23.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 365/1


Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over Oekraïne — Van hulp naar wederopbouw — Voorstellen van het Europees maatschappelijk middenveld

(2022/C 365/01)

Rechtsgrond

Artikel 52, lid 4, van het reglement van orde

Goedkeuring door de voltallige vergadering

16.6.2022

Zitting nr.

570

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

206/2/2

Hoofdpunten

1.

Oekraïne kandidaat-lidstaat van de EU. Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) verzoekt de Europese Raad om tijdens zijn bijeenkomst van 23-24 juni 2022 Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de EU toe te kennen. De toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne mag geen afbreuk doen aan het lopende toetredingsproces van de landen van de Westelijke Balkan. Het EESC is voorstander van de invoering van een systeem van geleidelijke integratie op basis van de overname van het acquis communautaire.

2.

Het Europees maatschappelijk middenveld is solidair met Oekraïne en het Oekraïense volk. Het maatschappelijk middenveld heeft snel en efficiënt gereageerd, wat een unieke mobilisatie van de burgers op gang heeft gebracht. De humanitaire hulp moet worden opgevoerd en rechtstreeks ten goede komen aan maatschappelijke organisaties. Gespecialiseerde ngo’s moeten samen met maatschappelijke organisaties daadwerkelijk worden betrokken bij de programmering van en het toezicht op de humanitaire bijstand van de EU en de lidstaten.

3.

Een perspectief voor vluchtelingen. Het EESC dringt erop aan dat vluchtelingen dezelfde rechten krijgen als EU-burgers op het gebied van gezondheidszorg en toegang tot de arbeidsmarkt (erkenning van kwalificaties en toegang tot diensten van arbeidsbureaus, taalcursussen, gezondheidszorg en onderwijs). Beide zijn essentiële aspecten om te voorkomen dat de armoede onder vluchtelingen toeneemt. De sociale partners kunnen aan de hand van collectieve onderhandelingen en ad-hocmaatregelen bijdragen tot de integratie van werknemers en voorkomen dat zij het slachtoffer worden van uitbuiting en sociale dumping. Het EESC legt bijzondere nadruk op de rol van maatschappelijke organisaties bij de bescherming en herintegratie van vaak vergeten kwetsbare groepen: niet-begeleide minderjarigen, van hun familie gescheiden kinderen en kinderen uit kindertehuizen, personen met een handicap, Roma-minderheden en slachtoffers van seksueel geweld.

4.

Wederopbouw. Onmiddellijke Europese en internationale financiële bijstand is nodig om te voorkomen dat de Oekraïense economie volledig instort. Er moet financiële steun worden verleend aan kleine en middelgrote ondernemingen, aan Oekraïense landbouwers voor de volgende oogst en het Oekraïense maatschappelijk middenveld, met inbegrip van werkgeversorganisaties en vakbonden, zodat zij tijdens de oorlog volledig operationeel kunnen blijven. Bij de wederopbouw moet innovatie het motto zijn. Maatschappelijke organisaties moeten nauw bij de wederopbouw worden betrokken om ervoor te zorgen dat hervormingen van de rechtsstaat, corruptiebestrijding en de groene en digitale transitie gestalte kunnen krijgen.

5.

Economische impact. De oorlog mag de uitvoering van het beleid voor de groene transitie in de EU niet ondermijnen. Het EESC roept de lidstaten en de EU-instellingen op de nodige stappen te zetten om buitensporige grondstoffenspeculatie aan banden te leggen, de markttransparantie te vergroten en tijdelijk alle belemmeringen op te heffen voor de invoer van landbouwgoederen om de voedselprijzencrisis te verlichten. Het EESC waarschuwt dat noch het NextGenerationEU-fonds, noch het herstel- en veerkrachtfonds daarvan, noch de flexibiliteit die het huidige meerjarig financieel kader 2021-2027 biedt, volstaan om de financiële behoeften als gevolg van de oorlog in Oekraïne volledig te dekken.

6.

De rol van het maatschappelijk middenveld. De lange geschiedenis van het EESC en zijn banden met Oekraïense maatschappelijke organisaties zijn van groot belang om de communicatiekanalen open te houden en deelname aan het EU-integratieproces mogelijk te maken. Het EESC roept de lidstaten op om de steun voor capaciteitsopbouw en de organisatorische en financiële steun voor maatschappelijke organisaties in Oekraïne aanzienlijk op te voeren. Het moedigt partnerschappen aan tussen jongerenorganisaties uit de EU en Oekraïne en stelt een evenement voor dat gericht is op jongerenparticipatie en de rol daarvan bij de toekomstige wederopbouw van Oekraïne. Het EESC verbindt zich ertoe de samenwerking en uitwisselingen met Oekraïense maatschappelijke organisaties te intensiveren en te blijven pleiten voor onverflauwde solidariteit en generositeit van de EU tegenover Oekraïne. Daartoe zal het EESC op 19 juli in Krakau een evenement organiseren met maatschappelijke organisaties uit Oekraïne en de EU.

Tegelijkertijd benadrukt het EESC dat de nog resterende onafhankelijke maatschappelijke organisaties in Rusland niet in de steek mogen worden gelaten.

HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ (EESC),

1.

is solidair met de Oekraïense bevolking en herhaalt zijn krachtige veroordeling van de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte agressie van de Russische Federatie onder leiding van president Vladimir Poetin tegen Oekraïne, en vestigt de aandacht op zijn vorige resolutie over De oorlog in Oekraïne en de economische, sociale en milieugevolgen daarvan (1), die het op 24 maart 2022 heeft aangenomen;

2.

benadrukt dat deze tragische oorlog op Europese bodem, die nu al bijna vier maanden duurt, een zeer hoog dodental, ook onder burgers, heeft geëist en enorme verwoestingen en leed heeft aangericht; deze oorlog heeft de mondiale armoede doen toenemen en heeft onmetelijke sociale, economische en milieuschade en een ongekende golf van vluchtelingen en ontheemden veroorzaakt. Het EESC dringt aan op naleving van het internationaal humanitair recht en op correcte registratie, onderzoek en vervolging van de oorlogsmisdaden die in de Oekraïense steden en dorpen door de indringers zijn begaan;

3.

roept alle partijen op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, herhaalt dat diplomatie moet primeren en benadrukt dat het zoeken naar een vredesbevorderende aanpak alsmede onderhandelingen op alle politieke niveaus prioriteit moeten krijgen, en eist de volledige terugtrekking van de Russische troepen uit Oekraïne; dringt er bij de EU op aan Oekraïne en de Oekraïense bevolking te blijven steunen, zoals zij reeds vanaf de eerste dag van de oorlog heeft gedaan; dringt erop aan om nauwlettend in de gaten te houden wat de economische, sociale en milieugevolgen zijn van de sancties die naar aanleiding van de militaire agressie van Rusland zijn ingesteld;

4.

merkt op dat de oorlog aan de oostgrens van de EU indruist tegen de geschiedenis, de bedoeling en de identiteit van de EU; benadrukt dat de gevolgen van de oorlog een bedreiging vormen voor de waarden van de EU, voor de vrijheid en de rechten van EU-burgers en andere EU -ingezetenen en voor het Europese model van de socialemarkteconomie; benadrukt dat vrede en welvaart hoekstenen van de Europese Unie (EU) zijn en dat maatschappelijke organisaties de afgelopen decennia een sleutelrol hebben gespeeld bij het actief bevorderen, bijdragen aan en handhaven van een cultuur van vrede op het Europese continent;

5.

benadrukt dat de Russische Federatie en haar huidige vertegenwoordigers moeten worden geschorst in internationale organen en organisaties, om te beginnen met die welke tot doel hebben de vrede te handhaven, de mensenrechten te beschermen en te zorgen voor duurzame ontwikkeling en een veilige leefomgeving;

De humanitaire situatie

6.

merkt op dat meer dan 6,8 miljoen mensen (2) uit Oekraïne zijn gevlucht sinds Rusland de oorlog begon, waardoor dit de snelst groeiende vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog is; voegt eraan toe dat 8 miljoen mensen binnen Oekraïne (3) ontheemd zijn geraakt en dat ongeveer een derde van de Oekraïense bevolking dus gedwongen was huis en haard te ontvluchten;

7.

erkent dat de toestroom van Oekraïense vluchtelingen enorme gevolgen heeft gehad voor Europese landen, namelijk Polen, Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Moldavië (4), en dat deze landen en vooral hun maatschappelijke organisaties snel en efficiënt hebben gereageerd en daardoor een mobilisatie van vrijwilligers zonder weerga op gang is gekomen;

8.

benadrukt dat de EU-middelen voor humanitaire hulp moeten worden uitgebreid en met name op regionaal en lokaal niveau moeten worden uitbetaald, waarbij de maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de sociaal-economische integratie van vluchtelingen, rechtstreeks moeten worden gesteund en betrokken;

9.

dringt er bij de lidstaten, de EU-regio’s en de maatschappelijke organisaties op aan om zo snel en doeltreffend mogelijk gebruik te maken van de opties om de Oekraïense vluchtelingen te steunen die worden geboden in de door de Europese Commissie voorgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad van 8 maart 2022 betreffende maatregelen uit hoofde van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE), in samenhang met de door de Commissie op 23 maart 2022 voorgestelde herziening van de React-EU-verordening; onderstreept dat zulke steun in de eerste plaats moet worden verstrekt door maatschappelijke organisaties, waaronder gespecialiseerde ngo’s, en dat maatschappelijke organisaties ook rechtstreeks moeten worden betrokken bij de organisatie van en het toezicht op de humanitaire bijstand van de EU en de lidstaten;

10.

beveelt aan om, met inachtneming van de beginselen van de rechtsstaat, de besparingen die in het kader van het meerjarig financieel kader 2014-2020 en het instrument React-EU zijn gerealiseerd, een nieuwe bestemming te geven zodat de desbetreffende middelen snel en op flexibele wijze kunnen worden aangewend voor steun aan vluchtelingen, en pleit voor de oprichting van een apart fonds, mochten de momenteel beschikbare middelen ontoereikend zijn voor de opvang en de sociale en arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen, met inbegrip van hun toegang tot zorgvoorzieningen, huisvesting, levensmiddelen, materiële hulp, opleidingsprogramma’s en openbare diensten voor arbeidsbemiddeling;

11.

benadrukt dat de Europese burgers door de Europese reactie op de COVID-19-crisis het gevoel kregen dat de EU hen beschermde en perspectieven bood, met name door de instelling van het programma SURE en NextGenerationEU; onderstreept dat noch het NextGenerationEU-fonds, noch het herstel- en veerkrachtfonds daarvan, noch de flexibiliteit die het huidige meerjarig financieel kader 2021-2027 biedt, volstaan om de financiële behoeften die door de oorlog in Oekraïne zijn ontstaan, volledig te dekken; merkt op dat deze instrumenten qua omvang niet berekend zijn op de nieuwe opgaven die het gevolg zijn van de Russische agressie en invasie en op de gelijktijdige instandhouding van de investeringen in de programma’s en het beleid van de EU, met inbegrip van belangrijke prioriteiten zoals een rechtvaardige groene en digitale transitie;

12.

onderstreept dat een betere inventarisatie van en coördinatie tussen alle belanghebbenden die betrokken zijn bij humanitaire en medische bijstand dringend geboden is om ervoor te zorgen dat de hulp alle slachtoffers van de oorlog snel en efficiënt bereikt;

13.

benadrukt dat er toezichtsmaatregelen en -activiteiten nodig zijn op diverse gebieden, zoals de eerbiediging van de mensenrechten en het documenteren van oorlogsmisdaden, en is verheugd over de oprichting door de Europese Unie, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk van de Adviesgroep gruweldaden (Atrocity Crimes Advisory Group, ACA);

14.

benadrukt dat vluchtelingen uit Oekraïne op dezelfde voet toegang moeten hebben tot de openbare gezondheidszorg als EU-burgers, alsook tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, noodanticonceptie, abortus en verloskundige zorg voor slachtoffers van verkrachting;

15.

verzoekt de Commissie en de lidstaten bijzondere aandacht te besteden aan de situatie van niet -begeleide minderjarigen, van hun familie gescheiden kinderen en kinderen uit kindertehuizen in Oekraïne, om ervoor te zorgen dat in hun onmiddellijke behoeften wordt voorzien, dat zij naar behoren worden geïdentificeerd en gevolgd en dat gegevens tussen de lidstaten worden uitgewisseld met het oog op hereniging met hun familie of, indien mogelijk, hun latere re-integratie in de Oekraïense samenleving, waarbij wordt gewaarborgd dat zij tegen misbruik en mensenhandel worden beschermd;

16.

wijst op de erbarmelijke situatie van personen met een handicap die trachten de oorlogsgebieden in Oekraïne te ontvluchten, of die als vluchtelingen in de gastlanden met grote problemen te kampen hebben; dringt erop aan dat alle vluchtelingen gelijk worden behandeld, ongeacht hun etnische achtergrond, nationaliteit of handicap; vluchtelingen met een handicap moeten alle hulp krijgen om een zelfstandig leven te kunnen opbouwen en mogen in de gastlanden niet gedwongen worden in instellingen te verblijven;

17.

benadrukt dat arbeidsparticipatie een centrale rol speelt bij integratie en het terugdringen van armoede; waarschuwt dat de vluchtelingen uit Oekraïne het risico lopen de minste bescherming te genieten, het laagste loon te ontvangen, onder hun opleidingsniveau te werken en de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt te vormen, gespeend van sociale bescherming, de vrijheid van vereniging en werknemersrechten; benadrukt in dit verband dat gevallen van ongelijke arbeidsomstandigheden adequaat moeten worden aangepakt en dat ervoor moet worden gezorgd dat werknemers dezelfde rechten genieten als EU-burgers en dat zij niet het slachtoffer worden van uitbuiting en sociale dumping; dringt aan op het uitstippelen van middellange- en langetermijnstrategieën voor Oekraïners die in hun gastland wensen te blijven, teneinde hen volledig in de EU-arbeidsmarkten te integreren;

18.

onderstreept de cruciale rol die de sociale partners via collectieve onderhandelingen en ad-hocmaatregelen en -overeenkomsten kunnen spelen om de integratie van werknemers uit Oekraïne op de EU-arbeidsmarkt te vergemakkelijken; wijst erop dat arbeidsbureaus vluchtelingen moeten ondersteunen met hun volledige scala aan diensten, waaronder adviesverlening, het opstellen van profielen van sollicitanten, bemiddelingsactiviteiten en het aanbieden van ondersteunende instrumenten, en verzoekt de lidstaten diensten op te zetten of te ondersteunen die vluchtelingen in contact brengen met potentiële werkgevers;

19.

benadrukt dat de erkenning van kwalificaties een essentiële voorwaarde is voor de integratie van vluchtelingen uit Oekraïne in de arbeidsmarkt van de gastlanden en voor het voorkomen van onzekere arbeidsomstandigheden; dringt aan op de vaststelling van efficiënte regels en richtsnoeren voor een snelle maar goede erkenning van kwalificaties, toegang tot taalcursussen en toegang tot onderwijs en beroepsopleiding voor jongeren die Oekraïne ontvluchten;

20.

benadrukt dat al het nodige moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat volwassenen en kinderen die naar de EU zijn gevlucht hun opleiding kunnen voortzetten en onderstreept dat op scholen niet alleen bijzondere aandacht moet worden besteed aan het overwinnen van taalbarrières, maar ook aan de behandeling van traumasymptomen, die op lange termijn negatieve gevolgen kunnen hebben;

21.

benadrukt dat vluchtelingen uit Oekraïne dezelfde toegang tot socialezekerheidsstelsels en sociale diensten moeten krijgen als EU-burgers;

Wederopbouw van Oekraïne en het EU-perspectief

22.

is ingenomen met de oprichting van een internationaal “platform voor de wederopbouw van Oekraïne”, zoals voorzien in de mededeling van de Commissie Hulp voor en wederopbouw van Oekraïne, en met de voortrekkersrol van de EU bij het mobiliseren van internationale hulp voor Oekraïne;

23.

verzoekt de Europese Unie noodfinanciering aan kleine en middelgrote ondernemingen in Oekraïne ter beschikking te stellen, in de eerste plaats om die ondernemingen in stand te houden en vervolgens ook om de groei ervan te ondersteunen. Voorkomen dat de economie in Oekraïne volledig instort, moet een ander belangrijk doel van de inspanningen van de EU voor Oekraïne zijn;

24.

benadrukt dat de wederopbouw van Oekraïne na de oorlog een eenmalige situatie is en moet leiden tot de ontwikkeling van een sterker maatschappelijk middenveld en een nieuwe economie, gebaseerd op de nieuwste groene en digitale technologieën, met innovatie als drijvende kracht;

25.

onderstreept echter dat hervormingen van de rechtsstaat, de bestrijding van corruptie en de groene en digitale transitie, waarop zoveel nadruk wordt gelegd, niet haalbaar zijn zonder een volwaardige rol van het maatschappelijk middenveld, en dringt erop aan dat maatschappelijke organisaties nauw worden betrokken bij de wederopbouw, onder meer bij de planning en uitvoering van het RebuildUkrain-mechanisme, aangezien zij het best in staat zijn om de behoeften van Oekraïense burgers te vertolken en te helpen de vorderingen te volgen die worden gemaakt bij de wederopbouw en de aanpassing aan de EU-wetgeving;

26.

benadrukt dat het conflict en de gevolgen ervan de beleidsmaatregelen voor een groene transitie in de EU niet mogen ondermijnen, maar de uitvoering ervan juist moeten versnellen;

27.

dringt er bij de Raad en het Parlement op aan te overwegen gebruik te maken van installaties voor gasopslag in naburige derde landen, wat van toegevoegde waarde zal zijn voor de voorzieningszekerheid, met name in Oekraïne;

28.

vestigt de aandacht op de mondiale voedselprijzencrisis, die nog is verergerd door de oorlog in Oekraïne, en roept de lidstaten en de EU-instellingen op de nodige stappen te zetten om buitensporige grondstoffenspeculatie aan banden te leggen en de markttransparantie te vergroten;

29.

benadrukt dat er nu maatregelen moeten worden genomen om Oekraïense boeren voor de volgende oogst te helpen; roept verder op tot de onmiddellijke tijdelijke opheffing van alle belemmeringen, zowel administratieve als fysieke, voor het verkeer van landbouwgoederen, om de uitvoer naar de interne EU-markt en naar andere delen van de wereld, zoals Afrika, snel op te voeren in sectoren waarin Oekraïne nog steeds kan exporteren; dringt erop aan dat de Oekraïense havens dringend worden heropend en dat de aangrenzende zee onder auspiciën van de VN wordt ontmijnd, zodat landbouwproducten zoals maïs, zonnebloemolie, zonnebloempitten, sojabonen en honing kunnen worden uitgevoerd;

30.

verzoekt de Europese Raad om tijdens zijn bijeenkomst in juni 2022 Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen;

31.

steunt een snelle toetreding van Oekraïne tot de EU, op basis van verdienste en in overeenstemming met de overeengekomen normen voor toetreding tot de EU, zonder afbreuk te doen aan het lopende toetredingsproces van de landen van de Westelijke Balkan (5); dringt erop aan dat het cohesiebeleid en de bijbehorende financiële instrumenten de komende jaren dienovereenkomstig worden aangepast om de uitdagingen van de naoorlogse wederopbouw van het land het hoofd te bieden; roept op tot een grondige analyse van het economisch en sociaal potentieel van de integratie van Oekraïne in de eengemaakte markt;

32.

wijst erop dat de EU, onder handhaving van de normen voor lidmaatschap, geleidelijke stappen kan zetten op weg naar de verwezenlijking van het acquis communautaire; onderstreept dat, in geval van militaire agressie, eenheid tussen de EU-lidstaten de regel moet blijven in het uitbreidingsbeleid; pleit ervoor om na te gaan op welke andere manieren niet-EU-leden deel kunnen worden van de Europese economische, sociale en veiligheidsstructuur; wijst er echter op dat daaruit voortvloeiende partnerschappen of associaties niet mogen worden gezien als een alternatief voor het EU-lidmaatschap;

Steun voor maatschappelijke organisaties

33.

wijst op de rol die het Europees Economisch en Sociaal Comité, dankzij zijn lange geschiedenis van bilaterale contacten tussen de EU en het Oekraïense maatschappelijk middenveld, kan spelen bij het onderhouden van contacten en het openhouden van de communicatiekanalen met Oekraïense maatschappelijke organisaties; onderstreept in dit verband de met de gevestigde mechanismen behaalde resultaten, met name met het platform van het maatschappelijk middenveld EU-Oekraïne en de interne adviesgroepen van de EU en Oekraïne die zijn opgericht in het kader van de associatieovereenkomst EU-Oekraïne; roept de EU op de deelname van Oekraïense maatschappelijke organisaties aan EU-netwerken van maatschappelijke organisaties te ondersteunen;

34.

onderstreept dat moet worden gestart met capaciteitsopbouw bij Oekraïense maatschappelijke organisaties, zodat zij deel kunnen hebben aan de EU-integratie en dit proces kunnen vormgeven en monitoren;

35.

benadrukt dat de steun aan het Oekraïense maatschappelijk middenveld, met inbegrip van werkgeversorganisaties en vakbonden, via speciale EU-fondsen moet worden opgevoerd om alle betrokken organisaties volledig operationeel te houden tijdens de oorlog; waarschuwt voor pogingen om de oorlog te gebruiken ter rechtvaardiging van maatregelen om de bescherming van de rechten van werknemers en de sociale bescherming omlaag te schroeven, wat de negatieve economische en sociale gevolgen van de oorlog alleen maar zal verergeren;

36.

benadrukt de rol van de Europese maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met het zoeken naar op vrede gerichte oplossingen en met de verschillende gevolgen van de Oekraïense crisis vanuit sociaal, humanitair, economisch en politiek oogpunt; onderstreept dat deze organisaties alomvattende steun en bijstand moeten krijgen via door de EU gefinancierde programma’s die specifiek voor dit doel zijn ontworpen;

37.

brengt hulde aan de bijdrage van maatschappelijke organisaties uit EU-lidstaten aan de hulpverlening aan Oekraïense vluchtelingen, waarin zij verder gaan dan de overheidsinstanties, en roept de lidstaten op om deze organisaties aanzienlijk meer organisatorische en financiële steun te gaan verlenen, ook met EU-middelen;

38.

beveelt aan jongeren die Oekraïne ontvluchten op te nemen in universitaire uitwisselingsprogramma’s van de EU en wijst op het belang van het mobiliseren van Europese jongeren die de Europese waarden steunen, en van het versterken van hun capaciteiten; moedigt partnerschappen aan tussen de nationale jeugdraden van de EU en Oekraïne, alsook uitwisselingen tussen jongeren en jongerenorganisaties uit de EU en Oekraïne; deze samenwerking zou de organisatie kunnen omvatten van een evenement dat gericht is op jongerenparticipatie en de rol daarvan bij de toekomstige wederopbouw van Oekraïne;

39.

dringt aan op steun aan voedselbanken, die een cruciale rol spelen wanneer voedseldonaties problematisch en moeizaam verlopen, aangezien voedselhulp van essentieel belang is geworden om de dringende behoeften van de Oekraïense bevolking en vluchtelingen uit Oekraïne te lenigen;

40.

benadrukt dat internationale steun verleend moet blijven worden aan maatschappelijke organisaties uit Oekraïne en andere landen die zich sterk maken voor milieubescherming en erkent dat het conflict ernstige gevolgen zal hebben voor het milieu;

41.

onderstreept dat onafhankelijke kwaliteitsmedia en factcheckers meer steun moeten krijgen, ook in de buurlanden van de EU, gezien hun cruciale bijdrage aan het versterken van de weerbaarheid tegen propaganda en desinformatie; verzoekt de EU een krachtiger tegenpropagandacampagne te voeren, met name in derde landen in Afrika en Azië, om de desinformatieoorlog tegen te gaan;

42.

maakt zich grote zorgen over de situatie van het onafhankelijke maatschappelijk middenveld in Rusland en van media en journalisten die Russische burgers alternatieve informatiebronnen bieden om de Russische propaganda te bestrijden; roept op tot EU-steun voor maatschappelijke organisaties en personen die hun activiteiten in Rusland willen voortzetten en voor humanitaire visa voor activisten die het land willen verlaten; wijst erop dat enkele Russische organisaties in Rusland ontheemde Oekraïners helpen om de EU of de westelijke delen van Oekraïne te bereiken en dat deze organisaties specifieke steun nodig hebben om visa te verkrijgen voor Oekraïense vluchtelingen die Rusland willen verlaten;

43.

verbindt zich ertoe de samenwerking en uitwisselingen met Oekraïense maatschappelijke organisaties te intensiveren, te blijven pleiten voor onverflauwde solidariteit en generositeit van de EU tegenover Oekraïne, en wil de EU en de Oekraïense autoriteiten graag laten profiteren van zijn expertise met het consolideren van de sociale en civiele dialoog. Daartoe zal het EESC op 19 juli in Krakau een evenement organiseren met maatschappelijke organisaties uit Oekraïne en de EU.

Brussel, 16 juni 2022.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  PB C 290 van 29.7.2022, blz. 1.

(2)  UNHCR, 31 mei.

(3)  UNHCR, 23 mei.

(4)  UNHCR, 31 mei.

(5)  Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de oorlog in Oekraïne en de economische, sociale en milieugevolgen daarvan (PB C 290 van 29.7.2022, blz. 1).