24.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/41


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het Europese economisch-financieel bestel: openheid, kracht en veerkracht stimuleren

(COM(2021) 32 final)

(2021/C 341/07)

Rapporteur:

Tomasz Andrzej WRÓBLEWSKI

Raadpleging

Europese Commissie, 24.2.2021

Rechtsgrondslag

Artikel 304 VWEU

Bevoegde afdeling

Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang

Goedkeuring door de afdeling

25.5.2021

Goedkeuring door de voltallige vergadering

9.6.2021

Zitting nr.

561

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

158/1/2

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het EESC is ingenomen met de mededeling van de Commissie getiteld “Het Europese economisch-financieel bestel: openheid, kracht en veerkracht stimuleren”. De transformatie na de pandemie veroorzaakt een aanzienlijke verschuiving in het economische machtsevenwicht in de wereld. Daarom moet de EU snel handelen om de economische veerkracht van Europa te vergroten.

1.2.

Het Comité is het eens met de Commissie dat de internationale rol van de euro als belangrijk instrument voor de verbetering van de mondiale positie van Europa moet worden versterkt. Tegelijkertijd is het volgens het Comité voor de versterking van de gemeenschappelijke munt van essentieel belang dat ambitieuze economische doelstellingen worden vastgesteld, vooral gezien het tempo van de veranderingen in de wereldeconomie en de huidige positie van de EU op het gebied van innovatie, concurrentievermogen en een regelgevingsvriendelijke omgeving. Het Comité roept daarom op om in de mededeling meer nadruk te leggen op de redenen voor de verzwakking van de internationale rol van de euro, en om de Economische en Monetaire Unie te voltooien.

1.3.

Het Comité stelt vast dat in de mededeling geen rekening wordt gehouden met de groeiende positie van China, en beveelt aan de mededeling op dit punt aan te vullen.

1.4.

De voltooiing van de bankenunie en van de kapitaalmarktenunie, waardoor spaargeld ook gemakkelijker naar investeringen kan vloeien, is van essentieel belang om de veerkracht van de EU te vergroten, zoals het EESC al in eerdere adviezen heeft aangegeven (1) (2) (3). Het Comité stemt in met alle acties die de Commissie voorstelt en pleit ervoor maatregelen te treffen ter ondersteuning van de structurele veranderingen op zowel EU- als nationaal niveau, zoals herziening van het kader voor economische governance om dit welvaartsgerichter en investeringsvriendelijker te maken (4).

1.5.

De kwaliteit van het regelgevingskader is van groot belang voor de ontwikkeling van innovatie. Er moet derhalve meer nadruk worden gelegd op evaluatie van de regelgeving, wat betreft het effect ervan op het concurrentievermogen van Europese bedrijven. Bovendien stelt het EESC dat in de mededeling de rol van universiteiten en onderzoeksinstellingen op het gebied van innovatieontwikkeling niet wordt erkend.

1.6.

Het EESC staat volledig achter het voorstel om een digitale euro in te voeren en om door te gaan met de uitgifte van in euro luidende groene obligaties waarmee de internationale rol van de euro kan worden vergroot en de toonaangevende positie van de EU op het gebied van klimaatactie kan worden geconsolideerd.

1.7.

Het EESC is het ermee eens dat de EU haar financiëlemarktinfrastructuren moet ontwikkelen om voor het verrichten van kritieke diensten (incl. dataverstrekking) niet afhankelijk te zijn van rechtsgebieden van derde landen. Tevens zal zij daardoor haar veerkracht vergroten.

1.8.

Het Comité staat achter de inspanningen van de Europese Commissie om instrumenten te ontwikkelen voor het bestrijden van de effecten van de onrechtmatige, extraterritoriale toepassing van eenzijdige maatregelen door een derde land op Europese marktdeelnemers. Volgens het Comité kunnen dergelijke instrumenten bijdragen aan een grotere onafhankelijkheid van de EU als mondiale speler. De Commissie moet ook nagaan hoe het hoofd kan worden geboden aan het feit dat de EU steeds afhankelijker is van buiten de EU gevestigde verstrekkers van financiële en niet-financiële gegevens.

2.   Achtergrond

2.1.

Het onderwerp van dit advies is de mededeling van 19 januari 2021 getiteld “Het Europese economisch-financieel bestel: openheid, kracht en veerkracht stimuleren”. Deze mededeling vormt een integraal onderdeel van de strategie ter versterking van de open strategische autonomie van de EU (5).

2.2.

De centrale doelstelling van de open strategische autonomie van de EU is het veiligstellen en uitdiepen van de eengemaakte markt, die de basis vormt voor de euro en de openheid van de EU voor handel en investeringen met de rest van de wereld.

2.3.

In deze mededeling wordt uiteengezet hoe de EU haar open strategische autonomie op macro-economisch en financieel gebied kan versterken. Met de geschetste strategie wordt met name het volgende beoogd:

het vergroten van het concurrentievermogen van de Europese economie door de internationale rol van de euro te versterken;

het vergroten van de veerkracht van de Europese economie tegen reële en externe schokken die worden veroorzaakt door derde landen of overmacht;

het genereren van nieuwe investeringen door het regelgevingsklimaat voor het bedrijfsleven te verbeteren en op die manier de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te helpen verlichten en bij te dragen aan de ontwikkeling van de Europese economie.

2.4.

In overeenstemming met deze mededeling zal de Commissie werken aan het bevorderen van de internationale rol van de euro, het versterken van de financiëlemarktinfrastructuren in de EU, het verbeteren van de handhaving van EU-sancties en het vergroten van de veerkracht van de EU tegen de effecten van onrechtmatige, eenzijdige sancties door derde landen.

3.   Algemene opmerkingen

3.1.

Het EESC is ingenomen met de publicatie van deze mededeling, die regelgevingsvoorstellen en ondersteunende maatregelen voor het vergroten van het aandeel van de euro in de handel en het stimuleren van de veerkracht van het financiële bestel van de EU omvat.

3.2.

De eurozone bestaat al meer dan twintig jaar, groeit, breidt uit met nieuwe lidstaten (maar wacht nog op de toetreding van nieuwe landen) (6) en houdt de internationale reputatie van de euro hoog. Tegelijkertijd merkt het Comité op dat het aandeel van de euro in de deviezenreserves in 2019 is gedaald van 23 % tot 19 % — in de buurt van het historische dieptepunt (7) — en dat de eurozone volgens verscheidene befaamde economen, waaronder de Nobelprijswinnaars Joseph E. Stiglitz en Paul Krugman, nog steeds geen optimaal valutagebied is (8) in de zin van de door de grondlegger van de theorie, Robert Mundell, daaraan gegeven betekenis.

3.3.

Het EESC wijst er ook op dat de rol van de snel groeiende Chinese economie, die steeds belangrijker wordt in de wereldeconomie, een bredere discussie verdient in het kader van de versterking van de economische veerkracht van de EU. In de afgelopen dertig jaar bedroeg de gemiddelde reële jaarlijkse groei van het bbp ongeveer 10 %, ten opzichte van ongeveer 2 % in de EU. Door de pandemie zullen de verschillen in bbp-groei waarschijnlijk nog groter worden: 4,4 % in de EU (-6,1 in 2020) en 8,4 % in China (2,3 % in 2020) (9).

3.4.

Naarmate de Chinese economie groeit, wordt ook de rol van de Chinese munt in de internationale handel en clearing groter. In de officiële deviezenreserves had de US-dollar een aandeel van ongeveer 60,5 %, de euro 20,5 % en de Chinese renminbi 2,1 % (in het derde kwartaal van 2020). Het aandeel van de renminbi groeit echter snel, terwijl het aandeel van de euro is gedaald (10). China werkt ook hard aan zijn digitale munt (die al in meerdere steden wordt getest (11)) en laat daarbij de meeste andere landen achter zich (12).

3.5.

Gezien het bovenstaande is het EESC bezorgd omdat de strategie geen actieplan omvat waarin rekening wordt gehouden met de groeiende economische positie van China, en beveelt het aan om de mededeling op dit punt aan te vullen.

3.6.

Het Comité steunt kernactie 1 — de bankenunie voltooien (13) en verdere vooruitgang boeken met de kapitaalmarktenunie (14) — als middel om de veerkracht van de EU te ondersteunen en de economische en monetaire unie te verdiepen. Het wijst er evenwel op dat “[d]e voltooiing van de EMU krachtige politieke wil, efficiënt bestuur en een beter gebruik van de beschikbare financiële middelen vereist” (15).

3.7.

Het Comité merkt op dat voor verdere structurele veranderingen om te komen tot een hechtere en samenhangende monetaire unie, politiek engagement vereist is, en stelt tegelijkertijd voor de mededeling aan te vullen met een reeks maatregelen die tastbare resultaten kunnen opleveren:

het herzien van het kader voor economische governance om dit welvaartsgerichter en investeringsvriendelijker te maken (met name wat betreft overheidsschuld en begrotingstekorten) (16);

het versterken van de eis dat de lidstaten hun nationaal beleid binnen het Europees Semester coördineren en de consistentie van het monetair, budgettair en structureel beleid vergroten (17), met name met het oog op sociale cohesie en reële convergentie;

het uitvoeren van een gedetailleerde, cyclische analyse van de reële convergentie tussen de EU-lidstaten, die samen met sociale cohesie van cruciaal belang is om de eengemaakte markt dynamischer te maken. De convergentie moet in het oog worden gehouden om te voorkomen dat de discrepanties groter worden, gezien het risico dat de huidige cyclus van massale door de staat gesteunde financiële reddingspakketten weer tot een splijting tussen noord en zuid zouden kunnen leiden, net als tijdens de eurozonecrisis (18).

3.8.

Het Comité is het ermee eens dat het regelgevingskader van cruciaal belang is voor de ontwikkeling van innovatie, maar acht de in de mededeling voorgestelde acties ontoereikend. Tegelijkertijd stelt het EESC vast dat het aantal wereldwijd toonaangevende universiteiten in de EU, die een belangrijke rol vervullen bij het stimuleren van innovatie, als gevolg van de brexit is afgenomen; in de mondiale top 50 bezetten zij nog maar een handvol plaatsen (19). Universiteiten zijn van cruciaal belang voor het bevorderen van innovatie en duurzame veerkracht tegen verdere economische onrust.

3.9.

In het licht van het bovenstaande dringt het EESC erop aan dat de mededeling wordt aangevuld met maatregelen om:

de regulering van de financiële markt flexibeler te maken en zo de financiële innovatie in Europa te stimuleren, met inbegrip van de MiFID II-richtlijnen en de BMR-regelingen wat de handel in grondstoffen betreft;

beperkingen die de ontwikkeling van nieuwe technologieën onevenredig belemmeren, te verminderen;

de O&O-uitgaven (met name de steun voor particuliere O&O-investeringen in de EU) te verhogen tot ongeveer 3 % van het bbp;

in de context van de digitale transformatie Europese slimme IT-specialisaties in kaart te brengen en verder te ondersteunen;

regionale innovatiehubs in de EU in kaart te brengen en deze rechtstreeks op EU-niveau te ondersteunen, en tegelijkertijd particuliere investeringen in innovatie te bevorderen, bijvoorbeeld door het aandeel van de vereiste particuliere cofinanciering te verhogen.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1.   Versterken van de internationale rol van de euro

4.1.1.

Volgens de mededeling leidt de toename van het belang van de euro in de internationale handel, investeringen en betalingen tot tal van voordelen, zoals een grotere monetaire autonomie, een betere doorwerking van het monetaire beleid, lagere transactiekosten en een afname van prijsschokken.

4.1.2.

Het EESC staat achter de voortzetting van de uitgifte van in euro luidende obligaties. Het heeft weliswaar begrip voor de voordelen van deze maatregelen, maar dringt erop aan dat de groeistrategie van de euro wordt gebaseerd op versterking en uitbreiding van de economische zone van de euro, naast de uitgifte van gemeenschappelijke schuld (20). Door de COVID-19-crisis “[zal] de EU […] tegen 2026 bijna 1 biljoen EUR aan nieuwe schuld uitgeven” (21). En “een hoge overheidsschuld als percentage van het bbp [kan] de veerkracht aantasten” (22). Om deze problemen het hoofd te bieden, moet het Europese financiële bestel “veerkrachtiger worden door de bankenunie en de kapitaalmarktenunie te voltooien” (23). Het EESC beveelt aan de sterke positie die de euro vóór de financiële crisis van 2008-2009 had met betrekking tot vastrentende effecten, te herstellen (24).

4.1.3.

Het Comité dringt er daarom op aan dat een deel van de bevoegdheden van de nationale financiële toezichthouders wordt overgeheveld naar het EU-niveau, waarbij een gemeenschappelijk regelgevingskader wordt opgezet voor de totstandbrenging van de bankenunie en de kapitaalmarktenunie (25). Volgens het EESC moet het kapitaalverkeer binnen de EU volledig vrij worden, zodat uiteindelijk elke burger of elke kleine of middelgrote onderneming kan profiteren van de financiële diensten van elke financiële instelling die onder gezamenlijk financieel toezicht van de EU staat (26). Elke nieuwe verordening die verband houdt met de opbouw van de kapitaalmarktenunie moet worden onderworpen aan tests (27) om na te gaan of wordt voldaan aan criteria zoals meer concurrentievermogen en innovatie (vooral m.b.t. de digitale transitie), bijdrage aan de groene transitie en stabiliteit van de financiële markten.

4.1.4.

Daarnaast moeten maatregelen worden getroffen om de aanwezigheid van de euro in de reserves van de centrale bank van verschillende landen te versterken door middel van swapovereenkomsten, en om de sluiting van grote internationale contracten voor Europese bedrijven (die buiten de EU worden uitgevoerd) te ondersteunen door deze in euro te verrekenen.

4.1.5.

Om de rol van de euro in de wereldeconomie te versterken, moet het concurrentievermogen van de goederen en diensten van de EU worden vergroot. Daartoe zijn investeringen nodig in onderwijs en in onderzoek en ontwikkeling.

4.1.6.

Kernactie 6 bepaalt dat de Commissie en de ECB een breed scala aan beleidsmatige, juridische en technische kwesties zullen bezien die zich aandienen bij een eventuele invoering van een digitale euro.

4.1.7.

Het Comité steunt het idee van een digitale euro. Volgens het EESC moet de digitale euro echter niet alleen via de ECB worden ingevoerd, maar ook via de centrale banken van het Eurosysteem (28) (en eventuele toezichthoudende instanties) (29).

4.1.8.

In dit nieuwe afwikkelingssysteem moet rekening worden gehouden met de wettelijke privacyvoorschriften (met name de vijfde antiwitwasrichtlijn). Een goed ontworpen digitale euro zou het gebruik van de euro buiten de eurozone kunnen ondersteunen en de rol van de Amerikaanse dollar (en in de toekomst ook die van de digitale yuan) kunnen verzwakken, vooral bij internationale en retailtransacties (30).

4.1.9.

De EU neemt een leidende positie in op de wereldwijde markt voor groene obligaties. In 2019 luidde bijna de helft van de uitgiften van groene obligaties in euro (31) en ook onder niet-ingezetenen van de eurozone is de uitgifte sterk (32). Het EESC is ingenomen met het voorstel om nieuwe “groene” financiële instrumenten (33) ter ondersteuning van de European Green Deal in te voeren (34). Het zal de EU in staat stellen haar rol als wereldleider op het gebied van klimaatactie te handhaven en uit te bouwen (35).

4.2.   Financiëlemarktinfrastructuren in de EU en aanbieders van kritieke diensten daarvoor veerkrachtiger maken

4.2.1.

In de mededeling wordt benadrukt dat het van belang is dat de EU haar financiëlemarktinfrastructuren ontwikkelt en de veerkracht ervan vergroot, zodat zij voor het verrichten van die kritieke diensten niet afhankelijk is van rechtsgebieden van derde landen. De Commissie moet ook nagaan hoe kan worden voorkomen dat de EU afhankelijk wordt van buiten de EU gevestigde verstrekkers van financiële en niet-financiële gegevens. Het nieuwe digitale, op de euro gebaseerde afwikkelingssysteem zou kunnen worden gebruikt voor het ondersteunen van de handel met partners aan wie derde landen eenzijdige sancties hebben opgelegd, en door het gebruik ervan door landen en personen die onder sancties vallen, te blokkeren (door informatie te putten uit de database van het Sanctions Information Exchange Repository).

4.2.2.

Het EESC herinnert ook aan de ervaring van het begin van de COVID-19-pandemie, toen de toegenomen belangstelling voor de dollar en de ontwrichting van de repomarkt in de VS het voor niet in de VS gevestigde financiële instellingen moeilijker maakten hun transacties in dollars te herfinancieren. Ook kan worden overwogen het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) te gebruiken als een pool van liquiditeiten in euro, die ook toegankelijk zou zijn voor grote financiële instellingen. We hebben een duidelijke routekaart nodig voor de aanpassingen van het ESM en de ontwikkeling van de kapitaalmarktenunie.

4.2.3.

Het EESC stemt in beginsel in met de stappen die moeten leiden tot een grotere open strategische autonomie van de EU, ook wat betreft het stimuleren van de veerkracht van de financiëlemarktinfrastructuren van de EU. Anderzijds wijst het Comité erop dat dergelijke maatregelen onder bepaalde omstandigheden tot ongewenste politieke effecten kunnen leiden.

4.3.   De uitvoering en handhaving van EU-sancties aanscherpen

4.3.1.

Om de doeltreffendheid van EU-sancties te vergroten, moet ervoor worden gezorgd dat zij op uniforme wijze worden uitgevoerd en gehandhaafd. Dochterondernemingen van bedrijven van buiten de EU profiteren van mazen in de wetgeving om verboden te omzeilen, hetgeen leidt tot verstoringen op de eengemaakte markt.

4.3.2.

Het EESC is ingenomen met de voorstellen die erop gericht zijn de EU beter in staat te stellen om sancties uniform toe te passen en met één stem te spreken.

4.3.3.

Het Comité staat ook achter de inspanningen van de Europese Commissie om instrumenten te ontwikkelen voor het bestrijden van de effecten van de onrechtmatige, extraterritoriale toepassing van eenzijdige maatregelen door een derde land op Europese marktdeelnemers. Het EESC onderstreept echter dat er mechanismen moeten worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat alle lidstaten het eens worden over het voorwerp van de sancties zelf. Volgens het Comité kunnen dergelijke instrumenten bijdragen aan een grotere onafhankelijkheid van de EU als mondiale speler en de eengemaakte markt beschermen tegen schokken.

4.3.4.

Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat de financiële markt in de EU sinds de financiële crisis van 2008-2009 strikte discipline is opgelegd, met administratieve verplichtingen voor degenen die van de eengemaakte markt willen profiteren. Het is belangrijk dat bij de toepassing van deze regelgeving de nodige flexibiliteit wordt betracht om een evenwichtige verhouding tussen kosten en baten te waarborgen, de effecten van nieuwe regelgeving op Europese financiële ondernemingen te beoordelen (36) en de regeldruk ook aan te passen aan de omvang van deze entiteiten (grote pan-Europese banken, financiële instellingen en startende ondernemingen in de sector financiële technologie) (37).

Brussel, 9 juni 2021.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  Advies van het EESC over een Europees depositoverzekeringsstelsel (PB C 177 van 18.5.2016, blz. 21).

(2)  Advies van het EESC over het pakket inzake de economische en monetaire unie (PB C 262 van 25.7.2018, blz. 28).

(3)  Advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20).

(4)  Advies van het EESC over de evaluatie van de economische governance 2020 (PB C 429 van 11.12.2020, blz. 227).

(5)  COM(2021) 32 final.

(6)  COM(2018) 796 final, blz. 2.

(7)  The international role of the euro, Europese Centrale Bank, juni 2020.

(8)  Can the European Project be saved?, keynotelezing van Paul Krugman, 23rd International Conference of Europeanists, Philadelphia, 14-16 april, 2016.

(9)  Zie World Economic Outlook database, april 2021, Internationaal Monetair Fonds.

(10)  Currency Composition of Official Foreign Exchange Reserves (COFER), International Financial Statistics (IFS), Internationaal Monetair Fonds; https://data.imf.org/regular.aspx?key=41175

(11)  Zie China Launches Digital Renminbi Trials in 11 Cities, Stages Seven Digital Renminbi Lotteries in Year Following Start of Testing, China Banking News, 19 april 2021.

(12)  PwC CBDC global index, april 2021; https://www.pwc.com/gx/en/industries/financial-services/assets/pwc-cbdc-global-index-1st-edition-april-2021.pdf

(13)  Advies van het EESC over een sterkere internationale rol van de euro (PB C 282 van 20.8.2019, blz. 27).

(14)  Advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20).

(15)  Advies van het EESC over het pakket inzake de economische en monetaire unie (PB C 262 van 25.7.2018, blz. 28).

(16)  Advies van het EESC over het economisch beleid van de eurozone 2021 (PB C 123 van 9.4.2021, blz. 12).

(17)  COM(2020) 746 final.

(18)  Eurofound (2020), Upward convergence in the EU: Definition, measurement and trends, Publicatiebureau van de Europese Unie, Luxembourg, blz. 9.

(19)  Zes volgens de Times Higher Education en slechts één volgens de QS World University Rankings.

(20)  EU faces barriers to boosting single currency’s global status, Financial Times, 19 januari 2021.

(21)  COM(2021) 32 final, blz. 8.

(22)  Advies van het EESC over een veerkrachtigere en duurzamere Europese economie (PB C 353 van 18.10.2019, blz. 23).

(23)  Zie de toelichting van Commissaris Gentiloni op de persconferentie van de Eurogroep, 15 februari 2021, Brussel.

(24)  Zie “Fixed income market liquidity”, Committee on the Global Financial System Papers, No 55, Bank of International Settlements, januari 2016, blz. 18.

(25)  COM(2020) 590 final en COM(2020) 746 final, blz. 8.

(26)  Advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20).

(27)  Advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20), punt 1.16.

(28)  Zie Report on a digital euro, Europese Centrale Bank, oktober 2020, blz. 7-8.

(29)  Zie Report on a digital euro, Europese Centrale Bank, oktober 2020, blz. 36-40.

(30)  EU faces barriers to boosting single currency’s global status, Financial Times, 19 januari 2021.

(31)  Zie The role of the euro in global green bond markets, Box 1, 19th annual review of the international role of the euro, ECB, juni 2020.

(32)  Zie Unleashing the euro’s untapped potential at global level, toespraak van F. Panetta, lid van de directie van de ECB.

(33)  Zie “Voornaamste resultaten — Videoconferentie van de Eurogroep”, 15 februari 2021.

(34)  COM(2019) 640 final.

(35)  Remarks by Paschal Donohoe following the Eurogroup video conference of 15 February 2021.

(36)  Advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20).

(37)  Advies van het EESC over een EU-strategie voor het digitale geldwezen (PB C 155 van 30.4.2021, blz. 27).


BIJLAGE

Figuur 1

Vergelijking van de gemiddelde reële groei van het bbp

Image 1

(*) Ramingen beginnen vanaf 2019.

Bron: Eigen berekeningen gebaseerd op: World Economic Outlook Database, Internationaal Monetair Fonds, oktober 2020.

Figuur 2

Aandeel van de dollar, de euro en de renminbi in de officiële deviezenreserves (in %)

Image 2

Bron: Internationaal Monetair Fonds, data.imf.org

Figuur 3

Aandeel van de VS, de EU en China in het wereldwijde bbp (KKP, in %)

Image 3

Bron: World Economic Outlook Database, IMF, oktober 2020.

Figuur 4

Aandeel van de VS, de EU en China in de wereldwijde uitvoer (in %)

Image 4

Bron: Unctad.

Figuur 5

Binnenlandse bruto-uitgaven aan O&O, 2008-2018 (% van het bbp)

Image 5

Bron: Eurostat.