14.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CI 504/10


Conclusies van de Raad over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren (2019-2021)

(2021/C 504 I/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

HERINNEREND AAN HET VOLGENDE:

1.

In de resolutie van de Raad over “Een kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken: de EU-strategie voor jongeren 2019-2027” wordt de Commissie verzocht om elke drie jaar verslag uit te brengen over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren.

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

2.

Het eerste verslag van de Commissie over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren (2019-2021) (hierna: het verslag) en de bijbehorende werkdocumenten van de Commissiediensten hebben betrekking op het eerste driejarig werkplan voor jeugdzaken van de EU in het kader van de huidige EU-strategie voor jongeren, en beslaat twee voorzitterschapstrio’s van de Raad omspant (RO-FI-HR en DE-PT-SI).

3.

Het verslag is onder meer gebaseerd op informatie van de lidstaten, de Europese Commissie en het onlineplatform Youth Wiki, dat een uitgebreid overzicht biedt van het nationale jeugdbeleid in 32 Europese landen.

4.

Om de algemene situatie van jongeren in de EU te presenteren, zijn de EU-jeugdindicatoren gebruikt met een herzien dashboard en nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve beleidsindicatoren.

5.

De toekomstige nationale actieplanners (FNAP’s) vormden een aanvullende bron van informatie over nationaal jeugdbeleid, waaronder de uitvoering van de Europese jongerendoelstellingen en samenwerkingsbehoeften conform de EU-strategie voor jongeren.

ZIJN INGENOMEN MET:

6.

Het verslag, waarin, samen met de bijbehorende werkdocumenten van de Commissiediensten, de vorderingen met betrekking tot de doelstellingen en prioriteiten van de EU-strategie voor jongeren voor 2019-2021 worden geëvalueerd en het eerste driejarige werkplan voor jeugdzaken van de EU in het kader van het huidige EU-strategie voor jongeren wordt behandeld, inclusief een zeer uitgebreid beeld van de situatie van jongeren in de EU.

VERKLAREN HET VOLGENDE:

7.

De jaren 2020 en 2021 zijn atypisch en de pandemie heeft ernstige gevolgen gehad voor de uitvoering van jeugdbeleid, met name mobiliteitsprojecten voor jongeren. Daarom staat het aanpakken van de gevolgen van de pandemie voor kinderen en jongeren sinds de uitbraak hoog op de agenda van de Europese Commissie en van de lidstaten. Het afgelopen jaar zijn programma’s als Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps aangepast om in te spelen op deze disrupties door alternatieve, met name digitale oplossingen aan te bieden voor hun activiteiten.

8.

De uitvoering van de EU-strategie voor jongeren heeft in 2020-2021 sterk te lijden gehad onder de pandemie. Sommige acties uit het EU-jeugdwerkplan 2019-2021 moesten worden gewijzigd, verschoven of zelfs geannuleerd. Ondanks het feit dat de jeugdsector kan steunen op de instrumenten die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, is aanpassing aan onvoorziene omstandigheden door de pandemie nog meer nodig dan vroeger. Deze instrumenten en de bestaande samenwerking moeten dus worden versterkt. Projecten voor de mobiliteit van jongeren zijn ernstig verstoord door de pandemie.

9.

De EU blijkt ook een inspiratiebron te zijn voor andere regio’s in de wereld als het gaat om het ontwikkelen van beleid, programma’s en initiatieven voor jongeren, met name in onze buurlanden.

ONDERKENNEN HET VOLGENDE:

10.

Alle jonge Europeanen gelijke toegang geven tot kansen en hun de nodige steun geven om te leven, te werken, te leren en het goed te doen, blijft centraal staan binnen de samenwerking en het beleid van de EU voor jongeren. De EU-strategie voor jongeren 2019-2027 en de bijbehorende Europese jongerendoelstelling vormen een sterke en effectieve routekaart ter bevordering van de samenwerking tussen de EU-lidstaten en ter ondersteuning van het jeugdbeleid, zowel op EU- als op nationaal niveau, en zijn daarom van vitaal belang voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.

11.

Het opzetten van dit sterke beleidskader, dat de uitwisseling van kennis en wederzijds leren tussen de lidstaten mogelijk maakt, en het bestemmen van financiering uit Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps en andere EU-programma’s voor de drie strategische pijlers “betrekken, verbinden en versterken” zal veel jongeren in Europa in staat stellen hun potentieel voor persoonlijke ontwikkeling en overgang naar autonomie ten volle te benutten, hen weerbaarder maken en hun de vaardigheden geven die zij nodig hebben om met een veranderende wereld om te gaan, voorbereid te zijn op de groene en de digitale transitie en te bouwen aan een mooiere en rechtvaardigere toekomst.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM, OVEREENKOMSTIG HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL EN BINNEN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN, HET VOLGENDE TE DOEN:

12.

Jongerenkwesties verder mainstreamen, ervoor zorgen dat er beter wordt geluisterd naar de problemen van jongeren en dat die problemen meer in acht worden genomen in EU- en nationaal beleid, en streven naar meer synergie en kennisdeling tussen de verschillende beleidsterreinen op alle niveaus die voor jongeren van belang zijn.

13.

De outreach naar jongeren van diverse achtergronden verder verbeteren, met name kansarme jongeren, jongeren met een handicap en jongeren uit landelijke en afgelegen gebieden, en de participatie van jongeren vergroten, ook buiten de traditionele modellen voor vertegenwoordiging van jongeren om.

14.

De participatieprocessen voor jongeren verder versterken en de Europese jeugdwerkagenda en het werkplan van de EU-strategie voor jongeren 2022-2024 uitvoeren, met inbegrip van de EU-jongerendialoog.

15.

Verdere ondersteuning geven aan processen en initiatieven die geïnspireerd zijn op de EU-jongerendialoog buiten de Europese Unie, zoals het Oostelijk Partnerschap of de Westelijke Balkan, met als doel jongeren te betrekken, te verbinden en te versterken.

16.

Een doeltreffend gebruik mogelijk maken van EU-programma’s en -fondsen zoals Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps, Horizon Europa, het Europees Sociaal Fonds Plus, het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Fonds voor een rechtvaardige transitie enz. ter ondersteuning van tal van beleidsterreinen die van invloed zijn voor jongeren en gericht zijn op de weerbaarheid en het herstel van jongeren en de jeugdsector in post-COVID-tijden.

17.

Het Europees Jaar van de jeugd 2022 effectief implementeren, en met blijvende resultaten, om de jongeren in Europa verder te stimuleren om met bijdragen en inzichten te komen die vorm kunnen geven aan de ontwikkeling van de Unie en aan de samenleving in het algemeen.

18.

Meer doen om jongeren te betrekken bij belangrijke Europese initiatieven, zoals de conferentie over de toekomst van Europa en het initiatief New European Bauhaus, waarin kwesties worden behandeld die van belang zijn voor jongeren en hun toekomst.