1.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/6 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Vijfde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering
(2021/C 34/06)
1. INLEIDING
1. |
Op 19 maart 2020 heeft de Commissie haar mededeling “Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak” (1) (“de tijdelijke kaderregeling”) vastgesteld. Op 3 april 2020 heeft zij een eerste wijziging vastgesteld waardoor er steun kan gaan naar het versnellen van onderzoek naar, het testen en de productie van voor COVID-19 relevante producten, naar het beschermen van banen en naar de verdere ondersteuning van de economie tijdens de huidige crisis (2). Op 8 mei 2020 heeft zij een tweede wijziging vastgesteld om de toegang tot kapitaal en liquiditeit voor door de crisis getroffen ondernemingen verder te vergemakkelijken (3). Op 29 juni 2020 heeft zij een derde wijziging vastgesteld om micro-, kleine en startende ondernemingen verder te ondersteunen en particuliere investeringen te stimuleren (4). Op 13 oktober 2020 heeft zij een vierde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling te verlengen en steun mogelijk te maken voor de dekking van een deel van de niet-gedekte kosten van door de crisis getroffen ondernemingen (5). |
2. |
De tijdelijke kaderregeling wil zorgen voor een passend evenwicht tussen de positieve effecten van de betrokken steunmaatregelen voor het helpen van ondernemingen en mogelijke negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt. Een gerichte en evenredige toepassing van het EU-staatssteuntoezicht biedt de garantie dat nationale maatregelen de tijdens de COVID-19-uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend ondersteunen en dat tegelijk buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven, de integriteit van de interne markt in stand wordt gehouden en een gelijk speelveld verzekerd blijft. Een en ander zal helpen om de economische activiteit tijdens de COVID-19-uitbraak gaande te houden en zal de economie een goede springplank bieden om de crisis te boven te komen, zonder dat het belang uit het oog wordt verloren om de groene en digitale transitie tot stand te brengen, in overeenstemming met het EU-recht en de doelstellingen van de Unie. |
3. |
Deze mededeling heeft als doel de in de tijdelijke kaderregeling vervatte maatregelen te verlengen tot en met 31 december 2021; de steunplafonds van bepaalde maatregelen aan te passen om de aanhoudende economische gevolgen van de huidige crisis aan te pakken; en de voorwaarden te verduidelijken en te wijzigen voor bepaalde tijdelijke staatssteunmaatregelen die de Commissie, in het licht van de COVID-19-uitbraak, als verenigbaar uit hoofde van artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) beschouwt. Deze mededeling heeft ook als doel de lijst van landen met verhandelbare risico’s te wijzigen die is opgenomen in de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (“de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering”) (6). |
4. |
Ten eerste herinnert de Commissie eraan dat de tijdelijke kaderregeling op 30 juni 2021 zou aflopen, behalve punt 3.11, dat op 30 september 2021 zou aflopen. De tijdelijke kaderregeling bepaalde ook dat de Commissie die kaderregeling vóór 30 juni 2021 zou herzien op basis van belangrijke overwegingen op economisch gebied of op het gebied van het mededingingsbeleid. |
5. |
In die context heeft de Commissie beoordeeld of steun op grond van de tijdelijke kaderregeling nodig blijft, om te kunnen beslissen of de tijdelijke kaderregeling na 30 juni 2021 moet blijven lopen. De Commissie heeft met name de volgende factoren in aanmerking genomen: enerzijds de ontwikkeling van de economische situatie in de uitzonderlijke omstandigheden die door de COVID-19-uitbraak zijn ontstaan; anderzijds de geschiktheid van de tijdelijke kaderregeling als instrument om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen en dat tegelijkertijd buitensporige verstoringen van de interne markt beperkt blijven en een gelijk speelveld verzekerd blijft. |
6. |
Volgens de economische najaarsprognose 2020 (7) kan worden verwacht dat de invoering van nieuwe en/of de verstrenging van bestaande beperkende maatregelen om het virus in te dammen (“tweede golf”) de economische bedrijvigheid zal vertragen en vele kleine ondernemingen in de zwaarst getroffen sectoren zal bedreigen. Het bbp van de EU zou volgens de verwachtingen in 2020 met ongeveer 7,5 % krimpen waarna het in 2021 opnieuw zou stijgen met 4 %, hetgeen minder is dan aanvankelijk was voorspeld, en met 3 % in 2022. Dit betekent dat het verwachte herstel is onderbroken, aangezien de output in de Europese economie in 2022 nauwelijks zou terugkeren naar het niveau van vóór de pandemie. |
7. |
De lidstaten hebben veel gebruikgemaakt van de mogelijkheden van de tijdelijke kaderregeling als instrument om de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak aan te pakken. Op 7 december 2020 heeft de Commissie de lidstaten een vragenlijst toegezonden over het effect en de doeltreffendheid van de tijdelijke kaderregeling. Uit door de Commissie verzamelde gegevens blijkt dat het een nuttig aanvullend instrument is om de economie tijdens de crisis te ondersteunen. |
8. |
Aangezien de tijdelijke kaderregeling als instrument om de economische gevolgen van de uitbraak aan te pakken haar nut heeft bewezen, is de Commissie van oordeel dat een beperkte verlenging van de in de tijdelijke kaderregeling vastgestelde maatregelen tot en met 31 december 2021 passend is om ervoor te zorgen dat nationale steunmaatregelen de tijdens de uitbraak getroffen ondernemingen doeltreffend helpen, maar ook dat de integriteit van de interne markt gehandhaafd blijft en een gelijk speelveld verzekerd wordt. Met het oog op de rechtszekerheid zal de Commissie vóór 31 december 2021 beoordelen of de tijdelijke kaderregeling verder moet worden verlengd en/of moet worden aangepast. |
9. |
Ten tweede is de Commissie van mening, rekening houdend met de aanhoudende gevolgen van de COVID-19-uitbraak en de tijd die verlopen is sinds de vaststelling van de tijdelijke kaderregeling, dat de steunplafonds die in de punten 3.1 en 3.12 van die kaderregeling zijn vastgesteld, moeten worden verhoogd. Dit wordt bevestigd door de gegevens die de lidstaten hebben verstrekt in respons op de vragenlijst van de Commissie over de toepassing van de tijdelijke kaderregeling. Daaruit blijkt dat de respectieve plafonds ten aanzien van een aantal ondernemingen die actief zijn in bepaalde sectoren, zijn opgebruikt of bijna zijn opgebruikt, of dat zij ontoereikend blijken om de gevolgen aan te pakken die zich voordoen door de maatregelen van de lidstaten om de tweede golf van de uitbraak in te dammen. |
10. |
Ten derde is de Commissie van oordeel dat, om de lidstaten ertoe aan te zetten in eerste instantie voor terugbetaalbare vormen van steun te kiezen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om, na aanmelding van deze mogelijkheid bij de Commissie vóór het verstrijken van de tijdelijke kaderregeling, overeenkomstig die kaderregeling toegekende terugbetaalbare vormen van steun, zoals terugbetaalbare voorschotten, garanties en leningen, om te zetten in andere vormen van steun zoals subsidies. Die omzetting moet, met inachtneming van de in punt 3.1 gestelde voorwaarden, uiterlijk tegen 31 december 2022 plaatsvinden. De Commissie verzoekt de lidstaten te voorzien in deze omzetting op basis van transparante en niet-discriminerende voorwaarden. Voorts kunnen de lidstaten, na aanmelding daarvan vóór het aflopen van de tijdelijke kaderregeling, bepaalde vormen van steun die op grond van die kaderregeling is toegekend, omzetten mits de in de desbetreffende punten van die kaderregeling gestelde voorwaarden in acht zijn genomen. |
11. |
Ten vierde is uit de toepassing van de tijdelijke kaderregeling gebleken dat met betrekking tot andere onderdelen van die kaderregeling, met name in punt 1.3, punt 3.1, punt 3.2, punt 3.3, punt 3.10, punt 3.12 en punt 4, aanvullende verduidelijkingen en wijzigingen moeten worden aangebracht. |
12. |
Gelet op het voorgaande kunnen de lidstaten overwegen bestaande steunmaatregelen die op grond van de tijdelijke kaderregeling door de Commissie zijn goedgekeurd, te wijzigen om de toepassingstermijn ervan tot en met 31 december 2021 te verlengen. De lidstaten kunnen ook overwegen de begroting voor bestaande maatregelen te verhogen of andere wijzigingen aan te brengen om die maatregelen in overeenstemming te brengen met het tijdelijke steunkader, zoals gewijzigd bij deze mededeling. Lidstaten die dit voornemens zijn, wordt verzocht een lijst mee te delen van alle bestaande steunmaatregelen waarvoor zij een wijziging overwegen, samen met de nodige informatie die in de bijlage bij deze mededeling is bepaald. Op die manier kan de Commissie één besluit over de lijst met aangemelde maatregelen vaststellen. |
13. |
Tot slot voorziet deze mededeling in wijziging van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering, alsook in wijziging van de desbetreffende bepalingen van de tijdelijke kaderregeling met betrekking tot kortlopende exportkredietverzekering. |
14. |
In de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering is bepaald dat verhandelbare risico’s niet mogen worden gedekt door exportkredietverzekeringen met steun van lidstaten. In maart 2020 stelde de Commissie vast dat er als gevolg van de COVID-19-uitbraak een gebrek was aan voldoende particuliere verzekeringscapaciteit voor kortlopende exportkredieten in het algemeen, zodat zij besloot alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan de uitvoer naar de in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering opgenomen landen, tijdelijk als onverhandelbaar te beschouwen tot en met 31 december 2020 (8). Bij mededeling van 13 oktober 2020 heeft de Commissie die tijdelijke uitzondering verlengd tot en met 30 juni 2021. |
15. |
Gezien de aanhoudende moeilijkheden als gevolg van de COVID-19-uitbraak heeft de Commissie overeenkomstig de punten 35 en 36 van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering een openbare raadpleging gehouden om de beschikbaarheid van kortlopende exportkredietverzekeringen te beoordelen, teneinde te bepalen of de schrapping van alle landen van de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over exportkredietverzekering op grond van de huidige marktsituatie kan worden verlengd tot na 30 juni 2021. De Commissie heeft een aanzienlijk aantal antwoorden ontvangen van lidstaten, particuliere verzekeraars, exporteurs en brancheorganisaties, waaruit blijkt dat de particuliere kredietverzekeringscapaciteit voor uitvoer in het algemeen nog steeds snel krimpt. De meeste publieke verzekeraars registreerden een aanzienlijke stijging van het aantal aanvragen van een kredietverzekeringspolis voor de uitvoer naar landen met verhandelbare risico’s. De meerderheid van de respondenten verwacht dat de verzekeringsdekking schaars blijft, wat impliceert dat de beschikbaarheid van particuliere verzekering voor die landen in 2021 naar verwachting ontoereikend zal zijn. |
16. |
Rekening houdend met de resultaten van de openbare raadpleging en met de mondiale tekenen van de aanhoudende ontwrichtende gevolgen van COVID-19 voor de economie van de Unie als geheel, is de Commissie van mening dat er nog steeds een algemeen gebrek is aan voldoende particuliere capaciteit om alle economisch verantwoorde risico’s te dekken voor de uitvoer naar landen die zijn opgenomen op de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering. In die omstandigheden zal de Commissie alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan de uitvoer naar de landen die zijn opgenomen in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering, tijdelijk als onverhandelbaar beschouwen tot en met 31 december 2021, in overeenstemming met de duur van de tijdelijke kaderregeling. Overeenkomstig punt 36 van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering zal de Commissie voordat de tijdelijke uitzondering verstrijkt, nagaan of deze moet worden verlengd. |
2. WIJZIGINGEN VAN DE TIJDELIJKE KADERREGELING
17. |
De volgende wijzigingen van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak worden van kracht vanaf 28 januari 2021. |
18. |
Punt 15 bis wordt vervangen door:
Dergelijke maatregelen kunnen maatregelen omvatten die de volledige stopzetting van een economische activiteit vereisen (bv. sluiting van drankgelegenheden, restaurants of niet-essentiële winkels) of de stopzetting daarvan in bepaalde gebieden (bv. beperkingen op vluchten of ander vervoer van of naar bepaalde punten van herkomst of bestemming (*2)). De uitsluiting van bepaalde zeer specifieke categorieën klanten (bv. vrijetijdsreizigers wat hotels betreft, schooluitstappen in het geval van speciale verblijfsaccommodatie voor jongeren) maakt ook deel uit van maatregelen waarin een direct verband wordt gelegd tussen de uitzonderlijke gebeurtenis en de schade die het gevolg is van de uitsluiting van die categorieën klanten. Beperkende maatregelen die tot het toekennen van een vergoeding op grond van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU kunnen leiden, kunnen ook maatregelen omvatten waarmee voor specifieke sectoren of activiteiten (bv. amusement, handelsbeurzen, sportevenementen) een maximumaantal aanwezigen wordt opgelegd dat aantoonbaar en wezenlijk lager ligt dan de aantallen die in die specifieke context zouden worden opgelegd door algemeen geldende regels inzake sociale afstand of regels inzake bezetting van handelsruimten (bv. omdat het niet voldoende zeker is dat er protocollen kunnen worden opgesteld en met succes kunnen worden toegepast om de naleving van de algemeen toepasselijke maatregelen in die context te verzekeren). Deze plafonds voor het maximumaantal aanwezigen kunnen de facto neerkomen op een restrictieve maatregel indien de beperkingen op de economische activiteit de stopzetting van alle of van een voldoende groot gedeelte van de betrokken activiteit meebrengen (*3). Andere restrictieve maatregelen (bv. algemene maatregelen inzake sociale afstand of algemene sanitaire beperkingen, waaronder maatregelen die deze algemene verplichtingen gewoon omzetten in voorwaarden die specifiek gelden voor de kenmerken van bepaalde sectoren of soorten locaties) zouden daarentegen niet lijken te voldoen aan de vereisten van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU. In dezelfde zin moeten andere soorten steun waarmee meer in het algemeen de economische neergang ten gevolge van de COVID-19-uitbraak wordt aangepakt, worden beoordeeld op basis van de andere verenigbaarheidsgrond die in artikel 107, lid 3, onder b), VWEU wordt bepaald, en dus in beginsel op grond van deze tijdelijke kaderregeling. (*1) Een indicatieve, niet-exhaustieve lijst van besluiten van de Commissie betreffende op grond van artikel 107, lid 2, onder b), VWEU, goedgekeurde steunmaatregelen is beschikbaar op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/what_is_new/covid_19.html" (*2) Zie bijvoorbeeld het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 voor wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op communautaire luchthavens als gevolg van de COVID-19-pandemie, COM/2020/818 final." (*3) Deze beoordeling kan worden gekwalificeerd wanneer de onderneming de wettelijke verplichting heeft de betrokken diensten of goederen te blijven leveren.”." |
19. |
Het volgende punt 15 ter wordt ingevoegd:
|
20. |
In punt 22 wordt punt a) vervangen door:
(*4) Steun die wordt verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die vóór 31 december 2021 wordt terugbetaald, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond wordt overschreden.”." |
21. |
In punt 22 wordt punt d) vervangen door:
(*5) Indien de steun in de vorm van een belastingvoordeel wordt toegekend, moet de belastingverplichting waarvoor dat voordeel wordt toegekend, uiterlijk 31 december 2021 zijn ontstaan.”." |
22. |
In punt 22 wordt punt e) vervangen door:
(*6) Zoals gedefinieerd in artikel 2, punten 6 en 7, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1).”." |
23. |
In punt 23 wordt punt a) vervangen door:
(*7) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45)." (*8) Zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1)." (*9) Steun verleend op grond van in het kader van dit punt goedgekeurde regelingen die vóór 31 december 2021 wordt terugbetaald, wordt niet in aanmerking genomen om te bepalen of het desbetreffende plafond is overschreden.”." |
24. |
Punt 23 bis wordt vervangen door:
|
25. |
Het volgende punt 23 ter wordt ingevoegd:
|
26. |
Punt 24 wordt vervangen door:
(*10) Voor de toepassing van dit punt omvat de term “overheidsgaranties op leningen” ook garanties op bepaalde factoringproducten, namelijk garanties op recourse factoring en reverse factoring waarbij de factor een regresrecht heeft op de factoree. In aanmerking komende reverse-factoringproducten moeten beperkt blijven tot producten die alleen worden gebruikt nadat de verkoper zijn deel van de transactie reeds heeft geleverd, d.w.z. het product of de dienst is geleverd.”." |
27. |
In punt 25 wordt punt c) vervangen door:
|
28. |
In punt 25 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
29. |
In punt 25 wordt punt e) vervangen door:
|
30. |
Het volgende punt 25 bis wordt ingevoegd:
(*11) Voor alle duidelijkheid betekent het weglaten van punt 25, onder f), ii), dat garanties voor eerste verliezen op schuldinstrumenten, die in het geval van insolventieprocedures achtergesteld zijn ten opzichte van gewone senior crediteuren, niet onder dit punt vallen." (*12) Indien couponbetalingen worden gekapitaliseerd, moet daarmee rekening worden gehouden bij het bepalen van deze plafonds, op voorwaarde dat die kapitalisatie bij de aanmelding van de maatregel gepland was of te voorzien viel. Ook alle andere staatssteun die in de vorm van achtergestelde schuld wordt toegekend in het kader van de COVID-19-uitbraak, zelfs buiten het kader van deze mededeling, moet in die berekening worden meegeteld. Achtergestelde schuld die met inachtneming van punt 3.1 van deze mededeling is toegekend, telt voor die plafonds evenwel niet mee.”." |
31. |
In punt 27 wordt punt a) vervangen door:
(*13) Basispercentages berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6) en gepubliceerd op de website van DG Concurrentie op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/reference_rates.html" (*14) De minimale all-in rentevoet (basispercentage vermeerderd met de kredietrisico-opslagen) voor kmo’s en grote ondernemingen moet ten minste 10 basispunten per jaar bedragen.”." |
32. |
In punt 27 wordt punt c) vervangen door:
|
33. |
In punt 27 wordt de aanhef van punt d) vervangen door:
|
34. |
In punt 27 wordt punt e) vervangen door:
|
35. |
Punt 27 bis wordt vervangen door:
(*15) Indien couponbetalingen worden gekapitaliseerd, moet daarmee rekening worden gehouden bij het bepalen van deze plafonds, op voorwaarde dat die kapitalisatie bij de aanmelding van de maatregel gepland was of te voorzien viel. Ook alle andere staatssteun die in de vorm van achtergestelde schuld wordt toegekend in het kader van de COVID-19-uitbraak, zelfs buiten het kader van deze mededeling, moet in die berekening worden meegeteld. Achtergestelde schuld die met inachtneming van punt 3.1 van deze mededeling is toegekend, telt voor die plafonds evenwel niet mee.”." |
36. |
Punt 33 wordt vervangen door:
|
37. |
In punt 35 wordt punt a) vervangen door:
|
38. |
In punt 37 wordt punt b) vervangen door:
|
39. |
In punt 39 wordt punt b) vervangen door:
|
40. |
Punt 41 wordt vervangen door:
|
41. |
In punt 43 wordt punt c) vervangen door:
|
42. |
In punt 43 wordt punt d) vervangen door:
|
43. |
Punt 48 wordt vervangen door:
|
44. |
In punt 87 wordt punt a) vervangen door:
|
45. |
In punt 87 wordt punt d) vervangen door:
|
46. |
Punt 88 wordt vervangen door:
(*16) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie. Voor terugbetaalbare voorschotten, garanties, leningen, achtergestelde leningen en andere vormen van steun moet de nominale waarde van het onderliggende instrument per begunstigde worden opgegeven. Voor belastingvoordelen en betalingsregelingen mag het steunbedrag van de individuele steunmaatregel binnen bandbreedtes worden gegeven." (*17) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014. Voor terugbetaalbare voorschotten, garanties, leningen, achtergestelde leningen en andere vormen van steun moet de nominale waarde van het onderliggende instrument per begunstigde worden opgegeven. Voor belastingvoordelen en betalingsregelingen mag het steunbedrag van de individuele steunmaatregel binnen bandbreedtes worden gegeven." (*18) De publieke zoekpagina “State Aid Transparency” geeft toegang tot gegevens over individuele steunverleningen die lidstaten hebben verstrekt om te voldoen aan de Europese eisen inzake transparantie over staatssteun. Deze zijn te vinden op: https://webgate.ec.europa.eu/competition/transparency/public?lang=nl" (*19) Hiermee wordt de informatie bedoeld die wordt gevraagd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie en in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014.”." |
47. |
Punt 90 wordt vervangen door:
|
48. |
Punt 93 wordt vervangen door:
|
3. Wijziging van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering
49. |
De volgende wijziging van de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering zal gelden tot en met 31 december 2021:
|
(1) Mededeling van de Commissie van 19 maart 2020, C(2020)1863 (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1).
(2) Mededeling van de Commissie van 3 april 2020, C(2020) 2215 (PB C 112 I van 4.4.2020, blz. 1).
(3) Mededeling van de Commissie van 8 mei 2020, C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3).
(4) Mededeling van de Commissie van 29 juni 2020, C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3).
(5) Mededeling van de Commissie van 13 oktober 2020, C(2020) 7127 (PB C 340 I van 13.10.2020, blz. 1).
(6) PB C 392 van 19.12.2012, blz. 1.
(7) Europese Commissie, Economische en financiële zaken: Najaarsprognose 2020 (tussentijds) (november 2020).
(8) Mededeling van de Commissie tot wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (PB C 101 I van 28.3.2020, blz. 1).
BIJLAGE
Informatie die moet worden verstrekt in de lijst van bestaande steunmaatregelen die zijn goedgekeurd krachtens de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, waarvoor een verlenging van de toepassingsperiode, een verhoging van de begroting en/of andere wijzigingen om die maatregelen in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling, als gewijzigd bij deze mededeling, bij de Commissie is aangemeld
De lidstaten wordt verzocht hun wijzigingen te bundelen met behulp van deze lijst in de groepsaanmelding, indien van toepassing.
Lijst van bestaande maatregelen en voorgenomen wijziging |
|||||
Staatssteunnummer van de goedgekeurde maatregel (1) |
Titel |
Aangemelde wijziging (eventueel onder te verdelen in wijzigingen 1, 2, 3 enz.) |
Toepasselijk punt in de tijdelijke kaderregeling voor de voorgenomen wijzigingen |
Bevestig dat er geen andere wijzigingen zijn in de bestaande maatregel |
Nationale rechtsgrondslag voor de wijziging |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) Indien de regeling is gewijzigd, geef het staatssteunnummer van het initiële goedkeuringsbesluit.