10.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 366/12 |
Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, punt 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1)
(2018/C 366/06)
De publicatie van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, punt 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (codificatie) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 39 van de Schengengrenscode.
Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst regelmatig bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.
LUXEMBURG
Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 247 van 13.10.2006
De onderdaan van een derde land die zich naar Luxemburg wenst te begeven, moet bewijzen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het referentiebedrag voor reizen naar Luxemburg komt overeen met het bedrag van het niet-gekwalificeerde sociale minimumloon berekend in verhouding tot het aantal dagen van het voorgenomen verblijf.
Op 1 januari 2018 is het bedrag van het sociale minimumloon per dag ongeveer 67 EUR.
Om te bewijzen dat hij over voldoende persoonlijke middelen beschikt, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van herkomst of voor doorreis naar een ander land, moet de onderdaan van een derde land beschikken over ongeveer 67 EUR per dag van het voorgenomen verblijf. Het bewijs van de nodige middelen kan worden verstrekt in de vorm van contant geld, reischeques of kredietkaarten of een document waaruit blijkt dat het mogelijk is de nodige middelen rechtmatig te verkrijgen.
Een borgstelling kan ook het bewijs zijn dat de aanvrager over voldoende middelen van bestaan beschikt, op voorwaarde dat de bevoegde dienst, namelijk het Bureau des passeports, visas et légalisations in Luxemburg, hierover een gunstig advies uitbrengt. De borgstelling moet gelden voor de kosten van verblijf, met inbegrip van de kosten van gezondheidszorg, en de kosten van terugkeer van de onderdaan van een derde land voor een bepaalde duur.
De betrokkene moet bovendien ook een vervoerbewijs voorleggen waarmee hij kan terugkeren naar zijn land van herkomst of kan doorreizen naar een land waar zijn toegang is gewaarborgd.
Lijst van eerdere publicaties
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) Zie de lijst van eerdere publicaties aan het eind van deze bijwerking.