11.12.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 417/14 |
RESOLUTIE (EU) 2020/1839 VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 14 mei 2020
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 voor het begrotingsjaar 2018
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 voor het begrotingsjaar 2018, |
— |
gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0030/2020), |
A. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (“Gemeenschappelijke Onderneming FCH”) in mei 2008 bij Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad (1) als publiek-privaat partnerschap werd opgericht voor de periode tot 31 december 2017 met het oog op de ontwikkeling van markttoepassingen, teneinde aldus extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën te vergemakkelijken; overwegende dat Verordening (EG) nr. 521/2008 werd ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad (2); |
B. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (“Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2”) in mei 2014 bij Verordening (EU) nr. 559/2014 werd opgericht als vervanger en opvolger van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH voor de periode tot 31 december 2024; |
C. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH bestond uit de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, de Europese Industriegroepering gezamenlijk technologie-initiatief brandstofcellen en waterstof en de Onderzoeksgroepering N.ERGHY; |
D. |
overwegende dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 bestaat uit de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, de ivzw New Energy World Industry Grouping (hierna de “industriegroepering”), die in 2016 werd omgedoopt tot Hydrogen Europe, en de ivzw New European Research Grouping on Fuel Cells and Hydrogen (hierna de “onderzoeksgroepering”); |
E. |
overwegende dat de maximale EU-bijdrage aan de eerste fase van de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in totaal 470 000 000 EUR uit het zevende kaderprogramma bedraagt; overwegende dat de bijdragen van de andere leden ten minste gelijk moeten zijn aan de bijdrage van de Unie; |
Financieel en begrotingsbeheer
1. |
merkt op dat in het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 (hierna “het verslag van de Rekenkamer”) wordt vastgesteld dat de jaarrekening 2018 op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële situatie van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 per 31 december 2018, van de resultaten van haar verrichtingen, de kasstromen en de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels; merkt verder op dat de door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 gehanteerde boekhoudregels gebaseerd zijn op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector; |
2. |
stelt vast dat in de definitieve begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 voor het begrotingsjaar 2018 vastleggingskredieten ter hoogte van 85 504 157 EUR en betalingskredieten ter hoogte van 126 526 307 EUR waren opgenomen; |
3. |
stelt vast dat de totale begrotingsuitvoering van de vastleggings- en betalingskredieten voor 2018 respectievelijk 93 % en 83 % bedroeg; |
Meerjarige begrotingsuitvoering in het kader van het zevende kaderprogramma
4. |
merkt op dat de bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in totaal 421 300 000 EUR uit het zevende kaderprogramma bedraagt, met inbegrip van 19 100 000 EUR aan bijdragen in natura, en dat de leden van de industriegroepering en de onderzoeksgroepering een bijdrage leveren ter hoogte van 442 500 000 EUR, waarvan 420 000 000 EUR in natura voor projecten in het kader van het zevende kaderprogramma die door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 worden gefinancierd, alsook een geldelijke bijdrage van 17 900 000 EUR voor administratieve kosten; |
5. |
merkt op dat het uitvoeringspercentage voor betalingskredieten met betrekking tot de beschikbare begroting voor 2018 van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 voor projecten in het kader van het zevende kaderprogramma op 79,6 % lag als gevolg van vertraging bij de indiening van kostendeclaraties voor lopende projecten in het kader van het zevende kaderprogramma; |
Meerjarige begrotingsuitvoering in het kader van Horizon 2020
6. |
merkt op dat de bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in totaal 318 800 000 EUR uit Horizon 2020 bedraagt en dat de leden van de industriegroepering en de onderzoeksgroepering een bijdrage leveren ter hoogte van 649 400 000 EUR, waarvan 1 800 000 EUR in natura voor projecten in het kader van Horizon 2020 die door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 worden gefinancierd, alsook 7 700 000 EUR aan bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten en een geldelijke bijdrage van 3 600 000 EUR voor administratieve kosten; |
7. |
merkt op dat de bijdragen in natura van leden uit de sector voor operationele activiteiten bescheiden zijn, omdat deze door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 samen met de definitieve kostendeclaraties worden gecertificeerd, hetgeen betekent dat de toegezegde bijdragen in natura pas later in het Horizon 2020-programma worden gecertificeerd, wanneer de definitieve betaling voor de projecten wordt verricht en de certificaten betreffende de financiële staten moeten worden opgesteld; |
8. |
neemt ter kennis dat het uitvoeringspercentage op 95,8 % lag voor de vastleggingskredieten en op 84,4 % voor de betalingskredieten; merkt op dat er eind 2018 in het kader van het zevende kaderprogramma 29 betalingen voor periodieke tussentijdse verslagen en vooral eindverslagen waren gedaan voor een totaalbedrag van 21 400 000 EUR; merkt op dat het begrotingsuitvoeringspercentage (wat de betalingskredieten betreft) op 79,6 % lag (ten opzichte van 73,8 % in 2017); |
9. |
merkt op dat in het kader van Horizon 2020 uit de betalingskredieten 19 prefinancieringsbetalingen zijn verricht voor de projecten die na de oproepen tot het indienen van voorstellen van 2017 en 2018 waren geselecteerd, alsmede 11 betalingen voor studies en 2 voor het gemeenschappelijk onderzoekscentrum; merkt verder op dat het begrotingsuitvoeringspercentage (wat de betalingen betreft) op 83,4 % lag (ten opzichte van 93,3 % in 2017); stelt vast dat het begrotingsuitvoeringspercentage met betrekking tot vastleggingskredieten opliep tot 95,8 % (ten opzichte van 98,3 % in 2017) als gevolg van de uitkomst van de oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij één onderwerp niet werd bestreken, alsook van de vertraging bij het plannen van de aanbesteding; |
10. |
stelt vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 een actieplan had opgesteld waarmee haar raad van bestuur in maart 2018 akkoord is gegaan, dat een brede reeks acties omvat die door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 moeten worden uitgevoerd, in het kader waarvan reeds diverse activiteiten zijn opgestart; stelt vast dat het merendeel van deze activiteiten in 2018 en 2019 moet worden uitgevoerd en dat slechts een klein gedeelte voor de volgende programmeringsperiode zal overblijven; |
Functioneren
11. |
merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 bepaalde maatregelen als kernprestatie-indicatoren gebruikt om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen, zoals hernieuwbare energie, energie-efficiëntie bij het eindgebruik en slimme netwerken en energieopslag; neemt ter kennis dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 bovendien demonstratieprojecten organiseert in lidstaten en regio’s die EU-middelen ontvangen; neemt kennis van de herziening van de kernprestatie-indicatoren, die in 2018 door de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 werd goedgekeurd als gevolg van de aanzienlijke technologische vooruitgang van de afgelopen jaren en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen; |
12. |
merkt op dat de beheerkostenratio (administratieve en operationele begroting) onder de 5 % blijft, wat wijst op een vrij slanke en efficiënte organisatiestructuur van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2; |
13. |
stelt vast dat de vereiste waarde van het hefboomeffect 0,56 was, maar de waarde in 2018 op 1,36 lag; merkt op dat deze waarde na toevoeging van de bijdragen in natura van alle private partners aan projecten opliep tot 1,96; |
14. |
is verheugd dat alle oproepen tot het indienen van voorstellen volgens de respectieve werkplannen zijn gepubliceerd en afgesloten, en samen met het jaarlijkse werkprogramma voor 2018 twintig onderwerpen omvatten; |
15. |
merkt op dat het personeelsbestand van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 eind 2018 bestond uit 27 medewerkers die afkomstig waren uit 10 lidstaten, en stelt voorts met tevredenheid vast dat er binnen dat personeelsbestand sprake was van genderevenwicht (51 % mannen en 49 % vrouwen); stelt bovendien vast dat het percentage vrouwelijke deelnemers aan Horizon 2020 in 201831 % bedroeg, dat 26 % van de programmacoördinatoren vrouw was, dat de groep vertegenwoordigers van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 voor 22 % uit vrouwen bestond en dat het wetenschappelijk comité voor 33 % uit vrouwen bestond; |
16. |
merkt op dat efficiënte communicatie essentieel is voor het welslagen van door de Unie gefinancierde projecten; acht het belangrijk om de verwezenlijkingen van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 zichtbaarder te maken en meer informatie te verspreiden over de toegevoegde waarde van de onderneming; vraagt de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 een proactief communicatiebeleid te voeren en de resultaten van haar onderzoek aan het grote publiek bekend te maken, onder meer via de sociale media en andere mediakanalen, met als doel de bevolking bewuster te maken van de impact van EU-steun en de aanvaarding door de markt te vergroten; |
17. |
constateert dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 op het vlak van vervoer demonstratieactiviteiten heeft ondersteund met betrekking tot ruim 1 900 lichte bedrijfsvoertuigen, waarvan er in 2018 reeds meer dan 630 in gebruik waren; stelt bovendien vast dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 heeft aangetoond dat er in 201845 bussen in gebruik waren in 10 steden van de Unie; merkt met tevredenheid op dat de inzet van elektrische brandstofcelbussen wereldwijd kan worden beschouwd als een geavanceerde ontwikkeling, aangezien op dit gebied aanzienlijke vooruitgang is geboekt dankzij de projecten van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2; |
Interne audit
18. |
merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in 2018 de uitvoering van alle actieplannen heeft afgerond waarin het ging om de door de dienst Interne Audit (IAS) gedane aanbevelingen in het kader van de audits inzake prestatiebeheer die de IAS in 2016 had uitgevoerd, waaronder een aanbeveling over de herziening van het meerjarig werkprogramma en de strategische en operationele doelstellingen; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in januari 2018 een actieplan aan de IAS heeft voorgelegd in verband met drie aanbevelingen van de IAS inzake de coördinatie met de centrale ondersteuningsdienst en de tenuitvoerlegging van hulpmiddelen en diensten in dit verband; neemt ter kennis dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 als onderdeel van het actieplan voor het eerst een workshop organiseerde met de centrale ondersteuningsdienst; is ingenomen met het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in december 2018 alle actieplannen waarin het ging om de aanbevelingen uit het auditverslag van 2017, aan de IAS heeft voorgelegd; stelt voorts met voldoening vast dat de IAS in 2019 een brief heeft gestuurd naar de raad van bestuur, waarin werd bevestigd dat alle aanbevelingen en actieplannen naar behoren waren uitgevoerd; |
19. |
merkt op dat het werk op het gebied van controles achteraf werd voortgezet met de instelling van 141 controles van subsidies in het kader van het zevende kaderprogramma, waarvan 132 controles zijn afgerond en de resterende controles in het eerste kwartaal van 2019 zullen worden afgerond, hetgeen neerkomt op een cumulatieve auditdekking van 23 % van de waarde van de gevalideerde kostendeclaraties; stelt vast dat het restfoutenpercentage minder dan 2 % bedroeg; merkt op dat er in 201814 nieuwe audits voor Horizon 2020 zijn ingesteld; |
20. |
merkt op dat de eindevaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH voor de periode 2008-2016 en de tussentijdse evaluatie van de operaties van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in het kader van Horizon 2020 voor de periode 2014-2016 door de Commissie zijn uitgevoerd en dat de raad van bestuur in maart 2018 akkoord is gegaan met een actieplan waarvan diverse acties reeds zijn opgestart, in de verwachting dat het programma grotendeels in 2018-2019 zal worden voltooid en een klein aantal acties in de volgende programmaperiode zal worden uitgevoerd; |
Interne controles
21. |
is verheugd dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 procedures voor controles vooraf heeft opgezet die gebaseerd zijn op controles van financiële en operationele stukken en controles achteraf van begunstigden van subsidies voor tussentijdse en eindbetalingen in het kader van het zevende kaderprogramma en voor kostendeclaraties in het kader van Horizon 2020-projecten, terwijl de Commissie verantwoordelijk is voor de controles achteraf; is ingenomen met het feit dat het restfoutenpercentage voor de controles achteraf eind 2018 1,10 % bedroeg voor projecten in het kader van het zevende kaderprogramma en 0,46 % voor Horizon 2020-projecten, hetgeen volgens de Rekenkamer onder de materialiteitsdrempel ligt; |
22. |
neemt kennis van het feit dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 in 2017 samen met de gemeenschappelijke auditdienst (GAD) van DG Onderzoek en Innovatie van de Commissie de eerste controle achteraf van een willekeurige steekproef van tussentijdse kostendeclaraties in het kader van Horizon 2020 heeft uitgevoerd; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 procedures voor controles vooraf heeft opgezet die gebaseerd zijn op controles van financiële en operationele stukken; merkt op dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 controles achteraf bij de begunstigden verricht voor tussentijdse en saldobetalingen in het kader van het zevende kaderprogramma, en dat de GAD controles achteraf verricht voor declaraties van projectkosten in het kader van Horizon 2020; stelt echter met bezorgdheid vast dat er eind 2018 nog twee controles liepen die in 2017 waren gestart en dat de Gemeenschappelijke Onderneming FCH 2 deze controles niet heeft afgerond vanwege lopende besprekingen met begunstigden, waarvoor coördinatie met andere diensten van DG Onderzoek en Innovatie was vereist ter waarborging van samenhangende auditresultaten voor de verschillende belanghebbenden; |
23. |
vraagt de Rekenkamer de degelijkheid en betrouwbaarheid van de methodologie voor de berekening en waardebepaling van bijdragen in natura te beoordelen en daarbij te kijken naar de structuur en de degelijkheid van de richtsnoeren voor de toepassing van de procedure inzake bijdragen in natura, teneinde bij te dragen aan de planning, verslaglegging en certificering met betrekking tot bijdragen in natura. |
(1) Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).
(2) Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).