Brussel, 4.1.2022

COM(2022) 4 final

2021/0438(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië

{SWD(2022) 1 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De afgelopen jaren heeft de Republiek Moldavië met veel problemen te kampen gehad, onder meer op economisch en politiek gebied. In 2020 hebben de COVID-19-pandemie en een droogteperiode in de zomer een aanzienlijk negatief effect op de groei gehad: het bbp is met 7 % gekrompen, de sterkste recessie sinds de mondiale financiële crisis. De economische neergang werd nog verergerd door een langdurige politieke crisis die volgde op de presidentsverkiezingen in november 2020 en die uiteindelijk werd opgelost door de parlementsverkiezingen in juli 2021. Sinds augustus, toen de nieuwe, hervormingsgezinde regering aantrad, zitten alle politieke krachten in Moldavië (inclusief de president, de regering en het parlement) op één lijn en steunen zij een gemeenschappelijke ambitieuze hervormingsagenda, waarbij de nadruk ligt op belangrijke beleidsterreinen zoals de hervormingen van het justitiële stelsel, behoorlijk bestuur en corruptiebestrijding.

Ondanks de hernieuwde politieke dynamiek en de sterke inspanningen om hervormingen door te voeren, blijft Moldavië echter voor aanzienlijke uitdagingen staan, zoals ten aanzien van bestuur, corruptie, beperkte administratieve capaciteit en een recente energiecrisis, die de economische stabiliteit van Moldavië verder heeft verzwakt en het land in een lastig onderhandelingsproces met Gazprom heeft gebracht (op 29 oktober werd een nieuwe gasleveringsovereenkomst ondertekend).

Tegen deze achtergrond en gezien de aanhoudend grote financieringsbehoefte van Moldavië, waarbij het externe financieringstekort voor 2022 op 1,2 % van het bbp wordt geraamd, heeft de Moldavische regering de EU op 19 november 2021 om nieuwe macrofinanciële bijstand verzocht, nadat het IMF op technisch niveau overeenstemming had bereikt (aangekondigd op 21 oktober 2021) over een driejarige uitgebreide kredietfaciliteit/financieringsfaciliteit van 564 miljoen USD.

Tegen de achtergrond van de hernieuwde politieke stabiliteit en na een grondige beoordeling van de politieke en economische situatie in Moldavië dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor de toekenning van nieuwe macrofinanciële bijstand van 150 miljoen EUR aan de Republiek Moldavië, waarvan 120 miljoen EUR in de vorm van leningen en 30 miljoen EUR in de vorm van giften.

De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou Moldavië helpen een deel van de resterende externe financieringsbehoefte te dekken, die in het kader van het nieuwe IMF-programma voor de periode 2021-2025 op 480 miljoen USD wordt geraamd.

De uitbetaling zou in drie tranches plaatsvinden, waarbij de vrijgave van elke tranche, met inbegrip van de eerste, strikt gekoppeld zou zijn aan goede vorderingen bij de uitvoering van zowel het IMF-programma als een aantal aanvullende beleidsmaatregelen waarover tussen de Commissie en de autoriteiten overeenstemming moet worden bereikt en die in een memorandum van overeenstemming (MoU) moeten worden opgesomd. Het memorandum van overeenstemming zal waarschijnlijk gericht zijn op beleidshervormingen met betrekking tot de terugvordering van activa in verband met de bankfraude van 2014, verdere hervormingen van het beheer van de overheidsfinanciën, de hervorming van het justitiële stelsel, de energiesector en het ondernemingsklimaat in het algemeen. De uitvoering van de voorgestelde operatie zal naar verwachting gepaard gaan met de steun in het kader van begrotingsmaatregelen die worden gefinancierd door het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI).

Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, is de Commissie van mening, mede op basis van de door de Europese Dienst voor extern optreden verrichte beoordeling van de politieke situatie, dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde macrofinanciële bijstand is voldaan.

Algemene context

Ondanks een opmerkelijk herstel na de zware recessie van 2020 blijven de macro-economische vooruitzichten van Moldavië kwetsbaar. Dit is deels te wijten aan de aanhoudende moeilijke pandemische situatie (met een stijgend aantal COVID-19-besmettingen en een relatief lage vaccinatiegraad van minder dan 30 % begin december 2021), alsook aan de recente gascrisis die Moldavië onder extra financiële druk heeft gezet. Dit komt bovenop de aanzienlijke structurele zwakheden, met name de beperkte administratieve capaciteit, de verdere noodzaak om het bestuur te verbeteren en de voortdurende strijd tegen corruptie.

Na een scherpe daling in 2020 als gevolg van de pandemie liet de economie in de eerste helft van 2021 een aanzienlijk herstel zien met een stijging van het bbp van 11,5 %, die echter grotendeels te danken was aan de lage uitgangswaarde. Verwacht wordt dat de groei in de tweede helft van het jaar zal vertragen, met een hogere inflatie en een zwakkere particuliere consumptie. Tegen deze achtergrond gaan het IMF en de Wereldbank uit van een algemeen herstel van ongeveer 7 % voor dit jaar als geheel, en een daling volgend jaar tot 4,5 % van het bbp.

Na een aanzienlijke desinflatie vorig jaar is de inflatie, gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI), in 2021 sterk aangetrokken tot 8,8 % in oktober, waarmee het streefcijfer van de Nationale Bank van Moldavië (NBM) van 5 % +/- 1,5 procentpunt ruimschoots werd overschreden. Het grootste deel daarvan kan worden verklaard door de stijging van de voedselprijzen en de hogere energietarieven. In reactie op de hoge inflatiedruk heeft de centrale bank de beleidsrente dit jaar meermaals verhoogd, tot 5,5 % in oktober. De NBM voorspelt een inflatie met dubbele cijfers in de eerste helft van 2022, tot 15 %, waarvan een deel van voorbijgaande aard wordt geacht, maar die ook tot verdere verstrakking van het monetaire beleid kan leiden.

Als gevolg van de verbeterde groeiverwachtingen en hogere belastingontvangsten heeft de regering in september de wet op de staatsbegroting gewijzigd, waarbij wordt uitgegaan van een lager tekort dan aanvankelijk was verwacht, namelijk 5,1 % van het bbp, tegen 6,7 % van het bbp begin 2021. Gezien de aanhoudende energiecrisis en nu de autoriteiten voornemens zijn nieuwe compensatiemaatregelen in te voeren om de meest kwetsbare consumenten te beschermen, wordt evenwel verwacht dat de begrotingssituatie van Moldavië volgend jaar zal verslechteren. Volgens de staatsbegroting voor 2022, die op 25 november bij het parlement is ingediend, zal het begrotingstekort volgend jaar oplopen tot 6 % van het bbp, wat hoog is in vergelijking met de historische gemiddelden van Moldavië; in de periode 2015-2019 schommelde het tekort onder de 2 % van het bbp. Verwacht wordt dat de uitgaven met 7,6 miljard lei zullen stijgen, terwijl de ontvangsten met 4,2 miljard lei zullen toenemen dankzij een hogere btw-inning.

Gezien de gestegen uitgaven en ondanks extra bijstand van de internationale partners om de gevolgen van de stijging van de energieprijs te verzachten, zal de overheidsschuld van Moldavië naar verwachting vrij aanzienlijk oplopen tot meer dan 40 % van het bbp op middellange termijn, tegen ongeveer 28 % van het bbp in 2019, vóór de door de pandemie veroorzaakte recessie en de gascrisis.

Nadat het tekort op de lopende rekening in 2020 was teruggelopen tot 6,6 % van het bbp, is het in de eerste helft van 2021 opgelopen tot 14 % van het bbp op jaarbasis, waardoor de betalingsbalans van Moldavië opnieuw onder druk is komen te staan. Volgens prognoses van het IMF zal het tekort op de lopende rekening tegen het einde van dit jaar 1,5 miljard USD bedragen (ongeveer 11 % van het bbp), een bijna tweevoudige stijging ten opzichte van vorig jaar. Een groot deel hiervan kan worden verklaard door de aanzienlijke stijging van zowel de invoer als de uitvoer in 2021. Tussen januari en september is de uitvoer met 21,1 % gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2020, maar deze stijging werd overtroffen door een groei van de invoer met 31,7 %.

De deviezenreserves van Moldavië zijn tijdens de pandemie in 2020 stabiel gebleven en in 2021 toegenomen, en blijven met 4 miljard USD per eind september hoog in vergelijking met historische maatstaven. Dit komt neer op een dekking van acht maanden invoer en weerspiegelt grotendeels de toewijzing van bijzondere trekkingsrechten (SDR) door het IMF in augustus van 236 miljoen USD, die deel uitmaakte van de mondiale reactie van het Fonds op de COVID-19-crisis.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Besluit nr. 701/2020/EU waarbij eerder macrofinanciële bijstand van 100 miljoen EUR aan leningen aan de Republiek Moldavië werd verstrekt (als onderdeel van het MFB-pakket voor de uitbreidings- en nabuurschapslanden in het kader van de COVID-19-pandemie), werd op 25 mei 2020 vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand is volledig uitbetaald in de periode 2020–2021.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Europese Unie

De EU en de Republiek Moldavië hebben in de loop der jaren nauwe politieke en economische betrekkingen ontwikkeld, die hebben geleid tot de sluiting van de associatieovereenkomst (met inbegrip van de DCFTA), die op 27 juni 2014 werd ondertekend en op 1 juli 2016 volledig in werking is getreden, en tot een associatieagenda waarin de lijst van prioriteiten voor gezamenlijke werkzaamheden is vastgesteld. De laatste associatieagenda voor de periode 2017–2019 is met een jaar verlengd (wegens de pandemie van vorig jaar), terwijl een nieuw document in voorbereiding is, dat de periode 2021–2027 bestrijkt.

Moldavië heeft ook sterke economische banden met de EU. De EU blijft de grootste handelspartner van Moldavië, verantwoordelijk voor 52 % van de totale handel in 2020 (ongeveer 67 % van de totale uitvoer en 45 % van de totale invoer van Moldavië), gevolgd door Rusland (9 %) en China (8 %).

Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor macrofinanciële bijstand in aanmerking (indien ze aan verschillende voorwaarden voldoen). De macrofinanciële bijstand van de EU zou fungeren als aanvulling op de giften die in het kader van het NDICI- en andere EU-programma’s worden verleend, en met name op de voorwaarden die zijn gesteld in het kader van de begrotingssteunpakketten die door de EU worden uitgevoerd. Door de Moldavische autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zou de macrofinanciële bijstand van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële interventies van de EU, ook via andere financiële instrumenten, ten goede komen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 212, VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in de Republiek Moldavië te herstellen onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat voor dat doel nodig is.

Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de regeling inzake de uitgebreide financieringsfaciliteit heeft berekend, komt het bedrag van de voorgestelde nieuwe macrofinanciële bijstand neer op 36 % van het geraamde resterende financieringstekort voor de periode 2021–2025. Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastenverdeling voor MFB-operaties (voor een land met een associatieovereenkomst zou de bovengrens 60 % bedragen volgens de conclusies van de Raad ECOFIN van 8 oktober 2002), rekening houdend met de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Moldavië is toegezegd.

Keuze van het instrument

Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van de macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans en begrotingssituatie en een passend kader voor structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan macrofinanciële bijstand de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Moldavië in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

De macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië. Bij het opstellen van dit voorstel voor macrofinanciële bijstand hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die reeds omvangrijke financieringsprogramma’s in het land hebben lopen en nieuwe programma’s in voorbereiding hebben. De Commissie heeft het Plaatsvervangend Economisch en Financieel Comité op 25 november 2021 geraadpleegd, dat zijn goedkeuring aan het ontwerpvoorstel heeft gehecht. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Moldavische autoriteiten.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement hebben de diensten van de Commissie in het kader van de COVID-19-pakketten voor macrofinanciële bijstand een operationele beoordeling uitgevoerd van de financiële en administratieve procedures in Moldavië om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand, voldoende garanties bieden. Het eindverslag van de operationele beoordeling, dat adviesbureau heeft opgesteld, is in juni 2020 ontvangen. In het verslag wordt gewezen op duidelijke vooruitgang in de systemen voor het beheer van overheidsfinanciën en andere financiële procedures sinds 2015, toen de laatste exercitie plaatsvond, en wordt geconcludeerd dat de status van de financiële procedures van Moldavië gunstig wordt geacht voor een volgende MFB-operatie. De ontwikkelingen op dit gebied zullen ook van dichtbij worden gevolgd door middel van de regelmatige voortgangsverslagen over hervormingen inzake het beheer van de overheidsfinanciën die de EU-delegatie in Chisinau opstelt.

Effectbeoordeling

De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit voorstel voor macrofinanciële bijstand is dus vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling moet worden verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final), omdat het politiek noodzakelijk is dat in een urgente situatie snel wordt gereageerd.

Meer in het algemeen bouwen de voorstellen inzake macrofinanciële bijstand van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. De nieuwe macrofinanciële bijstand en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen bijdragen aan verlichting van de financieringsbehoeften van Moldavië op korte termijn, de beleidsmaatregelen ondersteunen die erop gericht zijn de betalingsbalans op de middellange termijn en fiscale duurzaamheid te versterken en de duurzame groei te verhogen, en vormen dus een aanvulling op het door het College van Bewindvoerders van het IMF vastgestelde programma. Die beleidsvoorwaarden moeten enkele van de fundamentele tekortkomingen aanpakken die in de loop der jaren uit de Moldavische economie en het stelsel voor economische governance naar voren zijn gekomen. Mogelijke gebieden van conditionaliteit zouden in principe het volgende kunnen omvatten: hervormingen om de governance in de financiële sector te versterken, het beheer van de overheidsfinanciën, hervormingen van de energiesector en begeleidende maatregelen ter versterking van het sociale vangnet, ter verbetering van het investeringsklimaat en ter ondersteuning van de uitvoering van de DCFTA-overeenkomst.

Grondrechten

Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor macrofinanciële bijstand in aanmerking. Een randvoorwaarde voor de toekenning van macrofinanciële bijstand is dat het relevante land doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen en de rechtsstaat — eerbiedigt en eerbiediging van de mensenrechten garandeert.

De hernieuwde hervormingsinspanningen en de sterke politieke wil van de nieuwe Moldavische autoriteiten na de verkiezingen in juli op de voornaamste hervormingsgebieden, waaronder hervormingen van het justitiële stelsel, behoorlijk bestuur, de rechtsstaat en corruptiebestrijding, zijn een duidelijk positief teken. De autoriteiten hebben toegezegd deze hervormingen op transparante wijze en in overeenstemming met de EU-normen te zullen doorvoeren. Daartoe wordt geacht te zijn voldaan aan de politieke randvoorwaarde voor een MFB-programma.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het is de bedoeling dat de voorgestelde MFB-operatie van 150 miljoen EUR voor Moldavië in drie gelijke tranches wordt uitgekeerd, die tussen 2022 en 2024 worden vrijgegeven. De financiële programmering voor de periode 2022–2024 maakt het mogelijk een giftcomponent van 30 miljoen EUR te financieren uit het beschikbare budget van begrotingsonderdeel 14 20 03 01 “Macrofinanciële bijstand (MFB) – giften”. Voor de leningcomponent van 120 miljoen euro zal de vereiste voorziening van 9 % van de garantie voor het externe optreden worden geprogrammeerd in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), voor een totaalbedrag van 10,8 miljoen EUR (begrotingsonderdeel 14 02 01 70 “NDICI — Voorziening van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds”).

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Europese Unie stelt Moldavië macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een totaalbedrag van 150 miljoen EUR in de vorm van leningen op middellange tot lange termijn, hetgeen zal bijdragen aan de dekking van de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië in de periode 2022-2024. Het is de bedoeling dat de bijstand in drie tranches wordt uitgekeerd, gelijkelijk gespreid over de looptijd van de macrofinanciële bijstand, op voorwaarde dat de aan elke tranche verbonden beleidsmaatregelen tijdig en volledig zijn uitgevoerd.

De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

De Commissie en de Moldavische autoriteiten zouden een memorandum van overeenstemming overeenkomen waarin de maatregelen voor structurele hervorming die met de voorgestelde MFB-operatie gepaard moeten gaan, onder meer qua timing en volgorde, worden vastgelegd. Zoals doorgaans voor macrofinanciële bijstand zouden de uitbetalingen bovendien onder meer afhankelijk worden gesteld van bevredigende evaluaties in het kader van het IMF-programma, alsook van voortgang bij de uitvoering van de associatieovereenkomst EU-Moldavië en de DCFTA. De Commissie zal nauw met de autoriteiten samenwerken om toe te zien op de vorderingen met betrekking tot de beleidsmaatregelen en de hierboven gespecificeerde randvoorwaarden.

2021/0438 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De betrekkingen tussen de Europese Unie (hierna “de EU” genoemd) en de Republiek Moldavië (hierna “Moldavië” genoemd) ontwikkelen zich in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap. Moldavië is in 2009 toegetreden tot het Oostelijk Partnerschap van de EU, gevolgd door de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië. Die overeenkomst, waarin de geleidelijke invoering van een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA, Deep and Comprehensive Free Trade Area) is opgenomen, werd in juni 2014 ondertekend en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)De economie van Moldavië heeft zwaar te lijden gehad onder de recessie van 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie, de langdurige politieke impasse in het land na de presidentsverkiezingen van november 2020, alsook de recente energiecrisis. Deze situatie heeft bijgedragen tot het aanzienlijke financieringstekort, de verslechterende externe positie en de toenemende budgettaire behoeften van Moldavië.

(3)Na de verkiezingen in juli 2021 heeft de nieuwe Moldavische regering blijk gegeven van haar verdere hervormingsinspanningen, met een ambitieus programma “Moldavië in goede tijden 2021-2025”, dat gericht is op belangrijke beleidsterreinen zoals onder meer hervormingen van het justitiële stelsel, corruptiebestrijding, behoorlijk bestuur en de rechtsstaat.

(4)Met de hernieuwde hervormingsinspanningen en de sterke politieke wil hebben de autoriteiten de uitvoering van de hervormingen aanzienlijk versneld, hetgeen Moldavië ook in staat heeft gesteld de MFB-operatie in het kader van COVID-19 1 met succes af te ronden, aangezien alle hervormingsmaatregelen die met de EU in het memorandum van overeenstemming waren overeengekomen, waren uitgevoerd, met uitzondering van één maatregel – inzake de ontneming van vermogensbestanddelen – waarvoor een ontheffing werd verleend. Daartoe heeft de Commissie het Comité van de lidstaten geraadpleegd, en geen bezwaren ontvangen.

(5)Nadat de vaststelling van een nieuw IMF-programma, waarover in 2020 was onderhandeld, was vastgelopen, heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) na de verkiezingen van juli 2021 opnieuw contact opgenomen met Moldavië en op technisch niveau overeenstemming bereikt (21 oktober 2021) over een uitgebreid kredietfaciliteits-/financieringsfaciliteitsprogramma van 564 miljoen USD. Het nieuwe programma is bij besluit van het College van Bewindvoerders van het IMF aangenomen [op 20 december 2021]. Het programma is erop gericht het economisch herstel te ondersteunen en een ambitieuze agenda voor bestuur en institutionele hervormingen op te zetten, de transparantie en de verantwoordingsplicht te versterken, de voorspelbaarheid van het overheidsbeleid te verbeteren, de financiële instellingen te versterken en de deregulering te bevorderen.

(6)Gelet op de verslechterende economische situatie en vooruitzichten heeft Moldavië de EU in november 2021 om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht.

(7)Het indicatieve EU-budget voor Moldavië in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument is 518,15 miljoen EUR voor de periode 20142020, inclusief begrotingssteun en technische bijstand. In de integrale steunkaders voor de periodes 20142017 en 20172020 is de prioritaire sector vastgesteld voor de samenwerking met Moldavië die voor de vorige begrotingsperiode door het Europees nabuurschapsinstrument werd gefinancierd. De prioriteiten voor 20212027 zullen worden uiteengezet in het nieuwe indicatieve meerjarenprogramma, dat in nauw overleg met alle belanghebbenden is opgesteld.

(8)Omdat Moldavië onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de EU in aanmerking komt.

(9)De macrofinanciële bijstand van de EU moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalans op korte termijn.

(10)Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Moldavië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de EU aan Moldavië toe te kennen macrofinanciële bijstand, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Moldavië om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de EU zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Moldavië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld.

(11)De macrofinanciële bijstand van de EU moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor Moldavië en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

(12)Verwacht wordt dat de macrofinanciële bijstand van de EU hand in hand zal gaan met de uitvoering van de uitbetalingen van begrotingssteunoperaties in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad 2 .

(13)De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de EU is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië, waarbij rekening is gehouden met het vermogen van het land om zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de EU moet een aanvulling vormen op de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de EU en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de EU in Moldavië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de EU wordt geboden.

(14)Rekening houdend met de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië, zijn economisch ontwikkelingspeil, gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en armoedepercentages, zijn vermogen om zichzelf te financieren met eigen middelen, en in het bijzonder de internationale reserves die het ter beschikking heeft, en ook zijn vermogen tot terugbetaling op basis van een analyse van de houdbaarheid van zijn schulden, moet een deel van de bijstand in de vorm van giften worden verstrekt.

(15)De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de EU juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen, -doelstellingen en -maatregelen die zijn vastgesteld op het gebied van de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de EU.

(16)De macrofinanciële bijstand van de EU moet het externe beleid van de EU jegens Moldavië ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciële bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de EU te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen.

(17)De macrofinanciële bijstand van de EU moet Moldavië ondersteunen in zijn inspanningen met betrekking tot waarden die het land met de EU deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn inspanningen met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(18)Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de EU moet zijn dat Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen — en de rechtsstaat eerbiedigt en naleving van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de EU de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën en het bestuur en het toezicht in de financiële sector in Moldavië versterken en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van waardige werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de noodzakelijke randvoorwaarden is voldaan en dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

(19)Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de EU in het kader van de macrofinanciële bijstand van de EU moet Moldavië passende maatregelen nemen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits uitvoert.

(20)De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de EU laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad onverlet.

(21)De in de vorm van giften verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand en de bedragen van de voorziening voor in de vorm van leningen verstrekte macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

(22)De macrofinanciële bijstand van de EU moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

(23)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 3 .

(24)De macrofinanciële bijstand van de EU moet zijn onderworpen aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Moldavische autoriteiten onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de EU aan Moldavië moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, opschorten of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.De EU stelt Moldavië macrofinanciële bijstand (hierna “de macrofinanciële bijstand van de EU” genoemd) beschikbaar voor een maximumbedrag van 150 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 120 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 30 miljoen EUR in de vorm van giften. De macrofinanciële bijstand van de EU wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de EU voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.

2.Met het oog op de financiering van de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de EU is de Commissie bevoegd om namens de EU op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en deze aan Moldavië door te lenen. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

3.De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de EU wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Moldavië, en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen die in de in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid gesloten associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië zijn vastgelegd.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de EU, met inbegrip van de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

4.De macrofinanciële bijstand van de EU wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.

5.Indien de financieringsbehoeften van Moldavië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de EU aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij deze.

Artikel 2

1.Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de EU is dat Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen — en de rechtsstaat eerbiedigt en naleving van de mensenrechten garandeert.

2.De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de EU erop toe dat aan die randvoorwaarde is voldaan.

3.De leden 1 en 2 worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad 4 .

Artikel 3

1.De Commissie bereikt, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Moldavische autoriteiten overeenstemming over duidelijke voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de EU onderworpen is en die worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming (hierna “het memorandum van overeenstemming” genoemd), dat een tijdschema bevat voor het voldoen aan die voorwaarden. De in het memorandum van overeenstemming gestelde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma’s voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Moldavië met de steun van het IMF worden uitgevoerd.

2.De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Moldavië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de EU. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de EU. De Commissie ziet regelmatig toe op de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.

3.De gedetailleerde financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de EU worden vastgelegd in een tussen de Commissie en Moldavië te sluiten leningovereenkomst en giftenovereenkomst.

4.De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Moldavië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de EU. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 4

1.Behoudens de in lid 3 vermelde voorwaarden wordt de macrofinanciële bijstand van de EU door de Commissie beschikbaar gesteld in tranches, die elk bestaan uit een lening- en een giftcomponent. De omvang van elke tranche wordt in het in artikel 3 bedoelde memorandum van overeenstemming vastgelegd.

2.De in de vorm van een lening verstrekte bedragen van de macrofinanciële bijstand van de EU worden, indien voorgeschreven, beschikbaar gesteld overeenkomstig Verordening (EG) 221/947 van het Europees Parlement en de Raad.

3.De Commissie besluit tot uitkering van de tranches mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a)de in artikel 2 vastgestelde randvoorwaarde;

(b)een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF;

(c)de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden.

De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche uitbetaald. De derde tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de tweede tranche uitbetaald.

4.Indien de in lid 3 bepaalde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de uitkering van de macrofinanciële bijstand van de EU door de Commissie tijdelijk geschorst of ingetrokken. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die opschorting of annulering.

5.De macrofinanciële bijstand van de EU wordt uitbetaald aan de Nationale Bank van Moldavië. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de EU-middelen aan het Moldavische ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

1.De op de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de EU betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de EU niet blootstellen aan enige looptijdtransformatie, enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.

2.Indien de omstandigheden dit mogelijk maken en Moldavië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de aan de opgenomen leningen verbonden voorwaarden een overeenkomstige clausule voorkomt.

3.De Commissie kan, indien de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Moldavië daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de overeenkomstige financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in leden 1 en 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van de op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande hoofdsom.

4.Alle kosten die de EU met betrekking tot de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Moldavië.

5.De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

1.De macrofinanciële bijstand van de EU wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 1046/2018 van het Europees Parlement en de Raad 5 .

2.De macrofinanciële bijstand van de EU wordt onder direct beheer uitgevoerd.

3.De met de Moldavische autoriteiten te sluiten lening- en giftenovereenkomsten bevatten bepalingen die het volgende verzekeren:

(a)Moldavië gaat regelmatig na of de uit de EU-begroting verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen.

(b)De financiële belangen van de EU worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de EU, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 6 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 7 en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 8 en, voor de lidstaten die deelnemen aan nauwere samenwerking met betrekking tot het Europees Openbaar Ministerie, Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad 9 . Daartoe wordt het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) uitdrukkelijk gemachtigd tot het verrichten van onderzoeken, waaronder met name controles en inspecties ter plaatse met inbegrip van digitale forensische onderzoeken en gesprekken; de Commissie of haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse.

(c)De Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de EU beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen.

(d)De EU heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening en/of volledige terugbetaling van de gift indien is vastgesteld dat Moldavië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de EU fraude, corruptie of een andere onrechtmatige activiteit heeft gepleegd die afbreuk doet aan de financiële belangen van de EU.

(e)Alle kosten die de EU met betrekking tot een financiële bijstand maakt, komen ten laste van Moldavië.

4.Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de EU beoordeelt de Commissie door middel van een operationele beoordeling de deugdelijkheid van de voor de bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Moldavië.

Artikel 7

1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

1.De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dit verslag:

(a)wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de EU onderzocht;

(b)worden de economische situatie en de vooruitzichten van Moldavië, alsook de bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen gemaakte vorderingen beoordeeld;

(c)wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van Moldavië en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de EU.

2.Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de EU en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                Voor de Raad

De Voorzitter                De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.4.3.Verwacht resulta(a)t(en) en gevolg(en)

1.4.4.Prestatie-indicatoren

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

1.5.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de EU (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijv. coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de EU” verstaan de waarde die een optreden van de EU oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

1.7.Geplande beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden aan de financiering

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 10  

Beleidsterrein:    Economische en Financiële Zaken

Activiteit:    Internationale economische en financiële zaken

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

 Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 11  

  Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

 Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

“Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen: het bevorderen van welvaart buiten de EU”

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Specifieke doelstelling nr.

“Het bevorderen van welvaart buiten de EU”

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

De voor DG ECFIN relevante activiteiten hebben betrekking op:

a)    het ondersteunen van macrofinanciële stabiliteit en het stimuleren van groeibevorderende hervormingen buiten de EU, inclusief via regelmatige economische dialogen met sleutelpartners en door het verlenen van macrofinanciële bijstand (MFB); en

b)    het ondersteunen van het uitbreidingsproces en de tenuitvoerlegging van het EU-uitbreidings- en nabuurschapsbeleid en van de verwezenlijking van EU-prioriteiten bij partners door het uitvoeren van economische analyses en door het verstrekken van beleidsbeoordelingen en -advies.

1.4.3.Verwacht resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief moet hebben op de begunstigden/doelgroepen.

·Bijdragen aan het dekken van externe financieringsbehoeften van Moldavië in de context van een aanzienlijke verslechtering van zijn externe rekeningen als gevolg van de huidige COVID-19-pandemie.

·De budgettaire financieringsbehoeften van de partner helpen te verlichten.

·Ondersteunen van de budgettaire consolidatie-inspanning en van de externe stabilisatie in de context van het IMF-programma.

·Ondersteunen van structurele hervormingen ter verbetering van het algemene macro-economische management, ter versterking van de economische governance en transparantie, en ter verbetering van de voorwaarden voor duurzame groei.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten.

De Moldavische autoriteiten zullen op regelmatige basis aan de diensten van de Commissie verslag moeten uitbrengen over een aantal economische indicatoren en een uitgebreid verslag moeten verstrekken inzake de naleving van de overeengekomen beleidsvoorwaarden, voordat de tranches van de bijstand worden uitbetaald.

De diensten van de Commissie zullen ook na de operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures in Moldavië, die in juni 2020 is verstrekt, toezicht op het beheer van de overheidsfinanciën blijven houden. De EU-delegatie in de partnerlanden brengt ook periodieke verslagen uit over zaken die relevant zijn voor het toezicht op de bijstand. De diensten van de Commissie onderhouden nauwe contacten met het IMF en de Wereldbank om te profiteren van hun inzichten naar aanleiding van hun lopende activiteiten in het betrokken partnerland.

Het voorstel voor een wetgevingsbesluit voorziet in een jaarlijks bij de Raad en het Europees Parlement in te dienen verslag waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze maatregel is opgenomen. Een onafhankelijke evaluatie achteraf van de bijstand zal binnen twee jaar na afloop van de uitvoeringsperiode worden uitgevoerd.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief 

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

De uitbetaling van de bijstand zal afhankelijk worden gesteld van de naleving van de politieke voorwaarden en een bevredigende vooruitgang bij de uitvoering van het economische programma tussen Moldavië en het IMF, dat op [20 december 2021] door de raad van bestuur was goedgekeurd, na de uitvoering van een aantal voorafgaande maatregelen door de Moldavische autoriteiten. Daarnaast komen de Commissie en de Moldavische autoriteiten specifieke beleidsvoorwaarden overeen die in een memorandum van overeenstemming worden vastgelegd.

Het is de bedoeling dat de bijstand in drie tranches wordt uitbetaald. De uitbetaling van de eerste tranche zal naar verwachting medio 2022 plaatsvinden. De tweede tranche zou begin 2023 kunnen worden uitbetaald, terwijl de derde tranche later dat jaar of in de eerste helft van 2024 zou kunnen volgen, op voorwaarde dat de aan elke tranche gekoppelde beleidsmaatregelen tijdig zijn uitgevoerd.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de EU (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijv. coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de EU” verstaan de waarde die een optreden van de EU oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Het instrument van macrofinanciële bijstand is een beleidsinstrument ter verlichting van de externe financiële behoeften op korte en middellange termijn. In het kader van de aanhoudende COVID-19-pandemie zal de macrofinanciële bijstand de autoriteiten economische beleidsruimte helpen verschaffen om een doeltreffende economische reactie op de aanhoudende pandemie te formuleren. Door de partner te helpen de door de COVID-19-pandemie versterkte economische moeilijkheden te overwinnen, zal de voorgestelde macrofinanciële bijstand bijdragen tot de bevordering van de macro-economische en politieke stabiliteit bij de partners. De macrofinanciële bijstand zal een aanvulling vormen op de middelen die door de internationale financiële instellingen, bilaterale donoren en andere financiële instellingen van de EU beschikbaar zijn gesteld. Daardoor zal deze bijdragen tot de globale doeltreffendheid van de financiële steun door de internationale gemeenschap, maar ook van andere vormen van financiële bijstand van de EU, waaronder begrotingssteunmaatregelen.

Voorts wordt verwacht dat het MFB-programma, door langlopende financiering te verstrekken tegen zeer gunstige voorwaarden, die gewoonlijk lager zijn dan die van internationale of bilaterale donoren, de regering zal helpen haar begroting zonder begrotingsafwijkingen uit te voeren en zal bijdragen tot de houdbaarheid van de schuldpositie.

Naast het financiële effect van de macrofinanciële bijstand zal het voorgestelde programma de hervormingsinspanningen van de regering en haar streven naar nauwere betrekkingen met de EU versterken, zoals die is opgenomen in de associatieovereenkomst die in 2016 in werking is getreden. Dit resultaat zal onder meer worden bereikt door passende voorwaarden te verbinden aan de uitbetaling van de bijstand. In een ruimere context zal het programma een signaal zijn dat de EU bereid is steun te verlenen aan partners in het Oostelijk nabuurschap, waaronder Moldavië, wanneer zij het economisch moeilijk hebben.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Macrofinanciële-bijstandsoperaties in partnerlanden zijn onderworpen aan evaluaties achteraf. Volgens de evaluaties die tot dusver (van voltooide programma’s) zijn uitgevoerd, leveren macrofinanciële-bijstandsoperaties een positieve, zij het soms bescheiden en indirecte bijdrage tot een betere houdbaarheid van de externe positie, de macro-economische stabiliteit en de totstandbrenging van structurele hervormingen in het partnerland. In de meeste gevallen hebben de macrofinanciële-bijstandsoperaties een positief effect gehad op de betalingsbalans van de partner en verlichting gebracht van de begrotingsmoeilijkheden. Ook hebben ze tot een enigszins hogere economische groei geleid.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Verenigbaarheid met het meerjarige financiële kader

In het meerjarige financiële kader voor de periode 2021–2027 zal de verstrekking van MFB-leningen worden gedekt door de garantie voor extern optreden in het kader van “Europa in de wereld” (instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking). De voor macrofinanciële bijstand voorziene (indicatieve) leningscapaciteit volstaat om deze operatie alsook andere MFB-operaties die worden uitgevoerd, te dekken.

Eventuele synergie met andere passende instrumenten

De EU is een van de belangrijkste donoren van Moldavië en biedt ondersteuning aan economische, structurele en institutionele hervormingen en aan het maatschappelijk middenveld. De financiële steun van de EU aan Moldavië voor de periode 2014–2020 bedroeg 518,15 miljoen EUR (het indicatieve meerjarenprogramma 2021–2027 (MIP), dat in voorbereiding is). In deze dit kader vormt dit MFB-programma een aanvulling op ander extern EU-optreden of andere EU instrumenten ter ondersteuning van Moldavië. Het is ook afgestemd op het nieuwe instrument “Europa in de wereld” (instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA-III) voor 2021–2027. 

De grootste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat hiermee de totstandkoming wordt gefaciliteerd van een stabiel macro-economisch kader, onder meer door een houdbare betalingsbalanspositie en begrotingssituatie te bevorderen, alsmede van een passend kader om structurele hervormingen te stimuleren. Macrofinanciële bijstand is geen regelmatige financiële steun en moet worden beëindigd zodra de partner weer een houdbare externe financiële positie heeft.

Voorts vormt macrofinanciële bijstand een aanvulling op interventies van de internationale gemeenschap, in het bijzonder de door het IMF en de Wereldbank ondersteunde aanpassings- en hervormingsprogramma’s.

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

Door leningen te gebruiken verhoogt deze MFB-operatie de doeltreffendheid van de EU-begroting door middel van het hefboomeffect en vormt zij de beste kostenefficiënte optie.

De Commissie is bevoegd om zowel namens de EU als Euratom middelen te lenen op de kapitaalmarkten met gebruikmaking van de garantie van de EU-begroting. Het doel is middelen op de markt te verkrijgen tegen de beste beschikbare tarieven dankzij de topkredietrating van de EU/Euratom (AAA-rating door Fitch, Moody’s en DBRS, AA door S&P, alle met stabiele vooruitzichten) en die dan door te lenen aan in aanmerking komende leningnemers in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme, betalingsbalanssteun en macrofinanciële bijstand, en aan Euratom-projecten. Bij de leningactiviteiten wordt gebruikgemaakt van back-to-backtransacties, waardoor wordt gewaarborgd dat de EU-begroting geen rente- of valutarisico loopt. Het doel tegen de beste beschikbare tarieven middelen voor leningactiviteiten te verkrijgen, is bereikt omdat die tarieven in lijn zijn met die voor soortgelijke instellingen (EIB, Europees financieel stabilisatiemechanisme en Europees stabiliteitsmechanisme).

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

X beperkte geldigheidsduur

   van kracht van 2022 tot en met 2024 

   financiële gevolgen vanaf 2022 tot en met 2024 voor vastleggingskredieten en vanaf 2022 tot en met 2025 voor betalingskredieten.

onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Geplande beheersvorm(en) 12   

X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de EU-delegaties;

   door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met de lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

2.BEHEERSMAATREGELEN 

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De uit hoofde van dit besluit te financieren acties zullen in direct beheer door de Commissie worden uitgevoerd op het hoofdkantoor, met steun van de EU-delegaties.

De bijstand in kwestie is van macro-economische aard en sluit qua opzet aan bij het door het IMF ondersteunde programma. Het toezicht op de actie door de diensten van de Commissie zal plaatsvinden op basis van de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de IMF-overeenkomst en de uitvoering van specifieke hervormingsmaatregelen die met de autoriteiten van de partners in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd (zie ook punt 1.4.4), met een frequentie die strookt met het aantal tranches.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De uit hoofde van dit besluit te financieren acties zullen in direct beheer door de Commissie worden uitgevoerd op het hoofdkantoor, met steun van de EU-delegaties.

De MFB-uitbetalingen worden afhankelijk gesteld van positieve evaluaties en van de naleving van de conditionaliteit die aan elke operatie verbonden is. De Commissie houdt nauwlettend toezicht op de uitvoering van de voorwaarden, in nauwe samenwerking met de EU-delegaties.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Geconstateerde risico’s

Aan de voorgestelde macrofinanciële-bijstandsoperaties zijn fiduciaire, beleidsmatige en politieke risico’s verbonden.

Er bestaat een risico dat de macrofinanciële bijstand op frauduleuze wijze zou kunnen worden aangewend. Aangezien macrofinanciële bijstand niet wordt toegewezen aan specifieke uitgaven (wat bijvoorbeeld wel het geval is bij projectfinanciering), hangt dit risico samen met factoren zoals de algemene kwaliteit van beheerssystemen in de centrale bank en het ministerie van Financiën van de partner, administratieve procedures, controle- en toezichtfuncties, beveiliging van IT-systemen en de geschiktheid van interne en externe controlemogelijkheden.

Een tweede risico hangt samen met de kans dat de partner niet in staat zou zijn de uit de voorgestelde MFB-leningen voortvloeiende financiële verplichtingen jegens de EU na te komen (wanbetalings- of kredietrisico). Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een aanmerkelijke verdere verslechtering van de begrotingssituatie en betalingsbalanspositie van de partner.

Intern controlesysteem

De macrofinanciële bijstand zal worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en van de Europese Rekenkamer, zoals bepaald in artikel 129 van het Financieel Reglement.

Vooraf: Beoordeling door de Commissie van het beheers- en controlesysteem in het begunstigde land. Voor elke begunstigde land verricht de Commissie, indien nodig met technische ondersteuning door consultants, vooraf een operationele beoordeling van de financiële procedures en de controleomgeving. Er wordt een analyse van de boekhoudprocedures, de scheiding van taken en de interne/externe audit van de centrale bank en het ministerie van Financiën verricht om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over goed financieel beheer. Als zwakke punten worden vastgesteld, moeten in verband daarmee voorwaarden worden gesteld, die moeten worden uitgevoerd voordat de bijstand wordt uitbetaald. Zo nodig worden ook specifieke regelingen voor betalingen (bv. afgeschermde rekeningen) ingesteld.

Tijdens de uitvoering: Controles van de Commissie van periodieke verklaringen van de partner. De betaling wordt onderworpen aan 1) toezicht door personeelsleden van DG ECFIN, in nauwe samenwerking met de EU-delegaties en met externe belanghebbenden, zoals het IMF, op de uitvoering van de overeengekomen conditionaliteiten, en 2) de normale controleprocedure waarin de door DG ECFIN gevolgde financiële procedure (model 2) voorziet, waaronder de verificatie door de financiële eenheid van de naleving van de hierboven vermelde voorwaarden die voor de uitbetaling van de bijstand zijn gesteld. De uitbetaling van macrofinanciële-bijstandsoperaties kan afhankelijk worden gesteld van aanvullende onafhankelijke verificaties achteraf (van documenten en/of ter plaatse) door ambtenaren van het team van het DG van verificatie achteraf. Die verificaties kunnen ook plaatsvinden op verzoek van de verantwoordelijke gesubdelegeerd ordonnateur. Zo nodig kunnen onderbrekingen en opschortingen van betalingen, (door de Commissie uitgevoerde) financiële correcties of terugvorderingen plaatsvinden (wat tot dusver nog niet voorgekomen is): de financieringsovereenkomsten met de partners voorzien uitdrukkelijk in die mogelijkheid.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting) 

De ingevoerde controlesystemen, zoals de operationele beoordelingen vooraf of de beoordelingen achteraf, hebben gezorgd voor een effectief foutenpercentage voor de betalingen van macrofinanciële bijstand van 0 %. Er zijn geen gevallen bekend van fraude, corruptie of onwettige activiteit. De macrofinanciële-bijstandsoperaties hebben een duidelijke interventielogica, waardoor de Commissie hun effect kan evalueren. Door de controles kan zekerheid worden verkregen en kan worden nagegaan of de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten zijn gehaald.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Om de risico’s van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zijn meerdere maatregelen getroffen en zullen nog andere maatregelen worden getroffen.

Om te beginnen zal de leningovereenkomst een aantal bepalingen bevatten met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, controles en terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie. Het is voorts de bedoeling dat aan de bijstand een aantal specifieke beleidsvoorwaarden, met name op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, zal worden verbonden ter bevordering van de efficiëntie, de transparantie en de verantwoordingsplicht. Daarnaast zal de bijstand worden uitbetaald op een speciaal daarvoor bedoelde rekening van de centrale bank van de partner.

Bovendien hebben, overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement, de diensten van de Commissie een operationele beoordeling uitgevoerd van de financiële en administratieve procedures in Moldavië om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand, voldoende garanties bieden. Die beoordeling is in 2020 uitgevoerd en heeft betrekking op gebieden zoals de opstelling en uitvoering van de begroting, interne financiële controle bij de overheid, interne en externe controle, aanbestedingen en het beheer van contanten en de staatsschuld, alsook de onafhankelijkheid van de centrale bank. De EU-delegatie in het betrokken partnerland zullen nauwlettend toezicht blijven houden op de ontwikkelingen op dat gebied. De Commissie gebruikt ook begrotingssteunmaatregelen om de betrokken partners te helpen hun beheerssystemen voor de overheidsfinanciën te verbeteren, en die inspanningen worden ook door andere donoren ondersteund.

Ten slotte zal de bijstand worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en de Europese Rekenkamer, zoals bepaald in artikel 129 van het Financieel Reglement.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Type
uitgaven

Bijdrage

Nummer

GK/NGK 13

van EVA-landen 14

van kandidaat-lidstaten 15

uit derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

14.02.01.70.06 [MFB-lening – EAG]

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

14.20.03.01 [MFB-gift]

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen (niet van toepassing)

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

In miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële
kader

6

Rubriek 6 — “Nabuurschap en de wereld” 

DG: ECFIN

Jaar
2021

Jaar
2022

Jaar
2023

Jaar
2024

Jaar
2025

TOTAAL

 Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel 16  

14.02.01.70.06 [MFB-lening – EAG]

Toezeggingen

(1a)

10,8

10,8

Betalingen

(2a)

10,8

10,8

Begrotingsonderdeel 

14.20.03.01 [MFB-gift]

Toezeggingen

(1b)

30

30

Betalingen

(2b)

20

10

30

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 17  

Begrotingsonderdeel

14.20.03.01

(3)

0,15

0,15

TOTAAL kredieten
voor DG ECFIN

Toezeggingen

= 1a + 1b + 3

40,8

0,15

40,95

Betalingen

= 2a + 2b

+3

30,8

10

0,15

40,95





TOTAAL beleidskredieten 

Toezeggingen

(4)

40,8

40,8

Betalingen

(5)

30,8

10

40,8

 TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

0,15

0,15

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 6
van het meerjarige financiële kader

Toezeggingen

= 4 + 6

40,8

0,15

40,95

Betalingen

= 5 + 6

30,8

10

0,15

40,95



Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere beleidsrubrieken, herhaal bovenstaand deel: In miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële
kader

7

Rubriek 7 – “Europees openbaar bestuur”

DG: ECFIN

Jaar
2021

Jaar
2022

Jaar
2023

Jaar
2024

Jaar
2025

TOTAAL

Personele middelen

0,034

0,044

0,022

0,011

0,011

0,122

Andere administratieve uitgaven

0,020

0,010

0,030

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 7
van het meerjarige financiële kader

Kredieten

0,034

0,064

0,032

0,011

0,011

0,152

(totaal toezeggingen = totaal betalingen)

0,034

0,064

0,032

0,011

0,011

0,152

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

Jaar
2021

Jaar
2022

Jaar
2023

Jaar
2024

Jaar
2025

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7
van
het meerjarige financiële kader
(referentiebedrag)

Toezeggingen

= 4 + 6

0,034

30,864

10,032

0,011

0,161

41,102

Betalingen

= 5 + 6

0,034

30,864

10,032

0,011

0,161

41,102

3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met operationele kredieten 

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

In miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2021

Jaar
2022

Jaar
2023

Jaar
2024

Jaar 
2025

TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarige financiële kader

Personele middelen

0,033

0,069

0,041

0,003

0,025

0,171

Andere administratieve uitgaven

0,020

0,010

0,030

Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarige financiële kader

0,033

0,089

0,051

0,003

0,025

0.201

Buiten RUBRIEK 7 20  van het meerjarige financiële kader 

Personele middelen

Andere uitgaven 
van administratieve aard

Subtotaal
Buiten RUBRIEK 7
van het meerjarige financiële kader

TOTAAL

0,033

0,089

0,051

0,003

0,025

0,201

De benodigde kredieten voor personele middelen en andere uitgaven van administratieve aard zullen worden gefinancierd uit kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld.

3.2.3.1.Geraamde benodigdheden van personele middelen

X    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdsequivalenten

Jaar
2021

Jaar
2022

Jaar 2023

Jaar 2024

Jaar 2025

 Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

0,100

0,250

0,150

0,010

0,100

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek door derden)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

 Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 21

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

0,200

0,350

0,200

0,010

0,100

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx jj zz   22

– zetel

– in delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

0,300

0,600

0,350

0,020

0,200

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Directeur dir. D: toezicht houden op en beheren van de operatie, contacten onderhouden met de Raad en het Parlement voor de vaststelling van het besluit en de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming, met de Moldavische autoriteiten onderhandelen over het memorandum, verslagen beoordelen, inspectiebezoeken leiden en vorderingen bij het naleven van de voorwaarden beoordelen.

Eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd dir. D: de directeur bijstaan bij het beheren van de operatie, het onderhouden van contacten met de Raad en het Parlement voor de vaststelling van het besluit en de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming, met de Moldavische autoriteiten onderhandelen over het memorandum en de leningsovereenkomst (samen met DG BUDGET), het beoordelen van verslagen en van de vorderingen bij het naleven van de voorwaarden.

DG BUDGET (eenheden E1, E3 onder toezicht van de directeur): de leningsovereenkomst voorbereiden, erover onderhandelen met de Moldavische autoriteiten en ervoor zorgen dat die wordt goedgekeurd door de bevoegde diensten van de Commissie en door beide partijen wordt ondertekend. Toezicht houden na de inwerkingtreding van de leningsovereenkomst. De besluiten van de Commissie inzake de leningtransactie(s) voorbereiden, de indiening van de verzoeken om middelen follow-up geven, de banken selecteren en de financieringstransactie(s) voorbereiden en uitvoeren, en de middelen aan Moldavië uitbetalen. De administratieve activiteiten verrichten voor de follow-up van de terugbetaling van de lening(en). De bijbehorende verslagen opstellen.

Extern personeel

Deskeconomisten, sector macrofinanciële bijstand (dir. D): het besluit en het memorandum van overeenstemming voorbereiden, contacten onderhouden met de autoriteiten en de internationale financiële instellingen, evaluatiebezoeken verrichten, voorbereiden van verslagen van de diensten van de Commissie en van Commissieprocedures voor het beheer van de bijstand, contacten onderhouden met externe deskundigen voor de operationele evaluatie en de evaluatie achteraf.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 

Het voorstel/initiatief:

X    kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarige financiële kader (MFK).

3.2.5.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief:

X    voorziet niet in medefinanciering door derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

(1)    Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan uitbreidings- en nabuurschapspartners in de context van de COVID‐19-pandemie (PB L 165 van 27.5.2020, blz. 31).
(2)    Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1)
(3)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(4)    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
(5)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(6)    Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(7)    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(8)    Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(9)    Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
(10)    ABM: activity-based management; ABB: activity-based budgeting.
(11)    In de zin van artikel 54, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(12)    Nadere bijzonderheden over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn te vinden op de BudgWeb-website: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(13)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(14)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(15)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan.
(16)    Volgens de officiële begrotingsnomenclatuur.
(17)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(18)    Outputs zijn producten en te verstrekken diensten (bv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(19)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”
(20)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(21)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundigen bij delegaties).
(22)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).