Brussel, 23.5.2022

COM(2022) 611 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Finland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Finland

{SWD(2022) 611 final} - {SWD(2022) 640 final}


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Finland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Finland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden 2 , en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad 3 , waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit is ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die zullen worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen die door de Unie worden gefinancierd. Zij draagt bij tot het economisch herstel en tot de uitvoering van duurzame en groeibevorderende hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te stimuleren, waarbij de veerkracht en potentiële groei van de economieën van de lidstaten wordt versterkt. Tevens draagt zij bij tot versterken van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en het stimuleren van groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn. De maximale financiële bijdrage per lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit [is] op [XX] juni 2022 bijgewerkt, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241.

(2)Op 24 november 2021 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2022 voor coördinatie van het economisch beleid. Er is terdege rekening gehouden met de bevestigde gezamenlijke toezegging van de sociale top van Porto van mei 2021 om de op 17 november 2017 door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie afgekondigde Europese pijler van sociale rechten verder uit te voeren. De Europese Raad heeft op 25 maart 2022 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2022. Op 24 november 2021 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Finland niet heeft genoemd als een van de lidstaten waarvoor een diepgaande evaluatie 4 nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die op 5 april 2022 door de Raad is aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2022 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat op 14 maart 2022 door de Raad is aangenomen.

(3)Door de Russische invasie van Oekraïne, in de nasleep van de wereldwijde pandemie, is de geopolitieke en economische context aanzienlijk veranderd. De gevolgen van de invasie voor de economieën van de lidstaten zijn onder meer voelbaar door de hogere energie- en voedselprijzen en de zwakkere groeivooruitzichten. De hogere energieprijzen wegen met name op de meest kwetsbare huishoudens die in energiearmoede leven of dreigen te vervallen. De EU heeft ook te maken met een ongekende instroom van mensen die Oekraïne ontvluchten. In dit verband werd op 4 maart 2022 voor het eerst de richtlijn tijdelijke bescherming 5 in werking gesteld, waarbij ontheemden uit Oekraïne het recht kregen legaal in de EU te verblijven, evenals het recht op toegang tot onderwijs en opleiding, de arbeidsmarkt, gezondheidszorg, huisvesting en sociale voorzieningen.

(4)Rekening houdend met de snel veranderende economische en geopolitieke situatie wordt de brede coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid in 2022 hervat in het kader van het Europees Semester, waarbij de ontwikkelingen worden afgestemd op de uitvoeringsvereisten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zoals uiteengezet in de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 2022. De uitvoering van de vastgestelde herstel- en veerkrachtplannen is van essentieel belang voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen betrekking hebben op alle of een aanzienlijk deel van de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de semestercycli 2019 en 2020 zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019 en 2020 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241, naast landspecifieke aanbevelingen die zijn gedaan tot de datum van indiening van het gewijzigde plan.

(5)De algemene ontsnappingsclausule is sinds maart 2020 actief 6 . In haar mededeling van 3 maart 2021 7 heeft de Commissie haar standpunt uiteengezet dat het besluit om de algemene ontsnappingsclausule te deactiveren dan wel te blijven toepassen, moet worden gezien als een algehele evaluatie van de toestand van de economie, waarbij het niveau van economische bedrijvigheid in de EU of de eurozone in vergelijking met het niveau van vóór de crisis (eind 2019) een belangrijk kwantitatief criterium is. De toegenomen onzekerheid en de grote neerwaartse risico’s voor de economische vooruitzichten in de context van oorlog in Europa, de ongekende energieprijsstijgingen en de aanhoudende verstoringen van de toeleveringsketen rechtvaardigen de verlenging van de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact tot eind 2023.

(6)Volgens de benadering in het advies van de Raad van 18 juni 2021 over het stabiliteitsprogramma 2021 wordt de begrotingskoers momenteel het best afgemeten aan de verandering in de primaire uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde), met uitsluiting van COVID-19-gerelateerde tijdelijke noodmaatregelen maar met inbegrip van uitgaven gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, ten opzichte van de potentiële groei op middellange termijn 8 . Naast de algemene begrotingskoers wordt, om te beoordelen of het nationale begrotingsbeleid prudent is en de samenstelling ervan bevorderlijk is voor een duurzaam herstel dat in overeenstemming is met de groene en digitale transitie, ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van nationaal gefinancierde 9 primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde en met uitsluiting van COVID-19-gerelateerde tijdelijke noodmaatregelen) en investeringen.

(7)Op 2 maart 2022 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling met brede richtsnoeren voor het begrotingsbeleid in 2023, die erop gericht is de voorbereiding van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s van de lidstaten te ondersteunen en aldus de beleidscoördinatie te versterken 10 . De Commissie merkte op dat, op basis van de macro-economische vooruitzichten van de winterprognoses 2022, de overgang van een geaggregeerde ondersteunende begrotingskoers in 2020-2022 naar een in grote lijnen neutrale geaggregeerde begrotingskoers in 2023 passend lijkt, maar zij is klaar om te reageren op de veranderende economische situatie. De Commissie kondigde aan dat de begrotingsaanbevelingen voor 2023 van lidstaat tot lidstaat moeten blijven verschillen en dat in die aanbevelingen rekening moet worden gehouden met mogelijke overloopeffecten tussen landen. De Commissie heeft de lidstaten verzocht de richtsnoeren in hun stabiliteits- en convergentieprogramma’s te verwerken. De Commissie heeft zich ertoe verbonden de economische ontwikkelingen nauwlettend te volgen en haar beleidsrichtsnoeren waar nodig en uiterlijk in het voorjaarspakket van het Europees Semester eind mei 2022 aan te passen.

(8)Wat de op 2 maart 2022 verstrekte begrotingsrichtsnoeren betreft, wordt in de begrotingsaanbevelingen voor 2023 rekening gehouden met de verslechterde economische vooruitzichten, de toegenomen onzekerheid en verdere neerwaartse risico’s, en de hogere inflatie in vergelijking met de winterprognoses. Tegen deze achtergrond moet de budgettaire respons de overheidsinvesteringen in de groene en digitale transitie en in energiezekerheid uitbreiden en de koopkracht van de meest kwetsbare huishoudens ondersteunen om de gevolgen van de stijging van de energieprijzen op te vangen en de inflatiedruk als gevolg van tweederonde-effecten te helpen beperken door middel van gerichte en tijdelijke maatregelen; het begrotingsbeleid moet flexibel blijven, zodat het kan worden aangepast aan de snel veranderende omstandigheden, en moet van land tot land verschillen afhankelijk van hun budgettaire en economische situatie, ook wat betreft de blootstelling aan de crisis en de instroom van ontheemden uit Oekraïne.

(9)Op 27 mei 2021 heeft Finland zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 29 oktober 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Finland aangenomen. De vrijgave van tranches is afhankelijk van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 houdende dat Finland de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Een bevredigende verwezenlijking veronderstelt dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is tenietgedaan.

(10)Op 13 april 2022 heeft Finland zijn nationale hervormingsprogramma 2022 en zijn stabiliteitsprogramma 2022 ingediend, binnen de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1466/97 vastgestelde termijn. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze samen geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2022 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Finland over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

(11)De Commissie heeft op 23 mei 2022 het landverslag 2022 voor Finland 11 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Finland heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad in 2019, 2020 en 2021 heeft vastgesteld en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Finland van het herstel- en veerkrachtplan, voortbouwend op het scorebord voor herstel en veerkracht. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen, waaronder die welke voortvloeien uit de Russische invasie van Oekraïne. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Finland heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

(12)Op 23 mei 2022 heeft de Commissie een verslag uitgebracht op grond van artikel 126, lid 3, VWEU. In dit verslag wordt de begrotingssituatie van Finland besproken, aangezien de overheidsschuld in 2021 de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 60 % van het bbp overschreed en niet aan de schuldreductiebenchmark voldeed. In het verslag werd geconcludeerd dat niet aan het schuldcriterium was voldaan. In overeenstemming met de mededeling van 2 maart 2022 was de Commissie in het kader van haar beoordeling van alle relevante factoren van oordeel dat de naleving van de schuldreductiebenchmark een te veeleisende en vroege begrotingsinspanning zou inhouden die de groei in gevaar dreigt te brengen. Volgens de Commissie is in de huidige uitzonderlijke economische omstandigheden voldoen aan de schuldreductiebenchmark niet gerechtvaardigd. Zoals aangekondigd, heeft de Commissie niet voorgesteld om in het voorjaar van 2022 nieuwe buitensporigtekortprocedures in te leiden. Zij zal in het najaar van 2022 opnieuw nagaan of het relevant is voor te stellen om buitensporigtekortprocedures in te leiden.

(13)Op 20 juli 2020 heeft de Raad Finland aanbevolen om in 2020 en 2021 overeenkomstig de algemene ontsnappingsclausule alle nodige maatregelen te nemen om de pandemie doeltreffend aan te pakken, de economie te stimuleren en het daaropvolgende herstel te ondersteunen. Ook heeft hij Finland aanbevolen om, als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid te voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de schuld, daarbij de investeringen verhogend. Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens daalde het overheidstekort van Finland in 2021, van 5,5 % van het bbp in 2020 tot 2,6 % in 2021. De respons vanuit het begrotingsbeleid door Finland ondersteunde het economisch herstel in 2021, terwijl de tijdelijke noodsteunmaatregelen daalden van 2,8 % van het bbp in 2020 tot 1,7 % in 2021. De maatregelen die Finland in 2021 heeft genomen, stemmen overeen met de aanbeveling van de Raad van 20 juli 2020. De door de regering in 2020 en 2021 genomen discretionaire begrotingsmaatregelen waren tijdelijk of gingen met compenserende maatregelen gepaard. In 2021 bedroeg de overheidsschuld volgens door Eurostat gevalideerde gegevens 65,8 % van het bbp.

(14)Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses van het stabiliteitsprogramma 2022 ten grondslag ligt, is realistisch. De regering verwacht dat het reële bbp in 2022 met 1,5 % en in 2023 met 1,7 % zal groeien. Ter vergelijking: in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie wordt uitgegaan van een iets hogere groei van het reële bbp van 1,6 % in 2022 en 1,7 % in 2023. In haar stabiliteitsprogramma 2022 voorziet de regering dat het nominale tekort zal dalen tot 2,2 % van het bbp in 2022 en tot 1,7 % in 2023. De daling in 2022 is vooral te danken aan de sterke groei van de economische bedrijvigheid en aan de afbouw van de meeste noodmaatregelen. Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting stijgen tot 66,2 % in 2022 en tot 66,9 % in 2023. Op basis van de op de afsluitdatum van de prognoses bekende beleidsmaatregelen wordt in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 2,2 % van het bbp in 2022 en 1,7 % in 2023. Dit is in overeenstemming met het in het stabiliteitsprogramma 2022 voorspelde tekort. In de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie wordt uitgegaan van een vergelijkbare overheidsschuldquote van 65,9 % in 2022 en 66,6 % in 2023.

Op basis van de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie wordt de potentiële outputgroei op middellange termijn (tienjarig gemiddelde) geraamd op 1,2 %. In deze raming is echter geen rekening gehouden met het effect van de hervormingen die deel uitmaken van het herstel- en veerkrachtplan en die de potentiële groei van Finland kunnen bevorderen.

(15)In 2022 heeft de regering het merendeel van de maatregelen die naar aanleiding van de COVID-19-crisis waren genomen, uitgefaseerd, zodat de tijdelijke noodsteunmaatregelen naar verwachting zullen afnemen van 1,7 % van het bbp in 2021 tot 0,2 % in 2022. Het overheidstekort wordt beïnvloed door de maatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de energieprijsstijgingen tegen te gaan, die in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie worden geraamd op 0,1 % van het bbp in 2022 en 0,0 % van het bbp in 2023 12 . Deze maatregelen bestaan hoofdzakelijk uit tijdelijke belastingmaatregelen (bv. aftrek van reiskosten). Deze maatregelen zijn als tijdelijk aangekondigd. Mochten de energieprijzen echter ook in 2023 hoog blijven, dan zouden sommige van deze maatregelen kunnen worden verlengd. Het overheidstekort wordt ook beïnvloed door de kosten om ontheemden uit Oekraïne tijdelijke bescherming te bieden, die in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie worden geraamd op 0,1 % van het bbp in 2022 en 0,2 % in 2023 13 , alsook door de stijging van de defensie-uitgaven met 0,3 % van het bbp in 2022 en 0,1 % in 2023.

(16)Op 18 juni 2021 heeft de Raad Finland aanbevolen 14 om in 2022 een ondersteunende begrotingskoers aan te houden, onder meer met behulp van de impuls die uitgaat van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en om nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden. Ook heeft hij Finland aanbevolen om, als de economische omstandigheden dit toelaten, begrotingsbeleid te voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn en het waarborgen van de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn, en om tegelijkertijd de investeringen op te voeren teneinde het groeipotentieel te stimuleren.

(17)Op basis van de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie en rekening houdend met de informatie die in het stabiliteitsprogramma 2022 van Finland is opgenomen, wordt verwacht dat de begrotingskoers in 2022 ondersteunend zal zijn op -0,6 % van het bbp 15 . Finland is voornemens het herstel verder te ondersteunen door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit om aanvullende investeringen te financieren, zoals aanbevolen door de Raad. De positieve bijdrage aan de economische bedrijvigheid van de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven zal naar verwachting met 0,2 procentpunt van het bbp toenemen ten opzichte van 2021. Nationaal gefinancierde investeringen zullen in 2022 naar verwachting een expansieve bijdrage van 0,2 procentpunt aan de begrotingskoers leveren 16 . Finland is derhalve van plan nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden, zoals aanbevolen door de Raad. Tegelijkertijd zal de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2022 naar verwachting een in grote lijnen neutrale bijdrage van 0,1 procentpunt aan de algemene begrotingskoers leveren. Dit omvat het extra effect van de maatregelen om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen op te vangen (0,1 % van het bbp), alsook de kosten om ontheemden uit Oekraïne tijdelijke bescherming te bieden (0,1 % van het bbp).

(18)Voor 2023 wordt in de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie uitgegaan van een begrotingskoers van 0,3 % van het bbp bij ongewijzigd beleid 17 . Verwacht wordt dat Finland ook in 2023 gebruik zal maken van de subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit om aanvullende investeringen ter ondersteuning van het herstel te financieren. De positieve bijdrage aan de economische bedrijvigheid van de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven zal naar verwachting met 0,2 procentpunt van het bbp toenemen ten opzichte van 2022. Nationaal gefinancierde investeringen zullen in 2023 naar verwachting een expansieve bijdrage van 0,1 procentpunt aan de begrotingskoers leveren 18 . Tegelijkertijd zal de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 naar verwachting een contractieve bijdrage van 0,4 procentpunt aan de algemene begrotingskoers leveren. Dit omvat het effect van de uitfasering van de maatregelen om de gestegen energieprijzen aan te pakken (0,1 % van het bbp) en extra kosten om ontheemden uit Oekraïne tijdelijke bescherming te bieden (0,1 % van het bbp).

(19)Volgens het stabiliteitsprogramma 2022 zal het overheidstekort naar verwachting geleidelijk dalen tot 1,4 % van het bbp in 2024 en tot 1,8 % in 2025. Verwacht wordt derhalve dat het overheidstekort in de programmaperiode onder 3% van het bbp blijft. Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting stijgen tegen 2025, meer bepaald een stijging tot 68,0 % in 2024 en tot 69,1 % in 2025. Volgens de analyse van de Commissie lijken de risico’s voor de houdbaarheid van de schuld op middellange termijn middelgroot.

(20)Het Finse socialezekerheidsstelsel biedt een ruime dekking en doeltreffende bescherming tegen armoede, maar wordt ook gekenmerkt door een grote complexiteit en een aantal inherente inefficiënties. Het gaat met name om het combineren van inkomen uit arbeid en sociale uitkeringen en het aanpakken van langdurige werkloosheid. Een alomvattende hervorming van de sociale zekerheid zal van essentieel belang zijn om het stelsel te stroomlijnen, werken aantrekkelijker te maken zonder afbreuk te doen aan de sociale bescherming, en de arbeidsparticipatie te verhogen, in overeenstemming met de langetermijndoelstellingen van de regering. De hervorming moet de overheidsinkomsten uit inkomstenbelastingen verhogen en de doeltreffendheid van de uitgaven voor sociale bescherming verbeteren, en aldus de houdbaarheid van de overheidsfinanciën ondersteunen. In 2020 kreeg een speciale parlementaire commissie de opdracht de hervorming tegen 2027 uit te werken. In januari 2022 heeft de commissie de resultaten van haar werkzaamheden voor het in kaart brengen van de problemen gepubliceerd. De volgende fase bestaat erin mogelijke oplossingen voor de vastgestelde problemen uit te werken en alternatieve manieren voor de organisatie van de sociale zekerheid voor te stellen. De goedkeuring van een routekaart van de regering voor de hervorming van de sociale zekerheid op basis van de werkzaamheden van de commissie moet de vooruitgang bij de voorbereiding van de hervorming bevorderen en de weg vrijmaken voor de uitvoering ervan.

(21)Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van, alsmede bijlage V, criterium 2.2, bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Deze dragen bij tot het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de economische en sociale uitdagingen die zijn opgenomen in de landspecifieke aanbevelingen die de Raad in het kader van het Europees Semester in 2019 en 2020 tot Finland heeft gericht, naast de eventuele landspecifieke aanbevelingen die tot de datum van vaststelling van een plan zijn gedaan. Het plan omvat met name de actualisering van de klimaatveranderingswet en de lopende hervormingen op het gebied van permanente educatie, sociale zaken en gezondheidszorg. Het omvat ook maatregelen om de werkgelegenheid te stimuleren, alsmede maatregelen om de strijd tegen het witwassen van geld op te voeren en de invoering van een positief kredietregister te ondersteunen.

(22)Verwacht wordt dat de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan van Finland zal bijdragen tot verdere vooruitgang bij de groene en digitale transitie. Maatregelen ter ondersteuning van de klimaatdoelstellingen in Finland vertegenwoordigen 50,1 % van de totale toewijzing van het plan, terwijl maatregelen ter ondersteuning van digitale doelstellingen goed zijn voor 27,5 %. De volledige uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, in overeenstemming met de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen, zal Finland helpen om snel te herstellen van de gevolgen van de COVID-19-crisis en tegelijkertijd zijn veerkracht vergroten. De systematische betrokkenheid van de sociale partners en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk voor de succesvolle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, alsook ander economisch en werkgelegenheidsbeleid dat verder gaat dan het plan, om te zorgen voor een breed draagvlak voor de algehele beleidsagenda.

(23)Op 5 mei 2022 heeft de Commissie de programmeringsdocumenten betreffende het cohesiebeleid 19 voor Finland goedgekeurd, met uitzondering van het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het cohesiebeleidsprogramma voor Åland. Op 4 april 2022 heeft Åland het cohesiebeleidsprogramma ingediend. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 heeft Finland in de programmering van de cohesiebeleidsfondsen 2021-2027 rekening gehouden met de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen. Dit is een voorwaarde voor het verbeteren van de doeltreffendheid en het maximaliseren van de meerwaarde van de financiële steun die uit de cohesiebeleidsfondsen wordt ontvangen, en voor het bevorderen van de coördinatie, de complementariteit en de samenhang tussen deze fondsen en andere instrumenten en fondsen van de Unie. De succesvolle uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en cohesiebeleidsprogramma’s hangt ook af van het wegnemen van knelpunten voor investeringen ter ondersteuning van de groene en digitale transitie en een evenwichtige territoriale ontwikkeling.

(24)In reactie op het mandaat van de staatshoofden en regeringsleiders van de EU, zoals uiteengezet in de Verklaring van Versailles, beoogt het REPowerEU-plan de afhankelijkheid van de Europese Unie van de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland zo spoedig mogelijk af te bouwen. Daartoe wordt in overleg met de lidstaten bepaald wat de meest geschikte projecten, investeringen en hervormingen op nationaal, regionaal en EU-niveau zijn. Deze maatregelen zijn erop gericht de algehele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en fossiele brandstoffen liever uit andere landen dan Rusland in te voeren.

(25)Hoewel de Finse economie een van de meest energie-intensieve in de EU is, heeft Finland zich tot doel gesteld om tegen 2035 koolstofneutraal te worden en de eerste welvaartsmaatschappij te worden die volledig afziet van fossiele brandstoffen. De energiesector, de industrie, de vervoerssector en gebouwen zijn de belangrijkste sectoren die zullen moeten bijdragen tot een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Uitdagingen die moeten worden overwonnen om dit doel te bereiken, zijn onder meer een aanzienlijk tekort aan particuliere en overheidsinvesteringen, alsook vertragingen bij investeringen in hernieuwbare energie als gevolg van een achterstand bij de behandeling van milieuvergunningsaanvragen.  Volgens de gegevens voor 2020 is Finland sterk afhankelijk van Rusland voor de invoer van gas (67 % tegenover een EU-gemiddelde van 44 %), olie (84 % tegenover een EU-gemiddelde van 26 %) en steenkool (55 % tegenover een EU-gemiddelde van 54 %). 20 De Finse economie is echter slechts in beperkte mate afhankelijk van de invoer van gas (dat in 2020 6,9 % van de energiemix uitmaakte), en de invoer van deze drie energiebronnen kan voor een groot deel worden vervangen door andere brandstoffen of door invoer uit andere landen. Finland heeft noodmaatregelen genomen om ervoor te zorgen dat sectoren die van deze brandstoffen afhankelijk zijn, hun activiteiten kunnen voortzetten in geval van verstoringen van de voorziening, en het land is bezig maatregelen te nemen om zijn energie-invoer te diversifiëren en zo minder afhankelijk te worden van Rusland. Finland gebruikt minimale hoeveelheden gas voor de verwarming van woningen, en elektriciteitscentrales kunnen het gas dat ze verbruiken meestal vervangen door andere brandstoffen. Finland heeft geen toegang tot binnenlandse gasopslagfaciliteiten, maar de bidirectionele gaspijpleiding Balticconnector is in 2020 operationeel geworden en het land verwacht zijn derde lng-terminal in de tweede helft van dit jaar te voltooien. Samen met de twee bestaande lng-terminals en mogelijke toekomstige projecten zal de totale gasinvoercapaciteit naar verwachting weldra een aanzienlijk deel van de Finse gasinvoerbehoeften dekken. De aanbeveling is om nieuwe investeringen in gasinfrastructuur en gasnetwerken waar mogelijk toekomstbestendig te maken, om de duurzaamheid ervan op lange termijn te bevorderen, zodat ze in de toekomst kunnen worden herbestemd voor duurzame brandstoffen. Ongeveer een derde van de Finse energiemix bestaat nog steeds uit olie en steenkool, hoewel Finland bezig is zijn invoer van olie en steenkool te diversifiëren om zo minder afhankelijk te worden van Rusland. Kernenergie was in 2020 goed voor 17% van de energiemix, waarbij Rusland een belangrijke bron van kernbrandstof was. Het Finse elektriciteitsinterconnectiepercentage bedraagt momenteel 29 %, maar zal naar verwachting op middellange termijn stijgen. De nationale elektriciteitstransmissie in Finland zou kunnen worden versterkt. Finland is bezig zich los te maken van zijn beperkte afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland, maar de huidige omstandigheden vereisen dat er sneller en meer wordt geïnvesteerd in het koolstofvrij maken van de economie, het verhogen van de energie-efficiëntie en het garanderen van de voorzieningszekerheid. Dit betekent onder meer dat de vergunningsprocedures verder moeten worden gestroomlijnd om de achterstand van hangende energieprojecten weg te werken en aanvullende prioritaire investeringen te faciliteren. Finland moet zijn ambities wat betreft het reduceren van broeikasgasemissies, het vergroten van het aandeel van hernieuwbare energie en het verbeteren van de energie-efficiëntie verder aanscherpen om de doelstellingen van "Fit for 55" te halen.

(26)Hoewel het versnellen van de transitie naar koolstofneutraliteit en het afstappen van fossiele brandstoffen in verschillende sectoren aanzienlijke herstructureringskosten met zich mee zal brengen, kan Finland in het kader van het cohesiebeleid gebruik maken van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie om de sociaal-economische gevolgen van de transitie in de meest getroffen regio’s te verzachten. Daarnaast kan Finland gebruik maken van het Europees Sociaal Fonds Plus om de werkgelegenheid te verbeteren en de sociale cohesie te versterken.

(27)In het licht van de beoordeling van de Commissie heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2022 onderzocht en zijn advies 21 daarover is in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

(28)Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen aan de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Finland is dit met name weergegeven in de onderstaande aanbevelingen 1 en 2.

BEVEELT AAN dat Finland in 2022 en 2023 de volgende actie onderneemt:

1.Ervoor zorgen dat de stijging van nationaal gefinancierde lopende uitgaven in 2023 in overeenstemming is met een over het algemeen neutrale beleidskoers, rekening houdend met voortgezette tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor energieprijsstijgingen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. De lopende uitgaven aanpassen aan de veranderende situatie. De overheidsinvesteringen voor de groene en digitale transitie en voor energiezekerheid uitbreiden, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, REPowerEU en andere EU-fondsen. Voor de periode na 2023 een begrotingsbeleid voeren dat gericht is op het tot stand brengen van prudente begrotingssituaties op middellange termijn. Beleidsvoorstellen indienen voor de hervorming van de sociale zekerheid met als doel het stelsel van sociale uitkeringen efficiënter te maken, de prikkels om te werken te verbeteren en ook de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te ondersteunen.

2.Doorgaan met de uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan, in overeenstemming met de mijlpalen en streefdoelen die zijn opgenomen in het uitvoeringsbesluit van de Raad van 29 oktober 2021. Doorgaan met de uitvoering van het overeengekomen cohesiebeleidsprogramma 2021-2027 voor Finland, en de onderhandelingen met de Commissie over de programmeringsdocumenten betreffende het cohesiebeleid 2021-2027 voor Åland en over het fonds voor een rechtvaardige transitie snel afronden om van start te kunnen gaan met de uitvoering ervan.

3.De totale afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen en de invoer ervan diversifiëren door de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, onder meer door de vergunningsprocedures verder te versnellen, en investeringen in het koolstofvrij maken van de industrie en in de elektrificatie van het vervoer stimuleren. Energie-infrastructuur ontwikkelen om de voorzieningszekerheid te vergroten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De Voorzitter

(1)    PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2)    PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.
(3)    Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).
(4)    Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
(5)    Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1).
(6)    Mededeling van de Commissie aan de Raad over de activering van de algemene ontsnappingsclausule van
het stabiliteits- en groeipact, Brussel, 20.3.2020, COM(2020) 123 final.
(7)    Mededeling van de Commissie aan de Raad – Een jaar na de uitbraak van COVID-19: de respons vanuit het begrotingsbeleid, Brussel, 3.3.2021, COM(2021) 105 final.
(8)    De ramingen betreffende de begrotingskoers en de componenten daarvan in deze aanbeveling zijn ramingen van de Commissie op basis van de aannames die aan de voorjaarsprognoses 2022 van de Commissie ten grondslag liggen. In de ramingen van de Commissie van de potentiële groei op middellange termijn is geen rekening gehouden met het positieve effect van hervormingen die deel uitmaken van het herstel- en veerkrachtplan en die de potentiële groei kunnen stimuleren.
(9)    Niet gefinancierd met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.
(10)    Mededeling van de Commissie aan de Raad: Richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 2023, Brussel, 2.3.2022, COM(2022) 85 final.
(11)    SWD(2022) 611 final.
(12)    De cijfers geven het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van de maatregelen die sinds het najaar van 2021 zijn genomen, waaronder lopende ontvangsten en uitgaven en – in voorkomend geval – kapitaaluitgaven.
(13)    Aangenomen wordt dat het totale aantal ontheemden uit Oekraïne in de EU geleidelijk zal oplopen tot 6 miljoen eind 2022. Hun geografische spreiding wordt ingeschat op basis van de omvang van de bestaande diaspora, de relatieve bevolking van de ontvangende lidstaat, en de feitelijke spreiding van ontheemden uit Oekraïne over de EU vanaf maart 2022. Voor de begrotingskosten per persoon worden de ramingen gebaseerd op het Euromod-microsimulatiemodel van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie, rekening houdend met zowel overdrachten in contanten waarvoor mensen in aanmerking kunnen komen als uitkeringen in natura, zoals onderwijs en gezondheidszorg.
(14)    Aanbeveling van de Raad van 18 juni 2021 met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2021 van Finland, PB C 304 van 29.7.2021, blz. 126.
(15)    Een minteken (plusteken) bij de indicator betekent dat de groei van de primaire uitgaven hoger (lager) uitvalt dan de economische groei op middellange termijn, wat wijst op een expansief (contractief) begrotingsbeleid.
(16)    Andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven zullen naar verwachting een expansieve bijdrage van 0,3 procentpunt van het bbp leveren.
(17)    Een minteken (plusteken) bij de indicator betekent dat de groei van de primaire uitgaven hoger (lager) uitvalt dan de economische groei op middellange termijn, wat wijst op een expansief (contractief) begrotingsbeleid.
(18)    Andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven zullen naar verwachting een contractieve bijdrage van 0,2 procentpunt van het bbp leveren.
(19)    Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid. PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159.
(20)    Eurostat (2020), aandeel van de invoer uit Rusland in de totale invoer van aardgas, aardolie en steenkool. Voor het gemiddelde van de EU-27 is de totale invoer gebaseerd op de invoer van buiten de EU27. Voor Finland omvat de totale invoer ook de intracommunautaire handel. Ruwe aardolie omvat geen geraffineerde aardolieproducten.
(21)    Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.