4.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/5


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco

(2022/C 104/05)

Bijlage B bij de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco (1) is overeenkomstig artikel 11, lid 5, van die overeenkomst vervangen door de tekst in de bijlage bij deze mededeling.


(1)  PB C 23 van 28.1.2012.


BIJLAGE

“BIJLAGE B

 

Ten uitvoer te leggen rechtsbepalingen

Uiterste datum van tenuitvoerlegging

Voorkoming van witwassen van geld

1

Verordening (EU) nr. 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006, (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1)

30 juni 2017 (2)

2

Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73)

30 juni 2017 (2)

 

Gewijzigd bij:

 

3

Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43)

31 december 2020 (4)

 

Aangevuld en ten uitvoer gelegd bij:

 

4

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1)

1 december 2017 (3)

 

Gewijzigd bij:

 

5

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105 van de Commissie van 27 oktober 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Ethiopië aan de lijst van derde landen met een hoog risico in de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 19 van 24.1.2018, blz. 1)

31 maart 2019 (4)

6

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 41 van 14.2.2018, blz. 4)

31 maart 2019 (4)

7

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1467 van de Commissie van 27 juli 2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Pakistan aan de tabel onder punt I van de bijlage (PB L 246 van 2.10.2018, blz. 1)

31 december 2019 (5)

8

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/855 van de Commissie van 7 mei 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri Lanka en Tunesië uit die tabel (PB L 195 van 19.6.2020, blz. 1).

31 december 2022 (7)

9

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/37 van de Commissie van 7 december 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de schrapping van Mongolië uit de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 14 van 18.1.2021, blz. 1)

31 december 2023 (7)

10

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/758 van de Commissie van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake de minimumactie en de soort bijkomende maatregelen waartoe krediet- en financiële instellingen verplicht zijn met het oog op het beperken van het witwasrisico en het risico van terrorismefinanciering in bepaalde derde landen (PB L 125 van 14.5.2019, blz. 4).

31 december 2020 (5)

11

Verordening (EU) 2018/1672 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005 (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 6).

31 december 2021 (5)

12

Richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld, (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 22).

31 december 2021 (5)

Preventie van fraude en vervalsing

13

Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6)

 

 

Gewijzigd bij:

 

14

Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1)

 

15

Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1)

 

16

Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1)

 

 

Gewijzigd bij:

 

17

Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5)

 

18

Met betrekking tot de in artikel 3, onder b) tot en met e), bedoelde strafbare feiten:

Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39).

31 december 2022 (6)

19

Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1)

30 juni 2016 (1)

20

Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PB L 123 van 10.5.2019, blz. 18).

31 december 2021 (5)

Bancaire en financiële wetgeving

21

Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22)

 


(1)  Het gemengd comité heeft in 2014, overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco, over deze termijn beslist.

(2)  Het gemengd comité heeft in 2015 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.

(3)  Het gemengd comité heeft in 2017 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.

(4)  Het gemengd comité heeft in 2018 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.

(5)  Het gemengd comité heeft in 2019 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.

(6)  Het gemengd comité heeft in 2020 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.

(7)  Het gemengd comité heeft in 2021 overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over deze termijn beslist.