18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 440/27


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het verslag inzake de belemmeringen voor de eengemaakte markt en het actieplan voor de handhaving van de eengemaakte markt

(2020/C 440/06)

Rapporteur:

Tadeusz TRUSKOLASKI (PL/EA), burgemeester van Białystok

Referentiedocumenten:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt

COM(2020) 93 final

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt

COM(2020) 94 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Achtergrond

1.

is van mening dat de Europese eengemaakte markt een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de EU en een in de wereld uniek integratiemodel is doordat deze markt een garantie vormt voor het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in de hele EU en in de geassocieerde landen en regio’s.

2.

Het beleid om de Europese eengemaakte markt vorm te geven, is van groot belang voor de strategie ter bevordering van duurzame groei en economische, sociale en territoriale samenhang in de EU. De totstandbrenging van één Europese markt stimuleert de handel en maakt Europa aantrekkelijker voor investeerders uit derde landen.

3.

Het Comité wijst er nadrukkelijk op dat de Europese eengemaakte markt met haar 450 miljoen consumenten en 22,5 miljoen kleine en middelgrote ondernemingen (ca. 99 % van alle ondernemingen in Europa) de spil vormt van de economische en politieke integratie van de EU.

4.

De Europese eengemaakte markt is goed voor een jaarlijks bbp van 14 biljoen EUR, wat de werking van de Europese economie garandeert en Europeanen in staat stelt zich te ontwikkelen.

5.

Van grote betekenis is de goederenhandel op de Europese eengemaakte markt met een aandeel van een kwart in het totale bbp van de EU en van bijna een zesde in de wereldhandel in goederen.

6.

Het Comité deelt de uitspraak van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) van het Europees Parlement dat de voltooiing van de eengemaakte markt en dus het uit de weg ruimen van de belemmeringen voor die markt de EU-lidstaten minstens 183 miljard EUR per jaar aan extra toegevoegde waarde kan opleveren, wat neerkomt op 1,2 % van het bbp van de EU.

7.

Het Comité waardeert de inspanningen van de Europese Commissie om de belemmeringen voor de Europese eengemaakte markt in kaart te brengen. De Commissie heeft in haar mededeling van 10 maart 2020 de voornaamste ondernemersproblemen beschreven. Deze moeten onverwijld worden opgelost. Het betreurt echter dat de twee mededelingen van de Commissie zich vooral concentreren op de belemmeringen die door het bedrijfsleven worden ervaren, en dat de zorgen van de andere sociale partners niet en consumentenkwesties slechts marginaal aan bod komen.

8.

In het op 3 juli 2020 gepubliceerde scorebord van de eengemaakte markt voor 2020 wordt vastgesteld dat de omzetting van EU-wetgeving en dan met name consumentenwetgeving weliswaar is verbeterd (de omzettingsachterstand is met 15 % gedaald), maar dat het aantal inbreukprocedures niet is afgenomen (en dat inbreuken nog steeds te wijten zijn aan onvolledige of onjuiste omzetting). Het baart het Comité ook zorgen dat de meeste inbreukzaken betrekking hebben op kwesties op het gebied van milieu (28 %) (gevolgd door vervoer, 17 %, en belastingen, 10 %).

9.

De huidige regels en instrumenten van de eengemaakte markt passen beter bij de handel in goederen dan bij de handel in diensten. Er dienen flexibele instrumenten te worden ontwikkeld die snel kunnen worden aangepast aan veranderde en nieuwe producten en diensten.

10.

Met een nieuwe strategie voor de Europese eengemaakte markt moet prioritair beoogd worden om belemmeringen daadwerkelijk weg te nemen en informatie toegankelijker te maken.

Oorzaken en gevolgen van de belemmeringen voor de eengemaakte markt

11.

De uiteenlopende wetgeving van de lidstaten is er direct de oorzaak van dat het wegnemen van de belemmeringen voor de Europese eengemaakte markt lang duurt.

12.

De Europese Commissie stelt terecht dat ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, waaronder start-ups en scale-ups, innovatieve ondernemingen en ondernemingen die nieuwe bedrijfsmodellen hanteren, de gevolgen ondervinden van verschillen in regelgeving in de vorm van zware regelgevingslasten. De Commissie en de lidstaten zouden zich daarom meer moeten inspannen om onnodige regels af te schaffen.

13.

Met name kleine en middelgrote ondernemingen beschikken over beperkte administratieve en personele capaciteit om het hoofd te bieden aan complexe administratieve procedures. Een belangrijk obstakel voor de grensoverschrijdende samenwerking op de eengemaakte markt vormt het zgn. A1-formulier voor de detachering van werknemers, waarvan het invullen tijdrovend is en dat ook is vereist wanneer werknemers regelmatig voor kortere tijd naar een buurland worden gezonden. Dit alles zou tot een aanzienlijke vermindering van de grensoverschrijdende activiteiten kunnen leiden, wat het functioneren van de eengemaakte markt ernstig zou schaden. De Europese Commissie zou hier moeten ingrijpen en zich er met de EU-wetgevers sterk voor moeten maken om de bestaande procedures voor het invullen van het A1-formulier in grensregio’s te vereenvoudigen.

14.

De Verdragsbepalingen over een verbod op kwantitatieve in- en uitvoerbeperkingen (artt. 34-36 VWEU) moeten adequater worden gehandhaafd en de kennisgevingsprocedures betreffende technische voorschriften (Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (1)) en technische handelsbelemmeringen moeten beter worden beheerd.

15.

De Europese Commissie zou een nieuw instrument voor de monitoring van markttekortkomingen moeten creëren, waarmee bijvoorbeeld de totale cyclus van een product wordt “gevolgd” en belemmeringen in kaart worden gebracht in de hele keten van productie, distributie, verkoop, gebruik en verwijdering.

De Europese economie van de toekomst

16.

Het Comité kan zich vinden in de prioriteiten die tot nu toe voor de Europese industriestrategie zijn vastgesteld, zoals afstemming ervan op de doelstellingen van de Europese Green Deal en de digitalisering alsmede realisering van de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s), wat in het bijzonder een garantie zal vormen voor duurzaam economisch herstel na de COVID-19-pandemie.

17.

Er bestaan nog altijd grote uitdagingen, waaronder big data, 5G en innovatie (met name ten aanzien van IT, digitale werkelijkheid en autonome machines). In dit verband moet de aandacht gericht blijven op de opbouw en bescherming van de soevereiniteit van industriële gegevens.

18.

Het Comité is voorstander van uitbreiding van de bevoegdheden en het geografische werkterrein van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Een doeltreffende instantie voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, die over voldoende budget en personeel beschikt om over de hele wereld te opereren, vormt een garantie voor de ontwikkeling van Europese ondernemingen.

19.

Bij de ontwikkeling van de industrie moet het milieubeschermingsbeleid een leidende rol spelen. Dit vereist dat in economie en wetenschap de nadruk komt te liggen op de totstandbrenging van een groene samenleving en een groen bedrijfsleven.

20.

Er is omvangrijke steun nodig voor het moderniseren en koolstofvrij maken van energie-intensieve industrieën. Dat mag echter niet gebeuren door de productie naar andere landen te verplaatsen of door gebruik te maken van subcontractanten uit derde landen die de Europese regels niet naleven.

21.

Er is (financiële en IT-) steun nodig voor duurzame en slimme ondernemingen die zich bezighouden met energie-efficiëntie, mobiliteit en modellen ter beperking van verontreiniging.

22.

Het is begrijpelijk dat Europese ondernemingen streven naar diversificatie van de productie en kostenbesparingen, maar zij dienen minder afhankelijk te worden van componenten uit andere delen van de wereld. De COVID-19-pandemie maakt duidelijk dat vaart moet worden gezet achter de lokale versterking van bepaalde economische sectoren. Met name belangrijk is dat meer medische hulpmiddelen in Europa worden geproduceerd, zodat de EU onafhankelijk kan worden van bijvoorbeeld markten in Azië.

Diensten op de eengemaakte markt

23.

De handel in diensten is van grote betekenis voor de Europese eengemaakte markt met een aandeel van circa 70 % in zowel de totale economische activiteit als de werkgelegenheid in de EU.

24.

De Europese Commissie moet meer middelen uittrekken om de omvang van de handel in diensten te vergroten en de dienstenrichtlijn doeltreffender toe te passen.

25.

In de verdere strategische werkzaamheden moeten de capaciteiten en kennis worden benut van de lokale en regionale overheden, die dagelijks in contact staan met kleine en micro-ondernemers.

26.

De Europese Commissie zou doortastender moeten optreden tegen monopolisten, met name op de digitale-dienstenmarkt, waar spelers uit derde landen een dominante positie innemen.

27.

Het Comité kijkt uit naar de aangekondigde nieuwe wet inzake digitale diensten, die onder andere in de plaats moet komen van de 20 jaar oude richtlijn inzake elektronische handel (2). Het benadrukt echter dat de nieuwe wet zich niet mag beperken tot de conformiteit van op onlineplatforms verkochte producten, maar ook een antwoord moet bieden op het risico dat regels op het gebied van arbeidsrecht, sociale zekerheid, consumentenbescherming, belastingen en accijnzen worden omzeild, wat leidt tot oneerlijke concurrentie met fysieke ondernemingen. Een bijzonder punt van zorg vormen de precaire arbeidsvoorwaarden van de werknemers van digitale platforms.

28.

De nadruk moet komen te liggen op innovaties, investeringen en vaardigheden; het nieuwe “vaardighedenpakket” moet de reële marktbehoeften weerspiegelen en bij- en omscholing moeten daarop worden afgestemd, ook in het kader van door de EU gefinancierde projecten.

Beoordeling van de eerdere activiteiten van de Europese Commissie

29.

Het Comité is ingenomen met de oprichting van de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt (SMET), maar betreurt het dat die vooralsnog alleen openstaat voor vertegenwoordigers van de lidstaten.

30.

De ervaringen die zijn opgedaan met het Refit-platform zijn zeer waardevol.

31.

Het Comité waardeert de inspanningen van de Europese Commissie om van Solvit het standaardinstrument voor alternatieve geschillenbeslechting te maken.

32.

Er moet vastberaden worden opgetreden tegen lidstaten die bindende regels schenden, zodat inbreukprocedures onmiddellijk kunnen worden ingeleid en uitgevoerd en er kan worden gehandhaafd.

33.

Het beginsel van wederzijdse erkenning zou beter moeten worden toegepast op het vrije verkeer van goederen en zo veel mogelijk op het gebied van diensten. In de praktijk wordt het potentieel van dit beginsel niet ten volle benut. In dit verband zou aan Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad (3) strak de hand moeten worden gehouden.

34.

Het Comité verwacht van de Europese Commissie een helder en krachtig standpunt over oneerlijke handelspraktijken, zoals de bevordering door derde landen van een op de export gerichte industrie.

35.

Het Comité kijkt reikhalzend uit naar de publicatie van het witboek over antitrustregels en naar verdere raadplegingen ter zake, waaruit de omvang van de problematiek zou moeten blijken.

36.

Er moet meer actie worden ondernomen om de EU-rechtskaders voor de eengemaakte markt te coördineren, zodat essentiële goederenstromen, bijvoorbeeld van levensmiddelen of medicijnen, op geen enkele manier worden belemmerd.

37.

Het Comité verwacht dat grenscontroles worden uitgevoerd op basis van de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid.

38.

Er moet meer informatie komen over de mogelijkheden voor de benutting van moderne ICT-instrumenten. De moderne industrie en de ontwikkeling van de grensoverschrijdende handel vereisen oplossingen om geografische afstanden te verkleinen, met name in grensregio’s.

39.

Het Comité hoopt op een strategie voor de eengemaakte markt met een ambitieuze, maar realistische routekaart voor voorstellen om de resterende belemmeringen weg te werken, in plaats van alleen een analyse van de belemmeringen waarin richtsnoeren worden gegeven.

40.

Het Comité plaatst vraagtekens bij nut en doel van het “één erbij, één eraf”-beginsel, op grond waarvan voor elke nieuwe EU-regel telkens één oude regel moet worden afgeschaft. In plaats van zo’n kwantitatieve benadering, die op veel maatschappelijke gebieden negatieve consequenties zou kunnen hebben, bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid, consumentenbescherming en milieu, en die wellicht indruist tegen artikel 3, lid 3, VEU, zou bij alle nieuwe wetgeving als leidraad moeten gelden dat de wetgeving kwalitatief goed is en aansluit bij de technologische veranderingen en maatschappelijke behoeften.

41.

Het is noodzakelijk een geïntegreerd farmaceutisch veiligheidssysteem op te zetten, waarmee in crisissituaties middelen daar kunnen worden ingezet waar de vraag kritiek is.

Activiteiten van het openbaar bestuur en de lokale en regionale overheden

42.

De inspanningen van de Europese Commissie om de belemmeringen voor de eengemaakte markt weg te werken, krijgen de volledige steun van de lokale en regionale overheden.

43.

Er is voorlichting nodig over de kansen die de Europese eengemaakte markt biedt, met name voorlichting voor decentrale overheden, die in direct contact staan met Europese ondernemers en consumenten.

44.

Het Comité staat achter het plan voor de oprichting van een centraal informatiepunt over de internemarktwetgeving voor ambtenaren uit de lidstaten om te zorgen voor maximale informatie-uitwisseling tussen het Europese en het lokale niveau.

45.

Het Comité steunt de acties ter vergroting van kennis en bewustzijn, ook via de centrale digitale toegangspoort, die uitgebreide informatie over de voorschriften en administratieve procedures van de eengemaakte markt toegankelijk maakt en gebruikers verwijst naar de relevantste ondersteunende diensten en contactpunten.

46.

Het Comité verwacht dat beter gebruik zal worden gemaakt van de bestaande IT-instrumenten voor de Europese eengemaakte markt, zoals het informatiesysteem voor de interne markt (IMI), en is het ermee eens dat een uniform digitaal handhavingsplatform moet worden opgericht.

47.

De Europese Commissie zou moeten nagaan of het potentieel van de lokale en regionale overheden kan worden benut om de handhaving van de voorgestelde wetgeving op voorhand in te schatten, aangezien deze overheden in veel gevallen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de wetgeving als deze eenmaal is aangenomen. Lokale en regionale overheden zijn tevens in staat om oplossingen te testen en krijgen rechtstreeks feedback over de mogelijke naleving van de regels.

48.

De werkzaamheden met betrekking tot de harmonisatie van technische normen en het vrij verrichten van diensten op de Europese eengemaakte markt moeten versneld en eind 2023 afgerond worden.

Mondiale handelsuitdagingen

49.

Het Comité heeft kritiek op de onevenwichtige situatie op de wereldmarkt wat betreft de mate en omvang van de (wettelijke en financiële) steun van landen voor particuliere en publieke economische spelers die diensten en producten leveren aan de EU.

50.

De Europese waarden moeten wereldwijd duidelijker worden gepromoot, ook die welke verband houden met de handel in goederen en diensten. De EU en haar instellingen moeten een open, wereldwijd handelssysteem op basis van internationale regels voorstaan.

51.

De mogelijkheden die worden geboden door de digitalisering en de bijna onmiddellijke toegang tot informatie moeten worden aangegrepen om de strijd aan te binden met prijsdumping.

52.

Het Comité benadrukt het belang van een op regels gebaseerd internationaal handelsstelsel met een sterke WTO en kant zich tegen protectionisme en marktafscherming. De EU moet ernaar streven om de WTO nieuw leven in te blazen en te versterken. Daartoe moeten onder meer het functioneren van de WTO op belangrijke gebieden gemoderniseerd en lacunes in haar regelgevingskader weggewerkt worden, zodat deze mondiale instantie adequaat kan reageren op actuele handelskwesties.

53.

Er zou beleid moeten worden uitgewerkt en ingevoerd om de Europese toeleveringsketens te reorganiseren, zodat Europese ondernemingen in de toekomst niet meer te lijden hebben onder beperkingen van de wereldhandel en tekorten aan onderdelen, en de Europese burgers kunnen blijven beschikken over alle producten.

54.

De handelsbetrekkingen van de EU met de rest van de wereld moeten verder worden ontwikkeld op basis van Europese strategische belangen (inclusief even ambitieuze milieunormen voor alle landen), met als doel het mondiale concurrentievermogen van de EU en haar rol op het internationale toneel te versterken.

Slotopmerkingen — conclusies en aanbevelingen

55.

Van groot belang is dat de lidstaten samenwerken en eensgezind handelen, met name in mondiale kwesties met gevolgen voor de veiligheid en stabiliteit van hen allemaal (bijv. de onafhankelijkheid van Europa van grondstoffen uit derde landen).

56.

Voor het Comité is het uitgesloten dat op lange termijn sprake kan zijn van verschillende operationele regels voor afzonderlijke lidstaten, zoals dat tot nu toe het geval is (bijv. ten aanzien van de bijdragen aan de EU-begroting, het gebruik van de euro enz.).

57.

Het is belangrijk dat particuliere en publieke instanties voor ondernemingen en consumenten worden geïntegreerd, vooral op supranationaal niveau, aangezien zij heel snel in staat zijn problemen vast te stellen die worden veroorzaakt door uiteenlopende wetgeving of afwijkingen van de Europese regels.

58.

De digitalisering van het Europese bedrijfsleven en openbaar bestuur, waaronder het vinden van technische oplossingen voor de eengemaakte markt, is een prioriteit van de EU. Er zijn verbeteringen en nieuwe oplossingen nodig op onder meer de volgende gebieden: cyberveiligheid, bescherming van persoonsgegevens, en de verzameling en verwerking van informatie in clouds.

59.

Aanbevelingen:

a)

verregaande harmonisatie van de regelgeving en coördinatie van de regelgevende instanties voor sectoren met een grote impact op het functioneren van de economie, zoals telecommunicatie en energie;

b)

kosten-batenanalyse van volledige harmonisatie van de regelgeving op de korte termijn (enkele jaren) voor andere sectoren en een beoordeling van de wettelijke en technische haalbaarheid van maatregelen voor economieën die zich in verschillende sociaal-economische ontwikkelingsstadia bevinden;

c)

meer inzet van de Europese Commissie om niet-tarifaire belemmeringen in de EU weg te nemen, waaronder beperkingen in de vorm van ongerechtvaardigde nationale technische voorschriften, regelgevende en niet-regelgevende vereisten voor producten en dienstverleners en voorwaarden voor dienstverlening;

d)

meer samenwerking met vertegenwoordigers van het lokale bedrijfsleven zodat nieuwe regelgeving van onderaf vorm krijgt;

e)

opname in toekomstige documenten van lokale en regionale overheden van een bepaling over de duidelijke verantwoordelijkheid voor de maatregelen ter bevordering en optimalisering van de Europese eengemaakte markt en de reikwijdte daarvan;

f)

bevordering van de consumptie van producten die in de EU zijn vervaardigd, als synoniem voor kwaliteit en moderniteit.

60.

Er moeten gemeenschappelijke richtsnoeren worden uitgewerkt voor het opzetten van publieke portalen (ten minste op NUTS 2-niveau) waar ondernemers uit verschillende lidstaten gemakkelijk de nodige informatie kunnen vinden.

61.

De Europese integratie dient te worden verstevigd op basis van de waarden van democratie, de rechtsstaat en de waarborging van strenge milieu-, klimaatbeschermings- en gezondheidsnormen, zodat de cohesie tussen de lidstaten en hun economische ontwikkeling met elkaar gaan samenhangen. De onvolkomenheden van de eengemaakte markt zijn op lokaal en regionaal niveau voelbaar.

62.

Industriële autonomie is van groot belang voor de Europese eengemaakte markt. Daarbij hoort de ontwikkeling van een strategie om de aanvoer van kritieke grondstoffen veilig te stellen.

63.

Er is moed vereist voor de invoering van nieuwe maatregelen, met name die om te komen tot een klimaatneutrale Europese economie of die welke direct leiden tot meer uniformiteit op de eengemaakte markt.

Brussel, 14 oktober 2020.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS


(1)  Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 1).