Brussel, 10.1.2020

COM(2020) 5 final

2020/0004(NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de wijziging van Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 14 december 2018 is Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten (ATC’s) van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020 vastgesteld.

Die verordening moet voorkomen dat de productie van visserijproducten in de Unie in gevaar komt, en het concurrentievermogen van de verwerkende industrie in de Unie waarborgen, door ervoor te zorgen dat die industrie zich voldoende kan bevoorraden met visserijproducten. Daartoe is in de verordening bepaald dat de invoerrechten voor een aantal visserijproducten moeten worden verlaagd of geschorst binnen de grenzen van tariefcontingenten van passende omvang. Ook is in de verordening nader bepaald voor welke behandelingen het gebruik van de tariefcontingenten is toegestaan (“in aanmerking komende behandelingen”) en voor welke niet.

2.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN

Na de vaststelling van Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad hebben een aantal EU-verwerkingsbedrijven en een lidstaat de Commissie ervan in kennis gesteld dat de industrie vanwege de schrapping van GN-code 1604 32 00 (kaviaarsurrogaten) uit ATC 09.2750 van de voorgaande verordening (Verordening (EU) 2015/2265 van de Raad) geen kuit meer konden invoeren die onder die specifieke GN-code viel. In de huidige ATC-verordening (2019-2020) is GN-code 1604 32 00 (kaviaarsurrogaten) vervangen door GN-code 0305 20 00 (vislevers, hom en kuit, gedroogd, gerookt, gezouten of gepekeld), die beter aansluit bij de productomschrijving (kuit, gewassen, ontdaan van het aanklevende bindweefsel, enkel gezouten of gepekeld, bestemd voor het maken van kaviaarsurrogaten).

Door de schrapping van GN-code 1604 32 00 is het recht voor deze producten gestegen van 0 % naar 20 %, omdat deze niet meer onder de ATC-regeling vallen. Dit heeft tot aanzienlijke verliezen geleid vanwege de bedragen die ermee zijn gemoeid, en vanwege de lange duur van lopende contracten. Omdat het voorstel van de Commissie GN-code 1604 32 00 nog wel bevatte en de nieuwe verordening, die op 1 januari 2019 in werking trad, pas op 14 december 2018 is vastgesteld, was deze wijziging volgens de bedrijven onvoorspelbaar en bleef er voor hen niet voldoende tijd over voor aanpassingen; de contracten met hun leveranciers hebben namelijk een lange looptijd.

Uit een diepgaande analyse is inderdaad gebleken dat de betrokken invoer als gevolg van de wijziging van de code fors is gedaald (slechts 400 van de 1 500 ton van het ATC is gebruikt, tegen 958 ton in 2018).

Wel is het zo dat ATC’s voor meerwaarde en werkgelegenheid moeten zorgen. Vanuit dit oogpunt bezien kan ontdooien, opnieuw verpakken en pasteuriseren niet worden beschouwd als verwerkingsactiviteit met een aanzienlijke toegevoegde waarde. Om die reden is GN-code 1604 32 00 (kaviaarsurrogaten) vervangen door GN-code 0305 20 00 (vislevers, hom en kuit, gedroogd, gerookt, gezouten of gepekeld).

In het overleg over de ATC-verordening 2019-2020 en de kuit-problematiek is het Comité Douanewetboek wat betreft onderverdeling 0305 20 00 met een nieuwe toelichting op de gecombineerde nomenclatuur gekomen waarin het toepassingsgebied van die onderverdeling is verduidelijkt. Volgens de nieuwe toelichting valt gezouten kuit die in de staat waarin zij wordt aangeboden zonder verdere bewerking niet geschikt is voor onmiddellijke consumptie als kaviaar of kaviaarsurrogaten, maar bestemd is voor de vervaardiging van kaviaarsurrogaten onder deze onderverdeling.

Er kan dus worden geconcludeerd dat de vervanging van GN-code 1604 32 00 door GN-code 0305 20 00 in de nieuwe ATC-verordening (2019-2020) strookt met de ATC-doelstellingen. Echter, omdat de verordening met een GN-code voor hetzelfde ATC 09.2750 die afweek van de code in het voorstel van de Commissie en in de voorgaande wetgeving, laat is vastgesteld en omdat het verschil tussen de twee GN-codes (die ook nog eens onder hetzelfde volgnummer vallen) onduidelijk was voor de kuitindustrie in de EU, is deze industrie nogal hard geraakt. De handelsstromen mogen niet abrupt stilvallen door deze wijziging van de GN-code.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 31 VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing op deze bepalingen.

Evenredigheid

De beleidskeuze is evenredig omdat voor elk product slechts een beperkte hoeveelheid is toegestaan, rekening houdend met de benuttingsgraad, een gelijk speelveld voor EU- en niet-EU-producenten, de toegevoegde waarde en andere handelspreferenties.

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat de douane-unie een gemeenschappelijk beleid is en dus ten uitvoer moet worden gelegd door middel van een verordening van de Raad.

Keuze van het instrument

Niet van toepassing.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft gevolgen voor de ontvangstenzijde van de begroting.

2020/0004 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de wijziging van Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad 1 voorziet in de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020. Voor elk tariefcontingent is een passende omvang vastgesteld zodat de industrie in de Unie zich voor de periode 2019-2020 voldoende kan bevoorraden.

(2)Binnen het autonome tariefcontingent met volgnummer 09.2750 in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1977 passen alleen de producten van GN-code ex 0305 20 00 met Taric-code 35 bij de omschrijving “kuit, gewassen, ontdaan van het aanklevende bindweefsel, enkel gezouten of gepekeld, bestemd voor het maken van kaviaarsurrogaten”.

(3)In Verordening (EU) 2015/2265 van de Raad 2 , die voorafging aan Verordening (EU) 2018/1977, was het tariefcontingent echter op een andere wijze vastgesteld en vielen alleen de producten van GN-code 1604 32 00 met Taric-code 20 onder de omschrijving “kuit, gewassen, ontdaan van het aanklevende bindweefsel, enkel gezouten of gepekeld, bestemd voor het maken van kaviaarsurrogaten”.

(4)Door de wijziging van de GN-code bij volgnummer 09.2750 wist de verwerkende industrie in de EU niet goed hoe de betrokken bepaling moest worden geïnterpreteerd, en was het verschil tussen de twee GN-codes (die ook nog eens onder hetzelfde volgnummer vallen) onduidelijk voor haar, met alle nadelige gevolgen van dien voor deze industrie.

(5)Daarom moet de omschrijving van de producten die onder het tariefcontingent van volgnummer 09.2750 vallen, worden gewijzigd en moeten daaronder voor een beperkte periode van één jaar ook de producten van GN-code 1604 32 00 met Taric-code 20 worden opgenomen en moeten in een voetnoot deze GN- en Taric-code en de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 worden vermeld.

(6)Verordening (EU) 2018/1977 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)De periode waarin de bij Verordening (EU) 2018/1977 geopende contingenten in het eerste jaar van toepassing zijn, loopt van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019. Om een gelijke behandeling van alle marktdeelnemers te waarborgen, en rekening houdend met het feit dat het tariefcontingent met volgnummer 09.2752 nog niet is uitgeput, moet deze verordening met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2019 worden toegepast zodat de marktdeelnemers die kuit (als eindproduct) gebruiken, nog zonder onderbreking voor een beperkte periode kunnen profiteren van het gunstige contingentrecht. Om dezelfde redenen moet de verordening onmiddellijk in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De derde rij van de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad (volgnummer 09.2750) wordt als volgt gewijzigd:

1)de vermelding in de kolom “GN-code” wordt vervangen door:

“ex 0305 20 00

ex 1604 32 00”;

2)de vermelding in de kolom “Taric-code” wordt vervangen door:

“35

    20”;

3)aan de kolom “Omschrijving” wordt achter het woord “kaviaarsurrogaten” de volgende voetnoot toegevoegd:

“Voor Taric-code 1604 32 00 20 geldt dit tariefcontingent van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.BENAMING VAN HET VOORSTEL

Voorstel tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020

2.BEGROTINGSONDERDELEN

Onderdeel ontvangsten: Hoofdstuk 1 2, artikel 1 2 0 – Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (begroot bedrag voor begrotingsjaar 2019: 21 471,2 miljoen EUR)

3.FINANCIËLE GEVOLGEN

   Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten

   Het voorstel heeft financiële gevolgen voor de bestemmingsontvangsten, namelijk:

(EUR)

Onderdeel ontvangsten 3

Jaar 2019

Artikel – 1 2 0 – Douanerechten en overige rechten

3 561 518

4.FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop deze verordening van de Raad betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.

5.ANDERE OPMERKINGEN

1.De verordening heeft vooral tot gevolg dat de Europese Unie ontvangsten misloopt vanwege het feit dat het tariefcontingent van volgnummer 09.2750 zodanig wordt gewijzigd dat de producten van GN-code 1604 32 00 met Taric-code 20 er voor een beperkte periode van één jaar ook onder vallen en in een voetnoot deze GN- en Taric-code en de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 worden vermeld.

2.Het brutobedrag is berekend op basis van het openstaande saldo van ATC 09.2750 (er wordt dus uitgegaan van een maximale benutting van het contingent), de gemiddelde prijs van het product in de laatste twee jaar en het meestbegunstigingsrecht van 20 % op het product:

1 097 066,78 (kilo) * 20,29 (gemiddelde prijs/kg) * 20 % (tarief).

Dit is dus het maximumbedrag aan ontvangsten dat kan worden misgelopen, aangezien de Gemeenschap aan verschillende groepen derde landen gunstigere handelspreferenties toekent (algemeen preferentiesysteem, algemeen preferentiesysteem+, vrijhandelsovereenkomsten).

(1)    Verordening (EU) 2018/1977 van de Raad van 14 december 2018 betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2019-2020 (PB L 317 van 14.12.2018, blz. 2).
(2)    Verordening (EU) 2015/2265 van de Raad van 7 december 2015 betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2016-2018 (PB L 322 van 8.12.2015, blz. 4).
(3)    Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.