Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 24 januari 2018

inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-overeenkomst

(Zaak AT.40220 — Qualcomm (Exclusiviteitsbetalingen))

(Kennisgeving geschied onder document C(2018) 240)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2018/C 269/16)

Op 24 januari 2018 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 54 van de EER-overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

In het besluit wordt vastgesteld dat Qualcomm Inc. (hierna „Qualcomm” genoemd) inbreuk heeft gemaakt op artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „VWEU” genoemd) en artikel 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte door de verrichting van betalingen aan Apple Inc. (hierna „Apple” genoemd) op voorwaarde dat Apple zich door Qualcomm volledig zou laten voorzien in behoefte van Apple aan basebandchipsets (2) die compatibel zijn met de communicatienorm „Long Term Evolution” (LTE) en met de normen „Global System for Mobile Communications” (GSM) en „Universal Mobile Telecommunications System” (UMTS). In het besluit wordt hiernaar verwezen met de term „LTE-chipsets”.

(2)

De inbreuk heeft geduurd van 25 februari 2011 tot en met 16 september 2016.

(3)

Op 19 januari 2018 en 23 januari 2018 heeft het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities positief advies uitgebracht over het besluit op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 en de aan Qualcomm opgelegde geldboete.

2.   OVEREENKOMSTEN VAN QUALCOMM MET APPLE

(4)

Op 25 februari 2011 heeft Qualcomm met Apple een overeenkomst gesloten (hierna „de overgangsovereenkomst” genoemd) over de levering van basebandchipsets. De overgangsovereenkomst is op 28 februari 2013 gewijzigd door een volgende overeenkomst (hierna „de eerste wijziging van de overgangsovereenkomst” genoemd). De eerste wijziging van de overgangsovereenkomst werd met terugwerkende kracht op 1 januari 2013 van kracht.

(5)

Zowel de overgangsovereenkomst als de eerste wijziging van de overgangsovereenkomst voorzagen in betalingen door Qualcomm aan Apple op voorwaarde dat Apple zich door Qualcomm volledig zou laten voorzien in de behoefte van Apple aan LTE-chipsets.

(6)

Hoewel de overgangsovereenkomst, zoals gewijzigd door de eerste wijziging van de overgangsovereenkomst (hierna samen „de overeenkomsten” genoemd), op 31 december 2016 zou aflopen, werd de overeenkomst beëindigd toen Apple op 16 september 2016 de iPhone 7-toestellen in omloop bracht, waarin LTE-chipsets van Intel waren verwerkt.

3.   MARKTBEPALING

(7)

De conclusie van het besluit is dat de handelsmarkt voor LTE-chipsets de relevante productmarkt is.

(8)

De omvang van de markt voor LTE-chipsets is volgens de conclusie van het besluit wereldwijd.

4.   MACHTSPOSITIE

(9)

In het besluit wordt geconcludeerd dat Qualcomm tussen 1 januari 2011 en 31 december 2016 een machtspositie op de wereldwijde markt voor LTE-chipsets had.

(10)

Ten eerste beschikte Qualcomm sinds 2010 over een groot aandeel in de wereldwijde markt voor LTE-chipsets.

(11)

Ten tweede wordt de wereldwijde markt voor LTE-chipsets gekenmerkt door het bestaan van een groot aantal belemmeringen om de markt te betreden en om uit te breiden.

(12)

Ten derde kan de machtspositie van Qualcomm niet worden aangetast door het commerciële gewicht van de chipsetklanten van Qualcomm.

5.   MISBRUIK VAN EEN MACHTSPOSITIE

(13)

In het besluit wordt geconcludeerd dat Qualcomm zijn machtspositie op de wereldwijde markt voor LTE-chipsets heeft misbruikt door de verrichting van betalingen aan Apple op voorwaarde dat Apple zich door Qualcomm volledig zou laten voorzien in de behoefte van Apple aan LTE-chipsets.

(14)

Ten eerste zijn de betalingen aan Apple op voorwaarde dat Apple zich door Qualcomm volledig zou laten voorzien in de behoefte van Apple aan LTE-chipsets exclusiviteitsbetalingen.

(15)

Ten tweede hadden de exclusiviteitsbetalingen van Qualcomm, niettegenstaande diens tegenargumenten, potentiële mededingingsverstorende gevolgen.

(16)

In de eerste plaats verminderden de betalingen van Qualcomm de stimulansen voor Apple om over te schakelen op concurrerende leveranciers van LTE-chipsets, zoals door de interne documenten en de verklaringen van Apple is bevestigd.

(17)

In de tweede plaats bestreken de exclusiviteitsbetalingen van Qualcomm een aanzienlijk deel van de wereldwijde markt voor LTE-chipsets.

(18)

In de derde plaats is Apple voor leveranciers van LTE-chipsets een aantrekkelijke klant wegens zijn belang om de wereldwijde markt van LTE-chipsets te betreden of op die markt uit te breiden.

(19)

Ten derde wordt de bewering dat de exclusiviteitsbetalingen geen mededingingsverstorende gevolgen konden hebben niet gestaafd door de door Qualcomm ingediende analyse van de kritische marge.

(20)

Ten vierde heeft Qualcomm niet aangetoond dat zijn exclusiviteitsbetalingen in evenwicht waren met of niet opwogen tegen de efficiëntievoordelen, die ook de consument ten goede komen. Dit komt doordat Qualcomm niet heeft aangetoond dat de exclusiviteitsbetalingen noodzakelijk waren om efficiëntievoordelen te bereiken.

(21)

De inbreuk door Qualcomm heeft tussen 25 februari 2011 en 16 september 2016 plaatsgevonden.

6.   BEVOEGDHEID

(22)

De Commissie komt tot het besluit dat zij bevoegd is artikel 102 VWEU en artikel 54 van de EER-overeenkomst toe te passen op de inbreuk van Qualcomm, aangezien deze niet alleen is uitgevoerd maar ook onmiddellijke, wezenlijke en voorzienbare gevolgen kan hebben in de EER.

7.   BEÏNVLOEDING VAN HET HANDELSVERKEER

(23)

De conclusie van het besluit is dat de inbreuk van Qualcomm merkbare beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten inhoudt, in de zin van artikel 102 van het Verdrag en tussen de partijen bij de EER-overeenkomst in de zin van artikel 54 van de EER-overeenkomst.

8.   MAATREGELEN EN GELDBOETEN

(24)

Op het moment van de vaststelling van het besluit is de inbreuk van Qualcomm beëindigd aangezien die overeenkomsten zijn beëindig op 16 september 2016 nadat Apple iPhone 7-toestellen in omloop bracht, waarin LTE-chipsets van Intel waren verwerkt.

(25)

Het besluit verbiedt Qualcomm echter de in het besluit beschreven gedraging te herhalen en verbiedt tevens elke handeling of elk gedrag met dezelfde of gelijkwaardige doelstellingen of effecten als het in het besluit beschreven gedrag. Daartoe behoren betalingen, kortingen of elke vorm van vergoeding op voorwaarde dat Apple zich door Qualcomm volledig of grotendeels zou laten voorzien in zijn behoefte aan LTE-chipsets.

(26)

De aan Qualcomm wegens de inbreuk opgelegde geldboete is berekend volgens de richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd. In het besluit wordt geconcludeerd dat het definitieve bedrag van de geldboete die aan Qualcomm wordt opgelegd 997 439 000 EUR moet bedragen.

---

(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  Door basebandchipsets kunnen smartphones en tablets verbinding maken met cellulaire netwerken; ze worden gebruikt voor de transmissie van zowel spraak als data.