6.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 375/25


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 18 juli 2019

inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-overeenkomst

(Zaak AT.39711 — Qualcomm (afbraakprijzen))

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 5361)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 375/07)

Op 18 juli 2019 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   Inleiding

(1)

In het besluit wordt vastgesteld dat Qualcomm Inc (hierna “Qualcomm” genoemd) inbreuk heeft gemaakt op artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna “VWEU” genoemd) en artikel 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “EER-overeenkomst” genoemd) door bepaalde hoeveelheden van drie van haar UMTS-chipsets onder de kostprijs te leveren met de bedoeling Icera — destijds haar grootste concurrent in het marktsegment voor hoge datasnelheden (hierna “toonaangevend segment” genoemd) — van de mark te verdringen.

(2)

De inbreuk heeft geduurd van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011.

(3)

Op 5 juli 2019 en 15 juli 2019 heeft het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities positief advies uitgebracht over het besluit op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 en de aan Qualcomm opgelegde geldboete.

2.   Marktafbakening

(4)

In het besluit wordt geconcludeerd dat de handelsmarkt voor met de UMTS-norm compatibele basebandchipsets (hierna “UMTS-chipsets” genoemd) de relevante productmarkt is.

(5)

De omvang van de markt voor UMTS-chipsets is volgens de conclusie van het besluit wereldwijd.

3.   Machtspositie

(6)

In het besluit wordt vastgesteld dat Qualcomm ten minste van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 een machtspositie op de wereldwijde markt voor UMTS-chipsets had.

(7)

Ten eerste had Qualcomm in die periode een op waarde gebaseerd marktaandeel van ongeveer 60 % op de wereldwijde markt voor UMTS-chipsets.

(8)

Ten tweede wordt de wereldwijde markt voor UMTS-chipsets gekenmerkt door het bestaan van een groot aantal belemmeringen om de markt te betreden en om uit te breiden (bv. aanzienlijke initiële investeringen in onderzoek en ontwikkeling om UMTS-chipsets te ontwerpen en diverse belemmeringen in verband de intellectuele-eigendomsrechten van Qualcomm).

(9)

Ten derde kon de machtspositie van Qualcomm tijdens die periode niet worden aangetast door het commerciële gewicht van de chipsetklanten van Qualcomm.

4.   Misbruik van een machtspositie

(10)

In het besluit wordt vastgesteld dat Qualcomm haar machtspositie heeft misbruikt door bepaalde hoeveelheden van drie van haar UMTS-chipsets (de op MDM8200, MDM6200 en MDM8200A gebaseerde chipsets) onder de kostprijs te leveren aan twee van haar belangrijkste klanten, Huawei en ZTE, met de bedoeling Icera — destijds haar grootste concurrent in het toonaangevende segment van de markt voor UMTS-chipsets — van de markt te verdringen.

(11)

Door de groei van Icera te beknotten bij twee belangrijke klanten in dit segment, dat destijds bijna uitsluitend bestond uit chipsets voor mobiele breedbandtoestellen, wilde Qualcomm voorkomen dat Icera, een kleine en financieel beperkte start-up, de nodige reputatie en schaalgrootte zou opbouwen om de machtspositie van Qualcomm op de markt voor UMTS-chipsets te bedreigen, met name gezien het verwachte groeipotentieel van het toonaangevende segment als gevolg van de wereldwijde verbreiding van slimme mobiele toestellen, waarmee oorspronkelijke fabrikanten (OEM) in dit segment de toegang tot een alternatieve bron van chipsets voor hun mobiele telefoons werd ontnomen en de keuze voor de consument werd beperkt.

(12)

De prijsstelling door Qualcomm vond plaats toen Icera zich op de markt begon te manifesteren als betrouwbare leverancier van toonaangevende UMTS-chipsets, wat een toenemende bedreiging vormde voor de activiteiten van Qualcomm op de markt voor chipsets. Om ervoor te zorgen dat de activiteiten van Icera niet zodanig zouden groeien dat de marktpositie van Qualcomm in gevaar zou komen, heeft Qualcomm preventieve maatregelen genomen in de vorm van prijsconcessies die gericht waren op twee klanten van strategisch belang, Huawei en ZTE, omdat zij van mening was dat de ontwikkelingsperspectieven van Icera afhankelijk waren van haar vermogen een zakelijke relatie op te bouwen met een van deze bedrijven. De preventieve maatregelen van Qualcomm waren gebaseerd op een strategie rond drie toonaangevende chipsets die met de destijds meest geavanceerde chipsets van Icera concurreerden. Deze maatregelen hadden met name tot doel de sterke positie van Qualcomm te beschermen in het marktsegment waarin grote hoeveelheden chipsets worden verkocht voor gebruik in mobiele telefoons — een segment dat Icera wilde betreden zodra zij vaste voet had gekregen in het segment van chipsets voor gebruik in mobiele breedbandtoestellen.

(13)

De analyse van de door Qualcomm aan Huawei en ZTE aangerekende prijzen en de kosten van Qualcomm voor de productie van deze chipsets wijst uit dat Qualcomm bepaalde hoeveelheden van deze chipsets onder de gemiddelde incrementele kosten op lange termijn heeft verkocht en, in elk geval, onder de gemiddelde totale kostprijs, en tevens een beperkte hoeveelheid op MDM6200 gebaseerde chipsets onder de gemiddelde variabele kostprijs heeft verkocht. Het resultaat van de prijs-kostenanalyse strookt met het interne bewijs van Qualcomm uit de onderzochte periode waaruit blijkt dat Qualcomm beoogde Icera van de markt uit te sluiten.

(14)

In het besluit wordt geconcludeerd dat Qualcomm geen geldige objectieve motivering heeft verstrekt of een doeltreffend verweer heeft gevoerd met betrekking tot haar gedrag.

(15)

In het besluit wordt geconcludeerd dat de verkopen van Qualcomm aan Huawei en ZTE tegen afbraakprijzen samen één enkele en voortdurende inbreuk vormen.

5.   Bevoegdheid

(16)

In het besluit wordt geconcludeerd dat de Commissie bevoegd is artikel 102 VWEU en artikel 54 van de EER-overeenkomst toe te passen op de inbreuk van Qualcomm, aangezien deze niet alleen is uitgevoerd maar ook onmiddellijke, wezenlijke en voorzienbare gevolgen kan hebben in de EER.

6.   Beïnvloeding van het handelsverkeer

(17)

In het besluit wordt geconcludeerd dat het gedrag van Qualcomm merkbare gevolgen heeft gehad voor het handelsverkeer tussen de lidstaten en tussen de partijen bij de EER-overeenkomst.

7.   Geldboetes en maatregelen

(18)

Op het moment van de vaststelling van het besluit is de inbreuk van Qualcomm beëindigd. Het besluit verbiedt Qualcomm echter de in het besluit beschreven gedraging te herhalen en verbiedt tevens elke handeling of elk gedrag met dezelfde of gelijkwaardige doelstellingen of effecten als het in het besluit beschreven gedrag.

(19)

De aan Qualcomm wegens de inbreuk opgelegde geldboete is berekend volgens de richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd. In het besluit wordt geconcludeerd dat het definitieve bedrag van de geldboete die aan Qualcomm wordt opgelegd 242 042 000 EUR moet bedragen.

(1)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).