22.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/19


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 27 mei 2019 betreffende een voorontwerp van besluit over zaak M.8713 — Tata Steel/ThyssenKrupp/JV

Rapporteur: Bulgarije

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 24/10)

Werking

1.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

Uniedimensie

2.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie een Uniedimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

Productmarkten

3.

Het Adviescomité (13 lidstaten) stemt in met de omschrijvingen van de Commissie van de relevante productmarkten voor de vervaardiging en levering van bepaalde afgewerkte platte koolstofstaalproducten en is het er met name mee eens dat blik, elektrolytisch verchroomd staal (ECCS) en gelamineerd verpakkingsstaal afzonderlijke productmarkten zijn.

4.

Het Adviescomité (13 lidstaten) stemt in met de omschrijvingen van de Commissie van de relevante productmarkten voor de vervaardiging en levering van bepaalde afgewerkte platte koolstofstaalproducten en met name met de omschrijving dat:

4.1.

thermisch verzinkte staalproducten die aan de automobielindustrie worden geleverd (“HDG voor de automobielindustrie”) een afzonderlijke productmarkt vormen die losstaat van die voor thermisch verzinkte staalproducten voor andere toepassingen, in het bijzonder vanwege de beperkte substitueerbaarheid aan vraag- en aanbodzijde, de andere specifieke kenmerken van de vraag naar en het aanbod van HDG voor de automobielindustrie zoals beschreven in het besluit en de mededingingsvoorwaarden ([Informatie over marges]) die gelden tussen afnemers in de automobielindustrie en andere afnemers;

4.2.

Alle HDG voor de automobielindustrie, ongeacht of het direct dan wel indirect aan de OEM’s in de automobielindustrie wordt geleverd, behoort tot dezelfde relevante productmarkt, die waarschijnlijk gedifferentieerd is.

Geografische markten

5.

Het Adviescomité (13 lidstaten) stemt in met de omschrijvingen van de Commissie van de relevante geografische markten voor de vervaardiging en levering van bepaalde afgewerkte platte koolstofstaalproducten en met name met de omschrijving dat:

5.1.

de markten voor blik, ECCS en gelamineerd staal hoogstens voor de gehele EER gelden, en

5.2.

de markt voor HDG voor de automobielindustrie hoogstens voor de gehele EER geldt, maar dat er aanwijzingen zijn dat zij geografisch gedifferentieerd is binnen de EER.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

6.

Het Adviescomité (13 lidstaten) stemt in met de beoordeling van de Commissie dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op significante wijze zou belemmeren als gevolg van horizontale, niet-gecoördineerde effecten met betrekking tot de vervaardiging en levering van:

6.1.

blik, ECCS en gelamineerd verpakkingsstaal in de EER, en

6.2.

HDG voor de automobielindustrie in de EER.

Efficiëntievoordelen

7.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat geen van de door de partijen aangevoerde efficiëntievoordelen voldoet aan de cumulatieve efficiëntietoets van verifieerbaarheid, specifiek resultaat van de fusie en voordeel voor de consumenten.

Toezeggingen

8.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de definitieve toezeggingen niet wegnemen dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op significante wijze zou belemmeren met betrekking tot de vervaardiging en levering van:

8.1.

blik, ECCS en gelamineerd verpakkingsstaal in de EER, en

8.2.

HDG voor de automobielindustrie in de EER.

9.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de definitieve toezeggingen de leefbaarheid en het concurrentievermogen van de af te stoten bedrijfsonderdelen onvoldoende waarborgen.

Verenigbaarheid met de interne markt

10.

Het Adviescomité (13 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie overeenkomstig artikel 2, lid 3, en artikel 8, lid 3, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst derhalve onverenigbaar met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst moet worden verklaard.