5.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CI 76/11


Uitbraak van COVID -19

(Verordening (EU) 2021/267 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2021 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de aanhoudende COVID-19-crisis in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving en de verlenging van bepaalde termijnen als bedoeld in Verordening (EU) 2020/698  (1))

(2021/C 76 I/06)

Republiek Litouwen

Datum van kennisgeving aan de Commissie24.2.2021

De Republiek Litouwen heeft overeenkomstig Verordening (EU) 2021/267 van het Europees Parlement en de Raad besloten de volgende bepaling(en) niet toe te passen:

Artikel 2, lid 1, betreffende de termijnen waarbinnen de houder van een getuigschrift van vakbekwaamheid de nascholing moet voltooien uit hoofde van Richtlijn 2003/59/EG (2);

Artikel 2, lid 2, betreffende de termijnen waarbinnen de houder van een getuigschrift van vakbekwaamheid de nascholing moet voltooien uit hoofde van Richtlijn 2003/59/EG, die reeds waren verlengd bij artikel 2 van Verordening (EU) 2020/698 (3);

Artikel 2, lid 3, betreffende de geldigheid van de geharmoniseerde Uniecode “95” krachtens Richtlijn 2003/59/EG;

Artikel 2, lid 4, betreffende de geldigheid van de geharmoniseerde Uniecode “95” uit hoofde van Richtlijn 2003/59/EG, die reeds was verlengd bij artikel 2 van Verordening (EU) nr. 2020/698;

Artikel 2, lid 5, betreffende de geldigheid van de kwalificatiekaart bestuurder krachtens Richtlijn 2003/59/EG;

Artikel 2, lid 6, betreffende de geldigheid van de kwalificatiekaart bestuurder op grond van Richtlijn 2003/59/EG, die reeds was verlengd bij artikel 2 van Verordening (EU) nr. 2020/698;

Artikel 3, lid 1, betreffende de geldigheid van rijbewijzen krachtens Richtlijn 2006/126/EG (4);

Artikel 3, lid 2, betreffende de geldigheid van de rijbewijzen op grond van Richtlijn 2006/126/EG, die reeds was verlengd door de toepassing van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/698;

Artikel 4, lid 1, betreffende de regelmatige inspecties van tachografen in het wegvervoer uit hoofde van Verordening (EU) nr. 165/2014 (5);

Artikel 4, lid 2, betreffende de vernieuwing van bestuurderskaarten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2014;

Artikel 4, lid 3, betreffende de vervanging van bestuurderskaarten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 165/2014;

Artikel 5, lid 1, betreffende de termijnen voor de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens uit hoofde van Richtlijn 2014/45/EU (6);

Artikel 5, lid 2, betreffende de geldigheid van controlecertificaten uit hoofde van Richtlijn 2014/45/EU;

Artikel 7, lid 1, betreffende de geldigheid van de communautaire vergunning voor goederenvervoer over de weg uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1072/2009 (7);

Artikel 7, lid 2, betreffende de geldigheid van het bestuurdersattest krachtens Verordening (EG) nr. 1072/2009;

Artikel 8, lid 1, betreffende de geldigheid van de communautaire vergunning voor personenvervoer uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1073/2009 (8);

Artikel 9, lid 1, betreffende de termijnen voor de vernieuwing van unieke veiligheidscertificaten uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/798 (9);

Artikel 9, lid 2, betreffende de geldigheid van veiligheidsvergunningen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/798;

Artikel 10, lid 1, betreffende de termijnen voor de vernieuwing van veiligheidscertificaten uit hoofde van Richtlijn 2004/49/EG (10);

Artikel 10, lid 2, betreffende de termijnen voor de vernieuwing van veiligheidsvergunningen uit hoofde van Richtlijn 2004/49/EG;

Artikel 11, lid 1, betreffende de verlenging van vergunningen van machinisten krachtens Richtlijn 2007/59/EG (11);

Artikel 11, lid 2, betreffende de termijnen waarbinnen machinisten periodieke controles moeten ondergaan op grond van Richtlijn 2007/59/EG.

Artikel 12, lid 1, betreffende de termijnen waarbinnen vergunningen aan een nieuw onderzoek moeten worden onderworpen uit hoofde van Richtlijn 2012/34/EU (12);

Artikel 12, lid 2, betreffende de geldigheid van tijdelijke vergunningen krachtens Richtlijn 2012/34/EU;

Artikel 16, lid 1, betreffende de termijnen voor het uitvoeren van de periodieke herziening van beoordelingen van de veiligheid van de havenfaciliteiten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 725/2004 (13);

Artikel 16, lid 2, betreffende de termijnen voor de uitvoering van verschillende soorten oefeningen in het kader van Verordening (EG) nr. 725/2004;

Artikel 17, lid 1, betreffende de termijnen voor het uitvoeren van de evaluatie van havenveiligheidsbeoordelingen en havenveiligheidsplannen uit hoofde van Richtlijn 2005/65/EG (14);

Artikel 17, lid 2, betreffende de termijnen voor het voltooien van de opleidingsoefeningen op grond van Richtlijn 2005/65/EG.


(1)  PB L 60 van 22.2.2021, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

(3)  Verordening (EU) 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving (PB L 165 van 27.5.2020, blz. 10).

(4)  Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

(5)  Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

(6)  Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

(7)  Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

(8)  Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

(9)  Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).

(10)  Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

(11)  Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

(12)  Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).

(13)  Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

(14)  Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).