20.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 425/19


P9_TA(2020)0319

De aanpak van productveiligheid op de interne markt

Resolutie van het Europees Parlement van 25 november 2020 over de aanpak van productveiligheid op de interne markt (2019/2190(INI))

(2021/C 425/04)

Het Europees Parlement,

gezien Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (1),

gezien Besluit Nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (2),

gezien Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (3),

gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (4),

gezien Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en productconformiteit en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (5),

gezien Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (6),

gezien Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (7),

gezien zijn resolutie van 12 februari 2020 over geautomatiseerde besluitvormingsprocessen: waarborging van consumentenbescherming en vrij verkeer van goederen en diensten (8),

gezien zijn resolutie van 12 februari 2019 inzake een alomvattend Europees industriebeleid inzake artificiële intelligentie en robotica (9),

gezien zijn resolutie van 13 december 2018 over blockchain: een toekomstgericht handelsbeleid (10),

gezien zijn resolutie van 12 december 2018 over het pakket eengemaakte markt (11),

gezien zijn tussentijds verslag van 14 november 2018 over het meerjarig financieel kader 2021-2027 — Standpunt van het Parlement met betrekking tot een akkoord (12),

gezien zijn resolutie van 3 oktober 2018 over “distributed ledger”-technologieën en blockchains: vertrouwen opbouwen met desintermediatie (13),

gezien zijn resolutie van 4 juli 2017 over Europese normen voor de 21e eeuw (14),

gezien zijn resolutie van 4 juli 2017 over een langere levensduur voor producten: voordelen voor consumenten en bedrijven (15),

gezien zijn resolutie van 26 mei 2016 over de strategie voor de interne markt (16),

gezien zijn in eerste lezing op 15 april 2014 vastgestelde standpunt met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van consumentenproducten en tot intrekking van Richtlijn 87/357/EEG van de Raad en Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad (17),

gezien het werkprogramma van de Commissie voor 2020 — “Een Unie die de lat hoger legt” (COM(2020)0037),

gezien het verslag van de Commissie van 19 februari 2020 over de gevolgen van kunstmatige intelligentie, het internet der dingen en robotica op het gebied van veiligheid en aansprakelijkheid (COM(2020)0064),

gezien het Witboek van de Commissie van 19 februari 2020 over kunstmatige intelligentie — een Europese benadering op basis van excellentie en vertrouwen (COM(2020)0065),

gezien de mededeling van de Commissie van 19 februari 2020 getiteld “De digitale toekomst van Europa vormgeven” (COM(2020)0067),

gezien de mededeling van de Commissie van 10 maart 2020 getiteld “Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt” (COM(2020)0094),

gezien de ethische richtsnoeren voor betrouwbare KI, die de deskundigengroep op hoog niveau voor kunstmatige intelligentie van de Commissie op 8 april 2019 heeft gepubliceerd,

gezien de mededeling van de Commissie van 8 april 2019 getiteld “Vertrouwen kweken in mensgerichte kunstmatige intelligentie” (COM(2019)0168),

gezien het rapport getiteld “Policy and investment recommendations for trustworthy AI”, dat de deskundigengroep op hoog niveau voor kunstmatige intelligentie van de Commissie op 26 juni 2019 heeft gepubliceerd,

gezien artikel 54 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A9-0207/2020),

A.

overwegende dat de interne markt voor goederen één van de belangrijkste economische hoekstenen van de EU is, en dat de handel in goederen momenteel goed is voor een kwart van het bbp van de EU en voor drie kwart van de intra-EU-handel;

B.

overwegende dat de richtlijn inzake algemene productveiligheid (Richtlijn 2001/95/EG) in 2001 is goedgekeurd, en verder overwegende dat de koopgewoonten van consumenten nu anders zijn als gevolg van de opkomst van de elektronische handel; overwegende dat een eerder voorstel van de Commissie om de richtlijn inzake algemene productveiligheid te hervormen (uit 2013) op niets is uitgelopen;

C.

overwegende dat het onaanvaardbaar is dat consumenten in de EU blootgesteld worden aan producten die niet aan de Europese veiligheidsvereisten voldoen of anderszins illegaal zijn, met problemen uiteenlopend van het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen tot onveilige software en andere veiligheidsrisico’s; overwegende dat er behoefte bestaat aan een horizontaal wetgevingskader bij wijze van veiligheidsnet en voor het vergroten van de consumentenbescherming, met het oog op het tot stand brengen van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de veiligheid van consumenten;

D.

overwegende dat de handel in goederen in de interne markt verbonden is met de dynamiek van de wereldwijde handel in goederen en met de doeltreffendheid van de bevoorradingsketens; overwegende dat het derhalve een must is ervoor te zorgen dat de externe grenzen van de EU verder uitgerust worden met doeltreffende en geharmoniseerde instrumenten voor het opsporen van onveilige producten uit derde landen en het verhinderen dat ze op de interne markt in de handel worden gebracht, in het belang van bedrijven die zich aan de regels houden en om te bewerkstelligen dat de consumentenrechten naar behoren en doeltreffend worden beschermd;

E.

overwegende dat de bevoegde autoriteiten bij het uitwerken van maatregelen ter waarborging van de veiligheid van consumenten, in het bijzonder voor producten met nieuwe, digitale (en mogelijkerwijs gevaarlijke) technologieën, het voorzorgsbeginsel goed in acht moeten nemen;

F.

overwegende dat nieuwe technologieën de kenmerken van producten veranderen en dat daarvoor derhalve regelgeving moet worden vastgesteld, teneinde voor consumentenbescherming en juridische zekerheid te zorgen, zonder evenwel innovatie te bemoeilijken; overwegende dat het verslag van de Commissie over kunstmatige intelligentie (KI), het internet der dingen (IoT) en robotica op het gebied van veiligheid en aansprakelijkheid de aanzet hiervoor geeft;

G.

overwegende dat het aantal gevaarlijke producten waarvan via de European Safety Gate (RAPEX) melding wordt gemaakt, alsook het aantal gevaarlijke en niet-conforme producten dat wordt verkocht, zeer hoog blijft, en verder overwegende dat naleving van het regelgevingskader van de EU, en in het bijzonder de productveiligheidsvoorschriften, ook tijdens de productie, bijdraagt tot de veiligheid van producten;

H.

overwegende dat productveiligheid door ontwerp en door standaardinstellingen fundamenteel is omdat veiligheid tijdens de ontwerpfase de veiligheid van producten op de markt kan beïnvloeden;

I.

overwegende dat het EU-systeem voor markttoezicht zich vooral richt op economische actoren die op de interne markt aanwezig zijn, en verder overwegende dat de ontwikkelingen op het vlak van de elektronische handel erin resulteren dat grote aantallen producten uit derde landen rechtstreeks in de handel worden gebracht; overwegende dat veel van deze producten evenwel niet aan de veiligheidsvoorschriften van de Europese Unie voldoen en derhalve een risico in zich dragen voor consumenten, die zich daar vaak niet van bewust zijn;

J.

overwegende dat het consumentenbeschermingsniveau niet af zou moeten hangen van de plaats waar een consument een product koopt, dat wil zeggen online of in een winkel, en verder overwegende dat steviger ingezet moet worden op de vrijwillige initiatieven die meerdere digitale platforms en onlinemarktplaatsen hebben geïnitieerd; overwegende dat nog meer moet worden gedaan om consumenten doeltreffend te beschermen, aangezien veel producten die op onlinemarktplaatsen worden verkocht niet aan de veiligheidsvoorschriften van de EU voldoen, en verder overwegende dat derhalve behoefte bestaat aan een uitgebreider regelgevingskader om voor verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van platforms te zorgen;

K.

overwegende dat traceerbaarheid van producten in de hele toeleveringsketen een conditio sine qua non is voor het verbeteren van de veiligheid en het beschermen van consumenten;

L.

overwegende dat een groot aantal nagemaakte producten in de EU als gevaarlijk aangemerkt is en een ernstig risico voor de gezondheid en de veiligheid van consumenten vormt;

1.

benadrukt dat de COVID-19-crisis duidelijk heeft gemaakt dat het voor de bescherming van de burgers van de EU van primordiaal belang is dat alle voor het aanpakken van deze noodsituatie, en alle crisissen waar de EU in de toekomst mogelijkerwijs mee te maken krijgt, benodigde producten, en in het bijzonder medische producten en beschermende uitrusting, producten die online en offline worden verkocht, en producten die uit derde landen komen, zo veilig mogelijk zijn; acht het in dit verband dringend noodzakelijk dat onlineplatforms en onlinemarktplaatsen proactieve maatregelen nemen om misleidende praktijken en desinformatie over producten die online verkocht worden, tegen te gaan; verzoekt de Commissie om, wanneer ze noodvoorraden voor crisissen inkoopt, bijzondere aandacht te schenken aan de veiligheid van medische hulpmiddelen; merkt op dat op KI gebaseerde producten, IoT of robotica oplossingen kunnen bieden die bij kunnen dragen aan de bestrijding van de huidige crisis en toekomstige crisissen, die de strategische positie van Europa kunnen ondermijnen; verzoekt de Commissie en de lidstaten dan ook hun gecoördineerde optreden binnen het productveiligheidskader en de relevante netwerken daarvan, te intensiveren;

Veiligheid van alle producten

2.

verwelkomt Verordening (EU) 2019/1020 betreffende markttoezicht, maar onderstreept dat deze, met uitzondering van douanecontroles, alleen van toepassing is op producten die onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallen, terwijl ongeveer een derde van alle producten die zich in de EU in de handel bevinden niet-geharmoniseerd is; verzoekt de Commissie met klem onderling afgestemde en geactualiseerde markttoezichtsregels vast te stellen voor zowel offline, als online in de handel gebrachte geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde producten, en deze aan te passen aan het digitale tijdperk, teneinde een gelijk speelveld te creëren en de productveiligheid te verbeteren;

3.

wijst erop dat de regels inzake productveiligheid aan de nieuwe gegevenheden op de markt en aan de digitale transitie moeten worden aangepast, in concreto middels het aanpakken van de nieuwe risico’s en bedreigingen voor de veiligheid van consumenten, alsook van de daaraan gerelateerde beveiligingszorgen van consumenten, en het beschermen van hun rechten; verzoekt de Commissie bij de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid aandacht te besteden aan de uitdagingen van nieuwe technologieën, zoals KI, IoT, robotica en 3D-printing, en leemten in de bestaande wetgeving, zoals de machinerichtlijn en de richtlijn radioapparatuur, in kaart te brengen en te dichten, overlappingen van wetgeving te vermijden en te zorgen voor een consistente benadering van productveiligheid in alle sectorale wetgeving, zoals de speelgoedrichtlijn en andere productspecifieke wetgeving, teneinde het hoogst mogelijke niveau van productveiligheid tot stand te brengen onder vermijding van potentiële belemmeringen voor de ontwikkeling van disruptieve technologieën;

4.

verzoekt de Commissie bij de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid (in samenhang met de eventuele herziening van andere wetgevingshandelingen, zoals de richtlijn inzake productaansprakelijkheid) de termen “product” en “veilig product” nieuw te definiëren, teneinde rekening te houden met de complexiteit van nieuwe technologieën, inclusief producten met ingebedde KI, IoT en robotica, stand-alone software, en software of updates die in een substantiële wijziging van het product resulteren en daarmee — de facto — in een nieuw product; verzoekt de Commissie met klem bij de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid prioriteit te geven aan consumentenrechten en juridische zekerheid voor consumenten;

5.

is ervan overtuigd dat KI en andere in producten ingebedde nieuwe technologieën het doel van producten kunnen wijzigen en van invloed kunnen zijn op hun veiligheid nadat ze in de handel zijn gebracht, met name als gevolg van software-updates of in het geval van zelflerende technologie; verzoekt de Commissie met klem erover na te denken of “in de handel brengen”, als het bepalende moment waarop de marktdeelnemer de veiligheid van het product moet garanderen, als benadering nog wel “fit-for-purpose” is, en geeft aan dat voortdurende conformiteit van het product met de toepasselijke productveiligheidsregels, waaronder na de installatie van software, in het digitale tijdperk mogelijkerwijs een geschikter criterium is;

6.

onderschrijft de stelling, in de ethische richtsnoeren voor betrouwbare KI van de deskundigengroep op hoog niveau voor kunstmatige intelligentie, dat alleen veilige KI-systemen betrouwbaar zijn, verzoekt de Commissie volledig rekening te houden met de aanbevelingen van de groep op hoog niveau, en vindt ook dat consumenten geïnformeerd moeten worden over de veiligheid en beveiliging van KI en de producten waarin zij ingebed is; is ervan overtuigd dat een EU-brede benadering van cruciaal belang is voor de ontwikkeling van deze technologie in de EU; benadrukt het belang van een gemeenschappelijke definitie, die regelmatig moet worden herzien om rekening te houden met nieuwe technologische ontwikkelingen, en van veiligheidsgerelateerde vereisten voor KI, teneinde een verdere versnippering van de interne markt als gevolg van afwijkende nationale wetgevingen te vermijden; beklemtoont dat de EU actie moet ondernemen om een kader tot stand te brengen voor investeringen, data-infrastructuur, onderzoek en gemeenschappelijke ethische normen dat bij consumenten en bedrijven voor meer vertrouwen zorgt, een doeltreffender en billijker consumentenbescherming garandeert, voor juridische zekerheid zorgt, het concurrentievermogen van de economie van de EU vergroot, en helpt bij het oprichten en ontwikkelen van start-ups en bedrijven die onderzoek naar KI doen en gebruik maken van de resultaten daarvan; onderstreept dat de Commissie moet inventariseren hoe KI-technologie en blockchain gebruikt kunnen worden om de productveiligheid te vergroten door middel van, bijvoorbeeld, het ontwikkelen van interoperabele databanken over verwondingen door het gebruik van op de interne markt in de handel gebrachte onveilige producten;

7.

is van mening dat KI-systemen, ongeacht of zij zelfstandig werken of ingebed zijn in een product, veel mogelijkheden bieden en gebruik moeten maken van hoogwaardige en neutrale datasets, als zij betrouwbaar willen zijn en willen bijdragen aan de bescherming van consumenten; verwelkomt derhalve de mededeling van de Commissie over het kweken van vertrouwen in de mens centraal stellende kunstmatige intelligentie, waarin rekening wordt gehouden met de zeven kernvereisten in de richtsnoeren van de deskundigengroep op hoog niveau voor kunstmatige intelligentie; geeft aan dat deze richtsnoeren ook op internationaal niveau moeten worden overwogen; benadrukt dat de Commissie de bestaande KI-normen tegen het licht moet houden en overleg moet plegen met belanghebbende partijen om in kaart te brengen welke nieuwe normen nodig zijn, het EU-regelgevingskader voor KI regelmatig aan een beoordeling moet onderwerpen ter waarborging van productveiligheid en consumenten- en gegevensbescherming, en handelend moet optreden op gebieden waar voor meer rechtszekerheid moet worden gezorgd en de regels in de EU moeten worden geharmoniseerd;

Naleving van productveiligheidsregels

8.

benadrukt dat een geharmoniseerd, op risico gebaseerd beoordelingskader met heldere en doorzichtige criteria niet alleen vanuit administratief oogpunt doeltreffend zal zijn, met name voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), omdat het onevenredige lasten voorkomt, maar ook de consumentenveiligheid ten goede komt; spoort de Commissie dan ook aan de methodologie verder te harmoniseren en, samen met de belanghebbende partijen, serieus te kijken naar de haalbaarheid van op risico gebaseerde beoordelingsregelingen, met een aan producten met een hoog risiconiveau aangepaste toepassing, en mechanismen voor conformiteitsbeoordeling, daar waar deze nog niet bestaan, om de veiligheid en de beveiliging door ontwerp en door standaardinstellingen van producten met ingebedde nieuwe technologieën te garanderen; geeft aan dat bij de handhaving van de productveiligheidswetgeving een consistente aanpak essentieel is, en merkt op dat er een aanzienlijke asymmetrie kan ontstaan tussen de ontwikkeling van producten met ingebedde nieuwe technologieën en het vermogen van overheden om deze te beoordelen; beklemtoont dan ook dat de lidstaten — met ondersteuning van de Commissie — voor coördinatie moeten zorgen van hun strategieën voor risicobeheer voor KI in de context van hun nationale markttoezichtstrategieën, teneinde voor een gelijk speelveld voor alle marktdeelnemers te zorgen;

9.

is van oordeel dat de huidige leemten in het bestaande wettelijke kader negatief uitwerken op de rechten van consumenten in de EU en op het concurrentievermogen van Europese bedrijven, in het bijzonder kmo’s en micro-ondernemingen; verzoekt de Commissie met klem om bij de beoordeling van de gevolgen van toekomstige wetgeving ook rekening te houden met het “denk eerst klein”-beginsel, waarbij niet voorbij mag worden gegaan aan de noodzaak van het bieden van steun aan kmo’s om de last van deze maatregelen te reduceren en van het waarborgen van een stabiel, voorspelbaar en naar behoren gereguleerd klimaat waarin kmo’s kunnen opereren;

10.

dringt er bij de Commissie op aan EU-benchmarks voor regelgevingsproeftuinen (“regulatory sandboxes”) in overweging te nemen, zonder af te stappen van het voorzorgsbeginsel, aangezien zij de veiligheid van producten kunnen vergroten door in deskundige input te voorzien over de wijze waarop de conformiteit van een product met de toepasselijke wetgeving op moderne wijze kan worden beoordeeld; wijst erop dat de creatie van een enkele omgeving voor het testen en verbeteren van technologieën zoals KI, ondernemingen in de EU zal helpen de versnippering van de interne markt te overwinnen en het groeipotentieel in de hele EU effectief te benutten; erkent dat digitale-innovatiehubs een belangrijke rol kunnen spelen door als bemiddelaars tussen regelgevers en ondernemingen op te treden, door start-ups en kmo’s te helpen zich aan de wetgeving inzake nieuwe technologie aan te passen en door de toegang tot de markt vergemakkelijken;

11.

verzoekt de Commissie en de lidstaten rekening te houden met het autonome zelflerend gedrag van KI gedurende de levenscyclus van een product, en de haalbaarheid te beoordelen van de instelling van mechanismen ter voorkoming van opkomende risico’s; dringt aan op verplichte menselijke controle als standaardoptie voor KI-producten met een hoog risico en op de ontwikkeling van doeltreffende controles op KI-producten met een hoog risico in de hele toeleveringsketen, met betrouwbare en onpartijdige procedures om de productveiligheid te waarborgen en het recht van consumenten om persoonlijke communicatie te eisen in plaats van communicatie met geautomatiseerde systemen; benadrukt dat sterke consumentenrechten bijdragen aan de ontwikkeling van veilige en innovatieve KI-producten;

12.

spoort de aanbieders van opkomende technologieën aan om veiligheids- en beveiligingsmechanismen, waaronder mechanismen voor zelfreparatie, te integreren, teneinde het uploaden van software die de veiligheid van consumenten in gevaar kan brengen, te voorkomen, de bekendheid met de veiligheidsproblemen van hun producten te vergroten en de veiligheid van die producten gedurende hun volledige levenscyclus te waarborgen en te verbeteren; verzoekt de Commissie te onderzoeken of de duurzaamheid van producten, de mogelijkheid om producten te hergebruiken, te verbeteren en te repareren, van invloed kan zijn op hun veiligheid; stelt echter vast dat veel marktdeelnemers gedurende de volledige levenscyclus niet altijd een effectieve controle over hun producten uitoefenen, en dat meerdere andere partijen voor diverse productonderdelen verantwoordelijk kunnen zijn;

13.

verzoekt de Commissie en de lidstaten te waarborgen dat de infrastructuur voor connectiviteit, waaronder nieuwe communicatietechnologieën, zoals 5G, is voorzien van beveiliging en privacy door ontwerp en door standaardinstellingen, teneinde de veiligheid van verbonden producten te verbeteren; wijst erop dat software-updates, ondeugdelijke data en verlies aan connectiviteit bij het gebruik kan leiden tot veiligheids- en gezondheidsrisico’s, en verzoekt de Commissie derhalve met klem de huidige wetgeving aan te passen om die risico’s aan te pakken;

14.

is ervan overtuigd dat ontbrekende of zwakke cyberbeveiliging van verbonden apparaten en onderling gekoppelde diensten de veiligheid van producten kan compromitteren en dat hiermee bij de horizontale herziening van de desbetreffende regels en aanbevelingen rekening moet worden gehouden; verzoekt de Commissie daarom ervoor te zorgen dat bij de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid ook rekening wordt gehouden met cyberbeveiligingsproblemen en opkomende trends door te waarborgen dat alle apparaten door middel van updates blijven voldoen aan de zich voortdurend ontwikkelende internetnormen in de sector;

15.

wijst erop dat de cyberbeveiligingsverordening van de EU een van de belangrijkste instrumenten ter verbetering van de cyberbeveiliging op EU-niveau is, maar dat deze uitsluitend gebaseerd is op een vrijwillige certificeringsregeling; verzoekt de Commissie de noodzaak te beoordelen zowel van een EU-certificeringsregeling inzake cyberbeveiliging voor van nieuwe technologieën voorziene producten, zoals KI-, IoT- en roboticaproducten, in overeenstemming met het EU-kader inzake cyberbeveiliging, waarbij altijd rekening gehouden wordt met de sectorspecifieke aspecten, als van de ontwikkeling van daarop aansluitende verplichte certificeringsregelingen voor consumentenproducten die snel aan nieuwe risico’s kunnen worden aangepast zonder dat innovatie wordt belemmerd; verzoekt de Commissie daarom te beoordelen of wetgeving inzake verplichte cyberbeveiligingsvereisten en passende markttoezichtmechanismen noodzakelijk is;

Doeltreffend markttoezicht

16.

benadrukt het gebrek aan financiële en personele middelen waarmee veel markttoezichtautoriteiten in de EU de laatste jaren te kampen hebben en spoort de Commissie en de lidstaten aan, voor zover hun respectieve bevoegdheden dit toelaten, meer middelen en expertise aan hun markttoezichtautoriteiten ter beschikking te stellen, de onderlinge samenwerking tussen deze autoriteiten te verbeteren en gezamenlijk optreden te ontwikkelen, onder meer op grensoverschrijdend niveau en met betrekking tot onlinemarkten, de doeltreffendheid en effectiviteit van controles naar een hoger peil te brengen, en de markttoezichtautoriteiten, waaronder douanediensten, voldoende personeel te geven, teneinde ze in staat te stellen onveilige producten te identificeren, in het bijzonder uit derde landen, en te verhinderen dat deze op de interne markt terechtkomen; benadrukt in dit verband dat het van bijzonder belang is de desbetreffende autoriteiten moderne apparatuur ter beschikking te stellen en ervoor te zorgen dat zij innovatieve technologieën gebruiken, en benadrukt dat toegang tot relevante documentatie, zoals softwaredocumentatie op het gebied van productveiligheid en datasets, van essentieel belang is om markttoezichtautoriteiten in staat te stellen hun activiteiten te verrichten en te beoordelen of producten aan de relevante veiligheidsvoorschriften voldoen;

17.

onderstreept het belang van het programma voor de eengemaakte markt, in de context van het meerjarig financieel kader 2021-2027, met het oog op het ondersteunen en versterken van doeltreffende markttoezichtautoriteiten bij de vervulling van hun taken in de hele interne markt en het waarborgen van een uniforme handhaving van productveiligheidsregels in de hele Unie, zodat alleen veilige en conforme producten die een hoge mate van consumentenbescherming bieden op de EU-markt worden gebracht; herhaalt in dit verband zijn oproep aan de Commissie en de Raad om de middelen afdoende te verhogen en in een specifieke begrotingslijn te voorzien en roept de lidstaten voorts op om ook voldoende middelen toe te wijzen aan hun douanediensten; verzoekt de interinstitutionele onderhandelingspartijen met klem om te voorkomen dat het budget voor de douaneprogramma’s in het meerjarig financieel kader wordt verlaagd;

18.

benadrukt dat de markttoezichtactiviteiten weliswaar gericht zijn op de bescherming van algemene openbare belangen en nagemaakte producten verband houden met de bescherming van particuliere intellectuele-eigendomsrechten, maar dat er een verband bestaat tussen nagemaakte producten en risico’s voor de gezondheid en veiligheid van consumenten; dringt er daarom bij de Commissie op aan een beter en duidelijker beeld te krijgen van het verschijnsel namaak en van de mogelijke rol die markttoezichtautoriteiten en onlinemarktplaatsen kunnen spelen bij een betere bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consumenten in de EU, onder meer door de effectieve handhaving van de douanewetgeving en de harmonisatie van douanecontroles in de hele EU; moedigt het gebruik van nieuwe technologieën, zoals KI en blockchain, door markttoezichtautoriteiten aan om ervoor te zorgen dat gegevensanalyse kan worden gebruikt om risico’s te beperken, de naleving van de wetgeving inzake productveiligheid te verbeteren en consumenten tegen nagemaakte producten te beschermen;

19.

verzoekt de Commissie en de lidstaten met klem minimumpercentages voor bemonstering vast te stellen; verzoekt de markttoezichtautoriteiten stelselmatig sectorspecifieke “mystery shopping”-exercities te houden, ook op onlinemarktplaatsen, of tijdens veegacties zoals gehouden door het netwerk voor samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (CPC); meent dat daarbij bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de productcategorieën met de meeste vermeldingen op de Safety Gate (Rapex) en dat er in geval van risico gepaste beperkende maatregelen moeten worden getroffen; doet de aanbeveling bij deze maatregelen gedegen gebruik te maken van instrumenten voor data-analyse; acht het van groot belang dat markttoezichtautoriteiten effectieve sancties opleggen aan inbreukmakers;

20.

verzoekt de Commissie op korte termijn en in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/1020, en met name artikel 25 daarvan, uitvoeringshandelingen vast te stellen met benchmarks en technieken voor controles van geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde producten, alsook met minimumvereisten voor controles van producten die in de Unie in de handel worden gebracht, teneinde te komen tot een consistente, doeltreffende en uniforme handhaving van de Uniewetgeving;

21.

benadrukt dat ook producten die door consumenten rechtstreeks van marktdeelnemers van buiten de EU worden gekocht aan doeltreffende controles moeten worden onderworpen om er zeker van te zijn dat deze voldoen aan het regelgevingskader van de EU; verzoekt de markttoezichtautoriteiten, waaronder de douaneautoriteiten, deze producten adequaat te controleren; verzoekt de Commissie de mogelijkheid te onderzoeken om van marktdeelnemers van buiten de EU te verlangen dat zij voor niet-geharmoniseerde producten een marktdeelnemer in de EU aanwijzen die informatie of documenten over de veiligheid van het product aan de markttoezichtautoriteiten verstrekt en met hen samenwerkt om er zeker van te zijn dat corrigerende maatregelen worden genomen om gevallen van niet-naleving te verhelpen;

22.

verzoekt de Commissie met de regelgevingsautoriteiten van derde landen samen te werken, markttoezichtgerelateerde informatie over gevaarlijke producten met hen uit te wisselen, en bepalingen inzake markttoezicht en handhaving in alle vrijhandelsovereenkomsten van de EU te integreren, zodat voor ondernemingen van buiten de EU die producten of diensten op de interne markt verkopen, dezelfde verplichtingen gelden als voor ondernemingen in de EU;

23.

verzoekt de Commissie met klem de samenwerking tussen de autoriteiten op de gebieden consumentenbescherming, markttoezicht en douane en andere relevante bevoegde autoriteiten, zowel op EU- als internationaal niveau te intensiveren, teneinde geharmoniseerde en uniforme controles op alle plaatsen van binnenkomst in de Unie te garanderen, de snelle uitwisseling van informatie over onveilige producten mogelijk te maken en de coördinatie van handhavingsmaatregelen te verbeteren, zoals controles op de naleving van het regelgevingskader van de EU en sancties; verzoekt in dit verband de Commissie en de lidstaten de uitwisseling tussen Europese en nationale openbare databanken met illegale producten te versterken; verzoekt de Commissie met klem om in het kader van Verordening (EU) 2019/1020 het gebruik van het informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS) mogelijk te maken, parallel aan het gemeenschappelijk risicobeheersysteem (CRMS), teneinde de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie op een hoger plan te brengen;

24.

verzoekt de Commissie met klem om in haar douane-actieplan prioriteit toe te kennen aan productveiligheid;

Veiligheid van producten op onlinemarktplaatsen

25.

benadrukt dat consumenten dezelfde veilige producten moeten worden aangeboden, ongeacht of deze online of offline worden gekocht, en erkent de Product Safety Pledge (18) voor onlinemarktplaatsen, wijzend op het vrijwillige karakter ervan, de beperkte deelname van marktdeelnemers en het tekort aan gedetailleerde kernprestatie-indicatoren (KPI’s) om een zinvolle beoordeling van de inspanningen van de ondertekenaars te waarborgen; verzoekt de Commissie andere onlinemarktplaatsen aan te moedigen zich bij het initiatief aan te sluiten en consumenten duidelijke informatie te verstrekken over hun rechten en over de detailhandelaar, de rol te evalueren die onlinemarktplaatsen kunnen spelen bij het beperken van de circulatie van onveilige producten, en bindende regels voor te stellen inzake de verplichtingen en de aansprakelijkheid van binnen en buiten de EU gevestigde marktplaatsen als onderdeel van de wet inzake digitale diensten, de herziening van de richtlijn inzake algemene productveiligheid en andere relevante wetgeving;

26.

wijst op de noodzaak van een gelijk speelveld voor platforms in de EU en derde landen voor wat betreft de naleving van de EU-voorschriften inzake productveiligheid; verzoekt de Commissie, samen met de markttoezichtautoriteiten, onderzoek te doen naar de veiligheid van producten uit derde landen, onlinemarktplaatsen actiever te controleren en hun verantwoordelijkheid te vergroten; verzoekt de Commissie met klem om consumenten, in samenwerking met consumentenorganisaties en de lidstaten, beter te informeren over de mogelijke gevaren van het kopen van niet-conforme producten uit derde landen op onlinemarktplaatsen; verzoekt de Commissie te eisen dat onlinemarktplaatsen dezelfde regels op alle entiteiten toe te passen die producten aanbieden aan consumenten in de EU, ook op die welke in derde landen zijn gevestigd;

27.

merkt op dat onlineplatforms, zoals onlinemarktplaatsen, weliswaar ten goede zijn gekomen aan zowel retailers als consumenten, door de keuze te vergroten en de prijzen te verlagen, maar dat tegelijkertijd steeds meer verkopers — met name uit derde landen — onveilige of illegale producten op de eengemaakte markt aanbieden; dringt er bij onlinemarktplaatsen op aan zo snel mogelijk op Rapex-meldingen te reageren en doeltreffend en proactief met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten samen te werken door onveilige producten direct te verwijderen en maatregelen te nemen om te voorkomen dat zij opnieuw online worden gezet; verzoekt de Commissie voorschriften vast te stellen op grond waarvan onlinemarktplaatsen doeltreffend moeten reageren op onveilige producten, onder meer door consumenten te informeren wanneer zij een onveilig of anderszins niet-conform product hebben gekocht; spoort onlinemarktplaatsen aan, wanneer consumentenorganisaties contact opnemen, een waarschuwing uit te doen gaan over een onveilig product en met hen samen te werken om het potentiële risico te beoordelen;

28.

verzoekt de Commissie en de lidstaten ervoor te zorgen dat onlinemarktplaatsen hun samenwerking door middel van gezamenlijke activiteiten onderling en met de bevoegde autoriteiten verbeteren, het Rapex-systeem raadplegen alvorens producten op hun websites te zetten, door Rapex gesignaleerde onveilige producten onmiddellijk verwijderen, informatie uitwisselen over verkopers die zich niet aan de regels houden, doeltreffende en ontmoedigende maatregelen tegen dergelijke verkopers en hun bevoorradingsketens nemen, robuuste authenticatieprocessen voor zakelijke gebruikers invoeren, alsook een laagdrempelig instrument ontwikkelen waar consumenten onveilige producten kunnen melden;

29.

verzoekt de Commissie en de lidstaten dringend te beoordelen op welke wijze onlinemarktplaatsen hun interface met Rapex kunnen verbeteren, op voorwaarde dat Rapex wordt gemoderniseerd en compatibel wordt gemaakt, bijvoorbeeld via een applicatieprogramma-interface, teneinde waarschuwingen te ontvangen dat een product in het systeem is gesignaleerd en ervoor te zorgen dat te koop aangeboden producten veilig zijn, en dringt er bij de Commissie op aan onlinemarktplaatsen te verplichten op hun websites een link naar Rapex te plaatsen, om zo de bekendheid van dit platform te vergroten;

30.

verzoekt de Commissie het vereiste te evalueren dat onlineplatforms doeltreffende en passende waarborgen moeten bieden tegen het verschijnen van advertenties voor onveilige producten die niet in overeenstemming zijn met het EU-regelgevingskader, met inbegrip van advertenties of misleidende garanties en verklaringen van leveranciers of klanten, en deze evaluatie vergezeld te doen gaan van een grondige beoordeling van het effect van dergelijke bepalingen, met inbegrip van een kosten-batenanalyse op basis van evenredigheid voor onlineplatforms;

31.

verzoekt de Commissie over een ambitieuze WTO-overeenkomst inzake elektronische handel te onderhandelen, teneinde de naleving van de regels inzake de veiligheid van producten online op EU- en internationaal niveau te verbeteren;

Programma van de Commissie inzake normen 2020 en traceerbaarheid

32.

verwelkomt dat in het normaliseringsprogramma 2020 van de EU aandacht wordt besteed aan de nieuwe uitdagingen op de digitale eengemaakte markt, zoals KI, IoT, bescherming van gegevens (waaronder medische gegevens), cyberbeveiliging en geautomatiseerde mobiliteit; verzoekt de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie, het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen op te dragen de ontwikkeling van geharmoniseerde normen te ondersteunen, ook voor traditionele sectoren die voorheen geen gebruik hebben gemaakt van IT, om te zorgen voor een veilig gebruik van nieuwe en interoperabele digitale technologieën op uniforme basis in de hele EU; onderstreept dat normen, met name voor bepaalde categorieën producten, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, moeten worden ontwikkeld om het hoogste veiligheidsniveau voor mannen en vrouwen te waarborgen; verzoekt de Commissie en lidstaten de deelname van alle relevante belanghebbenden, waaronder consumenten- en bedrijfsorganisaties, aan normalisatiewerkzaamheden te steunen;

33.

benadrukt dat doeltreffende en doelmatige traceerbaarheid in de bevoorradingsketen essentieel is voor het verbeteren van de productveiligheid en -kwaliteit in overeenstemming met het EU-regelgevingskader en de consumentenbescherming in de EU, aangezien duidelijke en betrouwbare informatie over producten onzekerheid voorkomt bij consumenten, waaronder personen met een handicap, hen de mogelijkheid biedt om geïnformeerde keuzes te maken en markttoezichtautoriteiten in staat stelt hun werk te doen; verzoekt de Commissie de regels met de traceerbaarheidsvereisten voor niet-geharmoniseerde producten dienovereenkomstig te actualiseren;

34.

verzoekt de Commissie te onderzoeken hoe “distributed ledger”-technologieën, zoals blockchain, aan een grotere productveiligheid kunnen bijdragen door middel van het verbeteren van de traceerbaarheid in de bevoorradingsketen, waaronder middels de standaardisering daarvan; wijst erop dat het ontwikkelen van betrouwbare en verifieerbare elektronische informatie de controles door markttoezichtautoriteiten eenvoudiger en doeltreffender zou maken;

Terugroepingen

35.

stelt vast dat consumenten slechts zeer beperkt op terugroepingen reageren en dat onveilige producten ook na een terugroepactie gewoon gebruikt blijven worden; verzoekt de Commissie in begrijpelijke bewoordingen gestelde richtsnoeren voor terugroepacties te publiceren, inclusief een checklist met concrete vereisten en duidelijke informatie over de benchmarks die door de markttoezichtautoriteiten worden gebruikt, teneinde het aantal consumenten dat wordt bereikt, te vergroten, en tegelijkertijd rekening te houden met het feit dat kmo's en met name micro-ondernemingen extra hulp nodig zouden kunnen hebben bij de uitvoering van de richtsnoeren;

36.

verzoekt detailhandelaren, onlinemarktplaatsen en consumentenorganisaties een prominentere rol te spelen bij terugroepingen van online of offline gekochte onveilige producten, door consumenten adequate en betrouwbare informatie te verstrekken, en roept detailhandelaren en onlinemarktplaatsen op ervoor te zorgen dat producten snel van onlinemarktplaatsen en uit schappen worden gehaald en bij consumenten worden teruggeroepen; verzoekt de Commissie en de lidstaten onlinemarktplaatsen te verplichten doeltreffende mechanismen in te voeren om ervoor te zorgen dat zij hun gebruikers, kopers en verkopers, ongeacht of het om particulieren of bedrijven gaat, kunnen bereiken om hen zo snel mogelijk te informeren wanneer terugroepacties noodzakelijk zijn; verzoekt de Commissie te beoordelen hoe nieuwe technologieën en algoritmen dit proces doeltreffender kunnen maken en ervoor te zorgen dat een groter aantal getroffen consumenten wordt bereikt;

37.

verzoekt de Commissie en de lidstaten met klem de grensoverschrijdende uitwisseling van goede praktijken inzake terugroepingen te verbeteren, te overwegen de productregistratiepercentages te verhogen zodat getroffen consumenten gemakkelijker kunnen worden geïdentificeerd en actief kunnen worden geïnformeerd, ook in het geval van grensoverschrijdende aankopen, en marktdeelnemers in staat te stellen gebruik te maken van gegevens, zoals gegevens die in het kader van klantenbindingsacties worden verzameld, om consumenten te bereiken zonder inbreuk te plegen op de regels van de algemene verordening gegevensbescherming; verzoekt consumentenorganisaties om hun samenwerking met markttoezichtautoriteiten met betrekking tot terugroepingsprocedures te verbeteren door op hun websites te vermelden welke producten in Rapex als onveilig zijn aangemerkt;

38.

verzoekt de Commissie en de lidstaten een eenvoudig en geharmoniseerd feedbackverslag op te stellen met betrekking tot terugroepacties door marktdeelnemers, dat bij de markttoezichtautoriteiten moet worden ingediend met het oog op het beoordelen van de doeltreffendheid van terugroepingen;

o

o o

39.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1)  PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.

(2)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82.

(3)  PB L 91 van 29.3.2019, blz. 1.

(4)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(5)  PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1.

(6)  PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1.

(7)  PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15.

(8)  Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0032.

(9)  Aangenomen teksten, P8_TA(2019)0081.

(10)  PB C 388 van 13.11.2020, blz. 141.

(11)  PB C 388 van 13.11.2020, blz. 39.

(12)  PB C 363 van 28.10.2020, blz. 179.

(13)  PB C 11 van 13.1.2020, blz. 7.

(14)  PB C 334 van 19.9.2018, blz. 2.

(15)  PB C 334 van 19.9.2018, blz. 60.

(16)  PB C 76 van 28.2.2018, blz. 112.

(17)  PB C 443 van 22.12.2017, blz. 722.

(18)  Product Safety Pledge is een vrijwillige verbintenis van onlinemarktplaatsen met betrekking tot de veiligheid van “non-food”-consumentenproducten die online worden verkocht door derde verkopers vanaf juni 2018.