30.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/124


P9_TA(2021)0511

Dwangarbeid in de Linglongfabriek en milieuprotesten in Servië

Resolutie van het Europees Parlement van 16 december 2021 over dwangarbeid in de Linglongfabriek en milieuprotesten in Servië (2021/3020(RSP))

(2022/C 251/13)

Het Europees Parlement,

gezien zijn eerdere resoluties over Servië,

gezien de stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds (1), die op 1 september 2013 in werking is getreden, en Servië’s status van kandidaat-lidstaat,

gezien het Commissieverslag “Serbia 2021 Report” van 19 oktober 2021 (SWD(2021)0288),

gezien de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie,

gezien het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM),

gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat Servië, net als elk land dat lidmaatschap van de EU ambieert, moet worden beoordeeld op zijn eigen verdiensten wat betreft naleving, tenuitvoerlegging en opvolging van de reeks criteria en gemeenschappelijke waarden die vereist zijn voor toetreding;

B.

overwegende dat democratie, mensenrechten en de rechtsstaat fundamentele waarden zijn waarop de EU is gegrondvest en de kern vormen van de uitbreidings-, stabilisatie- en associatieprocessen; overwegende dat duurzame hervormingen noodzakelijk zijn om de aanzienlijke uitdagingen aan te pakken die op dit vlak nog bestaan;

C.

overwegende dat Servië een onomkeerbare staat van dienst moet ontwikkelen op het gebied van de naleving, handhaving en verdediging van eerbied voor menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbied voor de mensenrechten;

D.

overwegende dat de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media belangrijke punten van zorg blijven die bij wijze van prioriteit moeten worden aangepakt;

E.

overwegende dat Servië een toenemend aantal contracten met grote Chinese industriëlen afsluit en China steeds meer juridische privileges verleent, zelfs als deze in strijd zijn met het recht van de EU; overwegende dat de overeenkomst tussen Belgrado en Peking over de inzet van arbeidskrachten uit het buitenland de toepassing van het Chinese arbeidsrecht in Servië mogelijk maakt; overwegende dat er in maart 2021 berichten in de pers zijn verschenen over de slechte behandeling van werknemers van het Chinese bedrijf Zijin Mining, dat in 2018 een kopermijn in Oost-Servië overnam, aangezien hun paspoort van hen werd afgenomen en zij werden gehuisvest in erbarmelijke omstandigheden;

F.

overwegende dat er ernstige verdenkingen zijn geuit tegen het Chinese bandenproductiebedrijf Linglong Tire in Zrenjanin, in noordelijk Servië, met betrekking tot de arbeidsomstandigheden van 500 werknemers uit Vietnam; overwegende dat deze verdenkingen onder meer betrekking hebben op schendingen van de mensenrechten, mensenhandel en omstandigheden die de gezondheid en het leven van de mens in gevaar kunnen brengen; overwegende dat de paspoorten van de werknemers in beslag zijn genomen; overwegende dat de contracten van de werknemers in de fabriek van Linglong Tire onregelmatigheden vertonen die wijzen op arbeidsuitbuiting met betrekking tot lonen, verlof en arbeidsuren, die in strijd zijn met de toepasselijke Servische arbeidswetgeving;

G.

overwegende dat er onlangs in heel Servië grootschalige milieuprotesten hebben plaatsgevonden tegen de achtergrond van de overhaaste goedkeuring van twee wetten, de wet inzake referenda en het burgerinitiatief en de wet inzake landonteigening; overwegende dat de laatstgenoemde wet wordt beschouwd als een wet die controversiële buitenlandse investeringsprojecten zoals de Rio Tinto-mijn mogelijk maakt, met grote gevolgen voor het milieu; overwegende dat de burgers van Servië hun fundamentele mensenrecht op vreedzame vergadering hebben uitgeoefend; overwegende dat er sterke aanwijzingen zijn dat de politiediensten hun verplichting tot bescherming van het leven, de rechten en de vrijheden van burgers, en de bescherming van de rechtsstaat, niet zijn nagekomen; overwegende dat de politie een aanzienlijke hoeveelheid geweld heeft gebruikt en verscheidene demonstranten heeft gearresteerd; overwegende dat er demonstranten zijn aangevallen door niet-geïdentificeerde gewapende groepen, hooligans en bulldozers;

H.

overwegende dat de Servische regering een besluit heeft genomen om de wet inzake landonteigening terug te nemen uit de parlementaire procedure, nadat de voorzitter deze ter heroverweging had teruggestuurd; overwegende dat de regering de wet zal analyseren en wijzigingen zal doorvoeren nadat een breed publiek debat heeft plaatsgevonden; overwegende dat de nationale vergadering op 10 december 2021 wijzigingen op de wet inzake referenda en het burgerinitiatief heeft aangenomen, die betrekking hebben op de certificering van handtekeningen en de afschaffing van de kosten voor het verifiëren van handtekeningen;

I.

overwegende dat er zowel met betrekking tot de fabriek van Linglong Tire als de milieuprotesten sprake is van beschuldigingen van intimidatie en fysieke aanvallen tegen mediawerkers, activisten, maatschappelijke organisaties en ngo’s;

J.

overwegende dat cluster 4 in de toetredingsonderhandelingen met Servië op 14 december 2021 tijdens een intergouvernementele conferentie is geopend;

1.

uit zijn diepe bezorgdheid over de vermeende gedwongen arbeid, schending van de mensenrechten en mensenhandel aangaande ongeveer 500 Vietnamese mensen op de bouwplaats van de fabriek van het Chinese bedrijf Linglong Tire in Servië;

2.

dringt er bij de Servische autoriteiten op aan de zaak zorgvuldig te onderzoeken en toe te zien op de eerbiediging van fundamentele mensenrechten in de fabriek, met name de arbeidsrechten, en de conclusies van haar onderzoeken aan de EU voor te leggen en de daders ter verantwoording te roepen; verzoekt de Servische autoriteiten om ngo’s, maatschappelijke organisaties, functionarissen van de EU en van andere internationale organisaties vrije, betekenisvolle en ongehinderde toegang te verlenen tot de fabriek van Linglong Tire in Zrenjanin en de woonverblijven van de Vietnamese werknemers; dringt er bij de delegatie van de Europese Unie in de Republiek Servië op aan deze processen en het lot van de 500 Vietnamese werknemers op de voet te volgen;

3.

verzoekt Servië zijn wetgeving meer in overeenstemming te brengen met het arbeidsrecht van de EU, een nieuwe wet inzake het stakingsrecht aan te nemen, zwartwerk aan te pakken en de wet inzake inspectietoezicht aan te passen om te voldoen aan de betreffende, door Servië geratificeerde, verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie;

4.

spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de ernstige problemen met betrekking tot corruptie en de rechtsstaat op het gebied van milieu, over het algehele gebrek aan transparantie en over milieu- en sociale effectbeoordelingen met betrekking tot infrastructuurprojecten, onder meer in relatie tot Chinese investeringen en leningen, alsook tot multinationale bedrijven zoals Rio Tinto; wijst in dit verband op de opening van cluster 4, “Groene agenda en duurzame connectiviteit”, in de toetredingsonderhandelingen met de EU; verzoekt de EU en de Servische autoriteiten gehoor te geven aan de legitieme zorgen die tijdens de milieuprotesten zijn geuit en deze problemen tijdens de onderhandelingen dringend aan te pakken;

5.

uit zijn bezorgdheid over de toenemende invloed van China in Servië en in de gehele Westelijke Balkan; verzoekt Servië de wettelijke nalevingsnormen voor de zakelijke activiteiten van Chinese bedrijven te versterken; benadrukt dat de Servische arbeids- en milieuwetgeving ook van toepassing moeten zijn op Chinese bedrijven die in het land actief zijn;

6.

uit zijn diepe bezorgdheid over het toenemende geweld van extremistische groeperingen en groepen hooligans tegen vreedzame milieudemonstraties; betreurt de hoeveelheid geweld die door de politie tegen demonstranten is ingezet; veroordeelt het gewelddadige gedrag van hooligans gericht op vreedzame betogers; veroordeelt ten stelligste elke schending van het grondrecht op vreedzame vergadering; benadrukt dat vrijheid van vergadering een mensenrecht is; dringt aan op grondig onderzoek door de Servische autoriteiten naar aanleiding van recente gevallen van massaprotesten waarbij de politie naar verluidt haar gezag heeft overschreden of demonstranten niet heeft beschermd tegen geweld, en hun mensenrecht op vreedzame vergadering niet heeft beschermd; verzoekt de Servische autoriteiten de daden van deze hooligans tegen de demonstranten publiekelijk te veroordelen;

7.

veroordeelt binnen deze context ook de rol van groepen hooligans bij de bescherming van de muurschildering van de veroordeelde oorlogsmisdadiger Ratko Mladić in Belgrado, en de daarmee gepaard gaande incidenten die nauwe banden tussen hooligans en de politie aan het licht hebben gebracht; uit zijn bezorgdheid over de klaarblijkelijke onwil van de autoriteiten om zorg te dragen voor de permanente verwijdering van de muurschildering, waarmee zij ingaan tegen de wensen van huurders en tegen formele gemeentelijke besluiten;

8.

uit zijn bezorgdheid over de beperkte beschikbare tijd en ruimte voor openlijk debat over de wet inzake referenda en het burgerinitiatief en wijzigingen op de wet inzake landonteigening; neemt kennis van het besluit tot intrekking en heroverweging van de wet inzake landonteigening en de aangenomen wijzigingen op de wet inzake referenda en het burgerinitiatief;

9.

betreurt de langetermijntrends van vooringenomenheid in de media en rolvervaging tussen overheidsfunctionarissen, politie en partijpolitici; betreurt de achteruitgang op het gebied van de mediavrijheid en het in toenemende mate voorkomen van beledigend taalgebruik, intimidatie en zelfs haatzaaiende uitlatingen ten aanzien van leden van de parlementaire oppositie, onafhankelijke intellectuelen, ngo’s, journalisten en prominente persoonlijkheden, waaraan ook leden van de regeringspartijen zich schuldig maken, ondanks het feit dat zij de uiterst belangrijke verantwoordelijkheid hebben om alle mediavertegenwoordigers met respect te behandelen; verzoekt de Servische autoriteiten onmiddellijke maatregelen te nemen om de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media te waarborgen en ervoor te zorgen dat deze zaken naar behoren worden onderzocht;

10.

stelt met bezorgdheid vast dat het werk van maatschappelijke organisaties en ngo’s plaatsvindt in een omgeving waarin kritiek niet geduld wordt; betreurt de recente aanvallen op de leider van de Verenigde Oppositie van Servië, Marinika Tepić, op grond van haar etnische afkomst, die plaatsvonden op een door de regering gesponsorde televisiezender; verzoekt de Servische autoriteiten om op te treden tegen het kleiner worden van de handelingsruimte voor maatschappelijke organisaties en onafhankelijke media, en ervoor te zorgen dat zij vrij van enigerlei beperking hun werkzaamheden kunnen uitvoeren, zonder dat deze organisaties worden geïntimideerd of gecriminaliseerd; dringt er bij de autoriteiten op aan zo spoedig mogelijk een klimaat te scheppen dat bevorderlijk is voor het werk van alle maatschappelijke organisaties;

11.

verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden om meer samen te werken met en ondersteuning te bieden aan maatschappelijke organisaties, ngo’s en de onafhankelijke media ter plaatse; spreekt nogmaals zijn steun uit voor het werk dat democratische Europese politieke stichtingen verzetten om de democratische processen in Servië te versterken en de opkomst van een nieuwe generatie politieke leiders te bevorderen;

12.

verzoekt de Servische regering zich te richten op doeltreffende en controleerbare fundamentele hervormingen, en structurele hervormingen in gang te zetten en tekortkomingen met betrekking tot de rechtsstaat, de grondrechten, mediavrijheid, corruptiebestrijding en het functioneren van democratische instellingen en de overheid aan te pakken;

13.

is verheugd dat EU-lidmaatschap nog altijd het strategische doel van Servië is, en dat dit één van de prioriteiten van de regering is; spoort de Servische autoriteiten aan om in het publieke debat actiever en ondubbelzinniger kenbaar te maken dat zij aan de waarden van de EU hechten en verwacht een duidelijke en ondubbelzinnige toezegging van Servië, zowel in woorden als in daden, om zijn verplichtingen in het kader van de EU-toetredingsprocedure op zichtbare en controleerbare wijze na te komen;

14.

verwacht dat de opening van onderhandelingen over cluster 4, over de groene agenda en duurzame connectiviteit (hoofdstukken 14, 15, 21 en 27), zal worden verwezenlijkt met behulp van een hernieuwde motivatie om EU-normen volledig ten uitvoer te leggen;

15.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Europese Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, en de president, de regering en het parlement van Servië.

(1)  PB L 278 van 18.10.2013, blz. 16.