Brussel, 22.6.2022

COM(2022) 296 final

2022/0192(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

{SWD(2022) 166 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) (Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad) moet worden gewijzigd overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” en het bijbehorende actieplan. De Commissie heeft haar voornemen aangekondigd om het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) om te zetten in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (IDL).

Het ILB is een unieke bron van micro-economische en boekhoudkundige gegevens die elk jaar van meer dan tachtigduizend landbouwbedrijven in de EU worden verkregen. Het heeft het mogelijk gemaakt de economische en financiële situatie van landbouwbedrijven sinds 1965 te beoordelen. De Commissie verstrekt de geharmoniseerde methodologie en de gemeenschappelijke vragenlijst, terwijl de lidstaten de gegevens verzamelen, verifiëren en indienen. Het IDL zal daar een milieu- en sociale dimensie aan toevoegen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Gegevens en informatie op landbouwbedrijfsniveau moeten betrouwbaar en van hoge kwaliteit zijn om beleidsmakers, landbouwers en andere relevante belanghebbenden in staat te stellen passende, empirisch onderbouwde beslissingen te nemen.

Het ILB wordt beschouwd als een efficiënt en adequaat instrument voor het verzamelen van aanvullende miliue- en sociale variabelen op landbouwbedrijfsniveau, in aanvulling op de economische en inkomensgerelateerde variabelen die nu worden verzameld.

Op EU-niveau worden bepaalde gegevens op landbouwbedrijfsniveau verzameld met betrekking tot de GLB-beleidsbehoeften, bijvoorbeeld:

(1)De geïntegreerde landbouwstatistieken (IFS) 1 hebben tot doel vergelijkbare gegevens te verstrekken over de landbouwbedrijven in de EU. De gegevens van alle landbouwbedrijven worden om de tien jaar verzameld (tellingen) en om de drie of vier jaar via tussentijdse steekproefenquêtes. De lidstaten verzamelen informatie van individuele landbouwbedrijven en de gegevens worden aan Eurostat toegezonden. De verzamelde informatie heeft betrekking op: grondgebruik, veestapel, plattelandsontwikkeling, beheer en input van arbeid in het landbouwbedrijf (met inbegrip van leeftijd, geslacht en relatie tot het hoofd van het landbouwbedrijf). De geaggregeerde resultaten worden openbaar gepresenteerd. De toegang tot de gegevens over afzonderlijke landbouwbedrijven is beperkt. De IFS bieden een basis voor extrapolatie van ILB-gegevens.



(2)Het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) 2 van het GLB is opgezet voor het beheer en de controle van betalingen aan landbouwers. Dit systeem is van toepassing op alle (al dan niet verplichte) inkomenssteunregelingen alsook op bepaalde steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die worden verleend op basis van het aantal hectare of het aantal dieren van de landbouwer. De GBCS-databank bestaat onder meer uit de volgende informatie: een identificatie van alle landbouwpercelen in de EU (landbouwpercelenidentificatiesysteem – LPIS), een geautomatiseerde databank voor dieren in EU-landen waar diergebonden steunregelingen van toepassing zijn 3 .

(3)In de komende uitvoeringsverordening van de Commissie 4 zal worden bepaald dat op EU-niveau bepaalde gegevens op het niveau van de landbouwbedrijven worden verzameld met het oog op de monitoring en evaluatie van het GLB, naast de gegevens van het monitoring- en evaluatiekader van het GLB (GTEK) die op nationaal en soms regionaal niveau worden verzameld. De lidstaten zullen de Commissie op geharmoniseerde wijze bepaalde gegevens over GLB-begunstigden verstrekken.

Alle bovengenoemde databanken zijn opgezet voor verschillende doeleinden en verzamelen niet precies dezelfde gegevens en informatie. Er is echter een mogelijkheid om deze (en andere) databanken te koppelen aan de IDL-gegevens. Het GBCS en de komende monitoring- en evaluatiedatabank voor het GLB met gegevens op het niveau van individuele landbouwbedrijven omvatten een reeds goed ingeburgerde ID voor GLB-begunstigden. In de secundaire wetgeving van het IDL zal worden onderzocht of het mogelijk is de gegevens van landbouwbedrijven te koppelen aan de ID van de GLB-begunstigde teneinde de uitwisseling van informatie tussen deze databanken mogelijk te maken — deze koppeling kan in de praktijk complex zijn om op te zetten, aangezien een begunstigde-ID niet altijd overeenkomt met een (enkel) landbouwbedrijf. Daarom bestaat het voornemen om in het kader van het IDL een unieke landbouwbedrijfs-ID te introduceren, die bijvoorbeeld in het kader van het IFS zou kunnen worden ingevoerd en die kan helpen om de IFS- en IDL-gegevens te koppelen. Voor elke databank moeten aanpassingen (in de rechtshandeling, het systeem of de verzamelmethoden) worden aangebracht met het oog op de koppeling van databanken. Ook al voorziet het IDL in de mogelijkheid tot interoperabiliteit, dan nog moeten andere databanken en systemen er dus op worden afgestemd.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het proces tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG (richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden) 5 is lopende. Het voorstel van de Commissie heeft onder meer tot doel een elektronische registratie in te voeren van bepaalde informatie over zowel het gebruik van pesticiden als niet-chemische gewasbeschermingsmaatregelen door professionele gebruikers (onder wie landbouwers). Indien de wetgeving wordt aangenomen, kunnen deze gegevens in de toekomst een basis vormen voor de extrapolatie van IDL-pesticidengegevens. De datagovernanceverordening ( COM/2020/767 ) en de voorgestelde datawet (waarvoor momenteel een juridische procedure loopt) zouden mogelijkheden kunnen openen die in de voorgestelde rechtshandeling moeten worden onderzocht, met name met betrekking tot nieuwe methoden voor gegevensverzameling en nieuwe gegevensbronnen, in overeenstemming met het doel om de kosten voor landbouwers en de lidstaten te verlagen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vormt de rechtsgrondslag voor de bepalingen die nodig zijn om de doelstellingen van het GLB na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

Op basis van het gevestigde ILB-informatienet zal het IDL een nuttig en efficiënt instrument zijn dat de EU in staat stelt bij te dragen aan de GLB-doelstellingen en economische, milieu- en sociale gegevens en informatie op landbouwbedrijfsniveau ter beschikking te stellen van zowel de lidstaten als de EU. Net als het ILB zal het IDL zorgen voor een gemeenschappelijke en geharmoniseerde enquête om gegevens op landbouwbedrijfsniveau te verzamelen en gegevens op EU-niveau vergelijkbaar te maken.

Het voorstel voor deze verordening is opgesteld om de lasten voor zowel de lidstaten als de landbouwers te helpen dragen en te verlichten en tegelijk de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de IDL-gegevens op landbouwbedrijfsniveau beter te waarborgen.

De belangrijkste criteria voor de IDL-gegevens (met inbegrip van economische, milieu- en sociale gegevens) zijn onder meer consistentie en vergelijkbaarheid. De lidstaten kunnen de nodige consistentie en vergelijkbaarheid niet in voldoende mate garanderen zonder een duidelijk Europees kader, d.w.z. EU-wetgeving waarin gemeenschappelijke definities, rapportageformaten en kwaliteitsvoorschriften worden vastgelegd.

Deze doelstellingen kunnen niet volledig door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. Maatregelen zouden doeltreffender zijn als ze op EU-niveau worden genomen, op basis van een EU-rechtshandeling die de vergelijkbaarheid van informatie en gegevens op de onder de voorgestelde handeling vallende GLB-gebieden waarborgt. In de tussentijd wordt de gegevensverzameling zelf het best door de lidstaten uitgevoerd.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, aangezien het de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau van het IDL waarborgt door geharmoniseerde benaderingen in alle lidstaten toe te passen. Het zal er ook voor zorgen dat het netwerk relevant blijft en aan de behoeften van het GLB blijft beantwoorden. Samen met de interoperabiliteit zal de verordening het verzamelen en gebruiken van gegevens op landbouwbedrijfsniveau kosteneffectiever maken en tegelijk de specifieke eigenschappen van de systemen van de lidstaten eerbiedigen

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de voorgestelde verordening zich tot de minimumvereisten die nodig zijn om haar doel te verwezenlijken en gaat ze niet verder dan hetgeen daarvoor nodig is.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: verordening.

Gezien de doelstellingen en de inhoud van het voorstel is een wijziging van de bestaande verordening het meest geschikte instrument.

Belangrijke beleidsmaatregelen van de EU, zoals het GLB, zijn afhankelijk van vergelijkbare, geharmoniseerde en hoogwaardige gegevens op landbouwbedrijfsniveau die op Europees niveau beschikbaar zijn. Dit kan het best worden gewaarborgd door verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten en die niet eerst in nationaal recht moeten worden omgezet.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Vanwege de zeer technische aard van het initiatief is er geen volledige evaluatie van het ILB-systeem verricht. Er zijn echter wetenschappelijke studies en onderzoeksprojecten 6 die beoordelingen geven met betrekking tot de kosten van de ILB-gegevensverzameling, waarbij goede praktijken in de lidstaten worden aangewezen, alsook beoordelingen van de kosten van het uitbreiden van het toepassingsgebied van het ILB tot de milieu- en sociale dimensies.

Raadpleging van belanghebbenden

De omzetting in het IDL gaf aanleiding tot verschillende raadplegingsactiviteiten 7 die gericht waren op alle drie de belangrijkste geïdentificeerde groepen belanghebbenden: (1) gegevensverstrekkers, (2) gegevensverzamelaars en (3) gegevensgebruikers 8 .

Na diverse raadplegingen van relevante belanghebbenden lijken alle groepen belanghebbenden over het algemeen voorstander te zijn van het IDL-initiatief en van de toevoeging van sociale en milieuaspecten aan de in het ILB verzamelde economische gegevens. Hoewel er krachtige steun werd uitgesproken voor het verzamelen van gegevens op het niveau van landbouwbedrijven in het IDL voor de beoordeling van de economische duurzaamheid van de landbouw naast de milieu- en sociale duurzaamheid, waren sommige respondenten van mening dat de inspanningen op het gebied van gegevensverzameling moeten worden gedeeld tussen de verschillende gebruikers en dat de administratieve lasten voor gegevensverstrekkers en gegevensverzamelaars moeten worden beperkt. Om de administratieve lasten voor landbouwers en gegevensverzamelaars te beperken, heeft de Commissie het begrip “gegevens eenmaal verzamelen en meermaals gebruiken” ingevoerd met het oog op een betere gegevensdeling tussen overheidsdiensten, statistische autoriteiten en particuliere lichamen. De Commissie streeft er ook naar bij te dragen in de initiële kosten van aanpassingen door de lidstaten in het IDL-omzettingsproces.

Gegevensverstrekkers en gegevensverzamelaars hebben hun bezorgdheid geuit over de privacy van de verstrekte gegevens en de mogelijke terughoudendheid van landbouwers om dergelijke informatie te delen. Daarom heeft de Commissie in het wetgevingsvoorstel de individuele gegevensbeschermingsregels aangescherpt.

Gegevensverzamelaars deelden hun bezorgdheid over het gebrek aan bereidheid bij landbouwers om mee te werken aan de gegevensverzamelingexercities, problemen met het rekruteren van nieuwe landbouwbedrijven en het verlies van deelnemende landbouwbedrijven. In haar IDL-initiatief wordt door de Commissie voorgesteld en aangemoedigd feedback aan landbouwers te verstrekken en te voorzien in een verplichting voor landbouwers om de IDL-enquête te beantwoorden, zoals het geval is voor statistische enquêtes.

De meeste gegevensverstrekkers waren van mening dat het ontvangen van een financiële vergoeding voor deelname aan de IDL-gegevensverzameling voor hen relevant zou zijn. In het initiatief stelt de Commissie de mogelijkheid voor de lidstaten voor om verschillende stimulansen vast te stellen voor de deelname van landbouwers aan het informatienet, met inbegrip van financiële premies.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Ter voorbereiding van het IDL-voorstel zijn de leden van het ILB-comité en de specifieke werkgroepen geraadpleegd.

Effectbeoordeling

9 Gezien de zeer technische aard van het initiatief en de beperkte beleidskeuze voor de Commissie werd een effectbeoordeling niet nodig geacht. Uit de effectbeoordeling bij de wetgevingsvoorstellen van 2018 voor het GLB na 2020 is gebleken dat de bestaande gegevensbronnen moeten worden aangepast en versterkt om ze beter af te stemmen op het nieuwe beleid, en dat de kwaliteit van de gegevens moet worden verbeterd, met name met betrekking tot indicatoren die verband houden met agromilieu, biodiversiteit en klimaat. In de effectbeoordeling werd ook voorgesteld de ILB-dekking uit te breiden om tot een zo goed mogelijke vertegenwoordiging van marktgeoriënteerde landbouwbedrijven te komen. Voorts werd gespecificeerd dat een herziening nodig kan zijn voor variabelen in het bedrijfsformulier (waarbij ook rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van het Flint-project) en voor de wijze waarop participatie van GLB-begunstigden aan de ILB-gegevensverzameling wordt georganiseerd.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Voor de omzetting van het ILB in het IDL werden vereenvoudiging en lastenverlichting als een centraal onderdeel van het initiatief beschouwd, naast duurzaamheid. Het doel was vast te stellen op welke gebieden de methoden voor gegevensverzameling kunnen worden vereenvoudigd en de kosten dienovereenkomstig kunnen worden verlaagd.

Ten eerste moet worden erkend dat de methoden voor gegevensverzameling sterk verschillen van lidstaat tot lidstaat, aangezien zij de voor hen meest geschikte methode voor het verzamelen van ILB-gegevens op landbouwbedrijfsniveau kunnen kiezen. Bovendien is er geen gedetailleerd overzicht van de gegevensverzamelingsmethode(n) van elke lidstaat, samen met een gedetailleerd overzicht van de kosten en lasten. Daarom is bij deze vereenvoudigings- en lastenverlichtingsexercitie rekening gehouden met de meest recente studies en projecten (zie hieronder) en met de relevante resultaten van de raadplegingsactiviteiten. Op basis daarvan worden hieronder bepaalde vereenvoudigings- en lastenverlichtingstrajecten voorgesteld. Uiteindelijk is het echter aan de lidstaten om het meest geschikte traject of de meest geschikte trajecten te kiezen, samen met de IDL-gegevensverzamelingsmethode(n) voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale variabelen.

1. De studie “Cost of and good practices for FADN data collection” is in 2015 uitgevoerd en gepubliceerd 10 . Het hoofddoel van deze studie was het onderzoeken van de methoden en kosten in de lidstaten voor het verzamelen van ILB-gegevens, rekening houdend met het gebruik van gegevens ten behoeve van deelnemende landbouwers en met het oog op een betere beleidsvorming. De resultaten van deze studie bevestigen dat er geen uniforme methode bestaat voor het verzamelen van ILB-gegevens; de lidstaten kiezen hun eigen manier om de gegevens te verzamelen. Als gevolg daarvan verschillen de kosten voor het verzamelen van ILB-gegevens sterk van lidstaat tot lidstaat 11 . De studie noemt drie belangrijke factoren voor de uiteenlopende kosten:

1) de reikwijdte en de omvang van de ILB-steekproef (Malta verzamelt bijvoorbeeld gegevens van 536 landbouwbedrijven, tegenover Polen van 12 100 landbouwbedrijven);

2) de verschillende methoden die worden toegepast voor het verzamelen van ILB-gegevens (bijvoorbeeld gegevens die rechtstreeks door het ILB-verbindingsorgaan of via ingehuurde particuliere boekhoudbedrijven worden verzameld); en

3) externe factoren zoals verschillende salarisniveaus tussen de lidstaten en verschillen in gemiddelde landbouwbedrijfsgrootte binnen het ILB-waarnemingsgebied.

De keuze van de methode voor het verzamelen van gegevens kan, althans tot op zekere hoogte, de hogere kosten compenseren die het gevolg zijn van hogere loonniveaus en een grotere landbouwbedrijfsschaal. De meest efficiënte manier om gegevens te verzamelen in termen van publieke kosten is door gebruik te maken van bestaande rekeningen (die tegen particuliere kosten zijn geproduceerd). Tegelijkertijd lijkt deze methode het minst flexibel te zijn. Wanneer in het kader van bestaande rekeningen geen milieu- en sociale gegevens beschikbaar zijn, kan het nodig zijn de gegevensverzamelingsmethode voor het IDL aan te passen of te wijzigen. Ten slotte wordt in de studie gespecificeerd dat het toevoegen of schrappen van een extra variabele geen enorme impact heeft op de verhouding van de totale gegevensverzamelingskosten per variabele. Na de invoering van het systeemkader, zijn de jaarlijkse kosten meestal vaste kosten (in verband met het opzetten en uitvoeren van enquêtes, met inbegrip van personeel, opleiding, IT-systeem) en zijn specifieke variabele kosten (bv. het bijwerken van instructies, het toevoegen van specifieke softwarecode) gering.

2. In het kader van het Flint 12 -onderzoeksproject zijn indicatoren op landbouwbedrijfsniveau vastgesteld om de beleidsevaluatie van (onder meer) randvoorwaarden, duurzaamheid en innovatie in het GLB te verbeteren. De verzameling van gegevens over deze indicatoren werd gekoppeld aan het ILB in een proefnetwerk in verschillende Europese landen. De resultaten van dit project 1) bevestigen dat het op het ILB gebaseerde systeem een efficiënt en geschikt instrument is voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau; 2) bieden een solide wetenschappelijke basis, samen met lijsten van mogelijke nieuwe variabelen, voorbeelden van manieren om gegevens voor deze nieuwe variabelen te verzamelen, en brengen knelpunten bij de uitvoering 13 en analytische voordelen 14 in kaart.

3. De studie over de kosten van de uitbreiding van het ILB tot het IDL 15 is een actualisering van twee eerder beschreven studies. Ze bevat een extra kostenanalyse met betrekking tot het toevoegen van “Flint-gegevens” 16 aan de huidige ILB-dataset. In de studie wordt geraamd dat de gemiddelde kosten van de verzameling van ILB-gegevens in de EU 750 EUR per bedrijfsformulier bedragen, terwijl de kosten voor uitbreiding tot IDL (door alle Flint-gegevens toe te voegen) de kosten zouden doen stijgen tot 1 040 EUR per bedrijfsformulier, wat neerkomt op een stijging van ongeveer 40 %. Deze studie bevestigde de resultaten van de studie van 2015 waaruit blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de landen wat betreft de huidige ILB-kosten voor gegevensverzameling en de verwachte extra kosten in verband met de omzetting naar het IDL. De studie bevestigde ook dat sommige lidstaten reeds bepaalde variabelen inzake duurzaamheid hebben verzameld die voor het IDL zijn gepland, terwijl andere lidstaten dit niet hebben gedaan en dus met hogere initiële kosten kunnen worden geconfronteerd. De totale uitgaven voor gegevensverzameling zijn dus niet rechtstreeks vergelijkbaar tussen de lidstaten. Uiteindelijk lopen de geraamde kostenveranderingen sterk uiteen, gaande van landen als Ierland (+ 10 %) en Nederland (+ 11 %) tot Frankrijk (+ 124 %) en Malta (+ 225 %) 17 . Hieraan moet echter worden toegevoegd dat deze kostenberekening de toevoeging van alle zeventig variabelen omvat, zoals vastgesteld in het Flint-project, terwijl de voorgestelde omzetting naar het IDL niet tot doel heeft maar liefst zeventig variabelen toe te voegen en de toevoeging van variabelen in de tijd zal worden gespreid. Ten eerste zal de uitbreiding tot het IDL geleidelijk verlopen. Ten tweede zou volgens de oorspronkelijke raming bij de uitbreiding met 5 tot 25 nieuwe variabelen moeten worden gerekend, die verder moeten worden beoordeeld in het kader van de lopende analyse voor het in punt 4 beschreven proefproject, waarbij ook rekening zou worden gehouden met de ontwikkeling van het rechtskader na de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie. Voorts wordt in de studie geen rekening gehouden met de voordelen die voortvloeien uit het vereenvoudigingsproces en evenmin met de koppelingen en de uitwisseling van gegevens met andere databanken. Als gevolg daarvan kunnen de kosten voor de uitbreiding van het IDL veel lager worden geraamd dan in de genoemde studie.

4. In het kader van een lopend proefproject 18 zal voor elke lidstaat een analyse worden uitgevoerd en gedetailleerde informatie worden verstrekt over duurzaamheidsvariabelen en de bijbehorende gegevensbronnen. Zoals reeds is vermeld, zijn de methoden voor het verzamelen van gegevens afhankelijk van de keuze van de lidstaat. Daarom zal dit proefproject een beoordeling opleveren van de gegevensverzamelingsmethode(n) die wordt (worden) toegepast voor het verzamelen van duurzaamheidsgegevens voor elke lidstaat en zal het laten zien hoe deze zijn (of kunnen worden) gekoppeld aan het ILB-gegevensverzamelingssysteem. De resultaten zullen de situatie in elke lidstaat beschrijven en een redelijke raming geven van de administratieve lasten en kosten in verband met hun gegevensverzameling 19 . Deze resultaten zullen rechtstreeks worden meegenomen in de werkzaamheden met betrekking tot de secundaire wetgeving inzake het IDL.

Het IDL-voorstel is erop gericht de kosten en administratieve lasten voor de landbouwers en de lidstaten op lange termijn te verminderen. Op basis van bevindingen en analysen worden in het voorstel de volgende elementen in aanmerking genomen:

(1)Voortbouwen op goede fundamenten. Het verzamelen van duurzaamheidsgegevens, ongeacht of dat binnen of buiten het ILB gebeurt, zal kosten met zich meebrengen. Het gebruik van het reeds gevestigde ILB-systeem en zijn netwerk is een kostenefficiëntere keuze voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau om het EU-beleid te beoordelen dan het opzetten van een nieuwe afzonderlijke en aanvullende databank. De economische gegevens van het ILB zijn een vereiste in het kader van het EU-beleid. Daarom zullen de kosten en lasten in verband met het onderhouden en verbeteren van het ILB blijven bestaan. Bovendien bestaat het risico dat de relevantie van een zuiver economisch ILB afneemt.

(2)Veranderingen in de loop der tijd. De omzetting in het IDL is een proces dat tijd zal vergen. Hoewel 2025 naar verwachting het eerste jaar is waarin nieuwe gegevens worden verzameld, zal het aantal nieuwe variabelen aanvankelijk beperkt zijn. Volgens de eerste raming zou het aantal nieuwe variabelen tussen 5 en 25 liggen.

(3)Interoperabiliteit helpt. Het IDL zal het hergebruik van reeds beschikbare gegevens in andere databanken en bronnen aanmoedigen (bijvoorbeeld koppelingen met het GBCS, andere relevante databanken van de nationale bureaus voor de statistiek). Op langere termijn zal dit de kosten voor het verzamelen van gegevens voor de lidstaten verlagen en tegelijkertijd de lasten voor de landbouwers verminderen (d.w.z. gegevens over landbouwbedrijven eenmaal verzamelen, meermaals gebruiken).

(4)Gebruik van moderne en digitale gegevensverzamelingsmethoden. Het IDL zal het gebruik van alternatieve, moderne en digitale instrumenten voor het verzamelen van gegevens bevorderen. Uit de doorlichting in het kader van de vereenvoudiging en modernisering van het ILB is gebleken dat de kosten en lasten op bepaalde gebieden kunnen worden verminderd door gebruik te maken van moderne instrumenten (bijvoorbeeld in verband met geolocatie). Bovendien kan het op afstand verzamelen van gegevens (bijvoorbeeld gebruik van satellieten, meetsensoren) en het koppelen ervan aan andere beschikbare administratieve gegevens de kosten en lasten voor zowel de lidstaten als de landbouwers verder verminderen (bijvoorbeeld kosten besparen omdat minder contact met landbouwers nodig is, hergebruik van reeds beschikbare informatie). Bij de toetsing van de secundaire wetgeving zullen verdere gedetailleerde werkzaamheden worden verricht.

(5)Keuze om jaarlijks of periodiek gegevens te verzamelen. Het IDL-initiatief zal een onderscheid maken tussen jaarlijkse en periodieke gegevensverzameling (om de paar jaar), aangezien sommige variabelen misschien niet elk jaar hoeven te worden verzameld. Daarom zullen met die aanpak bepaalde kosten worden bespaard en verwacht wordt dat een langere periode voor de periodieke verzamelingen zal helpen om deze gegevensverzamelingen beter te plannen.

(6)Financiële steun aan lidstaten en landbouwers. De EU-begroting draagt reeds bij aan de verzameling van ILB-gegevens via de standaardvergoeding van de EU. Wat het IDL betreft, is het de bedoeling dat, om de lidstaten te helpen de initiële kosten van de omschakeling te dekken, de EU-begroting financieel zal bijdragen aan het opzetten en moderniseren van de systemen van de lidstaten. Om landbouwers te stimuleren om deel te nemen aan het informatienet, mogen de lidstaten bovendien landbouwers betalen voor het verstrekken van gegevens. Tegelijkertijd zal het IDL de statistische regels overnemen volgens welke landbouwers verplicht zijn een enquête te beantwoorden.

Samenvattend blijkt uit bovengenoemde beoordeling dat de omzetting naar het IDL op korte termijn extra kosten en enige lasten met zich mee zal brengen 20 , vooral voor de lidstaten. Deze houden voornamelijk verband met de beginfase van het omschakelingsproces, gedurende welke in sommige lidstaten bepaalde wijzigingen in de methoden voor gegevensverzameling en/of IT-aanpassing nodig kunnen zijn. Er wordt echter van uitgegaan dat de kosten en lasten op langere termijn zullen dalen voor zowel de lidstaten als de landbouwers.

Grondrechten

Het voorstel versterkt de bescherming van de grondrechten in verband met de aanscherping van de regels inzake individuele gegevensbescherming en door de naleving van artikel 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te verbeteren.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bepaalt dat de EU-begroting de IT-kosten van de Commissie dekt, alsook de jaarlijkse bijdrage (de forfaitaire vergoeding van de EU) die een deel van de kosten van de gegevensverzameling door de lidstaten dekt. Er zij op gewezen dat de forfaitaire vergoeding van de EU de afgelopen twaalf jaar licht is gestegen 21 . Deze stijging dekte de inflatie in die periode echter niet volledig. Bovendien werd geoordeeld dat de EU-bijdrage slechts 30 % van de kosten voor gegevensverzameling van de lidstaten dekt 22 .

Wat de EU-begroting betreft, beoogt het IDL-voorstel het huidige toepassingsgebied uit te breiden en te wijzigen door:

(1)differentiëring van de budgetten voor regelmatige en speciale enquêtes;

(2)het mogelijk te maken de opzet en modernisering van de IDL-gegevensverzamelingssystemen van de lidstaten en hun IT-aanpassingen te financieren;

(3)de deelname van landbouwbedrijven te stimuleren door de lidstaten een andere toewijzing van vergoedingen toe te staan in verhouding tot de standaardopbrengstwaarde van het bedrijf;

(4)de lidstaten de mogelijkheid te bieden om landbouwers te stimuleren om deel te nemen aan het informatienet door landbouwers bijvoorbeeld een financiële premie te verlenen.

De EU-begroting van het ILB voor 2022 bedraagt in totaal 16,7 miljoen EUR. Het IDL-budget zal naar verwachting worden verhoogd om de bovengenoemde uitbreidingen van het toepassingsgebied te dekken. Aangezien het uiteindelijke bedrag echter sterk afhangt van de vorm en de details van de secundaire wetgeving, kan het bedrag in dit stadium niet volledig worden beoordeeld.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde verordening zal naar verwachting zo spoedig mogelijk door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen en de Commissie zal de uitvoeringsmaatregelen naar verwachting kort daarna aannemen. De verordening zal rechtstreeks toepasselijk zijn in alle lidstaten, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

De lidstaten moeten de Commissie vanaf 2026 (voor het boekjaar 2025) gegevens verstrekken.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De voorgestelde wijziging is van toepassing op de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 5 bis, 5 ter, 6, 7, 8, 16, 17, 19 en 19 bis van Verordening (EU) nr. 1217/2009, teneinde het ILB om te zetten in het IDL door de reikwijdte van de gegevensverzameling uit te breiden tot de ecologische en sociale dimensie, naast de economische dimensie; door de huidige gegevensreeks te vereenvoudigen en te moderniseren; door landbouwers te motiveren om deel te nemen aan het informatienet; en door de lidstaten te helpen bij het verzamelen van gegevens (bv. koppelingen met andere relevante databanken, een bijdrage leveren aan het omzettingsproces).

2022/0192 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 23 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 24 ,

Gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De ontwikkeling van de landbouwsector van de Unie en van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vereist objectieve en relevante informatie over de prestaties en de duurzaamheid van de landbouwbedrijven in de Unie. Het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad 25 .

(2)In de effectbeoordeling van de Commissie ter ondersteuning van de wetgevingsvoorstellen van 2018 voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) na 2020 26 werd vastgesteld dat de verzameling van gegevens op landbouwbedrijfsniveau moet worden verbeterd.

(3)In de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” (“van boer tot bord”-strategie) heeft de Commissie het voornemen uitgesproken om het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) om te zetten in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (IDL), met het oog op de verzameling van duurzaamheidsgegevens op landbouwbedrijfsniveau. De omschakeling zal ook bijdragen tot de verbetering van de adviesdiensten voor landbouwers en tot benchmarking van de prestaties van landbouwbedrijven.

(4)De duurzaamheid van landbouwbedrijven wordt beoordeeld in het kader van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, op basis van drie belangrijke aspecten: het economische, het ecologische en het sociale aspect. Momenteel worden voornamelijk gegevens verzameld om de economische aspecten van landbouwbedrijven te beoordelen, terwijl de algehele duurzaamheid van het bedrijf moet worden beoordeeld, met inbegrip van milieugegevens die verband houden met bodem, lucht, water en biodiversiteit, alsook gegevens over de sociale dimensie van de landbouw. De omschakeling naar het IDL maakt het mogelijk de prestaties van landbouwbedrijven te benchmarken met regionale, nationale en sectorale gemiddelden. Wat boekhoudkundige gegevens betreft, vormen boekhoudingen van landbouwbedrijven de primaire bron voor de gegevens die noodzakelijk zijn voor de waarneming van de inkomens in de landbouwbedrijven en voor de bedrijfseconomische analyse van deze bedrijven. De verzamelde informatie kan ook worden gebruikt om gepersonaliseerde adviesdiensten en feedback aan landbouwers te verstrekken met het oog op de verbetering van de duurzaamheid van de landbouwbedrijven.

(5)Deze doeleinden kunnen slechts worden bereikt indien gebruik wordt gemaakt van een informatienetwerk van de Unie voor de verzameling van duurzaamheidsgegevens van landbouwbedrijven, hierna “informatienet” genoemd, dat steunt op gegevensverzamelaars in elke lidstaat, die het vertrouwen van de betrokken partijen geniet. De lidstaten of de verantwoordelijke nationale autoriteiten moeten ernaar streven om de wijze waarop gegevens over landbouwbedrijven worden verzameld, zo veel mogelijk te moderniseren. Om de lasten voor landbouwers en gegevensverzamelaars te verminderen, teneinde overlapping van gegevensverzoeken te voorkomen en de IDL-gegevensset te verrijken, moet het beginsel van het éénmaal verzamelen en meermaals hergebruiken van gegevens worden toegepast. De richtlijn open data 27 zal in aanmerking worden genomen. Het gebruik van digitale oplossingen moet worden bevorderd, met inbegrip van het hergebruik van gegevens en het delen van gegevens met andere bronnen. Er moet worden bepaald dat het uitsluitend op bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding gebaseerde systeem kan worden uitgebreid met het oog op het verzamelen van milieu- en sociale variabelen en dat de gegevensverzameling kan worden gebaseerd op zowel regelmatige als speciale enquêtes, afhankelijk van de informatiebehoeften.

(6)Wat het in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1217/2009 vastgestelde waarnemingsgebied betreft, worden de voornaamste criteria voor de representativiteit van de boekhoudkundige gegevens en de selectiecriteria voor regelmatige enquêtes gehandhaafd, terwijl aanvullende informatie wordt toegevoegd voor de andere aspecten van duurzaamheid en niet uit het oog wordt verloren dat de resulterende enquête mogelijk niet representatief is wat milieu- of sociale variabelen betreft. Afhankelijk van de behoefte om dergelijke informatie te verzamelen, kunnen speciale enquêtes worden georganiseerd met verschillende selectiecriteria en een verschillende periodiciteit, met inbegrip van ad-hoc-enquêtes of periodieke (om de paar jaar plaatsvindende) enquêtes.

(7)Bij het verzenden van de gegevens voor het bedrijf met boekhouding op het niveau van de Unie moeten de lidstaten voorzien in een landbouwbedrijfs-ID om identificatie op landbouwbedrijfsniveau mogelijk te maken met het oog op de uitwisseling van gegevens op het niveau van de Unie. Deze informatie-uitwisseling heeft tot doel de capaciteit voor het analyseren van duurzaamheidskwesties te vergroten.

(8)Indien individuele gegevens door de Commissie of verbindingsorganen worden gedeeld, is het van het grootste belang de gegevensbescherming te waarborgen en landbouwers de zekerheid te bieden dat hun gegevens en alle andere individuele gegevens die op grond van deze verordening zijn verkregen, zullen worden geanonimiseerd of gepseudonimiseerd om hun identificatie te vermijden, zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen.

(9)De gegevens moeten worden verzameld op het niveau van de lidstaat en moeten worden gepseudonimiseerd met het identificatienummer. Alleen gepseudonimiseerde gegevens mogen aan de Commissie worden toegezonden. Er dient te worden bepaald dat toegang tot deze gegevens alleen aan de bevoegde autoriteiten mag worden verleend in specifieke gevallen en in overeenstemming met het internationale, het Unie- en het nationale recht. De te volgen procedures en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om toegang te krijgen tot gegevens overeenkomstig de vereisten inzake noodzakelijkheid en evenredigheid, moeten worden vastgesteld in het internationale, Unie- en nationale recht, en met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(10)Alle nodige maatregelen moeten worden genomen om de-anonimisering en de-pseudonimisering te voorkomen, maar het kan voorkomen dat gegevens openbaar worden gemaakt als gevolg van aanvullend onderzoek en openbaarmaking van gegevens buiten de controle van de Commissie. In dergelijke gevallen moeten gegevens als persoonsgegevens worden beschouwd en moeten de Verordeningen (EU) 2016/679 28 en (EU) 2018/1725 29 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing zijn. Er worden gegevens verzameld over landbouwbedrijven, zonder rekening te houden met de eigendom van natuurlijke of rechtspersonen. Daarom moeten de waarborgen inzake gegevensbescherming worden uitgebreid tot rechtspersonen. Voorts moet, wat de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken betreft, aan de beginselen van Verordening (EG) nr. 223/2009 30 worden voldaan.

(11)Met het oog op gegevensbescherming moeten nadere regels inzake gegevensbeheer worden vastgesteld. Daarom moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van de niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 1217/2009 teneinde daarin regels op te nemen inzake het gegevensbeheerproces, met name de landbouwbedrijfs-ID, gegevensopslag, kwaliteit en validering van gegevens, gebruik van gegevens, toegang tot en verzending van primaire gegevens, verwerking van primaire gegevens, combinatie van gegevens met andere gegevensbronnen, de procedure om de beschikbaarheid van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens te waarborgen, compatibele systemen voor gegevensopslag en -uitwisseling, herziening van weigering om gegevens te verstrekken, verplichtingen voor eindgebruikers van wetenschappelijke gegevens en andere belanghebbende partijen.

(12)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1217/2009 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot het specifieke beheer van regelmatige en speciale enquêtes, alsook met betrekking tot specifieke gegevensbeschermingsregels.

(13)Gezien het uitgebreide toepassingsgebied van het IDL moeten de begrotingsregels worden aangepast, inclusief gedifferentieerd beheer voor regelmatige en speciale enquêtes. De begroting van de Unie moet de opzet en modernisering van de systemen van de lidstaten financieren om deze af te stemmen op de herziene reikwijdte en het herziene beheer van het IDL. De lidstaten kunnen voorzien in een toewijzing die gerelateerd is aan de standaardopbrengstwaarde van het landbouwbedrijf. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om stimulansen vast te stellen voor de deelname van landbouwers aan het informatienet, zoals financiële premies, feedback over de prestaties van landbouwbedrijven met de nadruk op het verbeteren van duurzame landbouwpraktijken, of gericht advies op basis van IDL-informatie.

(14)Aangezien sommige lidstaten problemen ondervinden met de deelname van landbouwers aan het informatienet, hebben sommige van hen het ILB-systeem reeds bij de nationale statistiek ondergebracht, waardoor landbouwers verplicht zijn de gevraagde informatie te verstrekken. De landbouwers die als bedrijf met boekhouding worden geselecteerd, moeten de gegevens verstrekken; het moet voor de lidstaten mogelijk zijn nationale regels vast te stellen om gevallen waarin bedrijven met boekhouding niet aan een dergelijke verplichting voldoen, aan te pakken.

(15)De naam van het Comité voor het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen moet worden gewijzigd om rekening te houden met de wijzigingen in de huidige verordening. Het huidige comité moet echter blijven bestaan met dezelfde functies, aangepast aan het nieuwe toepassingsgebied van het informatienet.

(16)    Verordening (EG) nr. 1217/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt als volgt gewijzigd:

(1)    De titel van de verordening wordt vervangen door:

“Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een netwerk voor de verzameling van duurzaamheidsgegevens van landbouwbedrijven in de Unie”.

(2)    De titel van hoofdstuk I wordt vervangen door:

“OPRICHTING VAN EEN INFORMATIENET VAN DE UNIE INZAKE DE DUURZAAMHEID VAN LANDBOUWBEDRIJVEN”.

(3)    Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

1. Er wordt een informatienet van de Unie inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (“IDL” of “informatienet”) opgezet om economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau te verzamelen.

2. De op grond van deze verordening verkregen gegevens dragen bij tot de beoordeling van de duurzaamheid van de landbouw in de EU.

3. IDL-gegevens worden openbaar gemaakt op een wijze die in overeenstemming is met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Verordeningen (EU) 2016/679* en 2018/1725**.

4. In voorkomend geval voldoen de verwerking, het beheer en het gebruik van uit hoofde van deze verordening verzamelde gegevens aan de Verordeningen (EU) 2016/679, (EU) 2018/1725 en (EG) 223/2009***.”.

*    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

**    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

***    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(4)     Artikel 2 wordt vervangen door:

   “Artikel 2

Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder:

a) “landbouwer”: de natuurlijke persoon die het lopende en dagelijkse beheer van het landbouwbedrijf voert;

b) “bedrijf”: een landbouwbedrijf, in overeenstemming met het algemeen gebruik ervan in het kader van de landbouwenquêtes en -tellingen van de Unie;

c) “bedrijfsklasse”: een aantal landbouwbedrijven die volgens de typologie van de Unie van de landbouwbedrijven naar productierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde klasse behoren zoals omschreven in artikel 5 ter;

d) “bedrijfsformulier”: de vragenlijst die is ingevuld met de gegevens van een landbouwbedrijf volgens de gemeenschappelijke IDL-methode;

e) “bedrijf met boekhouding”: elk landbouwbedrijf dat bedrijfsformulieren indient voor de doeleinden van het informatienet;

f) “streek van het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven” of “IDL-streek”: het grondgebied van een lidstaat of een deel van het grondgebied van een lidstaat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding;

g) “IDL-gegevens”: economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau die betrekking hebben op landbouwbedrijven en zijn afgeleid uit rekeningen, en/of andere gegevensbronnen die systematisch en regelmatig worden verzameld;

h) “standaardopbrengst”: de standaardwaarde van de brutoproductie;

i) “persoonsgegevens”: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, waarbij de bescherming echter wordt uitgebreid tot de legitieme belangen van landbouwers die rechtspersonen zijn;

j) “landbouwbedrijfs-ID”: het unieke identificatienummer voor een individueel bedrijf met betrekking tot de verwerking van gegevens in het kader van deze verordening;

k) “verwerking van gegevens”: elke bewerking of reeks bewerkingen met betrekking tot gegevens van personen, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1725;

l) “primaire gegevens”: gegevens met betrekking tot individuele landbouwbedrijven, individuele natuurlijke of rechtspersonen en individuele steekproeven;

m) “metagegevens”: gegevens die kwalitatieve en kwantitatieve informatie verschaffen over de verzamelde primaire gegevens;

n) “geanonimiseerde gegevens”: gegevens op basis van de primaire gegevens, in een zodanige vorm dat natuurlijke of rechtspersonen niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd;

o) “gepseudonimiseerde gegevens”: persoonsgegevens die niet meer aan een specifieke betrokkene kunnen worden gekoppeld zonder dat er aanvullende gegevens worden gebruikt, mits deze aanvullende gegevens apart worden bewaard en technische en organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens niet aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon worden gekoppeld;

p) “geaggregeerde gegevens”: het resultaat van de samenvatting van de primaire of de gedetailleerde gegevens voor specifieke analytische doeleinden.”.

(5)    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Een lijst van IDL-streken is opgenomen in bijlage I.”.

(6)    In artikel 3 wordt de term “ILB” vervangen door “IDL”.

(7)    De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

“GEGEVENS VOOR DE CONSTATERING VAN DE INKOMENS VAN LANDBOUWBEDRIJVEN EN DE VERZAMELING VAN ANDERE DUURZAAMHEIDSINFORMATIE”.

(8)    Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van boekhoudkundige en andere duurzaamheidsgegevens. IDL-gegevens worden verzameld door middel van regelmatige en speciale enquêtes.

2. De voor het IDL bevoegde autoriteit kan andere gegevensbronnen gebruiken om gegevens te verzamelen en te hergebruiken als input voor de IDL-enquêtes.

3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels inzake het gegevensbeheerproces, met name de landbouwbedrijfs-ID, gegevensopslag, kwaliteit en validering van gegevens, gebruik van gegevens, toegang tot en verzending van primaire gegevens, verwerking van primaire gegevens, combinatie van gegevens met andere gegevensbronnen, de procedure om de beschikbaarheid van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens te waarborgen, compatibele systemen voor gegevensopslag en -uitwisseling, herziening van weigering om gegevens te verstrekken, verplichtingen voor eindgebruikers van wetenschappelijke gegevens en andere belanghebbende partijen.    

4. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling en actualisering van de vorm en inhoud van gemeenschappelijke regelmatige en speciale enquêtes, alsook methoden en vereisten voor het hergebruiken en delen van gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(9)    Artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

1. Het waarnemingsgebied omvat de landbouwbedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde, uitgedrukt in euro overeenkomend met één van de ondergrenzen van de klassen van de economische bedrijfsomvang van de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven zoals omschreven in artikel 5 ter.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met de regels voor het vaststellen van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde drempelwaarde.

De Commissie stelt op basis van de gegevens van de lidstaten uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de in de eerste alinea bedoelde drempelwaarde. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2. Als bedrijven met boekhouding worden gekozen landbouwbedrijven

a) die onder het in lid 1 bedoelde waarnemingsgebied vallen;

b) die representatief zijn voor het waarnemingsgebied, samen met de andere bedrijven, op het niveau van elke IDL-streek.

3. Een landbouwbedrijf dat in het schema voor de selectie van bedrijven met boekhouding als bedrijf met boekhouding is aangemerkt, verstrekt de gevraagde gegevens.

4. De lidstaten kunnen nationale regels vaststellen om mogelijke gevallen van niet-naleving van lid 3 aan te pakken.”.

(10)    Artikel 5 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) de eerste alinea van lid 1 wordt vervangen door:

“Elke lidstaat stelt een schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op dat een representatieve steekproef voor het waarnemingsgebied waarborgt, met inbegrip van zowel regelmatige als, indien van toepassing, speciale enquêtes.”;

b)    in de leden 2 en 3 wordt de term “ILB” vervangen door de term “IDL”.

(11)    In artikel 5 ter wordt lid 1 vervangen door:

“1. Landbouwbedrijven worden op uniforme wijze overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven geclassificeerd, zoals hun productierichting, hun economische omvang en het belang van andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden.

De typologie voor landbouwbedrijven wordt in het bijzonder gebruikt voor de presentatie – per productierichting en per klasse van economische bedrijfsomvang – van de gegevens die zijn verzameld via de landbouwstructuurenquêtes van de Unie en het IDL.”.

(12)    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Elke lidstaat stelt een Nationaal Comité van het informatienet in (hierna “Nationaal Comité” genoemd).”;

b) in lid 4 wordt de term “ILB” vervangen door “IDL”.

(13)    In artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Elke lidstaat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

a) het in kennis stellen van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars zoals bureaus voor bedrijfsboekhouding van het toepasselijke regelgevingskader en het zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging daarvan;

b) het opstellen, het ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voorleggen en het vervolgens bij de Commissie indienen van het schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding;

c) het opstellen van:

i) de lijst van bedrijven met boekhouding,

ii) indien van toepassing, de lijst van gegevensverzamelaars die in staat zijn de bedrijfsformulieren in te vullen;

d) het produceren van de bedrijfsformulieren die hem door de gegevensverzamelaars zijn toegezonden, inclusief op basis van gegevens uit andere gegevensbronnen;

e) het verifiëren of de bedrijfsformulieren naar behoren zijn ingevuld;

f) het doorzenden aan de Commissie van de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren in het vereiste formaat en binnen de gestelde termijn;

g) het doen toekomen van de in artikel 17 genoemde verzoeken om inlichtingen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars en het toezenden aan de Commissie van de desbetreffende antwoorden;

h) het beschikbaar stellen van de verkregen resultaten voor het verstrekken van advies en feedback aan landbouwers over hun duurzaamheidsprestaties.”.

(14)    Artikel 8 wordt vervangen door:

“Artikel 8

1. Elk bedrijf met boekhouding maakt het voorwerp van een individueel bedrijfsformulier uit en wordt geïdentificeerd aan de hand van een landbouwbedrijfs-ID.

2. Het naar behoren ingevulde bedrijfsformulier omvat de gegevens waardoor het mogelijk is:

a) het bedrijf met boekhouding te kenmerken aan de hand van de voornaamste bestanddelen van zijn productiefactoren;

b) de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beoordelen;

c) de economische, milieu- en sociale duurzaamheid van het bedrijf te beoordelen;

d) de juistheid van de opgegeven informatie te verifiëren door middel van controles ter plaatse.

3. De gegevens op het bedrijfsformulier hebben betrekking op één landbouwbedrijf en één rapportagejaar van twaalf opeenvolgende maanden, en betreffen enkel dat landbouwbedrijf. Die gegevens hebben betrekking op landbouwactiviteiten van het bedrijf zelf en op andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden.

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met de regels voor het bepalen van de belangrijkste groepen gegevens die moeten worden verzameld en de algemene regels voor het verzamelen van gegevens.

5. Om ervoor te zorgen dat de gegevens die aan de hand van het bedrijfsformulier worden verzameld vergelijkbaar zijn ongeacht op welke bedrijven met boekhouding de waarnemingen betrekking hebben, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin de vorm en de opmaak van het bedrijfsformulier en de methoden en uiterste termijnen voor het toezenden van de gegevens aan de Commissie worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(15)    Artikel 16 wordt vervangen door:

“Artikel 16

1. Het is verboden individuele gegevens en alle andere individuele gegevens die verkregen zijn ingevolge de onderhavige verordening, voor fiscale doeleinden te gebruiken.

2. Geanonimiseerde of gepseudonimiseerde individuele gegevens kunnen door de Commissie of door verbindingsorganen worden gedeeld voor de in artikel 1 vermelde doeleinden, op voorwaarde dat de identificatie van natuurlijke of rechtspersonen wordt vermeden.”.

(16)    In artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Het Nationaal Comité, de Streekcomités, het verbindingsorgaan en de gegevensverzamelaars moeten, elk voor zich, de Commissie alle inlichtingen verstrekken, die deze van hen vraagt met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening.

Deze verzoeken om inlichtingen, gericht aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars, alsook de daarop betrekking hebbende antwoorden, worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan.”.

(17)    Artikel 19 wordt vervangen door:

“Artikel 19

1. In de algemene begroting van de Unie, afdeling Commissie, worden kredieten opgenomen ter dekking van:

a) voor regelmatige enquêtes: een aan de lidstaten te betalen forfaitaire vergoeding voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende, naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2. Wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een IDL-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijfsformulieren dat voor die IDL-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, geldt een vergoeding van 50 % van de forfaitaire vergoeding voor elk bedrijfsformulier uit die IDL-streek of uit de betrokken lidstaat;

b) voor speciale enquêtes: een aan de lidstaten te betalen forfaitaire vergoeding voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende, naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2. Wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een IDL-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijfsformulieren dat voor die IDL-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, geldt een vergoeding van 50 % van de forfaitaire vergoeding voor elk bedrijfsformulier uit die IDL-streek of uit de betrokken lidstaat;

c) alle kosten van de computersystemen die door de Commissie worden gebruikt voor het beheer en de ontwikkeling van het netwerk, de ontvangst, verificatie, verwerking, interoperabiliteit en analyse van de door de lidstaten verstrekte gegevens. Die kosten omvatten, waar dat passend is, de kosten die gemoeid zijn met de verspreiding van de resultaten van die activiteiten, alsook de kosten van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het informatienet.

2. De kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de algemene begroting van de Unie opgenomen.

3. De Unie kan ook financiële bijdragen uit de algemene begroting van de Unie aan de lidstaten verstrekken om de uitvoeringskosten van deze verordening te dekken wanneer het opzetten van het systeem voor het verzamelen van de aanvullende milieu- en sociale variabelen, met inbegrip van opleiding en interoperabiliteit tussen gegevensverzamelingssystemen, aanzienlijke aanpassingen van het nationale ILB-gegevensverzamelingssysteem van een lidstaat vereist.

4. De aan de lidstaten te betalen standaardvergoeding kan geheel of gedeeltelijk aan landbouwers worden betaald voor hun deelname aan IDL-enquêtes. De lidstaten kunnen een specifieke verdeelsleutel vaststellen waarbij een deel van of het totale bedrag dat aan de deelnemende landbouwers wordt betaald, een functie is van de standaardopbrengstwaarde van het landbouwbedrijf.

5. De lidstaten kunnen de deelname van landbouwers aan IDL-enquêtes definiëren en stimuleren.

6. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de gedetailleerde procedures met betrekking tot de in lid 1, punten a) en b), bedoelde standaardvergoeding en de aanpassingen van het in lid 3 bedoelde gegevensverzamelingssysteem. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(18)    Artikel 19 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

“2. De in artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.”;

b)    lid 3 wordt vervangen door:

“3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”;

c)    lid 5 wordt vervangen door:

“5.  Een overeenkomstig artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.

(19)    In artikel 19 ter wordt lid 1 vervangen door:

“1. De Commissie wordt bijgestaan door het “Comité voor het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven”. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 31 .”.

(20)    Bijlage I wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1)    Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).
(2)    Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
(3)     https://ec.europa.eu/info/food-farming-fisheries/key-policies/common-agricultural-policy/financing-cap/financial-assurance/managing-payments_nl  
(4)    Krachtens Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de evaluatie van de strategische GLB-plannen en de verstrekking van informatie voor monitoring en evaluatie.
(5)    Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71).
(6)    Hieronder worden voorbeelden gegeven onder “Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging”.
(7)    1) de routekaart (was beschikbaar op de “Geef uw mening”-pagina van de Europa-website van 4 juni tot en met 4 juli. In totaal werden 33 reacties ontvangen.), 2) gerichte schriftelijke raadpleging via EU-enquête (in de zomer van 2021 kon een onlinevragenlijst worden ingevuld, waarop meer dan driehonderd antwoorden werden ontvangen), 3) de IDL-belanghebbendenworkshops (eerste workshop in februari 2021 met als doel een inventaris op te maken van de kennis en ervaring van belanghebbenden met betrekking tot het verzamelen en gebruiken van verschillende gegevens op landbouwbedrijfsniveau. De tweede workshop (september 2021) diende om de resultaten van de routekaart en de gerichte raadplegingsactiviteiten te bespreken en om van gedachten te wisselen over concrete voorstellen voor vereenvoudiging en modernisering) en 4) de ILB-comités (april en oktober 2021 met vertegenwoordigers van alle verbindingsagentschappen van de lidstaten) en 5) drie specifieke vergaderingen van werkgroepen (over de vereenvoudiging en modernisering van het ILB; over het toekomstige IDL en over het ILB-instrument voor individuele gegevensverzoeken) met vergaderingen die plaatsvonden van het voorjaar van 2021 tot het voorjaar van 2022, waar twintig deskundigen van de lidstaten en verschillende personeelsleden van de Commissie bespraken met het ILB en het IDL verband houdende thema’s).
(8)    (1) gegevensverstrekkers (landbouwers), (2) gegevensverzamelaars (overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen en indienen van gegevens en voor toegang tot administratieve gegevens in de EU-lidstaten (bv. autoriteiten van de lidstaten, ILB-verbindingsbureaus, nationale bureaus voor de statistiek) en (3) gegevensgebruikers (bv. beleidsmakers, landbouwbedrijfsadviseurs, de academische wereld, onderzoekers, beoordelaars, adviesbureaus).
(9)    LEI-WUR et al. (2016) Farm Level Indicators for New Topics in policy evaluation project (Flint), project gefinancierd in het kader van KP7.
(10)     https://ec.europa.eu/info/food-farming-fisheries/key-policies/common-agricultural-policy/cmef/regulation-and-simplification/cost-and-good-practices-fadn-data-collection_en  
(11)    Volgens de studie bedroegen de totale publieke kosten, gedragen door de begroting van de lidstaten, voor de EU-28, voor de periode 2012-2014, gemiddeld iets meer dan 58 miljoen EUR. Op het niveau van de EU-28 bedragen de (gewogen) gemiddelde kosten 678 EUR per ingevuld bedrijfsformulier, maar er zijn aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten: de kosten variëren van een gemiddelde (2012-2014) van 107 EUR in Bulgarije en 156 EUR in Roemenië tot 2 905 EUR in België.
(12)    Flint (Farm-level Indicators for New Topics in Policy Evaluation): https://www.flint-fp7.eu/  
(13)    Knelpunten bij de tenuitvoerlegging van Flint: een aanzienlijke stijging van de kosten als alle indicatoren moeten worden geïmplementeerd. Om compensatie te bieden zou een van de mogelijke oplossingen erin bestaan de steekproef te verkleinen van 85 000 tot 55 000 landbouwbedrijven. Dit laatste zou in sommige lidstaten leiden tot onbetrouwbare ramingen. Een ander knelpunt is de toepassing van verschillende methoden voor het verzamelen van gegevens op het niveau van landbouwbedrijven in de lidstaten, voor sommige lidstaten (voornamelijk daar waar accountantsbedrijven betrokken zijn) lijkt het moeilijker en/of duurder om extra variabelen toe te voegen.
(14)    Mogelijke analytische voordelen die in het Flint-project worden uitgelicht, zouden zijn dat bestaande gegevens kunnen worden hergebruikt, dat de systematische registratie van duurzaamheidsgegevens op langere termijn de administratieve lasten verlaagt en de kwaliteit verhoogt, en, tot slot, dat aanvullende duurzaamheidsgegevens betere en nieuwe soorten beleidsevaluatie en -onderzoek mogelijk maken.
(15)    Cost of Extending the Farm Accountancy Data Network to the Farm Sustainability Data Network: Empirical Evidence https://edepot.wur.nl/551988  
(16)    Flint-gegevens – een lijst van circa 70 specifieke gegevensitems ter beschrijving van 31 duurzaamheidsthema’s bepaald aan de hand van milieu-, economische en sociale aspecten.
(17)    De kosten per lidstaat in absolute termen verschillen ook. Ze worden beïnvloed door de toegepaste gegevensverzamelingsmethode, de mate waarin Flint-gegevens al deel uitmaakten van de nationale ILB-systemen, het aantal Flint-indicatorthema’s dat relevant is in het land (bijvoorbeeld: er is nauwelijks sprake van pesticiden op gewassen in de Ierse ILB-steekproef waar vee overheerst), evenals het type en de omvang van een bepaald landbouwbedrijf. Bovendien wordt in de studie rekening gehouden met de opstartkosten, maar deze verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat. In de studies worden de lidstaten ingedeeld volgens de volgende drie typen: 1) zoals Nederland/Ierland: al veel gegevens beschikbaar, Flint-gegevens verzameld in hetzelfde proces als het ILB; 2) zoals Polen/Hongarije: niet veel gegevens beschikbaar Flint-gegevens verzameld in hetzelfde proces als het ILB en 3) zoals Frankrijk/Griekenland: niet veel gegevens beschikbaar, Flint-gegevens verzameld in het kader van afzonderlijk landbouwbedrijfsbezoek; Voorbeelden van de geraamde kosten voor bepaalde lidstaten (in absolute termen, EUR per landbouwbedrijf, waarbij de eerste post de geraamde kosten van de huidige ILB-gegevens is, de tweede post — de gecombineerde kosten voor ILB- en Flint-gegevens) zijn als volgt: Ierland (respectievelijk 1 000 EUR en 1 104 EUR), Nederland (3 000 EUR en 3 333 EUR), Polen (656 EUR en 860 EUR), Hongarije (500 EUR en 566 EUR), Frankrijk (500 EUR en 1 119 EUR), Griekenland (1 273 EUR en 1 910 EUR).
(18)    Het IPM2-IDL-proefproject (IPM2-FSDN) is in december 2021 van start gegaan en zal in november 2023 aflopen. De technische specificaties zijn hier te vinden: https://etendering.ted.europa.eu/document/document-file-download.html?docFileId=111485
(19)    Een belangrijk tussentijds resultaat is gepland voor oktober 2022. Het zal bestaan uit het doorlichten van de ecologische en sociale thema’s in de lidstaten en van de bijbehorende gegevensbronnen, en uit het verrichten van een analyse van de huidige methoden voor gegevensverzameling en voor de toekomstige IDL-thema’s.
(20)    Zoals in de analyse is aangegeven, is het op dat moment niet mogelijk concrete cijfers te verstrekken, aangezien de belangrijkste kosten verband houden met de mogelijke aanpassingen van de methode voor het verzamelen van gegevens. De methoden en de daaraan verbonden kosten verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat. Het lopende IPM2-IDL-proefproject (IPM2-FSDN) zal op zijn vroegst in het najaar van 2022 meer informatie en ramingen over dit onderwerp opleveren.
(21)    In 2010 kwam dit overeen met de 155 EUR per bedrijfsformulier, op dit moment (2022) met 180 EUR per bedrijfsformulier. Vanaf 2015 zijn er twee onderdelen in de vergoeding, namelijk 160 EUR (vast gedeelte) + 20 EUR (bonusgedeelte, waarvan de betaling afhankelijk is van de tijdige indiening van gegevens en de kwaliteit ervan). Voor het laatste jaar waarvoor betaald is (2019), ontvingen slechts 14 van de 28 lidstaten een bepaald deel van de bonusvergoeding.
(22)    Op basis van de beoordeling van sommige lidstaten dekt de forfaitaire vergoeding van de EU de kosten voor het verzamelen van ILB-gegevens: in Denemarken - 23,6 %, Portugal - 30 %, Frankrijk 29,5 %, Polen 22 %.
(23)    PB C , , blz. .
(24)    PB C , , blz. .
(25)    Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).
(26)    SWD (2018)301 final, werkdocument van de diensten van de Commissie — Effectbeoordeling — Voorstellen voor een- Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad.- Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013. - Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten, (EU) nr. 1151/2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, (EU) nr. 251/2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten, (EU) nr. 228/2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en (EU) nr. 229/2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee.
(27)    Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie. PE/28/2019/REV/1.
(28)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(29)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(30)    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
(31)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

Brussel, 22.6.2022

COM(2022) 296 final

BIJLAGEN

bij

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

{SWD(2022) 166 final}


BIJLAGE

“BIJLAGE I

Lijst van IDL-streken bedoeld in artikel 2 bis

België

1. Vlaanderen

2. Brussel

3. Wallonië

Bulgarije

1. Северозападен (Severozapaden)

2. Северен централен (Severen tsentralen)

3. Североизточен (Severoiztochen)

4. Югозападен (Yugozapaden)

5. Южен централен (Yuzhen tsentralen)

6. Югоизточен (Yugoiztochen)

Tsjechië

Vormt één enkele streek

Denemarken

Vormt één enkele streek

Duitsland

1. Schleswig-Holstein/Hamburg

2. Niedersachsen

3. Bremen

4. Nordrhein-Westfalen

5. Hessen

6. Rheinland-Pfalz

7. Baden-Württemberg

8. Bayern

9. Saarland

10. Berlin

11. Brandenburg

12. Mecklenburg-Vorpommern

13. Sachsen

14. Sachsen-Anhalt

15. Thüringen

Estland

Vormt één enkele streek

Ierland

Vormt één enkele streek

Griekenland

1. Μακεδονία — Θράκη

2. Ήπειρος — Πελοπόννησος — Νήσοι Ιονίου

3. Θεσσαλία

4. Στερεά Ελλάς — Νήσοι Αιγαίου — Κρήτη

Spanje

1. Galicia

2. Asturias

3. Cantabria

4. País Vasco

5. Navarra

6. La Rioja

7. Aragón

8. Cataluña

9. Baleares

10. Castilla-León

11. Madrid

12. Castilla-La Mancha

13. Comunidad Valenciana

14. Murcia

15. Extremadura

16. Andalucía

17. Canarias

Frankrijk

1. Île de France

2. Champagne-Ardenne

3. Picardie

4. Haute-Normandie

5. Centre

6. Basse-Normandie

7. Bourgogne

8. Nord-Pas de Calais

9. Lorraine

10. Alsace

11. Franche-Comté

12. Pays de la Loire

13. Bretagne

14. Poitou-Charentes

15. Aquitaine

16. Midi-Pyrénées

17. Limousin

18. Rhône-Alpes

19. Auvergne

20. Languedoc-Roussillon

21. Provence-Alpes-Côte d’Azur

22. Corse

23. Guadeloupe

24. Martinique

25. La Réunion

Kroatië

1. Kontinentalna Hrvatska

2. Jadranska Hrvatska

Italië

1. Piemonte

2. Valle d’Aosta

3. Lombardia

4. Alto Adige

5. Trentino

6. Veneto

7. Friuli-Venezia Giulia

8. Liguria

9. Emilia-Romagna

10. Toscana

11. Umbria

12. Marche

13. Lazio

14. Abruzzo

15. Molise

16. Campania

17. Puglia

18. Basilicata

19. Calabria

20. Sicilia

21. Sardegna

Cyprus

Vormt één enkele streek

.Letland

Vormt één enkele streek

Litouwen

Vormt één enkele streek

Luxemburg

Vormt één enkele streek

Hongarije

1. Észak-Magyarország

2. Dunántúl

3. Alföld

Malta

Vormt één enkele streek

Nederland

Vormt één enkele streek

Oostenrijk

Vormt één enkele streek

Polen

1. Pomorze en Mazury

2. Wielkopolska en Śląsk

3. Mazowsze en Podlasie

4. Małopolska en Pogórze

Portugal

1. Norte e Centro

2. Ribatejo-Oeste

3. Alentejo e Algarves

4. Açores e Madeira

Roemenië

1. Nord-Est

2. Sud-Est

3. Sud-Muntenia

4. Sud-Vest-Oltenia

5. Vest

6. Nord-Vest

7. Centru

8. București-Ilfov

Slovenië

Vormt één enkele streek

Slowakije

Vormt één enkele streek

Finland

1. Etelä-Suomi

2. Sisä-Suomi

3. Pohjanmaa

4. Pohjois-Suomi

Zweden

1. De laagvlakten van Zuid- en Midden-Zweden

2. De land- en bosbouwgebieden van Zuid- en Midden-Zweden

3. Het gebied Noord-Zweden”