EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 30.9.2020
SWD(2020) 305 final
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
Verslag over de rechtsstaat 2020
Landenhoofdstuk over Estland
bij
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÈ EN HET COMITÈ VAN DE REGIO'S
Verslag over de rechtsstaat 2020
Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de Europese Unie
{COM(2020) 580 final} - {SWD(2020) 300 final} - {SWD(2020) 301 final} - {SWD(2020) 302 final} - {SWD(2020) 303 final} - {SWD(2020) 304 final} - {SWD(2020) 306 final} - {SWD(2020) 307 final} - {SWD(2020) 308 final} - {SWD(2020) 309 final} - {SWD(2020) 310 final} - {SWD(2020) 311 final} - {SWD(2020) 312 final} - {SWD(2020) 313 final} - {SWD(2020) 314 final} - {SWD(2020) 315 final} - {SWD(2020) 316 final} - {SWD(2020) 317 final} - {SWD(2020) 318 final} - {SWD(2020) 319 final} - {SWD(2020) 320 final} - {SWD(2020) 321 final} - {SWD(2020) 322 final} - {SWD(2020) 323 final} - {SWD(2020) 324 final} - {SWD(2020) 325 final} - {SWD(2020) 326 final}
Samenvatting
Het Estse rechtsstelsel maakt gebruik van enkele van de meest geavanceerde informatie- en communicatietechnologieën die in rechtbanken worden ingezet. Deze technologieën bieden een hoge mate van toegankelijkheid en flexibiliteit en hebben er ook sterk toe bijgedragen dat het gerechtelijk apparaat tijdens de COVID-19-pandemie onafgebroken en met relatief weinig onderbrekingen kon blijven werken. Het Hooggerechtshof en de autonome gerechtelijke instanties spelen een gedegen rol bij de belangrijkste aspecten van het beheer van het rechtsstelsel, met name bij de toewijzing van personele en financiële middelen, alsmede bij de benoeming van rechters en bij andere aspecten van hun loopbaan.
De juridische en institutionele structuur voor corruptiebestrijding is in Estland grotendeels aanwezig. Het land heeft een doeltreffend netwerk opgezet voor de uitvoering van het beleid inzake corruptiebestrijding. Er wordt een nieuwe strategie voor de strijd tegen corruptie voorbereid. Alle ministeries zijn uitgerust om corruptiepreventie te coördineren en te zorgen voor de uitvoering van de nationale corruptiebestrijdingsstrategie in hun sector. De capaciteit om corruptiemisdrijven te onderzoeken en te vervolgen is afdoende en volgens het Openbaar Ministerie worden de begrotingsmiddelen als toereikend beschouwd. Er zijn bepalingen ingevoerd om “draaideurpraktijken” te reguleren. Lobbywerk is niet bij wet geregeld, maar er is een ontwerpregeling in de maak en er is nog steeds geen alomvattend kader voor de bescherming van klokkenluiders. Estland heeft veel geïnvesteerd in e-learning ter ondersteuning van de preventie van belangenconflicten voor alle werknemers in de openbare sector.
Het Estse rechtskader inzake mediapluriformiteit is gebaseerd op zowel grondwettelijke waarborgen als sectorale wetgeving. De regulerende instantie voor de media — de autoriteit voor consumentenbescherming en technische regelgeving — functioneert als een afdeling van het ministerie van Economische Zaken. De wet tot omzetting van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn) zal de onafhankelijkheid van deze instantie versterken. De transparantie van media-eigendom is in afwachting van nieuwe wettelijke bepalingen op dit gebied niet volledig gewaarborgd. Niettemin is algemene informatie met betrekking tot het ondernemerschap elektronisch beschikbaar en is de toegang tot de gegevens in het ondernemingsregister gratis. Er is een uitgebreid kader voor de bescherming van journalisten en in verschillende wetten zijn waarborgen voor de bescherming van journalisten opgenomen.
De controles en waarborgen in Estland zijn goed ontwikkeld, met een inclusief wetgevingsproces, dat nog verder wordt ontwikkeld. De kamer voor grondwettelijke toetsing van het Hooggerechtshof ziet zowel vooraf als achteraf toe op de grondwettigheid, ook na een directe grondwettelijke klacht. Het bureau van de kanselier van Justitie speelt een grote rol in het systeem van controles en waarborgen en zijn accreditatie met een A-status volgens de VN-beginselen is in behandeling (vertraagd als gevolg van de COVID-19-pandemie).
I.Justitieel stelsel
Het Estse rechtbankstelsel bestaat uit drie niveaus: vier kantonrechtbanken (die alle burgerzaken, strafzaken en overtredingen (kleine criminaliteit) behandelen) en twee administratieve rechtbanken van eerste aanleg, twee arrondissementsrechtbanken van tweede aanleg (die de beslissingen van de kantonrechtbanken en de administratieve rechtbanken toetsen), en het Hooggerechtshof in hoogste aanleg, dat beslissingen van rechtbanken toetst door middel van een cassatieprocedure en dat ook de taken van een grondwettelijk hof uitvoert. Het Hooggerechtshof beheert zijn eigen begroting en activiteiten, terwijl de rechtbanken van eerste en tweede aanleg gezamenlijk worden beheerd door de Raad voor het beheer van de rechtbanken en het ministerie van Justitie. De Raad voor het beheer van de rechtbanken is een niet-permanent orgaan, dat onder meer bevoegdheden heeft met betrekking tot de gerechtelijke kaart en de middelen van de rechterlijke macht en dat deelneemt aan de discussie over het beheer van de rechtbanken
. De rechters van de rechtbanken van eerste en tweede aanleg worden door de president van de Republiek benoemd op voorstel van het voltallige Hooggerechtshof (en banc). Het Openbaar Ministerie is een overheidsinstantie onder het ministerie van Justitie en voert zijn taken onafhankelijk uit. Het wordt beheerd door de procureur-generaal, met name wat betreft de benoeming en de loopbaan van de aanklagers
. Advocaten (juristen) in het Estse rechtsstelsel zijn lid van de Estse orde van advocaten, een onafhankelijke, autonome beroepsvereniging.
Onafhankelijkheid
Het Hooggerechtshof en andere autonome gerechtelijke organen spelen een belangrijke rol bij gerechtelijke benoemingen en andere beslissingen over het rechtsstelsel. Het Hooggerechtshof organiseert het vergelijkend onderzoek en selecteert tijdens een plenaire zitting kandidaat-rechters voor de rechtbanken van eerste en tweede aanleg, waarna deze worden voorgedragen om door de president van de Republiek te worden benoemd
. De rechters van het Hooggerechtshof worden benoemd door het parlement (Riigikogu) op voorstel van de voorzitter van het Hooggerechtshof, die eerst de adviezen van het voltallige Hooggerechtshof (en banc) en van de Raad voor het beheer van de rechtbanken in overweging neemt. Het Hooggerechtshof helpt bij de organisatie van de werkzaamheden van de vijf autonome organen van rechters (het hof met alle rechters (Hooggerechtshof en banc), de Raad voor het beheer van de rechtbanken, de Raad voor de gerechtelijke opleiding, de examencommissie voor rechters
, de tuchtkamer
en de Raad voor rechterlijke ethiek). Bovendien lost de kamer voor grondwettelijke toetsing eventuele verzoeken om rechterlijke toetsing op die worden ingediend tegen het besluit van de president van de Republiek om een kandidaat-rechter niet te benoemen
. Het moet worden opgemerkt dat de president tot dusver nooit heeft geweigerd een kandidaat-rechter te benoemen. Er is daarom nog nooit een zaak van rechterlijke toetsing voor de kamer geweest met betrekking tot de niet-benoeming van een kandidaat-rechter.
De perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid is gemiddeld bij de bevolking en laag bij de bedrijven. Onder de bevolking vindt 57 % dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht redelijk tot zeer goed is, wat een stijging is ten opzichte van 2019, na een eerdere neerwaartse trend. Onder de bedrijven is de perceptie van de onafhankelijkheid laag (slechts 39 % vindt deze redelijk tot zeer goed), en blijft ze stabiel na een eerdere neerwaartse tendens
. In een andere enquête onder bedrijven (Economisch Wereldforum), waarbij de perceptie van de onafhankelijkheid boven het gemiddelde van de lidstaten ligt, is de afgelopen jaren een afname van de perceptie te zien
.
De Raad voor het beheer van de rechtbanken speelt een belangrijke rol bij de vaststelling van de middelen voor justitie en heeft bijgedragen aan de reactie op de COVID-19-pandemie. De Raad voor het beheer van de rechtbanken, een niet-permanent orgaan dat voor de meerderheid uit rechters bestaat, speelt een belangrijke rol in het beheer van het gerechtelijk apparaat. Deze raad keurt onder meer de gerechtelijke kaart, het aantal rechters voor elke rechtbank en de benoeming en het ontslag van de voorzitters van de rechtbanken goed. Daarnaast geeft hij adviezen over de gerechtsbudgetten en de kandidaat-rechters voor het Hooggerechtshof. De raad is geen permanent orgaan en heeft vier gewone zittingen en eventueel buitengewone zittingen wanneer dat nodig is. Zo besprak de raad de reactie van het gerechtelijk apparaat op de COVID-19-pandemie, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van elektronische communicatie in de rechtbanken om de werking van het gerecht te garanderen
. De raad wordt organisatorisch ondersteund door het ministerie van Justitie, dat zich niet kan mengen in de werkzaamheden en de besluitvorming van de raad. Het merendeel van de belangrijke beslissingen van het ministerie van Justitie met betrekking tot de rechtbanken moet door de raad worden goedgekeurd
. De raad geeft ook een advies over financiële, budgettaire en personeelskwesties
. Hij is met name betrokken bij de toewijzing van middelen aan de rechtbanken, aangezien hij advies uitbrengt over het voorstel dat het ministerie van Justitie in overleg met de voorzitters van de rechtbanken opstelt. Terwijl het advies van de raad over de begroting wordt voorbereid, wordt een compromisvoorstel opgesteld, waarbij de rechterlijke macht volledig wordt betrokken.
Kwaliteit
De gebruikte informatie- en communicatietechnologieën in de rechtbanken zijn geavanceerd en worden verder ontwikkeld om de rechtbanken vlot te laten functioneren, ondanks de uitdagingen gerelateerd aan COVID-19. Estland behoort tot de lidstaten die het best presteren als het gaat om het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) om de toegankelijkheid en de algemene kwaliteit van het gerechtelijk apparaat te verbeteren
. Het werk van de rechtbanken wordt vergemakkelijkt door het gebruik van vier ICT-instrumenten: het informatiesysteem van justitie, de systemen Public e-File en e-File, en het onlangs gelanceerde systeem voor digitale gerechtelijke dossiers. Het informatiesysteem van justitie is het interne informatiesysteem van de rechtbanken dat door alle rechters en gerechtsmedewerkers wordt gebruikt, en het bevat alle documenten die aan de rechtbanken worden voorgelegd of door de rechtbanken worden aangemaakt. Het dient verder als een omgeving voor de aanmaak van rechtbankdocumenten met aanpasbare sjablonen, informatieverzoeken vanuit andere databases en het versturen van rechtbankinformatie naar andere informatiesystemen via e-File. Het informatiesysteem van justitie wordt ook gebruikt voor de automatische verdeling van zaken onder de rechters
. Public e-File is het externe informatiesysteem dat partijen en hun vertegenwoordigers in staat stelt om elektronisch deel te nemen aan de procedure
. Met Public e-File kunnen burgers burgerlijke en administratieve procedures inleiden en de voortgang ervan volgen, net als van procedures voor kleine vergrijpen, en documenten indienen die moeten worden verwerkt. Het systeem is gebaseerd op het e-File-systeem dat de informatiesystemen van de politie, het Openbaar Ministerie, de rechtbanken en andere procedure-instanties combineert, waardoor de partijen via één punt informatie kunnen delen over procedures en een snelle en papierloze uitwisseling van gegevens wordt gewaarborgd. Het doel van het Public e-File-systeem is om informatie uit het e-File-systeem via het internet te verstrekken aan de procederende partijen
. Het e-File-systeem is een centraal, intern informatiesysteem dat een gedetailleerd overzicht geeft van de verschillende stadia van de procedure. Het maakt de gelijktijdige uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen in de procedure mogelijk
. De eindgebruikers kunnen alleen de gegevens zien die betrekking hebben op hun professionele taken
. Het systeem voor digitale gerechtelijke dossiers wordt gebruikt voor een betere en functionelere samenvatting en toegankelijkheid van gerechtelijke dossiers voor rechters, hun assistenten
en de partijen in een gerechtelijke procedure
. Deze ICT-tool biedt gebruikers verschillende mogelijkheden voor een betere organisatie en optimalisatie van de procedurele stappen en processen in de rechtbanken
. Als reactie op de COVID-19-pandemie is het systeem voor digitale gerechtelijke dossiers verder ontwikkeld en uitgerold, waardoor de rechtbanken en het Openbaar Ministerie zonder grote onderbrekingen konden blijven werken.
Efficiëntie
Het gerechtelijk apparaat in Estland werkt efficiënt. In 2019 werden burgerzaken voor de kantonrechtbanken in gemiddeld 95 dagen beslecht en strafzaken in gemiddeld 226 dagen voor algemene strafprocedures, 28 dagen voor vereenvoudigde procedures en 46 dagen voor kleine vergrijpen. Aan de rechtbanken van eerste aanleg werden bestuurszaken in gemiddeld 123 dagen beslecht
. De gemiddelde behandelingstermijn voor beroepen bedroeg 162 dagen in burgerzaken, 44 dagen in strafzaken en 197 dagen in bestuurszaken. De duur van de gerechtelijke procedures in burgerlijke, handels- en bestuurszaken is korter dan gemiddeld (gemeten op basis van de beslissingstermijn) en het aantal hangende zaken behoort vaak tot de laagste in de EU
. In dit soort zaken ligt het afhandelingspercentage boven de 100 %, wat betekent dat de rechtbanken voldoende capaciteit hebben voor alle binnenkomende zaken.
II.Corruptiebestrijding
Het ministerie van Justitie is belast met de voorbereiding van de nationale corruptiebestrijdingsstrategie en houdt toezicht op en coördineert de verslaglegging over het actieplan voor deze strategie. Het beperkt comité voor corruptiebestrijding oefent parlementair toezicht uit op de uitvoering van de corruptiemaatregelen en het comité van toezicht voor de partijfinanciering houdt toezicht op de financiering van de politieke partijen. Het bureau voor corruptiemisdrijven van de nationale gerechtelijke politie is een gespecialiseerde eenheid die belast is met het onderzoek naar corruptiezaken, terwijl de binnenlandse veiligheidsdienst verantwoordelijk is voor onderzoeken naar corruptiemisdrijven die zijn gepleegd door hooggeplaatste nationale overheidsfunctionarissen en lokale ambtenaren uit zes grotere gemeenten. Het Openbaar Ministerie houdt toezicht op en leidt het vooronderzoek naar corruptiemisdrijven en is vertegenwoordigd in de rechtszaal.
Estland scoort 74/100 op de corruptieperceptie-index van Transparency International en staat daarmee op de 8e plaats in de Europese Unie en op de 18e plaats wereldwijd.
Volgens 60 % van de respondenten op de Special Eurobarometer 2020 is corruptie wijdverbreid (EU-gemiddelde 71 %)
en 14 % van de mensen is van mening dat zij persoonlijk de gevolgen van corruptie ondervinden in het dagelijks leven (EU-gemiddelde 26 %). Van de bedrijven is 44 % van mening dat corruptie wijdverspreid is (EU-gemiddelde 63 %), terwijl 9 % van de bedrijven van mening is dat corruptie een probleem is voor het zakendoen (EU-gemiddelde 37 %). Daarnaast vindt 37 % van de respondenten dat er voldoende succesvolle vervolgingen zijn om mensen van corrupt gedrag te weerhouden (EU-gemiddelde 36 %), terwijl 46 % van de bedrijven van mening is dat mensen en bedrijven die worden betrapt op omkoping van een hooggeplaatste ambtenaar daarvoor een gepaste straf krijgen (EU-gemiddelde 31 %)
.
Er wordt een nieuwe strategie voor de strijd tegen corruptie voorbereid. Het ministerie van Justitie (afdeling voor strafrechtelijk beleid) is verantwoordelijk voor de coördinatie van de corruptiebestrijdingsmaatregelen
. Het ministerie van Justitie houdt toezicht op en coördineert de verslaglegging over het actieplan voor de corruptiebestrijdingsstrategie
. De huidige strategie voor de periode van 2013 tot 2020 loopt ten einde
. Een nieuwe strategie wordt voorbereid. De lijst van sectoren met een hoog risico is in de corruptiebestrijdingsstrategie 2013-2020 vertaald in prioriteiten en omvat momenteel ook de gezondheidszorg en het onderwijs. Overheidsopdrachten worden in verschillende sectoren beschouwd als een horizontaal corruptiegevoelig gebied.
De bevoegdheden op het gebied van corruptiepreventie en -bestrijding zijn verdeeld over verschillende instellingen. Het Openbaar Ministerie houdt toezicht op en leidt het vooronderzoek naar corruptiemisdrijven en is vertegenwoordigd in de rechtszaal
. Het aantal geregistreerde corruptiemisdrijven is in 2019 met 81 % gedaald ten opzichte van 2018
. Ongeveer 40 % van de corruptiezaken doet zich voor op lokaal niveau
. Volgens het Openbaar Ministerie worden de begrotingsmiddelen bevredigend geacht
. Het bureau voor corruptiemisdrijven van de nationale gerechtelijke politie is de gespecialiseerde eenheid die belast is met het onderzoek naar corruptiezaken. De taken van het bureau omvatten zowel de preventie als het vooronderzoek van strafbare feiten onder toezicht en leiding van het Openbaar Ministerie en de behandeling van kleine vergrijpen in corruptiezaken
. Daarnaast heeft de binnenlandse veiligheidsdienst bevoegdheden op het gebied van het vooronderzoek naar strafbare feiten en de behandeling van kleine vergrijpen in corruptiezaken. Elk ministerie beschikt over een ambtenaar die de corruptiepreventie coördineert en voor de uitvoering van de nationale corruptiebestrijdingsstrategie in de desbetreffende sector zorgt. Coördinatoren voor corruptiepreventie brengen bovendien ook verslag uit aan de respectieve minister wanneer er een vermoeden van corruptie of corruptierisico bestaat. Als er bewijs is van corruptie, doen ze aangifte bij de politie
. De parlementaire commissie voor corruptiebestrijding oefent parlementair toezicht uit op de uitvoering van de corruptiebestrijdingsmaatregelen en bespreekt en beoordeelt de mogelijke gevallen van corruptie waarbij ambtenaren betrokken zijn die onder de corruptiewet vallen
. Het comité van toezicht voor de partijfinanciering ziet toe op de financiering van de politieke partijen en op de rechtmatigheid van de verkregen en uitgegeven financiële middelen van de politieke partijen, de verkiezingscoalities en de onafhankelijke kandidaten die deelnemen aan verkiezingen
.
Er zijn geen uitgebreide regels voor de bescherming van klokkenluiders. Volgens de amendementen van 2013 op de corruptiewet is het verboden voor ambtenaren om corruptie te verbergen en moeten agentschappen de vertrouwelijkheid van klokkenluiders te goeder trouw beschermen. Met deze amendementen wordt echter alleen de openbare sector en niet de particuliere sector gereguleerd.
Lobbywerk is niet gereguleerd. Er is geen wetgeving om het kader vast te leggen en lobbywerk te reguleren. De Greco heeft aanbevolen om regels vast te stellen voor de contacten tussen lobbyisten en topfunctionarissen, en deze contacten openbaar te maken
. De regering werkt aan een ontwerpverordening over lobbywerk voor overheidsfunctionarissen die werkzaam zijn in de uitvoerende macht.
Er is enige discussie ontstaan over de noodzaak voor managers van staatsbedrijven om hun economische belangen openbaar te maken. Wat de vermogensverklaringen betreft, heeft de in 2013 vastgestelde corruptiewet de capaciteit van het beperkt comité inzake corruptiebestrijding van het parlement versterkt
. De verbeteringen omvatten een uitbreiding van de hoeveelheid gegevens die moeten worden aangegeven en van de bevoegdheid en de rechten van het comité. Op basis van de herziene wet is in 2014 een elektronisch register van belangenverklaringen opgesteld. Deze zijn, in tegenstelling tot de economische belangen van staatsbedrijven, al toegankelijk voor de bevolking en dus ook onderworpen aan openbare controle, onder meer door de media. Het systeem voor de aangifte van vermogensbestanddelen en belangen, dat in 2014 in werking is getreden, stelt elke aangevende ambtenaar in staat om een vooraf ingevuld formulier te gebruiken en de aangifte elektronisch in te dienen. De ingediende verklaring is gedurende drie jaar vanaf de datum van indiening toegankelijk voor de bevolking
.
Er zijn bepalingen ingevoerd om “draaideurpraktijken” te reguleren. De ambtenarenwet bevat bepalingen op grond waarvan een ambtenaar die uit zijn ambt wordt ontheven, zich tot een jaar na de datum van ontheffing niet mag verbinden
met een privaatrechtelijke rechtspersoon waarop de ambtenaar het afgelopen jaar rechtstreeks of voortdurend toezicht heeft uitgeoefend.
III.Mediapluriformiteit
In Estland is de vrijheid van meningsuiting en het recht op toegang tot informatie wettelijk en formeel beschermd in de grondwet
. Secundaire wetgeving waarborgt uitdrukkelijk het recht van journalisten om hun bronnen te beschermen en bevordert de vrijheid van de media in de radio- en televisiesector
. Het recht op informatie wordt expliciet erkend in de grondwet, in de wet op de openbaarheid van informatie
en in de wet op de bescherming van persoonsgegevens.
Er wordt een hervorming gepland om de onafhankelijkheid van de regulerende instantie voor de media — de autoriteit voor consumentenbescherming en technische regelgeving — te versterken. Deze autoriteit is een overheidsorganisatie die in 2019 is opgericht door de fusie van de raad voor consumentenbescherming en de autoriteit voor technische regelgeving. Ze is een administratief onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en Communicatie. De wijzigingen ter omzetting van de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVMD-richtlijn)
hebben tot doel de taken, bevoegdheden en competenties van de autoriteit aan te passen. Zoals de Estse autoriteiten hebben aangekondigd, zullen deze wijzigingen ook het onafhankelijke karakter van deze autoriteit bevestigen overeenkomstig de in de AVMD-richtlijn vastgelegde vereisten inzake onafhankelijkheid
.
De Estse persraad (Pressinõukogu) is een vrijwillig, autonoom orgaan. Het heeft de opdracht om klachten van de bevolking over materiaal in de pers, op onlineportalen met journalistieke inhoud en op publieke omroepen te behandelen. De persraad bestaat uit tien leden, waarvan zes personen uit de mediasector en vier leken uit niet-mediasectoren, naast een roterende voorzitter. Het orgaan is opgericht door de Estse krantenvereniging
.
Er zijn momenteel geen specifieke wettelijke bepalingen die de openbaarmaking van eigendomsinformatie opleggen. Toch is algemene informatie met betrekking tot het ondernemerschap elektronisch beschikbaar en is de toegang tot de gegevens in het ondernemingsregister gratis
. Het gebrek aan informatie over media-eigendom heeft tot enige bezorgdheid geleid
. De huidige ontwerpwet tot omzetting van de AVMD-richtlijn bevat echter een nieuwe bepaling die de openbare beschikbaarheid van gegevens over de structuur en de transparantie van media-eigendom regelt, op basis van de desbetreffende bepaling in de AVMD-richtlijn
. Momenteel is niet in alle gevallen duidelijk voor de bevolking wie de uiteindelijke eigenaar is van bepaalde mediabedrijven. Vanwege dit feit beschouwde de Media Pluralism Monitor 2020 (MPM 2020) de situatie met betrekking tot de transparantie van media-eigendom in Estland als een middelgroot risico. Tegelijkertijd wijst de indicator voor marktpluriformiteit op een groot risico vanwege de toenemende horizontale en verticale concentratie van media-eigendom. Dit geldt met name voor de regionale media, die een sterke traditie hebben in het land. Na een onderzoeksmissie verwees het Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid in 2018 naar de mediaconcentratie als een punt van bezorgdheid
. Wat de lokale media betreft, werd in de MPM 2020 gewezen op het middelgrote risico in verband met de politieke onafhankelijkheid, als gevolg van het gebrek aan regels om belangenconflicten tussen media-eigenaren en de regerende partijen en politici te reguleren
.
Het recht op informatie is vastgelegd in de grondwet en het recht van de bevolking op toegang tot overheidsinformatie is geregeld in de wet op de openbaarheid van informatie. Zoals belanghebbende partijen
aan de Commissie hebben aangegeven en zoals in de Media Pluralism Monitor aan de orde is gesteld, bestaat de perceptie dat de overheid in sommige gevallen de toegang tot overheidsinformatie lijkt te weigeren.
Er is een uitvoerig kader voor de bescherming van journalisten. Het berust op de vrijheid van meningsuiting, die expliciet wordt erkend in de Estse grondwet en de wet op de mediadiensten. Die laatste omvat een bepaling over de bescherming van bronnen. In het wetboek van strafvordering zijn ook waarborgen voor de bescherming van journalisten opgenomen
. Toch is een gevangenisstraf nog een van de beoogde sancties voor bepaalde specifieke gevallen van smaad
. De analyse van de indicator voor het beroep, de normen en de bescherming van journalisten wijst op een laag risico in de MPM 2020. Niettemin is er de laatste tijd enige bezorgdheid geuit over inmenging in het werk van onderzoeksjournalisten
. In 2019 en 2020 heeft het platform van de Raad van Europa voor de bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten geen relevante waarschuwingen over Estland gepubliceerd
. In 2020 werd één waarschuwing gepubliceerd met betrekking tot vermeende afschrikkende gevolgen voor de vrijheid van de media; die zaak had echter te maken met de toepassing van financiële sancties op EU-niveau, zoals bevestigd door de Europese Commissie in haar advies van 19 juni 2020
.
IV.Andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen
Estland is een parlementaire republiek met een eenkamerstelsel, waarbij de kamer voor grondwettelijke toetsing van het Hooggerechtshof achteraf een grondwettelijke toetsing kan uitvoeren, en onder bepaalde voorwaarden ook op basis van een grondwettelijke klacht. Naast de rechterlijke macht speelt ook het bureau van de kanselier van Justitie (ombudspersoon) een rol in het systeem van controles en waarborgen. De betrokkenheid van de bevolking en belanghebbende partijen wordt ondersteund door geavanceerde informatie- en communicatietechnologie.
Een nieuw wetgevingskader en nieuwe richtsnoeren voor het wetgevingsbeleid worden ontwikkeld om de gebruiksvriendelijkheid en de inclusiviteit voor de bevolking en de belanghebbenden verder te verbeteren. Bij de opstelling van wetgeving wordt uitgegaan van de regels voor goede wetgevingspraktijken en de regels voor de opstelling van wetgeving
. Het proces begint over het algemeen met de opstelling van een “wetgevingsintentie”, waarin de kwestie die wordt aangepakt, de potentiële doelgroep, een analyse van de huidige situatie en beleidsopties, alsmede de mogelijke effecten van een eventuele actie nader worden toegelicht
. De ministeries moeten zo vroeg mogelijk de belanghebbende partijen identificeren die moeten worden geraadpleegd, uiterlijk in de opstellingsfase van de wetgevingsintentie of van een voorstel voor de opstelling van een ontwikkelingsplan. Het overleg met de belanghebbenden moet in ten minste twee fasen plaatsvinden: wanneer wordt beslist over het al dan niet opstellen van wetgeving (intentie) en wanneer de wetgeving is opgesteld, voordat deze aan het parlement wordt voorgelegd. Alle ontwerpwetten, wetgevingsintenties, voorstellen voor de opstelling van een ontwikkelingsplan of andere potentieel belangrijke zaken worden ter raadpleging gepubliceerd in het beleidsinformatiesysteem EIS (Eelnõude infosüsteem). De belanghebbende partijen worden ook regelmatig direct betrokken door hun inbreng te vragen. Het ministerie van Justitie werkt aan een project om een nieuwe, meer gebruiksvriendelijke wetgevingsomgeving tot stand te brengen, met innovatieve manieren voor een betere en meer inclusieve opstelling van wetgeving. Het parlement is bezig met de bespreking van ontwerprichtsnoeren voor de ontwikkeling van het wetgevingsbeleid 2030, met als doel de norm voor goed wetgevingsbeleid te vernieuwen zodat die als leidraad kan dienen tijdens de beleidsvorming, ook als het gaat over de betrokkenheid van belanghebbenden.
Grondwettelijke toetsing wordt uitgevoerd door de kamer voor grondwettelijke toetsing van het Hooggerechtshof. Het Hooggerechtshof is zowel het hoogste rechtscollege in derde aanleg als het hof voor grondwettelijke toetsing. De kamer voor grondwettelijke toetsing toetst de grondwettigheid van wetten en andere algemene wetgeving op grond van de wet op de procedure voor grondwettelijke toetsing
. Er kunnen verschillende grondwettelijke toetsingsprocedures worden ingeleid door een rechtbank, de president van de Republiek, de kanselier van Justitie, een gemeenteraad of het parlement. De president kan een verzoekschrift indienen om te verklaren dat een wet in strijd is met de grondwet wanneer die wet zonder amendementen door het parlement is aangenomen tijdens een tweede lezing, na een initiële weigering van de president om deze wet af te kondigen (grondwettelijke toetsing vooraf). De kanselier van Justitie (ombudspersoon) speelt ook een sleutelrol in het systeem van de grondwettelijke toetsing van wetten, met name door het recht om achteraf een abstracte grondwettelijke toetsing op te starten
. In overeenstemming met de jurisprudentie van het Hooggerechtshof, wordt in bepaalde uitzonderlijke situaties toegestaan dat een indiener een individuele klacht direct indient bij het Hooggerechtshof voordat de rechtsmiddelen voor de lagere rechtbanken zijn uitgeput, namelijk in situaties waarin er geen effectief rechtsmiddel is om de fundamentele rechten van de indiener te beschermen
.
Het mandaat van het bureau van de kanselier van Justitie (ombudspersoon) is via amendementen verruimd. De kanselier is een niet-geaccrediteerd, geassocieerd lid van het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstellingen. In januari 2019 is nieuwe wetgeving
over deze instelling in werking getreden, waardoor haar mandaat is verruimd en zij als de nationale mensenrechteninstelling in Estland kan optreden. De kanselier van Justitie heeft een breed en krachtig mandaat en treedt onder meer op als nationaal preventiemechanisme krachtens het antimartelverdrag van de VN en als nationaal toezichtmechanisme krachtens het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Hij is ook de ombudspersoon voor kinderen. De kanselier heeft onlangs een accreditatie aangevraagd bij de wereldwijde alliantie van nationale mensenrechteninstellingen en ondergaat momenteel het accreditatieproces.
Estland heeft in verband met de COVID-19-pandemie de noodtoestand uitgeroepen. Op 12 maart 2020 heeft de Estse regering de noodtoestand uitgeroepen en de eerste minister benoemd tot beheerder van de noodtoestand. Op 20 maart 2020 heeft de regering de Raad van Europa overeenkomstig de afwijkingsclausule in artikel 15 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (hierna “het Verdrag” genoemd) geïnformeerd dat sommige van de maatregelen die zijn genomen om de “volksgezondheid” te beschermen, een afwijking kunnen inhouden van bepaalde verplichtingen van Estland uit hoofde van het Verdrag. De wetgevingsbesluiten van de eerste minister (als beheerder van de noodtoestand) stonden open voor rechterlijke toetsing door de administratieve rechtbank (maar waren niet onderworpen aan parlementaire of presidentiële controle). De noodtoestand werd op 18 mei 2020 beëindigd (de afwijking uit hoofde van artikel 15 van het Verdrag werd op dezelfde dag opgeheven).
Er wordt gewerkt aan een nieuw ontwikkelingsplan voor het maatschappelijk middenveld 2021-2030. De Estse regering stimuleert het maatschappelijk middenveld via het ontwikkelingsplan voor het maatschappelijk middenveld 2015-2020 dat is gebaseerd op het gelijknamige concept
. Sinds 2018 leidt het ministerie van Binnenlandse Zaken het proces voor de opstelling van een nieuw ontwikkelingsplan voor het maatschappelijk middenveld 2021-2030, in samenwerking met en met de actieve betrokkenheid van belanghebbenden, waaronder de overkoepelende organisaties die de maatschappelijke organisaties in Estland vertegenwoordigen. Dit proces omvatte werkgroepvergaderingen en raadplegingen met belanghebbende partijen in de verschillende provincies van Estland
. De civiele ruimte in Estland wordt als open beschouwd
.
Bijlage: lijst van bronnen in alfabetische volgorde.*
* De lijst van de bijdragen die zijn ontvangen in het kader van de raadpleging voor het verslag over de rechtsstaat 2020 is te vinden op (COM-website).
Aanbeveling van de Raad over het nationale hervormingsprogramma 2020 van Estland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van Estland, ST 8177/20 — COM(2020) 506 final.
Beperkt comité inzake corruptiebestrijding, website.
https://www.riigikogu.ee/en/parliament-of-estonia/committees/anti-corruption-select-committee/
Centre for Media Pluralism and Media Freedom (2020), 2020 Media pluralism monitor.
https://cmpf.eui.eu/media-pluralism-monitor/mpm-2020
Centrum voor registers en informatiesystemen, website e-File.
https://www.rik.ee/en/international/e-file
Centrum voor registers en informatiesystemen, website elektronisch ondernemingsregister.
https://www.rik.ee/en/e-business-register
CIVICUS, Monitor Tracking Civic Space: Estonia.
https://monitor.civicus.org/country/estonia/
Directoraat-generaal Communicatie (2020), Flash Eurobarometer 482: Businesses’ attitudes towards corruption in the EU.
Directoraat-generaal Communicatie (2020), Special Eurobarometer 502: Corruption.
Ests ontwikkelingsplan voor het maatschappelijk middenveld 2015–2020,
https://www.siseministeerium.ee/sites/default/files/elfinder/article_files/estonian_cs_dev_plan_2015-2020_extract.pdf
Estse regering (2013), Corruptiebestrijdingsstrategie 2013-2020.
https://www.korruptsioon.ee/sites/www.korruptsioon.ee/files/elfinder/dokumendid/korruptsioonivastane_strateegia_2013-2020_1.pdf
Estse regering (2020), Bijdrage aan het verslag over de rechtsstaat 2020.
Estse regering (2020), Uitvoeringsplan van de corruptiebestrijdingsstrategie 2013-2020 voor 2017-2020.
https://www.korruptsioon.ee/sites/www.korruptsioon.ee/files/elfinder/dokumendid/lisa_2_rakendusplaan_2018-2020.pdf
Estse regering, Beleidsinformatiesysteem.
http://eelnoud.valitsus.ee/main#ANx6shIc
European Network of National Human Rights Institutions – ENNHRI (2020), The rule of law in the European Union: Reports from national human rights institutions.
Europese Commissie (2019, 2020), Het EU-scorebord voor justitie.
GRECO (2013), Fourth Evaluation Round – Evaluation Report on Estonia on corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors.
GRECO (2015), Fourth Evaluation Round – Compliance Report on Estonia on corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors.
GRECO (2017), Fourth Evaluation Round – Second Compliance Report on Estonia on corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors.
GRECO (2018), Fifth Evaluation Round – Evaluation Report on Estonia on preventing corruption and promoting integrity in central governments (top executive functions) and law enforcement agencies.
Hooggerechtshof van Estland, Arrest van 17 maart 2003, 3-1-3-10-02.
https://www.riigikohus.ee/en/constitutional-judgment-3-1-3-10-02
Ministerie van Justitie (2019), Criminaliteit in Estland — 2019.
https://www.kriminaalpoliitika.ee/kuritegevuse-statistika/korruptsioon.html
Ministerie van Justitie (2019), Geregistreerde misdrijven 2003-2018.
https://www.kriminaalpoliitika.ee/sites/krimipoliitika/files/elfinder/dokumendid/registreeritud_kuriteod_2003-2018.xlsx
Ministerie van Justitie (2020), E-training corruptiebestrijding en belangenconflicten in Estland — YouTube-video.
https://www.youtube.com/playlist?list=PL5JI001vz8bOi09N3PabBK2ogjrf0k03V
Raad van Europa, Platform ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten (2020), Reply by the Government of Estonia to the platform concerning the Russian State News agency Sputnik.
https://rm.coe.int/estonia-reply-en-sputnik-24january2020/168099922f
Raad van Europa, Platform ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten,
https://www.coe.int/en/web/media-freedom/the-platform
Raad voor het beheer van justitie (2020), Aanbevelingen van de Raad voor het beheer van de rechtbanken voor de organisatie van de rechtsbedeling in noodsituaties.
https://www.kohus.ee/sites/www.kohus.ee/files/elfinder/KHN%20recommendations.docx.pdf
Regels voor goede wetgevingspraktijken en voor de opstelling van wetgeving.
https://www.riigiteataja.ee/en/eli/508012015003/consolide
Reporters without Borders (2020), Does crisis at leading daily mean end to investigative journalism in Estonia?
https://rsf.org/en/news/does-crisis-leading-daily-mean-end-investigative-journalism-estonia
Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, L 305/17.
Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten), L 95/1.
Virtueel landbezoek aan Estland in het kader van het verslag over de rechtsstaat 2020.
Bijlage II: landbezoek aan Estland
De diensten van de Commissie hebben in juni en juli 2020 virtuele vergaderingen gehouden met:
·Autoriteit voor consumentenbescherming en technische regelgeving
·Estse vereniging van journalisten
·Financiële inlichtingendienst
·Hooggerechtshof
·Ministerie van Justitie
·Nationale gerechtelijke politie
·Openbaar Ministerie
·Parlementair beperkt comité inzake corruptiebestrijding
·Persraad
·Raad voor het beheer van de rechtbanken
·Transparency International Estonia
* De Commissie heeft ook de volgende organisaties ontmoet tijdens een aantal horizontale vergaderingen:
·Amnesty International
·Civil Liberties Union for Europe
·Civil Society Europe
·Conference of European Churches
·EuroCommerce
·European Center for Not-for-Profit Law
·European Centre for Press and Media Freedom
·European Civic Forum
·Free Press Unlimited
·Front Line Defenders
·ILGA-Europe
·International Commission of Jurists
·International Federation for Human Rights
·International Press Institute
·Lifelong learning Platform
·Open Society Justice Initiative/Open Society European Policy Institute
·Reporters without Borders
·Transparency International EU