6.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 465/109


P9_TA(2022)0141

Follow-up van de Conferentie over de toekomst van Europa

Resolutie van het Europees Parlement van 4 mei 2022 over de follow-up van de conclusies van de Conferentie over de toekomst van Europa (2022/2648(RSP))

(2022/C 465/07)

Het Europees Parlement,

gezien het reglement van orde van de Conferentie over de toekomst van Europa (“de Conferentie”), zoals goedgekeurd door de raad van bestuur en gepubliceerd op het meertalig digitaal platform van de Conferentie,

gezien de conclusies van de negen thematische werkgroepen van de Conferentie, die op 30 april 2022 zijn goedgekeurd door de plenaire vergadering van de Conferentie,

gezien het in februari 2022 gepubliceerde activiteitenverslag van het meertalig digitaal platform van de Conferentie over de toekomst van Europa,

gezien de in februari 2022 gepubliceerde bijdragen per lidstaat op het meertalig digitaal platform van de Conferentie over de toekomst van Europa,

gezien de verslagen van de nationale burgerpanels en de nationale evenementen, zoals gepubliceerd op het meertalig digitaal platform van de Conferentie,

gezien het verslag “Youth Ideas” voor de Conferentie over de toekomst van Europa, gepubliceerd als resultaat van het Europees Jongerenevenement van 8 en 9 oktober 2021,

gezien de aanbevelingen van het Europees burgerpanel 1, getiteld “Een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en banen/Onderwijs, cultuur, jeugd en sport/Digitale transformatie”,

gezien de aanbevelingen van het Europees burgerpanel 2, getiteld “Europese democratie/Waarden en rechten, rechtsstaat, veiligheid”,

gezien de aanbevelingen van het Europees burgerpanel 3, getiteld “Klimaatverandering, milieu/gezondheid”,

gezien de aanbevelingen van het Europees burgerpanel 4, getiteld “EU in de wereld/Migratie”,

gezien zijn resolutie van 15 januari 2020 over het standpunt van het Europees Parlement over de Conferentie over de toekomst van Europa (1),

gezien zijn resoluties van 16 februari 2017 over de verbetering van de werking van de Europese Unie, voortbouwend op het potentieel van het Verdrag van Lissabon (2), van 16 februari 2017 over mogelijke ontwikkelingen en aanpassingen van het huidige institutionele bestel van de Europese Unie (3), van 13 februari 2019 over de stand van het debat over de toekomst van Europa (4) en van 26 november 2020 over de stand van zaken met betrekking tot het Europees verkiezingsproces (5),

gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de Europese Unie een ongeziene situatie beleeft ten opzichte van het begin van het conferentieproces, zodat een nieuwe impuls voor de Europese integratie nodig is, met een gemeenschappelijk optreden en een solidariteit die nog sterker zijn, aangezien er weer oorlog wordt gevoerd op het Europese continent;

B.

overwegende dat de EU zal worden beoordeeld op haar vermogen om uit de huidige crises te komen en er daarom naar moet streven om sterker te worden;

C.

overwegende dat het Europees Parlement zich volledig achter de Conferentie heeft geschaard, in de vaste overtuiging dat de EU moet worden hervormd om het hoofd te kunnen bieden niet alleen aan de huidige, maar ook aan toekomstige uitdagingen;

D.

overwegende dat in de conclusies van de Conferentie ook aandacht moet worden besteed aan alle gevolgen van de invasie van Oekraïne door Rusland, in de reeds zeer veeleisende context na de pandemie;

E.

overwegende dat in de voorstellen die voortvloeien uit de burgerparticipatie, zoals vertaald in de slotconclusies van de Conferentie, wordt gevraagd dat de Europese Unie democratischer, veiliger, doeltreffender, welvarender, eerlijker en duurzamer wordt, beter in staat wordt gesteld om op te treden en een invloedrijker speler in de wereld wordt;

F.

overwegende dat de EU moet beschikken over voldoende, passende middelen om bovengenoemde doelstellingen te verwezenlijken, hetgeen eens te meer duidelijk maakt dat de werking van de instellingen moet worden verbeterd;

G.

overwegende dat de EU daarom instrumenten ter beschikking moet krijgen waarmee zij kan reageren op belangrijke transnationale uitdagingen op het gebied van veiligheid, gezondheid, klimaatverandering en milieu, migratie, digitalisering, defensie, belastingen, bestrijding van ongelijkheid, economisch en sociaal beleid en geopolitiek;

H.

overwegende dat er naast de indiening van wetgevingsvoorstellen ook een proces van institutionele hervormingen moet worden gestart om uitvoering te geven aan de aanbevelingen en verwachtingen als gevolg van het proces van burgerparticipatie;

I.

overwegende dat nieuw beleid en, in sommige gevallen, verdragswijzigingen noodzakelijk zijn, niet als middel op zich, maar in het belang van alle Europeanen, door ernaar te streven de EU zo te hervormen dat haar open strategische autonomie, veiligheid, duurzaamheid en concurrentievermogen, de verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en de eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten worden gewaarborgd;

J.

overwegende dat de Conferentie opnieuw aantoont dat elke hervorming van de Unie de volledige betrokkenheid van het Parlement, de Commissie, de Raad en relevante belanghebbenden vereist, alsook rechtstreekse betrokkenheid van de burgers;

K.

overwegende dat de ervaring met de Conferentie bevestigt hoe belangrijk het is alle mogelijke vormen van dialoog en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen te versterken;

1.

is ingenomen met de conclusies van de Conferentie, zoals goedgekeurd door de plenaire vergadering van de Conferentie op 30 april 2022;

2.

spreekt zijn tevredenheid uit over de ambitieuze, constructieve voorstellen die de Conferentie heeft geformuleerd op basis van de aanbevelingen en ideeën die zijn voortgekomen uit de Europese en nationale burgerpanels, het Europees Jongerenevenement en het onlineplatform; is ingenomen met het feit dat de conclusies van de Conferentie zijn opgesteld in een door de burger gestuurd proces en benadrukt het feit dat burgerparticipatie in de Europese democratie belangrijk is;

3.

is van mening dat de Conferentie heeft geleid tot de innovatieve, succesvolle deelname van de Europese burgers en de Europese instellingen een extra kans heeft geboden, hetgeen heeft geleid tot een ruime dialoog tussen burgers, nationale parlementen, regionale en lokale autoriteiten, sociale partners en maatschappelijke organisaties over de toekomst van de Unie;

4.

benadrukt het feit dat de parlementaire dimensie van het conferentieproces belangrijk is en spreekt de wens uit de dialoog en de samenwerking tussen de nationale parlementen en het Europees Parlement te bevorderen en te versterken;

5.

is van mening dat een grotere rol in het besluitvormingsproces van de EU hand in hand gaat met meer democratische, transparante en verantwoordingsplichtige EU-instellingen; steunt bovendien de voortdurende betrokkenheid van burgers bij dit proces, die moeten kunnen participeren en worden geraadpleegd;

6.

wijst erop dat de meest recente crises gemeenschappelijke Europese oplossingen vereisen; is van mening dat de Conferentie een unieke gelegenheid bood om de EU in verband hiermee toekomstgerichte voorstellen aan de hand te doen;

7.

is van mening dat de Russische agressie tegen Oekraïne aantoont dat er behoefte is aan een sterkere geopolitieke EU, die in de wereld met één stem spreekt en een gemeenschappelijk beleid voert op het gebied van veiligheid, defensie, energie en migratie, op basis van gemeenschappelijk optreden en volledige solidariteit;

8.

herinnert eraan dat de EU als reactie op de COVID-19-pandemie blijk heeft gegeven van haar vermogen om op te treden en innovatieve, gemeenschappelijke oplossingen op het gebied van gezondheid, economische groei en sociale cohesie te bevorderen; is van mening dat deze positieve acties moeten worden omgevormd tot een nieuw, permanent institutioneel en beleidskader;

9.

benadrukt het feit dat uit de conclusies van de Conferentie blijkt dat de EU dringend een leidende rol moet spelen bij de aanpak van de klimaatverandering, de bescherming van de biodiversiteit en de bevordering van duurzaamheid;

10.

benadrukt het feit dat de conclusies van de Conferentie moeten leiden tot resultaten en dat moet worden voldaan aan de verwachtingen van de burgers door te werken aan ambitieuze veranderingen op een aantal van onze meest cruciale beleidsterreinen;

11.

is van mening dat een hechtere politieke integratie en echte democratie, zoals benadrukt in de conclusies van de Conferentie, kunnen worden gerealiseerd door middel van een wetgevingsinitiatiefrecht voor het Europees Parlement en de afschaffing van eenparigheid in de Raad;

12.

erkent dat de conclusies van de Conferentie verdragswijzigingen vereisen, onder meer ter vereenvoudiging van de institutionele architectuur van de EU en met het oog op meer transparantie en verantwoordingsplicht in het besluitvormingsproces en een nieuwe reflectie over de bevoegdheden van de EU;

13.

steunt, zoals benadrukt in de conclusies van de werkgroepen van de Conferentie, een verschuiving naar een duurzaam, inclusief en veerkrachtig groeimodel; versterking van het concurrentievermogen en de veerkracht van de economie van de EU, met bijzondere aandacht voor kmo’s als ruggengraat van onze economie, en een concurrentievermogencontrole; de volledige uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, met inbegrip van de relevante kerndoelen voor 2030; een protocol inzake sociale vooruitgang; en het bevorderen van toekomstgerichte investeringen waarbij wordt gefocust op een rechtvaardige groene en digitale transitie, met een sterke sociale dimensie, met inbegrip van gendergelijkheid, waarbij ook rekening wordt gehouden met de voorbeelden van NextGenerationEU en het Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE);

14.

acht het van essentieel belang te focussen op de follow-up van de voorstellen van de Conferentie, om gevolg te geven aan de verzoeken van burgers; verwacht van alle Europese instellingen dat zij zich inzetten voor een constructieve, ambitieuze aanpak, volgens hun respectieve rol en bevoegdheden, in elk stadium van de follow-up, onder meer door het indienen van wetgevingsvoorstellen;

15.

is bereid zijn rol te spelen en te zorgen voor een goede follow-up van het resultaat van de Conferentie; roept daarom op tot het bijeenroepen van een Conventie door de procedure in werking te stellen voor de herziening van de Verdragen als bedoeld in artikel 48 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en verzoekt zijn Commissie constitutionele zaken dienovereenkomstig de nodige procedure in te leiden;

16.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1)  PB C 270 van 7.7.2021, blz. 71.

(2)  PB C 252 van 18.7.2018, blz. 215.

(3)  PB C 252 van 18.7.2018, blz. 201.

(4)  PB C 449 van 23.12.2020, blz. 90.

(5)  PB C 425 van 20.10.2021, blz. 98.