29.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 303/1 |
AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 23 juli 2021
tot intrekking van Aanbeveling ECB/2020/62
(ECB/2021/31)
(2021/C 303/01)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 27 maart 2020 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank (2) vastgesteld, waarin werd aanbevolen dat ten minste tot 1 oktober 2020 geen dividenden worden uitgekeerd en dat er geen onherroepelijke verplichtingen tot het uitkeren van dividenden door kredietinstellingen worden aangegaan en dat kredietinstellingen zich onthouden van het terugkopen van aandelen om de aandeelhouders te belonen. Op 27 juli 2020 heeft de ECB haar aanbeveling tot 1 januari 2021 verlengd met de vaststelling van Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank (3). |
(2) |
Hoewel de macro-economische omstandigheden zijn verbeterd en de economische onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie is afgenomen, is die onzekerheid nog altijd groot, hetgeen aanhoudende gevolgen heeft voor het vermogen van banken om hun kapitaalbehoeften op middellange termijn te voorspellen. Gezien deze aanhoudende onzekerheid heeft de ECB Aanbeveling ECB/2020/62 van de Europese Centrale Bank (4) tot intrekking van Aanbeveling ECB/2020/35 vastgesteld, maar uiterste terughoudendheid aanbevolen wanneer kredietinstellingen besluiten dividenden uit te keren of aandelen terug te kopen om aandeelhouders te belonen. |
(3) |
De meest recente macro-economische prognoses wijzen op het begin van het economisch herstel en een verdere vermindering van het niveau van economische onzekerheid. Bijgevolg is de ECB van oordeel dat de redenen die aan Aanbeveling ECB/2020/62 ten grondslag liggen, niet langer aanwezig zijn. De verminderde economische onzekerheid maakt een grondige beoordeling door de toezichthouder mogelijk van de prudentie van de plannen van banken om dividenden uit te keren en aandelen terug te kopen op individuele basis met een zorgvuldige toekomstgerichte beoordeling van de kapitaalplannen in het kader van de normale toezichtcyclus, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Deze aanbeveling trekt Aanbeveling ECB/2020/62 in met ingang van 30 september 2021.
Gedaan te Frankfurt am Main, 23 juli 2021.
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.
(2) Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/1 (PB C 102I van 30.3.2020, blz. 1).
(3) Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank van maandag 27 juli 2020 betreffende de uitkering van dividenden tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/1 (PB C 251 van 31.7.2020, blz. 1).
(4) Aanbeveling ECB/2020/62 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2020 betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/1 (PB C 437 van 18.12.2020, blz. 1).