6.10.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 404/240 |
P9_TA(2020)0281
Aanbeveling aan de VV/HV en aan de Raad ter voorbereiding van het tiende toetsingsproces van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), kernwapenbeheersing en mogelijkheden voor nucleaire ontwapening
Aanbeveling van het Europees Parlement van 21 oktober 2020 aan de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de voorbereiding van het tiende toetsingsproces van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), kernwapenbeheersing en mogelijkheden voor nucleaire ontwapening (2020/2004(INI))
(2021/C 404/15)
Het Europees Parlement,
— |
gezien zijn resolutie van 14 februari 2019 over de toekomst van het INF-verdrag en de gevolgen voor de Europese Unie (1), |
— |
gezien het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van 13 april 2000 met betrekking tot de in 2000 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (2) en het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van 25 april 2005 met betrekking tot de in 2005 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (3), |
— |
gezien Besluit 2010/212/GBVB van de Raad van 29 maart 2010 betreffende het standpunt van de Europese Unie voor de in 2010 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (4), |
— |
gezien de conclusies van de Raad van 20 april 2015 over de negende toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, |
— |
gezien de strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens van 12 december 2003, |
— |
gezien de conclusies van de Raad van 4 februari 2019 over Iran, |
— |
gezien Besluit (GBVB) 2019/615 van de Raad van 15 april 2019 inzake steun van de Unie voor activiteiten in de aanloop naar de toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens in 2020 (5), |
— |
gezien Besluit (GBVB) 2019/938 van de Raad van 6 juni 2019 ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens (6), |
— |
gezien het jaarlijks voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2018) van 14 juni 2019, |
— |
gezien de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), waarbij alle verdragsluitende staten zich ertoe verbinden te goeder trouw te streven naar nucleaire ontwapening en een einde te maken aan de kernwapenwedloop, |
— |
gezien het Verdrag tot verbod van kernwapens (TPNW), dat op 7 juli 2017 in de Verenigde Naties werd aangenomen en op 20 september 2017 ter ondertekening werd opengesteld, |
— |
gezien het communiqué dat is vastgesteld tijdens de NAVO-top van 2016 in Warschau, |
— |
gezien de verklaring van de Noord-Atlantische Raad over het Verdrag inzake het verbod op kernwapens van 20 september 2017, |
— |
gezien de verklaring van de secretaris-generaal van de NAVO over het INF-verdrag van 2 augustus 2019, |
— |
gezien het door de Verenigde Staten en de Russische Federatie getekende New START-verdrag, dat op 5 februari 2011 in werking is getreden, |
— |
gezien het slotdocument dat werd aangenomen op de in 2000 gehouden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, |
— |
gezien het slotdocument dat werd aangenomen op de in 2010 gehouden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, |
— |
gezien het non-paper van de secretaris-generaal van de VN van 2018 getiteld “Securing Our Common Future: An Agenda for Disarmament” (Onze gezamenlijke toekomst veiligstellen: een agenda voor ontwapening), |
— |
gezien het werkdocument “Unlocking disarmament diplomacy through a “stepping stone” approach” (Ontgrendeling van de ontwapeningsdiplomatie door middel van een stapsgewijze benadering), dat door Zweden werd ingediend bij de commissie ter voorbereiding van de tiende NPV-toetsingsconferentie, |
— |
gezien het werkdocument “Operationalising the Creating an Environment for Nuclear Disarmament (CEND) Initiative” (Het operationeel maken van het initiatief voor het creëren van een omgeving voor nucleaire ontwapening), dat door de VS werd ingediend bij de commissie ter voorbereiding van de tiende NPV-toetsingsconferentie, |
— |
gezien het werkdocument “The Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons at 50: a brief assessment by the European Union” (50 jaar NPV: een beknopte beoordeling door de EU), dat door de Europese Unie werd ingediend bij de commissie ter voorbereiding van de tiende NPV-toetsingsconferentie, |
— |
gezien het werkdocument “Proposals by the Non-Proliferation and Disarmament Initiative to enhance transparency for strengthening the review process for the Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons” (Voorstellen van het initiatief inzake non-proliferatie en ontwapening om de transparantie te vergroten voor het versterken van het toetsingsproces van het NPV), dat door de leden van het initiatief inzake non-proliferatie en ontwapening (Australië, Canada, Chili, Duitsland, Filipijnen, Japan, Mexico, Nederland, Nigeria, Polen, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten) werd ingediend bij de commissie ter voorbereiding van de tiende NPV-toetsingsconferentie, |
— |
gezien de gezamenlijke verklaring van de directeur-generaal van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) en de vicepresident van de Islamitische Republiek Iran, tevens het hoofd van de Iraanse Organisatie voor Atoomenergie (AEOI), van 26 augustus 2020, |
— |
gezien de verslagen van de IAEA over de toepassing van de veiligheidscontrole in de Democratische Volksrepubliek Korea van 20 augustus 2018, 19 augustus 2019 en 3 september 2020, |
— |
gezien de kennisgeving van het besluit van de VS tot terugtrekking uit het Verdrag inzake het open luchtruim op 22 mei 2020, |
— |
gezien artikel 118 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A9-0020/2020), |
A. |
overwegende dat het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV) de afgelopen 50 jaar ongetwijfeld het belangrijkste internationale instrument is geweest voor het reguleren van het nucleaire stelsel; overwegende dat het de hoeksteen vormt van de mondiale strategische stabiliteit en een onvervangbare bescherming tegen het risico van de verspreiding van kernwapens is; overwegende dat het aanzienlijk heeft bijgedragen tot het verkleinen van het kernwapenarsenaal en het faciliteren van het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden; overwegende dat het een volwassen, pragmatisch en vrijwel universeel verdrag is dat op grote schaal wordt nageleefd; overwegende dat de staten die partij zijn bij het NPV in 1995 besloten het NPV voor onbepaalde tijd te verlengen; overwegende dat het, aangezien het in 2015 niet gelukt is om tot een substantieel slotdocument te komen, van cruciaal belang is een succes te maken van de tiende toetsingsconferentie; |
B. |
overwegende dat het NPV er sinds 1968 voor heeft gezorgd dat meerdere landen in Europa, Latijns-Amerika, Azië en het Stille Oceaangebied hebben afgezien van kernwapens; overwegende dat het de ontwikkeling van kernenergie voor vreedzame doeleinden mogelijk heeft gemaakt; overwegende dat het in de loop der tijd heeft geleid tot een drastische inkrimping van de kernwapenarsenalen sinds de Koude Oorlog; overwegende dat slechts enkele landen arsenalen hebben opgebouwd buiten het NPV; |
C. |
overwegende dat de drie pijlers van het NPV — non-proliferatie, ontwapening en het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden — elkaar aanvullen, wederzijds versterken en onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden; overwegende dat voor elke toekomstige voortuitgang op het gebied van ontwapening en de volledige uitbanning van kernwapens daarom de bestaande normen moeten worden beschermd tegen de verspreiding van dergelijke wapens; overwegende dat het NPV mogelijk heeft gemaakt dat een internationaal waarborgenstelsel is opgezet; |
D. |
overwegende dat doelstelling van de periodieke NPV-toetsingsconferenties erin bestaat de uitvoering van het NPV te evalueren en een routekaart te schetsen voor het verwezenlijken van vooruitgang op basis van een stapsgewijze aanpak; overwegende dat de toetsingsprocedure voor de verdragsstaten een mogelijkheid vormt de regeling voor non-proliferatie iedere vijf jaar te ondersteunen en te versterken; |
E. |
overwegende dat het einddoel, het versterken van de mondiale non-proliferatieregeling tijdens de toetsingsconferentie in 2010 werd herhaald en de staten die partij zijn bij het NPV opnieuw de basisbepalingen van het NPV onderschreven en een actieplan met 64 punten vaststelden, dat onder meer specifieke actieplannen omvatte voor non-proliferatie, ontwapening en het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden, geschraagd door concrete en meetbare acties die de verdragsstaten moeten nemen om de drie pijlers te ondersteunen; |
F. |
overwegende dat de verdragsstaten, waaronder erkende kernwapenstaten, in de afdeling over nucleaire ontwapening voor het eerst toezegden werkelijke vooruitgang op het gebied van ontwapening te versnellen en uiteindelijk tot de volledige uitbanning van hun arsenalen van zowel gestationeerde als niet-gestationeerde kernwapens te komen; overwegende dat de acties die in het kader van de non-proliferatiepijler zijn overeengekomen, een breed scala aan onderwerpen omvatten, zoals de versterking van waarborgen, steun voor de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), de fysieke beveiliging van kernmateriaal, de sluiting en inwerkingtreding van aanvullende protocollen, waarborgen voor uitvoer op nucleair gebied, overdrachten van nucleaire technologie, en nucleair terrorisme; |
G. |
overwegende dat het beginsel van transparantie een onontbeerlijk element is van nucleaire ontwapening, aangezien het bijdraagt tot helderheid met betrekking tot de bestaande arsenalen en het verificatieproces erop steunt; overwegende dat transparantie bijdraagt tot het opbouwen van vertrouwen en het creëren van een gemeenschappelijke basis voor dialoog als eerste voorwaarde voor het beperken en uiteindelijk uitbannen van nucleaire wapens; overwegende dat verslagen aan de raad van beheer van de IAEA een belangrijk instrument vormen voor het scheppen van transparantie wat betreft de nakoming van de non-proliferatieverplichtingen door niet-kernwapenstaten; |
H. |
overwegende dat in de bepalingen van het NPV het recht van staten wordt gehandhaafd om kernenergie voor vreedzame doeleinden te gebruiken en deel te nemen aan de uitwisseling van uitrusting, materialen en wetenschappelijke en technische informatie voor het vreedzaam gebruik van kernenergie, terwijl niet-kernwapenstaten een voorkeursbehandeling krijgen, en naar behoren rekening wordt gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden; |
I. |
overwegende dat de norm tegen tests zowel de non-proliferatiepijler als de ontwapeningspijler ondersteunt, en daarom ook ertoe bijdraagt dat wordt voorkomen dat potentiele kernwapenstaten trachten kernwapens te ontwikkelen of te verwerven; overwegende dat de verdragsstaten zich ertoe hebben verbonden af te zien van elke vorm van kernexplosies en het gebruik van nieuwe kernwapentechnologieën, in afwachting van de inwerkingtreding van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT); overwegende dat alle kernwapenstaten hebben toegezegd het CTBT onverwijld te ratificeren; overwegende dat alle staten ook zijn overeengekomen dat onverwijld onderhandelingen moeten worden begonnen over een verdrag over het verbod op de vervaardiging van splijtbare materialen voor kernwapens; |
J. |
overwegende dat het NPV de basis heeft gelegd voor de totstandbrenging van kernwapenvrije zones overal ter wereld; overwegende dat de totstandbrenging van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten een van de al lang bestaande doelstellingen van de EU is; overwegende dat de EU onlangs een begroting heeft uitgetrokken voor activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van een inclusieve dialoog tussen deskundigen en beleidsmakers, met als doel vooruitgang te boeken wat betreft het streven naar een massavernietigingswapenvrije zone (WMDFZ) in het Midden-Oosten; |
K. |
overwegende dat in de politieke verklaring die, met onthouding van de 28 lidstaten van de EU, werd aangenomen tijdens de eerste sessie van de conferentie over de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens in New York in november 2019 de resterende partners toezegden zich in te spannen voor het opstellen van een wettelijk bindend verdrag tot instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en andere massavernietigingswapens; |
L. |
overwegende dat sinds de inwerkingtreding van het NPV in 1970 op de helft van de toetsingsconferenties geen overeenstemming kon worden bereikt over een slotverklaring met inhoud en de laatste slotverklaring op de toetsingsconferentie van 2010 werd aangenomen; |
M. |
overwegende dat de tiende toetsingsconferentie zal plaatsvinden binnen een bijzonder uitdagende internationale veiligheidscontext vanwege het gebrek aan vooruitgang bij de denuclearisatie van het Koreaanse Schiereiland, de terugtrekking van de VS uit het gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) met Iran, de vermeende schendingen door Iran en de formele klachten in reactie daarop van Frankrijk, het VK en Duitsland, waardoor het mechanisme voor geschillenbeslechting van het JCPOA in werking werd gesteld, het uiteenvallen van het INF-verdrag, alsook de impasse in de onderhandelingen over de verlenging van het New START-verdrag tussen Rusland en de VS; overwegende dat de huidige mate van onenigheid en verdeeldheid onder de 191 nucleair en niet-nucleair bewapende verdragsstaten bij het NPV over de beste aanpak voor het beperken en uitbannen van kernwapens een extra uitdaging voor de discussie zal vormen; |
N. |
overwegende dat verschillende kernwapenstaten van plan zijn hun kernwapens of overbrengingsmiddelen daarvoor te moderniseren of daar al mee bezig zijn en overwegende dat sommige van die landen de gebruiksdrempel ervan in hun nationale militaire doctrines verlagen; |
O. |
overwegende dat het door Oekraïne, Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in 1994 ondertekende Memorandum van Boedapest veiligheidsgaranties bood tegen dreigingen of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van Oekraïne in ruil voor het afstand doen van zijn kernwapenarsenaal en zijn toetreding tot het NPV; overwegende dat de volledige niet-naleving door Rusland van de veiligheidsgaranties die het Oekraïne werden geboden in het kader van het Memorandum van Boedapest alsook zijn veronachtzaming van het internationale recht een ondermijnend effect hebben gehad op het klimaat voor de besprekingen over nucleaire ontwapening en non-proliferatie; |
P. |
overwegende dat de verslechtering van de mondiale veiligheidssituatie verder wordt verergerd door groeiend wantrouwen tussen landen, en de modernisering van de arsenalen is versterkt door nieuwe technologieën waardoor de mondiale veiligheidsrisico’s worden vergroot, in het bijzonder met betrekking tot mogelijke cyberaanvallen tegen nucleaire wapens en de systemen voor commando, controle en vroegtijdige waarschuwing daarvan, evenals door een toenemende rol van kernwapens in de internationale politiek, strategieën en doctrines, wat leidt tot het risico van een nieuwe wereldwijde kernwapenwedloop; overwegende dat een toenemend aantal landen nucleaire wapens nastreven die op het slagveld kunnen worden gebruikt; |
Q. |
overwegende dat er een aanzienlijk risico bestaat dat grote militaire mogendheden niet langer geneigd zijn gebruik te maken van wapenbeheersing en ontwapening om internationale spanningen te verminderen en de mondiale veiligheidssituatie te verbeteren, wat er uiteindelijk toe leidt dat kernwapens opnieuw een centrale rol spelen in het strategisch evenwicht met een wereldwijde toename van nucleaire risico’s; |
R. |
overwegende dat het mondiale kernwapenarsenaal bijna 14 000 kernkoppen bevat en de VS en Rusland meer dan 90 % van het arsenaal bezitten; overwegende dat zelfs een beperkt gebruik van kernwapens desastreuze humanitaire gevolgen zou hebben en geen enkele staat of internationale organisatie de capaciteit zou hebben de onmiddellijke gevolgen van een dergelijke aanval aan te pakken en adequate hulp te verlenen aan de slachtoffers; |
S. |
overwegende dat de verlenging van het bilaterale New START-verdrag tussen de VS en de Russische Federatie, dat een verdere verifieerbare vermindering van de tijdens de wapenwedloop van de Koude Oorlog opgebouwde arsenalen tot hoofddoel moet hebben en het aantal gestationeerde strategische kernkoppen aan iedere kant beperkt tot 1 550, voordat dit verdrag afloopt in februari 2021, een belangrijk element zou zijn voor het behoud van de strategische stabiliteit en het indammen van een nieuwe wapenwedloop; |
T. |
overwegende dat de VS heeft aangekondigd zich met ingang van 22 november 2020 uit het Verdrag inzake het open luchtruim te zullen terugtrekken; overwegende dat het Verdrag inzake het open luchtruim al jaren een belangrijk instrument voor wapenbeheersing is en heeft bijgedragen tot de vertrouwensopbouw; |
U. |
overwegende dat de NAVO zijn sterke steun heeft uitgesproken voor de volledige uitvoering van het NPV, en zich ertoe heeft verplicht de voorwaarden te scheppen voor een wereld zonder kernwapens, in volledige overeenstemming met de bepalingen van het NPV, op basis van een stapsgewijze aanpak; |
V. |
overwegende dat het door de VS geleide initiatief “Creating an Environment for Nuclear Disarmament” (Een omgeving creëren voor nucleaire ontwapening), waarin de taken worden omschreven die moeten worden voltooid om de voorwaarden voor ontwapening te scheppen, tot doel heeft verder te gaan dan de traditionele stapsgewijze benadering voor het aanpakken van de huidige verslechtering van de veiligheidssituatie; |
W. |
overwegende dat in het kader van de stapsgewijze aanpak die door Zweden werd gepresenteerd, incrementele, gemakkelijker te verwezenlijken stappen worden voorgesteld op vier gebieden, gericht op het vormen van samenwerkingspraktijken, het beperken van de prominente aanwezigheid van kernwapens, het vergroten van de transparantie en het beperken van de nucleaire risico’s, waardoor de huidige ontwapeningsdoelstellingen zouden kunnen worden behaald; |
X. |
overwegende dat cyberaanvalmethoden zoals gegevensmanipulatie, digitale blokkering en cyberspoofing de integriteit van de communicatie in gevaar zouden kunnen brengen, wat leidt tot grotere onzekerheid qua besluitvorming; overwegende dat zulke cyberaanvallen op kernwapensystemen in tijden van crisis voor een escalatie zouden kunnen leiden, waaronder onbedoelde kernwapenlanceringen; |
Y. |
overwegende dat is gebleken dat multilaterale dialoog en diplomatie doeltreffende instrumenten zijn om een proliferatiecrisis en de escalatie van conflicten te voorkomen, zoals aangetoond door het JCPOA, wat wordt gezien als historische prestatie en een belangrijke bijdrage aan het non-proliferatieregime; |
Z. |
overwegende dat de status van de Democratische Volksrepubliek Korea, die zich in 2003 uit het verdrag terugtrok en ondanks strenge internationale sancties de capaciteit ontwikkelde om kernwapens te produceren, wat betreft massavernietigingswapens nog steeds ongewijzigd is; overwegende dat Pyongyang volgens de jaarverslagen van de IAEA voor 2018 en 2019 zijn nucleaire activiteiten heeft voortgezet; overwegende dat gedurende 2020 melding werd gemaakt van activiteiten in de nucleaire installaties van de Democratische Volksrepubliek Korea; overwegende dat de Democratische Volksrepubliek Korea op 7 december 2019 naar verluidt een grote vloeibare-stuwstofraketmotor heeft getest op de grond; overwegende dat de Democratische Volksrepubliek Korea op 1 januari 2020 aankondigde voornemens te zijn het moratorium op de lancering van intercontinentale ballistische raketten en kernproeven op te heffen; overwegende dat de vooruitzichten voor concrete stappen in de richting van de denuclearisatie van de regio op korte termijn mager zijn; overwegende dat Noord-Korea nog steeds een nucleaire en ballistische bedreiging vormt voor de regio en de rest van de wereld; |
AA. |
overwegende dat binnen de noordpoolcirkel het aantal nucleair aangedreven schepen de laatste tien jaar sterk is toegenomen; overwegende dat de aanwezigheid van radiologisch en nucleair materiaal in het noordpoolgebied een risico vormt voor ernstige incidenten of ongevallen; |
AB. |
overwegende dat de NPV-toetsingsconferentie van 2020, die aanvankelijk van 27 april tot en met 22 mei 2020 zou plaatsvinden, vanwege de coronaviruspandemie moest worden uitgesteld; |
1. |
beveelt de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan:
|
2. |
verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. |
(1) Aangenomen teksten, P8_TA(2019)0130.
(2) PB L 97 van 19.4.2000, blz. 1.
(3) PB L 106 van 27.4.2005, blz. 32.
(4) PB L 90 van 10.4.2010, blz. 8.