid etiket kan de functionaliteit ervan verminderen).

3.4.5.

De Europese Commissie moet beoordelen hoe het digitale productpaspoort kan worden toegepast in de context van een digitaal etiket in het kader van de herziene TLR. Ter wille van de samenhang en een vlotte uitvoering kan een digitaal TLR-label ook op dezelfde gegevensdrager worden aangebracht als het digitale productpaspoort.

3.5.   Vrijstelling van etikettering voor bepaalde soorten producten

3.5.1.

Bijlage V bij de huidige verordening inzake de etikettering van textielproducten stelt 42 textielproductsoorten vrij van de etiketteringsverplichting. Dit zijn kleine artikelen (zoals horlogebandjes) waarbij toevoeging van een etiket de functionaliteit van het product zou verminderen. De aanpak in de vorm van een lijst biedt echter geen duidelijke richtsnoeren voor de wijze waarop exploitanten producten moeten etiketteren die niet in bijlage V zijn opgenomen, maar die ook minder functioneel zijn met een etiket. Het EESC zou graag zien dat de herziene verordening duidelijkheid verschaft over de correcte etikettering van producten (zoals kousen en sokken) wanneer verplichte etikettering de functionaliteit van het product belemmert. De huidige lijst zou bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door een definitie van producten die zijn vrijgesteld van verplichte etikettering.

Brussel, 12 juli 2023.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Oliver RÖPKE


(1)  Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

(2)  COM(2023) 166 final — 2023/0085(COD).

(3)  Voorbeelden van zulke vereisten zijn de Canadese Textile Labelling and Advertising Regulations (TLAR) en de Textile Fiber Products Identification Act van de VS.

(4)  https://euratex.eu/wp-content/uploads/EURATEX_FactsKey_Figures_2022rev-1.pdf

(5)  Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).