16.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 100/95


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over

a) het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad

(COM(2022) 459 final — 2022/0278 (COD))

b) het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2016/424, (EU) 2016/425, (EU) 2016/426, (EU) 2019/1009 en (EU) 305/2011 inzake noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in geval van noodsituaties voor de eengemaakte markt

(COM(2022) 461 final — 2022/0279 (COD))

en c) het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EC, 2006/42/EC, 2010/35/EU, 2013/29/EU, 2014/28/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU en 2014/68/EU en tot invoering van noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in geval van noodsituaties voor de eengemaakte markt

(COM(2022) 462 final — 2022/0280 (COD))

(2023/C 100/14)

Rapporteur:

Andrej ZORKO

Corapporteur:

Janica YLIKARJULA

Raadpleging

a)

Europees Parlement, 9.11.2022

a)

Raad van de Europese Unie, 11.11.2022

b)

Europees Parlement, 21.11.2022

b)

Raad van de Europese Unie, 24.11.2022

c)

Europees Parlement: 21.11.2022

c)

Raad van de Europese Unie, 30.11.2022

Rechtsgrond

a)

Artikelen 114, 21, 45 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

b)

Artikelen 114 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

c)

Artikelen 91, 114, en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Interne Markt, Productie en Consumptie

Goedkeuring door de afdeling

10.11.2022

Goedkeuring door de voltallige vergadering

14.12.2022

Zitting nr.

574

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

208/0/1

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) kan zich vinden in het voornemen van de Commissie om een noodinstrument voor de eengemaakte markt in te voeren dat bedoeld is om het hoofd te bieden aan toekomstige crises die gevolgen zouden kunnen hebben voor de werking van de eengemaakte markt en het bedrijfsleven, alsook voor het welzijn van de EU-burgers. Tevens staat het achter de maatregelen om het vrije verkeer van goederen, diensten en personen te waarborgen en ook in crisissituaties beperkingen van het vrije verkeer binnen de EU te voorkomen. Het noodinstrument voor de eengemaakte markt moet op de eerste plaats gericht zijn op informatie-uitwisseling, samenwerking, communicatie en solidariteit tussen de lidstaten. Het is van cruciaal belang dat de administratieve samenwerking wordt versterkt en dat de lidstaten meer inzetten op transparantie, maar het EESC betreurt dat er geen consequenties zijn voor lidstaten die niet aan de vereisten voldoen.

1.2.

Crisisresponsmaatregelen moeten snel, tijdelijk en doelgericht zijn, en coördinatie op EU-niveau is noodzakelijk om een gemeenschappelijke aanpak te waarborgen. Er moet rekening worden gehouden met de gevolgen van de crisis voor het bedrijfsleven en het welzijn van de EU-burgers, en daarnaast moeten de maatregelen er ook op gericht zijn de samenleving en economie in de toekomst beter bestand te maken tegen crises. De nadruk moet duidelijk liggen op het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in tijden van crisis, alsook op het verzachten van de gevolgen voor het welzijn, en niet zozeer op ingrijpen in de productie en levering van goederen en diensten en de toeleveringsketens.

1.3.

Crisismitigatie vereist een duidelijk rechtskader om uiteenlopende interpretaties, versnipperde maatregelen en onnodige rechtszaken te voorkomen. Het EESC stelt vast dat de definities van de termen “crisis”, “strategisch belangrijke gebieden”, “goederen en diensten van strategisch belang” en “in een crisissituatie relevante goederen en diensten” in dit verband te vaag zijn en zou graag zien dat de Commissie met nauwkeuriger definities komt.

1.4.

Noodmaatregelen mogen de grondrechten van de EU-burgers niet beperken, en evenmin mag de uitoefening van die rechten, met inbegrip van het stakingsrecht, een crisisrespons rechtvaardigen, in welke sector dan ook. De Commissie moet duidelijk maken dat stakingen of andere vakbondsacties die voldoen aan de nationale wetgeving nooit kunnen worden beschouwd als een crisis in de zin van het noodinstrument voor de eengemaakte markt. Ook moeten alle crisismaatregelen die betrekking hebben op ondernemingen voldoen aan de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, wat in het voorstel niet het geval is. Voorts moet de autonomie van de sociale partners worden geëerbiedigd. De maatregelen dreigen onnodige verdere belemmeringen, beperkingen en lasten te creëren, iets dat met name in tijden van crisis uit den boze is. De eengemaakte markt moet toegankelijk blijven en waarborgen bieden tegen sociale en fiscale dumping.

1.5.

Noodsituaties vereisen een snelle en efficiënte respons. Het EESC dringt er dan ook bij de Commissie op aan haar voorstel opnieuw te bekijken en ervoor te zorgen dat crisissituaties voldoende snel en efficiënt kunnen worden aangepakt. Het EESC vreest dat de voorgestelde stapsgewijze aanpak een te grote administratieve belasting meebrengt om doeltreffend te kunnen zijn.

1.6.

De adviesgroep voor het noodinstrument voor de eengemaakte markt zou nauw moeten samenwerken met de bestaande EU-instrumenten voor strategische prognoses, zodat crisissituaties kunnen worden voorspeld aan de hand van de voortdurende monitoring en risicobeoordeling van mondiale en regionale gebeurtenissen. Een en ander moet gebeuren in nauw overleg met de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, zodat hun inzichten en de resultaten van hun werkzaamheden kunnen worden meegenomen in de prognoseactiviteiten van de EU.

1.7.

Vertegenwoordigers van de sociale partners en een relevante maatschappelijke organisatie zouden als waarnemers kunnen deelnemen aan de adviesgroep voor het noodinstrument voor de eengemaakte markt. Ook moet opheldering worden verschaft over de rol van de voorgestelde adviesgroep, en moet met name duidelijk worden gemaakt hoe die zich verhoudt tot andere, soortgelijke organen.

1.8.

De delegatie van bevoegdheden aan de Commissie in het kader van het voorstel moet opnieuw worden bekeken; het is namelijk zaak een evenwicht te vinden tussen een doeltreffende crisisrespons en de deelname van de lidstaten aan de besluitvorming.

1.9.

Het gevaar bestaat dat de interventiebevoegdheden die in het voorstel aan de Commissie worden toegekend, zoals de prioritering van orders en de clausule op grond waarvan kan worden afgeweken van een contract, en die gericht kunnen zijn op specifieke ondernemingen, de werking van de eengemaakte markt ondermijnen. Het loutere feit dat de Commissie over deze bevoegdheden beschikt introduceert een element van onvoorspelbaarheid. Het EESC beveelt de Commissie dan ook aan om het voorstel zorgvuldig opnieuw te bekijken, ook in het licht van de vraag voor welke ondernemingen de maatregelen bedoeld zouden zijn en wie de kosten van een eventuele reorganisatie van de productielijnen zou dragen.

1.10.

Het is van essentieel belang dat de Commissie en de lidstaten zich bij het verzamelen van bedrijfsgegevens houden aan de beginselen van uiterste nood en evenredigheid. Sommige voorstellen, zoals het opstellen van lijsten van “de meest relevante marktdeelnemers” nog voordat een noodsituatie wordt aangekondigd, dreigen de concurrentieverhoudingen scheef te trekken. Het EESC maakt zich zorgen over de signalen die daarmee aan de markt worden gegeven en over de algemene gevolgen voor de mededinging.

1.11.

Vlotte, heldere en open communicatie met het publiek, bedrijven en andere actoren is een essentieel onderdeel van crisisbeheersing op de eengemaakte markt. Een specifieke online informatie-interface moet onmiddellijk in werking kunnen worden gesteld bij een crisis.

2.   Basis voor het advies

2.1.

Een goed functionerende eengemaakte markt is een van de grootste troeven van de EU en is van vitaal belang voor haar economie en voor “het vergroten van de welvaart door middel van sociale en economische convergentie teneinde […] te voorkomen dat toenemende sociale onevenwichtigheden […] ernstige belemmeringen voor de Europese integratie gaan vormen.” (1)

2.2.

Recente crises, zoals de COVID-19-pandemie en de Russische invasie van Oekraïne, hebben aangetoond dat de eengemaakte markt en de toeleveringsketens in geval van onvoorziene verstoringen tot op zekere hoogte kwetsbaar zijn. De lockdown tijdens de pandemie heeft ertoe geleid dat veel bedrijven hun activiteiten moesten stopzetten, grenzen werden gesloten, de toeleveringsketens werden onderbroken, de vraag werd verstoord en werknemers en dienstverleners niet meer van het ene Europese land naar het andere konden, wat mensen eraan herinnerde dat het vrije verkeer van personen en het vrije verkeer van goederen en diensten nauw met elkaar verbonden zijn. Vaak heeft een crisis gevolgen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en met name huishoudens met een laag inkomen.

2.3.

Door het gebrek aan transparantie was niet altijd duidelijk of de crisismaatregelen van de lidstaten gerechtvaardigd en proportioneel waren. Dit heeft het wederzijdse vertrouwen en de solidariteit ondermijnd en de werking van de eengemaakte markt bemoeilijkt. Anderzijds is duidelijk geworden hoezeer samenwerking, openheid en dialoog tussen de lidstaten en gediversifieerde waardeketens belangrijk zijn. Een gecoördineerde aanpak om de binnengrenzen van de EU open te houden via “green lane”-grensovergangen is van cruciaal belang gebleken om ervoor te zorgen dat essentiële reizen mogelijk bleven en verstoringen van essentiële toeleveringsketens werden voorkomen.

2.4.

Het noodinstrument voor de eengemaakte markt vormt een aanvulling op andere EU-wetgevingsmaatregelen of -voorstellen voor crisisbeheersing die onder meer betrekking hebben op gezondheid, halfgeleiders, voedselzekerheid en het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

3.   Algemene opmerkingen

3.1.

Het EESC is ingenomen met de inspanningen van de Commissie om een noodinstrument voor de eengemaakte markt in te voeren waarmee de negatieve gevolgen van (potentiële) crises voor de eengemaakte markt, de burgers en het bedrijfsleven kunnen worden opgevangen, en waardeert de bevestiging dat hiermee geen afbreuk zal worden gedaan aan de toepassing van de bestaande instrumenten voor crisisbeheersing, die als lex specialis zullen worden behandeld.

3.2.

Het noodinstrument voor de eengemaakte markt moet de coördinatie van de nationale maatregelen verbeteren, de solidariteit vergroten, ervoor zorgen dat de vier vrijheden naar behoren kunnen worden uitgeoefend en de eengemaakte markt in staat stellen urgente en onverwachte crises het hoofd te bieden. Een goed functionerende eengemaakte markt is een efficiënt en nuttig instrument met het oog op crisisparaatheid en -respons.

3.3.

Een crisis die de werking van de eengemaakte markt kan verstoren, zal niet alleen een rem zetten op de activiteiten van bedrijven maar ook zwaar wegen op het leven van de burgers overal in de EU. De voorgestelde crisismaatregelen moeten daarom uitgaan van beide perspectieven en rekening houden met het streven naar een digitale, groene en eerlijke transitie, zodat de eengemaakte markt beter bestand zal zijn tegen toekomstige schokken en crises. De toekomstige eengemaakte markt heeft alleen kans van slagen als een gezonde economische basis hand in hand gaat met een sterke sociale dimensie (2).

3.4.

De respons op een crisis moet snel, tijdelijk, proportioneel en doelgericht zijn en moet het pad effenen voor een veerkrachtigere samenleving en economie. Om te voorkomen dat de nationale maatregelen uiteenlopen en zo de werking van de eengemaakte markt in de weg staan, is ook coördinatie op EU-niveau geboden.

3.5.

De EU zal bij toekomstige crises met nieuwe uitdagingen worden geconfronteerd. Crisismaatregelen moeten transparant en gemakkelijk beschikbaar zijn — binnen een beperkt toepassingsgebied en volgens strikte criteria — en snel worden toegepast, wat een duidelijk rechtskader op EU-niveau vereist. Niet alleen moet het instrument de bedrijven en inwoners van de EU alsook de vrijheden van de eengemaakte markt beschermen in geval van een wijdverbreide en ernstige crisis, het moet het ook mogelijk maken na te gaan of de nationale en EU-crisismaatregelen voldoen aan de basisbeginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid en non-discriminatie, en zorgen voor realtime bestuurlijke samenwerking en toegang tot informatie voor bedrijven en personen.

3.6.

Het EESC vreest dat een stapsgewijze crisisresponsprocedure, zoals vastgelegd in het kader van het noodinstrument voor de eengemaakte markt, te veel tijd in beslag zal nemen en het besluitvormingsproces zal vertragen, terwijl juist een snelle reactie geboden is.

3.7.

Het is onmogelijk de omvang en de aard van een bepaalde toekomstige crisis te voorspellen. Toch zal een crisisrespons het meest doeltreffend en het minst invasief zijn als een en ander in een vroeg stadium in werking treedt. Het EESC benadrukt het belang van strategische prognoses in de EU en blijft erbij dat het een zeer goede zaak is dat in het EU-beleidsvormingsproces gebruik zal worden gemaakt van de prognosemethode. Naast de invoering van de in het kader van het noodinstrument voor de eengemaakte markt voorgestelde instrumenten is het belangrijk dat de adviesgroep nauw gaat samenwerken met de bestaande EU-mechanismen voor strategische prognoses, zodat toekomstige crises kunnen worden voorspeld aan de hand van bepaalde mondiale en regionale gebeurtenissen die de werking van de eengemaakte markt zodanig zouden kunnen verstoren dat zij niet langer normaal functioneert. De adviesgroep moet niet alleen worden belast met de beoordeling van incidenten die de lidstaten aan de Commissie melden, maar moet in het kader van de monitoring en risicobeoordeling van mondiale en regionale incidenten voortdurend samenwerken met de EU-verantwoordelijken voor strategische prognoses. Aangezien het bij strategische prognose om een participatief proces gaat, verwacht het EESC dat de werkzaamheden op dit gebied tot synergieën en een structurele betrokkenheid van alle EU-instellingen, dus ook het EESC, zal leiden (3).

3.8.

Het voorstel is bedoeld om een oplossing te bieden voor alle ernstige crises die de eengemaakte markt en de toeleveringsketens zouden kunnen treffen, op enkele uitzonderingen na, waarvoor andere specifieke EU-maatregelen bestaan of in de pijplijn zitten. Dit brede toepassingsgebied brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Er moet in het kader van het noodinstrument voor de eengemaakte markt duidelijk worden omschreven wat precies onder een crisis wordt verstaan, zodat er geen sprake kan zijn van uiteenlopende interpretaties. Ook de definities van “strategisch belangrijke gebieden”, “goederen en diensten van strategisch belang” en “in een crisissituatie relevante goederen en diensten” zijn bijzonder ruim. Het EESC wijst erop dat deze definities ondubbelzinnig moeten zijn, zodat evenredige en doelgerichte noodmaatregelen kunnen worden uitgewerkt. Het ontbreken van duidelijke en nauwkeurige definities kan leiden tot rechtsonzekerheid en geschillen binnen de eengemaakte markt.

3.9.

Definities en crisismaatregelen in het kader van het noodinstrument moeten evenredig zijn en mogen niet leiden tot onnodige administratieve lasten. Zo mag het instrument alleen in werking worden gesteld in geval van een urgente en tijdelijke crisis op de eengemaakte markt, met inbegrip van regionale crises die de vier vrijheden ondermijnen. Dit houdt ook in dat het gebruik van het instrument in de tijd beperkt moet zijn; het mag geen permanent karakter krijgen. Het voorstel verleent de Commissie gedelegeerde bevoegdheden met betrekking tot de crisisprotocollen; deze zouden zorgvuldig moeten worden heroverwogen. Er moet worden gestreefd naar een evenwicht: niet alleen is een doeltreffende crisisrespons noodzakelijk, de lidstaten moeten zich ook volledig inzetten voor gezamenlijke maatregelen.

3.10.

Cruciaal is het vermogen om te erkennen dat een situatie een crisisrespons vereist en zich te richten op de meest dringende problemen. Noodmaatregelen mogen geen afbreuk doen aan de grondrechten van de Europese burgers, met name die welke zijn erkend in internationale overeenkomsten en verdragen. Ook in tijden van crisis moet de EU de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten hoog in het vaandel dragen. Evenzo moeten alle op ondernemingen gerichte crisismaatregelen voldoen aan de basisbeginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, wat in het voorstel niet het geval is.

3.11.

De erkenning en regulering van goederen die relevant zijn in tijden van crisis zou kunnen leiden tot onzekerheid op de eengemaakte markt en zo de werking ervan hinderen. Het is immers onmogelijk te weten welke goederen in een toekomstige crisissituatie relevant zullen zijn. Het EESC begrijpt dat wordt voorgesteld bepaalde bevoegdheden over te dragen aan de Commissie, maar heeft zijn bedenkingen bij de in het voorstel vastgelegde interventiebevoegdheden van de Commissie; het gaat dan onder meer om de openbaarmaking van commercieel gevoelige informatie en de prioritering van orders, inclusief de clausule op grond waarvan kan worden afgeweken van het contract. De productie en levering van goederen en diensten en de toeleveringsketens zijn hoofdzakelijk een zaak van de marktdeelnemers en maken deel uit van de normale noodplannen en crisisparaatheid van bedrijven en overheden.

3.12.

De invoering van belemmeringen en beperkingen binnen de EU in tijden van crisis moet worden vermeden. Dit houdt in dat het instrument moet zorgen voor meer informatie-uitwisseling, coördinatie en solidariteit tussen de lidstaten bij het vaststellen van crisisgerelateerde maatregelen, zonder dat wordt geraakt aan de nationale bevoegdheden. Het EESC staat volledig achter de lijst van verboden beperkingen van de vrijheden van de eengemaakte markt, maar betreurt dat er geen duidelijke consequenties zijn voor lidstaten die niet aan de vereisten voldoen.

3.13.

De productie en de aanvoer van specifieke goederen die van essentieel belang kunnen zijn in crisissituaties zijn niet gelijkmatig gespreid over de eengemaakte markt. Ook kan het gebeuren dat bedrijven en particulieren in sommige delen van de EU harder worden getroffen dan in andere, afhankelijk van het soort crisis; dat geldt zelfs in het geval van een crisis die de hele EU raakt. Solidariteit tussen de lidstaten is in dit verband van cruciaal belang. Het instrumentarium voor crisisrespons moet daarom gericht zijn op het ontmoedigen van protectionisme, dat zou leiden tot versnippering van de eengemaakte markt en zou verhinderen dat kritieke goederen en diensten de bedrijven en inwoners van de EU bereiken.

3.14.

De Commissie zou lessen moeten trekken uit de recente crises en zich aan de hand daarvan moeten voorbereiden op de toekomst. Tijdens de pandemie bood de invoering van “green lanes” een oplossing voor tal van dure knelpunten in verband met het EU-verkeer van met name goederen, maar ook van diensten. Daarnaast heeft de relatief snelle goedkeuring van het digitaal EU-covidcertificaat bijgedragen tot het herstel van de mobiliteit binnen de eengemaakte markt voor grensoverschrijdende dienstverleners, grensarbeiders en zakenreizigers. Voorts heeft de technische bijstand van de EU geleid tot een meer uniforme uitvoering van de maatregelen.

3.15.

Het EESC is het met de Commissie eens dat de maatregelen op EU-niveau in samenspraak met de lidstaten moeten worden genomen. Waar mogelijk moeten de lidstaten een en ander gemeenschappelijk aanpakken. Een gefragmenteerde benadering zou extra belemmeringen voor de eengemaakte markt met zich meebrengen en daarmee een rem zetten op innovatie, investeringen en werkgelegenheid en de sociale cohesie, en de kwaliteit van het bestaan aantasten. Zelfs in tijden van crisis is het belangrijk dat de eengemaakte markt voor iedereen toegankelijk blijft en dat er doeltreffende beschermingsmaatregelen worden getroffen tegen sociale en fiscale dumping (4).

3.16.

Bedrijven en particulieren moeten ook worden gestimuleerd om hun werkwijze zo veel mogelijk aan te passen aan de huidige situatie na de crisis, nu we te maken hebben met hogere energiekosten en de gevolgen van de klimaatverandering. Noodmaatregelen moeten in overeenstemming zijn met de EU-klimaatdoelstellingen en het streven naar klimaatneutraliteit, en moeten helpen deze doelstellingen te verwezenlijken en de eengemaakte markt veerkrachtiger te maken. De kans bestaat altijd dat een crisis leidt tot verschillen tussen de EU-landen op het gebied van economische ontwikkeling, sociale bescherming en welvaartsniveau (5); noodmaatregelen moeten er dan ook op gericht zijn dergelijke gevolgen te voorkomen.

3.17.

Vlotte, heldere en open communicatie met het publiek, bedrijven en andere actoren is een essentieel onderdeel van crisisbeheersing op de eengemaakte markt. Om de actoren in het veld te helpen, beveelt het EESC aan om in een crisissituatie onmiddellijk een gemeenschappelijke, specifieke online informatie-interface in werking te stellen, die regelmatig wordt bijgewerkt en betrouwbare informatie over de crisis en de genomen maatregelen verschaft. Het instrument moet burgers en bedrijven in alle lidstaten inzicht bieden in de maatregelen die bedoeld zijn om het vrije verkeer in stand te houden. Om verwarring of bijkomende belemmeringen voor de werking van de eengemaakte markt te voorkomen, moet er duidelijk worden gecommuniceerd over eventuele noodmaatregelen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de sociale partners en het maatschappelijk middenveld.

3.18.

Nauwe samenwerking met belanghebbenden is ook noodzakelijk voor de uitvoering van het instrument, aangezien het in de praktijk de maatschappelijke organisaties zijn die de maatregelen uitvoeren. Zij weten bovendien het best welke maatregelen en procedures efficiënt zijn. De governance-infrastructuur voor de eengemaakte markt moet worden versterkt, en de organisaties die burgers, consumenten en ondernemingen vertegenwoordigen moeten daar proactief bij worden betrokken (6). Het EESC roept de Commissie op om de sociale partners, de maatschappelijke organisaties en deskundigen te betrekken bij de risicobeoordeling en -monitoring, alsook bij de ontwikkeling en coördinatie van crisismaatregelen.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1.

Waar het gaat om kennisgevingen, normen e.d., moeten de maatregelen zo veel mogelijk voortbouwen op bestaande instrumenten. Zij moeten een en ander verduidelijken en ervoor zorgen dat vlot en efficiënt gebruik kan worden gemaakt van die instrumenten, zodat de werking van de eengemaakte markt bij een crisis niet in gevaar komt.

4.2.

In het kader van het instrument moet ook worden gekeken naar versnelde conformiteitsbeoordeling, coördinatie van overheidsopdrachten en markttoezicht voor goederen en diensten die in een bepaalde crisissituatie van kritiek belang zijn. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met de bestaande EU-richtlijnen die al verschillende mogelijkheden bieden om in noodsituaties gebruik te maken van zeer snelle aanbestedingsprocedures.

4.3.

Noodmaatregelen mogen de grondrechten van de EU-burgers niet beperken, en evenmin mag de uitoefening van die rechten, met inbegrip van het stakingsrecht, een crisisrespons in het kader van het noodinstrument voor de eengemaakte markt rechtvaardigen, in welke sector dan ook. Het EESC is ervan overtuigd dat de wetgeving inzake stakingen onder de bevoegdheid van de lidstaten valt en dat stakingen of andere vakbondsacties die voldoen aan de nationale wetgeving nooit kunnen worden beschouwd als een crisis in de zin van het noodinstrument voor de eengemaakte markt.

4.4.

Het is van essentieel belang dat de Commissie en de lidstaten zich bij het verzamelen van bedrijfsgegevens houden aan de beginselen van uiterste nood en evenredigheid. Bedrijven mogen niet worden verplicht om commercieel gevoelige informatie openbaar te maken, en het EESC verwerpt ook de voorstellen inzake de prioritering van orders en de clausule op grond waarvan kan worden afgeweken van een contract, aangezien zij contraproductief zijn; zij zetten namelijk niet aan tot het proactief zoeken naar oplossingen voor de crises. Sommige voorstellen, zoals het opstellen van lijsten van “de meest relevante marktdeelnemers” nog voordat een noodsituatie wordt aangekondigd, dreigen de concurrentieverhoudingen scheef te trekken. Het EESC maakt zich zorgen over de signalen die daarmee aan de markt worden gegeven en over de algemene gevolgen voor de mededinging.

4.5.

De adviesgroep, zoals bedoeld in artikel 3 van het voorstel, moet ten volle gebruikmaken van de kennis en ervaring van de sociale partners en een relevante maatschappelijke organisatie, die het meest vertrouwd zijn met het dagelijkse reilen en zeilen op de eengemaakte markt. Niet alleen moeten alle relevante beleidsmakers, de bevoegde autoriteiten en agentschappen op EU- en nationaal niveau deel uitmaken van de adviesgroep, ook de sociale partners zijn onlosmakelijk verbonden met de eengemaakte markt en moeten standaard als waarnemers deelnemen, samen met een relevante maatschappelijke organisatie — bijvoorbeeld een consumentenvereniging —, zodat zij advies kunnen verstrekken over de praktische maatregelen in het kader van het noodinstrument voor de eengemaakte markt, deze kunnen uitvoeren en toezicht kunnen houden.

4.6.

In overeenstemming met artikel 13 acht het EESC het noodzakelijk dat de lidstaten de nodige solidariteit aan de dag leggen, bijvoorbeeld bij het veiligstellen van strategische reserves. Het schaart zich dan ook achter de aanbeveling van de Commissie dat de lidstaten de strategische reserves waar mogelijk doelgericht moeten verdelen.

4.7.

De Commissie zou zich opnieuw moeten buigen over de in artikel 17 voorgestelde mogelijkheid om het vrije verkeer van werknemers te beperken waar het gaat om grensarbeiders, aangezien het zoals eerder opgemerkt negatieve gevolgen kan hebben voor de eengemaakte markt als grensarbeiders niet langer hun recht op vrij verkeer kunnen uitoefenen.

4.8.

In het voorstel wordt niet afdoende ingegaan op de wisselwerking tussen de voorgestelde adviesgroep en de reeds bestaande groepen voor crisisbeheersing, zoals de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt, het informatie-instrument voor de eengemaakte markt en de voedselcrisisplatforms. De Commissie moet erop toezien dat de bevoegdheden van de verschillende organen voor crisisbeheersing elkaar niet overlappen, aangezien dat tot onnodige administratieve rompslomp zou leiden en de crisisrespons zou vertragen.

Brussel, 14 december 2022.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Een nieuwe industriestrategie voor Europa (COM(2020) 102 final) (PB C 364 van 28.10.2020, blz. 108).

(2)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een eengemaakte markt voor iedereen (verkennend advies) (PB C 311 van 18.9.2020, blz. 19).

(3)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende het strategisch prognoseverslag 2021 — Het vermogen en de vrijheid tot handelen van de EU (COM(2021) 750 final) (PB C 290 van 29.7.2022, blz. 35).

(4)  Zie voetnoot 2.

(5)  Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over a) de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt (COM(2020) 94 final), b) de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt (COM(2020) 93 final) (PB C 364 van 28.10.2020, blz. 116).

(6)  Zie voetnoot 2.