7.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 192/6


Conclusies van de Raad over een strategische aanpak van de EU voor internationale culturele betrekkingen en een actiekader

(2019/C 192/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

VOORTBOUWEND OP:

1.

het Unesco-verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen van 2005 (1);

2.

de conclusies van de Raad van 23 mei 2017 over een strategische aanpak van de EU voor internationale culturele betrekkingen (2);

3.

de nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling: „Onze wereld, onze waardigheid, onze toekomst” van 7 juni 2017 (3);

4.

de conclusies van de Raad van 23 mei 2018 over de noodzaak cultureel erfgoed op alle beleidsgebieden van de EU op de voorgrond te plaatsen (4);

5.

de conclusies van de Raad van 27 november 2018 over het werkplan voor cultuur 2019-2022 (5);

INGENOMEN MET:

6.

de gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van 2016 „Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen”;

7.

de mededeling van de Commissie van 2018 „De nieuwe Europese agenda voor cultuur”;

NOTA NEMEND VAN:

8.

het verslag van juli 2018 betreffende de huidige situatie van het partnerschap tussen het netwerk van nationale cultuurinstellingen van de EU (Eunic) en de EU-delegaties, en de daarin vervatte aanbevelingen (6);

9.

het opstarten van het project „Europese huizen voor cultuur”, dat tot doel heeft innovatieve samenwerkingsmodellen tussen Europese actoren en lokale belanghebbenden in niet-EU-landen te testen en uit te voeren (7);

ONDERKENNEND DAT:

10.

het buitenlands beleid van de Europese Unie berust op de ontwikkeling van wederzijdse politieke solidariteit tussen de lidstaten, de bepaling van aangelegenheden van algemeen belang en de totstandbrenging van een steeds toenemende convergentie van het optreden van de lidstaten;

11.

het optreden van de Unie op het gebied van cultuur berust op de bevoegdheid van de EU om het optreden van lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen;

12.

culturele diversiteit en interculturele dialoog een integrerend deel uitmaken van de waarden van de Europese Unie en een belangrijke rol spelen bij de bevordering van mensenrechten, artistieke vrijheid, respect en tolerantie ten aanzien van anderen, wederzijds begrip, conflictpreventie, verzoening en anti-extremisme en bijdragen tot democratisering, goed bestuur en vreedzamere samenlevingen;

13.

cultuur — een begrip dat in de eerste plaats een waarde op zich is — positieve sociaaleconomische gevolgen heeft, de levenskwaliteit verbetert en dat de positieve rol ervan in externe betrekkingen in toenemende mate wordt erkend;

ERNAAR STREVEND:

14.

de doeltreffendheid en het effect van het buitenlands beleid van de EU te versterken door internationale culturele betrekkingen op te nemen in de instrumenten voor haar buitenlands beleid, in het bijzonder vanuit een langetermijnperspectief;

15.

de samenhang van de standpunten en het optreden van de EU op multilateraal niveau te verbeteren teneinde de EU doeltreffender te maken als een bundelende kracht in internationale betrekkingen, onder meer door voor alle belanghebbenden de belemmeringen om efficiënt te kunnen werken uit de weg te ruimen;

16.

wederzijds leren, intercultureel begrip en vertrouwen tussen de EU en haar partners in externe betrekkingen te bevorderen, en tegelijkertijd plaatselijke culturele sectoren te ondersteunen als motoren voor inclusieve en duurzame ontwikkeling en voor vooruitgang op sociaal en cultureel gebied, en culturele diversiteit, innovatie en economische veerkracht te stimuleren;

17.

de externe dimensies van culturele beleidslijnen, programma’s en projecten evenals de culturele en creatieve dimensie van internationale betrekkingen van de EU en haar lidstaten wederzijds te versterken door sectoroverschrijdende samenwerking tussen en binnen de instellingen en lidstaten van de Unie te verstevigen;

18.

synergieën en complementariteit tussen de activiteiten van de EU en haar lidstaten tot stand te brengen in derde landen, met inbegrip van hun diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen en het netwerk Eunic;

MET INACHTNEMING VAN:

19.

de respectieve bevoegdheidsgebieden van de lidstaten, de Commissie en de EDEO, alsmede de beginselen van subsidiariteit en complementariteit;

REKENING HOUDEND MET:

20.

culturele diversiteit, artistieke vrijheid en de onafhankelijkheid van de culturele sector;

ZICH BEWUST VAN DE BEHOEFTE AAN:

21.

een horizontale aanpak van cultuur die de culturele en creatieve sector, kunst, wetenschap, onderwijs, toerisme en cultureel erfgoed etc. omvat;

22.

het voortzetten van de strijd tegen illegale handel in cultuurgoederen;

23.

inclusiviteit door de betrokkenheid van de lidstaten bij derde landen aan te moedigen en te faciliteren, ook waar zij geen diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen hebben;

24.

een nieuwe geest van dialoog, wederzijds begrip en leren, hetgeen de samenwerking met lokale belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld op alle niveaus (planning, ontwerp, uitvoering) en op voet van gelijkheid met zich meebrengt, gericht op een bottom-up en interpersoonlijke aanpak, medezeggenschap op plaatselijk niveau, participatie en cocreatie;

25.

een gedecentraliseerde aanpak, waarbij beleidsmaatregelen en projecten moeten worden aangepast aan de lokale context, behoeften en verwachtingen;

26.

verduidelijking en bewustmaking, onder meer inzake de respectieve rollen en wederzijdse verwachtingen van EU-instellingen en -lidstaten, alsook van hun diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, culturele instellingen en netwerken zoals Eunic en andere belanghebbenden;

27.

flexibiliteit bij het ontwerpen van financiële en administratieve instrumenten, teneinde ook kleine en middelgrote projecten te ondersteunen en af te stemmen op plaatselijke capaciteiten;

STELT DAAROM HET VOLGENDE ACTIEKADER VAST DOOR DE LIDSTATEN TE VERZOEKEN OM:

28.

waar nodig de samenwerking te versterken tussen de betrokken ministeries, in het bijzonder de ministeries van Cultuur en van Buitenlandse Zaken;

29.

indien nodig bestaande netwerken voor kennis- en competentieontwikkeling verder te ontwikkelen en de uitwisseling tussen de academische wereld en beroepsbeoefenaren op het gebied van internationale culturele betrekkingen te stimuleren;

30.

wanneer zij het voorzitterschap van de Raad van de EU bekleden, gebruik te maken van de informele bijeenkomsten van hoge ambtenaren van de ministeries van Cultuur en hoge ambtenaren, verantwoordelijk voor cultuur in de ministeries van Buitenlandse Zaken om de uitvoering van deze strategische aanpak te analyseren en te begeleiden, een en ander naast de zittingen van de Raad en de vergaderingen van zijn op geografisch en thematisch gebied bevoegde voorbereidende instanties, die de belangrijkste autoriteit blijven voor politieke sturing, besluitvorming en het nemen van besluiten;

31.

hun deelname aan de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie van gemeenschappelijke plaatselijke culturele strategieën en projecten in derde landen te versterken. Eunic en de samenwerking tussen diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen zouden kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstelling;

ROEPT DE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID OP OM:

32.

de beginselen en doelstellingen van deze strategische aanpak te integreren in en de samenwerking met de bevoegde Raadsinstanties te versterken bij het uitvoeren respectievelijk ontwerpen van bestaande en toekomstige thematische en geografische kaders, zoals met betrekking tot uitbreiding, ontwikkeling en ENB-landen of strategische partners;

33.

voor de geschikte deskundigheid op het gebied van culturele betrekkingen te zorgen;

34.

culturele contactpunten aan te wijzen en ervoor te zorgen dat de EU-delegaties over passende capaciteiten op het gebied van cultuur beschikken;

35.

één online contactpunt op te zetten dat toegang geeft tot informatie over EU-beleid, programma’s en maatregelen van de Commissie en de EDEO betreffende internationale culturele betrekkingen;

36.

waar nodig het aspect internationale culturele betrekkingen op te nemen in de periodieke verslagen inzake acties en programma’s op het gebied van buitenlands beleid, mede in het kader van de integrale strategie;

VERZOEKT DE LIDSTATEN, DE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET BEGINSEL VAN SUBSIDIARITEIT EN VAN COMPLEMENTARITEIT, OM:

37.

de coördinatie, synergieën en strategische sturing te versterken wat betreft de beste manier om de internationale culturele betrekkingen te bevorderen, met name door regelmatig overleg te plegen met de Raad en zijn bevoegde voorbereidende instanties en specifieke deskundigengroepen;

38.

de rol van cultuur in beleidsmaatregelen en programma’s op het gebied van de externe betrekkingen, onder andere in het kader van het GBVB, verder te versterken;

39.

in lijn met de doelstellingen van deze strategische aanpak, samenwerking te stimuleren met derde landen en bevoegde internationale organisaties, met name de Unesco en de Raad van Europa;

40.

de inspanningen op te voeren om gemeenschappelijke EU-standpunten vast te stellen in multilaterale fora en netwerken en, waar nodig, met één stem te spreken over kwesties met gevolgen voor de internationale culturele betrekkingen;

41.

steun te verlenen aan inspanningen om de rol van cultuur te versterken als ontsluitende horizontale factor voor duurzameontwikkelingsdoelstellingen;

42.

de mobiliteit van kunstenaars en andere beroepsbeoefenaren op cultuurgebied tussen de EU en derde landen te faciliteren via de passende institutionele en wettelijke kaders en steunmaatregelen;

43.

partnerschappen te ontwikkelen met internationale organisaties en instellingen die de rol van cultuur en cultureel erfgoed bevorderen bij de totstandbrenging van vrede in (voormalige) conflictgebieden;

44.

bijzondere inspanningen te leveren voor de uitvoering van gemeenschappelijke projecten en gezamenlijke acties in derde landen op basis van een gemeenschappelijke strategische visie die op lokaal niveau is ontwikkeld door de lidstaten, hun diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen, hun culturele instellingen, Eunic, EU-delegaties en lokale belanghebbenden; en daartoe de passende kaders en instrumenten te ontwikkelen;

45.

beter gebruik te maken van bestaande fora, mechanismen, netwerken en databanken voor het delen van informatie en het uitwisselen van goede praktijken, met inbegrip van het platform voor culturele diplomatie.

(1)  https://en.unesco.org/creativity/convention

(2)  PB C 189 van 15.6.2017, blz. 38.

(3)  PB C 210 van 30.6.2017, blz. 1.

(4)  PB C 196 van 8.6.2018, blz. 20.

(5)  PB C 460 van 21.12.2018, blz. 12.

(6)  https://www.eunicglobal.eu/news/report-on-the-current-state-of-the-partnership-between-eunic-clusters-and-eu-delegations

(7)  https://www.eunicglobal.eu/european-houses-of-culture


BIJLAGE

Belangrijkste beleidsstukken

Haags Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (1954);

Unesco-Overeenkomst inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen (1970);

Unesco-Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (1972);

Unesco-verdrag inzake de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed (2003);

Unesco-verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen (2005);

Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties (2015);

Verdragen van de Raad van Europa inzake cultuur, architectonisch erfgoed, archeologisch erfgoed, de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving en het landschap;

conclusies van de Raad van 20 november 2008 over de bevordering van de culturele diversiteit en van de interculturele dialoog in de externe betrekkingen van de Unie en de lidstaten;

conclusies van de Raad van 24 november 2015 over cultuur in de externe betrekkingen van de EU, met de nadruk op cultuur in ontwikkelingssamenwerking;

conclusies van de Raad van 17 oktober 2016 over de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.