Kennisgeving aan bepaalde personen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran

(2018/C 84/03)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de heer AHMADI- MOQADDAM Esmail (nr. 1), de heer ARAGHI (ERAGHI) Abdollah (nr. 3), de heer NAQDI Mohammad-Reza (nr. 9), de heer RADAN Ahmad-Reza (nr. 10), de heer RAJABZZADEH Azizollah (nr. 11), de heer SAJEDI-NIA Hossein (nr. 12), de heer TAEB Hossein (nr. 13), de heer HADDAD Hassan (nr. 16), de heer. MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein (nr. 21), de heer SHARIFI Malek Adjar (nr. 26), de heer YASAGHI Ali-Akbar (nr. 28), de heer ZANJIREI Mohammad-Ali (nr. 32), de heer ABBASZADEH- MESHKINI, Mahmoud (nr. 33), de heer AKBARSHAHI Ali-Reza (nr. 34), de heer AVAEE Seyyed Ali-Reza (nr. 36), de heer HABIBI Mohammad Reza (nr. 40), de heer JOKAR Mohammad Saleh (nr. 45), de heer MAHSOULI Sadeq (nr. 48), de heer OMIDI Mehrdad (nr. 50), de heer SALARKIA Mahmoud (nr. 51), de heer TALA Hossein (nr. 53), de heer TAMADDON Morteza (nr. 54), de heer. ZEBHI Hossein (nr. 55), de heer BAKHTIARI Seyyed Morteza (nr. 59), de heer HOSSEINI Dr Mohammad (nr. 60), de heer MORTAZAVI Seyyed Solat (nr. 69), de heer FAHRADI Ali (nr. 73), de heer RAMEZANI Gholamhossein (nr. 75), de heer SARAFRAZ, Mohammad (nr. 82) en de cyberpolitie (nr. 1), personen en entiteit die voorkomen in de bijlage bij Besluit 2011/235/GBVB van de Raad (1) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad (2) betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Iran.

De Raad is voornemens vast te houden aan de beperkende maatregelen tegen bovengenoemde personen, met vermelding van nieuwe motiveringen. Deze personen en deze entiteit worden hierbij op de hoogte gebracht van het feit dat zij bij de Raad een verzoek kunnen indienen om kennis te nemen van de motivering betreffende hun aanwijzing. Het verzoek dient vóór 13 maart 2018 naar het volgende adres te worden gestuurd:

Vóór 24 maart 2018 ingekomen opmerkingen zullen in aanmerking worden genomen in het kader van de regelmatige toetsing door de Raad, overeenkomstig artikel 3 van Besluit 2011/235/GBVB en artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) nr. 359/2011.

(1)  PB L 100 van 14.4.2011, blz. 51.

(2)  PB L 100 van 14.4.2011, blz. 1.