28.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 364/116


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over a) de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt

(COM(2020) 94 final)

b) de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt

(COM(2020) 93 final)

(2020/C 364/16)

Rapporteur:

Gerardo LARGHI

Corapporteur:

Gonçalo LOBO XAVIER

Raadpleging

a)

Europese Commissie, 22.4.2020

b)

Europese Commissie, 22.4.2020

Rechtsgrondslag

a) en b) Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Interne Markt, Productie en Consumptie

Goedkeuring door de afdeling

25.6.2020

Goedkeuring door de voltallige vergadering

16.7.2020

Zitting nr.

553

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

212/2/5

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) steunt het Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt van de Commissie (1).

1.2.

Het EESC is bereid de mededeling van de Commissie over het In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt te steunen en onderschrijft deze (2).

1.3.

Het EESC is van mening dat de ontoereikende of inadequate toepassing van de EU-regels te lang de achilleshiel van het EU-recht is geweest en dat daarom veel gevallen van fraude en illegaal gedrag niet zijn aangepakt. De toepassing van het EU-recht is essentieel om het vertrouwen van bedrijven en consumenten te vergroten en ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt voor bedrijven, werknemers en consumenten optimaal functioneert.

1.4.

Het EESC is van mening dat, teneinde effectief te zijn, een uitvoeringsstrategie: 1) gebaseerd moet zijn op een sterk partnerschap waarbij alle relevante belanghebbenden betrokken zijn; 2) meer samenwerking op Europees niveau mogelijk moet maken tussen bestaande handhavingsnetwerken om ervoor te zorgen dat problemen worden aangepakt die verschillende sectoren tegelijk treffen; 3) strategieën en middelen moet omvatten waarmee omvangrijke inbreuken in de EU kunnen worden aangepakt, waarbij slechts één doeltreffende en transparante handhavingsmaatregel hoeft te worden genomen om alle belanghebbenden te beschermen en grensoverschrijdende rechtshandhaving te waarborgen; 4) het potentieel van nieuwe technologieën moet benutten.

1.5.

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om in het actieplan een duidelijk omschreven rol toe te kennen aan actoren uit het maatschappelijk middenveld, ondernemers, werknemers en consumenten.

1.6.

Het EESC staat volledig achter het idee van de Europese Commissie om Solvit om te vormen tot een doeltreffend instrument voor het aanpakken van ongerechtvaardigde belemmeringen op de interne markt, maar het is belangrijk dat Solvit wordt uitgerust met een meer gestructureerde procedure om belangrijke zaken voor te leggen aan de Commissie en te werken in alle sectoren en beleidsgebieden.

1.7.

Het EESC is ingenomen met het initiatief dat is gericht op het verbeteren van ex-antebeoordelingen van beperkende regelgeving in het kader van de richtlijn betreffende een evenredigheidsbeoordeling (3). De betrokkenheid van belanghebbenden bij de “evenredigheidstoets” moet eerder de norm zijn dan de uitzondering.

1.8.

De centrale digitale toegangspoort is een van de manieren om digitaal tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en consumenten aan online-informatie. De afzonderlijke contactpunten zullen snel worden geïntegreerd in één digitale toegangspoort, zodat bedrijven en consumenten op één plaats terechtkunnen voor bijstand en informatie.

1.9.

Het EESC steunt de oproep van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad om het voorstel inzake de handhaving van Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt, tot vaststelling van een kennisgevingsprocedure voor vergunningstelsels en vereisten met betrekking tot diensten (4), goed te keuren.

1.10.

Het Comité benadrukt dat de crisis in verband met de verspreiding van COVID-19 ernstige risico’s voor de eengemaakte markt met zich meebrengt, namelijk dat de verschillen tussen de EU-landen op het gebied van economische ontwikkeling, sociale bescherming en welvaartsniveau na de pandemie zouden kunnen toenemen.

1.11.

Het Comité stelt vast dat bedrijven en consumenten, ondanks de tastbare verwezenlijkingen van de eengemaakte markt, nog steeds melding maken van te veel belemmeringen.

1.12.

Het EESC is het eens met het actieplan van de Commissie, waarin wordt gesteld dat “een echt partnerschap tussen de verschillende actoren op Europees en lidstaatniveau die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en handhaving […] van essentieel belang [is] om de bestaande belemmeringen voor de eengemaakte markt weg te nemen”.

1.13.

Het EESC dringt er daarom bij de Commissie op aan om de nieuwe handhavingsstrategie voor de eengemaakte markt te gebruiken voor het tot stand brengen van een sterk samenwerkingskader dat alle belanghebbenden omvat die het EU-recht toepassen. Organisaties moeten onder meer volledig worden betrokken bij de werkzaamheden van de aangekondigde taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt (SMET), die als forum moet dienen voor de bespreking van horizontale handhavingskwesties.

1.14.

Het EESC is van mening dat handhaving in wezen een horizontaal probleem is en daarom niet op versnipperde wijze mag worden aangepakt. Het is van essentieel belang om de workflow tussen de verschillende handhavingsnetwerken beter te organiseren en te stroomlijnen en de onderlinge uitwisseling van informatie en goede praktijken te vergemakkelijken.

1.15.

De verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (SCB) heeft bijgedragen tot het slaan van een brug tussen maatschappelijke organisaties en rechtshandhavingsinstanties door hun samenwerking beter te erkennen. Het samenwerkingskader is een positief initiatief, maar is onvolledig en moet verder worden verbeterd, bijvoorbeeld wat betreft de snelheid van de reactie op meldingen van burgers.

1.16.

Het EESC is van mening dat gegevens en kunstmatige intelligentie kunnen worden gebruikt om markten te monitoren. Het is daarom van oordeel dat deze digitale instrumenten op EU-niveau moeten worden ontwikkeld en door alle belanghebbenden moeten worden gedeeld.

1.17.

De handhavingsautoriteiten worden tegenwoordig geconfronteerd met een wildgroei van oneerlijke praktijken op de eengemaakte markt, terwijl hun werkzaamheden vaak afhankelijk zijn van strikte budgettaire beperkingen. In dit verband roept het Comité op tot een beter gebruik van schaarse middelen, een betere coördinatie tussen bestaande netwerken, de ontwikkeling van nieuwe synergieën tussen alle actoren, en nieuwe instrumenten op basis van nieuwe technologieën die kunnen bijdragen tot een doeltreffende uitvoering van het EU-recht.

2.   Betreffende de mededeling — Langetermijnactieplan voor een betere uitvoering en handhaving van de regels inzake de eengemaakte markt (COM(2020) 94 final) — INT/899

2.1.   Uitdagingen voor de eengemaakte markt

2.1.1.

De eengemaakte markt vormt de kern van het Europese project en heeft het leven van de Europese consumenten en bedrijven gemakkelijker gemaakt. Een efficiënte eengemaakte markt moet ervoor zorgen dat de EU-burgers kunnen genieten van een ruimere keuze aan diensten en producten en betere kansen op werk. De eengemaakte markt moet handel en concurrentie bevorderen en is van fundamenteel belang voor het verwezenlijken van de groene, industriële en digitale transformaties van de EU.

2.1.2.

Om dit te realiseren, moet Europa op criteria gebaseerde prioriteiten vaststellen en op basis van betrouwbare criteria verdere stappen zetten in de richting van duidelijke politieke richtsnoeren, waarbij de absolute prioriteit aan mensen wordt gegeven.

2.1.3.

Om de samenwerking bij de handhaving van de regels van de eengemaakte markt te versterken, kondigt de Europese Commissie de oprichting aan van een taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt (SMET), die tot taak heeft te beoordelen in hoeverre de nationale wetgeving in overeenstemming is met de regels van de eengemaakte markt, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de meest urgente belemmeringen, overregulering wordt aangepakt, horizontale handhavingskwesties worden besproken en toezicht wordt gehouden op de uitvoering van het voorgestelde actieplan. In dit verband dient de SMET duidelijke criteria vast te stellen om te bepalen wat de meest urgente belemmeringen zijn op grond van hun economische waarde.

2.1.4.

De Commissie is ook voornemens preventieve mechanismen te gebruiken om: nieuwe belemmeringen voor het aanbieden van diensten op de eengemaakte markt te vermijden; het vermogen te verbeteren om niet-naleving op te sporen; een platform op te zetten voor online handhaving (e-handhavingslaboratorium) om informatie te delen over illegale en niet-conforme industriële en consumentenproducten; een centraal Europees informatiemeldpunt voor autoriteiten te creëren voor de controle op non-foodproducten, alsmede het aanstaande éénloketsysteem voor de douane; ervoor te zorgen dat het Informatiesysteem interne markt (IMI) het standaardinstrument wordt; een instrument te creëren waarmee individuen en bedrijven anoniem kunnen rapporteren over belemmeringen op regelgevingsgebied die zij tegenkomen bij de uitoefening van hun rechten op de eengemaakte markt; de handhaving te verbeteren in verband met de EU-wetgeving inzake agrovoeding (met inbegrip van de gezondheid van dieren en planten); de integratie van bestaande structuren (zoals het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, het Unienetwerk voor productconformiteit of het EUIPO-waarnemingscentrum) en een in het kader van het programma voor de eengemaakte markt of het programma Digitaal Europa gefinancierd laboratorium te beoordelen om geavanceerde IT-oplossingen te testen en toe te passen; de strijd tegen nagemaakte en illegale producten te versterken, met inbegrip van illegale producten die in de EU worden geproduceerd of samengesteld uit ingevoerde onderdelen, en het huidige mandaat van OLAF uit te breiden; de handhaving in de agrovoedingsketen te versterken; etiketterings- en traceerbaarheidssystemen te ontwikkelen door het gebruik van digitale instrumenten te bevorderen om gerichtere controles aan de buitengrenzen en binnen de EU mogelijk te maken; van Solvit het standaardinstrument te maken voor de beslechting van geschillen inzake de eengemaakte markt; het proces voor de behandeling van zaken te stroomlijnen en binnen twee maanden een voorlopige klachtenbeoordeling uit te voeren om de volgende stappen vast te stellen; en het EU-Pilot-systeem onder duidelijke voorwaarden en tijdschema’s te gebruiken voor gevallen waarin een snelle oplossing binnen een korte termijn haalbaar lijkt.

2.2.   Algemene opmerkingen

2.2.1.

Het EESC is van mening dat de voltooiing en de doeltreffende handhaving van de eengemaakte markt van het grootste belang zijn, als middel om de in de oprichtingsdocumenten van de Europese Unie verankerde politieke doelstellingen te verwezenlijken, en niet zozeer als doel op zich.

2.2.2.

De belangrijkste belemmeringen die in de mededeling worden beschreven, zijn: regelgevingskeuzes op nationaal en EU-niveau, de omzetting, uitvoering en handhaving van wetgeving, de administratieve en praktische capaciteit in de lidstaten, het algemene ondernemings- en consumentenklimaat, en onderliggende oorzaken die geen verband houden met overheidsbeleid, zoals taal of cultuur.

2.2.3.

Van Solvit het standaardinstrument maken: het EESC steunt de doelstelling om ervoor te zorgen dat de Solvit-procedures het standaardinstrument voor ongerechtvaardigde belemmeringen op de interne markt worden. Solvit maakt echter alleen gebruik van de dialoog en “soft power”; bovendien kan het niet worden gebruikt in combinatie met rechtszaken. Het Solvit-systeem heeft een meer gestructureerde procedure nodig om belangrijke zaken aan de Commissie voor te leggen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat Solvit in alle sectoren en op alle beleidsterreinen werkt.

2.2.4.

Het verbeteren van ex-antebeoordelingen van beperkende regelgeving in het kader van de richtlijn betreffende een evenredigheidsbeoordeling (5) is een zeer welkome maatregel. De Commissie moet echter gestructureerde bijstand verlenen en de lidstaten richtsnoeren geven voor de manier waarop zij evenredigheidsbeoordelingen moeten uitvoeren voorafgaand aan een nieuwe nationale reglementering van beroepen overeenkomstig de richtlijn betreffende een evenredigheidsbeoordeling. Bovendien moet de betrokkenheid van belanghebbenden bij de “evenredigheidstoets” eerder de norm zijn dan de uitzondering.

2.2.5.

Informatie verkrijgen en administratieve procedures: de centrale digitale toegangspoort is een van de manieren om digitaal tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en consumenten aan online-informatie, maar volgens de bestaande internemarktwetgeving moeten de lidstaten bedrijven ook informeren via centrale contactpunten. Verschillende onderdelen van de EU-wetgeving voorzien in de centralisatie van contactpunten. Deze zullen snel worden geïntegreerd in één digitale toegangspoort, zodat bedrijven en consumenten op één plaats terechtkunnen voor bijstand en informatie. Bedrijven zouden slechts één enkel en gecoördineerd antwoord moeten krijgen.

2.2.6.

De EU schudt momenteel op haar grondvesten door zowel externe factoren, zoals de aanhoudende pandemie, die veel doden heeft veroorzaakt en paniek heeft gezaaid, waardoor de hele EU-economie in een recessie is beland, als interne factoren, zoals het ontbreken van die blijk van solidariteit die een impuls vormde voor de oprichting van de Unie. We vragen ons daarom af wat er nodig is om een eengemaakte markt tot stand te brengen waarbij niet alleen het technische en wetgevingsaspect aandacht krijgt, maar het hele model van het Europese project opnieuw wordt overwogen. Het is absoluut redelijk ons af te vragen of er in 2050 en daarna nog sprake zal zijn van een verenigd Europa — zoals sommigen dachten hebben velen geworsteld voor de oprichting ervan en hebben anderen stappen ondernomen om het beetje bij beetje te vernietigen, althans sinds de verwerping van de EU-grondwet — als model van vrijheid, baken van cultuur en voorvechter van vrede, waarbij goede wil tussen volkeren wordt gesteund en gelijke kansen voor vrouwen en mannen worden verdedigd in een wereld zonder discriminatie of belemmeringen.

2.2.7.

Het bovenstaande geldt des te meer in deze bijzonder moeilijke periode, waarin Europa wordt verstikt door een langdurige crisis die systemisch van aard is en niet enkel en alleen is veroorzaakt door de huidige toestand van de economie: het is niet alleen een economische en financiële crisis, maar ook een crisis van sociale en culturele waarden. Een behoorlijk aantal burgers is van mening dat de enige geloofwaardige oplossing erin bestaat de puur monetaire en economische benadering terzijde te schuiven ten gunste van een ware politieke Unie.

2.2.8.

Het EESC is van mening dat de COVID-19-crisis, die alle Europese landen heeft getroffen, vraagt om een heroverweging van het hele systeem, niet alleen in organisatorische zin, maar ook om nieuwe ideeën te genereren en nieuwe bedrijfsmodellen te bedenken.

2.2.9.

De systemen voor civiele bescherming hebben niet in elk land gewerkt om de crisis aan te pakken. Integendeel, op veel plaatsen faalden die systemen: noch de centrale overheden, noch de gemeenten, noch de burgers hebben laten zien dat ze voorbereid waren op een noodsituatie, en de reacties waren vaak traag en duur, en soms verbijsterend.

2.2.10.

Het is duidelijk geworden dat Europa op sommige gebieden afhankelijk is van derde landen, een situatie die een heroverweging van bepaalde fundamenten van de Europese Unie vereist, waarmee aangetoond moet worden dat het in staat is te reageren en zichzelf kan reorganiseren. Bijzondere aandacht verdienen de gemeentelijke, regionale en overheidsaanbestedingen, evenals de ondersteuning van lokale leveranciers: overheidsopdrachten moeten een garantie voor economische zekerheid worden.

2.2.11.

Marktgestuurde normalisatie speelt een belangrijke rol in het kader van de “nieuwe aanpak”, die niet alleen op producten wordt toegepast, maar ook op diensten.

2.2.12.

De noodzaak en de efficiëntie en het effect van de te nemen maatregelen moeten nauwkeurig worden beoordeeld, zodat bij het reguleren van diensten de voor de eengemaakte markt relevante diensten duidelijk worden onderscheiden van andere diensten.

2.2.13.

Het EESC is het met de Commissie eens over het belang van alle maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling, uitvoering en handhaving van het EU-recht op de eengemaakte markt. Gebieden zoals goederen en diensten, overheidsopdrachten, markttoezicht, vennootschapsrecht, contractueel en buitencontractueel recht, de strijd tegen het witwassen van geld, vrij verkeer van kapitaal, financiële diensten, concurrentie en de ontwikkeling van instrumenten voor governance vereisen allemaal dringend de totstandbrenging van een eengemaakte markt die de rechten van individuen, producenten, werknemers en consumenten eerbiedigt, zonder de evenwichtige economische activiteit te ondermijnen.

2.2.14.

Het EESC pleit voor een eerlijke eengemaakte markt, teneinde rekening te houden met de noodzaak om te voldoen aan de arbeids-, consumenten- en milieunormen, in overeenstemming met de onlangs voorgestelde industriestrategie voor Europa (6) en de beginselen van de circulaire economie die zijn vastgelegd in het programma van de Commissie. Het EESC heeft deze beginselen al volledig onderschreven en is van mening dat Europa op dit gebied het voortouw moet nemen.

2.2.15.

Het EESC steunt het besluit om een taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt (SMET) op te richten, bestaande uit de lidstaten en de Commissie, in overeenstemming met de voorstellen en aanbevelingen die het EESC verschillende malen heeft gedaan (7).

2.2.16.

Het EESC benadrukt het belang van de bestrijding van elk afzonderlijk geval van overregulering en onjuiste handhaving van de regels, die de goede werking van de markt zo vaak hebben ondermijnd. Het EESC dringt er met klem op aan om ten minste als waarnemer in deze taskforce vertegenwoordigd te zijn.

2.2.17.

Zoals in verschillende van zijn eerdere adviezen reeds is vermeld (8), is het EESC het eens met de vaststelling door de Commissie van risico’s en vertragingen bij de voltooiing van de eengemaakte markt als gevolg van marktfragmentatie, discrepanties in uitvoerbare regels, onzekerheid over de vertrouwelijkheid van gegevens, ondoordacht en niet altijd controleerbaar gebruik van IT-netwerken, en het feit dat illegale diensten online beschikbaar zijn, voornamelijk vanwege het gebrek aan handhaving door middel van fiscalisering en sancties door de bevoegde departementen van de Commissie. Het EESC beveelt aan dat de DG’s van de Commissie deze kwesties aanpakken op basis van een globale benadering.

2.2.18.

Het EESC betreurt dat de EU-wetgeving nog steeds niet effectief wordt gehandhaafd. De Europese burgers moeten het recht hebben op een zinvolle collectieve actie op Europees niveau, waarvan ondubbelzinnig en snel werk moet worden gemaakt; dit zou enorm helpen om in laatste instantie verantwoording te kunnen afleggen voor het niet naleven van Europese regels en zo bijdragen tot de vrijwillige naleving van die regels (9).

2.2.19.

Het EESC benadrukt dat de lidstaten zelf vaak de overeengekomen regels voor de eengemaakte markt hebben geschonden of belemmeringen in het nationale recht hebben gecreëerd en getolereerd, met als doel extra bescherming op hun markt te creëren en voordelen te behalen voor nationale bedrijven. De winsten zijn vaak op zeer korte termijn, maar dit is schadelijk voor kmo’s en startende bedrijven, evenals voor individuen en consumenten die door niet-conforme producten in gevaar worden gebracht of minder keuze genieten.

2.2.20.

Daarom steunt het EESC de oproep van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad om het voorstel voor een richtlijn inzake de kennisgeving van nationale voorschriften in het kader van de dienstenrichtlijn (10) goed te keuren. De overeenkomst mag de bestaande dienstenrichtlijn echter niet ondermijnen door te voorzien in vrijstellingen van de kennisgevingsverplichting voor territoriale beperkingen (met inbegrip van stedelijke ruimtelijke ordening) of door de Commissie haar huidige besluitvormingsbevoegdheden te ontnemen.

2.3.   Specifieke opmerkingen

2.3.1.

Door de reikwijdte van de eengemaakte markt kan de EU een multilateraal, open, niet-discriminerend en op regels gebaseerd commercieel systeem creëren. Bedrijven uit derde landen moeten voldoen aan de EU-regels om toegang te krijgen tot de eengemaakte markt, ook op gebieden als gezondheid, milieu, voedsel- en productveiligheid en consumentenbescherming.

2.3.2.

Het EESC onderschrijft het besluit van de Commissie om reeds bestaande instrumenten ter ondersteuning van de ontwikkeling van een eengemaakte markt te combineren met nieuwe instrumenten (zoals een centraal informatiepunt waar ambtenaren in de lidstaten terechtkunnen met praktische vragen, platforms voor uitwisselingen met de lidstaten zoals het platform dat wordt gebruikt voor de richtlijnen inzake overheidsopdrachten, en een verbeterde toegang tot informatie over regels en vereisten voor gebruikers via één digitale toegangspoort).

2.3.3.

Het EESC beveelt aan dat de Commissie richtsnoeren toevoegt over de volgende beginselen:

a)

subsidiariteit en “dubbele subsidiariteit”;

b)

wederzijdse erkenning;

c)

innovatie en voorzorg;

d)

het algemeen belang met betrekking tot bepaalde diensten (bijv. bancaire en verzekeringsdiensten).

2.3.4.

Het EESC is het eens met het besluit om zich te concentreren op overheidsopdrachten. Beheerders en begunstigden van EU-middelen moeten worden geholpen om hun aanbestedingspraktijken te verbeteren teneinde een gelijk speelveld te waarborgen en overheidsopdrachten te gebruiken als strategisch instrument voor het nastreven van belangrijke beleidsdoelstellingen, zoals de beginselen van de circulaire economie.

3.   Betreffende de mededeling — In kaart brengen en aanpakken van belemmeringen voor de eengemaakte markt (COM(2020) 93 final) — INT/908

3.1.   Belemmeringen voor de eengemaakte markt

3.1.1.

De mededeling van de Commissie betreffende het in kaart brengen en wegnemen van belemmeringen voor de eengemaakte markt is gericht op de 13 belangrijkste belemmeringen, waaruit blijkt dat ze niet alleen betrekking hebben op de regelgeving of de administratie, maar ook praktisch van aard zijn. Bedrijven en consumenten die in de EU werkzaam zijn, worden vaak met meerdere beperkingen tegelijkertijd geconfronteerd. Dit betreft met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), vakmensen en consumenten.

3.1.2.

Teneinde mogelijke oplossingen op het niveau van de EU en de lidstaten voor te stellen, worden in de mededeling vijf belangrijke onderliggende oorzaken in kaart gebracht: regelgevingskeuzes op nationaal en EU-niveau, de omzetting, uitvoering en handhaving van wetgeving, de administratieve capaciteit en praktijken in de lidstaten, het algemene ondernemings- en consumentenklimaat, en onderliggende oorzaken die geen verband houden met overheidsbeleid, zoals taal en cultuur.

3.1.3.

Soms lijkt het erop dat lidstaten de overeengekomen regels van de eengemaakte markt schenden of belemmeringen in het nationale recht creëren of tolereren, met als doel extra bescherming op hun markt te creëren en voordelen te behalen voor nationale bedrijven.

3.2.   Algemene opmerkingen

3.2.1.

Het EESC neemt kennis van de mededeling van de Commissie, waarin de belangrijkste resterende belemmeringen voor een werkelijke eengemaakte markt worden genoemd. Deze belemmeringen zijn niet alleen regelgevend of administratief, maar ook praktisch van aard, wat betekent dat bedrijven of consumenten die in de EU werkzaam zijn, vaak met meerdere beperkingen tegelijkertijd worden geconfronteerd. Dit heeft vooral negatieve gevolgen voor kmo’s en vrije beroepen.

3.2.2.

Het EESC is van mening dat een effectieve uitvoeringsstrategie: 1) gebaseerd moet zijn op een sterk partnerschap waarbij alle belanghebbenden betrokken zijn; 2) meer samenwerking op Europees niveau mogelijk moet maken tussen de bestaande handhavingsnetwerken om ervoor te zorgen dat inbreuken en complexe problemen worden aangepakt die verschillende sectoren tegelijk treffen; 3) strategieën en middelen moet omvatten waarmee omvangrijke inbreuken op EU-regels efficiënt kunnen worden aangepakt, waarbij slechts één handhavingsmaatregel hoeft te worden genomen om alle belanghebbenden te beschermen en grensoverschrijdende rechtshandhaving te waarborgen; 4) het potentieel van nieuwe technologieën moet benutten om efficiëntere handhavingsacties en nauwer markttoezicht te bevorderen.

3.2.3.

Het EESC is van mening dat de ontoereikende of inadequate toepassing van de EU-regels te lang de achilleshiel van het EU-recht is geweest en ertoe heeft geleid dat veel gevallen van fraude en illegale praktijken niet zijn aangepakt. Een sterke handhaving van het EU-recht is essentieel om het vertrouwen van de consument te vergroten en ervoor te zorgen dat bedrijven, werknemers en consumenten het volledige potentieel van de eengemaakte markt benutten.

3.2.4.

De schade die door de COVID-19-crisis aan de eengemaakte markt is toegebracht, zal de schade als gevolg van de terugtrekking van het VK uit de EU versterken. Dit zou kunnen betekenen dat na de pandemie de verschillen tussen de EU-landen op het gebied van economische ontwikkeling, sociale bescherming en welvaartsniveau zullen toenemen, met gevolgen voor de eengemaakte markt en de ontwikkeling ervan.

3.2.5.

Het EESC is van mening dat de huidige situatie er wellicht toe zou leiden dat de eengemaakte markt wordt gereduceerd tot een loutere vrijhandelszone — niet het natuurlijke resultaat van een supranationaal politiek project, maar slechts de kleinste gemene deler van de nationale belangen van de landen.

3.2.6.

Het EESC dringt er daarom op aan dat de betrokken Europese instellingen en maatschappelijke organisaties de Europese burgers goed informeren over de beperkingen van de eengemaakte markt zodat zij een realistisch beeld krijgen van wat zij daadwerkelijk kunnen verwachten van de uitvoering en handhaving van die markt. Dat maakt het belangrijk om geen maatregelen op te leggen die mogelijk overbodig en ongerechtvaardigd zijn en die eigenlijk alleen maar belemmeringen opwerpen voor het functioneren van bedrijven, met name kmo’s (11), inclusief vrije beroepen, noch volledige harmonisatie op te leggen, wat niet verdedigbaar is, aangezien andere principes voorrang moeten hebben, bijvoorbeeld consumentenrechten en consumentenbescherming. De eengemaakte markt moet het principe van kracht in diversiteit weerspiegelen, dat naast harmonisatie centraal moet staan in het Europees beleid.

3.2.7.

Normalisatie speelt een belangrijke rol in het kader van de “nieuwe aanpak”, die niet alleen op producten wordt toegepast, maar ook op diensten.

3.2.8.

Een langetermijnplan als dat van de Commissie om de resterende belemmeringen weg te nemen, is een ambitieuze en prijzenswaardige onderneming, maar moet gepaard gaan met aanzienlijke investeringen in informatie-, waarschuwings-, leer-, opleidings-, integratie- en normalisatieprocessen.

3.3.   De sociale dimensie van de eengemaakte markt

3.3.1.

Het EESC roept de Commissie opnieuw op om rekening te houden met de sociale dimensie van de EU teneinde de schepping van hoogwaardige en fatsoenlijke banen te bevorderen, grensoverschrijdende mobiliteit te bevorderen, capaciteiten en vaardigheden te verbeteren en de investeringen op te voeren in die kmo’s die zich door de door de EU opgelegde regels bijzonder beperkt voelen en het minst profiteren van de status quo. Daarom is het EESC ingenomen met de goedkeuring van de kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa.

3.3.2.

Het EESC is van mening dat de regels voor de eengemaakte markt alleen nuttig zijn voor zover zij bijdragen tot de ontwikkeling van een gezonde socialemarkteconomie om armoede, ongelijkheid, discriminatie en sociale uitsluiting te voorkomen, met bijzondere nadruk op de waarborging dat jongeren een plek hebben in de samenleving.

3.3.3.

De kmo’s en de werknemers hebben sterk het gevoel dat zij het hardst worden getroffen door de economische crises, de invoering van de euro en nu de zeer ernstige pandemie die de Europese economie in een recessie heeft gebracht. Dit betekent dat elke maatregel ter ondersteuning van een Europese eengemaakte markt moet leiden tot duidelijkere, directere en effectievere communicatie, minder bureaucratie en regels die voor iedereen te begrijpen zijn.

3.3.4.

Het EESC roept ook op tot het opnemen van regels voor de sociale economie in de toekomstige maatregelen voor een groene economie en het actieplan voor de eengemaakte markt van de Commissie om een gelijk speelveld voor ondernemingen van de sociale economie te waarborgen en de ontwikkeling van deze sector te bevorderen.

3.3.5.

Ondersteuning van jonge ondernemers en innovatieve producten en diensten is een belangrijk aspect van het programma om de eengemaakte markt te verwezenlijken. Het EESC onderschrijft het besluit om nieuwe bedrijfsmodellen te ondersteunen, namelijk de circulaire economie, geavanceerde technologieën, een lage CO2-uitstoot, hulpbronnenefficiënte oplossingen en andere initiatieven die bijvoorbeeld zijn bedoeld om de internationale dimensie van bedrijven te bevorderen, talent aan te trekken en de vaardigheden van het personeel te verbeteren.

3.3.6.

Het EESC is het ermee eens dat kmo’s die in digitale projecten investeren, moeten worden ondersteund. Projecten moeten ook van dien aard zijn dat ze bedrijven, consumenten en het maatschappelijk middenveld als geheel ten goede komen.

3.4.   Specifieke opmerkingen

3.4.1.

Het EESC benadrukt dat Europese bedrijven moeite hebben om te concurreren op de wereldmarkten met hun oligopolies en monopolies, die soms ook in staatshanden zijn. Voorbeelden zijn de spoorwegsector, het luchtvervoer en windenergie, waar Europese bedrijven het moeten opnemen tegen sterke concurrenten (uit derde landen, en met name Chinese bedrijven).

3.4.2.

Het EESC staat achter de Commissie in haar strijd om de productconformiteit van onlineplatforms te waarborgen, zodat illegale en onveilige producten niet op de markt worden gebracht. Het benadrukt het belang van elke afzonderlijke maatregel die is ontworpen om de conformiteit van producten die op onlineplatforms worden verkocht te controleren en om te proberen de productveiligheid in de wereldwijde online-toeleveringsketen te waarborgen.

3.4.3.

Het EESC zou de Commissie echter willen aanraden om in het kader van deze exercitie ook aandacht te besteden aan zaken als kunstmatige intelligentie, commerciële communicatie, marketing en reclame, wettelijke en contractuele garanties bij de verkoop van goederen en diensten, en specifieke bepalingen voor de uitvoering en handhaving van de eengemaakte markt in de bank- en verzekeringssector.

Brussel, 16 juli 2020.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Luca JAHIER


(1)  COM(2020) 94 final

(2)  COM(2020) 93 final.

(3)  PB L 173 van 9.7.2018, blz. 25.

(4)  COM(2016) 821 final.

(5)  PB L 173 van 9.7.2018, blz. 25.

(6)  COM(2020) 102 final.

(7)  Zie PB C 43 van 15.2.2012, blz. 14 en de andere bovengenoemde adviezen.

(8)  Zie bijgevoegde lijst.

(9)  Het EESC heeft hierover verscheidene adviezen uitgebracht, waaronder: PB C 309 van 16.12.2006, blz. 1, PB C 324 van 30.12.2006, blz. 1, PB C 162 van 25.6.2008, blz. 1, PB C 228 van 22.9.2009, blz. 40 en PB C 128 van 18.5.2010, blz. 97.

(10)  COM(2016) 821 final.

(11)  PB C 376 van 22.12.2011, blz. 51.