5.2.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/5 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2020/C 38/04)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33. van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“Anjou-Coteaux de la Loire”
PDO-FR-A0405-AM02
Datum van de mededeling: 18/11/2019
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Geografisch gebied
Het geografische gebied wordt als volgt gewijzigd: “Alle stadia van de productie vinden plaats in het geografische gebied dat op basis van de officiële geografische code van 2018 het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Maine-et-Loire bestrijkt: Bouchemaine, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Mauges-sur-Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire en La Pommeraye), La Possonnière, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés.
Het cartografisch materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.”
Redactionele wijziging: in de nieuwe lijst van administratieve instanties wordt rekening gehouden met fusies of andere wijzigingen in de administratieve zonering sinds de goedkeuring van het productdossier. Voor meer rechtszekerheid wordt in de lijst verwezen naar de huidige versie van de officiële geografische code, die jaarlijks door het INSEE wordt gepubliceerd. De omtrek van het geografische gebied blijft ongewijzigd.
Tot slot wordt ook vermeld dat op de website van het INAO cartografisch materiaal beschikbaar wordt gesteld waarin het geografische gebied wordt weergegeven om het publiek beter te informeren.
Bijgevolg wordt ook punt 6 van het enig document gewijzigd wat het geografische gebied betreft.
2. Gebied in de onmiddellijke nabijheid
In hoofdstuk 1, deel IV, punt 3, wordt de lijst van gemeenten vervangen door:
— |
departement Loire-Atlantique: Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz) ; |
— |
departement Maine-et-Loire: Chaudefonds-sur-Layon, Denée, Mauges-sur-Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Marillais, Saint-Florent-le-Vieil en Saint-Laurent-du-Mottay), Rochefort-sur-Loire, Savennières, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Aubin-de-Luigné). |
Hierdoor kan rekening worden gehouden met de verschillende fusies van gemeenten die sinds de laatste versie van het productdossier hebben plaatsgevonden. De omtrek van het gebied in de onmiddellijke nabijheid blijft ongewijzigd.
Bijgevolg wordt ook punt 9 van het enig document gewijzigd wat de aanvullende voorwaarden betreft.
3. Landbouwmilieumaatregelen
In hoofdstuk 1, deel VI, punt 2, wordt het volgende toegevoegd: “Tussen de rijen moet een gecontroleerde – spontane of ingezaaide – bodemvegetatie aanwezig zijn; bij gebrek daaraan moet de exploitant de grond bewerken om te zorgen voor een gecontroleerde spontane vegetatie of moet hij het gebruik van door de overheid voor de wijnbouw goedgekeurde biologische bestrijdingsmiddelen rechtvaardigen. Wanneer op een perceel biologische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, is het gebruik van andere onkruidverdelgers verboden.”
Deze wijziging kadert in de huidige ontwikkeling van op conserveringslandbouw gerichte praktijken door de exploitanten in het hele wijnbouwgebied in de Anjou. De wijziging weerspiegelt de toenemende integratie van milieuoverwegingen in technische processen. Door de aanwezigheid van een bodemvegetatie, mechanisch wieden of het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen te bevorderen, wordt het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verminderd. Dit verminderd gebruik van onkruidverdelgers moet het mogelijk maken om de wijnbouwgronden beter te beschermen en hun natuurlijke kenmerken (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) te behouden, wat tot de kwaliteit en de authenticiteit van de wijnen bijdraagt en het begrip “terroir” versterkt.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
4. Besluit tot opening van de oogsttijd
In hoofdstuk 1, deel VII, punt 1, onder a), wordt de zin “De begindatum van de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D. 645-6 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).” geschrapt.
Er moet niet langer een begindatum voor de druivenoogst worden vastgesteld, aangezien de exploitanten tegenwoordig over een breed scala aan instrumenten beschikken waarmee ze de rijpheid van de druiven uitermate nauwkeurig kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over de nodige voorzieningen en apparatuur, zowel individueel als collectief, om de optimale datum voor de start van de oogst op elk perceel nauwkeurig te kunnen bepalen, afhankelijk van de productiedoelstellingen.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
5. Vermogen van de gistingsruimte
In hoofdstuk 1, deel IX, punt 1, onder c), wordt de zin: “Elke exploitant heeft een gistingsruimte ter beschikking met een capaciteit van ten minste 1,4 maal de gemiddelde opbrengst van het bedrijf in de laatste vijf jaar.” vervangen door de zin: “Elke exploitant heeft een gistingsruimte ter beschikking met een capaciteit van ten minste 1,4 maal het gemiddeld verwerkt volume tijdens de laatste vijf jaar.”
In het productdossier werd niet verwezen naar een volumecapaciteit (uitgedrukt in hl of m3), maar naar een opbrengst, met andere woorden: een geoogst volume gedeeld door de oppervlakte van het productiegebied (bijvoorbeeld uitgedrukt in hl/ha). Via de voorgestelde wijziging kan deze inconsistentie in eenheden worden verholpen zonder inhoudelijke wijzigingen (minimum nog steeds vastgelegd op 1,4 maal het gemiddelde door het bedrijf verwerkte volume tijdens de voorgaande verkoopseizoenen).
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
6. Verkeer van de wijnen
Hoofdstuk 1, deel IX, punt 5, onder b), betreffende de datum van het in het verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders wordt geschrapt.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
7. Verband met het geografische gebied
Het verband is herzien om het aantal betrokken gemeenten bij te werken (acht in plaats van tien).
Bijgevolg wordt punt 8 van het enig document gewijzigd wat het verband betreft.
8. Bijhouden van een register
In hoofdstuk 2, deel II, punt 3, wordt de term “potentieel” vervangen door “natuurlijk”.
In overeenstemming met de formulering die is gekozen voor alle productdossiers van de zone Anjou Saumur, komt de term “natuurlijk alcoholvolumegehalte” in de plaats van de woorden “potentieel gehalte” of “graad”. Deze wijzigingen verbeteren de leesbaarheid van deze productdossiers. De harmonisatie van de bepalingen betreffende het bijhouden van registers heeft tot doel de opmaak van het inspectieplan en de controle van die registers te vergemakkelijken.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
9. De voornaamste te controleren punten
Hoofdstuk 3 werd herzien om te zorgen voor een coherente opmaak van de voornaamste te controleren punten in de productdossiers van de zone Anjou Saumur.
Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Anjou-Coteaux de la Loire
2. Type geografische aanduiding
BOB – beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1. |
Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
De wijnen zijn niet-mousserende witte wijnen op basis van druiven die overrijp worden geoogst (natuurlijke concentratie op de wijnstok, met of zonder aanwezigheid van edele rotting) en die elegant zijn met een grote complexiteit aan aroma’s (aroma’s van bloemen, verse of zelfs gedroogde of gekonfijte vruchten), die in de mond zachtheid met frisheid combineren.
Ze hebben de volgende kenmerken:
|
Een minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte van 14 %. |
|
Een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose en fructose), na gisting, groter dan of gelijk aan 34 g/l. |
Het minimaal effectief alcoholgehalte bedraagt 10 en 11 voor de wijnen met een natuurlijk alcoholvolumegehalte van minder dan 18 %.
De totale zuurgraad en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de communautaire regelgeving vastgestelde gehaltes.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
18 |
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
25 |
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbouwpraktijken
a. Essentiële oenologische procedés
Specifiek oenologisch procedé
Verrijking is toegestaan overeenkomstig de voorschriften in het productdossier.
Specifiek oenologisch procedé
Het gebruik van stukjes hout is verboden. Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen wat oenologische procedés betreft voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op communautair niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.
Teeltwijze
Minimale beplantingsdichtheid: 4 000 wijnstokken/ha.
Op deze wijngaarden mag de afstand tussen de rijen niet meer bedragen dan 2,50 m en de afstand tussen de wijnstokken in eenzelfde rij niet minder dan 1 m. De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken/ha, maar meer dan of gelijk aan 3 300 wijnstokken/ha, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van de bladeren worden nageleefd. In deze wijngaardpercelen mag de afstand tussen de rijen niet meer bedragen dan 3 m en de afstand tussen de wijnstokken in eenzelfde rij niet minder dan 1 m.
Teeltwijze
De wijnstokken worden uiterlijk op 30 april volgens een gemengde snoeitechniek gesnoeid, met een maximum van twaalf vrije ogen per wijnstok en maximaal vier vrije ogen op de lange rank.
Teeltwijze
De druiven worden manueel geoogst in opeenvolgende plukbeurten, de zogenaamde “tries”.
Teeltwijze
Irrigatie is verboden.
b. Maximumopbrengsten
40 hectoliter per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Alle stadia van de productie vinden plaats in het geografische gebied dat op basis van de officiële geografische code van 2018 het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Maine-et-Loire bestrijkt: Bouchemaine, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Ingrandes-Le Fresne sur Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Ingrandes), Mauges-sur-Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire en La Pommeraye), La Possonnière, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés.
Het cartografisch materiaal waarin het geografische gebied wordt weergegeven, kan worden geraadpleegd op de website van het Institut national de l’origine et de la qualité.
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Chenin B
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
1°. Informatie over het geografische gebied
a).
Het geografische gebied komt overeen met de leisteenhoudende heuvelgebieden aan de oevers van de Loire. Dit is het meest westelijke deel van het wijngaardgebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou”. In 2018 bestrijkt het grondgebied van acht gemeenten in het westen van het departement Maine-et-Loire. Het gebied begint aan de rand van Angers, in de gemeente Bouchemaine, aan de samenvloeiing van de Loire en de Maine, en strekt zich vervolgens uit aan beide kanten van de rivier tot Ingrandes-sur-Loire en Le Mesnil-en-Vallée, in de richting van Nantes.
Het mesoklimaat wordt sterk beïnvloed door de rivier. De wijngaarden bevinden zich op de dichtstbij gelegen hellingen aan de oevers van de rivier, waarbij de afstand tussen de wijngaard en de rivier nooit meer bedraagt dan 3 km. Eens voorbij deze afstand, zowel in het noorden als het zuiden, bestaat het landschap voornamelijk uit weilanden en bossen. De naam “Coteaux de la Loire” geeft een goed beeld van de topografie van de wijnstreek met zijn gevarieerde hellingen. Terwijl de hellingen in de gemeente Bouchemaine bijzonder steil zijn, zijn ze in de gemeenten Ingrandes-sur-Loire en Saint-Georges-sur-Loire eerder zacht glooiend.
De bodems van de nauwkeurig voor de druivenoogst afgebakende percelen zijn ontstaan uit de verschillende primaire formaties van het Armoricaans Massief. Deze bodems hebben zich weinig verder ontwikkeld en zijn leisteenhoudend of leisteen-zandsteenhoudend. Verder vinden we lokaal ook enkele bodems die zijn ontstaan uit vulkanische rotsen en enkele kalkhoudende bruine bodems uit het devoon. Deze bodems zijn zeer ondiep en het oergesteente wordt het vaakst aangetroffen op een diepte van minder dan 0,40 m. Ze vertonen helemaal geen hydromorfe kenmerken en hun waterreserves zijn zeer matig.
Het klimaat is een zeeklimaat. De maritieme kenmerken worden verzwakt door het föhn-effect dat wordt veroorzaakt door het massief van Les Mauges, ten westen van de wijngaarden. De jaarlijkse gemiddelde neerslag bedraagt 650 mm in het deel van het gebied dat wordt beschermd tegen vochtige winden, terwijl op de heuvels van Les Mauges meer dan 800 mm neerslag valt. En ook de Loire speelt een rol om de temperaturen het hele jaar door op peil te houden.
Samen met de topografie is de blootstelling van de heuvels van essentieel belang. Aan de rechteroever vinden we de naar het zuiden gerichte wijngaarden, die beschut zijn tegen de koude noordenwinden en zo zeer gunstige omstandigheden genieten. Aan de linkeroever zorgt de rivier ervoor dat de koude lucht wordt afgevoerd, wat overwegend zorgt voor de opwarming van de naar het noorden gerichte hellingen. Enkele schuin oplopende terreinen die tegen de winden beschermd zijn, profiteren van de extra warmte. Tot slot speelt ook de Loire een essentiële rol: in de oogstperiode zorgt de rivier er immers voor dat zich in de vroege ochtend nevelbanken vormen, die van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling van de “edele rotting”.
b).
De geschiedenis van de Anjou-wijnstreek gaat terug tot de negende eeuw, maar de eerste specifieke verwijzing naar de “Coteaux de la Loire”-wijngaard stond in het “Traité sur la nature et la culture de la vigne” (Verhandeling over de aard en de teelt van de wijnstok) van Bidet en Duhamel de Monceau uit 1749. In dit document wordt gepreciseerd dat in deze wijnstreek “de bijzonder moeilijk te bewerken terroir nu perfect verbouwd wordt en volledig is beplant met wijnstokken ...”.
Uit een verklaring van de Franse Raad van State over de in 1804 genomen administratieve maatregelen blijkt dat in deze regio alleen witte wijnen werden geproduceerd: “Aangezien de hellingen van de Loire alleen gunstig zijn voor de productie van witte wijn en deze wijnen een belangrijke tak van handel vormen ...”. In deze verklaring wordt ook verwezen naar België, dat destijds dol was op de “Coteaux de la Loire”-wijnen.
Meer recent, in 1842, stelde Auguste Petit-Lafitte: “De grote pineau of chenin is het druivenras dat aan de basis van de wijnen ligt.” De Anjou-wijnstreek is de bakermat van het druivenras chenin B, een rustieke druivenvariëteit waarvan de mogelijkheden sterk variëren afhankelijk van het soort bodem of, meer in het algemeen, van de locatie waar de wijnstokken zijn geplant. Bovendien hebben de wijnbouwers al snel het belang ingezien om dit druivenras te oogsten in een gevorderd stadium van rijpheid en via bijzondere technieken. Graaf Odart vermeldt in 1845 in zijn “Traité des cépages” (Studie van de druivenrassen): “Hieraan moeten we ook de voorwaarde verbinden om dit druivenras pas te oogsten wanneer er sprake is van overrijpheid, zoals die zich voordoet tegen Allerheiligen, wanneer het vel van de druiven zacht is geworden door de regen en begint af te sterven. ”
Overrijpheid maakt dan ook integraal deel uit van de oogst. In 1816 preciseert Jullien in “Topographie de tous les vignobles connus” (Topografie van alle gekende wijngaarden) het volgende: “In de beste wijngaarden wordt in meerdere fasen geoogst; de eerste twee fasen, waarin uitsluitend de rijpste druiven worden geoogst, leveren de wijnen voor de export op; de wijnen die worden geproduceerd met de oogst van de derde fase, zijn bestemd voor de nationale consumptie ...”.
De wijnbouw in deze wijnstreek heeft echter dezelfde ontwikkeling gekend als in de rest van de Anjou. Met de komst van de Nederlandse makelaars in de zestiende eeuw vormde zich immers een markt van “wijnen voor de zee” (bestemd voor het buitenland) die werden geproduceerd met druiven van wijnstokken met korte snoei (een of twee knoppen). Daarnaast ontstond er ook een binnenlandse markt die voornamelijk gericht was op de bevoorrading van Parijs, en dit met minder goede wijnen die werden geproduceerd met druiven van wijnstokken met lange snoei (zes of zeven knoppen).
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was de productie voornamelijk gericht op het zoeken naar “halfdroge” wijnen die leken op de “wijnen voor Parijs” van voorheen. Vanaf de jaren 80 zien we opnieuw de ambitie groeien om hoogwaardige wijnen met een hoge concentratie aan suiker te produceren.
De wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou-Coteaux de la Loire” worden beschouwd als grote “zoete” wijnen (lokaal ook “likeurwijn” genoemd) van de Anjou.
2°. Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product
Het belangrijkste kenmerk van de wijnen is hun elegantie. Deze wijnen hebben een zeer grote aromatische complexiteit, met in de meeste gevallen een combinatie van aroma’s van bloemen met die van verse of zelfs gedroogde of gekonfijte vruchten. Deze wijnen doen denken aan de “zachtheid van de Anjou”. In de mond combineren zij zachtheid met frisheid. Meegaand als de Loire in de zomer, of overweldigend als de winterse versie ervan: de wijnen van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Anjou-Coteaux de la Loire” hebben hun charme in de loop der tijden weten te ontplooien.
3°. Oorzakelijke verbanden
Dankzij de combinatie van een ondiepe bodem met een topografie die een uitstekende blootstelling mogelijk maakt en bevorderlijk is voor een regelmatige watervoorziening, kan het druivenras chenin B ten volle tot uitdrukking komen.
De ligging van de wijngaarden in de onmiddellijke nabijheid van de Loire, die de temperaturen tijdens de volledige groeicyclus reguleert, in combinatie met een adequaat beheer van de wijngaard, met name de toepassing van korte snoei, maakt een optimale rijpheid mogelijk. Verder maakt de aanwezigheid van de rivier ook de overrijpheid van de druiven mogelijk, hetzij via de winden die door de rivier worden gekanaliseerd en een mechanische uitdroging van de druiven bevorderen, hetzij door de vorming van de nevelbanken in de ochtend die essentieel zijn voor de ontwikkeling van Botrytis cinerea en dus van de “edele rotting”.
Wachten tot de druiven overrijp zijn, geduld oefenen om vroeg in het najaar de druiven te oogsten en via opeenvolgende manuele plukbeurten binnen eenzelfde perceel overgaan tot selectie van de bessen die van nature geconcentreerd zijn of door “edele rotting” zijn beïnvloed: hieruit blijken zowel de knowhow van de producenten als de bijzondere geschiktheid van het druivenras chenin B. Dit laatste wordt in 1861 door Guillory de oudere beschreven als volgt: “Op enkele zeer uitzonderlijke gevallen na vindt de oogst plaats in oktober, wanneer is vastgesteld dat de druiven een zo perfect mogelijke rijpheid hebben bereikt en dat ten minste een kwart ervan rot is. ”
De combinatie van een zo specifieke omgeving, een druivensoort die daaraan perfect is aangepast en vaklui die al de kwaliteiten ervan weten te gebruiken, zorgt voor de realisatie van bijzonder originele wijnen. In talrijke geschriften wordt getuigd van de reputatie van deze wijnen. Zo schrijft Petit-Lafitte: “Wanneer deze wijnstokken tot één of twee knoppen worden gesnoeid, leveren ze verfijnde likeurwijnen op waarnaar heel wat vraag is in België.”
Guillory de oudere schreef in 1861 in een “Bulletin de la Société Agricole et Industrielle d’Angers” dan weer het volgende: “Deze gronden zijn nauwelijks geschikt om er zonder grote extra kosten andere gewassen op te telen, en dat vanwege hun beperkte vruchtbaarheid; zelfs de wijnopbrengst ligt laag; was het niet omwille van de kwaliteit van de wijnstokken die de prijs enigszins hoog kon houden, dan zou men er al lang van de wijnbouw afgestapt zijn.”
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Gebied in de onmiddellijke nabijheid
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar de vinificatie, de bereiding en de rijping van de wijnen bij wijze van uitzondering mogen plaatsvinden, bestaat op basis van de officiële geografische code van 2018 uit het grondgebied van de volgende gemeenten:
— |
departement Loire-Atlantique: Vair-sur-Loire (voormalig grondgebied van de deelgemeente Anetz) ; |
— |
departement Maine-et-Loire: Chaudefonds-sur-Layon, Denée, Mauges-sur-Loire (voormalige grondgebieden van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Marillais, Saint-Florent-le-Vieil en Saint-Laurent-du-Mottay), Rochefort-sur-Loire, Savennières, Val-du-Layon (voormalig grondgebied van de deelgemeente Saint-Aubin-de-Luigné). |
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen met betrekking tot de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Alle facultatieve aanduidingen zijn op de etiketten vermeld in letters die niet groter of breder zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Specificiteit van de benaming “Val de Loire”
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen met betrekking tot de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
De lettertekens van de vermelding van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Etikettering: Kleinere geografische eenheid
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Soort aanvullende voorwaarde:
Aanvullende bepalingen met betrekking tot de etikettering
Beschrijving van de voorwaarde:
Op het etiket van de wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: - het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; - dit vermeld staat op de oogstaangifte. De in het kadaster opgenomen plaatsnaam wordt vermeld in tekens die niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.
Link naar het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-09e61465-fad3-4eb8-8337-2500536afdcd