26.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 108/442


P8_TA(2019)0300

Kader voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 27 maart 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012 en (EU) 2015/2365 (COM(2016)0856 — C8-0484/2016 — 2016/0365(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2021/C 108/37)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0856),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0484/2016),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Italiaanse Senaat, het Spaanse parlement en de Roemeense Senaat, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 20 september 2017 (1),

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 29 maart 2017 (2),

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0015/2018),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 372 van 1.11.2017, blz. 6.

(2)  PB C 209 van 30.6.2017, blz. 28.


P8_TC1-COD(2016)0365

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 27 maart 2019 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012 en (EU) nr. 2015/2365

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie (1),

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (3),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Financiële markten zijn van vitaal belang voor het functioneren van moderne economieën. Hoe geïntegreerder de markten zijn, hoe groter de kans dat economische middelen efficiënt worden toegewezen, hetgeen de economische prestaties ten goede kan komen . Er zijn echter procedures nodig ten behoeve van een betere werking van de eengemaakte markt op het gebied van financiële diensten om markttekortkomingen aan te pakken en om te voorkomen dat op de financiële markt actieve financiële instellingen of financiëlemarktinfrastructuren die in zwaar weer verkeren of op de rand van het faillissement balanceren, niet de gehele financiële markt ontwrichten en de groei in de brede economie fnuiken. Centrale tegenpartijen (ctp's) zijn cruciale spelers op de financiële markten waar ze zichzelf voor marktdeelnemers plaatsen als de koper voor elke verkoper en als de verkoper voor elke koper. Ze vervullen daarnaast een spilfunctie bij het verwerken van financiële transacties en het beheren van blootstellingen aan de diverse risico's die met deze transacties samenhangen. Ctp's handelen transacties en posities van tegenpartijen centraal af, komen de uit de transacties voortvloeiende verplichtingen na en ontvangen van hun leden toereikende zekerheden in de vorm van margin en bijdragen aan wanbetalingsfondsen.

(2)

Centrale tegenpartijen (ctp's) zijn cruciale spelers op de mondiale financiële markten waar ze zichzelf voor marktdeelnemers plaatsen als de koper voor elke verkoper en als de verkoper voor elke koper. Ze vervullen daarnaast een spilfunctie bij het verwerken van financiële transacties en het beheren van blootstellingen aan de diverse risico's die met deze transacties samenhangen. Ctp's handelen transacties en posities van tegenpartijen centraal af, komen de uit de transacties voortvloeiende verplichtingen na en vragen van hun leden toereikende zekerheden in de vorm van margin en bijdragen aan wanbetalingsfondsen.

(3)

De integratie van de financiële markten van de Unie heeft van ctp's — die in eerste instantie binnenlandse behoeften en markten afdekten — cruciale schakels voor de bredere financiële markten van de Unie gemaakt. In de Unie erkende ctp's clearen momenteel verschillende productcategorieën, van beursgenoteerde en over-the-counter (otc) financiële en grondstoffenderivaten tot aandelen, obligaties en andere producten zoals repo's. Zij verrichten over de nationale grenzen diensten voor tal van financiële en andere instellingen in de hele Unie. Terwijl sommige in de Unie erkende ctp's zich blijven richten op de binnenlandse markt, zijn ze op hun thuismarkten allemaal systeemrelevant.

(4)

Aangezien een significant deel van het financiële risico in het financiële stelsel van de Unie voor rekening van clearingleden en hun cliënten wordt verwerkt door en geconcentreerd is bij ctp's, zijn doeltreffende regelgeving en streng toezicht op ctp's van essentieel belang. Op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4), die van kracht is sinds augustus 2012, moeten ctp's voldoen aan strenge prudentiële, organisatorische en bedrijfsvoeringsnormen. De bevoegde autoriteiten zijn belast met het volledige toezicht op hun activiteiten, en werken samen in toezichtcolleges waarin de betrokken autoriteiten samenzitten om de hun toegewezen specifieke taken te vervullen. In aansluiting op de toezeggingen van de leiders van de G20 sinds de financiële crisis vereist Verordening (EU) nr. 648/2012 eveneens dat gestandaardiseerde otc-derivaten centraal worden gecleard door een ctp. Nu centrale clearing van otc-derivaten verplicht wordt, zullen ctp's wellicht steeds meer en diversere activiteiten moeten verrichten, hetgeen de risicobeheerstrategieën van ctp's extra op de proef kan stellen.

(5)

Verordening (EU) nr. 648/2012 heeft mee bewerkstelligd dat ctp's en de bredere financiële markten beter gewapend zijn tegen het brede scala van door ctp's verwerkte en geconcentreerde risico's. Geen enkel systeem van regels en praktijken kan echter voorkomen dat de huidige middelen niet geschikt zijn voor het beheer van risico's voor de ctp, zoals een of meer wanbetalingen door clearingleden. In een scenario van ernstige moeilijkheden of een dreigend faillissement moeten in beginsel steeds de normale insolventieprocedures worden toegepast op financiële instellingen. In de financiële crisis is echter gebleken dat deze procedures, met name tijdens een periode van langdurige economische instabiliteit en onzekerheid, kritieke functies voor de economie kunnen verstoren en de financiële stabiliteit in gevaar kunnen brengen. Met normale insolventieprocedures voor ondernemingen kan misschien niet altijd snel genoeg worden ingegrepen of voldoende aandacht worden besteed aan het handhaven van de kritieke functies van financiële instellingen om zo de financiële stabiliteit te bewaren. Om die nadelen van normale insolventieprocedures te voorkomen, moet een speciaal afwikkelingskader voor ctp's worden ontwikkeld.

(6)

Tijdens de crisis is ook duidelijk geworden dat het mangelt aan geschikte instrumenten om de kritieke functies van faillerende financiële instellingen te vrijwaren. Ook bleken er geen kaders te bestaan voor samenwerking en coördinatie tussen autoriteiten, vooral tussen in verschillende lidstaten of rechtsgebieden gevestigde autoriteiten, om snel en doortastend te kunnen optreden. Zonder dergelijke instrumenten en bij gebrek aan samenwerking en coördinatie zagen de lidstaten zich verplicht financiële instellingen met belastinggeld te redden om besmetting te voorkomen en paniek in te dijken. Hoewel ctp's geen rechtstreekse openbare financiële steun tijdens de crisis hebben ontvangen, hebben ze onrechtstreeks wel baat gehad bij de reddingsmaatregelen voor banken en heeft de situatie van noodlijdende banken geen vat op hen gehad. Bijgevolg is een kader voor herstel en afwikkeling van ctp's noodzakelijk om te voorkomen dat in geval van een wanordelijk faillissement van ctp's een beroep wordt gedaan op belastinggeld. Dat kader moet er ook rekening mee houden dat ctp's om andere redenen dan wanbetaling door een of meer van hun clearingleden in afwikkeling kunnen worden geplaatst.

(7)

Een geloofwaardig kader voor herstel en afwikkeling moet, in de ruimst mogelijke mate, verzekeren dat ctp's maatregelen vastleggen om financiële moeilijkheden te boven te komen, om hun kritieke functies in geval van een faillissement of waarschijnlijk faillissement te handhaven, terwijl de resterende activiteiten volgens normale insolventieprocedures worden geliquideerd, en om de financiële stabiliteit te vrijwaren, met zo weinig mogelijk kosten voor de eindcliënt en de belastingbetaler. Dankzij een dergelijk herstel- en afwikkelingskader zullen ctp's en autoriteiten beter gewapend zijn om financiële stress te verminderen en krijgen autoriteiten meer zicht op de paraatheid van ctp's in stressscenario's. Het kader verleent de autoriteiten ook bevoegdheden om de mogelijke afwikkeling van een ctp voor te bereiden, een noodlijdende ctp op gecoördineerde wijze aan te pakken en aldus bij te dragen tot de goede werking van de financiële markten.

(8)

Momenteel bestaan er geen geharmoniseerde bepalingen voor herstel en afwikkeling van ctp's in de Unie. Sommige lidstaten hebben reeds wetswijzigingen doorgevoerd die ctp's verplichten herstelplannen uit te werken en mechanismen voor de afwikkeling van faillerende ctp's instellen. Bovendien zijn er aanzienlijke inhoudelijke en procedurele verschillen tussen de lidstaten met betrekking tot de wetten, regels en administratieve voorschriften die in de lidstaten voor de insolventie van ctp's gelden. Het ontbreken van gemeenschappelijke voorwaarden, bevoegdheden en procedures voor herstel en afwikkeling van ctp's vormt wellicht zowel in de Unie als in de rest van de wereld een belemmering voor een soepele werking van de interne markt, de samenwerking tussen nationale autoriteiten bij de aanpak van het faillissement van een ctp en het gebruik van passende mechanismen voor de toewijzing van verliezen aan haar leden. Dit geldt in het bijzonder in gevallen waarin verschillende benaderingen ertoe leiden dat nationale autoriteiten niet beschikken over dezelfde mate van zeggenschap of hetzelfde vermogen om ctp's af te wikkelen. Deze verschillen in herstel- en afwikkelingsregelingen kunnen uiteenlopende gevolgen hebben voor de ctp's en hun leden in de lidstaten, waardoor de mededinging op de interne markt kan worden verstoord. Het ontbreken van gemeenschappelijke regels en instrumenten voor het aanpakken van de financiële moeilijkheden of het faillissement van een ctp kan de keuze van deelnemers om te clearen en de keuze van een ctp om zich ergens te vestigen beïnvloeden, zodat ctp's hun fundamentele vrijheden op de eengemaakte markt niet optimaal kunnen benutten. Ook kan de grensoverschrijdende toegang van deelnemers tot ctp's op de interne markt hierdoor worden ontmoedigd en de verdere integratie van de Europese kapitaalmarkten worden tegengewerkt. Daarom zijn in alle lidstaten gemeenschappelijke regels voor herstel en afwikkeling nodig om ervoor te zorgen dat ctp's in de uitoefening van hun internemarktvrijheden niet worden beperkt door de financiële capaciteit van lidstaten en hun autoriteiten om faillissementen van ctp's te beheren.

(9)

De herziening van het regelgevingskader voor banken en andere financiële instellingen in de nasleep van de crisis, en met name de versterking van de kapitaal- en liquiditeitsbuffers van de banken, betere instrumenten voor macroprudentieel beleid en alomvattende regels voor het herstel en de afwikkeling van banken, hebben toekomstige crises minder waarschijnlijk gemaakt en alle financiële instellingen en marktinfrastructuren, met inbegrip van ctp's, beter bestand gemaakt tegen economische stress als gevolg van systeemstoringen of gebeurtenissen die specifiek zijn voor individuele instellingen. Sinds 1 januari 2015 is een herstel- en afwikkelingsregeling van toepassing voor banken in alle lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (5).

(10)

Voortbouwend op de aanpak voor het herstel en de afwikkeling van banken moeten de bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten zich voorbereiden en over de nodige herstel- en afwikkelingsinstrumenten beschikken om het hoofd te kunnen bieden aan situaties zoals faillissementen van ctp's. Op grond van hun verschillen in functies en bedrijfsmodellen kennen banken en ctp's echter niet dezelfde risico's. Er is dan ook behoefte aan specifieke instrumenten en bevoegdheden voor ctp's die failliet gaan door het faillissement van hun clearingleden of om andere redenen dan wanbetaling.

(11)

Een verordening is noodzakelijk om de bij Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde werkwijze aan te vullen en uit te breiden, waarbij is voorzien in eenvormige prudentiële voorschriften voor ctp's. Een richtlijn met voorschriften voor herstel en afwikkeling zou namelijk aanleiding kunnen geven tot inconsistenties als gevolg van verschillende nationale wetgevingen op een gebied dat anderszins valt onder rechtstreeks toepasselijk Unierecht en dat in toenemende mate wordt gekenmerkt door grensoverschrijdende dienstverrichting door ctp's. Daarom ligt het voor de hand ook uniforme en rechtstreeks toepasselijke regels voor herstel en afwikkeling van ctp's vast te stellen.

(12)

Om samenhang met bestaande Uniewetgeving op het gebied van financiële diensten te verzekeren en omwille van maximale financiële stabiliteit in de hele Unie zou de regeling voor herstel en afwikkeling moeten gelden voor alle ctp's die vallen onder de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde prudentiële voorschriften, ongeacht of ze over een bankvergunning beschikken of niet. Hoewel de risicoprofielen van uiteenlopende ondernemingsstructuren van elkaar kunnen verschillen, worden alle ctp's in deze verordening behandeld als onafhankelijke entiteiten, om het even hoe de groep of markt waarvan zij deel uitmaken is gestructureerd, om er voor te zorgen dat een ctp over een op zichzelf staand herstel- en afwikkelingsplan beschikt, ongeacht de structuur van de groep waarvan de ctp deel uitmaakt. Dit geldt met name voor de verplichting om op het niveau van de entiteit voldoende financiële middelen aan te houden om problemen die zich als gevolg van wanbetaling of om andere redenen voordoen, te boven te komen.

(13)

Om een efficiënte en effectieve toepassing van afwikkelingsmaatregelen te waarborgen, overeenkomstig de afwikkelingsdoelstellingen, moeten de lidstaten voor het uitvoeren van afwikkelingsfuncties en -taken overheidsorganen of autoriteiten aanwijzen waaraan bevoegdheden van openbaar bestuur zijn verleend. De lidstaten moeten er ook zorg voor dragen dat aan deze afwikkelingsautoriteiten voldoende middelen worden toegekend. Indien een lidstaat de voor het prudentiële toezicht op ctp's verantwoordelijke autoriteit als afwikkelingsautoriteit aanwijst, moet de onafhankelijkheid van het besluitvormingsproces worden gewaarborgd en moeten alle nodige regelingen worden getroffen om de toezicht- en de afwikkelingsfunctie te scheiden teneinde belangenconflicten en het risico op gedoogbeleid te voorkomen.

(14)

In het licht van de gevolgen die het faillissement van een ctp en de daaropvolgende maatregelen kunnen hebben voor het financiële stelsel en de economie van een lidstaat en de mogelijke uiteindelijke noodzaak om in een crisis als laatste redmiddel overheidsmiddelen in te zetten, moeten de ministeries van Financiën of andere bevoegde ministeries in de lidstaten in een vroeg stadium nauw betrokken worden bij het proces van herstel en afwikkeling.

(15)

Aangezien ctp's vaak in de hele EU diensten verrichten, vereist een doeltreffend herstel- en afwikkelingsproces samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten binnen toezicht- en afwikkelingscolleges, met name tijdens de voorbereidende stadia van herstel en afwikkeling. Dat behelst het beoordelen van door de ctp ontwikkelde herstelplannen, het beoordelen van door de afwikkelingsautoriteit van de ctp opgestelde afwikkelingsplannen en het aanpakken van mogelijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid.

(16)

Bij het afwikkelen van ctp's moet een evenwicht worden betracht tussen, enerzijds, de behoefte aan procedures die met de spoedeisendheid van de situatie rekening houden en efficiënte, billijke en tijdige oplossingen mogelijk maken en, anderzijds, de noodzaak om de financiële stabiliteit te vrijwaren in alle lidstaten waar de ctp diensten verricht. De instanties waarvan de bevoegdheden door het faillissement van een ctp zouden worden aangesproken, dienen in het afwikkelingscollege van gedachten te wisselen om deze doelstellingen te bereiken. Om te zorgen voor regelmatige gedachtewisseling en coördinatie met de betrokken autoriteiten van derde landen moeten deze indien nodig worden uitgenodigd om als waarnemers deel te nemen in afwikkelingscolleges. Autoriteiten moeten altijd rekening houden met de gevolgen van hun besluiten voor de financiële stabiliteit in de lidstaten waar de ctp activiteiten verricht die kritiek of belangrijk zijn voor lokale financiële markten, ook waar clearingleden zich bevinden en waar gekoppelde handelsplatformen en financiëlemarktinfrastructuren zijn gevestigd.

(16 bis)

Gezien de grensoverschrijdende aard van sommige activiteiten van ctp's kunnen besluiten van afwikkelingsautoriteiten ook in andere rechtsgebieden economische en fiscale gevolgen hebben. Voor zover redelijkerwijze mogelijk moet bij herstel- en afwikkelingsprocedures met die grensoverschrijdende gevolgen rekening worden gehouden zonder echter de soevereiniteit van de belastingautoriteiten in andere rechtsgebieden aan te tasten.

(17)

De ESMA moet ter voorbereiding van de besluiten in de context van haar taakomschrijving en met het oog op een zo breed mogelijke betrokkenheid van de EBA en haar leden bij de voorbereiding van deze besluiten een intern afwikkelingscomité oprichten en de bevoegde autoriteiten van de EBA uitnodigen om deel te nemen als waarnemer in dat comité.

(18)

Om het mogelijke faillissement van een ctp op doeltreffende en evenredige wijze aan te pakken, moeten de autoriteiten rekening houden met een aantal factoren bij de uitoefening van hun herstel- en afwikkelingsbevoegdheden, zoals de aard van de bedrijfsactiviteit van de ctp, haar juridische en organisatiestructuur , risicoprofiel, omvang, juridische status en verwevenheid met het financiële stelsel. Voorts dienen de autoriteiten rekening te houden met de vraag of een faillissement en de daaropvolgende afwikkeling van de ctp volgens normale insolventieprocedures significante negatieve gevolgen voor de financiële markten, voor andere financiële instellingen of voor de economie in ruimere zin zouden hebben.

(19)

Om op efficiënte wijze met faillerende ctp's te kunnen omgaan, moeten de autoriteiten de bevoegdheid hebben om ctp's voorbereidende en preventieve maatregelen op te leggen. Er moet een minimumnorm worden vastgesteld met betrekking tot de inhoud en de informatie die in herstelplannen moeten worden opgenomen om ervoor te zorgen dat alle ctp's in de Unie over voldoende gedetailleerde herstelplannen beschikken mochten ze met financiële moeilijkheden worden geconfronteerd. Deze plannen moeten voorzien in passende scenario's die zowel rekening houden met stress op systeemniveau als met stresssituaties van specifieke ctp's. De scenario's moeten rekening houden met extremere stresssituaties dan die welke in aanmerking worden genomen bij de reguliere stresstests als bedoeld in hoofdstuk XII van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie, maar toch plausibel blijven, zoals een faillissement van verdere clearingleden naast de twee clearingleden ten overstaan waarvan het positierisico van de ctp het grootst is en een of meer andere ctp's. Het herstelplan moet deel uitmaken van de met de clearingleden contractueel overeengekomen werkingsregels van de ctp. Deze werkingsregels moeten voorts bepalingen bevatten die verzekeren dat de in het plan beschreven maatregelen in elk scenario kunnen worden toegepast. Herstelplannen mogen niet uitgaan van ▌ openbare financiële steun of belastingbetalers aan mogelijk verlies blootstellen.

(19 bis)

De herstelplannen moeten passende stimulansen bevatten opdat ctp's, clearingleden en cliënten de situatie niet verder laten verslechteren en samenwerking aanmoedigen. Om de geloofwaardigheid van dit systeem van stimulansen te waarborgen, mag slechts van het herstelplan worden afgeweken nadat de bevoegde autoriteit ermee heeft ingestemd.

(20)

Ctp's moeten hun herstelplannen voorbereiden en regelmatig bijwerken. ▌ De herstelfase in dit verband moet van start gaan wanneer de financiële situatie van de ctp significant verslechtert of wanneer de prudentiële vereisten in het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012 dreigen te worden geschonden. Dit moet worden aangegeven aan de hand van een in het herstelplan opgenomen kader met kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren.

(20 bis)

Herstelplannen moeten ervoor zorgen dat de herstelinstrumenten worden gebruikt in een volgorde die een evenwichtige verdeling van de verliezen tussen de ctp's, de clearingleden en hun cliënten waarborgt. Als algemeen beginsel moeten verliezen tussen de ctp's, clearingleden en hun cliënten worden verdeeld naargelang hun vermogen om de risico's te beheersen. De bedoeling hiervan is degelijke stimulansen te bieden en te zorgen voor een billijke verliestoewijzing, en daarom moet ook de verliestoewijzing voor niet met wanbetaling verband houdende verliezen evenredig zijn aan de mate van verantwoordelijkheid die de betrokken belanghebbenden dragen. Herstelplannen moeten ervoor zorgen dat het kapitaal van de ctp wordt gebruikt om de eerste verliezen te dekken in gevallen van wanbetaling en nog meer in gevallen van niet-wanbetaling. Er moet worden voorzien in een ruime opvang van de verliezen door de clearingleden voordat instrumenten worden gebruikt die verliezen aan cliënten toewijzen.

(21)

De ctp moet haar herstelplan voorleggen aan de bevoegde autoriteiten en aan het bij Verordening (EU) nr. 648/2012 ingestelde toezichtcollege met het oog op een volledige beoordeling ervan die bij gezamenlijk besluit van het college wordt bereikt. Bij deze beoordeling moet worden nagegaan of het plan allesomvattend is en de levensvatbaarheid van de ctp daadwerkelijk en tijdig kan herstellen, ook in tijden van zware financiële stress.

(22)

Herstelplannen moeten een volledige beschrijving omvatten van de maatregelen die de ctp zou nemen om niet-gematchte bestaande verplichtingen, ongedekte verliezen, liquiditeitstekorten of kapitaalgebrek aan te pakken, alsook van de maatregelen om uitgeputte voorgefinancierde financiële middelen aan te vullen en liquiditeitsregelingen om de levensvatbaarheid van de ctp te herstellen en haar in staat te stellen aan haar vergunningsvereisten te blijven voldoen en moeten daartoe voorzien in een voldoende grote verliesabsorptiecapaciteit. Er moeten alomvattende instrumenten worden ingezet. Elk instrument moet betrouwbaar zijn, snel werken en op een solide rechtsgrondslag stoelen. De herstelinstrumenten moeten passende stimulansen bieden voor ctp's, aandeelhouders, leden en hun cliënten om de risico's te beheersen die zij in het stelsel introduceren of lopen, het nemen en beheersen van risico's door de ctp te bewaken en deel te nemen aan het wanbetalingsbeheer.

(22 bis)

In de herstelplannen moet uitdrukkelijk worden vermeld welke maatregelen door de ctp moeten worden genomen in het geval van cyberaanvallen die potentieel tot een aanzienlijke verslechtering van de financiële situatie ervan kunnen leiden of die het risico inhouden dat de ctp niet kan voldoen aan de prudentiële vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012.

(23)

Ctp's moeten verzekeren dat de plannen niet-discriminerend en evenwichtig zijn met betrekking tot de gevolgen en stimulansen die ze creëren. Ze mogen clearingleden of cliënten niet op onevenredige wijze benadelen. Meer bepaald moeten ctp's er op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 voor zorgen dat hun clearingleden beperkte risicoposities hebben op de ctp. Ze moeten waarborgen dat alle relevante belanghebbenden via hun vertegenwoordiging in het risicocomité van de ctp naargelang het geval worden betrokken bij de opstelling van het herstelplan en naar behoren worden geraadpleegd. Aangezien de standpunten van de belanghebbenden kunnen verschillen, dienen ctp's duidelijke procedures vast te stellen voor het beheer van de diversiteit van standpunten van de belanghebbenden en van eventuele belangenconflicten tussen belanghebbenden en de ctp.

(23 bis)

Ctp's moeten ervoor zorgen dat cliënten van niet in gebreke blijvende clearingleden een passende compensatie ontvangen indien in het kader van het herstelproces een beroep wordt gedaan op hun activa.

(24)

Gezien het mondiale karakter van de door ctp's bediende markten moet ervoor worden gezorgd dat een ctp waar nodig de herstelmogelijkheden kan toepassen op contracten of activa die vallen onder wetgeving van een derde land, of op in derde landen gevestigde entiteiten. Daarom moeten de werkingsregels van de ctp contractuele bepalingen omvatten om dit te waarborgen .

(25)

Wanneer een ctp geen deugdelijk herstelplan voorlegt, moeten de bevoegde autoriteiten kunnen verlangen dat de ctp de nodige maatregelen neemt om de wezenlijke tekortkomingen van het plan te verhelpen met het oog op de versterking van de bedrijfsactiviteit van de ctp en om te verzekeren dat zij haar kapitaal kan herstellen of haar portefeuille bij een faillissement kan matchen. Dat moet de bevoegde autoriteiten in staat stellen om preventieve maatregelen te treffen in de mate die nodig is om tekortkomingen aan te pakken en aldus de doelstelling van financiële stabiliteit te verwezenlijken.

(25 bis)

Wanneer een ctp in herstel bij niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten instrumenten voor positie- en verliestoewijzing heeft toegepast, die verder gaan dan de trapsgewijze dekking van verliezen uit Verordening (EU) nr. 648/2012, en afwikkeling daardoor is vermeden, moet de bevoegde autoriteit, zodra de gematchte portefeuille is hersteld, de ctp kunnen verplichten om de door de deelnemers geleden schade te vergoeden via betalingen in contanten of, waar passend, de ctp kunnen verplichten om eigendomsinstrumenten in de toekomstige winsten van de ctp uit te geven.

(26)

Afwikkelingsplanning is een essentieel onderdeel van een doeltreffende afwikkeling. De plannen moeten door de afwikkelingsautoriteit van de ctp worden opgesteld en door de betrokken autoriteiten van het afwikkelingscollege gezamenlijk worden overeengekomen. De autoriteiten moeten over alle informatie beschikken die nodig is om te bepalen welke de kritieke functies zijn en de voortzetting ervan te garanderen. De werkingsregels van de ctp die contractueel worden overeengekomen met clearingleden, moeten bepalingen bevatten die de afwikkelingsmaatregelen van de afwikkelingsautoriteiten afdwingbaar maken, met inbegrip van cash calls bij afwikkeling.

(27)

Afwikkelingsautoriteiten moeten, op basis van de beoordeling van de afwikkelbaarheid, de bevoegdheid hebben om, direct of indirect via de bevoegde autoriteit, wijzigingen in de juridische structuur en organisatie van ctp's te eisen, maatregelen te nemen die noodzakelijk en evenredig zijn om wezenlijke belemmeringen voor het gebruik van afwikkelingsinstrumenten te beperken of weg te nemen en de afwikkelbaarheid van de betrokken entiteiten te waarborgen.

(28)

In het geval van afwikkelingsplannen en beoordelingen van de afwikkelbaarheid is de noodzaak om snelle herstructureringsmaatregelen te nemen om de kritieke functies van een ctp te waarborgen en de financiële stabiliteit te vrijwaren, belangrijker dan routineuze toezichtactiviteiten. Bij een verschil van mening tussen de leden van het afwikkelingscollege over besluiten die moeten worden genomen met betrekking tot het afwikkelingsplan van de ctp, de beoordeling van de afwikkelbaarheid van de ctp en het besluit om belemmeringen hiervoor weg te nemen, moet de ESMA overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 als bemiddelaar optreden. Dergelijke bindende bemiddeling door de ESMA moet niettemin worden voorbereid en door een intern comité van de ESMA worden getoetst, gezien de bevoegdheden van de ESMA-leden om voor financiële stabiliteit te zorgen en toezicht te houden op de clearingleden in verschillende lidstaten. Sommige uit hoofde van de EBA-verordening bevoegde autoriteiten moeten worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen in het intern comité van de ESMA aangezien deze autoriteiten uit hoofde van Richtlijn 2014/59/EU soortgelijke taken uitvoeren. Dergelijke bindende bemiddeling moet de mogelijkheid tot niet-bindende bemiddeling overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 in andere gevallen onverlet laten.

(29)

▌ Afhankelijk van de structuur van de groep waarvan de ctp deel uitmaakt, kan het nodig zijn in het herstelplan voor de ctp de voorwaarden op te nemen waaronder vrijwillige contractuele of andere bindende afspraken, zoals concerngaranties, zeggenschapsovereenkomsten en overeenkomsten inzake winstpooling of andere vormen van operationele ondersteuning door een moederonderneming of een andere groepsentiteit aan een ctp van dezelfde groep van toepassing worden . Transparantie over dergelijke regelingen zou de risico's beperken voor de liquiditeit en de solvabiliteit van de groepsentiteit die steun verleent aan een ctp in financiële moeilijkheden. Elke wijziging in deze regelingen moet ten behoeve van de beoordeling van het herstelplan als een wezenlijke wijziging worden beschouwd.

(30)

Gezien het gevoelige karakter van de informatie in de herstel- en afwikkelingsplannen moeten deze plannen aan passende vertrouwelijkheidsvoorschriften voldoen.

(31)

De bevoegde autoriteiten moeten de herstelplannen en alle wijzigingen daarvan meedelen aan de betrokken afwikkelingsautoriteiten, en de laatstgenoemde moeten de afwikkelingsplannen en alle wijzigingen daarvan meedelen aan de bevoegde autoriteiten, zodat alle betrokken autoriteiten steeds volledig op de hoogte worden gehouden.

(32)

Ter vrijwaring van de financiële stabiliteit is het noodzakelijk dat de bevoegde autoriteiten de verslechterende financiële en economische situatie van een ctp kunnen verhelpen voordat de ctp het punt bereikt waarop de autoriteiten geen andere mogelijkheid meer hebben dan deze af te wikkelen, of de ctp op een andere koers kunnen brengen wanneer haar maatregelen de algehele financiële stabiliteit kunnen bedreigen. Daarom moeten aan de bevoegde autoriteiten bevoegdheden tot vroegtijdige interventie worden verleend ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit of voor de belangen van cliënten die de toepassing van bepaalde maatregelen door de ctp met zich mee kan brengen. Deze bevoegdheden moeten aan de bevoegde autoriteiten worden verleend in aanvulling op de bevoegdheden die ze overeenkomstig het nationale recht van een lidstaat of op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 hebben ontvangen voor andere omstandigheden dan vroegtijdige interventie. De bevoegdheden tot vroegtijdige interventie behelzen de bevoegdheid om het vergoeden van kapitaal en als kapitaal aangemerkte instrumenten te beperken of te verbieden voor zover dat mogelijk is zonder onmiddellijk tot wanbetaling te leiden, met inbegrip van dividenduitkeringen en terugkopen door de ctp, en maken het mogelijk betalingen van variabele beloningen overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU en EBA-richtsnoer EBA/GL/2015/22, discretionaire pensioenen of vertrekvergoedingen aan het management te beperken, verbieden of bevriezen.

(33)

Tijdens de stadia van herstel en vroegtijdige interventie moeten de aandeelhouders hun rechten volledig behouden. Zij verliezen deze rechten wanneer de ctp eenmaal in staat van afwikkeling verkeert. Het vergoeden van kapitaal en als kapitaal aangemerkte instrumenten, met inbegrip van dividenduitkeringen en terugkopen door de ctp, moet in het herstelstadium in de mate van het mogelijke worden beperkt of verboden.

(34)

Het afwikkelingskader moet voorzien in tijdige afwikkeling vooraleer een ctp insolvent wordt verklaard. Een ctp moet worden geacht te failleren of waarschijnlijk te failleren wanneer zij de vereisten om haar vergunning te behouden overtreedt of het waarschijnlijk is dat zij deze in de nabije toekomst zal overtreden, wanneer het herstel haar niet opnieuw levensvatbaar heeft gemaakt, wanneer de activa van de ctp geringer zijn of waarschijnlijk in de nabije toekomst geringer zullen zijn dan haar passiva, wanneer de ctp niet in staat is of waarschijnlijk in de nabije toekomst niet in staat zal zijn haar schulden te betalen wanneer deze opeisbaar worden, of wanneer de ctp openbare financiële steun nodig heeft. Dat een ctp niet voldoet aan alle vergunningsvoorwaarden is op zich echter geen grond voor afwikkeling. Met het oog op tijdige afwikkeling mag een besluit van een afwikkelingsautoriteit om de overgang van herstel naar afwikkeling te versnellen alleen op inhoudelijke gronden worden aangevochten als dit besluit willekeurig en onredelijk was wanneer het werd genomen, op basis van de op dat moment beschikbare informatie.

(35)

Het feit dat een ctp noodliquiditeitssteun van een centrale bank ontvangt, indien een dergelijke faciliteit beschikbaar is, mag op zich geen omstandigheid zijn die aantoont dat de ctp niet in staat is of in de nabije toekomst niet in staat zal zijn aan haar verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden. Om de financiële stabiliteit te vrijwaren, met name in het geval van een systemisch liquiditeitstekort, mogen staatsgaranties met betrekking tot liquiditeitsfaciliteiten van centrale banken, dan wel staatsgaranties met betrekking tot nieuwe verplichtingen teneinde een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat te verhelpen, geen aanleiding geven tot activering van het afwikkelingskader, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan.

(36)

Wanneer een ctp aan de voorwaarden voor afwikkeling voldoet, moet de afwikkelingsautoriteit van de ctp beschikken over een geharmoniseerd geheel van afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden. Het gebruik daarvan moet gebonden zijn aan gemeenschappelijke voorwaarden, doelstellingen en algemene beginselen. Het gebruik van aanvullende instrumenten en bevoegdheden door afwikkelingsautoriteiten moet stroken met de afwikkelingsbeginselen en -doelstellingen. Het gebruik van deze instrumenten en bevoegdheden mag in het bijzonder geen afbreuk doen aan de doeltreffende afwikkeling van grensoverschrijdende groepen. Gezien de doelstelling om het gebruik van openbare middelen in de mate van het mogelijke te vermijden en aangezien het moeilijk te voorspellen is in welke ernstige crisis de afwikkelingsautoriteit precies maatregelen zal moeten nemen, mag geen enkel afwikkelingsinstrument vooraf worden uitgesloten. Teneinde moreel risico aan te pakken en de belastingbetaler beter te beschermen, dienen de bevoegde autoriteiten vooraf duidelijke en omvattende maatregelen vast te stellen om deze middelen voor zover mogelijk terug te vorderen van de clearingdeelnemers.

(37)

De afwikkeling moet voornamelijk tot doel hebben de continuïteit van kritieke functies te waarborgen, negatieve gevolgen voor de financiële stabiliteit te voorkomen en overheidsmiddelen te beschermen ▌.

(38)

De kritieke functies van een faillerende ctp moeten worden gehandhaafd, weliswaar in geherstructureerde vorm met — waar passend — wijzigingen in het management, door het gebruik van afwikkelingsinstrumenten als going concern waarbij zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van particuliere middelen. Dit doel kan worden verwezenlijkt door middel van verkoop van de ctp aan of fusie ervan met een solvabele derde partij, of door herstructurering of afschrijving van de contracten en verplichtingen van de ctp via de toewijzing van verliezen en de overdracht van posities van het in gebreke gebleven lid naar niet in gebreke blijvende leden, of door een herkapitalisatie van de ctp via afschrijving van haar aandelen of afschrijving en omzetting van haar schuld in eigen vermogen . Overeenkomstig de doelstelling om de kritieke functies van de ctp te handhaven en alvorens de hierboven beschreven maatregelen te nemen, moet de afwikkelingsautoriteit overwegen bestaande en uitstaande contractuele verplichtingen van de ctp , waaronder in het bijzonder contractuele verplichtingen van clearingleden om aan cash calls te voldoen of om posities van in gebreken gebleven clearingleden in te nemen, zij het via een veiling of overeenkomstig een andere in de werkingsregels van de ctp overeengekomen regeling, en bestaande en uitstaande contractuele verplichtingen die andere partijen dan clearingleden verplichten tot enige vorm van financiële steun, te doen nakomen. De afwikkelingsautoriteit moet ervoor zorgen dat deze contractuele verplichtingen worden nagekomen overeenkomstig de wijze waarop deze zouden worden gehonoreerd in het kader van een normale insolventieprocedure.

(39)

Snel en kordaat optreden is vereist om het marktvertrouwen in stand te houden en besmetting zoveel mogelijk te beperken. Wanneer aan de voorwaarden voor afwikkeling is voldaan, mag de afwikkelingsautoriteit van de ctp niet talmen met het nemen van passende en gecoördineerde afwikkelingsmaatregelen in het algemeen belang. Het faillissement van een ctp kan plaatsvinden onder omstandigheden die een onmiddellijk optreden van de bevoegde afwikkelingsautoriteit vereisen. Daarom moet die autoriteit afwikkelingsmaatregelen kunnen nemen ondanks de uitvoering van herstelmaatregelen door de ctp of zonder eerst de bevoegdheden tot vroegtijdige interventie te moeten uitoefenen.

(40)

Wanneer zij afwikkelingsmaatregelen neemt, moet de afwikkelingsautoriteit van de ctp rekening houden met en gevolg geven aan de maatregelen waarin de afwikkelingsplannen voorzien en die tot stand zijn gekomen in het afwikkelingscollege, tenzij de afwikkelingsautoriteit, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, van oordeel is dat de doelstellingen op doeltreffender wijze kunnen worden verwezenlijkt door maatregelen waarin de afwikkelingsplannen niet voorzien. De afwikkelingsautoriteit stelt het afwikkelingscollege onmiddellijk in kennis van de afwikkelingsmaatregelen die zij voornemens is te nemen, met name indien deze maatregelen afwijken van het plan.

(41)

Er mag enkel in eigendomsrechten worden ingegrepen indien dat in verhouding staat tot het risico voor de financiële stabiliteit. Afwikkelingsinstrumenten dienen daarom alleen te worden toegepast op ctp's die voldoen aan de voorwaarden voor afwikkeling, vooral wanneer zulks noodzakelijk is om de doelstelling van financiële stabiliteit in het openbaar belang na te streven. Aangezien afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden de rechten van aandeelhouders, clearingleden, hun cliënten en ruimere schuldeisers kunnen aantasten, mogen afwikkelingsmaatregelen enkel worden genomen wanneer het openbaar belang dit vereist en moet elke aantasting van deze rechten verenigbaar zijn met het Handvest. Met name wanneer schuldeisers die tot dezelfde categorie behoren, in het kader van een afwikkelingsmaatregel anders behandeld worden, moeten dergelijke verschillen door het algemeen belang worden gerechtvaardigd en evenredig zijn met de te voorkomen risico's, en mag direct noch indirect onderscheid worden gemaakt op grond van nationaliteit.

(42)

Getroffen aandeelhouders, clearingleden en schuldeisers mogen geen grotere verliezen lijden dan de verliezen die zij zouden hebben geleden indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en zij in plaats daarvan zouden zijn onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels of indien de ctp volgens normale insolventieprocedures was geliquideerd. In geval van een gedeeltelijke overdracht van activa van een ctp in afwikkeling aan een particuliere koper of aan een overbruggings-ctp, moet het resterende deel van de ctp in afwikkeling volgens een normale insolventieprocedure worden geliquideerd.

(43)

Ter bescherming van het recht van aandeelhouders, ▌ schuldeisers , clearingleden en hun cliënten moeten er duidelijke verplichtingen betreffende de waardering van de activa en de passiva van de ctp worden vastgesteld en betreffende de waardering van de behandeling die deze partijen zouden hebben genoten indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen. Het moet mogelijk zijn om reeds tijdens de herstelfase met een dergelijke waardering te beginnen. Voordat een afwikkelingsmaatregel wordt genomen, moet er een eerlijke en realistische waardering van de activa en de passiva van de ctp worden uitgevoerd , met inbegrip van een bepaling van de prijs tegen welke contracten van de ctp zouden worden beëindigd, waarbij rekening moet worden gehouden met de marktvolatiliteit en de liquiditeitssituatie op de markt ten tijde van de afwikkeling . Een dergelijke waardering dient vatbaar te zijn voor beroep maar alleen samen met het afwikkelingsbesluit. Daarnaast zou er, in sommige gevallen, na toepassing van de afwikkelingsinstrumenten een vergelijking moeten worden gemaakt tussen de behandeling die aandeelhouders, schuldeisers , clearingleden en hun cliënten daadwerkelijk hebben genoten en de behandeling die zij zouden hebben genoten indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en zij in plaats daarvan waren onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels of normale insolventieprocedures , rekening houdend met alle waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust . Wanneer aandeelhouders, schuldeisers , clearingleden en hun cliënten ter betaling van of als compensatie voor hun vorderingen minder hebben ontvangen dan het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en zij in plaats daarvan waren onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels , rekening houdend met alle waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust , moeten zij in bepaalde gevallen aanspraak kunnen maken op de betaling van het verschil. Bij de berekening van het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen, mag niet worden uitgegaan van de toewijzing van openbare financiële steun. Anders dan bij de waardering die vóór de afwikkelingsmaatregel plaatsvindt, moet het mogelijk zijn deze vergelijking los van het afwikkelingsbesluit te betwisten. De lidstaten dienen vrij te kunnen beslissen over de procedure om aandeelhouders, schuldeisers , clearingleden en hun cliënten te vergoeden voor alle vastgestelde verschillen in behandeling.

(44)

Met het oog op een doeltreffende afwikkeling moet het waarderingsproces de toe te wijzen verliezen zo nauwkeurig mogelijk bepalen zodat de ctp opnieuw een gematchte portefeuille van uitstaande posities kan vaststellen en lopende betalingsverplichtingen kan nakomen. De waardering van de activa en passiva van een faillerende ctp moet berusten op eerlijke, prudente en realistische aannamen op het moment dat de afwikkelingsinstrumenten worden toegepast. De financiële toestand van de ctp mag echter geen gevolgen hebben voor de waardering van de passiva. In spoedeisende situaties moeten afwikkelingsautoriteiten een snelle waardering van de activa of passiva van een faillerende ctp kunnen uitvoeren. Deze waardering dient voorlopig te zijn en te gelden totdat er een onafhankelijke waardering is uitgevoerd.

(45)

Bij de start van de afwikkeling moet de afwikkelingsautoriteit ervoor zorgen dat alle uitstaande contractuele verplichtingen van de ctp, de clearingleden en andere tegenpartijen , zoals beschreven in de werkingsregels van de ctp, met inbegrip van uitstaande herstelmaatregelen, worden nagekomen, tenzij het passender is een andere afwikkelingsbevoegdheid of ander afwikkelingsinstrument te gebruiken om negatieve gevolgen voor de financiële stabiliteit te matigen of om de kritieke functies van de ctp tijdig zeker te stellen. Verliezen moeten ▌ door wettelijke kapitaalinstrumenten worden opgevangen en op aandeelhouders worden verhaald, ofwel door de intrekking of overdracht van eigendomsinstrumenten, ofwel door ernstige verwatering , rekening houdend met verliezen die moeten worden opgevangen door uitstaande verplichtingen ten aanzien van de ctp te doen nakomen . Wanneer deze instrumenten niet volstaan, moeten de afwikkelingsautoriteiten bevoegd zijn om ongedekte schuld en ongedekte passiva af te schrijven, voor zover noodzakelijk, zonder afbreuk te doen aan de bredere financiële stabiliteit, in overeenstemming met hun rangorde op grond van het toepasselijke nationale insolventierecht.

(46)

Ingeval de uitvoering van herstelmaatregelen door de ctp de verliezen niet heeft beperkt en het evenwicht niet heeft hersteld, in de vorm van een gematchte portefeuille van uitstaande posities of volledig aangevulde voorgefinancierde middelen, of wanneer de afwikkelingsautoriteit heeft bepaald dat de uitvoering van deze maatregelen door de ctp nadelig zou zijn voor de financiële stabiliteit, moet de autoriteit haar bevoegdheid tot verlies- en positietoewijzing aanwenden om de uitstaande verliezen toe te wijzen, de ctp weer in evenwicht te brengen en de vereiste voorgefinancierde middelen aan te vullen, hetzij door de instrumenten in de werkingsregels van de ctp te blijven gebruiken, hetzij via andere maatregelen.

(47)

Afwikkelingsautoriteiten moeten er ook voor zorgen dat de kosten voor de afwikkeling van de ctp tot een minimum worden beperkt en dat schuldeisers uit dezelfde categorie op gelijkwaardige wijze worden behandeld. Wanneer schuldeisers uit dezelfde categorie in het kader van een afwikkelingsmaatregel verschillend worden behandeld, moeten deze verschillen door het openbaar belang worden gerechtvaardigd en mogen zij direct noch indirect discriminerend zijn op grond van nationaliteit of enige andere grond.

(48)

De herstel- en afwikkelingsinstrumenten moeten maximaal worden ingezet voordat er van een kapitaalinjectie vanuit de publieke sector of van vergelijkbare openbare financiële steun aan een ctp sprake kan zijn. Openbare financiële steun voor de afwikkeling van faillerende instellingen moet in overeenstemming zijn met de toepasselijke staatssteunregels en moet als laatste redmiddel worden beschouwd .

(49)

Een doeltreffende afwikkelingsregeling moet de kosten van de afwikkeling van een faillerende ctp die door de belastingbetalers worden gedragen, zoveel mogelijk beperken. Zij dient er voor te zorgen dat ctp's kunnen worden afgewikkeld zonder dat daardoor de financiële stabiliteit in het gedrang komt. De instrumenten voor verlies- en positietoewijzing moeten die doelstelling bereiken door ervoor te zorgen dat aandeelhouders en tegenpartijen onder de schuldeisers van de faillerende ctp passende verliezen lijden en een passend deel van die uit het afwikkelingsproces voortvloeiende kosten dragen. De instrumenten voor verlies- en positietoewijzing moeten aandeelhouders en tegenpartijen van een ctp dus een grotere stimulus bieden om toe te zien op de gezondheid van een ctp in normale omstandigheden overeenkomstig de aanbevelingen van de Raad voor financiële stabiliteit21.

(50)

Om ervoor te zorgen dat afwikkelingsautoriteiten de nodige flexibiliteit hebben om in diverse omstandigheden verliezen aan tegenpartijen en posities toe te wijzen, is het passend dat deze autoriteiten eerst de instrumenten voor verlies- en positietoewijzing kunnen toepassen wanneer het de bedoeling is de kritieke clearingdiensten van de ctp in afwikkeling te handhaven, en deze kritieke diensten vervolgens, indien nodig, kunnen overdragen aan een overbruggings-ctp of een derde partij , terwijl het resterende deel van de ctp zijn activiteiten staakt en wordt geliquideerd.

(51)

Indien de instrumenten voor verlies- en positietoewijzing worden toegepast met de bedoeling de levensvatbaarheid van de faillerende ctp te herstellen zodat deze als going concern actief kan blijven, moet de afwikkeling vergezeld gaan van een vervanging van het management ▌ en van een daarop aansluitende zodanige herstructurering van de ctp en haar activiteiten dat de redenen voor het faillissement worden aangepakt. Deze herstructurering moet plaatsvinden aan de hand van een bedrijfssaneringsplan ▌.

(52)

De instrumenten voor verlies- en positietoewijzing moeten worden toegepast met het oog op het rematchen van de ctp-portefeuille, het beperken van verdere verliezen en het verkrijgen van extra middelen om bij te dragen aan de herkapitalisatie van de ctp en de aanvulling van haar voorgefinancierde middelen. Om ervoor te zorgen dat ze effectief zijn en hun doel bereiken, moeten deze instrumenten kunnen worden toegepast op een zo breed mogelijke waaier aan contracten die ongedekte verplichtingen of een niet-gematchte portefeuille creëren voor de faillerende ctp. Ze moeten voorzien in de mogelijkheid om de posities van wanbetalers te veilen onder de overige clearingleden, ▌ een haircut toe te passen op ▌ uitgaande betalingen van variatiemargin aan die leden en hun cliënten , alle in herstelplannen opgenomen uitstaande cash calls uit te oefenen, aanvullende cash calls bij afwikkeling uit te oefenen die in de werkingsregels van de ctp specifiek zijn bestemd voor de afwikkelingsautoriteit en door de ctp uitgegeven kapitaal- en schuldinstrumenten of andere niet-gedekte verplichtingen af te schrijven en schuldinstrumenten in aandelen om te zetten. Indien dit noodzakelijk wordt geacht om de afwikkelingsdoelstellingen tijdig, met een minimum aan risico's voor de financiële stabiliteit en zonder het gebruik van openbare middelen te verwezenlijken, moeten de afwikkelingsautoriteiten de contracten van in gebreke blijvende clearingleden, productlijnen en de ctp geheel of gedeeltelijk kunnen verscheuren.

(53)

Rekening houdend met de gevolgen voor de financiële stabiliteit dienen afwikkelingsautoriteiten als laatste redmiddel te overwegen om bepaalde contracten in een aantal omstandigheden slechts gedeeltelijk aan een ▌ verliestoewijzing te onderwerpen . Worden deze instrumenten slechts gedeeltelijk toegepast, dan kan het niveau van verlies of blootstelling voor andere contracten worden aangepast ▌, op voorwaarde dat geen enkele schuldeiser slechter af mag zijn dan bij normale insolventieprocedures.

(54)

Indien de afwikkelingsinstrumenten zijn gebruikt om de kritieke functies of levensvatbare bedrijfsactiviteiten van een ctp aan een solide entiteit, zoals een koper uit de particuliere sector of een overbruggings-ctp, over te dragen, moet het resterende deel van de ctp binnen een passend tijdsbestek worden geliquideerd, rekening houdend met de eventuele noodzaak van de faillerende ctp om diensten of ondersteuning te verlenen om de koper of de overbruggings-ctp in staat te stellen de door middel van die overdracht verworven activiteiten of diensten voort te zetten.

(55)

Het instrument van verkoop van de onderneming moet de autoriteit in staat stellen de ctp of bedrijfsonderdelen daarvan aan een of meer kopers te verkopen, zonder toestemming van de aandeelhouders. Wanneer het instrument van verkoop van de onderneming wordt toegepast, dienen de autoriteiten volgens een open, transparante en niet-discriminerende procedure regelingen voor de verkoop van de betrokken ctp of een deel van haar bedrijfsactiviteiten te treffen en tegelijkertijd te streven naar een zo hoog mogelijke verkoopprijs.

(56)

Alle netto-opbrengsten van een overdracht van activa of passiva van de ctp in afwikkeling moeten bij toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming toevallen aan de entiteit in afwikkeling. Alle netto-opbrengsten van de overdracht van door de ctp in afwikkeling uitgegeven eigendomsinstrumenten moeten bij toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming toevallen aan de aandeelhouders. Bij de berekening dienen de uit het faillissement van de ctp en uit het afwikkelingsproces voortvloeiende kosten van de opbrengsten te worden afgetrokken.

(57)

Om tijdig tot de verkoop van de onderneming te kunnen overgaan en de financiële stabiliteit te vrijwaren, moet de beoordeling van de koper van een gekwalificeerde deelneming tijdig gebeuren zodat de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming geen vertraging oploopt.

(58)

Voordat het instrument van verkoop van de onderneming wordt toegepast, zal de informatie die op het op de markt brengen van een faillerende ctp en op de onderhandelingen met potentiële kopers betrekking heeft, waarschijnlijk systeemrelevant zijn. Om de financiële stabiliteit te waarborgen, is het van belang dat de openbaarmaking van dergelijke informatie, zoals vereist bij Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees parlement en de Raad (6), gedurende de tijd die nodig is om de afwikkeling van de ctp te plannen en structureren, kan worden uitgesteld in overeenstemming met de uitstellen die op grond van de marktmisbruikregeling zijn toegestaan.

(59)

Als een ctp die geheel of gedeeltelijk eigendom is van een of meer overheidsinstanties of onder de zeggenschap van de afwikkelingsautoriteit staat, dient een overbruggings-ctp hoofdzakelijk om ervoor te zorgen dat de essentiële financiële dienstverlening aan de clearingleden en cliënten van de in afwikkeling geplaatste ctp verzekerd blijft en dat de essentiële financiële activiteiten worden voortgezet. De overbruggings-ctp moet als een levensvatbare going concern-entiteit worden geëxploiteerd en zo snel mogelijk weer op de markt worden gebracht wanneer de omstandigheden geschikt zijn, of worden geliquideerd indien zij niet levensvatbaar is.

(60)

Wanneer alle andere opties vrijwel ontbreken of duidelijk ontoereikend zijn om de financiële stabiliteit te vrijwaren, moet overheidsdeelname in de vorm van kapitaalsteun of tijdelijke overheidseigendom mogelijk zijn, overeenkomstig de toepasselijke staatssteunregels, met inbegrip van een herstructurering van de activiteiten van de ctp, en moeten de ingezette middelen na verloop van tijd kunnen worden gerecupereerd van de clearingdeelnemers die van de financiële steun profiteren . Overheidsinstrumenten voor stabilisatie worden gebruikt onverminderd de rol van centrale banken om het financiële stelsel van liquiditeit te voorzien, zelfs in tijden van stress , waartoe zij alleen beslissen en wat niet als waarschijnlijk mag worden beschouwd . De toepassing van die instrumenten moet van tijdelijke aard zijn. Daarom moeten uitvoerige en geloofwaardige regelingen worden vastgesteld die voorzien in de recuperatie van de openbare middelen binnen een passende termijn.

(61)

Opdat een afwikkelingsautoriteit het instrument voor verlies- en positietoewijzing kan toepassen op contracten met in derde landen gevestigde entiteiten moet deze mogelijkheid in de werkingsregels van de ctp worden opgenomen.

(62)

De afwikkelingsautoriteiten moeten alle nodige juridische bevoegdheden hebben die, in diverse combinaties, bij het gebruiken van de afwikkelingsinstrumenten kunnen worden uitgeoefend. Daartoe behoren de bevoegdheid om eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva van een faillerende ctp over te dragen aan een andere entiteit, zoals een andere ctp of een overbruggings-ctp, de bevoegdheid om eigendomsinstrumenten af te schrijven of in te trekken of om passiva van een faillerende ctp af te schrijven of om te zetten, de bevoegdheid om variatiemargin af te schrijven, de bevoegdheid om alle uitstaande verplichtingen van derden ten aanzien van de ctp te doen nakomen, met inbegrip van cash calls bij herstel en afwikkeling, waaronder deze die in de werkingsregels van de ctp zijn beschreven en positietoewijzingen, de bevoegdheid om contracten van de ctp geheel en gedeeltelijk te verscheuren, de bevoegdheid om het management te vervangen en de bevoegdheid om een tijdelijke opschorting van de betaling van schuldvorderingen op te leggen. De ctp en de leden van de raad en het hoger management moeten, krachtens het recht van de lidstaat, op grond van het burgerlijk of het strafrecht aansprakelijk blijven wegens hun verantwoordelijkheid voor het faillissement van de ctp.

(63)

Het afwikkelingskader moet procedurele vereisten omvatten om ervoor te zorgen dat de afwikkelingsmaatregelen naar behoren worden gemeld en openbaar worden gemaakt. Aangezien de informatie die de afwikkelingsautoriteiten en hun professionele adviseurs tijdens de afwikkelingsprocedure verkrijgen naar alle waarschijnlijkheid gevoelig is, moet vóór de openbaarmaking van het afwikkelingsbesluit voor deze informatie evenwel een effectieve geheimhoudingsplicht gelden. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat informatie over de inhoud en de details van herstel- en afwikkelingsplannen en de resultaten van de beoordeling van deze plannen verregaande gevolgen kan hebben, in het bijzonder voor de betrokken ondernemingen. Alle informatie die met betrekking tot een besluit wordt verstrekt voordat het besluit wordt genomen, bijvoorbeeld over de vraag of aan de voorwaarden voor afwikkeling wordt voldaan, over het gebruik van een bepaald instrument of over een maatregel in de loop van de procedure, moet worden verondersteld gevolgen te hebben voor de openbare en particuliere belangen die bij de maatregel betrokken zijn. Alleen al de informatie dat de afwikkelingsautoriteit een bepaalde ctp aan het onderzoeken is, kan echter al negatieve gevolgen voor die ctp hebben. Daarom moet worden voorzien in passende mechanismen om dergelijke informatie, zoals de inhoud en de details van herstel- en afwikkelingsplannen en de resultaten van een beoordeling in dat verband, vertrouwelijk te houden.

(64)

De afwikkelingsautoriteiten moeten aanvullende bevoegdheden hebben om de effectiviteit van de overdracht van eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten en activa, rechten en passiva te garanderen. Behoudens de waarborgen moeten tot die bevoegdheden behoren: de bevoegdheid om rechten van derden die uit de overgedragen instrumenten of activa voortvloeien te annuleren en de bevoegdheid om contracten te doen naleven en de bevoegdheid om de continuïteit van regelingen ten aanzien van de ontvanger van de overgedragen activa en eigendomsinstrumenten te waarborgen. Er mag echter geen afbreuk worden gedaan aan de rechten van werknemers om een arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het recht van een partij om een contract met een ctp in afwikkeling of een groepsentiteit van die ctp te beëindigen om andere redenen dan de afwikkeling van de faillerende ctp, moet onverlet worden gelaten. De afwikkelingsautoriteiten moeten ook de aanvullende bevoegdheid hebben om van de rest-ctp, die volgens normale insolventieprocedures wordt geliquideerd, te verlangen dat deze de diensten verricht die nodig zijn om de ctp waaraan activa, contracten of eigendomsinstrumenten uit hoofde van de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming of het instrument van de overbruggings-ctp zijn overgedragen, in staat te stellen haar bedrijfsactiviteiten uit te voeren.

(65)

Overeenkomstig artikel 47 van het Handvest hebben de betrokken partijen recht op een eerlijk proces en op een doeltreffende voorziening in rechte tegen de maatregelen die op hen van invloed zijn. De besluiten die door de afwikkelingsautoriteiten worden genomen, moeten derhalve vatbaar zijn voor beroep op inhoudelijke gronden als het besluit willekeurig en onredelijk was wanneer het werd genomen, op basis van de op dat moment beschikbare informatie .

(66)

De afwikkelingsmaatregelen van de nationale afwikkelingsautoriteiten kunnen economische beoordelingen en een ruime beoordelingsmarge vergen. De nationale afwikkelingsautoriteiten beschikken specifiek over de nodige deskundigheid om deze beoordelingen te maken en om over het juiste gebruik van de beoordelingsmarge te beslissen. Daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat de economische beoordelingen die de nationale afwikkelingsautoriteiten in dit verband maken, door de nationale rechtbanken worden gebruikt wanneer zij de betrokken crisisbeheersingsmaatregelen evalueren.

(67)

Om op bijzonder spoedeisende situaties te kunnen reageren, en daar de opschorting van een besluit van de afwikkelingsautoriteiten de continuïteit van kritieke functies kan belemmeren, moet worden bepaald dat de indiening van een beroep niet tot een automatische opschorting van de gevolgen van het betwiste besluit mag leiden, en dat het besluit van de afwikkelingsautoriteit onmiddellijk uitvoerbaar moet zijn.

(68)

Om in voorkomend geval derden te beschermen die te goeder trouw activa, contracten, rechten en passiva van de ctp in afwikkeling hebben verkregen uit hoofde van de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden door de autoriteiten en om de stabiliteit van de financiële markten te waarborgen, moet voorts het recht op beroep alle latere bestuurlijke handelingen of transacties die zijn gesloten op grond van een nietig verklaard besluit, onverlet laten. In dergelijke gevallen dienen de rechtsmiddelen ten aanzien van een onrechtmatig besluit derhalve beperkt te blijven tot de toekenning van schadevergoeding aan de getroffen personen.

(69)

Aangezien afwikkelingsmaatregelen soms dringend zijn wegens ernstige risico's voor de financiële stabiliteit in de lidstaten en de Unie, moeten een procedure onder nationaal recht betreffende het verzoek om voorafgaande rechterlijke goedkeuring en de beoordeling van het verzoek door de rechtbank snel verlopen. Dit doet geen afbreuk aan het eventuele recht van belanghebbende partijen om, binnen een beperkte termijn nadat de afwikkelingsautoriteit de crisisbeheersingsmaatregel heeft genomen, bij de rechtbank een verzoek tot nietigverklaring van het besluit in te dienen.

(70)

In het belang van een efficiënte afwikkeling en om rechtsbevoegdheidsconflicten te voorkomen mag geen normale insolventieprocedure ten aanzien van de faillerende ctp worden geopend of voortgezet zolang de afwikkelingsautoriteit haar afwikkelingsbevoegdheden uitoefent of de afwikkelingsinstrumenten gebruikt, behalve op initiatief of met instemming van de afwikkelingsautoriteit. Het is nuttig en noodzakelijk om bepaalde contractuele verplichtingen gedurende een beperkte periode op te schorten om de afwikkelingsautoriteit de tijd te geven de afwikkelingsinstrumenten in de praktijk te brengen. Dit dient echter niet te gelden voor verplichtingen van een faillerende ctp jegens systemen die krachtens Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad23 zijn aangewezen, waaronder andere ctp's en centrale banken. Richtlijn 98/26/EG beperkt het risico dat aan deelname aan betalings- en afwikkelingssystemen is verbonden, met name door de verstoring ten gevolge van de insolventie van een deelnemer in het systeem te beperken. Om ervoor te zorgen dat deze bescherming ook in crisissituaties naar behoren werkt en de exploitanten van betalings- en afwikkelingssystemen en andere marktdeelnemers over de nodige zekerheid blijven beschikken, mag een crisispreventie- of afwikkelingsmaatregel niet worden beschouwd als een insolventieprocedure in de zin van Richtlijn 98/26/EG, mits bij voortduring aan de materiële verplichtingen uit hoofde van het contract wordt voldaan. De werking van krachtens Richtlijn 98/26/EG aangewezen systemen of het recht op zakelijke zekerheden krachtens diezelfde richtlijn mag niet worden ondermijnd.

(71)

Teneinde de afwikkelingsautoriteiten bij het overdragen van de activa en passiva aan een koper uit de particuliere sector of een overbruggings-ctp een voldoende termijn te gunnen om na te gaan welke contracten moeten worden overgedragen, kan het raadzaam zijn om evenredige beperkingen in te stellen op de rechten van tegenpartijen om financiële contracten voortijdig, versneld of anderszins te beëindigen voordat de overdracht heeft plaatsgevonden. Een dergelijke beperking zou nodig zijn om de autoriteiten de gelegenheid te bieden een goed beeld te krijgen van de balans van de faillerende ctp, zonder de wijzigingen in waarde en bereik die grootschalige uitoefening van beëindigingsrechten met zich mee zou brengen. Om zo weinig mogelijk in te grijpen in de contractuele rechten van tegenpartijen mag de beperking van de beëindigingsrechten alleen worden toegepast met betrekking tot de crisispreventiemaatregel of de afwikkelingsmaatregel, daaronder begrepen een gebeurtenis die rechtstreeks met de toepassing van een dergelijke maatregel verband houdt, en moeten beëindigingsrechten die voortvloeien uit een andere wanbetaling, zoals onder meer het niet betalen of niet bijstorten bij onvoldoende margin, blijven bestaan.

(72)

Om legitieme kapitaalmarktregelingen te behouden in het geval van een overdracht van sommige, maar niet alle activa, contracten, rechten en passiva van een faillerende ctp, is het raadzaam in waarborgen te voorzien om te voorkomen dat gekoppelde verplichtingen, rechten en contracten in voorkomend geval worden gesplitst. Een dergelijke beperking op selectiepraktijken met betrekking tot gekoppelde contracten en gerelateerde zekerheden moet ook gelden voor contracten met dezelfde tegenpartij die gedekt zijn door zekerheidsregelingen, financiëlezekerheidsovereenkomsten die tot overdracht van eigendom/gerechtigdheid leiden, salderingsovereenkomsten, overeenkomsten tot saldering bij vroegtijdige beëindiging en gestructureerde financieringsregelingen. Ingeval de waarborg van toepassing is, moeten de afwikkelingsautoriteiten ernaar streven alle gekoppelde contracten binnen een beschermde regeling over te dragen of ze allemaal bij de faillerende rest-ctp te laten. Deze waarborgen moeten garanderen dat de kapitaalvereisten die, wat de toepassing van Richtlijn 2013/36/EU betreft, gelden voor door een verrekeningsovereenkomst gedekte posities, maximaal onverlet worden gelaten.

(73)

Ctp's uit de EU verlenen diensten aan clearingleden en cliënten die gevestigd zijn in derde landen en ctp's uit derde landen verlenen diensten aan clearingleden en cliënten die in de EU zijn gevestigd. Een doeltreffende afwikkeling van internationaal actieve ctp's vereist samenwerking tussen de lidstaten en de autoriteiten van derde landen. Daartoe moet de ESMA richtsnoeren verstrekken inzake de relevante inhoud van met autoriteiten van derde landen te treffen samenwerkingsregelingen. Die samenwerkingsregelingen moeten zorgen voor een doeltreffende planning, besluitvorming en coördinatie ten aanzien van internationaal actieve ctp's. De nationale afwikkelingsautoriteiten moeten de afwikkelingsprocedures van derde landen erkennen en doen naleven in bepaalde omstandigheden. Ook met betrekking tot dochterondernemingen van ctp's uit de Unie of derde landen en hun clearingleden en cliënten is samenwerking vereist.

(74)

Om te zorgen voor consistente harmonisatie en afdoende bescherming voor marktdeelnemers in de hele Unie moet de Commissie door de ESMA ontwikkelde ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 VWEU en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, tot nadere bepaling van de inhoud van de schriftelijke regelingen en procedures voor de werking van de afwikkelingscolleges, de inhoud van afwikkelingsplannen en elementen die relevant zijn voor het uitvoeren van waarderingen.

(75)

De Commissie moet de overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 648/2012 ingestelde clearingverplichting kunnen opschorten naar aanleiding van een verzoek van de afwikkelingsautoriteit van een ctp in afwikkeling of de bevoegde autoriteit van een clearinglid van een ctp in afwikkeling, en na een niet-bindend advies van de ESMA, voor bepaalde categorieën otc-derivaten die door een ctp in afwikkeling worden gecleard. Er mag enkel tot opschorting worden besloten indien dat noodzakelijk is om de financiële stabiliteit en het vertrouwen van de markten te bewaren, met name om besmettingseffecten te vermijden en om hoge en onzekere risicoblootstellingen van tegenpartijen en beleggers aan een ctp te voorkomen. Om een besluit te kunnen nemen, moet de Commissie rekening houden met de afwikkelingsdoelstellingen en de in Verordening (EU) nr. 648/2012 genoemde criteria om de clearingverplichting toe te passen op otc-derivaten waarvoor opschorting is aangevraagd. De opschorting moet tijdelijk zijn en kan worden verlengd. Ook de rol van het risicocomité van de ctp, zoals beschreven in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 648/2012, moet worden uitgebreid om de ctp te blijven aanmoedigen haar risico's behoedzaam te beheren en haar veerkracht te verbeteren. De leden van het risicocomité moeten de bevoegde autoriteit kunnen informeren wanneer de ctp geen gevolg geeft aan het advies van het risicocomité, en vertegenwoordigers van de clearingleden en cliënten in het risicocomité moeten de verstrekte informatie kunnen gebruiken om hun blootstellingen aan de ctp te volgen, in overeenstemming met de vertrouwelijkheidsgaranties. Ten slotte moeten de afwikkelingsautoriteiten van ctp's ook toegang hebben tot alle noodzakelijke informatie in transactieregisters. Verordening (EU) nr. 648/2012 en Verordening (EU) nr. 2365/2015 van het Europees Parlement en de Raad (7) moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(76)

Om ervoor te zorgen dat de afwikkelingsautoriteiten van ctp' in alle relevante fora zijn vertegenwoordigd en dat de ESMA toegang heeft tot alle expertise die noodzakelijk is voor het vervullen van de taken in verband met herstel en afwikkeling van ctp's, moet Verordening (EU) nr. 1095/2010 worden gewijzigd om nationale afwikkelingsautoriteiten van ctp's op te nemen in het concept van bevoegde autoriteiten uit hoofde van die verordening.

(77)

De ESMA moet ter voorbereiding van de besluiten met betrekking tot de haar toegewezen taken, namelijk de ontwikkeling van ontwerpen van technische normen voor waarderingen vooraf en achteraf en voor afwikkelingscolleges en afwikkelingsplannen, en van richtsnoeren inzake de voorwaarden voor afwikkeling en bindende bemiddeling, en om ervoor te zorgen dat de EBA en haar leden intens betrokken worden bij de voorbereiding van deze besluiten, een intern afwikkelingscomité oprichten waarin de bevoegde autoriteiten van de EBA in voorkomend geval worden uitgenodigd om deel te nemen als waarnemer.

(78)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en strookt met de rechten, vrijheden en beginselen die met name in het Handvest zijn erkend, en in het bijzonder het recht op eigendom, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, en de rechten van de verdediging.

(79)

Bij het nemen van besluiten of maatregelen op grond van deze verordening moeten de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten steeds terdege rekening houden met de gevolgen van hun besluiten en maatregelen voor de financiële stabiliteit in andere rechtsgebieden en de economische situatie in andere rechtsgebieden , en moeten zij het belang in acht nemen dat een clearinglid heeft voor de financiële sector en de economie van het rechtsgebied waar dat clearinglid is gevestigd.

(80)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de harmonisatie van de regels en procedures voor de afwikkeling van ctp's, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de effecten van het faillissement van een ctp in de hele Unie beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(81)

Om inconsistenties te voorkomen tussen de bepalingen inzake het herstel en de afwikkeling van ctp's en het wettelijk kader voor herstel en afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, is het passend om de toepassing van deze verordening uit te stellen tot de datum waarop de lidstaten de maatregelen moeten toepassen tot omzetting van [PB: Gelieve een verwijzing naar de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU in te voegen].

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden de regels en procedures vastgelegd voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen (hierna “ctp's” genoemd) die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn erkend, en de regels met betrekking tot de regelingen met derde landen op het gebied van het herstel en de afwikkeling van ctp's.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“ctp”: een ctp als omschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

2)

“afwikkelingscollege”: een college dat is ingesteld op grond van artikel 4;

3)

“afwikkelingsautoriteit”: een ▌ overeenkomstig artikel 3 aangewezen autoriteit;

4)

“afwikkelingsinstrument”: een afwikkelingsinstrument als bedoeld in artikel 27, lid 1;

5)

“afwikkelingsbevoegdheid”: een bevoegdheid als bedoeld in artikel 48;

6)

“afwikkelingsdoelstellingen”: de in artikel 21 vervatte afwikkelingsdoelstellingen;

7)

“bevoegde autoriteit”: een ▌ overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangewezen autoriteit;

7 bis)

“wanbetaling”: scenario waarin een of meer clearingleden zijn/hun financiële verplichtingen ten aanzien van de ctp niet nakomt/nakomen;

7 ter)

“niet-wanbetaling”: scenario waarin een ctp verliezen lijdt om andere redenen dan wanbetaling door een clearinglid, zoals tekortkomingen met betrekking tot de bedrijfsvoering, de bewaarneming of investeringen, juridische tekortkomingen of operationele storingen of fraude, met inbegrip van storingen als gevolg van cyberaanvallen, of ongedekte liquiditeitstekorten;

8)

“afwikkelingsplan”: een afwikkelingsplan voor een ctp dat overeenkomstig artikel 13 is opgesteld;

9)

“afwikkelingsmaatregel”: de toepassing van een afwikkelingsinstrument of de uitoefening van een of meer afwikkelingsbevoegdheden zodra aan de in artikel 22 beschreven afwikkelingsvoorwaarden is voldaan ;

10)

“clearinglid”: een clearinglid als omschreven in artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

11)

“moederonderneming”: een moederonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 15, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013;

12)

“ctp van een derde land”: een ctp waarvan het hoofdkantoor in een derde land is gevestigd;

13)

“verrekeningsovereenkomst”: een overeenkomst waarbij twee of meer vorderingen of verplichtingen tussen de ctp in afwikkeling en een tegenpartij met elkaar kunnen worden verrekend;

14)

“financiëlemarktinfrastructuur” (hierna “FMI” genoemd): een centrale tegenpartij, een centrale effectenbewaarinstelling, een transactieregister, een betalingssysteem of een ander systeem, gedefinieerd en aangewezen door een lidstaat overeenkomstig artikel 2, onder a), van Richtlijn 98/26/EG;

15)

“cliënt”: een cliënt als omschreven in artikel 2, punt 15, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

15 bis)

“ASI's”: andere systeemrelevante instellingen als bedoeld in artikel 131, lid 3, van Richtlijn 2013/36/EU;

16)

interoperabele ctp”: een ctp die een interoperabiliteitsregeling is aangegaan op grond van titel V van Verordening (EU) nr. 648/2012;

18)

“herstelplan”: een herstelplan dat door een ctp overeenkomstig artikel 9 wordt opgesteld en bijgehouden;

19)

“raad”: het bestuursorgaan of het toezichthoudend orgaan, of beide, opgericht krachtens het nationale vennootschapsrecht overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

20)

toezichtcollege ”: het college als bedoeld in artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 met deelname van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) ;

21)

“kapitaal”: ▌ kapitaal als omschreven in artikel 2, punt 25, van Verordening (EU) nr. 648/2012 ▌ ;

22)

“trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling”: trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

23)

“kritieke functies”: activiteiten, diensten of verrichtingen aan derde partijen buiten de ctp om waarvan de onderbreking naar alle waarschijnlijkheid in een of meer lidstaten tot een verstoring van essentiële diensten aan de reële economie zal leiden of, wegens de omvang of het marktaandeel van een ctp of groep, haar verwevenheid met entiteiten binnen en buiten een groep, haar complexiteit of grensoverschrijdende activiteiten, de financiële stabiliteit zal verstoren, vooral wat de vervangbaarheid van deze activiteiten, diensten of verrichtingen betreft;

24)

“groep”: een groep als omschreven in artikel 2, punt 16, van Verordening (EU) nr. 648/2012 ;

25)

“gekoppelde FMI”: een interoperabele ctp of een andere FMI of een ctp waarmee de ctp contractuele regelingen heeft;

26)

“▌ openbare financiële steun”: staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, of elke andere openbare financiële steun op supranationaal niveau die als hij op nationaal niveau werd verstrekt, staatssteun zou vormen, die wordt verstrekt om de levensvatbaarheid, liquiditeit of solvabiliteit te vrijwaren of te herstellen van een ctp of van een groep waarvan een dergelijke ctp deel uitmaakt;

27)

“financiële contracten”: contracten en overeenkomsten als vervat in artikel 2, lid 1, punt 100, van Richtlijn 2014/59/EU;

28)

“normale insolventieprocedures”: de collectieve insolventieprocedures die ertoe leiden dat de debiteur het beheer en de beschikking over zijn vermogen geheel of gedeeltelijk verliest en dat een liquidateur of een bewindvoerder wordt aangewezen, die normaal gesproken op grond van het nationaal recht op ctp's van toepassing zijn, en die ofwel specifiek voor die instellingen gelden, ofwel algemeen op alle natuurlijke en rechtspersonen van toepassing zijn;

29)

“eigendomsinstrumenten”: aandelen, andere instrumenten die recht geven op eigendom, instrumenten die kunnen worden omgezet in of recht geven op de verwerving van aandelen of andere eigendomsinstrumenten, en instrumenten die belangen in aandelen of andere eigendomsinstrumenten vertegenwoordigen;

30)

“aangewezen nationale macroprudentiële autoriteit”: de autoriteit die is belast met het voeren van macroprudentieel beleid als bedoeld in aanbeveling B1 van de Aanbeveling van het Europees Comité voor systeemrisico's (ESRB) van 22 december 2011 betreffende het macroprudentiële mandaat van nationale autoriteiten (ESRB/2011/3);

31)

“wanbetalingsfonds”: een door een ctp in stand gehouden wanbetalingsfonds overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

32)

“voorgefinancierde middelen”: middelen die in het bezit zijn van en vrij beschikbaar zijn voor de desbetreffende rechtspersoon;

33)

“hoger management”: de persoon of de personen die de activiteiten van de ctp daadwerkelijk leiden en het uitvoerend lid of de uitvoerende leden van de raad;

34)

“transactieregister”: een transactieregister als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 of in artikel 3, punt 1, van Verordening (EU) nr. 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (8);

35)

“staatssteunregels van de Unie”: het kader dat is vastgesteld bij de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de verordeningen en alle handelingen van de Unie, met inbegrip van richtsnoeren, mededelingen en bekendmakingen, die krachtens artikel 108, lid 4, of artikel 109 VWEU zijn uitgevaardigd of aangenomen;

36)

“schuldinstrumenten”: obligaties of andere vormen van ongedekte overdraagbare schuld, instrumenten die een schuld creëren of erkennen en instrumenten die recht geven op het verwerven van schuldinstrumenten;

37)

“cash call bij afwikkeling”: een verzoek aan clearingleden van de ctp om, naast voorgefinancierde middelen, kasmiddelen te verstrekken op basis van de wettelijke bevoegdheden van een afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 31 en als vastgelegd in de werkingsregels van de ctp ;

38)

“cash call bij herstel ”: een verzoek aan clearingleden van de ctp om, naast voorgefinancierde middelen, kasmiddelen te verstrekken op basis van in de werkingsregels van de ctp vastgelegde contractuele regelingen;

39)

“overdrachtsbevoegdheden”: de in artikel 48, lid 1, onder c) of d), bedoelde bevoegdheden voor het overdragen van aandelen, andere eigendomsinstrumenten, schuldinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva, dan wel een willekeurige combinatie daarvan door een ctp in afwikkeling aan een ontvanger;

40)

“derivaat”: een derivaat als omschreven in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

41)

“salderingsovereenkomst”: een overeenkomst waarbij een aantal vorderingen of verplichtingen in één enkele nettovordering kunnen worden omgezet, met inbegrip van overeenkomsten tot saldering bij vroegtijdige beëindiging waarbij, wanneer zich een afdwingingsgrond voordoet (hoe ook of waar ook gedefinieerd), de verplichtingen van de partijen worden versneld zodat deze onmiddellijk verschuldigd zijn of beëindigd worden, en in ieder geval in één enkele nettovordering worden omgezet of erdoor worden vervangen, met inbegrip van “clausules tot saldering bij vroegtijdige beëindiging” als omschreven in artikel 2, lid 1, onder n), i), van Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad (9), en “verrekening (netting)” als omschreven in artikel 2, onder k), van Richtlijn 98/26/EG;

42)

“crisispreventiemaatregel”: de uitoefening van bevoegdheden om een ctp te verplichten maatregelen te nemen om tekortkomingen in haar herstelplan te verhelpen uit hoofde van artikel 10, leden 8 en 9, de uitoefening van bevoegdheden voor het aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid uit hoofde van artikel 17, of de toepassing van een vroegtijdige interventiemaatregel uit hoofde van artikel 19;

43)

“beëindigingsrecht”: een recht om een contract te beëindigen, een recht om verplichtingen te versnellen, voortijdig te beëindigen, te verrekenen of te salderen, dan wel een eventuele soortgelijke bepaling die een verplichting van een partij bij het contract opschort, wijzigt of nietig verklaart of een bepaling die het ontstaan belet van een verplichting uit hoofde van het contract die anders zou zijn ontstaan;

44)

“financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht”: een financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht als omschreven in artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2002/47/EG;

45)

“gedekte obligatie”: een instrument als bedoeld in artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (10);

46)

“afwikkelingsprocedures van een derde land”: een maatregel naar het recht van een derde land om het faillissement van een ctp van een derde land te beheren die, wat de doelstellingen en de te verwachten resultaten betreft, vergelijkbaar is met afwikkelingsmaatregelen uit hoofde van deze verordening;

47)

“betrokken nationale autoriteiten”: de afwikkelingsautoriteiten, bevoegde autoriteiten of bevoegde ministeries aangewezen overeenkomstig deze verordening of overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2014/59/EU of andere autoriteiten van de lidstaten die bevoegdheden hebben met betrekking tot activa, rechten, verplichtingen of passiva van ctp's van derde landen die clearingdiensten verrichten in hun rechtsgebied;

48)

“betrokken autoriteit van een derde land”: een autoriteit van een derde land die verantwoordelijk is voor de uitoefening van functies die vergelijkbaar zijn met die van afwikkelingsautoriteiten of bevoegde autoriteiten uit hoofde van deze verordening.

TITEL II

AUTORITEITEN, AFWIKKELINGSCOLLEGE EN PROCEDURES

AFDELING I

AFWIKKELINGSAUTORITEITEN, AFWIKKELINGSCOLLEGES EN ROL VAN DE EUROPESE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEITEN

Artikel 3

Aanwijzing van afwikkelingsautoriteiten en bevoegde ministeries

1.    Lidstaten waar een ctp is gevestigd, en lidstaten waar geen ctp is gevestigd, kunnen één afwikkelingsautoriteit aanwijzen waaraan de bevoegdheid wordt verleend om de afwikkelingsinstrumenten toe te passen en de afwikkelingsbevoegdheden uit te oefenen zoals uiteengezet in deze verordening.

Afwikkelingsautoriteiten zijn nationale centrale banken, bevoegde ministeries, overheidsorganen of andere autoriteiten waaraan bevoegdheden van openbaar bestuur zijn verleend.

2.   Afwikkelingsautoriteiten beschikken over de deskundigheid, middelen en operationele capaciteit om afwikkelingsmaatregelen toe te passen, en oefenen hun bevoegdheden uit met de snelheid en flexibiliteit die nodig zijn om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken.

3.   Wanneer een overeenkomstig lid 1 aangewezen afwikkelingsautoriteit met andere functies is belast, wordt gezorgd voor daadwerkelijke operationele onafhankelijkheid , onder meer met afzonderlijke personeelsleden en rapportageregelingen en een onafhankelijk besluitvormingsproces, van die afwikkelingsautoriteit , met name van de overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangewezen bevoegde autoriteit en de bevoegde en afwikkelingsautoriteiten van de clearingleden als bedoeld in artikel 18, lid 2, onder c), van die verordening, en worden alle nodige regelingen getroffen en naar tevredenheid van de ESMA gedemonstreerd om belangenconflicten te voorkomen tussen de uit hoofde van deze verordening aan de afwikkelingsautoriteit toevertrouwde functies en alle andere aan die autoriteit toevertrouwde functies.

De vereisten als bedoeld in lid 1 sluiten niet uit dat rapportageregelingen samenkomen op het hoogste niveau van een organisatie die verschillende autoriteiten overkoepelt, of dat personeel onder vooraf bepaalde voorwaarden van de ene naar de andere autoriteit kan worden gedetacheerd om een tijdelijk hoge werkdruk op te vangen.

4.   ▌De afwikkelingsautoriteit stelt de interne regels vast, maakt deze openbaar en verzekert hiermee de in de eerste alinea bedoelde structurele scheiding, waaronder regels inzake het beroepsgeheim en inzake informatie-uitwisseling tussen de verschillende functionele gebieden.

5.   Elke lidstaat wijst één ministerie aan dat verantwoordelijk is voor de uitoefening van de uit hoofde van deze verordening aan het bevoegde ministerie toevertrouwde functies.

6.   ▌De afwikkelingsautoriteit stelt het bevoegde ministerie tijdig in kennis van de besluiten op grond van deze verordening.

7.   Wanneer de in lid 6 bedoelde besluiten rechtstreekse budgettaire gevolgen ▌ hebben, verkrijgt de afwikkelingsautoriteit de wettelijk vereiste goedkeuring.

8.   De lidstaten delen de Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (hierna “de ESMA” genoemd) mee welke afwikkelingsautoriteiten overeenkomstig lid 1 zijn aangewezen.

9.   ▌

10.   De ESMA publiceert een lijst van de overeenkomstig lid 8 meegedeelde afwikkelingsautoriteiten en contactautoriteiten.

Artikel 4

Afwikkelingscolleges

1.   De afwikkelingsautoriteit van de ctp richt een afwikkelingscollege op om de in de artikelen 13, 16 en 17 bedoelde taken uit te voeren, beheert en zit dit college voor en verzekert, in voorkomend geval, de samenwerking en coördinatie met afwikkelingsautoriteiten van derde landen.

Afwikkelingscolleges verschaffen de afwikkelingsautoriteiten en andere betrokken autoriteiten een kader voor het uitvoeren van de volgende taken:

a)

het uitwisselen van informatie die relevant is voor de opstelling van afwikkelingsplannen, de beoordeling van de verwevenheid van de ctp en van haar deelnemers met andere belangrijke centrale banken, de uitvoering van voorbereidende en preventiemaatregelen en voor afwikkeling;

b)

het beoordelen van afwikkelingsplannen overeenkomstig artikel 13;

c)

het beoordelen van de afwikkelbaarheid van ctp's overeenkomstig artikel 16;

d)

het identificeren, aanpakken en wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid van ctp's overeenkomstig artikel 17;

e)

het coördineren van de openbare communicatie over afwikkelingsstrategieën en -plannen;

e bis)

het uitwisselen van herstel- en afwikkelingsplannen van clearingleden en de evaluatie van de potentiële impact en de verwevenheid met de ctp.

2.   De volgende entiteiten zijn leden van het afwikkelingscollege:

a)

de afwikkelingsautoriteit van de ctp;

b)

de bevoegde autoriteit van de ctp;

c)

de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten van de clearingleden bedoeld in artikel 18, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

d)

de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 18, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

e)

de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten van de ctp's bedoeld in artikel 18, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

f)

de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 18, lid 2, onder f), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

g)

de leden van het ESCB bedoeld in artikel 18, lid 2, onder g), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

h)

de uitgevende centrale banken bedoeld in artikel 18, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 648/2012;

i)

de bevoegde autoriteit van de moederonderneming, wanneer artikel 11, lid 1, van toepassing is;

i bis)

de bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de ASI's als bedoeld in artikel 131, lid 3, van Richtlijn 2013/36/EU;

j)

het bevoegde ministerie, wanneer de onder a) bedoelde afwikkelingsautoriteit niet het bevoegde ministerie is;

k)

de ESMA;

l)

de Europese Bankautoriteit (EBA).

3.   De ESMA, de EBA en de bevoegde autoriteiten belast met het toezicht op de ASI's hebben geen stemrecht in afwikkelingscolleges.

4.   De bevoegde en afwikkelingsautoriteiten van in derde landen gevestigde clearingleden en de bevoegde en afwikkelingsautoriteiten van ctp's van derde landen waarmee de ctp interoperabiliteitsregelingen heeft getroffen, kunnen worden uitgenodigd om als waarnemer in het afwikkelingscollege deel te nemen. Hun aanwezigheid hangt af van de mate waarin deze autoriteiten zijn onderworpen aan vertrouwelijkheidsvoorschriften die naar het oordeel van de voorzitter van het afwikkelingscollege gelijkwaardig zijn aan de in artikel 71 vastgestelde vertrouwelijkheidsvoorschriften.

De deelname van autoriteiten van derde landen in het afwikkelingscollege kan worden beperkt tot de bespreking van bijzondere grensoverschrijdende handhavingskwesties, waaronder eventueel :

a)

de effectieve en gecoördineerde handhaving van afwikkelingsmaatregelen, met name overeenkomstig de artikelen 53 en 75;

b)

het vaststellen en wegnemen van mogelijke belemmeringen voor een doeltreffende afwikkeling die kunnen voortvloeien uit afwijkende wetgeving inzake zekerheid, salderings- en verrekeningsovereenkomsten en uiteenlopende bevoegdheden of strategieën op het gebied van herstel en afwikkeling;

c)

het vaststellen en het coördineren van noodzakelijke nieuwe voorschriften voor vergunning, erkenning of toelating, rekening houdend met het feit dat afwikkelingsmaatregelen tijdig moeten worden uitgevoerd;

d)

de mogelijke opschorting van de clearingverplichting voor de desbetreffende activacategorieën die worden getroffen door de afwikkeling van de ctp op grond van artikel 6 bis van Verordening (EU) nr. 648/2012 of van overeenkomstige bepalingen in het nationale recht van het betrokken derde land;

e)

de mogelijke invloed van verschillende tijdzones op de toepasselijke kantoorsluitingstijd voor de beëindiging van de handel.

5.   De voorzitter van het afwikkelingscollege:

a)

stelt schriftelijke regelingen en procedures op voor de werking van het afwikkelingscollege, na raadpleging van de andere leden van het afwikkelingscollege;

b)

coördineert alle werkzaamheden van het afwikkelingscollege;

c)

roept alle vergaderingen van het afwikkelingscollege bijeen en zit deze voor;

d)

informeert alle leden van het afwikkelingscollege vooraf over de organisatie van vergaderingen, de voornaamste vergaderpunten en de te bespreken agendapunten;

e)

beslist of en welke autoriteiten van derde landen worden uitgenodigd op bepaalde vergaderingen van het afwikkelingscollege overeenkomstig lid 4;

f)

coördineert de tijdige uitwisseling van alle relevante informatie tussen de leden van het afwikkelingscollege;

g)

informeert alle leden van het college tijdig over de besluiten en resultaten van die vergaderingen;

g bis)

ziet erop toe dat de leden van het college alle relevante informatie tijdig uitwisselen teneinde hun taken overeenkomstig deze verordening te kunnen uitoefenen.

6.   Ten behoeve van een consistente en samenhangende werking van afwikkelingscolleges in de Unie ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de inhoud van de schriftelijke regelingen en procedures voor de werking van de in lid 1 bedoelde afwikkelingscolleges.

Met het oog op het voorbereiden van de in de eerste alinea bedoelde reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de desbetreffende bepalingen in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie (11), in deel 1 van hoofdstuk 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) XXX/2016 van de Commissie houdende aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot technische reguleringsnormen die zijn vastgesteld op basis van artikel 88, lid 7, van Richtlijn 2014/59/EU (12).

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk bij de Commissie in op [PB: datum invoegen 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in lid 6 bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 neergelegde procedure.

Artikel 5

Afwikkelingscomité van de ESMA

1.   De ESMA richt overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 een afwikkelingscomité op dat de in deze verordening aan de ESMA toevertrouwde besluiten voorbereidt, met uitzondering van de besluiten die overeenkomstig artikel 12 van deze verordening moeten worden genomen.

Daarnaast bevordert het afwikkelingscomité de ontwikkeling en coördinatie van afwikkelingsplannen en werkt het strategieën uit voor de afwikkeling van faillerende ctp's.

2.   Het afwikkelingscomité is samengesteld uit de overeenkomstig artikel 3, lid 1, van deze verordening aangewezen autoriteiten.

De in artikel 4, lid 2, onder i) en iv), van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde autoriteiten en de bevoegde autoriteiten die zijn belast met het toezicht op de ASI's, worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen in het afwikkelingscomité.

2 bis.     De ESMA beoordeelt de herstel- en afwikkelingsregelingen van ctp's in de hele Unie wat betreft hun gezamenlijke impact op de financiële stabiliteit in de Unie door middel van regelmatige stresstests en crisissimulaties met betrekking tot potentiële stresssituaties die het financiële stelsel als geheel treffen. Bij de uitoefening van deze taak zorgt de ESMA voor de nodige samenhang met de beoordelingen van de robuustheid van individuele ctp's overeenkomstig hoofdstuk XII van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie voor wat betreft de frequentie en de opzet van de tests en werkt zij nauw samen met de bij artikel 18 van Verordening (EU) nr. 648/2012 ingestelde toezichtcolleges, het ESRB en de overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2013/36/EU aangewezen autoriteiten, met inbegrip van de ECB in het kader van de vervulling van haar taken binnen één gemeenschappelijk toezichtmechanisme overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 en eventuele nationale bevoegde autoriteiten die zijn belast met het toezicht op ctp's. Voor zover deze regelingen volgens deze uitvoerige stresstests tekortkomingen vertonen, worden die tekortkomingen door de verantwoordelijke instelling(en) verholpen en worden de regelingen door de verantwoordelijke instelling(en) binnen zes maanden na de laatste stresstest opnieuw voorgelegd voor een nieuwe ronde van stresstests.

3.   Voor de toepassing van deze verordening werkt de ESMA samen met de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) en de EBA in het kader van het gemengd comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten dat bij artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 is opgericht.

4.   Voor de toepassing van deze verordening zorgt de ESMA voor een organisatorische scheiding tussen het afwikkelingscomité en andere in Verordening (EU) nr. 1095/2010 uiteengezette functies.

Artikel 6

Samenwerking tussen autoriteiten

1.   De bevoegde autoriteiten, de afwikkelingsautoriteiten en de ESMA werken nauw samen bij de voorbereiding, planning en , voor zover mogelijk, de uitvoering van afwikkelingsbesluiten. Meer bepaald moeten de afwikkelingsautoriteiten en andere relevante autoriteiten, met inbegrip van de ESMA, de overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2014/59/EU aangewezen afwikkelingsautoriteiten, de bevoegde autoriteiten en de autoriteiten van gekoppelde FMI's effectief samenwerken en communiceren bij het herstel, zodat de afwikkelingsautoriteit tijdig kan optreden.

2.   De bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten werken voor de toepassing van deze verordening samen met de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

De bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten verstrekken de ESMA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

AFDELING II

BESLUITVORMING EN PROCEDURES

Artikel 7

Algemene beginselen betreffende de besluitvorming

De bevoegde autoriteiten, de afwikkelingsautoriteiten en de ESMA houden rekening met alle hiernavolgende beginselen en aspecten bij het nemen van besluiten of maatregelen op grond van deze verordening:

a)

de doeltreffendheid en evenredigheid van een besluit of maatregel met betrekking tot een ctp wordt gewaarborgd, waarbij rekening wordt gehouden met ten minste de volgende factoren:

i)

het eigendom, de juridische en organisatiestructuur van de ctp, met inbegrip van het feit of deze van een grotere groep FMI's dan wel van andere financiële instellingen deel uitmaakt ;

ii)

de aard, omvang en complexiteit van de bedrijfsactiviteit van de ctp;

iii)

de aard en verscheidenheid van het clearinglidmaatschap van de ctp , met inbegrip van de clearingleden, hun cliënten en andere tegenpartijen aan wie die clearingleden en cliënten clearingdiensten verlenen in het kader van die ctp, voor zover deze gemakkelijk en zonder onnodige vertraging kunnen worden geïdentificeerd ;

▌v)

de verwevenheid van de ctp met andere financiëlemarktinfrastructuren, andere financiële instellingen en met het financiële stelsel in het algemeen;

v bis)

het feit of de ctp otc-derivatencontracten cleart die tot een klasse van otc-derivaten behoren die onder de clearingverplichting overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 valt;

v ter)

de beschikbaarheid van andere ctp's die op een geloofwaardige en haalbare manier kunnen optreden als vervanger voor de kritieke functies van de ctp;

vi)

de feitelijke of mogelijke gevolgen van de in artikel 19, lid 1, en artikel 22, lid 2, bedoelde inbreuken.

b)

de besluitvorming is doeltreffend, de kosten worden zo laag mogelijk gehouden en verstoring van de markt wordt voorkomen wanneer vroegtijdige interventiemaatregelen of afwikkelingsmaatregelen worden genomen om het gebruik van openbare middelen te vermijden ;

c)

besluiten en maatregelen worden tijdig en met gepaste spoed genomen indien zulks is vereist;

d)

de afwikkelingsautoriteiten, de bevoegde en de andere autoriteiten werken samen om ervoor te zorgen dat besluiten en maatregelen gecoördineerd en efficiënt worden genomen;

e)

de rollen en verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten in elke lidstaat worden duidelijk omschreven;

f)

er wordt voldoende aandacht besteed aan de belangen van de lidstaten waar de ctp diensten verricht en waar haar clearingleden, hun cliënten, en andere interoperabele ctp's zijn gevestigd, en in het bijzonder aan het effect van een besluit of maatregel, of het uitblijven daarvan, op de financiële stabiliteit of de begrotingsmiddelen van die lidstaten en van de Unie als geheel;

g)

er wordt voldoende aandacht besteed aan een afweging van de belangen van de verschillende clearingleden, hun cliënten, de ruimere schuldeisers en belanghebbenden van de ctp in de desbetreffende lidstaten en er wordt getracht te voorkomen dat de belangen van specifieke spelers in sommige lidstaten worden geschaad of onbillijk worden beschermd, en dat de lasten oneerlijk worden verdeeld tussen de lidstaten;

g bis)

openbare financiële steun wordt zoveel mogelijk voorkomen en wordt alleen gebruikt als laatste redmiddel onder de in artikel 45 genoemde voorwaarden en er worden geen verwachtingen gewekt dat openbare financiële steun wordt verleend;

h)

elke verplichting uit hoofde van deze verordening om een autoriteit te raadplegen alvorens een besluit of maatregel te nemen houdt ten minste de verplichting in te beraadslagen ten aanzien van die elementen van het voorgestelde besluit of de voorgestelde maatregel die (waarschijnlijk):

i)

gevolgen heeft voor de clearingleden, cliënten of gekoppelde FMI's;

ii)

een effect heeft op de financiële stabiliteit van de lidstaat waar de clearingleden, cliënten of gekoppelde FMI's gevestigd zijn of zich bevinden;

i)

de in artikel 13 bedoelde afwikkelingsplannen worden nageleefd, tenzij van die plannen moet worden afgeweken om de afwikkelingsdoelstellingen beter te kunnen verwezenlijken;

j)

transparantie ten opzichte van de bevoegde autoriteiten wordt indien mogelijk gewaarborgd , met name wanneer een voorgesteld besluit of een voorgestelde maatregel waarschijnlijk gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit of begrotingsmiddelen ▌ , en ten opzichte van elk ander rechtsgebied of andere partijen, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is ;

k)

zij coördineren en werken zo nauw mogelijk samen, ook om de totale afwikkelingskosten te verlagen;

l)

de negatieve economische en sociale gevolgen van iedere beslissing in alle lidstaten en derde landen waar de ctp diensten verricht, met inbegrip van negatieve gevolgen voor de financiële stabiliteit, worden ingeperkt.

Artikel 8

Uitwisseling van informatie

1.   De afwikkelingsautoriteiten, de bevoegde autoriteiten en de ESMA verstrekken elkaar op eigen initiatief en op verzoek bijtijds alle informatie die relevant is voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening.

2.   De afwikkelingsautoriteiten mogen vertrouwelijke door een autoriteit van een derde land verstrekte informatie enkel bekendmaken wanneer die autoriteit daar vooraf schriftelijk mee instemt.

De afwikkelingsautoriteiten verschaffen het bevoegde ministerie alle informatie over beslissingen of maatregelen waarvoor kennisgeving, raadpleging of goedkeuring van dat ministerie is vereist.

TITEL III

VOORBEREIDING

HOOFDSTUK I

Planning van herstel en afwikkeling

AFDELING 1

HERSTELPLANNING

Artikel 9

Herstelplannen

1.   Ctp's stellen een omvattend en doeltreffend herstelplan op, en houden dat bij, dat zowel in geval van wanbetaling als niet-wanbetaling of een combinatie daarvan voorziet in maatregelen waarmee hun financiële positie moet worden hersteld zonder openbare financiële steun, en waardoor ze clearingdiensten kunnen blijven verrichten wanneer hun financiële situatie significant verslechtert of wanneer zij hun prudentiële voorschriften in het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012 dreigen te overtreden.

1 bis.     In het herstelplan wordt een duidelijk onderscheid gemaakt, inzonderheid, voor zover uitvoerbaar, door onderverdeling in afzonderlijke afdelingen, tussen scenario's die zijn gebaseerd op:

a)

wanbetaling;

b)

niet-wanbetaling;

Het herstelplan omvat regelingen voor het combineren van de bepalingen voor de onder a) en b) bedoelde scenario's indien beide scenario's op hetzelfde moment plaatsvinden.

2.   Het herstelplan omvat een kader van indicatoren , gebaseerd op het risicoprofiel van de ctp, voor het bepalen van de omstandigheden waarin maatregelen in het herstelplan moeten worden genomen, rekening houdend met verschillende scenario's. De indicatoren betreffende de financiële positie van de ctp kunnen van kwalitatieve of kwantitatieve aard zijn.

Ctp's voeren passende regelingen in , met inbegrip van nauwe samenwerking tussen de betrokken autoriteiten, voor periodieke monitoring van de indicatoren. Ctp's brengen verslag uit aan de ESMA en de bevoegde autoriteiten over de resultaten van deze monitoring.

2 bis.     De ESMA vaardigt, in samenwerking met het ESRB, uiterlijk op [een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] richtsnoeren in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 uit tot nadere bepaling van de in de eerste alinea van lid 2 van dit artikel bedoelde minimumlijst van kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren.

3.   Ctp's moeten in hun werkingsregels bepalingen opnemen die de procedures schetsen die ze moeten volgen indien zij, om de doelen van het herstelproces te bereiken, voorstellen om :

a)

in het herstelplan vervatte maatregelen te nemen, ook al zijn de relevante indicatoren niet gehaald; of

b)

in het herstelplan vervatte maatregelen niet te nemen, ook al zijn de relevante indicatoren wel gehaald.

3 bis.     Elke overeenkomstig lid 3 te nemen maatregel moet door de bevoegde autoriteit worden goedgekeurd.

4.   ▌ Wanneer een ctp voornemens is haar herstelplan te activeren, stelt zij de bevoegde autoriteit en de ESMA in kennis van de aard en de omvang van de problemen die zij heeft vastgesteld, waarbij zij alle relevante omstandigheden belicht en melding maakt van de herstelmaatregelen of andere maatregelen die zij wil nemen om het probleem te verhelpen.

Wanneer de bevoegde autoriteit van oordeel is dat een herstelmaatregel die de ctp wil nemen aanzienlijke nadelige gevolgen voor het financiële stelsel kan hebben, waarschijnlijk niet doeltreffend zal zijn of een onevenredig groot nadeel voor de cliënten van de clearingleden met zich mee kan brengen, kan zij , na de ESMA in kennis te hebben gesteld, verlangen dat de ctp die maatregel niet neemt.

5.   De bevoegde autoriteit stelt de afwikkelingsautoriteit onverwijld in kennis van elke overeenkomstig de eerste alinea van lid 4 ontvangen kennisgeving en van elke daaropvolgende instructie van de bevoegde autoriteit overeenkomstig de tweede alinea van lid 4.

Wanneer de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 4, alinea 1, in kennis is gesteld, beperkt of verbiedt zij het vergoeden van kapitaal en als kapitaal aangemerkte instrumenten voor zover dat mogelijk is zonder onmiddellijk tot wanbetaling te leiden, met inbegrip van dividenduitkeringen en terugkopen door de ctp. Daarnaast kan zij betalingen van variabele beloningen overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU en EBA-richtsnoer EBA/GL/2015/22, discretionaire pensioenen of vertrekvergoedingen aan het management beperken, verbieden of bevriezen.

6.   Ctp's evalueren en werken hun herstelplannen waar nodig ten minste een keer per jaar bij en na elke wijziging van hun juridische of organisatiestructuur of commerciële of financiële positie die een wezenlijk effect op die plannen kan hebben of anderszins een wijziging van die plannen noodzakelijk maakt. De bevoegde autoriteiten kunnen verlangen dat ctp's hun herstelplannen vaker bijwerken.

7.   Herstelplannen:

a)

gaan niet uit van toegang tot of ontvangst van openbare financiële steun, noodliquiditeitssteun van een centrale bank of noodliquiditeitssteun van een centrale bank onder niet-standaardvoorwaarden inzake zekerheidstelling, looptijd en rentevoet;

b)

houden rekening met de belangen van alle belanghebbenden die, zowel direct als indirect, door het plan kunnen worden getroffen, met name de clearingleden en hun cliënten; en

c)

zorgen ervoor dat clearingleden geen onbeperkte blootstellingen hebben ten aanzien van de CTP.

7 bis.     Herstelinstrumenten voorzien in de mogelijkheid om:

a)

uit gevallen van niet-wanbetaling voortvloeiende verliezen op te vangen;

b)

uit gevallen van wanbetaling voortvloeiende verliezen op te vangen;

c)

na een geval van wanbetaling een gematchte portefeuille te herstellen;

d)

ongedekte liquiditeitstekorten te verhelpen; en

e)

de financiële middelen, waaronder het eigen vermogen, van de ctp weer aan te vullen tot een niveau dat de ctp in staat stelt de krachtens Verordening (EU) nr. 648/2012 op haar rustende verplichtingen na te komen en de uitoefening van de kritieke functies van de ctp voort te zetten en die functies stipt uit te oefenen.

7 ter.     De herstelplannen moeten voorzien in een reeks extreme scenario's, waaronder een scenario van wanbetaling door clearingleden naast de grootste twee en door andere ctp's, die betrekking hebben op de specifieke omstandigheden van de ctp, met inbegrip van haar productmix, bedrijfsmodel, liquiditeitskader en kader voor risicobeheer. Die scenario's omvatten zowel systeembrede stresssituaties als stresssituaties die specifiek zijn voor de betrokken ctp en houden rekening met het potentiële effect van binnenlandse en grensoverschrijdende besmetting in crisissituaties, alsook met gelijktijdige crises op meerdere belangrijke markten.

7 quater.     De ESMA vaardigt, in samenwerking met het ESRB, uiterlijk op [12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] richtsnoeren in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 uit tot nadere bepaling van de scenario's waarmee voor de toepassing van lid 1 rekening moet worden gehouden. Bij de opstelling van die richtsnoeren houdt de ESMA waar nodig rekening met de relevante internationale werkzaamheden op het gebied van stresstests voor ctp's voor toezichtdoeleinden en het herstel van ctp's. Hierbij maakt zij waar mogelijk gebruik van de synergie tussen stresstests voor toezichtdoeleinden en het modelleren van herstelscenario's.

7 quinquies.     Wanneer de ctp deel van een groep uitmaakt en contractuele overeenkomsten over steun van de moederonderneming — met inbegrip van de financiering van de kapitaalvereisten van de ctp overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 648/2012 via door de moederonderneming uitgegeven eigendomsinstrumenten — deel uitmaken van het herstelplan, worden in het herstelplan scenario's onderzocht waarin deze overeenkomsten niet kunnen worden nageleefd.

7 sexies.     Het herstelplan bevat de volgende punten:

a)

een samenvatting van de voornaamste elementen van het plan en een samenvatting van de totale herstelcapaciteit;

b)

een samenvatting van de wezenlijke wijzigingen in de ctp sinds het laatst ingediende herstelplan;

c)

een communicatie- en openbaarmakingsplan waarin wordt uiteengezet hoe de ctp van plan is met potentieel negatieve reacties van de markt om te gaan en tegelijk zo transparant mogelijk te handelen;

d)

een breed scala van maatregelen op het gebied van kapitaal, verliestoewijzing en liquiditeit die nodig zijn voor de instandhouding of het herstel van de levensvatbaarheid en de financiële positie van de ctp, met inbegrip van het herstel van de gematchte portefeuille en het kapitaal, en het aanvullen van de voorgefinancierde middelen die de ctp nodig heeft om haar levensvatbaarheid als going concern te handhaven en haar kritieke diensten te blijven verrichten in de zin van artikel 1, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 152/2013 van de Commissie en artikel 32, lid 2, en artikel 32, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie;

e)

passende voorwaarden en procedures om de tijdige uitvoering van herstelmaatregelen te waarborgen, alsook een breed scala aan herstelmogelijkheden, met inbegrip van een raming van het tijdsbestek voor de uitvoering van elk materieel aspect van het plan;

f)

een gedetailleerde beschrijving van alle wezenlijke belemmeringen voor de doeltreffende en tijdige uitvoering van het plan, met inbegrip van een analyse van de gevolgen voor clearingleden en cliënten van clearingleden, ook ingeval clearingleden waarschijnlijk maatregelen nemen overeenkomstig hun herstelplannen als bedoeld in de artikelen 5 en 7 van Richtlijn 2014/59/EU en, indien van toepassing, voor de rest van de groep;

g)

de identificatie van kritieke functies;

h)

een gedetailleerde beschrijving van de procedures voor het bepalen van de waarde en verkoopbaarheid van de kernbedrijfsonderdelen, bedrijfsactiviteiten en activa van de ctp;

i)

een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop de herstelplanning in de bestuursstructuur van de ctp is geïntegreerd, en past in de door de clearingleden overeengekomen werkingsregels van de ctp, alsook van het beleid en de procedures met betrekking tot de goedkeuring van het herstelplan en de identificatie van de personen in de organisatie die voor de opstelling en uitvoering van het plan verantwoordelijk zijn;

j)

regelingen en maatregelen om niet in gebreke blijvende clearingleden ertoe aan te zetten bij veilingen concurrentieel te bieden op posities van in gebreke gebleven leden;

k)

regelingen en maatregelen om ervoor te zorgen dat de ctp voldoende toegang heeft tot noodfinancieringsbronnen, met inbegrip van potentiële liquiditeitsbronnen, een beoordeling van de beschikbare zekerheden en een beoordeling van de mogelijkheid om middelen of liquiditeit tussen bedrijfsonderdelen over te dragen om ervoor te zorgen dat de ctp haar bedrijfsactiviteiten kan blijven uitoefenen en haar verplichtingen kan nakomen wanneer deze opeisbaar worden;

l)

regelingen en maatregelen:

i)

om het risico te verlagen;

ii)

om contracten, rechten, activa en passiva te herstructureren, waaronder:

a)

om contracten geheel of gedeeltelijk te beëindigen;

b)

om de waarde van winsten die de ctp aan niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten moet betalen, te verlagen;

iii)

om bedrijfsonderdelen te herstructureren;

iv)

die nodig zijn om continue toegang tot financiëlemarktinfrastructuren te behouden;

v)

die nodig zijn om de continue werking van de bedrijfsprocessen van de ctp te waarborgen, waaronder infrastructuur en IT-diensten;

vi)

een beschrijving van andere bestuursmaatregelen of -strategieën om de financiële soliditeit te herstellen en het verwachte financiële effect van die maatregelen of strategieën;

vii)

voorbereidende maatregelen die de ctp heeft genomen of voornemens is te nemen om de uitvoering van het herstelplan te bevorderen, met inbegrip van maatregelen die nodig zijn voor een tijdige herkapitalisatie van de ctp, het herstel van de gematchte portefeuille en de aanvulling van de voorgefinancierde middelen, alsook de grensoverschrijdende toepassing ervan te waarborgen; deze maatregelen omvatten regelingen waarbij niet in gebreke blijvende clearingleden een minimumbijdrage in contanten leveren aan de ctp tot een bedrag dat gelijk is aan hun bijdrage aan het wanbetalingsfonds van de ctp.

viii)

een raamwerk van indicatoren voor het bepalen van de punten waarop de in het plan bedoelde passende maatregelen kunnen worden genomen.

ix)

in voorkomend geval, een analyse van hoe en wanneer de ctp onder de in het plan vermelde omstandigheden een verzoek om het gebruik van centrale bankfaciliteiten mag indienen, en aangeven welke activa naar verwachting als zekerheid in aanmerking zouden komen volgens de voorwaarden van de centrale bankfaciliteit;

x)

rekening houdend met de bepalingen van artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012, een aantal extreme stressscenario's die relevant zijn voor de specifieke omstandigheden van de ctp, waaronder systeembrede gebeurtenissen, en stress die specifiek is voor de juridische entiteit en de groep waarvan zij deel uitmaakt en specifieke stress voor de afzonderlijke clearingleden van de ctp of, in voorkomend geval, een gekoppelde FMI;

xi)

rekening houdend met de bepalingen van artikel 34 en artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012, scenario's veroorzaakt door stress of wanbetaling van een of meer van haar leden en door andere redenen, met inbegrip van verliezen door de beleggingsactiviteiten van de ctp of door operationele problemen (met inbegrip van externe bedreigingen van de activiteiten van de ctp als gevolg van een externe verstoring, schok of cybergerelateerd incident).

7 septies.     In geval van wanbetaling gebruikt een ctp een bijkomend bedrag aan specifieke eigen middelen gelijk aan het overeenkomstig artikel 45, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vereiste bedrag, alvorens de in lid 7 sexies, onder l), van dit artikel genoemde instrumenten te gebruiken. Wanneer de bevoegde autoriteit van oordeel is dat de risico's die tot het verlies hebben geleid onder de controle van de ctp vielen, kan zij verlangen dat de ctp een hoger, door de bevoegde autoriteit vast te stellen bedrag aan specifieke eigen middelen gebruikt.

7 octies.     In geval van niet-wanbetaling gebruikt een ctp specifieke eigen middelen gelijk aan drie keer het overeenkomstig artikel 45, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vereiste bedrag, alvorens de in lid 7 sexies, onder l), van dit artikel genoemde instrumenten te gebruiken; om het strikte stimuleringsproces in stand te houden, maken ctp's geen gebruik van het wanbetalingsfonds of de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling. Wanneer de bevoegde autoriteit van oordeel is dat de risico's die tot het verlies hebben geleid buiten de controle van de ctp vielen, kan zij toestaan dat de ctp een lager, door de bevoegde autoriteit vast te stellen bedrag aan specifieke eigen middelen gebruikt.

7 nonies.     Een ctp gebruikt, met instemming van de bevoegde autoriteit, de in lid 7 sexies, onder l), ii), bedoelde instrumenten alleen nadat cash calls met een minimumbedrag gelijk aan het wanbetalingsfonds van de ctp zijn verricht overeenkomstig de in lid 7 sexies, onder l), vii), genoemde voorwaarden.

7 decies.

De bevoegde autoriteiten kunnen verlangen dat ctp's aanvullende informatie in hun herstelplannen opnemen.

8.   De raad van de ctp beoordeelt het herstelplan, rekening houdend met het advies van het risicocomité overeenkomstig artikel 28, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, en keurt het goed alvorens het aan de bevoegde autoriteit en de ESMA voor te leggen.

9.   Herstelplannen worden beschouwd als onderdeel van de werkingsregels van ctp's en ctp's en hun clearingleden dragen er , in geval van bepalingen die op hun cliënten betrekking hebben, zorg voor dat de maatregelen in de herstelplannen steeds uitvoerbaar zijn.

9 bis.     De ctp's maken de in lid 7 sexies, onder a) tot en met g), genoemde elementen openbaar. De onder h) tot en met l) van dit lid genoemde elementen moeten openbaar worden gemaakt voor zover het in het openbaar belang is dat er transparantie ten aanzien van deze elementen bestaat. De clearingleden zorgen ervoor dat bepalingen die van invloed zijn op hun cliënten, terdege aan hen worden meegedeeld.

9 ter.     Voorschriften van het nationale insolventierecht betreffende de vernietigbaarheid of niettegenwerpbaarheid van voor schuldeisers nadelige rechtshandelingen zijn niet van toepassing op maatregelen die door een ctp worden genomen in overeenstemming met het overeenkomstig deze verordening vastgestelde herstelplan.

Artikel 10

Beoordeling van herstelplannen

1.   Ctp's ▌ leggen hun herstelplannen ▌ voor aan de bevoegde autoriteit.

2.   De bevoegde autoriteit zendt elk plan onverwijld toe aan het toezichtcollege en de afwikkelingsautoriteit.

Binnen zes maanden na de voorlegging van ieder plan en in overleg met het toezichtcollege volgens de procedure in artikel 12, beoordeelt de bevoegde autoriteit het herstelplan en de mate waarin het aan de in artikel 9 vastgelegde eisen voldoet.

3.   Bij de beoordeling van het herstelplan raadpleegt de bevoegde autoriteit het ESRB en houdt zij rekening met de kapitaalstructuur van de ctp, de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling, de mate van complexiteit van de organisatiestructuur en het risicoprofiel van de ctp, ook wat betreft financiële, operationele en cyberrisico's, de vervangbaarheid van de door de ctp verrichte activiteiten, en de eventuele gevolgen van de uitvoering van het herstelplan voor de clearingleden, hun cliënten, de door de ctp bediende financiële markten en het financiële stelsel als geheel. De bevoegde autoriteit houdt rekening met het feit of het herstelplan al dan niet passende stimulansen bevat voor de eigenaars, clearingleden en cliënten van de ctp om de omvang van het risico dat zij in het stelsel introduceren of lopen, te beheersen. De bevoegde autoriteit moedigt ertoe aan om het nemen en beheersen van risico's door de ctp te monitoren en stimuleert een zo ruim mogelijke deelname aan het wanbetalingsbeheer van de ctp.

3 bis.     Bij de beoordeling van het herstelplan beschouwt de bevoegde autoriteit overeenkomsten over steun van de moederonderneming alleen als geldige onderdelen van het herstelplan als deze overeenkomsten contractueel bindend zijn.

4.   De afwikkelingsautoriteit bestudeert het herstelplan om te achterhalen welke maatregelen de afwikkelbaarheid van de ctp negatief kunnen beïnvloeden. Wanneer dergelijke maatregelen worden gevonden, brengt de afwikkelingsautoriteit deze onder de aandacht van de bevoegde autoriteit en doet zij aanbevelingen aan de bevoegde autoriteit over manieren om de negatieve gevolgen ervan voor de afwikkelbaarheid van de ctp aan te pakken .

5.   Wanneer de bevoegde autoriteit besluit geen gevolg te geven aan de aanbevelingen van de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig lid 4, geeft zij de afwikkelingsautoriteit hiervoor een sluitende motivering.

6.   Wanneer de bevoegde autoriteit instemt met de aanbevelingen van de afwikkelingsautoriteit, of anderszins van oordeel is dat het herstelplan wezenlijke tekortkomingen of belemmeringen voor de uitvoering ervan bevat, stelt zij de ctp of haar moederonderneming hiervan in kennis en geeft zij de ctp de gelegenheid haar standpunt kenbaar te maken.

7.   Rekening houdend met de standpunten van de ctp kan de bevoegde autoriteit verlangen dat de ctp of de moederonderneming binnen een termijn van twee maanden, die met de goedkeuring van de bevoegde autoriteit met een maand kan worden verlengd, een aangepast plan voorleggen waarin wordt uitgelegd hoe deze tekortkomingen of belemmeringen worden aangepakt. Het aangepaste plan wordt beoordeeld overeenkomstig de tweede alinea van lid 2.

8.   Wanneer de bevoegde autoriteit van oordeel is dat de tekortkomingen en belemmeringen niet naar behoren zijn aangepakt in het aangepaste plan, of wanneer de ctp of de moederonderneming geen aangepast plan heeft ingediend, verlangt de bevoegde autoriteit dat de ctp of de moederonderneming specifieke wijzigingen in het plan aanbrengt.

9.   Wanneer het niet mogelijk is de tekortkomingen of belemmeringen middels specifieke wijzigingen in het plan op te lossen, verlangt de bevoegde autoriteit dat de ctp of de moederonderneming binnen een redelijke termijn nagaat hoe haar bedrijfsactiviteit moet worden gewijzigd om de tekortkomingen of de belemmeringen voor de uitvoering van het herstelplan te verhelpen.

Wanneer de ctp of de moederonderneming deze wijzigingen niet binnen de door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn aangeeft, of als de bevoegde autoriteit oordeelt dat met de voorgestelde maatregelen de tekortkomingen of belemmeringen voor de uitvoering van het herstelplan onvoldoende verholpen zouden worden of de afwikkelbaarheid van de ctp onvoldoende verbetert , verlangt de bevoegde autoriteit dat de ctp of de moederonderneming binnen een redelijke, door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn de volgende maatregelen treft, rekening houdend met de ernst van de tekortkomingen en belemmeringen, met de gevolgen van de maatregelen voor de bedrijfsactiviteit van de ctp en met het vermogen van de ctp om te blijven voldoen aan Verordening (EU) nr. 648/2012 :

a)

het risicoprofiel van de ctp verminderen;

b)

de mogelijkheid verbeteren om de ctp tijdig te herkapitaliseren zodat zij aan haar prudentiële eisen kan voldoen;

c)

de strategie en de structuur van de ctp herzien;

d)

wijzigingen aanbrengen in de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling, herstelmaatregelen en andere regelingen voor verliestoewijzing om de afwikkelbaarheid en de robuustheid van kritieke functies te verbeteren;

e)

de bestuursstructuur van de ctp wijzigen.

10.   Het in de tweede alinea van lid 9 bedoelde verzoek wordt met redenen omkleed en schriftelijk ter kennis gebracht van de ctp.

10 bis.     De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de minimumcriteria die de bevoegde autoriteiten moeten beoordelen in het kader van de in lid 2 van dit artikel en artikel 11, lid 1, bedoelde beoordeling.

De ESMA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] op.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 11

Herstelplannen voor ctp's die deel uitmaken van een groep

1.   Wanneer de moederonderneming van de groep waarvan de ctp deel uitmaakt, een instelling is als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/59/EU, of een entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c) of d), van die richtlijn, verlangt de in artikel 2, lid 1, punt 21, van die richtlijn bedoelde bevoegde autoriteit dat de moederonderneming overeenkomstig die richtlijn een herstelplan voor de groep voorlegt. Deze bevoegde autoriteit legt het herstelplan voor de groep voor aan de bevoegde autoriteit van de ctp.

Wanneer de moederonderneming van de groep waarvan de ctp deel uitmaakt, geen instelling of entiteit is als bedoeld in de eerste alinea en indien noodzakelijk om alle elementen van deel A van de bijlage te kunnen beoordelen , kunnen de bevoegde autoriteiten ▌ volgens de procedure die is vastgelegd in artikel 10 van deze verordening, verlangen dat de ctp een plan voor het herstel van de ctp voorlegt waarin rekening wordt gehouden met alle relevante elementen die verband houden met de structuur van de groep. Dit verzoek wordt met redenen omkleed en schriftelijk ter kennis gebracht van de ctp en haar moederonderneming.

2.   Wanneer de moederonderneming het herstelplan overeenkomstig de eerste alinea van lid 1 voorlegt, vormen de bepalingen betreffende het herstel van de ctp een afzonderlijk onderdeel van dat herstelplan, voldoen ze aan de voorschriften van deze verordening en kan de ctp er niet toe worden verplicht een individueel herstelplan voor te bereiden.

3.   De bevoegde autoriteit van de ctp beoordeelt de bepalingen betreffende het herstel van de ctp overeenkomstig artikel 10 en pleegt, in voorkomend geval, overleg met de bevoegde autoriteit van de groep.

Artikel 12

Coördinatieprocedure voor herstelplannen

1.   Het toezichtcollege komt tot een gezamenlijk besluit over elk van de volgende punten:

a)

de evaluatie en beoordeling van het herstelplan;

b)

de toepassing van de in artikel 9, leden 6 tot en met 9, bedoelde maatregelen;

c)

de vraag of moederondernemingen een herstelplan moeten opstellen overeenkomstig artikel 11, lid 1.

2.   Het college komt tot een gezamenlijk besluit over de onder a) en b) bedoelde kwesties binnen vier maanden na de datum van toezending van het herstelplan door de bevoegde autoriteit.

Het college komt tot een gezamenlijk besluit over de onder c) bedoelde kwestie binnen vier maanden na de datum waarop de bevoegde autoriteit besluit de moederonderneming te verzoeken een groepsplan op te stellen.

Op verzoek van een bevoegde autoriteit in het toezichtcollege kan de ESMA overeenkomstig artikel 31, onder c), van Verordening (EU) nr. 1095/2010 het toezichtcollege helpen om tot een gezamenlijk besluit te komen.

3.   Wanneer het toezichtcollege na vier maanden vanaf de datum van toezending van het herstelplan niet tot een gezamenlijk besluit is kunnen komen over de in lid 1, onder a) en b), bedoelde kwesties, neemt de bevoegde autoriteit van de ctp zelf een besluit.

De bevoegde autoriteit van de ctp neemt het in de eerste alinea bedoelde besluit met inachtneming van de standpunten van de overige leden van het college die zij binnen de termijn van vier maanden kenbaar hebben gemaakt. De bevoegde autoriteit van de ctp brengt dat besluit schriftelijk ter kennis van de ctp, van haar moederonderneming, in voorkomend geval, en van de andere leden van het toezichtcollege.

4.   Indien een groep leden van het toezichtcollege die uit een gewone meerderheid van de leden van dit college bestaat aan het einde van die termijn van vier maanden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 aan de ESMA een zaak heeft voorgelegd met betrekking tot de beoordeling van herstelplannen en de uitvoering van de maatregelen overeenkomstig artikel 10, lid 9, onder a), b) en d), van deze verordening, wacht de bevoegde autoriteit van de ctp het besluit van de ESMA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 af, en neemt dan een besluit overeenkomstig het besluit van de ESMA.

5.   De termijn van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsfase in de zin van Verordening (EU) nr. 1095/2010. De ESMA neemt haar besluit binnen één maand nadat de zaak aan haar is voorgelegd. De zaak wordt niet meer aan de ESMA voorgelegd na afloop van de termijn van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen. Indien de ESMA binnen één maand geen besluit neemt, is het besluit van de bevoegde autoriteit van de ctp van toepassing.

AFDELING 2

AFWIKKELINGSPLANNING

Artikel 13

Afwikkelingsplannen

1.   Na overleg met de bevoegde autoriteit en de ESMA en in coördinatie met het afwikkelingscollege stelt de afwikkelingsautoriteit van de ctp volgens de procedure van artikel 15 voor elke ctp een afwikkelingsplan op.

2.   Het afwikkelingsplan voorziet in de afwikkelingsmaatregelen die de afwikkelingsautoriteit kan nemen wanneer de ctp aan de in artikel 22 bedoelde voorwaarden voor afwikkeling voldoet.

3.   In het afwikkelingsplan wordt rekening gehouden met ten minste het volgende:

a)

het faillissement van de ctp als gevolg van:

i).

wanbetaling;

ii).

niet-wanbetaling;

iii).

ruimere financiële instabiliteit of systeembrede gebeurtenissen;

b)

de eventuele gevolgen van de toepassing van het afwikkelingsplan voor clearingleden en hun cliënten, ook wanneer de clearingleden waarschijnlijk worden onderworpen aan herstel- of afwikkelingsmaatregelen overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU, voor gekoppelde FMI's, door de ctp bediende financiële markten en voor het financiële stelsel als geheel;

c)

de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een ctp mag verzoeken om het gebruik van centrale bankfaciliteiten en de vermelding van de activa die naar verwachting als zekerheid in aanmerking zouden komen.

4.   In het afwikkelingsplan wordt niet uitgegaan van:

a)

openbare financiële steun;

b)

noodliquiditeitssteun van een centrale bank;

c)

liquiditeitssteun van een centrale bank onder niet-standaardvoorwaarden inzake zekerheidstelling, looptijd en rentevoet.

4 bis.     In het afwikkelingsplan wordt van prudente aannamen uitgegaan aangaande de als afwikkelingsinstrumenten beschikbare financiële middelen die benodigd kunnen zijn om de doelstellingen van de afwikkeling te verwezenlijken en aangaande de middelen die ten tijde van het begin van de afwikkeling naar verwachting beschikbaar zijn overeenkomstig de ctp-voorschriften en -regelingen. Deze prudente aannamen zijn gebaseerd op de resultaten van de laatste in overeenstemming met artikel 5, lid 2 bis, uitgevoerde stresstests en zijn zelfs geldig in scenario's met extreme marktomstandigheden, die nog worden verergerd door het herstel of de afwikkeling van een of meer andere ctp's, waaronder een scenario van wanbetaling door een of meer clearingleden naast de twee clearingleden ten overstaan waarvan het positierisico van de ctp het grootst is.

5.   De afwikkelingsautoriteiten beoordelen de afwikkelingsplannen en werken deze waar nodig bij, ten minste jaarlijks en in ieder geval na wijzigingen in de juridische of organisatiestructuur van de ctp, haar bedrijfsactiviteit of financiële positie, of elke andere wijziging die een wezenlijke invloed heeft op de slagkracht van het plan.

De ctp's en de bevoegde autoriteiten stellen de afwikkelingsautoriteiten onverwijld in kennis van dergelijke wijzigingen.

5 bis.     In het afwikkelingsplan wordt een duidelijk onderscheid gemaakt, inzonderheid, voor zover uitvoerbaar, door onderverdeling in afzonderlijke afdelingen, tussen scenario's die zijn gebaseerd op de omstandigheden als vermeld in respectievelijk de punten i), ii) en iii) van lid 3, onder a).

6.   In het afwikkelingsplan wordt aangegeven in welke omstandigheden en verschillende scenario's afwikkelingsinstrumenten worden gebruikt en afwikkelingsbevoegdheden worden uitgeoefend. Het afwikkelingsplan bevat de volgende elementen, becijferd indien passend en mogelijk:

a)

een samenvatting van de belangrijkste elementen van het plan waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen gevallen van wanbetaling, gevallen van niet-wanbetaling en een combinatie van beide;

b)

een samenvatting van de wezenlijke veranderingen in de ctp sinds de laatste bijwerking van het afwikkelingsplan;

c)

een demonstratie van de wijze waarop de kritieke functies van de ctp juridisch en economisch voldoende van haar overige functies kunnen worden gescheiden om bij de start van alle mogelijke vormen van afwikkeling, waaronder het faillissement van de ctp de continuïteit te waarborgen;

d)

een schatting van het tijdsbestek voor de uitvoering van elk materieel aspect van het plan , met inbegrip van het aanvullen van de financiële middelen van de ctp ;

e)

een gedetailleerde beschrijving van de overeenkomstig artikel 16 uitgevoerde beoordeling van de afwikkelbaarheid;

f)

een beschrijving van de eventueel op grond van artikel 17 vereiste maatregelen voor het aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid die als gevolg van de overeenkomstig artikel 16 uitgevoerde beoordeling zijn vastgesteld;

g)

een beschrijving van de procedures voor het bepalen van de waarde en verkoopbaarheid van de kritieke functies en activa van de ctp;

h)

een gedetailleerde beschrijving van de regelingen die ervoor moeten zorgen dat de op grond van artikel 14 vereiste informatie actueel is en steeds voor de afwikkelingsautoriteiten beschikbaar is;

i)

uitleg over de wijze waarop afwikkelingsmaatregelen kunnen worden gefinancierd zonder uit te gaan van de in lid 4 bedoelde elementen;

j)

een gedetailleerde beschrijving van de diverse afwikkelingsstrategieën die binnen de verschillende mogelijke scenario's kunnen worden toegepast en hun tijdsbestekken;

k)

een beschrijving van kritieke onderlinge afhankelijkheden tussen de ctp en andere marktdeelnemers , met inbegrip van onderlinge afhankelijkheden binnen de groep, interoperabiliteitsregelingen en koppelingen met andere FMI's, met vermelding van de wijze waarop dergelijke onderlinge afhankelijkheden kunnen worden aangepakt ;

l)

een beschrijving van de verschillende opties om te zorgen voor:

i.

toegang tot betalingen en clearingdiensten en andere infrastructuren;

ii.

tijdige afwikkeling van verplichtingen ten aanzien van clearingleden en hun cliënten en gekoppelde FMI's;

iii.

transparante en niet-discriminerende toegang van clearingleden en hun cliënten tot door de ctp verstrekte effecten of liquiditeitsrekeningen en zekerheden in de vorm van contanten of effecten die bij de ctp zijn gestort en door de ctp worden aangehouden en die aan dergelijke deelnemers verschuldigd zijn;

iv.

continuïteit in het onderhouden van koppelingen tussen de ctp en andere FMI's;

v.

de overdraagbaarheid van de activa en posities van de cliënten en indirecte cliënten van clearingleden zoals omschreven in artikel 39 van Verordening (EU) nr. 648/2012 ;

vi.

het behoud van de vergunningen, machtigingen, erkenningen en juridische kwalificaties van een ctp indien nodig voor de voortzetting van haar kritieke functies, met inbegrip van haar erkenning voor de toepassing van de betrokken regels voor het definitieve karakter van de afwikkeling en de deelname aan of koppelingen met andere FMI's;

l bis)

een beschrijving van de aanpak die de afwikkelingsautoriteit voornemens is te volgen om de reikwijdte en waarde te bepalen van contracten die overeenkomstig artikel 29 worden beëindigd;

m)

een analyse van de gevolgen van het plan voor de werknemers van de ctp, met een beoordeling van eventueel daarmee gepaard gaande kosten, en een beschrijving van de beoogde procedures om de werknemers te raadplegen tijdens het afwikkelingsproces, waarbij, in voorkomend geval, rekening wordt gehouden met nationale regels en stelsels voor dialoog met de sociale partners;

n)

een plan om met de media en het publiek te communiceren met het oog op een zo groot mogelijke transparantie ;

o)

een beschrijving van essentiële verrichtingen en systemen om de continue werking van de bedrijfsprocessen van de ctp te waarborgen.

o bis)

een beschrijving van de regelingen voor de uitwisseling van informatie binnen het afwikkelingscollege voorafgaand aan en tijdens de afwikkeling, in overeenstemming met de schriftelijke regelingen en procedures voor de werking van de afwikkelingscolleges als bedoeld in artikel 4, lid 1.

De in lid 6, onder a), bedoelde informatie wordt aan de betrokken ctp bekendgemaakt. De ctp kan haar standpunt over het herstelplan schriftelijk aan de afwikkelingsautoriteit kenbaar maken. Dat standpunt wordt in het plan opgenomen.

7.   De afwikkelingsautoriteiten kunnen verlangen dat ctp's gedetailleerde gegevens verstrekken over de in artikel 29 van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde contracten waarbij de ctp partij is. De afwikkelingsautoriteiten kunnen een termijn bepalen voor het verstrekken van deze gegevens en voor verschillende soorten contracten uiteenlopende termijnen toepassen.

7 bis.     De afwikkelingsautoriteit van de ctp werkt nauw samen met de afwikkelingsautoriteiten van de clearingleden van de ctp om ervoor te zorgen dat er geen belemmeringen bestaan voor de afwikkeling.

8.   De ESMA stelt, na overleg met het ESRB en rekening houdend met de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening van de Commissie (EU) XXX/2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot technische reguleringsnormen vastgesteld op basis van artikel 10, lid 9, van Richtlijn 2014/59/EU, en met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, ontwerpen van technische reguleringsnormen vast tot nadere bepaling van de inhoud van het afwikkelingsplan overeenkomstig lid 6.

Bij het opstellen van ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA afdoende rekening met de verschillen tussen de nationale wettelijke kaders binnen de Unie, met name op het gebied van het insolventierecht, en met de verschillen in omvang en aard van de in de Unie gevestigde ctp's.

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk bij de Commissie in op [PB: datum invoegen: twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

Artikel 14

Verplichting voor ctp's om mee te werken en informatie te verschaffen

Ctp's moeten, waar nodig, meewerken aan het opstellen van afwikkelingsplannen en verstrekken de afwikkelingsautoriteiten, hetzij rechtstreeks hetzij via de bevoegde autoriteit, alle informatie die nodig is voor het opstellen en uitvoeren van deze plannen, met inbegrip van de informatie en analyses als vermeld in deel B van de bijlage.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de afwikkelingsautoriteiten alle in de eerste alinea bedoelde informatie waarover zij reeds beschikken.

Een ctp wisselt tijdig informatie uit met de bevoegde autoriteiten en de ESMA ter vergemakkelijking van de beoordeling van de risicoprofielen van de ctp en de verwevenheid ervan met andere financiëlemarktinfrastructuren, andere financiële instellingen en het financiële stelsel als geheel zoals omschreven in de artikelen 9 en 10 van deze verordening.

Artikel 15

Coördinatieprocedure voor afwikkelingsplannen

1.   Het afwikkelingscollege komt tot een gezamenlijk besluit over het afwikkelingsplan en eventuele wijzigingen daarvan binnen een termijn van vier maanden na de datum waarop dat plan is toegezonden door de afwikkelingsautoriteit als bedoeld in lid 2.

2.   De afwikkelingsautoriteit zendt aan het afwikkelingscollege een ontwerp van afwikkelingsplan, de overeenkomstig artikel 14 verstrekte informatie en eventuele andere voor het afwikkelingscollege relevante informatie toe.

De afwikkelingsautoriteit draagt er zorg voor dat de ESMA alle informatie ontvangt die relevant is voor haar rol in overeenstemming met dit artikel.

3.   De afwikkelingsautoriteit kan besluiten autoriteiten van derde landen te betrekken bij de opstelling en beoordeling van het afwikkelingsplan, op voorwaarde dat deze voldoen aan de vertrouwelijkheidsvoorschriften van artikel 71 en afkomstig zijn van rechtsgebieden waarin elk van de volgende entiteiten zijn gevestigd:

i.

de moederonderneming van de ctp, indien van toepassing;

ii.

▌ clearingleden waaraan de ctp in belangrijke mate is blootgesteld ;

iii.

de dochterondernemingen van de ctp, indien van toepassing;

iv.

andere aanbieders van kritieke diensten aan de ctp;

iv bis.

een ctp met interoperabele regelingen met de ctp.

4.   De ESMA kan, op verzoek van een afwikkelingsautoriteit, overeenkomstig artikel 31, onder c), van Verordening (EU) nr. 1095/2010 het afwikkelingscollege helpen tot een gezamenlijk besluit te komen.

5.   Wanneer het afwikkelingscollege na vier maanden vanaf de datum van toezending van het afwikkelingsplan niet tot een gezamenlijk besluit is kunnen komen, neemt de afwikkelingsautoriteit zelf een besluit over het afwikkelingsplan. De afwikkelingsautoriteit neemt haar besluit met inachtneming van de standpunten die binnen de termijn van vier maanden door de andere leden van het afwikkelingscollege kenbaar zijn gemaakt. De afwikkelingsautoriteit stelt de ctp, haar moederonderneming, in voorkomend geval, en de andere leden van het afwikkelingscollege schriftelijk in kennis van dat besluit.

6.   Indien een groep leden van het afwikkelingscollege die uit een gewone meerderheid van de leden van dit college bestaat aan het einde van die termijn van vier maanden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 een zaak met betrekking tot het afwikkelingsplan aan de ESMA heeft voorgelegd, wacht de afwikkelingsautoriteit van de ctp een eventueel door de ESMA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van die verordening genomen besluit af, en neemt zij haar besluit overeenkomstig het besluit van de ESMA.

De termijn van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsfase in de zin van Verordening (EU) No 1095/2010. De ESMA neemt haar besluit binnen één maand nadat de zaak aan haar is voorgelegd. De zaak wordt niet meer aan de ESMA voorgelegd na afloop van de termijn van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen. Indien de ESMA binnen één maand geen besluit neemt, is het besluit van de afwikkelingsautoriteit van toepassing.

7.   Indien een gezamenlijk besluit wordt genomen overeenkomstig lid 1 en een afwikkelingsautoriteit overeenkomstig lid 6 oordeelt dat het onderwerp waarover onenigheid bestaat, afbreuk doet aan de budgettaire verantwoordelijkheden van haar lidstaat, neemt de afwikkelingsautoriteit van de ctp het initiatief tot een herbeoordeling van het afwikkelingsplan.

HOOFDSTUK II

Afwikkelbaarheid

Artikel 16

Beoordeling van de afwikkelbaarheid

1.   De afwikkelingsautoriteit beoordeelt, in samenwerking met het afwikkelingscollege overeenkomstig artikel 17, de mate waarin een ctp afwikkelbaar is, zonder uit te gaan van:

a)

▌ openbare financiële steun;

b)

noodliquiditeitssteun van een centrale bank;

c)

liquiditeitssteun van een centrale bank onder niet-standaardvoorwaarden inzake zekerheidstelling, looptijd en rentevoet.

2.   Een ctp wordt geacht afwikkelbaar te zijn indien de afwikkelingsautoriteit oordeelt dat het haalbaar en geloofwaardig is de ctp volgens normale insolventieprocedures te liquideren of met de afwikkelingsinstrumenten af te wikkelen tijdens de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden, terwijl tegelijkertijd de continuïteit van de kritieke functies van de ctp wordt verzekerd en het gebruik van openbare middelen volledig en significante nadelige gevolgen voor het financiële stelsel zoveel mogelijk worden vermeden.

Met nadelige gevolgen in de eerste alinea worden ook bredere financiële instabiliteit of systeembrede gebeurtenissen in een lidstaat bedoeld.

De afwikkelingsautoriteit stelt de ESMA tijdig in kennis wanneer zij een ctp niet afwikkelbaar acht.

3.   Op verzoek van de afwikkelingsautoriteit toont een ctp aan dat:

a)

er geen belemmeringen bestaan voor de waardevermindering van eigendomsinstrumenten na de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden, ongeacht of uitstaande contractuele regelingen of andere maatregelen in het herstelplan voor de ctp volledig zijn benut;

b)

haar contracten met clearingleden of derde partijen deze clearingleden of derde partijen niet de mogelijkheid verschaffen de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden door een afwikkelingsautoriteit met succes te betwisten of zich aan die bevoegdheden te onttrekken.

4.   Voor de in lid 1 bedoelde beoordeling van de afwikkelbaarheid onderzoekt de afwikkelingsautoriteit, naargelang het geval, de in deel C van de bijlage vermelde aangelegenheden.

4 bis.     Uiterlijk op [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de ESMA richtsnoeren vast ter bevordering van de convergentie van toezichts- en afwikkelingspraktijken met betrekking tot de toepassing van deel C van de bijlage.

5.   De afwikkelingsautoriteit beoordeelt in samenwerking met het afwikkelingscollege de afwikkelbaarheid gelijktijdig met het opstellen en bijwerken van het afwikkelingsplan overeenkomstig artikel 13.

Artikel 17

Het aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid

1.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit ▌ na de beoordeling overeenkomstig artikel 16 en na overleg met het afwikkelingscollege concludeert dat er wezenlijke belemmeringen bestaan voor de afwikkelbaarheid van een ctp, stelt de afwikkelingsautoriteit, in samenwerking met de bevoegde autoriteiten, een verslag op dat zij aan de ctp en het afwikkelingscollege voorlegt.

Het in de eerste alinea bedoelde verslag bevat een analyse van de ▌ belemmeringen voor de doeltreffende toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden met betrekking tot de ctp, gaat na welke gevolgen dit zal hebben voor het bedrijfsmodel van de ctp en beveelt gerichte maatregelen aan om deze waar mogelijk weg te nemen.

2.   Het vereiste uit hoofde van artikel 15 dat afwikkelingscolleges tot een gezamenlijk besluit over de afwikkelingsplannen komen, wordt na indiening van het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag opgeschort tot de maatregelen voor het wegnemen van de wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid door de afwikkelingsautoriteit zijn aanvaard overeenkomstig lid 3 van dit artikel of alternatieve maatregelen overeenkomstig lid 4 van dit artikel zijn vastgesteld.

3.   Binnen vier maanden na de datum van ontvangst van het overeenkomstig lid 1 ingediende verslag stelt de ctp de afwikkelingsautoriteit mogelijke maatregelen voor om de in het verslag genoemde wezenlijke belemmeringen aan te pakken of weg te nemen. De afwikkelingsautoriteit stelt het afwikkelingscollege in kennis van elke door de ctp voorgestelde maatregel. De afwikkelingsautoriteit en het afwikkelingscollege beoordelen, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), of de maatregelen deze belemmeringen effectief aanpakken of wegnemen.

4.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit , rekening houdend met het advies van het afwikkelingscollege , concludeert dat de door een ctp overeenkomstig lid 3 voorgestelde maatregelen de in het verslag aangegeven belemmeringen niet effectief aanpakken of wegnemen, legt de afwikkelingsautoriteit alternatieve maatregelen voor aan het afwikkelingscollege met het oog op een gezamenlijk besluit overeenkomstig artikel 18.

De in de eerste alinea bedoelde alternatieve maatregelen houden rekening met:

a)

het gevaar voor de financiële stabiliteit dat uitgaat van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid van een ctp;

b)

het effect van de alternatieve maatregelen op de betrokken ctp, haar clearingleden en hun cliënten, gekoppelde FMI's en de interne markt.

b bis)

de effecten van het aanbieden van geïntegreerde clearingdiensten voor verschillende producten en van portefeuillemargining voor verschillende activaklassen.

Voor de toepassing van de tweede alinea, onder b), raadpleegt de afwikkelingsautoriteit de bevoegde autoriteit , het toezichtcollege en het afwikkelingscollege en, indien passend, het ESRB .

5.   De afwikkelingsautoriteit stelt overeenkomstig artikel 18 de ctp schriftelijk, hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks via de bevoegde autoriteit, in kennis van de alternatieve maatregelen om belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te nemen. De afwikkelingsautoriteit motiveert waarom de door de ctp voorgestelde maatregelen de belemmeringen voor de afwikkelbaarheid niet kunnen wegnemen en waarom de voorgestelde alternatieve maatregelen dat wel kunnen.

6.   De ctp legt binnen een maand een plan voor van de wijze waarop ze voornemens is om de alternatieve maatregelen binnen de door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde termijn uit te voeren .

7.    Alleen voor de toepassing van lid 4 kan de afwikkelingsautoriteit in samenwerking met de bevoegde autoriteit :

a)

verlangen dat de ctp dienstverleningsovereenkomsten, binnen de groep of met derden, herziet of opstelt om het verrichten van kritieke functies veilig te stellen;

b)

verlangen dat de ctp haar maximale afzonderlijke en samengevoegde ongedekte blootstellingen beperkt;

c)

verlangen dat de ctp wijzigingen aanbrengt in de manier waarop zij margin int en aanhoudt op grond van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

d)

verlangen dat de ctp wijzigingen aanbrengt in de samenstelling en de omvang van haar wanbetalingsfondsen, als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

e)

de ctp specifieke of periodiek in acht te nemen aanvullende informatievereisten opleggen;

f)

verlangen dat de ctp specifieke activa afstoot;

g)

verlangen dat de ctp specifieke bestaande of voorgestelde activiteiten beperkt of staakt;

h)

verlangen dat de ctp wijzigingen aanbrengt in haar herstelplan , werkingsregels en andere contractuele regelingen ;

i)

de ontwikkeling van nieuwe of bestaande bedrijfsonderdelen of de verlening van nieuwe of bestaande diensten beperken of verhinderen;

j)

wijzigingen verlangen in de juridische of operationele structuren van de ctp of eventuele groepsentiteiten, waarover zij direct of indirect zeggenschap heeft, om ervoor te zorgen dat kritieke functies juridisch en operationeel van de andere functies kunnen worden afgesplitst door de toepassing van afwikkelingsinstrumenten;

k)

verlangen dat de ctp een financiële moederholding in een lidstaat of een financiële EU-moederholding opzet;

l)

verlangen dat de ctp ▌ verplichtingen uitgeeft die kunnen worden afgeschreven of omgezet of andere middelen reserveert ter verhoging van de capaciteit voor het opvangen van verliezen, voor herkapitalisatie en de aanvulling van voorgefinancierde middelen;

m)

verlangen dat de ctp ▌ andere stappen zet om ervoor te zorgen dat kapitaal, andere verplichtingen en contracten verliezen kunnen opvangen, dat de ctp wordt geherkapitaliseerd of voorgefinancierde middelen worden aangevuld . Onder de in aanmerking komende maatregelen vallen onder meer pogingen om opnieuw te onderhandelen over eventuele verplichtingen die de ctp heeft uitgegeven of dat contractuele bedingen worden herzien, om te verzekeren dat een eventueel besluit van de afwikkelingsautoriteit tot afschrijving, omzetting of herstructurering van die verplichting, dat instrument of contract zal worden uitgevoerd krachtens het recht van het rechtsgebied waaronder die verplichtingen of dat instrument ressorteren;

n)

n bis)

interoperabiliteitskoppelingen van de ctp beperken of onderbreken indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van mogelijke nadelige gevolgen die de toepassing van de herstelinstrumenten en de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden zouden kunnen hebben voor interoperabele ctp's.

Artikel 18

Coördinatieprocedure voor het aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid

1.   Het afwikkelingscollege komt tot een gezamenlijk besluit over:

a)

het benoemen van de wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid overeenkomstig artikel 16, lid 1;

b)

de beoordeling van de maatregelen die zijn voorgesteld door de ctp overeenkomstig artikel 17, lid 3, indien nodig;

c)

de op grond van artikel 17, lid 4, vereiste alternatieve maatregelen.

2.   Het in lid 1, onder a), bedoelde gezamenlijk besluit over de benoeming van wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid wordt vastgesteld binnen vier maanden na de indiening van het in artikel 17, lid 1, bedoelde verslag bij het afwikkelingscollege.

Het in lid 1, onder b) en c), bedoelde gezamenlijk besluit wordt vastgesteld binnen vier maanden na de voorlegging van de voorgestelde maatregelen van de ctp om de belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te nemen.

De in lid 1 bedoelde gezamenlijke besluiten worden met redenen omkleed en door de afwikkelingsautoriteit schriftelijk ter kennis gebracht van de ctp en, in voorkomend geval, haar moederonderneming.

De ESMA kan, op verzoek van de afwikkelingsautoriteit, overeenkomstig artikel 31, onder c), van Verordening (EU) nr. 1095/2010 het afwikkelingscollege helpen tot een gezamenlijk besluit te komen.

3.   Indien het afwikkelingscollege , na vier maanden vanaf de datum waarop het in artikel 17, lid 1, bedoelde verslag is toegezonden, niet tot een gezamenlijk besluit is kunnen komen, neemt de afwikkelingsautoriteit zelf een besluit over de passende maatregelen die overeenkomstig artikel 17, lid 5, genomen moeten worden. De afwikkelingsautoriteit neemt haar besluit met inachtneming van de standpunten die binnen de termijn van vier maanden door de andere leden van het afwikkelingscollege kenbaar zijn gemaakt.

De afwikkelingsautoriteit stelt de ctp, in voorkomend geval haar moederonderneming, en de andere leden van het afwikkelingscollege schriftelijk in kennis van dat besluit.

4.   Indien een groep leden van het afwikkelingscollege die uit een gewone meerderheid van de leden van dit college bestaat aan het einde van die termijn van vier maanden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 een zaak als bedoeld in artikel 17, lid 7, onder j), k) of n), aan de ESMA heeft voorgelegd, stelt de afwikkelingsautoriteit van de ctp haar besluit uit en wacht zij het eventuele door de ESMA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van die verordening genomen besluit af. In dat geval neemt de afwikkelingsautoriteit haar besluit overeenkomstig het besluit van de ESMA.

De termijn van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsfase in de zin van Verordening (EU) No 1095/2010. De ESMA neemt haar besluit binnen één maand nadat de zaak aan haar is voorgelegd. De zaak wordt niet meer aan de ESMA voorgelegd na afloop van de termijn van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen. Indien de ESMA binnen één maand geen besluit neemt, is het besluit van de afwikkelingsautoriteit van toepassing.

TITEL IV

VROEGTIJDIGE INTERVENTIE

Artikel 19

Vroegtijdige-interventiemaatregelen

1.   Wanneer een ctp ▌ de prudentiële voorschriften van Verordening (EU) nr. 648/2012 overtreedt of dreigt te overtreden of een risico vormt voor de stabiliteit van het mondiale financiële stelsel, het financiële stelsel van de Unie of onderdelen van deze stelsels , of wanneer de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat er andere aanwijzingen zijn voor ontwikkelingen die de activiteiten van de ctp , met name haar vermogen om clearingdiensten te verrichten, kan beïnvloeden, kan de bevoegde autoriteit :

a)

verlangen dat de ctp het herstelplan bijwerkt overeenkomstig artikel 9 ▌ wanneer de omstandigheden die vroegtijdige interventie nodig maakten, afwijken van de aannamen die zijn beschreven in het oorspronkelijke herstelplan;

b)

verlangen dat de ctp een of meer van de regelingen of maatregelen in het herstelplan binnen een specifieke termijn toepast. Wanneer het plan is geactualiseerd overeenkomstig punt a), omvatten die regelingen of maatregelen alle geactualiseerde regelingen of maatregelen;

c)

verlangen dat ctp nagaat wat de oorzaken zijn van de overtreding of vermoedelijke overtreding als bedoeld in lid 1, en een actieprogramma opstelt, met inbegrip van passende maatregelen en tijdschema's;

d)

verlangen dat de ctp een vergadering belegt van haar aandeelhouders of, als de ctp deze verplichting niet nakomt, deze vergadering zelf beleggen. In beide gevallen stelt de bevoegde autoriteit de agenda vast, met inbegrip van de besluiten die door de aandeelhouders voor goedkeuring moeten worden besproken;

e)

verlangen dat een of meer leden van de raad of van het hogere management van hun functie worden ontheven of worden vervangen wanneer deze personen overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 648/2012/EU voor de uitvoering van hun taken ongeschikt worden bevonden;

f)

wijzigingen verlangen in de bedrijfsstrategie van de ctp;

g)

verlangen dat de juridische of operationele structuur van de ctp wordt aangepast;

h)

de afwikkelingsautoriteit alle informatie verschaffen die nodig is voor het actualiseren van het afwikkelingsplan van de ctp ter voorbereiding van de mogelijke afwikkeling van de ctp en de waardering van haar activa en passiva overeenkomstig artikel 24, met inbegrip van alle informatie die door middel van inspecties ter plaatse is verkregen;

i)

verlangen dat, indien nodig en overeenkomstig lid 4, de herstelmaatregelen van de ctp worden uitgevoerd;

j)

verlangen dat de ctp bepaalde herstelmaatregelen niet neemt wanneer de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat deze maatregelen slecht kunnen zijn voor de financiële stabiliteit of de belangen van cliënten overmatig kunnen schaden ;

k)

verlangen dat de ctp haar financiële middelen tijdig aanvult;

k bis)

bij uitzondering en eenmalig toestaan dat cliënten van clearingleden rechtstreeks aan veilingen deelnemen onder vrijstelling van alle prudentiële vereisten van titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, behalve de voor die cliënten geldende marginvereisten die in artikel 41 van die verordening zijn vastgesteld. De clearingleden verstrekken hun cliënten uitvoerige informatie over de veiling en faciliteren het biedingsproces voor hun cliënten. De vereiste marginbetalingen van de cliënten worden verwerkt door een niet in gebreke blijvend clearinglid;

k ter)

het vergoeden van kapitaal en als kapitaal aangemerkte instrumenten beperken of verbieden voor zover dat mogelijk is zonder tot onmiddellijke wanbetaling te leiden, met inbegrip van dividenduitkeringen en terugkopen door de ctp, en kan zij betalingen van variabele beloningen op grond van Richtlijn 2013/36/EU en EBA-richtsnoer EBA/GL/2015/22, discretionaire pensioenen en vertrekvergoedingen aan het management beperken, verbieden of bevriezen.

2.   Voor elk van deze maatregelen stelt de bevoegde autoriteit een passende termijn vast en beoordeelt zij achteraf de effectiviteit van de maatregelen.

2 bis.     Voorschriften van het nationale insolventierecht betreffende de vernietigbaarheid of niettegenwerpbaarheid van voor schuldeisers nadelige rechtshandelingen zijn niet van toepassing op vroegtijdige-interventiemaatregelen die door de bevoegde autoriteit worden genomen in overeenstemming met deze verordening.

3.   De bevoegde autoriteit mag de in lid 1, onder a) tot en met k), genoemde maatregelen enkel toepassen na rekening te hebben gehouden met de gevolgen van deze maatregelen in andere lidstaten waar de ctp actief is of diensten verleent, met name wanneer de activiteiten van de ctp kritiek of belangrijk zijn voor lokale financiële markten, met inbegrip van de plaatsen waar clearingleden, gekoppelde handelsplatformen en FMI's gevestigd zijn.

4.   De bevoegde autoriteit mag de in lid 1, onder i), genoemde maatregel enkel toepassen wanneer die maatregel in het algemeen belang en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van een van de volgende doelstellingen:

a)

het behoud van de financiële stabiliteit van de Unie;

b)

het behoud en de continuïteit van de kritieke functies van de ctp op transparante en niet-discriminerende basis ;

c)

het behoud en de verbetering van de financiële veerkracht van de ctp.

De bevoegde autoriteit past de in lid 1, onder i), genoemde maatregel niet toe ten aanzien van maatregelen met betrekking tot de overdracht van goederen, rechten of passiva van een andere ctp.

5.   Wanneer een ctp haar trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling heeft opgestart overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012, stelt zij de bevoegde autoriteit en de afwikkelingsautoriteit daarvan onverwijld in kennis en geeft zij aan of dat wijst op zwakheden of problemen van die ctp.

6.   Wanneer aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, stelt de bevoegde autoriteit de ESMA en de afwikkelingsautoriteit in kennis en raadpleegt zij het toezichtcollege .

Na deze kennisgevingen en de raadpleging van het toezichtcollege besluit de bevoegde autoriteit eventueel de in lid 1 bedoelde maatregelen toe te passen. De bevoegde autoriteit legt het besluit over de te nemen maatregelen voor aan het toezichtcollege , de afwikkelingsautoriteit en de ESMA.

7.   De afwikkelingsautoriteit mag, na de kennisgeving van de eerste alinea van lid 6, verlangen dat de ctp met potentiële kopers contact opneemt om haar afwikkeling voor te bereiden, overeenkomstig de in artikel 41 vastgestelde voorwaarden, de in artikel 71 vervatte vertrouwelijkheidsvoorschriften en het kader inzake marktpeilingen dat is vastgesteld in artikel 11 van Verordening (EU) nr. 596/2014 en de desbetreffende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen .

Artikel 20

Afzetting van het hogere management en de raad

Wanneer de financiële positie van een ctp significant verslechtert, of wanneer de ctp haar wettelijke verplichtingen, met inbegrip van haar werkingsregels, niet nakomt en wanneer andere overeenkomstig artikel 19 genomen maatregelen niet volstaan om die situatie te verhelpen, kunnen de bevoegde autoriteiten verlangen dat het hogere management of de raad van de ctp geheel of gedeeltelijk wordt afgezet.

De aanstelling van het nieuwe hogere management of de nieuwe raad geschiedt in overeenstemming met artikel 27 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en is onderworpen aan de goedkeuring of instemming van de bevoegde autoriteit.

TITEL IV BIS

GOEDMAKING VAN VERLIEZEN

Artikel 20 bis

Uitgifte van eigendomsinstrumenten in toekomstige winsten voor clearingleden en cliënten die verliezen hebben geleden

1.     Wanneer een ctp, die zich om een andere reden dan wanbetaling in herstel bevindt, de regelingen en maatregelen om de waarde van winsten die de ctp aan niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten moet betalen, te verlagen, die zijn opgenomen in haar herstelplan overeenkomstig artikel 9, lid 7 sexies, onder l), punt ii), onder b), die verder gaan dan de trapsgewijze dekking van verliezen uit artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012, heeft toegepast op niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten, en afwikkeling daardoor is vermeden, kan de bevoegde autoriteit van de ctp, zodra de gematchte portefeuille is hersteld, de ctp verplichten om de door de deelnemers geleden schade te vergoeden via betalingen in contanten of, waar passend, de ctp verplichten om eigendomsinstrumenten in de toekomstige winsten van de ctp uit te geven.

De waarde van eigendomsinstrumenten in toekomstige winsten van de ctp die aan ieder niet in gebreke blijvend clearinglid worden gegeven dat schade heeft geleden, die in een passende vorm aan de cliënten moet worden doorgegeven, moet in verhouding staan tot zijn verlies en gebaseerd zijn op een waardering in overeenstemming met artikel 24, lid 3. Die eigendomsinstrumenten geven de houder ervan het recht jaarlijks betalingen te ontvangen van de ctp tot het verlies volledig is goedgemaakt gedurende een passend maximaal aantal jaren na de uitgiftedatum. Een passend maximaal aandeel van de jaarlijkse winst van de ctp wordt gebruikt voor betalingen met betrekking tot die eigendomsinstrumenten.

2.     Dit artikel doet niets af aan de verantwoordelijkheid van clearingleden om verliezen te dragen die verder gaan dan de trapsgewijze dekking van verliezen.

3.     De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter precisering van de volgorde waarin vergoedingen moeten worden betaald, het passende maximale aantal jaren en het passende maximale aandeel van de jaarlijkse winst van de ctp als bedoeld in lid 1, alinea 2.

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [XXX na de inwerkingtreding van deze verordening] in bij de Commissie.

De Commissie is bevoegd om deze verordening aan te vullen door de in dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

TITEL V

AFWIKKELING

HOOFDSTUK I

Doelstellingen, voorwaarden en algemene beginselen

Artikel 21

Afwikkelingsdoelstellingen

1.   Bij het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten en het uitoefenen van de afwikkelingsbevoegdheden houdt de afwikkelingsautoriteit rekening met de volgende afwikkelingsdoelstellingen en het gewicht dat zij hieraan toekent, hangt af van de aard en omstandigheden van elke zaak:

a)

het verzekeren van de continuïteit van de kritieke functies van de ctp, met name:

i)

de tijdige afwikkeling van de verplichtingen van de ctp jegens haar clearingleden en hun cliënten;

ii)

permanente toegang van clearingleden tot effecten of liquiditeitsrekeningen die door de ctp ter beschikking worden gesteld en zekerheden in de vorm van effecten of contanten die door de ctp worden aangehouden voor rekening van die clearingleden;

b)

het verzekeren van de continuïteit van de koppelingen met andere FMI's waarvan de verstoring wezenlijke negatieve gevolgen zou hebben voor de financiële stabiliteit of de tijdige uitvoering van de betaling-, clearing-, afwikkelings- en registratietaken;

c)

het vermijden van significante nadelige gevolgen voor het financiële stelsel, met name door besmetting met financiële stress van clearingleden van de ctp, hun cliënten of het bredere financiële stelsel, met inbegrip van andere FMI's, te voorkomen en door de marktdiscipline en het vertrouwen van het publiek te handhaven ;

d)

het beschermen van overheidsmiddelen door het beroep op ▌ openbare financiële steun en de mogelijke verliezen voor belastingbetalers tot een minimum te beperken;

e)

het minimaliseren van de afwikkelingskosten voor alle betrokken belanghebbenden en vermijden dat de waarde van de ctp wordt vernietigd , tenzij die vernietiging noodzakelijk is om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken .

2.   De raad en het hogere management van een ctp in afwikkeling verstrekken de afwikkelingsautoriteit alle steun die voor het verwezenlijken van de afwikkelingsdoelstellingen nodig is.

Artikel 22

Voorwaarden voor afwikkeling

1.   De afwikkelingsautoriteit neemt een afwikkelingsmaatregel ten aanzien van een ctp, op voorwaarde dat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de ctp failleert of zal waarschijnlijk failleren, zoals vastgesteld door:

i)

de bevoegde autoriteit, na overleg met de afwikkelingsautoriteit;

ii)

de afwikkelingsautoriteit, na overleg met de bevoegde autoriteit, wanneer de afwikkelingsautoriteit over de noodzakelijke instrumenten beschikt om tot die conclusie te komen;

b)

er valt redelijkerwijs niet te verwachten dat alternatieve maatregelen van de particuliere sector of van een toezichthouder, met inbegrip van vroegtijdige-interventiemaatregelen, binnen een redelijk tijdsbestek kunnen voorkomen dat de ctp failliet gaat, gelet op alle relevante omstandigheden; en

c)

een afwikkelingsmaatregel is noodzakelijk in het openbaar belang om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken wanneer de contractuele regelingen voor verliestoewijzing van de ctp worden uitgevoerd of wanneer die regelingen onvolledig zijn en de liquidatie van de ctp volgens normale insolventieprocedures deze doelstellingen niet in dezelfde mate verwezenlijkt.

Voor de toepassing van punt a), onder ii), verstrekt de bevoegde autoriteit onverwijld en op eigen initiatief alle informatie waaruit blijkt dat de ctp failleert of waarschijnlijk failleert aan de afwikkelingsautoriteit. De bevoegde autoriteit verstrekt op verzoek ook alle andere informatie aan de afwikkelingsautoriteit die nodig is om haar beoordeling uit te voeren .

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder a), wordt een ctp geacht te failleren of waarschijnlijk te failleren wanneer ten minste één van de volgende omstandigheden zich voordoet:

a)

de ctp maakt inbreuk, of dreigt inbreuk te maken op haar vergunningsvoorschriften op een wijze die de intrekking van de vergunning op grond van artikel 20 van Verordening (EU) nr. 648/2012 zou rechtvaardigen;

b)

de ctp is niet in staat of waarschijnlijk niet in staat om een kritieke functie te verrichten;

c)

de ctp is niet in staat of waarschijnlijk niet in staat met de herstelmaatregelen haar levensvatbaarheid te herstellen;

d)

de ctp is niet in staat of waarschijnlijk niet in staat haar schulden of andere verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden;

e)

de ctp heeft ▌ openbare financiële steun nodig.

Voor de toepassing van punt e) wordt een maatregel niet beschouwd als ▌ openbare financiële steun wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan :

i)

de steun neemt de vorm aan van een staatsgarantie ter dekking van liquiditeitsfaciliteiten die door een centrale bank worden verstrekt overeenkomstig de voorwaarden van de centrale bank, of de vorm van een staatsgarantie met betrekking tot nieuwe verplichtingen;

i bis)

geen enkele van de in a) tot en met d) van dit lid genoemde omstandigheden is van toepassing op het moment dat de openbare financiële steun wordt toegekend;

i ter)

de staatsgaranties als bedoeld in punt i) zijn noodzakelijk om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat te corrigeren en de financiële stabiliteit te vrijwaren;

ii)

de staatsgaranties als bedoeld in punt i) zijn beperkt tot solvabele ctp's, behoudens definitieve goedkeuring op grond van de staatssteunregels van de Unie, zijn voorzorgsmaatregelen van tijdelijke aard in verhouding tot het doel de gevolgen van de ernstige verstoring als bedoeld in punt i ter) te verhelpen en worden niet ingezet ter compensatie van verliezen die de ctp heeft geleden of waarschijnlijk in de toekomst zal lijden;

 

3.   De afwikkelingsautoriteit kan ook een afwikkelingsmaatregel nemen wanneer zij van mening is dat de ctp ter voorkoming van een faillissement herstelmaatregelen toepast of zal toepassen die echter significante nadelige gevolgen kunnen hebben voor het financiële stelsel.

3 bis.     Het besluit van een afwikkelingsautoriteit dat een ctp wordt geacht te failleren of waarschijnlijk te failleren, kan alleen worden aangevochten als dit besluit willekeurig en onredelijk was wanneer het werd genomen, op basis van de op dat moment beschikbare informatie.

4.   De ESMA stelt richtsnoeren vast ter bevordering van de convergentie van toezicht- en afwikkelingspraktijken betreffende het voorkomen van de omstandigheden waaronder een ctp wordt geacht te failleren of waarschijnlijk te failleren, uiterlijk op [PB: datum invoegen 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] , indien en waar passend met inachtneming van de verschillen in omvang en aard van de in de Unie gevestigde ctp's.

Bij de vaststelling van deze richtsnoeren houdt de ESMA rekening met de richtsnoeren overeenkomstig artikel 32, lid 6, van Richtlijn 2014/59/EU.

Artikel 23

Algemene beginselen met betrekking tot afwikkeling

De afwikkelingsautoriteit neemt alle nodige maatregelen om de in artikel 27 bedoelde afwikkelingsinstrumenten te gebruiken en de in artikel 48 bedoelde afwikkelingsbevoegdheden uit te oefenen, overeenkomstig de volgende beginselen:

a)

alle contractuele verplichtingen en andere regelingen in het herstelplan voor de ctp worden ▌ nagekomen, voor zover dat vóór de afwikkeling nog niet is gebeurd, tenzij de afwikkelingsautoriteit , in extreme omstandigheden, vaststelt dat het passender is afwikkelingsinstrumenten te gebruiken of afwikkelingsbevoegdheden uit te oefenen om de afwikkelingsdoelstellingen tijdig te verwezenlijken;

b)

de aandeelhouders van de ctp in afwikkeling dragen de eerste verliezen na de nakoming van alle verplichtingen en regelingen, bedoeld in punt a) overeenkomstig dat punt;

c)

schuldeisers van de ctp in afwikkeling dragen verliezen na de aandeelhouders volgens de rangorde van hun vorderingen overeenkomstig normale insolventieprocedures, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald;

d)

schuldeisers van de ctp uit dezelfde categorie worden op gelijkwaardige wijze behandeld;

e)

geen enkele aandeelhouder, schuldeiser en geen enkel clearinglid of cliënt van een clearinglid van de ctp lijdt grotere verliezen dan hij zou hebben geleden in overeenstemming met artikel 60 ;

f)

de raad en het hogere management van de ctp in afwikkeling worden vervangen, behalve wanneer de afwikkelingsautoriteit van oordeel is dat het aanblijven van de raad en het hogere management of een deel ervan, naargelang de omstandigheden, noodzakelijk is voor het verwezenlijken van de afwikkelingsdoelstellingen;

g)

afwikkelingsautoriteiten informeren en raadplegen vertegenwoordigers van de werknemers overeenkomstig de nationale wetgevingen of praktijken;

h)

wanneer een ctp deel uitmaakt van een groep, houden de afwikkelingsautoriteiten rekening met de gevolgen voor andere groepsentiteiten en voor de groep als geheel.

HOOFDSTUK II

Waardering

Artikel 24

Doelstellingen van waardering

1.   De afwikkelingsautoriteiten dragen er zorg voor dat een afwikkelingsmaatregel wordt genomen op basis van een waardering ter waarborging van een eerlijke, prudente en realistische beoordeling van de activa, passiva, rechten en verplichtingen van de ctp.

2.   Voordat de afwikkelingsautoriteit een ctp in afwikkeling plaatst, zorgt zij ervoor dat een initiële waardering wordt uitgevoerd om te bepalen of aan de voorwaarden voor afwikkeling uit hoofde van artikel 22, lid 1, is voldaan.

3.   Nadat de afwikkelingsautoriteit heeft besloten een ctp in afwikkeling te plaatsen, zorgt zij ervoor dat een tweede waardering wordt uitgevoerd om:

a)

het besluit over de te nemen passende afwikkelingsmaatregel te onderbouwen;

b)

ervoor te zorgen dat verliezen met betrekking tot de activa en rechten van de ctp ten volle worden erkend op het moment waarop de afwikkelingsinstrumenten worden gebruikt;

c)

het besluit te onderbouwen over de omvang van de intrekking of verwatering van eigendomsinstrumenten en het besluit over het aantal en de waarde van eigendomsinstrumenten die worden uitgegeven of overgedragen ten gevolge van de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden;

d)

het besluit te onderbouwen over de omvang van de afschrijving of omzetting van alle ongedekte passiva, met inbegrip van schuldinstrumenten;

e)

om, wanneer de instrumenten voor verlies- en positietoewijzing worden gebruikt, het besluit te onderbouwen over de omvang van de verliezen die moeten worden genomen op vorderingen van getroffen schuldeisers, uitstaande verplichtingen of posities ten aanzien van de ctp en over de omvang en noodzaak van een cash call bij afwikkeling ;

f)

om, wanneer het instrument van de overbruggings-ctp wordt gebruikt, het besluit te onderbouwen over de activa, passiva, rechten en verplichtingen of eigendomsinstrumenten die kunnen worden overgedragen aan de overbruggings-ctp en het besluit over de waarde van vergoedingen die kunnen worden betaald aan de ctp in afwikkeling of, in voorkomend geval, aan de houders van de eigendomsinstrumenten;

g)

om, wanneer het instrument van verkoop van de onderneming wordt gebruikt, het besluit te onderbouwen over de activa, passiva, rechten en verplichtingen of eigendomsinstrumenten die kunnen worden overgedragen aan de derde koper alsook om vorm te geven aan de opvatting van de afwikkelingsautoriteit over wat commerciële voorwaarden zijn voor de toepassing van artikel 40;

g bis)

de prijs van een contractbeëindiging door de afwikkelingsautoriteit wordt, voor zover mogelijk, op een eerlijke en een op basis van de regels en regelingen van de ctp bepaalde marktprijs gebaseerd en wordt enkel door een andere methode om de prijs te bepalen vervangen als de afwikkelingsautoriteit dit noodzakelijk acht.

Voor de toepassing van punt d) houdt de waardering rekening met eventuele verliezen die worden opgevangen door de nakoming van alle uitstaande verplichtingen van de clearingleden of andere derde partijen jegens de ctp en met de omvang van de omzetting die op schuldinstrumenten moet worden toegepast.

4.   Beroep overeenkomstig artikel 72 tegen de in de leden 2 en 3 bedoelde waarderingen is enkel mogelijk samen met het besluit om een afwikkelingsinstrument toe te passen of een afwikkelingsbevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 25

Voorschriften voor waardering

1.   De afwikkelingsautoriteit draagt er zorg voor dat de in artikel 24 bedoelde waardering wordt uitgevoerd:

a)

door een persoon die onafhankelijk is van een overheidsinstantie en van de ctp;

b)

door de afwikkelingsautoriteit, wanneer deze waarderingen niet worden uitgevoerd door een persoon als bedoeld in punt a).

2.   De in artikel 24 bedoelde waarderingen worden als definitief beschouwd wanneer ze worden uitgevoerd door een persoon als bedoeld in lid 1, onder a), en wanneer aan alle vereisten van dit artikel is voldaan.

3.   Onverminderd de staatssteunregels van de Unie wordt een definitieve waardering, in voorkomend geval, gebaseerd op prudente aannamen en wordt niet uitgegaan van de eventuele toekenning van ▌ openbare financiële steun, noodliquiditeitssteun van een centrale bank of liquiditeitssteun van een centrale bank onder niet-standaardvoorwaarden inzake zekerheidstelling, looptijd en rentevoet aan de ctp vanaf het moment waarop de afwikkelingsmaatregel is genomen. In de waardering wordt ook rekening gehouden met de mogelijke terugvordering van de redelijke kosten die de ctp in afwikkeling overeenkomstig artikel 27, lid 9, heeft gemaakt.

4.   Een definitieve waardering wordt aangevuld met de volgende informatie waarover de ctp beschikt:

a)

een geactualiseerde balans en een verslag over de financiële positie van de ctp, met inbegrip van de resterende beschikbare voorgefinancierde middelen en uitstaande financiële verplichtingen;

b)

de gegevens van geclearde contracten als bedoeld in artikel 29 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

c)

informatie over de markt en de nominale waarde van de activa, passiva en posities van de ctp, met inbegrip van relevante vorderingen en uitstaande verplichtingen verschuldigd aan of door de ctp.

5.   In de definitieve waardering worden de schuldeisers onderverdeeld in categorieën overeenkomstig hun rangordeniveau volgens het toepasselijke insolventierecht. Dit omvat ook een inschatting van de behandeling die elke categorie van aandeelhouders en schuldeisers naar verwachting zou hebben genoten bij toepassing van het in artikel 23, onder e), bedoelde beginsel.

De in de eerste alinea bedoelde inschatting laat de in artikel 61 bedoelde waardering onverlet.

6.   De ESMA stelt, rekening houdend met technische reguleringsnormen die zijn opgesteld overeenkomstig artikel 36, leden 14 en 15, van Richtlijn 2014/59/EU, ontwerpen van technische reguleringsnormen vast tot nadere bepaling van:

a)

de omstandigheden waaronder een persoon wordt geacht onafhankelijk te zijn van zowel de afwikkelingsautoriteit als de ctp voor de toepassing van lid 1 van dit artikel;

b)

de methode voor het bepalen van de waarde van de activa en verplichtingen van de ctp;

c)

de scheiding van de waarderingen krachtens de artikelen 24 en 61;

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk bij de Commissie in op [PB: datum invoegen: binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening].

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

Artikel 26

Voorlopige waardering

1.   De in artikel 24 bedoelde waarderingen die niet voldoen aan de in artikel 25, lid 2, vastgestelde voorschriften worden beschouwd als voorlopige waarderingen.

Voorlopige waarderingen omvatten een buffer voor bijkomende verliezen en een passende motivering voor die buffer.

2.   Wanneer afwikkelingsautoriteiten afwikkelingsmaatregelen nemen op basis van een voorlopige waardering, zorgen zij ervoor dat zo spoedig mogelijk een definitieve waardering wordt uitgevoerd.

De afwikkelingsautoriteit zorgt ervoor dat de definitieve waardering als bedoeld in de eerste alinea:

a)

volledige erkenning van verliezen van de ctp in haar boeken mogelijk maakt;

b)

een besluit onderbouwt om de vorderingen van de schuldeisers terug te nemen of de waarde van de betaalde vergoeding te verhogen, overeenkomstig lid 3.

3.   Wanneer de raming van de nettowaarde van de activa van de ctp in de definitieve waardering hoger is dan in de voorlopige waardering kan de afwikkelingsautoriteit:

a)

de waarde verhogen van de afgeschreven of geherstructureerde vorderingen van getroffen schuldeisers;

b)

een overbruggings-ctp de opdracht geven een verdere betaling van de vergoeding met betrekking tot de activa, passiva, rechten en verplichtingen te verrichten aan de ctp in afwikkeling, of in voorkomend geval, van de vergoeding met betrekking tot de eigendomsinstrumenten aan de eigenaars van deze instrumenten.

4.   De ESMA stelt, rekening houdend met technische reguleringsnormen die zijn opgesteld in overeenstemming met artikel 36, lid 15, van Richtlijn 2014/59/EU, ontwerpen van technische reguleringsnormen vast tot nadere bepaling, voor de toepassing van lid 1 van dit artikel, van de methode voor de berekening van de buffer voor bijkomende verliezen die moet worden opgenomen in de voorlopige waardering.

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk bij de Commissie in op [PB: datum invoegen: binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening].

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

HOOFDSTUK III

Afwikkelingsinstrumenten

AFDELING 1

ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 27

Algemene bepalingen met betrekking tot afwikkelingsinstrumenten

1.   De afwikkelingsautoriteiten nemen afwikkelingsmaatregelen als bedoeld in artikel 21, aan de hand van een van de volgende afwikkelingsinstrumenten, zowel afzonderlijk als in combinatie:

a)

de instrumenten voor positie- en verliestoewijzing;

b)

het afschrijvings- en omzettingsinstrument;

c)

het instrument van verkoop van de onderneming;

d)

het instrument van de overbruggings-ctp;

e)

ieder ander afwikkelingsinstrument overeenkomstig de artikelen 21 en 23.

2.   In het geval van een systeemcrisis kan de afwikkelingsautoriteit ook ▌ openbare financiële steun verlenen door gebruik te maken van overheidsinstrumenten voor stabilisatie overeenkomstig de artikelen 45, 46 en 47, mits voorafgaande en definitieve goedkeuring wordt verleend op grond van de staatssteunregels van de Unie en alomvattende en geloofwaardige regelingen worden ontworpen om de middelen gedurende een passende termijn terug te vorderen .

3.   Voorafgaand aan het gebruik van de in lid 1 bedoelde instrumenten handhaaft de afwikkelingsautoriteit:

a)

alle huidige en uitstaande rechten van de ctp, met inbegrip van contractuele verplichtingen van clearingleden om cash calls te honoreren, om de ctp aanvullende middelen te verstrekken, of om posities in te nemen van in gebreke blijvende clearingleden, door een veiling of een ander in de werkingsregels van de ctp overeengekomen middel;

b)

alle huidige en uitstaande contractuele verplichtingen die andere partijen dan clearingleden verplichten tot enige vorm van financiële steun.

De afwikkelingsautoriteit kan de onder a) en b) bedoelde verplichtingen gedeeltelijk doen naleven wanneer het niet mogelijk is deze contractuele verplichtingen binnen een redelijke termijn volledig te doen naleven.

4.   In afwijking van lid 3 kan de afwikkelingsautoriteit besluiten de betrokken bestaande en uitstaande verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet te doen naleven ter voorkoming van significante nadelige gevolgen voor het financiële stelsel of een wijdverbreide besmetting, of wanneer het gebruik van de in lid 1 bedoelde instrumenten passender is om de afwikkelingsdoelstellingen tijdig te verwezenlijken.

▌6.   Indien het gebruik van een ander afwikkelingsinstrument dan het afschrijvings- en omzettingsinstrument ertoe leidt dat clearingleden verliezen lijden, wordt de bevoegdheid tot het afschrijven en omzetten van de eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva door de afwikkelingsautoriteit onmiddellijk vóór of tegelijk met de toepassing van het afwikkelingsinstrument uitgeoefend.

7.   Indien enkel de in lid 1, onder c) en d), bedoelde afwikkelingsinstrumenten worden gebruikt, en slechts een deel van de activa, rechten, verplichtingen of passiva van de ctp in afwikkeling overeenkomstig de artikelen 40 en 42 wordt overgedragen, moet het resterende deel van die ctp volgens normale insolventieprocedures worden geliquideerd.

8.   De voorschriften van het nationale insolventierecht betreffende de nietigheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de schuldeisers nadelige rechtshandelingen zijn niet van toepassing op de overdracht van activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp ten aanzien waarvan afwikkelingsinstrumenten of overheidsinstrumenten voor financiële stabilisatie worden gebruikt.

9.   De afwikkelingsautoriteit krijgt gedurende een passende termijn redelijke uitgaven , met inbegrip van een passende risicopremie, die in verband met het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten of de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden of in verband met het gebruik van de overheidsinstrumenten voor financiële stabilisatie zijn gedaan, terug op elk van de volgende wijzen:

a)

van de ctp in afwikkeling, als preferente schuldeiser;

b)

uit vergoedingen betaald door de koper wanneer het instrument van verkoop van de onderneming is gebruikt;

c)

uit de opbrengsten die voortvloeien uit de stopzetting van de overbruggings-ctp, als preferente schuldeiser;

c bis)

van clearingleden, voor zover een clearinglid geen grotere verliezen lijdt dan de verliezen die hij zou hebben geleden indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en hij in plaats daarvan zou zijn onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels of indien de ctp volgens normale insolventieprocedures was geliquideerd;

c ter)

van inkomsten uit het gebruik van overheidsinstrumenten voor stabilisatie, met inbegrip van winsten uit de verkoop van de eigendomsinstrumenten, zoals bedoeld in artikel 46, en uit de verkoop van een ctp waarop het instrument voor tijdelijke overheidseigendom van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 47.

9 bis.     Om de bedragen te bepalen die moeten worden gerecupereerd krachtens het vorige lid, houdt de afwikkelingsautoriteit rekening met het bedrag dat de cliënten en leden van de ctp anders hadden moeten bijdragen, zowel overeenkomstig de regels en regelingen van de ctp als bij afwikkeling, indien de autoriteiten geen overheidssteun hadden toegekend.

10.   Bij het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten zorgen de afwikkelingsautoriteiten, op basis van een waardering die aan artikel 25 voldoet, voor de volledige toewijzing van verliezen, het herstel van een gematchte portefeuille, de aanvulling van de voorgefinancierde middelen van de ctp of de overbruggings-ctp en de herkapitalisatie van de ctp of de overbruggings-ctp.

Artikel 27 bis

De mogelijkheid om ctp-deelnemers te compenseren, is niet van toepassing op hun contractuele verliezen tijdens de standaardbeheers- of herstelfasen.

AFDELING 2

INSTRUMENTEN VOOR POSITIE- EN VERLIESTOEWIJZING

Artikel 28

Doelstelling en toepassingsgebied van de instrumenten voor positie- en verliestoewijzing

1.   De afwikkelingsautoriteiten gebruiken het instrument voor positietoewijzing overeenkomstig artikel 29 en de instrumenten voor verliestoewijzing overeenkomstig de artikelen 30 en 31.

2.   De in lid 1 bedoelde instrumenten kunnen worden gebruikt voor alle contracten met betrekking tot clearingdiensten en de bij de ctp gestorte zekerheden in verband met deze diensten.

3.   De afwikkelingsautoriteiten maken gebruik van het in artikel 29 bedoelde instrument voor positietoewijzing om, in voorkomend geval, de portefeuille van de ctp of de overbruggings-ctp te rematchen.

De afwikkelingsautoriteiten gebruiken de in de artikelen 30 en 31 bedoelde instrumenten voor verliestoewijzing om:

a)

de overeenkomstig artikel 27, lid 10, beoordeelde verliezen van de ctp te dekken;

b)

de ctp opnieuw in staat te stellen te voldoen aan betalingsverplichtingen wanneer deze opeisbaar worden;

b bis)

het herstel van een gematchte portefeuille te bevorderen;

c)

het herstel van een gematchte portefeuille te bevorderen door de ctp middelen te verstrekken zodat ze voldoet aan een veilingsbod en de wanbetalerposities kan toewijzen of betalingen kan maken voor de krachtens artikel 29 beëindigde contracten;

d)

het resultaat als bedoeld onder a), b) en c) met betrekking tot een overbruggings-ctp te verwezenlijken;

e)

de overdracht van de bedrijfsactiviteiten van de ctp aan een solvabele derde door middel van het instrument van verkoop van de onderneming te ondersteunen.

Artikel 29

Beëindiging van contracten — geheel of gedeeltelijk

1.   De afwikkelingsautoriteit kan sommige of alle van de volgende contracten beëindigen:

a)

de contracten van het in gebreke gebleven clearinglid;

b)

de contracten voor de betrokken clearingdienst of activacategorie;

c)

de contracten van de ctp in afwikkeling.

1 bis.     Bij de uitoefening van de bevoegdheid uit hoofde van lid 1 beëindigt de afwikkelingsautoriteit de onder a), b) en c) van dat lid bedoelde contracten op soortgelijke wijze, zonder dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de tegenpartijen bij die contracten, met uitzondering van de contractuele verplichtingen die niet binnen een redelijk tijdsbestek kunnen worden nageleefd.

2.   De afwikkelingsautoriteit kan de in lid 1, onder a), bedoelde contracten enkel beëindigen indien de overdracht van de activa en posities die voortvloeien uit deze contracten niet heeft plaatsgevonden in de zin van artikel 48, leden 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

3.   De afwikkelingsautoriteit stelt alle betrokken clearingleden in kennis van de datum waarop de in lid 1 bedoelde contracten worden beëindigd.

4.   Voorafgaand aan de beëindiging van in lid 1 bedoelde contracten verricht de afwikkelingsautoriteit de volgende stappen:

a)

zij verlangt dat de ctp in afwikkeling elk contract waardeert en de rekeningen van elk clearinglid actualiseert;

b)

zij stelt het door of aan elk clearinglid te betalen nettobedrag vast, rekening houdend met eventuele nog verschuldigde variatiemargin, met inbegrip van variatiemargin die is verschuldigd op basis van de contractwaarderingen als bedoeld onder a);

c)

zij stelt elk clearinglid in kennis van de vastgestelde nettobedragen en int deze dienovereenkomstig.

Zodra het contract is beëindigd, stelt de afwikkelingsautoriteit de bevoegde autoriteit van elke cliënt die als ASI is aangemerkt, van wie het contract is beëindigd, tijdig in kennis.

4 bis.     De prijs van een contractbeëindiging door de afwikkelingsautoriteit op grond van dit artikel wordt op een eerlijke en een op basis van de regels en regelingen van de ctp bepaalde marktprijs gebaseerd of, indien de afwikkelingsautoriteit het gebruik van een alternatieve methode noodzakelijk acht, op een andere passende methode om de prijs te bepalen.

5.   Wanneer een niet in gebreke blijvend clearinglid het overeenkomstig lid 4 vastgestelde nettobedrag niet kan betalen, kan de afwikkelingsautoriteit verlangen dat de ctp het niet in gebreke blijvend clearinglid in gebreke stelt en zijn initiële margin en bijdrage aan het wanbetalingsfonds gebruikt overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

6.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit een of meer contracten van de in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde soort heeft beëindigd, belet zij tijdelijk dat de ctp een nieuw contract van dezelfde soort als het beëindigde contract cleart.

De afwikkelingsautoriteit kan de ctp pas toestaan die soorten contracten opnieuw te clearen wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de ctp voldoet aan de voorschriften van Verordening (EU) nr. 648/2012;

b)

de afwikkelingsautoriteit vaardigt daartoe en bericht uit en maakt dat bekend aan de hand van de in artikel 70, lid 3, bedoelde middelen.

Artikel 30

Waardevermindering van door de ctp aan niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten uit te betalen winsten

1.   De afwikkelingsautoriteit kan het bedrag verminderen van de betalingsverplichtingen van de ctp jegens niet in gebreke blijvende clearingleden en hun cliënten wanneer deze verplichtingen voortvloeien uit verschuldigde winsten overeenkomstig de procedures van de ctp voor de betaling van variatiemargin of een in economische zin gelijkwaardige betaling. Clearingleden informeren onverwijld hun cliënten over het gebruik van het afwikkelingsinstrument en de manier waarop dat voor hen van invloed is.

2.   De afwikkelingsautoriteit berekent elke verlaging van de in lid 1 bedoelde betalingsverplichtingen door middel van een billijk toewijzingsmechanisme dat is vastgesteld in de overeenkomstig artikel 24, lid 3, verrichte waardering en waarvan de clearingleden in kennis worden gesteld zodra het afwikkelingsinstrument wordt gebruikt. De totale voor elk clearinglid te verminderen nettowinsten zijn evenredig met de door de ctp verschuldigde bedragen.

3.   De waardevermindering van de verschuldigde winsten gaat in en wordt onmiddellijk bindend voor de ctp en de betrokken clearingleden vanaf het moment waarop de afwikkelingsautoriteit de afwikkelingsmaatregel neemt.

3 bis.     Elke uitoefening van de in dit artikel bedoelde bevoegdheden die een invloed heeft op de posities van een als ASI aangemerkte cliënt, wordt tijdig meegedeeld aan de bevoegde autoriteit van die cliënt.

4.     Een niet in gebreke blijvend clearinglid kan in verband met de vermindering van de in lid 1 bedoelde betalingsverplichtingen in een later stadium van de procedure geen enkel recht doen gelden jegens de ctp of haar opvolger.

5.   Wanneer een afwikkelingsautoriteit de verschuldigde winsten slechts gedeeltelijk in waarde vermindert, blijft het resterende uitstaande bedrag verschuldigd aan het niet in gebreke blijvende clearinglid.

5 bis.     De ctp verwijst in haar werkingsregels naar de bevoegdheid om de in lid 1 bedoelde betalingsverplichtingen te verlagen en naar gelijksoortige regelingen in haar werkingsregels voor de herstelfase. De ctp voorziet in de nodige contractuele regelingen zodat de afwikkelingsautoriteit haar bevoegdheden op grond van dit artikel kan uitoefenen.

Artikel 31

Cash call bij afwikkeling

1.   De afwikkelingsautoriteit kan verlangen dat niet in gebreke blijvende clearingleden bijdragen in contanten leveren aan de ctp . Het bedrag van die bijdragen in contanten wordt bepaald door de afwikkelingsautoriteit om de afwikkelingsdoelstellingen als bedoeld in artikel 21, lid 1, zo goed mogelijk te verwezenlijken.

Wanneer de ctp verschillende wanbetalingsfondsen aanhoudt, heeft het bedrag van de bijdrage in contanten als bedoeld in de eerste alinea betrekking op de bijdrage van het clearinglid aan het wanbetalingsfonds of de wanbetalingsfondsen van de betrokken clearingdienst of activacategorie.

De afwikkelingsautoriteit kan overgaan tot een cash call bij afwikkeling ongeacht of alle contractuele verplichtingen op grond waarvan bijdragen in contanten van niet in gebreke blijvende clearingleden worden verlangd, volledig zijn uitgevoerd.

De afwikkelingsautoriteit bepaalt het bedrag van elke bijdrage in contanten door een niet in gebreke blijvend clearinglid in verhouding tot de bijdrage van dat clearinglid aan het wanbetalingsfonds.

2.   Indien een niet in gebreke blijvend clearinglid het vereiste bedrag niet betaalt, kan de afwikkelingsautoriteit verlangen dat de ctp dat clearinglid in gebreke stelt en de initiële margin en bijdrage aan het wanbetalingsfonds van dat clearinglid gebruikt overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012.

2 bis.     De ctp neemt in haar werkingsregels een verwijzing naar cash calls bij afwikkeling op naast die naar cash calls bij herstel en zorgt ervoor dat contractuele regelingen worden overeengekomen zodat de afwikkelingsautoriteit haar bevoegdheden op grond van dit artikel kan uitoefenen.

2 ter.     De afwikkelingsautoriteit bepaalt het bedrag van de cash call bij afwikkeling dat in de werkingsregels moet worden opgenomen en dat minstens gelijk is aan de bijdrage van het clearinglid aan het wanbetalingsfonds.

2 quater.     De afwikkelingsautoriteit bepaalt het bedrag van de cash call bij afwikkeling dat in de werkingsregels moet worden opgenomen.

AFDELING 3

AFSCHRIJVING EN OMZETTING VAN EIGENDOMSINSTRUMENTEN EN SCHULDINSTRUMENTEN OF ANDERE ONGEDEKTE PASSIVA

Artikel 32

Verplichting om eigendomsinstrumenten en schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva af te schrijven en om te zetten

1.   De afwikkelingsautoriteit gebruikt het afschrijvings- en omzettingsinstrument overeenkomstig artikel 33 ten aanzien van door de ctp in afwikkeling uitgegeven eigendomsinstrumenten en schuldinstrumenten of andere niet-gedekte passiva om verliezen op te vangen, de ctp of een overbruggings-ctp te herkapitaliseren, of om het gebruik van het instrument van verkoop van de onderneming te ondersteunen.

▌2.   Op basis van de waardering uitgevoerd overeenkomstig artikel 24, lid 3, bepaalt de afwikkelingsautoriteit:

a)

het bedrag van de afschrijving van eigendomsinstrumenten en schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva, rekening houdend met eventuele verliezen die worden geabsorbeerd door de nakoming van alle uitstaande verplichtingen van de clearingleden of andere derde partijen jegens de ctp;

b)

het bedrag van de omzetting van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva in eigendomsinstrumenten om de prudentiële voorschriften van de ctp of de overbruggings-ctp te herstellen.

Artikel 33

Bepalingen inzake de afschrijving of omzetting van eigendomsinstrumenten en schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva

1.   De afwikkelingsautoriteit gebruikt het afschrijvings- en omzettingsinstrument met inachtneming van de rangorde van vorderingen in het kader van een normale insolventieprocedure.

2.   Voorafgaand aan de vermindering of omzetting van de hoofdsom van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva verlaagt de afwikkelingsautoriteit de notionele waarde van eigendomsinstrumenten in verhouding tot de verliezen en voor hun volledige waarde, indien nodig.

Wanneer de ctp na de overeenkomstig artikel 24, lid 3, uitgevoerde waardering een positieve nettowaarde overhoudt na de vermindering van de waarde van eigendomsinstrumenten, annuleert of verwatert de afwikkelingsautoriteit, naargelang het geval, deze eigendomsinstrumenten.

3.   De hoofdsom van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva wordt door de afwikkelingsautoriteit verlaagd of omgezet, of beide, voor zover dit noodzakelijk is om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken, en voor de volledige waarde van deze instrumenten of passiva, indien nodig.

4.   De afwikkelingsautoriteit maakt geen gebruik van het afschrijvings- en omzettingsinstrument ten aanzien van de volgende verplichtingen:

a)

verplichtingen jegens werknemers, met betrekking tot hun loon, pensioenuitkeringen of andere vaste vergoedingen, met uitzondering van de niet bij wet of bij collectieve arbeidsovereenkomst geregelde variabele component van de beloning;

b)

verplichtingen jegens commerciële of handelsschuldeisers welke voortvloeien uit de levering van goederen of diensten aan de ctp die kritiek zijn voor de dagelijkse bedrijfsactiviteiten ervan, zoals IT-diensten, nutsvoorzieningen en de huur, exploitatie en het onderhoud van bedrijfsruimten;

c)

verplichtingen jegens belastingautoriteiten en socialezekerheidsinstanties mits het, volgens het toepasselijke insolventierecht, preferente verplichtingen betreft;

d)

verplichtingen jegens systemen of exploitanten van systemen als bedoeld in Richtlijn 98/26/EG.

5.   Indien het notionele bedrag van een eigendomsinstrument of de hoofdsom van een schuldinstrument of van andere ongedekte passiva is verminderd, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

a)

deze vermindering is permanent;

b)

de houder van het instrument mag geen vordering hebben in verband met deze vermindering, met uitzondering van alle reeds te betalen verplichtingen, alle schadevergoedingsverplichtingen die kunnen ontstaan uit een beroep ingesteld ter betwisting van de rechtmatigheid van deze vermindering, en alle vorderingen op basis van overeenkomstig lid 6 uitgegeven of overgedragen eigendomsinstrumenten;

c)

wanneer deze vermindering slechts gedeeltelijk is, blijft de overeenkomst waarop de oorspronkelijke verplichting is gebaseerd van toepassing op het resterende bedrag, behoudens noodzakelijke wijzigingen van de voorwaarden van deze overeenkomst als gevolg van de vermindering.

Punt a) belet niet dat afwikkelingsautoriteiten een opwaarderingsregeling toepassen om de houders van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva te vergoeden, en vervolgens de houders van eigendomsinstrumenten, wanneer het niveau van afschrijvingen op basis van de voorlopige waardering hoger is dan de vereiste bedragen wanneer dit niveau wordt vergeleken met dat van de definitieve waardering overeenkomstig artikel 26, lid 2.

6.   Bij het omzetten van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva overeenkomstig lid 3, kan de afwikkelingsautoriteit verlangen dat ctp's of hun moederondernemingen eigendomsinstrumenten uitgeven of overdragen aan de houders van de schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva.

7.   De afwikkelingsautoriteit zet alleen schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva overeenkomstig lid 3 om wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de afwikkelingsautoriteit heeft de toestemming gekregen van de bevoegde autoriteit van de moederonderneming wanneer de moederonderneming de eigendomsinstrumenten moet uitgeven;

b)

de eigendomsinstrumenten zijn uitgegeven voordat de ctp eigendomsinstrumenten heeft uitgegeven met het oog op de verschaffing van eigen vermogen door de staat of een overheidsentiteit;

c)

de omzettingskoers vormt een passende vergoeding van de getroffen houders van schuld, op die wijze waarop zij in het kader van een normale insolventieprocedure zouden worden vergoed.

Uit de omzetting van schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva voortvloeiende eigendomsinstrumenten moeten onverwijld worden geplaatst of overgedragen.

8.   Bij het opstellen en bijhouden van het afwikkelingsplan van de ctp en als onderdeel van de bevoegdheden om belemmeringen voor de afwikkelbaarheid van de ctp weg te nemen, draagt de afwikkelingsautoriteit er voor de toepassing van lid 7 zorg voor dat de ctp steeds het vereiste aantal eigendomsinstrumenten kan uitgeven.

Artikel 34

Gevolgen van afschrijving en omzetting

De afwikkelingsautoriteit vervult of verlangt de vervulling van alle administratieve en procedurele taken die noodzakelijk zijn om uitvoering te geven aan het gebruik van het afschrijvings- en omzettingsinstrument, met inbegrip van:

a)

de wijziging van alle relevante registers;

b)

het uit de notering of uit de handel nemen van eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten;

c)

de notering of toelating tot de handel van nieuwe eigendomsinstrumenten;

d)

het opnieuw noteren of tot de handel toelaten van schuldinstrumenten die zijn afgeschreven, zonder dat overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad (13) een prospectus moet worden uitgegeven.

Artikel 35

Wegnemen van procedurele belemmeringen voor afschrijving en omzetting

Bij de toepassing van de tweede alinea van artikel 32, lid 1, verlangt de bevoegde autoriteit dat ctp's, of hun moederondernemingen, steeds een voldoende hoeveelheid eigendomsinstrumenten aanhouden om ervoor te zorgen dat deze ctp's of hun moederondernemingen voldoende nieuwe eigendomsinstrumenten kunnen uitgeven en dat de uitgifte van of omzetting in eigendomsinstrumenten daadwerkelijk kan plaatsvinden.

De afwikkelingsautoriteit gebruikt het afschrijvings- en omzettingsinstrument ongeacht bestaande bepalingen in de oprichtingsakte of statuten van de ctp, onder meer met betrekking tot voorkeursrechten voor aandeelhouders of het vereiste dat aandeelhouders moeten instemmen met een kapitaalverhoging.

Artikel 36

Voorlegging van een bedrijfssaneringsplan

1.   Ctp's voeren uiterlijk één maand na het gebruik van de in artikel 32 bedoelde instrumenten een evaluatie van de oorzaken van hun falen uit en leggen die samen met een bedrijfssaneringsplan voor aan de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 37. Ingeval de staatssteunregels van de Unie van toepassing zijn, is dit plan verenigbaar met het herstructureringsplan dat de ctp overeenkomstig die regels aan de Commissie moet voorleggen.

Wanneer het voor de verwezenlijking van de afwikkelingsdoelstellingen nodig is, kan de afwikkelingsautoriteit de in de eerste alinea bedoelde termijn met maximaal twee maanden verlengen.

2.   Wanneer een herstructureringsplan moet worden ingediend op grond van de staatssteunregels van de Unie wordt bij het voorleggen van het bedrijfssaneringsplan niet afgeweken van de in de staatssteunregels van de Unie vastgestelde termijn voor de indiening van het herstructureringsplan.

3.   De afwikkelingsautoriteit legt de evaluatie en het bedrijfssaneringsplan en eventuele herzieningen daarvan overeenkomstig artikel 38 voor aan de bevoegde autoriteit en het afwikkelingscollege.

Artikel 37

Inhoud van het bedrijfssaneringsplan

1.   In het in artikel 36 bedoelde bedrijfssaneringsplan worden maatregelen vastgesteld om de levensvatbaarheid op lange termijn van de ctp of delen van haar bedrijfsactiviteit binnen een redelijk tijdsbestek te herstellen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op realistische aannamen wat de economische omstandigheden en de op de financiële markten gehanteerde voorwaarden betreft waaronder de ctp actief zal zijn.

Het bedrijfssaneringsplan houdt rekening met de huidige en potentiële situatie van de financiële markten en bevat optimistische en pessimistische aannamen met inbegrip van een combinatie van gebeurtenissen teneinde de belangrijkste kwetsbaarheden van de ctp aan het licht te brengen. De aannamen worden vergeleken met passende sectorbrede benchmarks.

2.   Het bedrijfssaneringsplan bevat ten minste de volgende elementen:

a)

een gedetailleerde analyse van de factoren en omstandigheden die hebben geleid tot het faillissement of waarschijnlijke faillissement van de ctp;

b)

een beschrijving van de maatregelen die moeten worden genomen om de levensvatbaarheid van de ctp op lange termijn te herstellen;

c)

een tijdschema voor de tenuitvoerlegging van deze maatregelen.

3.   Maatregelen voor het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn van een ctp zijn onder meer:

a)

de reorganisatie en herstructurering van de werkzaamheden van de ctp;

b)

wijzigingen in de operationele systemen en de infrastructuur van de ctp;

c)

de verkoop van activa of van bedrijfsonderdelen.

3 bis.     Wanneer overeenkomstig artikel 36, leden 1 en 2, de staatssteunregels van de Unie van toepassing zijn, moeten de afwikkelingsautoriteit, de bevoegde autoriteit en de Commissie de beoordeling van de maatregelen die zijn genomen om de levensvatbaarheid op lange termijn van de ctp te herstellen, verzoeken van de ctp om een gewijzigd plan voor te leggen en de definitieve goedkeuring van een bedrijfssanerings- of -herstructureringsplan coördineren.

3 ter.     De ESMA brengt uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] richtsnoeren uit in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 om de minimumelementen te verduidelijken die overeenkomstig lid 2 moeten worden opgenomen in een bedrijfssaneringsplan.

3 quater.     Rekening houdend met, in voorkomend geval, de ervaring die met de toepassing van de in lid 3 bis bedoelde richtsnoeren is opgedaan, kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen uitwerken voor het nader vaststellen van de minimumelementen die overeenkomstig lid 2 in een bedrijfssaneringsplan moeten worden opgenomen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 38

Beoordeling en goedkeuring van het bedrijfssaneringsplan

1.   Uiterlijk één maand na de voorlegging van het bedrijfssaneringsplan van de ctp overeenkomstig artikel 36, lid 1, beoordelen de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit of de maatregelen in dat plan de levensvatbaarheid van de ctp op lange termijn met zekerheid zouden herstellen.

Wanneer de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit ervan overtuigd zijn dat het plan de levensvatbaarheid van de ctp op lange termijn zal herstellen, keurt de afwikkelingsautoriteit het plan goed.

2.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit er niet van overtuigd zijn dat de maatregelen in het plan de levensvatbaarheid van de ctp op lange termijn zullen herstellen, stelt de afwikkelingsautoriteit de ctp in kennis van hun bezorgdheden en verlangt zij dat de ctp uiterlijk twee weken na deze kennisgeving een gewijzigd plan voorlegt dat aan die bezorgdheden tegemoet komt.

3.   De afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit beoordelen het opnieuw voorgelegde plan en delen de ctp uiterlijk één week na ontvangst van dat plan mee of de bezorgdheden op passende wijze zijn weggenomen, dan wel of verdere wijzigingen zijn vereist.

3 bis.     De ESMA brengt uiterlijk [18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] richtsnoeren uit in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 om de minimumcriteria te verduidelijken waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen voor goedkeuring door de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig lid 1.

3 ter.     Rekening houdend met, in voorkomend geval, de ervaring die met de toepassing van de in lid 3 bis bedoelde richtsnoeren is opgedaan, kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen uitwerken voor het nader vaststellen van de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen om overeenkomstig lid 1 door de afwikkelingsautoriteit te worden goedgekeurd.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 39

Uitvoering van en toezicht op het bedrijfssaneringsplan

1.   De ctp voert het bedrijfssaneringsplan uit en legt, zoals gevraagd en ten minste om de zes maanden, een verslag voor aan de afwikkelingsautoriteit en de bevoegde autoriteit over de stand van uitvoering van het plan.

2.   De afwikkelingsautoriteit kan, in overleg met de bevoegde autoriteit, van de ctp verlangen het plan te herzien wanneer dat nodig is ter verwezenlijking van de in 37, lid 1, vastgelegde doelstelling.

De ctp legt de herziening als bedoeld in de eerste alinea ter beoordeling voor aan de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 38, lid 3. Wanneer de staatssteunregels van de Unie van toepassing zijn, coördineert de afwikkelingsautoriteit die beoordeling met de Commissie.

AFDELING 4

HET INSTRUMENT VAN VERKOOP VAN DE ONDERNEMING

Artikel 40

Het instrument van verkoop van de onderneming

1.   De afwikkelingsautoriteit kan het volgende overdragen aan een koper die geen overbruggings-ctp is:

a)

eigendomsinstrumenten die zijn uitgegeven door een ctp in afwikkeling;

b)

alle activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp in afwikkeling.

De in de eerste alinea bedoelde overdracht vindt plaats zonder toestemming van de aandeelhouders van de ctp of van derden die geen koper zijn te moeten vragen en zonder te moeten voldoen aan andere procedurele voorschriften van het vennootschaps- of effectenrecht dan de voorschriften in artikel 41.

2.   Een overdracht overeenkomstig lid 1 wordt verricht onder commerciële voorwaarden, rekening houdend met de omstandigheden en overeenkomstig de staatssteunregels van de Unie.

Voor de toepassing van de eerste alinea onderneemt de afwikkelingsautoriteit alle redelijke maatregelen om commerciële voorwaarden te bedingen die in overeenstemming zijn met de overeenkomstig artikel 24, lid 3, verrichte waardering.

3.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, valt elke door de koper betaalde vergoeding toe aan:

a)

de eigenaars van de eigendomsinstrumenten indien de verkoop van de onderneming is uitgevoerd door eigendomsinstrumenten die door de ctp zijn uitgegeven, van de houders van die instrumenten aan de koper over te dragen;

b)

de ctp, indien de verkoop van de onderneming is uitgevoerd door alle of een deel van de activa of passiva van de ctp aan de koper over te dragen;

c)

niet in gebreke blijvende clearingleden die verliezen hebben geleden vóór de afwikkeling.

De door de koper betaalde vergoedingen worden toegewezen overeenkomstig de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling van de ctp zoals omschreven in de artikelen 43 en 45 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en de rangorde van vorderingen in het kader van normale insolventieprocedures.

4.   De afwikkelingsautoriteit mag de in lid 1 bedoelde overdrachtsbevoegdheid meerdere malen uitoefenen om aanvullende overdrachten van door de ctp uitgegeven eigendomsinstrumenten of, naargelang het geval, van activa, rechten, verplichtingen of passiva van de ctp te verrichten.

5.   De afwikkelingsautoriteit mag, met de toestemming van de koper, de activa, rechten, verplichtingen of passiva die aan de koper waren overgedragen opnieuw aan de ctp, of de eigendomsinstrumenten opnieuw aan de oorspronkelijke eigenaars overdragen.

Wanneer de afwikkelingsautoriteit de overdrachtsbevoegdheid als bedoeld in de eerste alinea gebruikt, nemen de ctp of de oorspronkelijke eigenaars deze activa, rechten, verplichtingen of passiva, of eigendomsinstrumenten terug.

6.   Elke overdracht als bedoeld in lid 1 vindt plaats ongeacht of het de koper wordt toegestaan de uit de verwerving voortvloeiende diensten en activiteiten te verrichten.

Wanneer het de koper niet wordt toegestaan de uit de verwerving voortvloeiende diensten en activiteiten te verrichten, voert de afwikkelingsautoriteit, in overleg met de bevoegde autoriteit, een passend zorgvuldigheidsonderzoek van de koper uit en zorgt zij ervoor dat de koper zo spoedig mogelijk en uiterlijk één maand na het gebruik van het instrument van verkoop van de onderneming een vergunningsaanvraag indient. De bevoegde autoriteit ziet erop toe vergunningsaanvragen snel worden behandeld.

7.   Indien de overdracht van eigendomsinstrumenten als bedoeld in lid 1 leidt tot de verwerving of verhoging van een gekwalificeerde deelneming zoals bedoeld in artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012, voert de bevoegde autoriteit de in dat artikel bedoelde beoordeling uit binnen een tijdsbestek dat de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming niet vertraagt noch verhindert dat met de afwikkelingsmaatregel de afwikkelingsdoelstellingen worden verwezenlijkt.

8.   Wanneer de bevoegde autoriteit de in lid 7 bedoelde beoordeling niet heeft uitgevoerd op de datum waarop de overdracht van eigendomsinstrumenten van kracht wordt, geldt het volgende:

a)

de overdracht van eigendomsinstrumenten heeft onmiddellijk rechtsgevolg vanaf de datum waarop deze plaatsvindt;

b)

tijdens de beoordelingsperiode en tijdens elke in punt f) bepaalde afstotingsperiode wordt het stemrecht van de koper met betrekking tot die eigendomsinstrumenten geschorst en heeft alleen de afwikkelingsautoriteit stemrecht, zonder dat zij verplicht is het uit te oefenen, noch aansprakelijk is voor de uitoefening of het afzien van de uitoefening ervan;

c)

tijdens de beoordelingsperiode en tijdens elke in punt f) bepaalde afstotingsperiode zijn de sancties of andere maatregelen die in artikel 12 van Verordening 648/2012/EU zijn beoogd voor overtredingen op de voorschriften aangaande verwerving of vervreemding van gekwalificeerde holdings niet van toepassing op die overdracht;

d)

onmiddellijk na de beoordeling stelt de bevoegde autoriteit de afwikkelingsautoriteit en de koper schriftelijk in kennis van het resultaat van de beoordeling overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

e)

wanneer de bevoegde autoriteit geen bezwaar maakt tegen de overdracht, wordt het stemrecht met betrekking tot die eigendomsinstrumenten geacht ten volle bij de koper te liggen vanaf de onder d) bedoelde kennisgeving;

f)

wanneer de bevoegde autoriteit zich verzet tegen de overdracht van eigendomsinstrumenten, blijft punt b) van toepassing en mag de afwikkelingsautoriteit, rekening houdend met de marktomstandigheden, een afstotingstermijn vaststellen waarbinnen de koper deze eigendomsinstrumenten afstoot.

9.   Voor de uitoefening van zijn recht om overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 diensten te verrichten, wordt de koper beschouwd als een voortzetting van de ctp in afwikkeling, en mag deze alle rechten blijven uitoefenen die door de ctp in afwikkeling werden uitgeoefend met betrekking tot de overgedragen activa, rechten, verplichtingen of passiva.

10.   De in lid 1 bedoelde koper wordt niet belet de rechten van lidmaatschap van en toegang van de ctp tot betalings- en afwikkelingssystemen of andere financiëlemarktinfrastructuur uit te oefenen op voorwaarde dat de koper voldoet aan de criteria voor het lidmaatschap van of de deelname aan deze systemen en infrastructuren.

Wanneer de koper niet voldoet aan de in de eerste alinea bedoelde criteria mag de koper de rechten van lidmaatschap van en toegang van de ctp tot deze systemen en infrastructuren blijven uitoefenen na goedkeuring door de afwikkelingsautoriteit ▌. Die goedkeuring wordt slechts verleend voor een periode van niet langer dan 12 maanden.

11.    Gedurende een periode van 12 maanden wordt d e koper geen toegang ontzegd tot betalings- en afwikkelingssystemen of andere financiëlemarktinfrastructuur omdat hij niet over een rating van een kredietratingbureau beschikt, of omdat die rating lager is dan de ratingniveaus die zijn vereist om toegang tot deze systemen en infrastructuren te krijgen.

12.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, hebben aandeelhouders, schuldeisers, clearingleden en cliënten van de ctp in afwikkeling en andere derden wier activa, rechten, verplichtingen of passiva niet zijn overgedragen, geen rechten op of met betrekking tot de overgedragen activa, rechten, verplichtingen of passiva.

Artikel 41

Instrument van verkoop van de onderneming: procedurevoorschriften

1.   Wanneer zij het instrument van verkoop van de onderneming ten aanzien van een ctp gebruikt, maakt de afwikkelingsautoriteit de beschikbaarheid bekend van, of treft zij regelingen voor de verkoop van de activa, rechten, verplichtingen, passiva of de eigendomsinstrumenten die worden overgedragen. Pools van rechten, activa, verplichtingen en passiva kunnen afzonderlijk worden verkocht.

2.   Onverminderd de staatssteunregels van de Unie, voor zover deze van toepassing zijn, vindt de in lid 1 bedoelde verkoop plaats met inachtneming van de volgende voorwaarden:

a)

de verkoop is zo transparant mogelijk en er wordt geen wezenlijk onjuiste voorstelling gegeven van de activa, rechten, verplichtingen, passiva of eigendomsinstrumenten van de ctp, rekening houdend met de omstandigheden en in het bijzonder met de noodzaak om de financiële stabiliteit in stand te houden;

b)

ongepaste bevoordeling of discriminatie van potentiële kopers is niet toegestaan;

c)

de verkoop is vrij van belangenconflicten;

d)

er wordt rekening gehouden met de noodzaak van een snelle afwikkelingsmaatregel;

e)

voor zover mogelijk wordt beoogd de verkoopprijs van de betrokken eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva te maximaliseren.

De in de eerste alinea bedoelde criteria beletten de afwikkelingsautoriteit niet om specifieke potentiële kopers te benaderen.

3.   In afwijking van lid 1 kan de afwikkelingsautoriteit de activa, rechten, verplichtingen, passiva of de eigendomsinstrumenten verhandelen zonder te voldoen aan de in lid 2 bedoelde criteria wanneer inachtneming van deze criteria waarschijnlijk een of meer van de afwikkelingsdoelstellingen zou ondermijnen.

AFDELING 5

HET INSTRUMENT VAN DE OVERBRUGGINGS-CTP

Artikel 42

Instrument van de overbruggings-ctp

1.   De afwikkelingsautoriteit mag het volgende overdragen aan een overbruggings-ctp:

a)

de eigendomsinstrumenten die zijn uitgegeven door een ctp in afwikkeling;

b)

alle activa, rechten, verplichtingen of passiva van de ctp in afwikkeling;

De in de eerste alinea bedoelde overdracht kan worden uitgevoerd zonder toestemming van de aandeelhouders van de ctp in afwikkeling of van andere derden dan de overbruggings-ctp te moeten vragen en zonder te moeten voldoen aan andere procedurele voorschriften van het vennootschaps- of effectenrecht dan die in artikel 43.

2.   De overbruggings-ctp is een rechtspersoon die aan alle onderstaande vereisten voldoet:

a)

zij staat onder zeggenschap van de afwikkelingsautoriteit en is geheel of gedeeltelijk eigendom van een of meer overheidsinstanties, waarvan de afwikkelingsautoriteit deel kan uitmaken;

b)

zij is opgericht voor het ontvangen en aanhouden van sommige of alle door een ctp in afwikkeling uitgegeven eigendomsinstrumenten of van sommige of alle activa, rechten, verplichtingen en passiva van de ctp met als doel de kritieke functies van de ctp in stand te houden en vervolgens de ctp te verkopen.

3.   Bij de toepassing van het instrument van de overbruggings-ctp draagt de afwikkelingsautoriteit er zorg voor dat de totale waarde van de aan de overbruggings-ctp overgedragen passiva en verplichtingen de totale waarde van de door de ctp in afwikkeling overgedragen rechten en activa niet overtreft.

4.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, valt elke door de overbruggings-ctp betaalde vergoeding toe aan:

a)

de eigenaars van de eigendomsinstrumenten indien de overdracht aan de overbruggings-ctp is uitgevoerd door eigendomsinstrumenten die door de ctp in afwikkeling zijn uitgegeven, van de houders van die instrumenten aan de overbruggings-ctp over te dragen;

b)

de ctp in afwikkeling indien de overdracht aan de overbruggings-ctp is uitgevoerd door alle of een deel van de activa of passiva van die ctp aan de overbruggings-ctp over te dragen.

5.   De afwikkelingsautoriteit kan de in lid 1 bedoelde overdrachtsbevoegdheid meer dan één keer uitoefenen om aanvullende overdrachten van door een ctp uitgegeven eigendomsinstrumenten of van haar activa, rechten, verplichtingen of passiva te verrichten.

6.   De afwikkelingsautoriteit kan de rechten, verplichtingen, activa of passiva die zijn overgedragen aan de overbruggings-ctp weer aan de ctp in afwikkeling, of de eigendomsinstrumenten weer aan de oorspronkelijke eigenaars overdragen wanneer het instrument waarmee de in lid 1 bedoelde overdracht is verricht daarin uitdrukkelijk voorziet.

Wanneer de afwikkelingsautoriteit de in de eerste alinea bedoelde overdrachtsbevoegdheid gebruikt, zijn de ctp in afwikkeling of de oorspronkelijke eigenaars verplicht deze activa, rechten, verplichtingen of passiva, of eigendomsinstrumenten terug te nemen, mits aan de voorwaarden in de eerste alinea van dit lid of in lid 7 is voldaan.

7.   Wanneer de specifieke eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva niet in de categorieën vallen van, of niet voldoen aan de voorwaarden voor de overdracht van eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva die zijn gespecificeerd in het instrument waarmee de overdracht is verricht, kan de afwikkelingsautoriteit deze weer van de overbruggings-ctp overdragen naar de ctp in afwikkeling of de oorspronkelijke eigenaars.

8.   Een overdracht als bedoeld in de leden 6 en 7 kan steeds worden verricht en voldoet aan alle andere voorwaarden die zijn vermeld in het instrument waarmee de overdracht voor het beoogde doel is verricht.

9.   De afwikkelingsautoriteit kan eigendomsinstrumenten, of activa, rechten, verplichtingen of passiva van de overbruggings-ctp aan een derde partij overdragen.

10.   Voor de uitoefening van haar recht om overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 diensten te verrichten, wordt een overbruggings-ctp beschouwd als een voortzetting van de ctp in afwikkeling, en mag deze alle rechten blijven uitoefenen die door de ctp in afwikkeling werden uitgeoefend met betrekking tot de overgedragen activa, rechten, verplichtingen of passiva.

Voor alle andere doeleinden kunnen de afwikkelingsautoriteiten verlangen dat een overbruggings-ctp wordt beschouwd als een voortzetting van de ctp in afwikkeling, en dat deze alle rechten mag blijven uitoefenen die door de ctp in afwikkeling werden uitgeoefend met betrekking tot de overgedragen activa, rechten, verplichtingen of passiva.

11.   De overbruggings-ctp wordt niet belet de rechten van lidmaatschap van en toegang tot betalings- en afwikkelingssystemen en andere FMI’s van de ctp in afwikkeling uit te oefenen, mits zij aan de criteria voor lidmaatschap van en deelname aan dergelijke systemen en infrastructuren voldoet.

Wanneer de overbruggings-ctp niet aan de in de eerste alinea bedoelde criteria voldoet, kan de overbruggings-ctp de rechten van lidmaatschap van en toegang tot deze systemen en infrastructuren van de ctp blijven uitoefenen gedurende een periode die door de afwikkelingsautoriteit wordt gespecificeerd. Deze periode mag niet langer zijn dan 12 maanden.

12.   De overbruggings-ctp wordt geen toegang geweigerd tot betalings- en afwikkelingssystemen of andere FMI's omdat zij niet over een rating van een kredietratingbureau beschikt, of omdat die rating lager is dan de ratingniveaus die zijn vereist om toegang tot deze systemen en infrastructuren te krijgen.

13.   Aandeelhouders of schuldeisers van de ctp in afwikkeling en andere derden wier activa, rechten, verplichtingen of passiva niet aan de overbruggings-ctp zijn overgedragen, hebben geen vorderingen op of met betrekking tot de aan de overbruggings-ctp overgedragen activa, rechten, verplichtingen of passiva of ten aanzien van haar raad of hoger management.

14.   De overbruggings-ctp heeft geen verplichtingen of verantwoordelijkheden jegens de aandeelhouders of schuldeisers van de ctp in afwikkeling in, en de raad of het hogere management van de overbruggings-ctp is jegens deze aandeelhouders of schuldeisers niet aansprakelijk voor handelingen of nalatigheid in het kader van de vervulling van zijn taken, tenzij de handelingen of nalatigheid te wijten zijn aan grove nalatigheid of een ernstige fout overeenkomstig het toepasselijke nationale recht.

Artikel 43

Overbruggings-ctp: procedurevoorschriften

1.   De overbruggings-ctp voldoet aan de volgende eisen:

a)

de overbruggings-ctp vraagt toestemming aan de afwikkelingsautoriteit voor:

i)

de statuten van de overbruggings-ctp;

ii)

de leden van de raad van de overbruggings-ctp, indien deze leden niet rechtstreeks zijn benoemd door de afwikkelingsautoriteit;

iii)

de verantwoordelijkheden en de bezoldiging van de leden van de raad van de overbruggings-ctp, indien de bezoldiging en de verantwoordelijkheden niet zijn vastgesteld door de afwikkelingsautoriteit;

iv)

de strategie en het risicoprofiel van de overbruggings-ctp;

b)

de overbruggings-ctp neemt de machtigingen van de ctp in afwikkeling over om de diensten of de activiteiten te verrichten die voortvloeien uit de in artikel 42, lid 1, bedoelde overdracht overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012.

Wanneer de overbruggings-ctp niet is erkend als vereist op grond van lid 1, onder b), vraagt de afwikkelingsautoriteit de goedkeuring van de bevoegde autoriteit voor het uitvoeren van de in artikel 42, lid 1, bedoelde overdracht. Wanneer de bevoegde autoriteit deze overdracht goedkeurt, geeft zij aan voor welke periode de overbruggings-ctp ontheffing van de voorschriften van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt verleend.

De prudentiële vereisten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 mogen slechts voor een termijn van ten hoogste drie maanden worden opgeschort, terwijl alle andere bepalingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 voor een termijn van ten hoogste 12 maanden mogen worden opgeschort .

2.   Behoudens beperkingen overeenkomstig het recht van de Unie of het nationale mededingingsrecht beheert het management van de overbruggings-ctp deze met de doelstelling om de toegang van belanghebbenden tot de kritieke functies van de overbruggings-ctp te behouden en de overbruggings-ctp of haar activa, rechten, verplichtingen en passiva, aan een of meer kopers uit de particuliere sector te verkopen. Deze verkoop vindt plaats wanneer de marktomstandigheden geschikt zijn en binnen de in lid 5 en, in voorkomend geval, lid 6 van dit artikel bedoelde periode.

3.   De afwikkelingsautoriteit beëindigt de overbruggings-ctp in de volgende situaties:

a)

de afwikkelingsdoelstellingen zijn bereikt;

b)

de overbruggings-ctp fuseert met een andere entiteit;

c)

de overbruggings-ctp voldoet niet langer aan de voorschriften in artikel 42, lid 2;

d)

de overbruggings-ctp of vrijwel al haar activa, rechten, verplichtingen of passiva zijn verkocht overeenkomstig lid 4;

e)

de in lid 5 bedoelde termijn verstrijkt;

f)

de door de overbruggings-ctp geclearde contracten zijn uitgevoerd, vervallen of vroegtijdig beëindigd en de rechten en verplichtingen van de ctp in verband met die contracten zijn daarmee volledig voldaan.

4.   Vóór de verkoop van de overbruggings-ctp of van haar activa, rechten, verplichtingen of passiva maakt de afwikkelingsautoriteit de beschikbaarheid bekend van de onderdelen die bestemd zijn om te worden verkocht, en draagt zij er zorg voor dat deze openlijk en transparant worden aangeboden en dat ze niet wezenlijk onjuist worden weergegeven.

De afwikkelingsautoriteit voert de verkoop als bedoeld in de eerste alinea onder commerciële voorwaarden uit zonder ongepaste bevoordeling of discriminatie van potentiële kopers.

5.   De afwikkelingsautoriteit beëindigt het functioneren van een overbruggings-ctp twee jaar na de datum waarop de laatste overdracht vanuit de ctp in afwikkeling plaatsvindt.

Wanneer de afwikkelingsautoriteit het functioneren van een overbruggings-ctp beëindigt, verzoekt zij de bevoegde autoriteit de vergunning van de overbruggings-ctp in te trekken.

6.   De afwikkelingsautoriteit kan de in lid 5 bedoelde periode met een of meer extra perioden van een jaar verlengen indien deze verlenging noodzakelijk is om de overbruggings-ctp te beëindigen als bedoeld in lid 3, onder a) tot en met d).

Het besluit om de in lid 5 bedoelde periode te verlengen wordt gemotiveerd en bevat een gedetailleerde beoordeling van de situatie van de overbruggings-ctp met betrekking tot de marktomstandigheden en -vooruitzichten.

7.   Wanneer een overbruggings-ctp in de in lid 3, onder c) of d), bedoelde situaties wordt beëindigd, wordt de overbruggings-ctp volgens een normale insolventieprocedure geliquideerd.

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, vallen alle opbrengsten die voortvloeien uit de beëindiging van de overbruggings-ctp toe aan haar aandeelhouders.

Wanneer een overbruggings-ctp voor de overdracht van activa en passiva van meer dan één ctp in afwikkeling wordt gebruikt, worden de opbrengsten als bedoeld in de tweede alinea toegekend onder verwijzing naar de activa en passiva die vanuit elke ctp in afwikkeling zijn overgedragen.

AFDELING 6

AANVULLENDE FINANCIERINGSREGELINGEN

Artikel 44

Alternatieve financieringsmiddelen

De afwikkelingsautoriteit kan contracten sluiten om te lenen of andere vormen van financiële ondersteuning te verkrijgen, ook uit voorgefinancierde middelen beschikbaar in een niet-aangesproken wanbetalingsfonds in de ctp in afwikkeling, wanneer dit nodig is om het effectieve gebruik van de afwikkelingsinstrumenten te waarborgen.

AFDELING 7

OVERHEIDSINSTRUMENTEN VOOR STABILISATIE

Artikel 45

Overheidsinstrumenten voor financiële stabilisatie

1.   De afwikkelingsautoriteit kan de overheidsinstrumenten voor stabilisatie overeenkomstig de artikelen 46 en 47 voor het afwikkelen van een ctp slechts gebruiken indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de financiële steun is noodzakelijk om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken;

b)

de financiële steun wordt als laatste redmiddel gebruikt nadat de overige afwikkelingsinstrumenten zijn beoordeeld en zoveel mogelijk zijn benut met behoud van de financiële stabiliteit, volgens het oordeel van het bevoegde ministerie of de bevoegde overheidsdienst, na raadpleging van de afwikkelingsautoriteit;

c)

de financiële steun voldoet aan de staatssteunregels van de Unie;

c bis)

de financiële steun wordt gedurende een beperkte periode gebruikt;

d)

d bis)

de afwikkelingsautoriteit heeft vooraf alomvattende en geloofwaardige regelingen vastgesteld om de door deelnemers die overheidssteun hebben ontvangen gebruikte overheidsmiddelen gedurende een passende termijn te recupereren, tenzij deze middelen al werden gerecupereerd via de verkoop aan een particuliere koper in overeenstemming met artikel 46, lid 3, of artikel 47, lid 2;

2.   Om aan de overheidsinstrumenten voor financiële stabilisatie uitvoering te geven, beschikken de bevoegde ministeries of overheidsdiensten over de in de artikelen 48 tot en met 59 bedoelde afwikkelingsbevoegdheden, en dragen zij er zorg voor dat aan de artikelen 52, 54 en 70 wordt voldaan.

3.   Overheidsinstrumenten voor financiële stabilisatie worden geacht als laatste hulpmiddel te worden gebruikt voor de toepassing van lid 1, onder b), wanneer ten minste aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het bevoegde ministerie of de bevoegde overheidsdienst en de afwikkelingsautoriteit zijn, na raadpleging van de centrale bank en de bevoegde autoriteit, van oordeel dat het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten niet zou volstaan om significante nadelige gevolgen voor het financiële stelsel te voorkomen;

b)

het bevoegde ministerie of de bevoegde overheidsdienst en de afwikkelingsautoriteit zijn van oordeel dat het gebruik van de afwikkelingsinstrumenten niet zou volstaan om het algemeen belang te beschermen, indien de ctp eerder al buitengewone liquiditeitssteun van de centrale bank heeft gekregen;

c)

het bevoegde ministerie of de bevoegde overheidsdienst is, na raadpleging van de bevoegde autoriteit en de afwikkelingsautoriteit, wat het tijdelijke-overheidseigendomsinstrument betreft, van oordeel dat het gebruik van de afwikkelingsmaatregelen niet zou volstaan om het algemeen belang te beschermen, indien de ctp eerder al van de overheid kapitaalsteun middels het instrument voor kapitaalsteun heeft gekregen.

Artikel 46

Openbare-kapitaalsteuninstrument

1.   Voor de herkapitalisatie van een ctp kan openbare financiële steun kan worden verstrekt in ruil voor eigendomsinstrumenten.

2.   Ctp’s die gebruik maken van het openbare-kapitaalsteuninstrument worden op commerciële en professionele basis beheerd.

3.   De in lid 1 bedoelde eigendomsinstrumenten worden verkocht aan een particuliere koper zodra de commerciële en financiële omstandigheden dat mogelijk maken.

Artikel 47

Instrument voor tijdelijke overheidseigendom

1.   Een ctp mag tijdelijk in overheidseigendom worden genomen door middel van één of meer overboekingsopdrachten van eigendomsinstrumenten door een lidstaat aan een overnemer die een van de volgende entiteiten is:

a)

een gevolmachtigde van de lidstaat;

b)

een bedrijf dat volledig in eigendom van de lidstaat is.

2.   Ctp’s waarop het instrument voor tijdelijke overheidseigendom wordt toegepast, worden op commerciële en professionele wijze beheerd en worden verkocht aan een particuliere koper zodra de commerciële en financiële omstandigheden dat mogelijk maken , rekening houdend met de mogelijkheid om de afwikkelingskosten te recupereren .

HOOFDSTUK IV

Afwikkelingsbevoegdheden

Artikel 48

Algemene bevoegdheden

1.   De afwikkelingsautoriteiten beschikken over alle nodige bevoegdheden om de afwikkelingsinstrumenten effectief te gebruiken, met inbegrip van de volgende bevoegdheden:

a)

de bevoegdheid om van een persoon te verlangen dat hij alle informatie verstrekt die de afwikkelingsautoriteit nodig heeft om een besluit te nemen over een afwikkelingsmaatregel en deze voor te bereiden, met inbegrip van bijwerkingen en aanvullingen van de informatie die in het afwikkelingsplan wordt verstrekt of is vereist in het kader van inspecties ter plaatse;

b)

de bevoegdheid om de zeggenschap over een ctp in afwikkeling over te nemen en alle aan houders van eigendomsinstrumenten en de raad van de ctp verleende rechten en bevoegdheden uit te oefenen;

b bis)

de bevoegdheid om de werkingsregels van de ctp te wijzigen, met inbegrip van haar voorwaarden voor deelneming, als die wijzigingen nodig zijn om belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te nemen;

b ter)

de bevoegdheid om bepaalde contractuele verplichtingen die zijn vastgesteld in de regels en regelingen van de ctp niet te handhaven of daarvan af te wijken indien dit nodig is om de afwikkelingsdoelstellingen te behalen en significante nadelige gevolgen voor het financiële stelsel te vermijden;

c)

de bevoegdheid om door een ctp in afwikkeling uitgegeven eigendomsinstrumenten over te dragen;

d)

de bevoegdheid om rechten, activa, verplichtingen of passiva van de ctp over te dragen aan een andere entiteit, mits deze daarmee instemt;

e)

de bevoegdheid om de hoofdsom of het uitstaande verschuldigde bedrag met betrekking tot schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva van een ctp in afwikkeling (tot nul) te verlagen;

f)

de bevoegdheid om schuldinstrumenten of andere ongedekte passiva van een ctp in afwikkeling om te zetten in eigendomsinstrumenten van die ctp of van een overbruggings-ctp waaraan activa, rechten, verplichtingen of passiva van de ctp in afwikkeling zijn overgedragen;

g)

de bevoegdheid om door een ctp in afwikkeling uitgegeven schuldinstrumenten in te trekken;

h)

de bevoegdheid om het nominaal aantal eigendomsinstrumenten van een ctp in afwikkeling te verminderen of tot nul te verlagen en deze eigendomsinstrumenten in te trekken;

i)

de bevoegdheid om een ctp in afwikkeling ▌te verplichten nieuwe eigendomsinstrumenten, met inbegrip van preferente aandelen en voorwaardelijk converteerbare instrumenten, uit te geven;

j)

de bevoegdheid om de looptijd van schuldinstrumenten en andere passiva van de ctp wijzigen, het bedrag van de rente of de datum te wijzigen waarop de rente moet worden betaald, met inbegrip van een tijdelijke opschorting van betaling;

k)

de bevoegdheid om financiële contracten te vereffenen en te beëindigen;

l)

de bevoegdheid om de raad en het hogere management van een ctp in afwikkeling te ontslaan of te vervangen;

m)

de bevoegdheid om de bevoegde autoriteit opdracht te geven de koper van een gekwalificeerde deelneming tijdig en in afwijking van de in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde termijnen te beoordelen.

n)

de bevoegdheid om het aan een clearinglid van een ctp in afwikkeling of aan een cliënt van dat clearinglid verschuldigde bedrag van de variatiemargin (tot nul) te verlagen , met inachtneming van de in artikel 30 uiteengezette voorwaarden ;

o)

de bevoegdheid om open posities en daarmee verband houdende activa over te dragen, met inbegrip van financiëlezekerheidsovereenkomsten die tot overdracht van eigendom leiden, verrekeningsovereenkomsten en salderingsovereenkomsten vanaf de rekening van een in gebreke blijvend clearinglid naar een niet in gebreke blijvend clearinglid op een wijze die strookt met artikel 48 van Verordening (EU) nr. 648/2012;

p)

de bevoegdheid tot handhaving van alle bestaande en uitstaande contractuele verplichtingen van de deelnemers van de ctp in afwikkeling;

q)

de bevoegdheid tot handhaving van bestaande en uitstaande verplichtingen van de moederonderneming van de ctp in afwikkeling, waaronder het verstrekken van financiële steun aan de ctp in de vorm van garanties of kredietlijnen;

r)

de bevoegdheid om clearingleden te verplichten om verdere bijdragen in contanten te leveren.

De afwikkelingsautoriteiten mogen de in de eerste alinea bedoelde bevoegdheden afzonderlijk of in combinatie uitoefenen.

2.   Tenzij in deze verordening en in de staatssteunregels van de Unie anders is bepaald, gelden de volgende vereisten niet voor de afwikkelingsautoriteit bij het uitoefenen van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden:

a)

het vereiste om de goedkeuring of toestemming van een publieke of privépersoon te verkrijgen;

b)

vereisten betreffende de overdracht van financiële instrumenten, rechten, verplichtingen, activa of passiva van een ctp in afwikkeling of een overbruggings-ctp;

c)

het vereiste om publieke of privépersonen in kennis te stellen;

d)

het vereiste om kennisgevingen of prospectussen te publiceren;

e)

het vereiste om documenten neer te leggen of te laten registreren bij een andere autoriteit.

Artikel 49

Aanvullende bevoegdheden

1.   Wanneer een in artikel 48, lid 1, bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend, kan de afwikkelingsautoriteit ook de volgende aanvullende bevoegdheden uitoefenen:

a)

er, met inachtneming van artikel 65, voor zorgen dat een overdracht op zodanige wijze plaatsvindt dat de overgedragen financiële instrumenten, rechten, verplichtingen, activa of passiva vrij zijn van enige aansprakelijkheid of bezwaring;

b)

het intrekken van rechten om verdere eigendomsinstrumenten te verwerven;

c)

de bevoegde autoriteit opdragen de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt in te trekken of de officiële notering van alle door de ctp overeenkomstig Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (14) uitgegeven financiële instrumenten op te schorten;

d)

ervoor zorgen dat de koper of overbruggings-ctp krachtens respectievelijk de artikelen 40 en 42 als de ctp in afwikkeling worden behandeld met betrekking tot alle rechten of verplichtingen van de ctp of door de ctp in afwikkeling genomen maatregelen, met inbegrip van alle rechten of verplichtingen in verband met de deelneming in een marktinfrastructuur;

e)

de ctp in afwikkeling of de koper of overbruggings-ctp, indien van toepassing, verplichten de ander informatie en bijstand te verstrekken;

f)

ervoor zorgen dat het clearinglid dat op grond van de bevoegdheden in artikel 48, lid 1, onder o) en p), posities toegewezen krijgt, alle rechten of verplichtingen kan uitoefenen in verband met de deelneming in de ctp voor die posities;

g)

de voorwaarden van een contract waarbij de ctp in afwikkeling partij is, annuleren of wijzigen, of de koper of overbruggings-ctp, in plaats van de ctp in afwikkeling, als partij vervangen;

h)

de werkingsregels van de ctp in afwikkeling wijzigen ▌;

i)

het lidmaatschap van een clearinglid van de ctp in afwikkeling overdragen aan een koper van de ctp of een overbruggings-ctp.

Het recht op compensatie waarin deze verordening voorziet, wordt voor de toepassing van de eerste alinea, onder a), niet als een aansprakelijkheid of een bezwaring beschouwd.

2.   De afwikkelingsautoriteit kan voorzien in de nodige continuïteitsregelingen om te garanderen dat de afwikkelingsmaatregel doeltreffend is en de overgedragen bedrijfsactiviteiten door de koper of overbruggings-ctp kunnen worden uitgeoefend. Deze continuïteitsregelingen omvatten onder meer:

a)

de continuïteit van door de ctp in afwikkeling aangegane contracten, zodat de koper of overbruggings-ctp de rechten en verplichtingen van de ctp in afwikkeling met betrekking tot alle overgedragen financiële instrumenten, rechten, verplichtingen, activa of passiva overneemt en de ctp in afwikkeling (expliciet of impliciet) in alle relevante contractuele documenten vervangt;

b)

de vervanging van de ctp in afwikkeling door de koper of overbruggings-ctp in elke juridische procedure met betrekking tot alle overgedragen financiële instrumenten, rechten, verplichtingen, activa of passiva.

3.   De in lid 1, onder d), en in lid 2, onder b), bedoelde bevoegdheden hebben geen invloed op:

a)

het recht van een werknemer van de ctp om een arbeidscontract te beëindigen;

b)

onverminderd de artikelen 55, 56 en 57, de uitoefening van de contractuele rechten van een partij bij een contract, met inbegrip van het recht om het contract te beëindigen, indien de contractvoorwaarden daarin voorzien, als gevolg van een handeling of nalatigheid van de ctp vóór de overdracht, of door de koper of overbruggings-ctp na de overdracht.

Artikel 50

Bijzonder bestuur

1.   De afwikkelingsautoriteit kan een of meer bijzondere bestuurders aanstellen ter vervanging van de raad van een ctp in afwikkeling. De bijzonder bestuurder staat als voldoende betrouwbaar bekend en beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van financiële diensten, risicobeheer en clearingdiensten overeenkomstig artikel 27, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012.

2.   De bijzonder bestuurder heeft alle bevoegdheden van de aandeelhouders en de raad van de ctp. De bijzonder bestuurder kan deze bevoegdheden slechts uitoefenen onder toezicht van de afwikkelingsautoriteit. De afwikkelingsautoriteit kan grenzen stellen aan het optreden van de bijzonder bestuurder of voor bepaalde handelingen voorafgaande toestemming verlangen.

De afwikkelingsautoriteit maakt de in lid 1 bedoelde aanstelling en de voorwaarden van deze aanstelling bekend.

3.   De bijzonder bestuurder wordt voor niet langer dan een jaar aangesteld. De afwikkelingsautoriteit kan deze termijn verlengen wanneer dat noodzakelijk is om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken.

4.   De bijzonder bestuurder neemt de nodige maatregelen om de afwikkelingsdoelstellingen te bevorderen en door de afwikkelingsautoriteit genomen afwikkelingsmaatregelen uit te voeren. In geval van tegenstrijdigheid of conflict heeft deze wettelijke plicht voorrang boven elke andere bestuursplicht op grond van de statuten van de ctp of het nationale recht.

5.   Met regelmatige tussenpozen die door de afwikkelingsautoriteit worden vastgesteld en aan het begin en het einde van zijn mandaat stelt de bijzonder bestuurder verslagen op ten behoeve van de aanstellende afwikkelingsautoriteit. Die verslagen bevatten een gedetailleerde beschrijving van de financiële positie van de ctp en vermelden de redenen van de genomen maatregelen.

6.   De afwikkelingsautoriteit kan de bijzonder bestuurder op elk moment uit zijn functie ontheffen. Zij ontheft de bijzonder bestuurder van zijn functie indien:

a)

de bijzonder bestuurder verzuimt zijn taken te verrichten overeenkomstig de door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde voorwaarden;

b)

de afwikkelingsdoelstellingen beter kunnen worden bereikt door de bijzonder bestuurder uit zijn functie te ontheffen of te vervangen;

c)

de voorwaarden voor zijn aanstelling niet langer vervuld zijn.

7.   Wanneer volgens het nationale insolventierecht een curator kan worden aangewezen, kan de overeenkomstig lid 1 aangestelde bijzonder bestuurder ook als curator worden aangesteld of omgekeerd .

Artikel 51

Bevoegdheid om het verschaffen van diensten en faciliteiten te verlangen

1.   De afwikkelingsautoriteit kan verlangen dat een ctp in afwikkeling, of een van haar groepsentiteiten of clearingleden, alle diensten en faciliteiten verschaft die nodig zijn opdat een koper of overbruggings-ctp de overgedragen bedrijfsactiviteit doeltreffend kan uitoefenen.

De eerste alinea is ook van toepassing indien een entiteit die deel uitmaakt van dezelfde groep als de ctp of een van de clearingleden van de ctp zich in een normale insolventieprocedure of zelf in afwikkeling bevindt.

2.   De afwikkelingsautoriteit kan de nakoming afdwingen van de verplichtingen die overeenkomstig lid 1 door afwikkelingsautoriteiten in andere lidstaten zijn opgelegd wanneer deze bevoegdheden worden uitgeoefend met betrekking tot entiteiten die deel uitmaken van dezelfde groep als de ctp in afwikkeling, of de clearingleden van die ctp.

3.   De in lid 1 bedoelde diensten en faciliteiten omvatten geen enkele vorm van financiële steun.

4.   De diensten en faciliteiten overeenkomstig lid 1 worden verstrekt:

a)

tegen dezelfde commerciële voorwaarden waarop ze aan de ctp werden verstrekt onmiddellijk voordat de afwikkelingsmaatregel is genomen, indien daartoe een overeenkomst bestaat;

b)

tegen redelijke commerciële voorwaarden, indien daartoe geen overeenkomst bestaat, of indien die overeenkomst is verlopen.

Artikel 52

Bevoegdheid om afwikkelingsmaatregelen of crisispreventiemaatregelen van andere lidstaten af te dwingen

1.   Wanneer eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp in afwikkeling zich bevinden in of vallen onder het recht van een andere lidstaat dan de lidstaat van de afwikkelingsautoriteit, heeft de overdracht of afwikkelingsmaatregel ten aanzien van die instrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva rechtsgevolg overeenkomstig het recht van die andere lidstaat.

2.   De afwikkelingsautoriteit van een lidstaat ontvangt alle nodige bijstand van de autoriteiten van andere betrokken lidstaten om te waarborgen dat alle eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva aan de koper of overbruggings-ctp worden overgedragen of dat alle andere afwikkelingsmaatregelen van kracht worden overeenkomstig het toepasselijke nationale recht.

3.   Aandeelhouders, schuldeisers en derden die door de in lid 1 bedoelde overdracht van eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva worden getroffen, zijn niet gerechtigd de overdracht te verhinderen, te betwisten of te vernietigen krachtens het op die overdracht toepasselijke recht van de lidstaat.

4.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit van een lidstaat de in de artikelen 28 of 32 bedoelde afwikkelingsinstrumenten gebruikt en wanneer de contracten, passiva, eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten van de ctp in afwikkeling instrumenten, contracten of passiva die onder het recht van een andere lidstaat vallen, of aan schuldeisers verschuldigde passiva en contracten voor in die andere lidstaat gevestigde clearingleden of hun cliënten omvatten, zorgen de bevoegde autoriteiten in die andere lidstaat ervoor dat alle uit deze afwikkelingsinstrumenten voortvloeiende maatregelen worden uitgevoerd.

Voor de toepassing van de eerste alinea zijn door deze afwikkelingsinstrumenten getroffen aandeelhouders, schuldeisers en clearingleden of hun cliënten niet gerechtigd om de verlaging van de hoofdsom of het uitstaande bedrag van het instrument of het passivum, of de omzetting of herstructurering ervan te betwisten.

5.   De volgende rechten en waarborgen worden overeenkomstig het recht van de lidstaat van de afwikkelingsautoriteit vastgesteld:

a)

het recht voor aandeelhouders, schuldeisers en derden op het instellen van beroep op grond van artikel 72 tegen de overdracht van in lid 1 van dit artikel bedoelde eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva;

b)

het recht van getroffen schuldeisers om op grond van artikel 72 beroep in te stellen tegen de verlaging van de hoofdsom of het uitstaande bedrag of de omzetting of herstructurering van een instrument, passivum of contract waarop het bepaalde in lid 4 van dit artikel van toepassing is;

c)

de in hoofdstuk V bedoelde waarborgen voor gedeeltelijke overdrachten van in lid 1 van dit artikel bedoelde activa, rechten, verplichtingen of passiva.

Artikel 53

Bevoegdheid met betrekking tot activa, contracten, rechten, passiva, verplichtingen en eigendomsinstrumenten van personen gevestigd in derde landen of onderworpen aan het recht van derde landen

1.   Wanneer een afwikkelingsmaatregel betrekking heeft op activa of contracten van personen die in een derde land zijn gevestigd of op eigendomsinstrumenten, rechten, verplichtingen of passiva die onder het recht van een derde land vallen, kan de afwikkelingsautoriteit verlangen dat:

a)

de ctp in afwikkeling en de ontvanger van die activa, contracten, eigendomsinstrumenten, rechten, verplichtingen of passiva alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de maatregel van kracht wordt;

b)

de ctp in afwikkeling de eigendomsinstrumenten, activa of rechten aanhoudt of de passiva of verplichtingen namens de ontvanger voldoet totdat de maatregel van kracht wordt;

c)

de redelijke uitgaven die de ontvanger bij het uitvoeren van een overeenkomstig de punten a) en b) van dit lid vereiste maatregel rechtmatig heeft gemaakt op een van de in artikel 27, lid 9, bedoelde manieren worden vergoed.

2.   Voor de toepassing van lid 1 kan de afwikkelingsautoriteit verlangen dat de ctp een bepaling opneemt in haar contracten en andere overeenkomsten met in derde landen gevestigde of door het recht van derde landen beheerste clearingleden en houders van eigendomsinstrumenten en schuldinstrumenten of andere passiva op grond waarvan zij erin toestemmen gebonden te zijn door alle maatregelen van de afwikkelingsautoriteit ten aanzien van hun activa, contracten, rechten, verplichtingen en passiva, met inbegrip van de toepassing van de artikelen 55, 56 en 57. De afwikkelingsautoriteit kan verlangen dat de ctp haar juridisch advies verstrekt over de juridische afdwingbaarheid en rechtsgeldigheid van die bepalingen.

3.   Wanneer de in lid 1 bedoelde afwikkelingsmaatregel niet van kracht wordt, is die maatregel nietig met betrekking tot de desbetreffende eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva.

Artikel 54

Uitsluiting van bepaalde contractuele voorwaarden in geval van vroegtijdige interventie en afwikkeling

1.   Een op zichzelf staande crisispreventiemaatregel of afwikkelingsmaatregel die overeenkomstig deze verordening is genomen, of een gebeurtenis die rechtstreeks verband houdt met de toepassing van die maatregel, wordt niet als afdwingingsgrond of insolventie in de zin van Richtlijn 2002/47/EG en Richtlijn 98/26/EG erkend, mits bij voortduring aan de materiële verplichtingen uit hoofde van het contract, daaronder begrepen de betalings- en leveringsverplichtingen, wordt voldaan en het verschaffen van zekerheden wordt voortgezet.

Voor de toepassing van de eerste alinea worden overeenkomstig artikel 75 erkende afwikkelingsprocedures van derde landen, of anderszins wanneer de afwikkelingsautoriteit daartoe besluit, beschouwd als een overeenkomstig deze verordening genomen afwikkelingsmaatregel.

2.   Een crisispreventiemaatregel of een afwikkelingsmaatregel als bedoeld in lid 1 wordt niet gebruikt voor:

a)

beëindiging, opschorting, wijziging, saldering of verrekening, ook in verband met een contract dat is gesloten door een entiteit van de groep waarvan de ctp deel uitmaakt en dat wederzijdse tekortkomingsbepalingen of verplichtingen bevat die zijn gegarandeerd of anderszins worden ondersteund door een entiteit van de groep;

b)

het verwerven van, de zeggenschap uitoefenen over of het uitoefenen van een zekerheidsrecht jegens de eigendom van de betrokken ctp of elke andere groepsentiteit in verband met een overeenkomst die wederzijdse tekortkomingsbepalingen omvat;

c)

het aantasten van de contractuele rechten van de betrokken ctp of elke andere groepsentiteit in verband met een contract dat wederzijdse tekortkomingsbepalingen omvat.

Artikel 55

Bevoegdheid om bepaalde verplichtingen op te schorten

1.   De afwikkelingsautoriteit kan betalings- of leveringsverplichtingen opschorten van beide tegenpartijen bij contracten die zijn gesloten door een ctp in afwikkeling vanaf de bekendmaking van de kennisgeving van opschorting overeenkomstig artikel 70 tot het einde van de werkdag volgend op die kennisgeving.

Voor de toepassing van de eerste alinea geldt als einde van de werkdag: middernacht in de lidstaat van de afwikkelingsautoriteit.

2.   Indien tijdens de periode van opschorting uitvoering moet worden gegeven aan een betalings- of leveringsverplichting, is de betaling of levering bij het verstrijken van die periode onmiddellijk verschuldigd.

3.   De afwikkelingsautoriteit oefent de in lid 1 bedoelde bevoegdheid niet uit op betalings- en leveringsverplichtingen ten aanzien van systemen of exploitanten van systemen bestemd voor de doelstellingen van Richtlijn 98/26/EG, met inbegrip van andere centrale tegenpartijen en centrale banken.

Artikel 56

Bevoegdheid om de afdwinging van zekerheidsrechten te beperken

1.   De afwikkelingsautoriteit kan voorkomen dat schuldeisers met pandrecht van een ctp in afwikkeling zekerheidsrechten afdwingen in verband met activa van die ctp in afwikkeling vanaf de bekendmaking van de kennisgeving van de beperking overeenkomstig artikel 70 tot het einde van de werkdag volgend op die kennisgeving.

Voor de toepassing van de eerste alinea geldt als einde van de werkdag: middernacht in de lidstaat van de afwikkelingsautoriteit.

2.   De afwikkelingsautoriteit oefent de in lid 1 bedoelde bevoegdheid niet uit met betrekking tot een zekerheidsrecht van systemen of exploitanten van systemen die zijn aangewezen in het kader van de toepassing van Richtlijn 98/26/EG, met inbegrip van andere centrale tegenpartijen, en centrale banken in verband met activa die de ctp in afwikkeling bij wijze van marginstorting of zekerheid heeft toegezegd of verstrekt.

Artikel 57

Bevoegdheid tot tijdelijke opschorting van beëindigingsrechten

1.   De afwikkelingsautoriteit kan de beëindigingsrechten opschorten van een partij bij een contract met een ctp in afwikkeling vanaf de bekendmaking van de kennisgeving van de beëindiging overeenkomstig artikel 70 tot het einde van de werkdag volgend op die kennisgeving, mits de betalings- en leveringsverplichtingen en het verschaffen van zakelijke zekerheden niet worden onderbroken.

Voor de toepassing van de eerste alinea geldt als einde van de werkdag: middernacht in de lidstaat van de afwikkeling.

2.   De afwikkelingsautoriteit oefent de in lid 1 bedoelde bevoegdheid niet uit ten aanzien van systemen of exploitanten van systemen bestemd voor de doelstellingen van Richtlijn 98/26/EG, met inbegrip van andere centrale tegenpartijen en centrale banken.

3.   Een partij bij een contract kan een beëindigingsrecht uit hoofde van dat contract uitoefenen voor het einde van de in lid 1 bedoelde termijn indien de afwikkelingsautoriteit die partij ervan in kennis stelt dat de onder het contract vallende rechten en verplichtingen niet:

a)

aan een andere entiteit worden overgedragen;

b)

onderworpen zijn aan afschrijving, omzetting of toepassing van een afwikkelingsinstrument voor positie- of verliestoewijzing.

4.   Wanneer de in lid 3 bedoelde kennisgeving niet is gebeurd, kunnen beëindigingsrechten worden uitgeoefend bij het verstrijken van de opschortingstermijn met inachtneming van artikel 54, als volgt:

a)

wanneer de onder het contract vallende rechten en verplichtingen aan een andere entiteit zijn overgedragen, mag een tegenpartij beëindigingsrechten volgens de voorwaarden van dat contract alleen uitoefenen indien de ontvangende entiteit een afdwingingsgrond veroorzaakt of bestendigt;

b)

wanneer de onder het contract vallende rechten en verplichtingen bij de ctp blijven, zijn de beëindigingsrechten alleen van toepassing overeenkomstig de beëindigingsvoorwaarden als vastgelegd in het contract tussen de ctp en de betrokken tegenpartij als de afdwingingsgrond wordt veroorzaakt of voortduurt na het verstrijken van de opschorting.

Artikel 58

Bevoegdheid om zeggenschap uit te oefenen over de ctp

1.   De afwikkelingsautoriteit kan zeggenschap uitoefenen over de ctp in afwikkeling teneinde:

a)

de activiteiten en diensten van de ctp te beheren, de bevoegdheden van haar aandeelhouders en raad uit te oefenen en het risicocomité te raadplegen;

b)

de activa en eigendom van de ctp in afwikkeling te kunnen beheren en vervreemden.

De in de eerste alinea bedoelde zeggenschap kan rechtstreeks door de afwikkelingsautoriteit of onrechtstreeks door (een) door de afwikkelingsautoriteit aangewezen persoon of personen worden uitgeoefend.

2.   Wanneer de afwikkelingsautoriteit zeggenschap uitoefent over de ctp, wordt de afwikkelingsautoriteit niet geacht een schaduwdirecteur of een feitelijke directeur op grond van het nationale recht te zijn.

Artikel 59

Uitoefening van bevoegdheden door de afwikkelingsautoriteiten

Onverminderd artikel 72 nemen de afwikkelingsautoriteiten afwikkelingsmaatregelen door middel van een bestuursmaatregel op grond van nationale administratieve bevoegdheden en procedures.

HOOFDSTUK V

Waarborgen

Artikel 60

Geen enkele schuldeiser mag slechter af zijn

Wanneer de afwikkelingsautoriteit een of meer afwikkelingsinstrumenten gebruikt, moet zij proberen ervoor te zorgen dat aandeelhouders, schuldeisers , clearingleden en hun cliënten geen grotere verliezen lijden dan zij zouden hebben geleden indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregel had genomen met betrekking tot de ctp op het moment waarop de afwikkelingsautoriteit van oordeel was dat aan de voorwaarden voor afwikkeling krachtens artikel 22, lid 1, was voldaan en zij in plaats daarvan waren onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp en alle andere contractuele regelingen in haar werkingsregels voor gevallen van wanbetaling en niet-wanbetaling en indien de ctp volgens normale insolventieprocedures een gone concern zonder franchiserestwaarde was geweest en was geliquideerd , rekening houdend met alle waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust .

a)

b)

Met de waarschijnlijke in de eerste alinea bedoelde nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust wordt geen rekening gehouden zo lang de in artikel 61, lid 5, vermelde technische reguleringsnormen waardering ervan niet toelaten.

Voor de toepassing van de eerste alinea houden de afwikkelingsautoriteiten zodra de in artikel 61, lid 5, vermelde technische reguleringsnormen in werking zijn getreden rekening met de waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust.

Artikel 61

Waardering om ervoor te zorgen dat geen enkele schuldeiser slechter af is

1.    Met het oog op informatieverstrekking aan de belanghebbenden bij de ctp, geeft de ctp een beeld van de mogelijke gevolgen van de verliezen voor elke categorie van schuldeisers in extreme maar aannemelijke scenario's voor een geval van wanbetaling en niet-wanbetaling dat leidt tot de insolventie van de ctp, en actualiseert zij dit beeld jaarlijks.

Dit beeld weerspiegelt de contractuele regelingen betreffende de trapsgewijze verliezen van de ctp volledig en is in overeenstemming met de margin- en stresstestmethode die wordt gebruikt om te voldoen aan de verplichtingen van de ctp op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012.

1 bis.     Om te kunnen beoordelen of is afgeweken van het beginsel in artikel 60 dat geen enkele crediteur slechter af mag zijn, zorgt de afwikkelingsautoriteit ervoor dat zo spoedig mogelijk na de uitvoering van de afwikkelingsmaatregelen een waardering wordt verricht door een onafhankelijke persoon.

2.   De in lid 1 bedoelde waardering omvat:

a)

de behandeling die aandeelhouders, schuldeisers en clearingleden of hun cliënten zouden hebben genoten mocht de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van de ctp hebben genomen en de afwikkelingsautoriteit van oordeel was dat aan de voorwaarden voor afwikkeling krachtens artikel 22, lid 1, was voldaan en zij in plaats daarvan onderworpen zouden zijn geweest aan de naleving van eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp en andere regelingen in haar werkingsregels en de ctp volgens een normale insolventieprocedure als een gone concern zonder franchiserestwaarde was geliquideerd , rekening houdend met alle waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust ;

b)

de daadwerkelijke behandeling die aandeelhouders, schuldeisers en clearingleden of hun cliënten hebben genoten bij de afwikkeling van de ctp;

c)

de vraag of er sprake is van een verschil tussen de onder a) bedoelde behandeling en de onder b) bedoelde behandeling.

3.   Voor de berekening van de in lid 2 bis bedoelde behandelingen houdt de in lid 1 bedoelde waardering geen rekening met de toekenning van buitengewone openbare financiële steun aan de ctp in afwikkeling noch met de eigen tariferingsmethode van de ctp indien deze methode de effectieve marktvoorwaarden niet weerspiegelt .

4.   De in lid 1 bedoelde waardering staat los van de waardering die uit hoofde van artikel 24, lid 3, is verricht.

5.   De ESMA stelt, rekening houdend met technische reguleringsnormen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 74, lid 4, van Richtlijn 2014/59/EU, ontwerpen van technische reguleringsnormen vast tot nadere bepaling van de methode voor het verrichten van de in lid 1 bedoelde waardering , met inbegrip van, indien of wanneer dit technisch mogelijk is, de waardering van de waarschijnlijke nadelige gevolgen van systemische instabiliteit en marktonrust .

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PB: gelieve de datum 12 maanden na de inwerkingtreding van de verordening in te vullen] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

Artikel 62

Waarborg voor aandeelhouders, schuldeisers en clearingleden en cliënten van clearingleden

Wanneer een aandeelhouder, schuldeiser, clearinglid of cliënt van een clearinglid volgens de uit hoofde van artikel 61 verrichte waardering grotere verliezen heeft geleden dan hij zou hebben geleden indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en zij in de plaats daarvan zouden zijn onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan van de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels dan wel of de ctp volgens een normale insolventieprocedure zou zijn geliquideerd, kan die aandeelhouder, schuldeiser of clearingdeelnemer aanspraak maken op de betaling van het verschil.

Artikel 62 bis

Recuperatie van betalingen

De afwikkelingsautoriteit krijgt redelijke uitgaven die in verband met een betaling als bedoeld in artikel 62 zijn gedaan, terug op elk van de volgende wijzen:

a)

van de ctp in afwikkeling, als preferente schuldeiser;

b)

uit vergoedingen betaald door de koper wanneer het instrument van verkoop van de onderneming is gebruikt;

c)

uit de opbrengsten die voortvloeien uit de stopzetting van de overbruggings-ctp, als preferente schuldeiser;

d)

van clearingleden, voor zover een clearinglid geen grotere verliezen lijdt dan de verliezen die hij zou hebben geleden indien de afwikkelingsautoriteit geen afwikkelingsmaatregelen had genomen ten aanzien van de ctp en hij in plaats daarvan zou zijn onderworpen aan eventuele uitstaande verplichtingen op grond van het herstelplan voor de ctp of andere regelingen in haar werkingsregels of indien de ctp volgens normale insolventieprocedures was geliquideerd.

Artikel 63

Waarborg voor tegenpartijen bij gedeeltelijke overdrachten

De bescherming als bedoeld in de artikelen 64, 65 en 66 is van toepassing in de volgende gevallen:

a)

wanneer de afwikkelingsautoriteit sommige, maar niet alle activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp in afwikkeling of een overbruggings-ctp aan een koper overdraagt;

b)

wanneer een afwikkelingsautoriteit de in artikel 49, lid 1, onder f), bedoelde bevoegdheden uitoefent.

Artikel 64

Bescherming voor financiële zekerheden en verrekenings- en salderingsovereenkomsten

De afwikkelingsautoriteit draagt er zorg voor dat het gebruik van een afwikkelingsinstrument niet leidt tot de overdracht van sommige, maar niet alle rechten en verplichtingen uit hoofde van een financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht, een verrekeningsovereenkomst of salderingsovereenkomst tussen een ctp in afwikkeling en andere partijen bij de regelingen of tot de wijziging of beëindiging van de rechten en verplichtingen uit hoofde van die regelingen door de uitoefening van aanvullende bevoegdheden.

De in de eerste alinea bedoelde regelingen omvatten regelingen die de partijen het recht verlenen deze rechten en verplichtingen te verrekenen of te salderen.

Artikel 65

Bescherming voor zekerheidsregelingen

De afwikkelingsautoriteit draagt , onverminderd het gebruik van positietoewijzingsinstrumenten in artikel 29, er zorg voor dat het gebruik van een afwikkelingsinstrument met betrekking tot de zekerheidsregelingen tussen een ctp in afwikkeling en andere partijen bij die regeling niet leidt tot:

a)

de overdracht van de activa waarmee de verplichting is gedekt, tenzij die verplichting en het voordeel van de zekerheid ook worden overgedragen;

b)

de overdracht van een gedekte verplichting, tenzij het voordeel van de zekerheid ook wordt overgedragen;

c)

de overdracht van het voordeel van de zekerheid, tenzij de gedekte verplichting ook wordt overgedragen;

d)

de wijziging of beëindiging van een zekerheidsregeling door de uitoefening van aanvullende bevoegdheden, indien deze wijziging of beëindiging tot gevolg heeft dat de verplichting niet langer wordt gedekt.

Artikel 66

Bescherming voor gestructureerde financieringsregelingen en gedekte obligaties

De afwikkelingsautoriteit draagt er zorg voor dat het gebruik van een afwikkelingsinstrument met betrekking tot gestructureerde financieringsregelingen, met inbegrip van gedekte obligaties, niet leidt tot:

a)

de overdracht van sommige, maar niet alle activa, rechten en verplichtingen die een gestructureerde financieringsregeling of een onderdeel ervan vormen waarvan een van de partijen de ctp in afwikkeling is;

b)

de beëindiging of wijziging door de uitoefening van aanvullende bevoegdheden van de activa, rechten en verplichtingen die een gestructureerde financieringsregeling of een onderdeel ervan vormen waarvan een van de partijen de ctp in afwikkeling is;

Voor de toepassing van het eerste alinea omvatten gestructureerde financieringsregelingen securitisaties en instrumenten voor hedgingdoeleinden die integraal deel uitmaken van de pool van onderliggende activa en volgens nationaal recht op gelijke wijze als gedekte obligaties gedekt zijn, die het verstrekken en aanhouden van zekerheden door een partij bij de regeling of een trustee, lasthebber of gevolmachtigde inhouden.

Artikel 67

Gedeeltelijke overdrachten: bescherming van handels-, clearing- en afwikkelingssystemen

1.   De afwikkelingsautoriteit draagt er zorg voor dat het gebruik van een afwikkelingsinstrument geen afbreuk doet aan het functioneren van systemen en regels van systemen die onder Richtlijn 98/26/EG vallen, wanneer de afwikkelingsautoriteit:

a)

sommige, maar niet alle, activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp in afwikkeling aan een koper overdraagt;

b)

de voorwaarden van een contract waarbij de ctp in afwikkeling partij is, annuleert of wijzigt, of een koper of overbruggings-ctp als partij vervangt.

2.   Voor de toepassing van lid 1 draagt de afwikkelingsautoriteit er zorg voor dat het gebruik van afwikkelingsinstrumenten niet leidt tot:

a)

het intrekken van een overboekingsopdracht overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 98/26/EG;

b)

het belemmeren van de afdwingbaarheid van overboekingsopdrachten en verrekening uit hoofde van de artikelen 3 en 5 van Richtlijn 98/26/EG;

c)

het belemmeren van het gebruik van middelen, effecten of kredietfaciliteiten uit hoofde van artikel 4 van Richtlijn 98/26/EG;

d)

het belemmeren van de bescherming van zakelijke zekerheden uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn 98/26/EG.

HOOFDSTUK VI

Procedurele verplichtingen

Artikel 68

Kennisgevingsvereisten

1.   De ctp stelt de bevoegde autoriteit in kennis indien zij van oordeel is dat zij failleert of waarschijnlijk failleert in de zin van artikel 22, lid 2.

2.   De bevoegde autoriteit stelt de afwikkelingsautoriteit in kennis van uit hoofde van lid 1 ontvangen kennisgevingen en van herstel- of andere maatregelen overeenkomstig titel IV, die de bevoegde autoriteit van de ctp verlangt.

De bevoegde autoriteit stelt de afwikkelingsautoriteit in kennis van in artikel 24 van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde noodsituaties met betrekking tot een ctp en van elke kennisgeving die overeenkomstig artikel 48 van die verordening is ontvangen.

3.   Indien een bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit vaststelt dat met betrekking tot een ctp aan de in artikel 22, lid 1, onder a) en b), vastgestelde voorwaarden is voldaan, stelt zij de volgende autoriteiten hiervan tijdig in kennis:

a)

de bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit voor die ctp;

b)

de bevoegde autoriteit voor de moederonderneming van de ctp;

b bis)

het toezichtcollege voor die ctp;

b ter)

het afwikkelingscollege voor die ctp;

c)

de centrale bank;

d)

het bevoegde ministerie;

e)

de ESRB en de aangewezen nationale macroprudentiële autoriteit.

Artikel 69

Besluit van de afwikkelingsautoriteit

1.   Na een kennisgeving van de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 68, lid 3, bepaalt de afwikkelingsautoriteit of een afwikkelingsmaatregel nodig is.

2.   Een besluit over het al dan niet nemen van afwikkelingsmaatregelen met betrekking tot een ctp bevat de volgende informatie:

a)

de beoordeling van de afwikkelingsautoriteit of de ctp voldoet aan de voorwaarden voor afwikkeling;

b)

alle maatregelen die de afwikkelingsautoriteit voornemens is te treffen, met inbegrip van het besluit om liquidatie aan te vragen, de benoeming van een bewindvoerder of alle andere maatregelen in het kader van normale insolventieprocedures of, met inachtneming van artikel 27, lid 1, onder e), krachtens de nationale wetgeving.

Artikel 70

Procedurele verplichtingen van afwikkelingsautoriteiten

1.   Zo spoedig mogelijk na het nemen van een afwikkelingsmaatregel stelt de afwikkelingsautoriteit alle volgende entiteiten in kennis:

a)

de ctp in afwikkeling;

b)

het afwikkelingscollege;

c)

de aangewezen nationale macroprudentiële autoriteit en de ESRB;

d)

de Commissie, de Europese Centrale Bank en de EIOPA;

e)

de exploitanten van de onder Richtlijn 98/26/EG vallende systemen waaraan de ctp in afwikkeling deelneemt.

2.   De in lid 1 bedoelde kennisgeving bevat een kopie van alle opdrachten of instrumenten door middel waarvan de maatregel wordt genomen en geeft de datum aan vanaf wanneer de afwikkelingsmaatregel van kracht is.

In de kennisgeving aan het afwikkelingscollege overeenkomstig lid 1, onder b), wordt ook vermeld of en waarom de afwikkelingsmaatregel afwijkt van het afwikkelingsplan.

3.   Een kopie van de opdracht of het instrument door middel waarvan de afwikkelingsmaatregel is genomen, hetzij een bericht waarin de gevolgen van de afwikkelingsmaatregel en, in voorkomend geval, de voorwaarden en de in de artikelen 55, 56 en 57 bedoelde opschortings- of beperkingsperiode, wordt bekendgemaakt op:

a)

de website van de afwikkelingsautoriteit;

b)

de website van de bevoegde overheid indien deze verschilt van de afwikkelingsautoriteit, en op de website van de ESMA;

c)

de website van de ctp in afwikkeling;

d)

indien de eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten van de ctp in afwikkeling ter verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten, de voor de bekendmaking van gereglementeerde informatie met betrekking tot de ctp in afwikkeling overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (15) gebruikte middelen.

4.   Indien de eigendomsinstrumenten of schuldinstrumenten niet ter verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten, draagt de afwikkelingsautoriteit er zorg voor dat de documenten die als bewijsstuk van de in lid 3 bedoelde opdracht fungeren, worden toegezonden aan de houders van de eigendomsinstrumenten en de schuldeisers van de ctp in afwikkeling die bekend zijn van de aan de afwikkelingsautoriteit ter beschikking staande registers of gegevensbanken van de ctp in afwikkeling.

Artikel 71

Vertrouwelijkheid

1.   De volgende personen zijn aan de vereisten van het beroepsgeheim gebonden:

a)

de afwikkelingsautoriteiten;

b)

de bevoegde autoriteiten, de ESMA en de EBA;

c)

de bevoegde ministeries;

d)

krachtens deze verordening aangestelde bijzondere bestuurders of tijdelijke bewindvoerders;

e)

potentiële verwervers met wie door de bevoegde autoriteiten contact wordt opgenomen of die door de afwikkelingsautoriteiten worden benaderd, ongeacht of dat contact of verzoek ter voorbereiding van het gebruik van het instrument van verkoop van de onderneming plaatsvond, en ongeacht of het verzoek in een verwerving uitmondde;

f)

auditors, boekhouders, juridische en professionele adviseurs, taxateurs en andere deskundigen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de afwikkelingsautoriteiten, de bevoegde autoriteiten, de bevoegde ministeries of de onder e) bedoelde potentiële verwervers in de arm zijn genomen;

g)

centrale banken en andere bij het afwikkelingsproces betrokken autoriteiten;

h)

een overbruggings-ctp;

i)

alle andere personen die rechtstreeks of onrechtstreeks, op permanente basis of incidenteel, aan de onder a) tot en met k) bedoelde personen diensten verlenen of hebben verleend;

j)

het hogere management en leden van de raad van de ctp, en werknemers van de onder a) tot en met k) bedoelde organen of entiteiten, voor, tijdens en na hun benoeming;

k)

alle andere leden van het afwikkelingscollege die niet zijn genoemd in de punten a), b), c) en g).

2.   Om te waarborgen dat de in lid 1 en lid 3 vastgestelde vertrouwelijkheidsvoorschriften worden nageleefd dragen de in de punten a), b), c), g), h) en k) van lid 1 bedoelde personen er zorg voor dat er interne regels met betrekking tot vertrouwelijkheid worden vastgesteld, waaronder regels die specifiek tot doel hebben de vertrouwelijkheid te waarborgen van informatie die wordt uitgewisseld tussen de personen die rechtstreeks bij het afwikkelingsproces betrokken zijn.

3.   De in lid 1 bedoelde personen mogen aan geen enkele persoon of autoriteit vertrouwelijke informatie bekendmaken waarvan zij bij de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden of via een bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit in verband met hun taken als bedoeld in deze verordening kennis hebben gekregen, tenzij in het kader van de uitoefening van hun taken als bedoeld in deze verordening of in een zodanig samengevatte of geaggregeerde vorm dat individuele ctp's niet kunnen worden geïdentificeerd, of met de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de autoriteit of de ctp die de informatie heeft verschaft.

Vooraleer gelijk welke informatie wordt bekendgemaakt, beoordelen de in lid 1 bedoelde personen de eventuele gevolgen van de bekendmaking van informatie voor het openbaar belang met betrekking tot het financieel, monetair of economisch beleid, voor de commerciële belangen van natuurlijke en rechtspersonen, voor het doel van inspecties, voor onderzoeken en audits.

De procedure voor het controleren van de gevolgen van de bekendmaking van informatie houdt onder meer in dat in het bijzonder wordt gekeken naar de effecten van een mogelijke bekendmaking van de inhoud en de details van herstel- en afwikkelingsplannen als bedoeld in de artikelen 9 en 13, en van de resultaten van beoordelingen als bedoeld in de artikelen 10 en 16.

Alle in lid 1 bedoelde personen of entiteiten zijn overeenkomstig de nationale wetgeving civielrechtelijk aansprakelijk in het geval van een overtreding op het bepaalde in dit artikel.

4.   In afwijking van lid 3 kunnen de in lid 1 bedoelde personen vertrouwelijke informatie uitwisselen met de volgende entiteiten mits er vertrouwelijkheidsregelingen bestaan voor de doeleinden van die uitwisseling:

a)

alle andere personen wanneer dit noodzakelijk is voor het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel;

b)

parlementaire onderzoekscommissies in hun lidstaat, de rekenkamer of rekenkamers van hun lidstaat en andere entiteiten die belast zijn met onderzoek in hun lidstaat;

c)

nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op systemen voor het betalingsverkeer, de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor gewone insolventieprocedures, de autoriteiten aan welke van overheidswege het toezicht op andere entiteiten uit de financiële sector is opgedragen, de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op financiële markten en verzekeringsondernemingen en de inspecteurs die namens hen optreden, de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het bewaren van de stabiliteit van het financiële stelsel in de lidstaten door middel van macroprudentiële regels, de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het beschermen van de stabiliteit van het financiële stelsel, en personen die belast zijn met het uitvoeren van de audits van de financiële overzichten.

5.   De bepalingen van dit artikel beletten niet dat:

a)

werknemers en deskundigen van de in lid 1, onder a) tot en met g) en onder k), vermelde organen of entiteiten onderling binnen elk orgaan of elke entiteit informatie delen;

b)

de afwikkelingsautoriteiten en de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van hun werknemers en deskundigen, informatie delen met elkaar en met andere afwikkelingsautoriteiten in de Unie, andere bevoegde autoriteiten in de Unie, bevoegde ministeries, centrale banken, voor normale insolventieprocedures bevoegde autoriteiten, autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het handhaven van het stabiliteit van het financiële systeem in lidstaten door het gebruik van macroprudentiële regels, personen die belast zijn met het uitvoeren van wettelijke controles van rekeningen, de EBA, de ESMA, of, onder de voorwaarden van artikel 78, autoriteiten van derde landen die taken uitoefenen die gelijkwaardig zijn aan de taken van de afwikkelingsautoriteiten, of, onder strikte eisen inzake vertrouwelijkheid, met een potentiële verwerver met het oog op het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel.

6.   Dit artikel laat de nationale wetgeving betreffende het bekendmaken van informatie voor juridische procedures in straf- of civielrechtelijke zaken onverlet.

HOOFDSTUK VII

Recht van beroep en uitsluiting van andere acties

Artikel 72

Voorafgaande rechterlijke goedkeuring en recht van beroep

1.   ▌

2.   Alle personen die getroffen worden door een besluit om een crisispreventiemaatregel te nemen of een besluit om een andere bevoegdheid dan een afwikkelingsmaatregel uit te oefenen, hebben het recht om tegen dat besluit beroep in te stellen.

3.   Alle personen die getroffen worden door een besluit tot het nemen van een afwikkelingsmaatregel hebben het recht om tegen dat besluit beroep in te stellen.

4.   Het in lid 3 bedoelde recht op beroep is onderworpen aan de volgende voorwaarden:

a)

het besluit van de afwikkelingsautoriteit is onmiddellijk afdwingbaar en geeft aanleiding tot een weerlegbaar vermoeden dat een opschorting van de handhaving ervan tegen het algemeen belang indruist;

b)

de procedure voor beroep is snel;

c)

de rechtbank baseert zich bij zijn eigen toetsing op de economische beoordeling van de feiten zoals uitgevoerd door de afwikkelingsautoriteit.

4 bis.     Een besluit van de afwikkelingsautoriteit tot het nemen van een afwikkelingsmaatregel of een crisispreventiemaatregel of het uitoefenen van elke andere bevoegdheid dan het nemen van een afwikkelingsmaatregel kan alleen worden vernietigd op inhoudelijke gronden als het besluit willekeurig en onredelijk was toen het werd genomen, op basis van de op dat moment beschikbare informatie.

4 ter.     Het instellen van beroep leidt niet tot automatische opschorting van de gevolgen van het betwiste besluit.

5.   Indien zulks noodzakelijk is om de belangen te beschermen van te goeder trouw handelende derden die uit hoofde van een afwikkelingsmaatregel eigendomsinstrumenten, activa, rechten, verplichtingen of passiva van een ctp in afwikkeling hebben gekocht, laat de nietigverklaring van een besluit van een afwikkelingsautoriteit de latere administratieve handelingen of transacties van de afwikkelingsautoriteit in kwestie welke op het nietig verklaarde besluit van de afwikkelingsautoriteit zijn gebaseerd, onverlet.

Voor de toepassing van de eerste alinea worden de rechtsmiddelen die de aanvrager kan inzetten indien een besluit van de afwikkelingsautoriteit nietig is verklaard, beperkt tot vergoeding van de als gevolg van dat besluit geleden schade.

Artikel 73

Beperkingen op andere procedures

1.   Normale insolventieprocedures mogen niet worden opgestart met betrekking tot een ctp, behalve op initiatief van de afwikkelingsautoriteit of met haar instemming overeenkomstig lid 3.

2.   De bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten worden onverwijld in kennis gesteld van elke aanvraag tot opening van normale insolventieprocedures met betrekking tot een ctp, ongeacht of de ctp in afwikkeling is of overeenkomstig artikel 70, lid 3, een besluit is bekendgemaakt.

3.   De voor de normale insolventieprocedures verantwoordelijke autoriteiten kunnen deze procedures pas opstarten nadat de afwikkelingsautoriteit hen in kennis heeft gesteld van haar besluit om geen afwikkelingsmaatregel te nemen met betrekking tot de ctp of indien geen kennisgeving is ontvangen binnen zeven dagen na de in lid 2 bedoelde kennisgeving.

Indien zulks voor het doeltreffend gebruik van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden noodzakelijk is, kunnen de afwikkelingsautoriteiten de rechtbank verzoeken gedurende een in het licht van de nagestreefde doelstelling passende termijn opschorting te verlenen van een gerechtelijke maatregel of procedure waarbij een ctp in afwikkeling een partij is of kan worden.

TITEL VI

BETREKKINGEN MET DERDE LANDEN

Artikel 74

Overeenkomsten met derde landen

1.   Overeenkomstig artikel 218 VWEU kan de Commissie bij de Raad aanbevelingen indienen voor het voeren van onderhandelingen over overeenkomsten met een of meer derde landen met betrekking tot de middelen voor samenwerking tussen de afwikkelingsautoriteiten en de betrokken autoriteiten van derde landen betreffende herstel- en afwikkelingsplanning met betrekking tot ctp's en ctp's van derde landen, wat de volgende situaties betreft:

a)

wanneer een ctp van een derde land diensten verricht of dochterondernemingen heeft in een of meer lidstaten;

b)

wanneer een in een lidstaat gevestigde ctp diensten verricht of een of meer dochterondernemingen heeft in een derde land.

b bis)

wanneer een groot aantal clearingleden van een ctp in dat derde land is gevestigd;

b ter)

wanneer een in een derde land gevestigde ctp een groot aantal in de Unie gevestigde clearingleden telt.

2.   De bedoeling van de in lid 1 bedoelde overeenkomsten is met name ervoor te zorgen dat procedures en regelingen worden vastgesteld voor samenwerking bij het verrichten van de taken en het uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 77, met inbegrip van de uitwisseling van de voor die doeleinden noodzakelijke informatie.

Artikel 75

Erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen

1.   Dit artikel is van toepassing op afwikkelingsprocedures van derde landen tenzij en totdat een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 74, lid 1, met het betrokken derde land in werking treedt. Het blijft ook van toepassing na de inwerkingtreding van een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 74, lid 1, met het betrokken derde land, en voor zover de erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen niet door die overeenkomst worden geregeld.

2.   De betrokken nationale autoriteiten erkennen de afwikkelingsprocedures van derde landen met betrekking tot een in een derde land gevestigde ctp in elk van de volgende gevallen:

a)

de ctp van een derde land verricht diensten in of heeft dochterondernemingen in een of meer lidstaten;

b)

de ctp van een derde land heeft activa, rechten, verplichtingen of passiva in of vallend onder het recht van een of meer lidstaten.

De betrokken nationale autoriteiten zien toe op de naleving van de erkende afwikkelingsprocedures van derde landen in overeenstemming met hun nationale wetgeving.

3.   De betrokken nationale autoriteiten beschikken ten minste over de bevoegdheid om:

a)

de afwikkelingsbevoegdheden uit te oefenen ten aanzien van:

i)

activa van een ctp van een derde land die zich in hun lidstaat bevinden of aan het recht van hun lidstaat zijn onderworpen;

ii)

rechten of passiva van een ctp van een derde land die in hun lidstaat zijn geboekt, aan het recht van hun lidstaat zijn onderworpen, dan wel ingeval met dergelijke rechten en verplichtingen samenhangende vorderingen in hun lidstaat afdwingbaar zijn;

b)

een overdracht van eigendomsinstrumenten van een in hun lidstaat gevestigde dochterinstelling aan derden tegenwerpbaar te maken, onder meer door een andere persoon ertoe te verplichten actie te ondernemen om de overdracht aan derden tegenwerpbaar te maken;

c)

de in de artikelen 55, 56 en 57 bedoelde bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot de rechten van elke partij bij een contract met een in lid 2 van dit artikel bedoelde entiteit, indien die bevoegdheden nodig zijn om de afwikkelingsprocedures van derde landen te handhaven;

d)

elk recht niet-handhaafbaar te maken om contracten te beëindigen, te liquideren of versneld uit te voeren van, of afbreuk te doen aan de contractuele rechten van entiteiten als bedoeld in lid 2 en andere groepsentiteiten niet-handhaafbaar te maken, indien die rechten voortvloeien uit afwikkelingshandelingen met betrekking tot de ctp van het derde land, van hetzij de afwikkelingsautoriteit van het derde land in kwestie, hetzij krachtens de wettelijke of regelgevingsvereisten op het gebied van afwikkeling in dat land, mits bij voortduring aan de materiële verplichtingen uit hoofde van het contract, daaronder begrepen de betalings- en leveringsverplichtingen, wordt voldaan en het verschaffen van zekerheden wordt voortgezet.

4.   De erkenning en handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen doen geen afbreuk aan de toepassing van de normale insolventieprocedures uit hoofde van het toepasselijke nationale recht.

Artikel 76

Recht tot weigering van de erkenning of handhaving van afwikkelingsprocedures van derde landen

In afwijking van artikel 75, lid 2, kunnen de betrokken nationale autoriteiten in de volgende gevallen weigeren de afwikkelingsprocedures van derde landen te erkennen of te handhaven:

a)

de afwikkelingsprocedures van een derde land zouden nadelige gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit in hun lidstaat;

b)

de schuldeisers of clearingleden of cliënten van die clearingleden die in hun lidstaat zijn gevestigd, zouden in het kader van een afwikkelingsprocedure van het derde land niet op dezelfde wijze worden behandeld als schuldeisers of clearingleden of cliënten van die clearingleden met vergelijkbare wettelijke rechten krachtens de binnenlandse afwikkelingsprocedures van het derde land;

c)

de erkenning of handhaving van de afwikkelingsprocedures van een derde land zou ingrijpende begrotingsgevolgen voor hun lidstaat hebben;

d)

de erkenning of handhaving zou in strijd zijn met nationale wetgeving.

Artikel 77

Samenwerking met autoriteiten van derde landen

1.   Dit artikel is van toepassing op samenwerking met derde landen tenzij en totdat een in artikel 74, lid 1, bedoelde internationale overeenkomst met het betrokken derde land in werking treedt. Het blijft van toepassing na de inwerkingtreding van een internationale overeenkomst als bedoeld in artikel 74, lid 1, met het betrokken derde land voor zover de materie van dit artikel niet door deze overeenkomst wordt geregeld.

2.   Bevoegde autoriteiten of afwikkelingsautoriteiten sluiten, in voorkomend geval, samenwerkingsovereenkomsten met de volgende betrokken autoriteiten van derde landen, rekening houdend met bestaande op grond van artikel 25, lid 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012 ingestelde samenwerkingsregelingen:

a)

wanneer een ctp van een derde land diensten verricht in of dochterondernemingen heeft in een of meer lidstaten, de betrokken autoriteiten van het derde land waar de ctp is gevestigd;

b)

wanneer een ctp diensten verricht in of een of meer dochterondernemingen heeft in derde landen, de betrokken autoriteiten van de derde landen waar die diensten worden verricht of waar de dochterondernemingen zijn gevestigd.

3.   In de in lid 2 bedoelde samenwerkingsregelingen worden procedures en regelingen vastgesteld tussen de deelnemende autoriteiten voor het delen van de noodzakelijke informatie voor en samenwerking bij de uitvoering van de volgende taken en bij de uitoefening van de volgende bevoegdheden met betrekking tot de in lid 2, onder a) en b), bedoelde ctp's of groepen die dergelijke ctp's omvatten:

a)

de opstelling van afwikkelingsplannen overeenkomstig artikel 13 en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde vereisten;

b)

de beoordeling van de afwikkelbaarheid van dergelijke instellingen en groepen overeenkomstig artikel 16 en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde vereisten;

c)

de toepassing van bevoegdheden om belemmeringen voor de afwikkeling aan te pakken of weg te nemen overeenkomstig artikel 17 en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde bevoegdheden;

d)

de toepassing van vroegtijdige-interventiemaatregelen overeenkomstig artikel 19 en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde bevoegdheden;

e)

het gebruik van afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden en vergelijkbare bevoegdheden die aan de betrokken autoriteiten van een derde land zijn toegekend.

4.   Overeenkomstig lid 2 gesloten samenwerkingsregelingen tussen afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten van lidstaten en derde landen kunnen bepalingen bevatten met betrekking tot:

a)

de uitwisseling van de informatie die nodig is voor het opstellen en bijhouden van afwikkelingsplannen;

b)

overleg en samenwerking bij het opstellen van afwikkelingsplannen, met inbegrip van beginselen voor de uitoefening van bevoegdheden uit hoofde van artikel 75 en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde bevoegdheden;

c)

de uitwisseling van de informatie die nodig is voor het gebruik van afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van afwikkelingsbevoegdheden en soortgelijke in het recht van de betrokken derde landen neergelegde bevoegdheden;

d)

vroegtijdige waarschuwing van of overleg met partijen bij de samenwerkingsovereenkomst voordat een belangrijke maatregel uit hoofde van deze verordening of het recht van het betrokken derde land wordt genomen die de ctp of de groep treft waarop de overeenkomst betrekking heeft;

e)

de coördinatie van openbare communicatie in geval van gezamenlijke afwikkelingsmaatregelen;

f)

procedures en regelingen om overeenkomstig de punten a) tot en met e) informatie uit te wisselen en samen te werken, onder meer, in voorkomend geval, door crisismanagementgroepen op te zetten en te beheren.

Met het oog op een gemeenschappelijke, uniforme en consistente toepassing van lid 3 stelt de ESMA richtsnoeren op over de aard en de inhoud van de in lid 4 bedoelde bepalingen uiterlijk op [PB gelieve datum in te voegen: 18 maanden na de inwerkingtreding van de verordening].

5.   De afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de samenwerkingsovereenkomsten die zij overeenkomstig dit artikel hebben gesloten.

Artikel 78

Uitwisseling van vertrouwelijke informatie

1.   De afwikkelingsautoriteiten, bevoegde autoriteiten, bevoegde ministeries en, indien van toepassing, andere betrokken nationale autoriteiten wisselen met betrokken autoriteiten van derde landen vertrouwelijke informatie, met inbegrip van herstelplannen, enkel uit mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken autoriteiten van derde landen zijn onderworpen aan vereisten en normen inzake het beroepsgeheim die door de betrokken autoriteiten ten minste gelijk worden geacht met de door artikel 71 opgelegde vereisten en normen;

b)

de informatie is nodig voor het uitvoeren door de betrokken autoriteiten van derde landen van hun afwikkelingstaken naar nationaal recht die vergelijkbaar zijn met die uit hoofde van deze verordening, en wordt niet voor andere doeleinden gebruikt.

2.   Voor zover als de uitwisseling van informatie ook persoonsgegevens omvat, geldt voor de verwerking en doorgifte van deze persoonsgegevens aan de autoriteiten van derde landen het toepasselijke recht van de Unie en de lidstaten inzake gegevensbescherming.

3.   Indien vertrouwelijke informatie in een andere lidstaat haar oorsprong vindt, maken afwikkelingsautoriteiten, bevoegde autoriteiten en bevoegde ministeries die informatie niet bekend aan de betrokken autoriteiten van derde landen tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken autoriteit van de lidstaat waar de informatie haar oorsprong vond gaat akkoord met de bekendmaking ervan;

b)

de informatie wordt alleen voor de door de onder a) bedoelde autoriteit toegestane doeleinden bekendgemaakt.

4.   Voor de toepassing van dit artikel wordt informatie als vertrouwelijk beschouwd indien deze aan de vertrouwelijkheidsvoorschriften uit hoofde van het recht van de Unie is onderworpen.

Artikel 78 bis

Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen

1.     Onverminderd het recht van de lidstaten strafrechtelijke sancties vast te stellen en op te leggen, stellen zij regels vast voor administratieve sancties en andere administratieve maatregelen die van toepassing zijn indien de in deze verordening vastgestelde bepalingen niet worden nageleefd, en nemen zij alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. Indien de lidstaten besluiten geen administratieve sancties voor overtredingen vast te stellen voor inbreuken waarop hun nationale strafrecht van toepassing is, delen zij de Commissie de toepasselijke strafrechtelijke bepalingen mede. De administratieve sancties en andere administratieve maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

2.     De lidstaten dragen er zorg voor dat als ctp's, clearingleden van ctp's of moederondernemingen aan de in lid 1 vermelde verplichtingen onderworpen zijn, bij een overtreding van deze verplichtingen administratieve sancties onder de door het nationale recht vastgelegde voorwaarden kunnen worden opgelegd aan de leden van de raad van de ctp en aan andere natuurlijke personen die uit hoofde van het nationale recht voor de overtreding verantwoordelijk zijn.

3.     De bevoegdheid om de in deze verordening voorziene administratieve sancties op te leggen, wordt afhankelijk van het type overtreding toegekend aan hetzij de afwikkelingsautoriteiten hetzij, indien dit andere autoriteiten betreft, de bevoegde autoriteiten. Aan de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten worden alle bevoegdheden voor het vergaren van informatie en onderzoeksbevoegdheden toegekend die nodig zijn voor de vervulling van hun respectieve taken. Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om sancties op te leggen, werken de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten nauw met elkaar samen om ervoor te zorgen dat de administratieve sancties of andere administratieve maatregelen het gewenste resultaat opleveren, en om hun optreden te coördineren wanneer het om grensoverschrijdende zaken gaat.

4.     De afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten oefenen hun administratieve sanctiebevoegdheden uit overeenkomstig deze verordening en het nationaal recht op een van de volgende wijzen:

a)

op rechtstreekse wijze;

b)

in samenwerking met andere autoriteiten;

c)

onder hun verantwoordelijkheid door middel van delegatie aan dergelijke autoriteiten;

d)

door middel van een verzoek tot de bevoegde rechterlijke instanties.

Artikel 78 ter

Specifieke bepalingen

1.     De lidstaten zorgen ervoor dat hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voorzien in sancties en maatregelen in ten minste de volgende gevallen:

a)

het nalaten in overtreding van artikel 9 om herstelplannen op te stellen, bij te houden en bij te werken;

b)

het nalaten in overtreding van artikel 14 om alle voor de opstelling van afwikkelingsplannen vereiste informatie te verstrekken;

c)

het nalaten door de raad van de ctp in overtreding van artikel 68, lid 1, om de bevoegde autoriteit in kennis te stellen wanneer een ctp faalt of waarschijnlijk gaat falen.

2.     De lidstaten dragen er zorg voor dat in de in lid 1 bedoelde gevallen ten minste onder meer de volgende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen kunnen worden opgelegd:

a)

een publieke verklaring waarin de voor de overtreding verantwoordelijke natuurlijke persoon, instelling, EU-moederonderneming, ctp of andere rechtspersoon en de aard van de overtreding worden vermeld;

b)

een bevel waarin wordt geëist dat de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon het gedrag staakt en niet meer herhaalt;

c)

een tijdelijke verbod voor de leden van het senior management van de ctp of elke andere natuurlijke persoon die voor de overtreding verantwoordelijk wordt geacht, om functies in de ctp uit te oefenen;

d)

ingeval het een rechtspersoon betreft, administratieve geldboetes oplopend tot 10 % van de totale jaarlijkse netto-omzet van de rechtspersoon in het voorgaande boekjaar. Indien de rechtspersoon een dochteronderneming is van een moederonderneming, is de desbetreffende jaaromzet gelijk aan de jaaromzet die blijkt uit de geconsolideerde rekeningen van de uiteindelijke moederonderneming in het voorgaande boekjaar;

e)

ingeval het een natuurlijke persoon betreft, administratieve geldboetes tot maximaal 5 000 000 EUR of in lidstaten waar de euro niet de officiële munteenheid is, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op [datum van inwerkingtreding van deze verordening];

f)

administratieve geldboetes oplopend tot tweemaal het bedrag van de aan de overtreding ontleende winst indien deze kan worden bepaald.

Artikel 78 quater

Bekendmaking van administratieve sancties

1.     De lidstaten zorgen ervoor dat de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten ten minste alle administratieve sancties die hen worden opgelegd wegens overtreding van de in deze verordening vastgestelde bepalingen, bekendmaken op hun officiële website, indien tegen deze sancties geen beroep is ingesteld of het recht om beroep in te stellen uitputtend werd gebruikt. Deze bekendmaking geschiedt onverwijld nadat de natuurlijke persoon of rechtspersoon van dat besluit in kennis is gesteld, met inbegrip van informatie over het type en de aard van de overtreding en de identiteit van een natuurlijke of rechtspersoon aan wie de sanctie is opgelegd.

Indien de lidstaten bekendmaking van voor beroep vatbare sancties toestaan, maken de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten op hun officiële website zonder onnodige vertraging eveneens informatie inzake de status van dat beroep en het resultaat van de behandeling daarvan bekend.

2.     De afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten maken, in de onderstaande situaties, de door hen opgelegde sancties overeenkomstig het nationaal recht bekend zonder vermelding van namen:

a)

indien de sanctie wordt opgelegd aan een natuurlijke persoon en, op basis van een verplichte voorafgaande evenredigheidsbeoordeling, de bekendmaking van de persoonlijke gegevens onevenredig blijkt;

b)

indien de bekendmaking de stabiliteit van de financiële markten in gevaar zou brengen of een lopend strafrechtelijk onderzoek zou ondermijnen;

c)

indien de bekendmaking, voor zover dat kan worden bepaald, de betrokken ctp of natuurlijke personen onevenredige schade zou berokkenen.

Bij wijze van alternatief kan in dergelijke gevallen de bekendmaking van de betrokken gegevens voor een redelijke periode worden uitgesteld indien verwacht kan worden dat de redenen voor anonieme bekendmaking in die periode zullen vervallen.

3.     De afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat alle informatie die overeenkomstig dit artikel wordt bekendgemaakt, gedurende een periode van ten minste vijf jaar op hun officiële website blijft staan. De bekendgemaakte persoonlijke gegevens blijven niet langer dan nodig is op de officiële website van de afwikkelingsautoriteit of bevoegde autoriteit staan, overeenkomstig de toepasselijke regels voor gegevensbescherming.

4.     Uiterlijk op [PO: datum invoegen: 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] dient de ESMA een verslag in bij de Commissie over de bekendmaking door de lidstaten, op anonieme basis zoals is bepaald in lid 2, van sancties wegens niet-nakoming van de bepalingen in deze verordening en met name of er significante verschillen zijn tussen de lidstaten op dat gebied. In dat verslag wordt ook ingegaan op eventuele wezenlijke verschillen in de bij het nationale recht van de lidstaten voorgeschreven duur van de bekendmaking van sancties.

Artikel 78 quinquies

Door de ESMA bijgehouden centrale gegevensbank

1.     Behoudens de in artikel 71 bedoelde vereisten inzake het beroepsgeheim, stellen de afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten de ESMA op de hoogte van alle administratieve sancties die zij op grond van artikel 78 bis hebben opgelegd wegens overtredingen van de in dit artikel vastgelegde bepalingen en van de status van dat beroep en het resultaat daarvan.

2.     De ESMA houdt, enkel voor de uitwisseling van informatie tussen de afwikkelingsautoriteiten, een centrale gegevensbank van de gemelde sancties bij die alleen toegankelijk is voor de afwikkelingsautoriteiten en aan de hand van de door de afwikkelingsautoriteiten verstrekte informatie geactualiseerd wordt.

3.     De ESMA houdt, enkel voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten, een centrale gegevensbank van de gemelde sancties bij die alleen toegankelijk is voor de bevoegde autoriteiten en aan de hand van de door de bevoegde autoriteiten verstrekte informatie geactualiseerd wordt.

4.     De ESMA houdt een webpagina bij met links naar de door alle afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten krachtens artikel 78 quater verrichte bekendmakingen van sancties en vermeldt voor elke lidstaat de duur van de bekendmaking van sancties.

Artikel 78 sexies

Effectieve toepassing van sancties en uitoefening van sanctiebevoegdheden door bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten

De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten bij de vaststelling van de aard van administratieve sancties of andere administratieve maatregelen en van de omvang van administratieve geldboeten alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals onder meer, waar passend:

a)

de ernst en de duur van de inbreuk;

b)

de mate van verantwoordelijkheid van de voor de schending verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon;

c)

de financiële draagkracht van de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon, bijvoorbeeld zoals deze blijkt uit de totale omzet van de voor de inbreuk aansprakelijke rechtspersoon of het jaarinkomen van de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke persoon;

d)

het bedrag van de door de aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover deze kunnen worden bepaald;

e)

de verliezen die derden als gevolg van de inbreuk hebben geleden, voor zover deze kunnen worden bepaald;

f)

de mate waarin de voor de schending aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon met de bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit meewerkt; eerdere overtredingen van de voor de schending aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon;

h)

eventuele gevolgen van de overtreding voor het systeem.

TITEL VII

WIJZIGINGEN VAN VERORDENINGEN (EU) NR. 1095/2010, (EU) NR. 648/2012 EN (EU) 2015/2365

Artikel 79

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010

Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt als volgt gewijzigd:

(22)

aan artikel 4, lid 3, wordt het volgende punt iv) toegevoegd:

“iv)

met betrekking tot Verordening (EU) nr. [inzake herstel en afwikkeling van ctp's], een afwikkelingsautoriteit als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 3, van Verordening (EU) nr. [inzake herstel en afwikkeling van ctp's].”;

(23)

aan artikel 40, lid 5, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Het in lid 1, onder b), bedoelde lid van de raad van toezichthouders kan, wanneer hij binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's] handelt, zich in voorkomend geval laten vergezellen door een niet-stemgerechtigde vertegenwoordiger van de afwikkelingsautoriteit in elke lidstaat.”.

Artikel 80

Wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012

Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 6 bis

Opschorting van de clearingverplichting bij afwikkeling

1.   Wanneer een ctp voldoet aan de voorwaarden in artikel 22 van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's] kan de overeenkomstig artikel 3, lid 1, van die verordening aangewezen afwikkelingsautoriteit ▌, de Commissie verzoeken om tijdelijke opschorting van de clearingverplichting in artikel 4, lid 1, voor specifieke categorieën otc-derivaten, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

krachtens artikel 14 mag de ctp in afwikkeling de specifieke categorieën van overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder de clearingverplichting vallende otc-derivaten clearen waarvoor opschorting is aangevraagd;

b)

de opschorting van de in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting voor die specifieke categorieën otc-derivaten is noodzakelijk om een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie in verband met de afwikkeling van de ctp te voorkomen, met name wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:

i)

er is sprake van ongunstige gebeurtenissen of ontwikkelingen die een ernstige bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit;

ii)

de maatregel is noodzakelijk om de bedreiging te ondervangen en zal voor de financiële stabiliteit , inclusief eventuele procyclische gevolgen, geen nadelig effect hebben dat onevenredig is in verhouding tot de voordelen ervan.

ii bis)

er zijn geen alternatieve ctp's beschikbaar die de clearingdienst kunnen verlenen aan de clearingdeelnemers van de ctp in afwikkeling, of clearingleden en cliënten zijn operationeel noch technisch in staat om binnen een redelijke termijn aan alle wettelijke of operationele vereisten van die alternatieve ctp's te voldoen.

Het in de eerste alinea bedoelde verzoek gaat vergezeld van bewijs dat aan de voorwaarden in de punten a) en b) van de eerste alinea is voldaan.

De in de eerste alinea bedoelde afwikkelingsautoriteit brengt haar met redenen omkleed verzoek ter kennis van de ESMA en het ESRB op het moment dat het verzoek aan de Commissie wordt voorgelegd.

2.   De ESMA brengt, binnen 24 uur na kennisgeving van het in lid 1 bedoelde verzoek en na raadpleging van het ESRB, een advies uit over de voorgenomen opschorting en houdt daarbij rekening met de noodzaak om een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie te voorkomen, de in artikel 21 van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's] neergelegde afwikkelingsdoelstellingen en de in artikel 5, leden 4 en 5, van deze verordening vastgestelde criteria.

3.   Het in lid 2 bedoelde advies wordt niet openbaar gemaakt.

4.   Uiterlijk 48 uur na het in lid 1 bedoelde verzoek en overeenkomstig lid 6 besluit de Commissie de clearingverplichting voor specifieke categorieën otc-derivaten tijdelijk op te schorten of het verzoek om opschorting af te wijzen.

5.   Het besluit van de Commissie wordt meegedeeld aan de autoriteit die om opschorting heeft verzocht en aan de ESMA en wordt gepubliceerd op de website van de Commissie. Wanneer de Commissie besluit een clearingverplichting op te schorten, wordt dit besluit in het in artikel 6 bedoelde openbare register bekendgemaakt.

6.   De Commissie kan besluiten de in lid 1 bedoelde clearingverplichting voor de specifieke categorie otc-derivaten tijdelijk op te schorten, mits is voldaan aan de voorwaarden in de punten a) en b) van lid 1. Bij de vaststelling van een dergelijk besluit houdt de Commissie rekening met het in lid 2 bedoelde advies van de ESMA, de in artikel 21 van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's] neergelegde afwikkelingsdoelstellingen, de in artikel 5, leden 4 en 5, van deze verordening vastgestelde criteria met betrekking tot die categorieën otc-derivatencontracten en de noodzaak van de opschorting ter voorkoming van een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit.

7.   De opschorting van een clearingverplichting overeenkomstig lid 4 is geldig voor een eerste periode van ten hoogste een maand vanaf de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

8.   De Commissie kan de in lid 7 bedoelde opschorting , na overleg met de afwikkelingsautoiteit, de ESMA en het ESRB, verlengen met een of meer perioden van in totaal niet meer dan zes maanden na het einde van de aanvankelijke opschortingsperiode wanneer de redenen voor de opschorting nog steeds voorhanden zijn.

9.   Wanneer een opschorting aan het einde van de eerste periode of aan het einde van een daaropvolgende verlenging niet wordt verlengd, vervalt deze automatisch.

10.   De Commissie stelt de ESMA in kennis van haar voornemen de opschorting van de clearingverplichting te verlengen.

De ESMA brengt, binnen 48 uur na kennisgeving door de Commissie van haar voornemen de opschorting van de clearingverplichting te verlengen, een advies uit over de verlenging van de opschorting en houdt daarbij rekening met de noodzaak een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie te voorkomen, de in artikel 21 van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's] neergelegde afwikkelingsdoelstellingen en de in artikel 5, leden 4 en 5, van deze verordening vastgestelde criteria.”;

(2)

In artikel 28 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Het risicocomité adviseert de raad over regelingen die gevolgen kunnen hebben voor het risicobeheer van de ctp, zoals onder meer een aanzienlijke wijziging in het risicomodel, de procedures in geval van wanbetaling, de criteria voor de aanvaarding van clearingleden, de clearing van nieuwe categorieën instrumenten of de uitbesteding van functies. De Commissie stelt de raad tijdig in kennis van alle nieuwe risico’s die gevolgen hebben voor de veerkracht van de ctp. Voor de dagelijkse activiteiten van de ctp is geen advies van het risicocomité vereist. Er worden redelijke inspanningen verricht om het risicocomité te raadplegen over ontwikkelingen die gevolgen hebben voor het risicobeheer van de ctp in noodsituaties, met inbegrip van ontwikkelingen met betrekking tot blootstellingen van clearingleden aan de ctp en de onderlinge afhankelijkheid met andere ctp’s, onverminderd de beperkingen betreffende informatie-uitwisseling als vastgelegd in het mededingingsrecht .”;

(3)

In artikel 28 wordt lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Een ctp stelt de bevoegde autoriteit en het risicocomité onmiddellijk in kennis van een besluit van de raad om het advies van het risicocomité niet te volgen en motiveert een dergelijk besluit. Wanneer het risicocomité of een lid van het risicocomité van oordeel is dat het advies van het risicocomité op een bepaald gebied niet is gevolgd, kan het de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen.”;

(4)

Aan artikel 38 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

“De clearingleden van de ctp informeren hun bestaande en potentiële cliënten duidelijk over de specifieke mogelijke verliezen of andere kosten die zij zouden kunnen dragen ten gevolge van de toepassing van de procedure voor wanbetalingsbeheer en de regelingen voor verliestoewijzing uit de werkingsregels van de ctp, met inbegrip van de aard van de vergoeding die zij kunnen ontvangen, rekening houdend met artikel 48, lid 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012. Cliënten moeten voldoende worden geïnformeerd zodat zij begrijpen welke maximale verliezen of andere kosten zij zouden kunnen lijden indien de ctp herstelmaatregelen zou nemen.”;

(5)

Aan artikel 81, lid 3, wordt het volgende punt q) toegevoegd:

“q)

de afwikkelingsautoriteiten die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. [inzake herstel en afwikkeling van ctp's].”.

Artikel 81

Wijziging van Verordening (EU) 2015/2365

Aan artikel 12, lid 2, wordt het volgende punt n) toegevoegd:

“n)

de afwikkelingsautoriteiten die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) [inzake herstel en afwikkeling van ctp's].”.

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 82

Evaluatie

Uiterlijk …[twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] en eerder indien dit in het licht van andere goedgekeurde wetgeving passend is, maakt de ESMA een raming op van de behoeften op het gebied van personeel en middelen die voortvloeien uit de uitvoering van haar bevoegdheden en functies overeenkomstig deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Vóór … [drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening of na goedkeuring van andere relevante wetgeving] evalueert de Commissie deze verordening en de tenuitvoerlegging ervan en beoordeelt zij de doeltreffendheid van de governanceregelingen voor het herstel en de afwikkeling van ctp's in de Unie en legt zij hierover een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.

In het verslag wordt met name:

a)

beoordeeld of het een geschikt moment is om één afwikkelingsautoriteit voor ctp's in de Unie op te richten en of dit gunstig zou zijn en in samenhang met de ontwikkelingen op het gebied van de toezichtsarchitectuur voor ctp's in de Unie en met de stand van zaken bij de integratie van deze toezichtsarchitectuur; en

b)

geëvalueerd welke instellingen, organen en agentschappen van de Unie de taken zouden kunnen uitvoeren van één afwikkelingsautoriteit voor ctp's in de Unie en wordt hun geschiktheid beoordeeld.

Indien tegen de tijd van bekendmaking van dit verslag één afwikkelingsautoriteit voor ctp's van de Unie is opgericht of indien de conclusie van het verslag luidt dat de toezichtsarchitectuur voor ctp's in de Unie voldoende is geïntegreerd om in samenhang te zijn met één afwikkelingsautoriteit voor ctp's, legt de Commissie een voorstel voor om deze verordening te wijzigen met het oog op de oprichting van één afwikkelingsautoriteit voor ctp's of, al naargelang het geval, met het oog op de aanwijzing van een geschikt(e) instelling, orgaan of agentschap van de Unie voor de afwikkeling van ctp's in de Unie.

Artikel 83

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen vermeld in de tweede alinea van artikel 9, lid 1, van de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU].

Deze verordening is bindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C … van …, blz. …

(2)  PB C 209 van 30.6.2017, blz. 28.

(3)  PB C 372 van 1.11.2017, blz. 6.

(4)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(5)  Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).

(6)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).

(9)  Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43).

(10)  Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

(11)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 876/2013 van de Commissie van 28 mei 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende colleges voor centrale tegenpartijen (PB L 244 van 13.9.2013, blz. 19).

(12)  Gedelegeerde Verordening (EU) … van de Commissie van 23.3.2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de inhoud van herstelplannen, afwikkelingsplannen en groepsafwikkelingsplannen, de minimumcriteria die de bevoegde autoriteiten moeten beoordelen met betrekking tot herstelplannen en groepsherstelplannen, de voorwaarden voor financiële steun binnen de groep, de voorwaarden voor onafhankelijke taxateurs, de contractuele erkenning van afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden, de procedures en de inhoud van de kennisgevingsvereisten en van de kennisgeving van opschorting en de operationele werking van de afwikkelingscolleges, C(2016)1691 [Note to Publication Office — Please introduce number of Delegated Regulation].

(13)  Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64).

(14)  Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd (PB L 184 van 6.7.2001, blz. 1).

(15)  Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

BIJLAGE

DEEL A

VOORSCHRIFTEN VOOR HERSTELPLANNEN

1.

Het herstelplan:

(1)

gaat niet uit van toegang tot of ontvangst van buitengewone openbare financiële steun;

(2)

houdt rekening met de belangen van alle belanghebbenden voor wie het plan waarschijnlijk gevolgen zal hebben;

(3)

zorgt ervoor dat clearingleden niet onbeperkt zijn blootgesteld aan de ctp.

De ctp ontwikkelt passende mechanismen om ervoor te zorgen dat gekoppelde FMI's en belanghebbenden die verliezen zouden lijden, kosten zouden dragen of zouden bijdragen tot het opvangen van liquiditeitstekorten indien het herstelplan werd uitgevoerd, bij het opstellen van dat plan te betrekken.

DEEL B

INFORMATIE DIE AFWIKKELINGSAUTORITEITEN VAN CTP'S KUNNEN VERLANGEN OM AFWIKKELINGSPLANNEN OP TE STELLEN EN BIJ TE HOUDEN

De afwikkelingsautoriteiten kunnen bij de instellingen ten minste de volgende informatie opvragen voor het opstellen en bijhouden van afwikkelingsplannen:

(2)

een gedetailleerde beschrijving van de organisatiestructuur van de ctp, waaronder een lijst van alle rechtspersonen;

(3)

de identificatie van de rechtstreekse houder en het percentage van stemrechten en niet-stemrechten van elke rechtspersoon;

(4)

de locatie, het oprichtingsrechtsgebied, de licenties en het voornaamste management van elke rechtspersoon;

(5)

een overzicht van de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen van de ctp, met inbegrip van balansgegevens van die activiteiten en bedrijfsonderdelen, onder vermelding van de rechtspersonen;

(6)

een gedetailleerde beschrijving van de bestanddelen van de ctp en van alle bedrijfsactiviteiten van haar juridische entiteiten, waarbij minimaal onderscheid wordt gemaakt tussen de categorieën van diensten en respectieve bedragen van geclearde volumes, openstaande posities, initiële margin, variatiemarginstromen, wanbetalingsfondsen en alle daarmee verband houdende beoordelingsrechten of andere herstelmaatregelen met betrekking tot dergelijke bedrijfsonderdelen;

(7)

bijzonderheden van door de ctp en haar juridische entiteiten uitgegeven kapitaal- en schuldinstrumenten;

(8)

de identificatie van degene van wie de ctp zekerheden heeft ontvangen en in welke vorm (overdracht of zekerheidsrecht), en van degene aan wie zij zekerheden heeft verschaft en in welke vorm en wie deze zekerheden aanhoudt, en in beide gevallen in welk rechtsgebied deze zekerheden zich bevinden;

(9)

een beschrijving van de risicoposities buiten de balanstelling van de ctp en haar juridische entiteiten, waaronder een overzicht van haar kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(10)

de materiële hedges van de ctp, waaronder een uitsplitsing naar rechtspersonen;

(11)

de identificatie van de relatieve blootstellingen en het belang van clearingleden van de ctp, alsook een analyse van de gevolgen van een faillissement van de belangrijkste clearingleden voor de ctp;

(12)

elk systeem waarin de ctp voor een wezenlijk aantal of een wezenlijke waarde aan transacties uitvoert, met inbegrip van een uitsplitsing naar de rechtspersonen van de ctp en de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(13)

elk betalings-, clearing- of afwikkelingssysteem waaraan de ctp direct of indirect deelneemt, met inbegrip van een uitsplitsing naar de rechtspersonen van de ctp en de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(14)

een gedetailleerde inventarisatie en beschrijving van de essentiële managementinformatiesystemen, zoals onder meer die voor risicomanagement, boekhouding en financiële en toezichtrapportage, die door de ctp worden gebruikt, met inbegrip van een uitsplitsing naar de rechtspersonen van de ctp en de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(15)

een identificatie van de eigenaars van de in punt 13 bedoelde systemen, de overeenkomsten inzake het dienstverleningsniveau met betrekking daartoe en eventuele software en systemen of licenties, met inbegrip van een uitsplitsing naar hun rechtspersonen en de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(16)

een identificatie en overzicht van de rechtspersonen en de onderlinge verbanden en afhankelijkheden tussen de verschillende rechtspersonen, zoals:

gemeenschappelijke of gedeelde medewerkers, faciliteiten en systemen;

regelingen voor kapitaal, financiering of liquiditeit;

bestaande of voorwaardelijke kredietrisico’s;

kruiselingse garantieovereenkomsten, kruiselingse zekerheidsregelingen, wederzijdse tekortkomingsbepalingen en wederzijdse salderingsregelingen tussen verbonden entiteiten;

risico-overdrachten en back-to-backhandelsregelingen; overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau;

(17)

de bevoegde autoriteit en de afwikkelingsautoriteit van elke rechtspersoon, indien deze verschillen van die welke uit hoofde van artikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en artikel 3 van deze verordening zijn aangewezen;

(18)

het lid van de raad dat verantwoordelijk is voor het verstrekken van de informatie die nodig is voor het opstellen van het afwikkelingsplan van de ctp en, indien dit andere personen zijn, de personen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende rechtspersonen, kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen;

(19)

een beschrijving van de regelingen die de ctp heeft ingevoerd om ervoor te zorgen dat de afwikkelingsautoriteit in geval van een afwikkeling over alle benodigde informatie beschikt, zoals door de afwikkelingsautoriteit is bepaald, voor de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden;

(20)

alle overeenkomsten die de ctp en haar rechtspersonen met derden zijn aangegaan en die kunnen worden beëindigd als de autoriteiten besluiten een afwikkelingsinstrument toe te passen, en of de gevolgen van de beëindiging van invloed kunnen zijn op de toepassing van het afwikkelingsinstrument;

(21)

een beschrijving van mogelijke liquiditeitsbronnen voor de ondersteuning van de afwikkeling;

(22)

informatie over bezwaring van activa, liquide activa, activiteiten buiten de balanstelling, hedgingstrategieën en boekingspraktijken.

DEEL C

KWESTIES DIE DE AFWIKKELINGSAUTORITEIT IN OVERWEGING MOET NEMEN BIJ HET BEOORDELEN VAN DE AFWIKKELBAARHEID VAN EEN CTP

Bij het beoordelen van de afwikkelbaarheid van een ctp let de afwikkelingsautoriteit op het volgende:

(23)

de mate waarin de ctp in staat is om de kernbedrijfsonderdelen en kritieke bedrijfsactiviteiten uit te splitsen naar de rechtspersonen;

(24)

de mate waarin de juridische en bedrijfsstructuren met de kernbedrijfsonderdelen en kritieke bedrijfsactiviteiten overeenstemmen;

(25)

de mate waarin regelingen zijn ingesteld om te zorgen voor essentieel personeel, infrastructuur, financiering, liquiditeit en kapitaal voor het ondersteunen en onderhouden van de kernbedrijfsonderdelen en kritieke bedrijfsactiviteiten;

(26)

de mate waarin de dienstverleningsovereenkomsten van de ctp volledig afdwingbaar zijn in geval van de afwikkeling van de ctp;

(27)

de mate waarin de governancestructuur van de ctp berekend is op het beheren en garanderen van de naleving van het interne beleid van de ctp met betrekking tot de overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau;

(28)

de mate waarin de ctp een procedure heeft voor de overdracht van de in het kader van de overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau verleende diensten aan derden in het geval van de afsplitsing van kritieke functies of kernbedrijfsonderdelen;

(29)

de mate waarin er in noodplannen en maatregelen is voorzien om de continuïteit van de toegang tot betalings- en afwikkelingssystemen te waarborgen;

(30)

de mate waarin de managementinformatiesystemen ervoor kunnen zorgen dat de afwikkelingsautoriteiten correcte en volledige informatie kunnen verzamelen over de kernbedrijfsonderdelen en kritieke bedrijfsactiviteiten om een snelle besluitvorming te bevorderen;

(31)

de mate waarin de managementinformatiesystemen te allen tijde de informatie kunnen leveren die essentieel is voor de doeltreffende afwikkeling van de ctp, ook in snel veranderende omstandigheden;

(32)

de mate waarin de ctp de managementinformatiesystemen in de door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde stressscenario’s heeft getest;

(33)

de mate waarin de ctp de continuïteit van de managementinformatiesystemen kan waarborgen, zowel voor de getroffen ctp als voor de nieuwe ctp ingeval de kritieke bedrijfsactiviteiten en kernbedrijfsonderdelen van de rest van de bedrijfsactiviteiten en -onderdelen worden afgesplitst;

(34)

indien de ctp gebruik maakt van of blootgesteld is aan garanties binnen de groep, de mate waarin die garanties tegen marktvoorwaarden worden verstrekt en de soliditeit van de risicomanagementsystemen met betrekking tot die garanties;

(35)

indien de ctp back-to-backtransacties sluit, de mate waarin die transacties tegen marktvoorwaarden worden uitgevoerd en de soliditeit van de risicomanagementsystemen met betrekking tot die transacties;

(36)

de mate waarin het gebruik van garanties binnen de groep of back-to-backboekingstransacties de kans op besmetting van de gehele groep vergroot;

(37)

de mate waarin de juridische structuur van de ctp de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten verhindert als gevolg van het aantal rechtspersonen, de complexiteit van de groepsstructuur of de moeilijkheid om bedrijfsonderdelen met groepsentiteiten in overeenstemming te brengen;

(38)

de mate waarin de afwikkeling van de ctp een negatief effect kan hebben op een ander deel van de groep, indien van toepassing;

(39)

het bestaan en de deugdelijkheid van overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau;

(40)

of de autoriteiten van derde landen over de nodige afwikkelingsinstrumenten beschikken om afwikkelingsmaatregelen van afwikkelingsautoriteiten van de Unie te ondersteunen en de mogelijkheden voor een gecoördineerd optreden van de Unieautoriteiten en de autoriteiten van derde landen;

(41)

in hoeverre het haalbaar is om afwikkelingsinstrumenten op zodanige wijze te gebruiken dat de afwikkelingsdoelstellingen worden verwezenlijkt, gezien de beschikbare instrumenten en de structuur van de ctp;

(42)

alle vereiste specifieke voorschriften om nieuwe eigendomsinstrumenten uit te geven als bedoeld in artikel 33, lid 1;

(43)

de regelingen en middelen waarmee de afwikkeling kan worden belemmerd bij ctp's die clearingleden of zekerheidsovereenkomsten in verschillende rechtsgebieden hebben;

(44)

de geloofwaardigheid van het feit dat afwikkelingsinstrumenten op zodanige wijze kunnen worden gebruikt dat de afwikkelingsdoelstellingen worden verwezenlijkt, gezien de mogelijke gevolgen voor clearingdeelnemers, andere tegenpartijen en werknemers en de mogelijke maatregelen die autoriteiten van derde landen kunnen nemen;

(45)

de mate waarin het effect van de afwikkeling van de ctp op het financiële stelsel en op het vertrouwen van de financiële markten op adequate wijze kan worden beoordeeld;

(46)

de mate waarin de afwikkeling van de ctp significante direct of indirect nadelige gevolgen voor het financiële stelsel, het marktvertrouwen of de economie kan hebben;

(47)

de mate waarin de besmetting van andere ctp's of van de financiële markten zou kunnen worden beperkt door middel van de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden;

(48)

de mate waarin van de afwikkeling van de ctp een significant effect op de werking van betalings- en afwikkelingssystemen kan uitgaan.