Brussel, 7.6.2018

COM(2018) 445 final

2018/0235(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan

{SWD(2018) 325 final}
{SWD(2018) 326 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel voorziet in toepassing vanaf 1 januari 2021 en heeft betrekking op een Unie met 27 lidstaten, in overeenstemming met de op 29 maart 2017 door de Europese Raad ontvangen kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich uit de Europese Unie en Euratom terug te trekken overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Kernfusie zal naar verwachting als nagenoeg onuitputtelijke klimaatvriendelijke energiebron een belangrijke rol gaan spelen in het toekomstige energielandschap van Europa. Dit voorstel voor een Besluit van de Raad heeft tot doel te zorgen voor de financiering van verdere Europese deelname aan het ITER-project, dat is gericht op essentiële wetenschappelijke doorbraken bij de ontwikkeling van kernfusie. Dit is met name van belang gezien de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering van 2015 en de verbintenis die de EU is aangegaan om een voortrekkersrol te spelen wat betreft het op kosteneffectieve wijze koolstofarm maken van de economie en het aanpakken van de wereldwijde klimaatverandering.

De Europese deelname aan ITER is gebaseerd op de ITER-overeenkomst die in november 2006 is ondertekend tussen zeven partners van over de hele wereld, namelijk Euratom, de Verenigde Staten, de Russische Federatie, Japan, China, Zuid-Korea en India. ITER is een uniek en baanbrekend project dat tot stand is gekomen door internationale wetenschappelijke samenwerking waardoor synergieën en mobilisering van financiële middelen mogelijk zijn die voor een enkele staat niet mogelijk zouden zijn.

In zijn hoedanigheid van "Partij die gastheer is" (gastpartij) van het project volgens de ITER-overeenkomst, heeft Europa zich op grond van de ITER-overeenkomst juridisch in sterkere mate aan het project verbonden en heeft het derhalve het voortouw genomen met een aandeel van 45 % van de bouwkosten 1 (de andere ITER-leden dragen elk ongeveer 9 % bij) om te zorgen voor een tijdige voltooiing van de bouw. Bij dit voorstel voor een besluit van de Raad wordt Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan gewijzigd teneinde de basis te leggen voor de financiering van de activiteiten van deze gemeenschappelijke onderneming (hierna "Fusion for Energy" genoemd) voor de periode 2021 tot en met 2027 in het kader van het Euratom-Verdrag.

De beschikking van de Raad van 2007 is reeds gewijzigd bij Besluit 2013/791/Euratom van 13 december 2013 om financiering van activiteiten in het kader van "Fusion for Energy" mogelijk te maken. Het onderhavige voorstel, dat dezelfde logica volgt, is gebaseerd op artikel 47 van het Euratom-verdrag en heeft betrekking op de deelname van Euratom aan de financiering van de gemeenschappelijke onderneming binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027.

Het onderhavige wijzigingsvoorstel stelt de financiering van het project veilig gedurende het volgende meerjarige financiële kader, en vormt geen beletsel voor vrijwillige bijdragen van andere leden van de gemeenschappelijke onderneming dan Euratom, zoals bedoeld in artikel 12, lid 1, onder c), van de statuten van die onderneming.

De ITER-raad heeft in 2016 een bijgewerkt tijdschema en de bijbehorende kostenramingen voor de voltooiing van de bouw van ITER goedgekeurd. Volgens het nieuwe tijdschema moet het eerste plasma in december 2025 worden bereikt, de in technisch opzicht vroegst haalbare termijn voor de voltooiing van de bouw van ITER, terwijl de exploitatie met volledige prestaties waarbij deuterium-tritiumbrandstof wordt gebruikt (de zogeheten "deuterium-tritiumfase") naar schatting in 2035 zal plaatsvinden. Dit tijdschema vormt samen met de bijbehorende herziene kosten 2 de nieuwe basis van het ITER-project; hierbij is geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, maar wordt ervan uitgegaan dat alle belangrijke risico's kunnen worden beperkt.

In haar mededeling aan het Europees Parlement en de Raad van de EU "Bijdrage van de EU aan een hervormd ITER-project" 3 van 14 juni 2017, alsmede in het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie, heeft de Commissie kostenramingen gepresenteerd voor de bouwfase (uitsluitend voor Europa). Voor de periode 2021-2027 werd het bedrag uit de EU-begroting 4 , met inbegrip van de administratieve uitgaven van de Commissie in verband met de taken in het kader van "Fusion for Energy" en andere relevante activiteiten, geraamd 5 op ongeveer 6,1 miljard EUR (in actuele waarde) 6 .

Op 12 april 2018 heeft de Raad van de EU conclusies getrokken op basis van de mededeling van de Commissie en daarbij bevestigd dat Euratom zich blijvend zal inzetten voor de succesvolle voltooiing van het ITER-project. De Raad heeft verklaard dat zij zal trachten de middelen ter beschikking te stellen voor de activiteiten van Fusion for Energy binnen de grenzen van het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. Op basis hiervan heeft de Raad de Commissie gemachtigd de nieuwe basis van het ITER-project (reikwijdte, tijdschema en kosten) namens Euratom goed te keuren tijdens een vergadering van de ITER-raad op ministerieel niveau.

De overdracht van middelen zal worden afgestemd op de duur van het meerjarige financiële kader en derhalve een looptijd van zeven jaar hebben. Volgens de ITER-overeenkomst heeft het ITER-project een initiële looptijd van 35 jaar (d.w.z. tot 2042); er zullen dus ook latere besluiten van de Raad nodig blijven om de Euratom-bijdrage aan dit project te financieren.

De geslaagde bouw en exploitatie van ITER maakt deel uit van het kritieke traject van het Europese stappenplan inzake fusie; alle betrokkenen bij het fusieonderzoek in Europa hebben zich achter dit alomvattende, doelgerichte traject op weg naar elektriciteit uit kernfusie geschaard 7 . Dit besluit zal derhalve vergemakkelijken dat met onderzoeksactiviteiten op het gebied van kernfusie die worden gefinancierd in het kader van het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding 2021-2025 synergieën worden aangegaan waarbij de verschillende onderzoeksactiviteiten elkaar aanvullen 8 . Dit besluit maakt het ook mogelijk de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de Overeenkomst inzake de bredere aanpak tussen Euratom en Japan te voltooien en de internationale samenwerking in het kader van de ITER-overeenkomst aan te vullen.

Bij de voorbereiding van het voorstel is ervoor gezorgd dat er nauwe interacties zijn met andere programma's, namelijk de voorstellen EU KP9 en Euratom KP9. De reden daarvoor is overduidelijk, namelijk omdat ITER een baanbrekend innovatief project op het gebied van energie is dat ondersteuning behoeft uit de onderzoeks- en innovatiehoek, en dat onderzoek vindt voornamelijk plaats in het kader van Euratom-onderzoeksprogramma's, maar ook van EU-onderzoeksprogramma's. De teksten van beide programma's (zowel Euratom KP9 als EU KP9) zijn in het kader van volgende mfk dan ook aangescherpt, om ervoor te zorgen dat de nodige interacties met ITER duidelijk worden vermeld.

2.RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

In dit voorstel wordt ten volle rekening gehouden met de antwoorden op de gezamenlijke openbare raadpleging ten behoeve van het meerjarig financieel kader die door het secretariaat-generaal van de Europese Commissie werd gecoördineerd en die van 10 januari tot en met 8 maart 2018 liep. Bovendien wordt in het voorstel ten volle rekening wordt gehouden met de raadplegingen van belanghebbenden die in de loop van de voorbereidende werkzaamheden hebben plaatsgevonden, met onder meer een evaluatie vooraf en evenementen en enquêtes voor belanghebbenden. Bij de openbare raadpleging zijn geen specifieke problemen betreffende de voortzetting van de financiering van ITER aan het licht gekomen, en de gerichte raadplegingen van belanghebbenden bevestigden dat de EU-investering in de bouw van ITER de Europese industrie en de wetenschappelijke gemeenschap belangrijke voordelen oplevert. Dit bleek nogmaals tijdens een evenement voor de industrie dat in december 2017 werd georganiseerd en dat duidelijk aantoonde dat fusie reeds concrete kansen biedt voor de industrie en een positief effect heeft op banen, economische groei en innovatie, waarbij die positieve impact de gebieden fusie en energie overstijgt. In onafhankelijke studies die waren gevraagd voor de voorbereiding van de evaluatie vooraf, zijn de aantallen banen en de netto toegevoegde waarde als gevolg van de Europese deelname aan het ITER-project becijferd.

Tot slot moet worden opgemerkt dat dit voorstel, rekening houdend met de conclusies van de Raad van april 2018, zal zorgen voor continuïteit van het project, met name ten opzichte van de internationale partners, en dat het de financiering van ITER voor de gehele duur van het volgende meerjarige financiële kader zal veiligstellen.

Voor een beperkt aantal voorstellen is bepaald dat zij, omdat zij inhoudelijk of structureel en/of vanwege de omvang van de begroting ervoor continuïteit behoeven, vooraf moeten worden beoordeeld in de vorm van een werkdocument van de diensten van de Commissie in plaats van een effectbeoordeling. Evenals Fiscalis, de humanitaire hulp en het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid was ITER aangewezen als project waarvoor geen effectbeoordeling, maar eerder een evaluatie vooraf in de vorm van een werkdocument van de diensten van de Commissie nodig is, overeenkomstig de eisen van het Financieel Reglement van de EU.

Dit voorstel voorziet in toepassing vanaf 1 januari 2021 en heeft betrekking op een Unie met 27 lidstaten, in overeenstemming met de op 29 maart 2017 door de Europese Raad ontvangen kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich uit de Europese Unie en Euratom terug te trekken overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De rechtsgrondslag voor dit besluit van de Raad is vastgelegd in artikel 47 van het Euratom-Verdrag. Dit besluit vormt het basisbesluit voor de periode van het volgende meerjarige financiële kader en zal de basis vormen voor de vaststelling van de jaarlijkse financieringsbesluiten van de Commissie. Met behulp van die besluiten kan de Commissie de middelen voor de periode 2021 tot en met 2027 naar Fusion for Energy overdragen.

Dit besluit heeft ook betrekking op de administratieve uitgaven van de Commissie in verband met Fusion for Energy, de ITER-organisatie, de bredere aanpak en eventuele andere relevante activiteiten voor de periode 2021-2027.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

In het bij dit voorstel voor een besluit van de Raad gevoegde financieel memorandum worden de gevolgen voor de begroting en de voor de tenuitvoerlegging ervan benodigde personele en administratieve middelen beschreven.

5.UITVOERINGSPLANNING EN REGELINGEN BETREFFENDE TOEZICHT, EVALUATIE EN RAPPORTAGE

Dit voorstel is bedoeld om door te gaan met de uitvoering van de begroting voor de Europese deelname aan ITER met gebruikmaking van het instrument "gemeenschappelijke onderneming". De oprichting van een gemeenschappelijke onderneming overeenkomstig hoofdstuk 5 van het Euratom-verdrag werd in 2007 beschouwd als de meest passende oplossing om te voldoen aan de verplichtingen van Euratom ten aanzien van de ITER-organisatie ingevolge de sluiting van de ITER-overeenkomst door Euratom. Dat dit de passende oplossing was, werd bevestigd door verschillende onafhankelijke beoordelingen en evaluaties die sindsdien hebben plaatsgevonden.

Overeenkomstig artikel 32 van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming (F4E) stelt die onderneming een programmeringsdocument op met daarin een meerjarige en een jaarlijkse programmering. Het ontwerp-programmeringsdocument wordt uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de raad van bestuur van F4E, de Commissie, het Europees Parlement en de Raad toegezonden. De Commissie stuurt het advies van haar bevoegde diensten over dit document naar F4E.

In de algemene planning en het jaarlijkse werkprogramma van de gemeenschappelijke onderneming (F4E) is een tijdschema gespecificeerd voor het bereiken van deze mijlpalen, die betrekking hebben op alle aankoopactiviteiten in de bouwfase van ITER. F4E brengt regelmatig verslag uit aan haar beheersorgaan (de raad van bestuur, waarin Euratom is vertegenwoordigd door de Commissie) en aan de Raad van de EU over de vorderingen van het project.

Er is in 2017 een volledige reeks prestatie-indicatoren voor de monitoring van het tijdschema en de kostenprestatie geïntroduceerd om beter te kunnen toezien op de voortgang en de efficiëntie van F4E bij het leveren van de Euratom-bijdrage aan het ITER-project. De raad van bestuur ontvangt regelmatig een dashboardverslag over deze indicatoren. Deze verslagen omvatten cijfers die zijn gebaseerd op een "earned value management"-systeem.

Op het niveau van het gehele ITER-project rapporteert de ITER-organisatie aan de ITER-raad over een soortgelijk dashboard van prestatie-indicatoren, met inbegrip van het percentage van de fysieke voltooiing van de bouw tot en met het eerste plasma. In december 2017 haalde deze indicator 50 %, en deze moet 100 % halen tegen de tijd dat het eerste plasma wordt bereikt, hetgeen volgens planning in december 2025 zal plaatsvinden.

Ten behoeve van de interne beheersplanning en -monitoring wordt voorgesteld twee indicatoren te gebruiken voor de rapportage over de voortgang van het project op weg naar het bereiken van zijn algemene en specifieke doelstellingen. De eerste indicator zou het "voltooiingspercentage van de bouw van ITER" zijn en de tweede het "percentage van de verplichtingen van Euratom in natura waaraan door F4E is voldaan". Beide indicatoren zullen gebaseerd zijn op de gegevens die door de ITER-organisatie worden gerapporteerd.

Het voorstel van de Commissie voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 stelt een ambitieuzer doel wat de integratie van klimaatactie in andere EU-programma's betreft, en stelt als algemeen doel dat 25 % van de uitgaven op de EU-begroting klimaatdoelstellingen ondersteunen. De bijdrage van dit programma aan de verwezenlijking van dat doel zal worden gevolgd via een EU-systeem van klimaatindicatoren op een passend uitsplitsingsniveau, inclusief het gebruik van nauwkeuriger methoden als die beschikbaar zijn. De Commissie zal de informatie jaarlijks blijven presenteren in de vorm van vastleggingskredieten in het kader van de jaarlijkse ontwerpbegroting.

Om ervoor te zorgen dat het potentieel van ITER volledig wordt ingezet als bijdrage aan de klimaatdoestellingen, zal de Commissie ernaar streven relevante acties in kaart te brengen tijdens het proces van voorbereiding, toepassing, beoordeling en evaluatie van de uitgaven.

De Commissie zal tussentijdse evaluaties en evaluaties achteraf uitvoeren en zal de conclusies meedelen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van Regio's. De evaluatie zal worden uitgevoerd overeenkomstig de paragrafen 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2006 9 , waarin de drie instellingen hebben bevestigd dat evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid de basis moeten vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties. In de evaluatie zullen de effecten van ITER worden beoordeeld aan de hand van vastgestelde indicatoren/streefdoelen en een gedetailleerde analyse van de mate waarin het project relevant, doeltreffend en doelmatig is gebleken, voldoende toegevoegde EU-waarde levert en samenhangt met ander EU-beleid. Bij de evaluatie zal rekening worden gehouden met de opgedane ervaring om eventuele tekortkomingen/problemen of ruimte voor verbetering van de acties of de resultaten daarvan vast te stellen en om deze ten volle te helpen benutten/ het effect te maximaliseren. Indien de evaluatie achteraf vlak vóór de tussentijdse evaluatie van de volgende periode wordt uitgevoerd, kunnen beide evaluaties worden gecombineerd in één enkele evaluatie met betrekking tot een langere periode.

Bovendien stelt F4E overeenkomstig artikel 14 van zijn statuten een jaarverslag op. Dit verslag legt de uitvoering van het F4E-werkprogramma vast. Het wordt opgesteld door de directeur van F4E, beoordeeld door de raad van bestuur en door die laatste samen met zijn eigen beoordeling naar de leden, het Europees Parlement, de Raad en de Commissie opgestuurd.

2018/0235 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 47, derde en vierde alinea, en artikel 48,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De ITER-overeenkomst 10 is in november 2006 ondertekend door Euratom, de Verenigde Staten, de Russische Federatie, Japan, China, Zuid-Korea en India. Euratom, dat volgens de ITER-overeenkomst gastpartij is, heeft voor dit project de leiding op zich genomen

(2)Bij Beschikking 2007/198/Euratom 11 is de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (hierna de "gemeenschappelijke onderneming" genoemd) opgericht om de bijdrage van Euratom aan de internationale ITER-organisatie voor fusie-energie en de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan te leveren, alsmede om een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten voor te bereiden en te coördineren.

(3)In artikel 5 van Beschikking 2007/198/Euratom is bepaald dat de gemeenschappelijke onderneming een afzonderlijk financieel reglement heeft dat gebaseerd is op de beginselen van de financiële kaderregeling 12 , en dat dat reglement van de financiële kaderregeling kan afwijken, voor zover de specifieke operationele behoeften van de gemeenschappelijke onderneming dit vereisen en mits de Commissie daarover vooraf is geraadpleegd. In titel IV van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming wordt de uitvoering van de begroting geregeld.

(4)Beschikking 2007/198/Euratom voorzag in een financieel referentiebedrag dat nodig werd geacht voor de gemeenschappelijke onderneming, alsmede in de indicatieve totale bijdrage van Euratom aan dat bedrag, dat beschikbaar moest worden gesteld via de ingevolge artikel 7 van het Verdrag vastgestelde onderzoeks- en onderwijsprogramma's van de Gemeenschap of via enig ander besluit van de Raad.

(5)Beschikking 2007/198/Euratom is gewijzigd bij Besluit 2013/791/Euratom 13 om financiering van de activiteiten in het kader van "Fusion for Energy" mogelijk te maken voor de duur van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014 tot en met 2020.

(6)Een nieuwe basis voor het ITER-project, die is opgesteld als onderdeel van de verbeteringen in het beheer van het project, kreeg in 2016 en 2017 de steun van de ITER-raad en werd vervolgens gebruikt voor de raming van de financieringsbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming. In het bijgewerkte tijdschema voor de nieuwe basis wordt het eerste plasma in december 2025 bereikt en de exploitatie met volledige prestaties, waarbij deuterium-tritiumbrandstof wordt gebruikt, in 2035. In dit tijdschema is geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden, maar wordt ervan uitgegaan dat alle belangrijke risico's kunnen worden beperkt.

(7)Op 12 april 2018 heeft de Raad herbevestigd dat Euratom zich blijvend zal inzetten voor de succesvolle voltooiing van het ITER-project en heeft de Raad de Commissie gemachtigd om de nieuwe basis van het ITER-project namens Euratom goed te keuren tijdens een vergadering op ministerieel niveau van de ITER-raad.

(8)Dit besluit zal synergieën en complementariteit mogelijk maken met onderzoeksactiviteiten op het gebied van kernfusie die worden gefinancierd in het kader van het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding. De geslaagde bouw en exploitatie van ITER maakt deel uit van het kritieke traject van het Europese stappenplan inzake fusie waar alle betrokkenen bij het fusieonderzoek in Europa zich achter hebben geschaard.

(9)Het Europees Parlement en de Raad stellen het maximale niveau van de Euratom-vastleggingen voor ITER binnen het meerjarige financiële kader voor de periode 2021-2027 vast op 6 070 000 000 EUR (in actuele waarde).

(10)Met dit besluit worden de klimaatacties gemainstreamed en wordt het algemene doel van 25 % van de begrotingsuitgaven van de EU als bijdrage aan klimaatdoelstellingen gehaald, hetgeen weergeeft welk belang wordt gehecht aan de aanpak van klimaatverandering, in lijn met de verbintenissen van de EU ten aanzien van de uitvoering van de overeenkomst van Parijs en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Acties in het kader van dit besluit zullen naar verwachting 100 % van de algemene financiële toewijzing van dit besluit aan klimaatdoelstellingen bijdragen. Relevante acties zullen tijdens de uitvoering van dit besluit worden vastgesteld en in het kader van de herziening ervan en de tussentijdse evaluatie opnieuw worden beoordeeld.

(11)Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet ITER worden geëvalueerd op basis van informatie die is verzameld door specifieke voorschriften voor monitoring, waarbij overregulering en administratieve lasten worden vermeden. Deze voorschriften kunnen in voorkomend geval meetbare indicatoren omvatten als basis voor evaluatie van de effecten van ITER. De conclusies van de evaluaties door de Commissie worden medegedeeld aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van Regio's. Indien de evaluatie achteraf en de tussentijdse evaluatie van de volgende periode kort na elkaar volgen, kunnen beide evaluaties worden gecombineerd in één enkele evaluatie voor de gecombineerde periode.

(12)Overeenkomstig het Financieel Reglement, Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad moeten de financiële belangen van de Unie worden beschermd door evenredige maatregelen, daaronder begrepen voorkoming, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden en fraude, terugvordering van verloren gegane, onverschuldigd betaalde of onjuist bestede financiële middelen alsmede, in voorkomend geval, oplegging van administratieve sancties. In het bijzonder kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 onderzoeken, daaronder begrepen controles en verificaties ter plaatse, uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1939 kan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) overgaan tot onderzoek en vervolging van fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in de zin van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad. Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF, het EOM en de Europese Rekenkamer alsmede ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen.

(13)Dit besluit moet zorgen voor de zichtbaarheid van de financiering van de Gemeenschap door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

(14)Beschikking 2007/198/Euratom moet worden gewijzigd om de financiering van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming en de daarmee samenhangende activiteiten van de Commissie voor de periode 2021-2027 uit de algemene begroting van de Europese Unie mogelijk te maken.

(15)Beschikking 2007/198/Euratom moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2007/198/Euratom wordt als volgt gewijzigd:

(1)artikel 4, lid 3, wordt vervangen door:

"3.    De indicatieve bijdrage van Euratom aan de gemeenschappelijke onderneming voor de periode 2021-2027 en de daarmee verband houdende ondersteunende uitgaven voor dezelfde periode als bedoeld in lid 4 worden vastgesteld op 6 070 000 000 EUR (in actuele waarde) 14 .

(2)Het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

"4.    Het in lid 3 genoemde bedrag kan ook uitgaven dekken voor de voorbereiding, monitoring, controle, audit, evaluatie en andere activiteiten en uitgaven die nodig zijn voor het beheer en de uitvoering van deze beschikking, met inbegrip van administratieve uitgaven, alsmede voor de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Het kan bovendien uitgaven dekken met betrekking tot studies, vergaderingen van deskundigen, alsmede uitgaven in verband met informatietechnologienetwerken voor informatieverwerking en -uitwisseling, daaronder begrepen institutionele informatietechnologie-instrumenten, en andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die nodig is voor het beheer van deze beschikking.".

(3)Artikel 5 ter wordt geschrapt.

(4)Het volgende artikel 5 quater wordt ingevoegd:

"Artikel 5 quater

Evaluatie

1.Evaluaties worden tijdig uitgevoerd zodat zij in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.

2.Er wordt een tussentijdse evaluatie uitgevoerd zodra er voldoende informatie over de uitvoering van de beschikking in de periode 2021-2027 beschikbaar is, doch uiterlijk in 2024.

3.Aan het einde van de uitvoering van de beschikking, doch uiterlijk vier jaar na afloop van de in artikel 4 genoemde periode, voert de Commissie een eindevaluatie van de beschikking uit.

4.De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties tezamen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.".

(5)Het volgende artikel 5 quinquies wordt ingevoegd:

"Artikel 5 quinquies

Communicatie, zichtbaarheid en publiciteit

1.De ontvangers van financiering van de Gemeenschap erkennen de oorsprong van en geven zichtbaarheid aan de financiering van de Gemeenschap (met name wanneer zij de acties en de resultaten ervan promoten) door meerdere doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek, doelgericht en op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze te informeren.

2.De Commissie voert informatie- en communicatieacties uit met betrekking tot deze beschikking alsmede de acties en de resultaten ervan. De aan de uitvoering van deze beschikking toegewezen financiële middelen dragen tevens bij aan de institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de in artikel 1 bedoelde doelstellingen."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter


FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.Duur en financiële gevolgen

1.6.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Monitoring- en rapportageregels

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Besluit van de Raad houdende wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) (programmacluster)

1 – Onderzoek en innovatie

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

 een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 15  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie.

1.4.Motivering van het voorstel/initiatief

1.4.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

Dit besluit van de Raad zal het mogelijk maken middelen bij te dragen aan Fusion for Energy voor de uitvoering van de daaraan toevertrouwde taken. Dit besluit zal ervoor zorgen dat Europa zijn bijdragen levert aan de bouw van ITER in de periode 2021-2027, tijdens welke periode ITER in 2025 zijn eerste plasma zal bereiken. Europa levert de grootste bijdrage aan het project (ongeveer 45 % van de bouwkosten) en de effecten van dit besluit zullen het sterkst zijn in Europa, zowel op korte (voordelen voor de Europese industrie) als op lange termijn (een leidende rol bij de commerciële exploitatie van fusie-energie).

1.4.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijv. coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder "toegevoegde waarde van de deelname van de Unie" verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Het initiatief valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU uit hoofde van artikel 101 van het Euratom-Verdrag. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

ITER is een uniek en baanbrekend langetermijnproject dat in belangrijke mate bijdraagt aan de langetermijnstrategie van de EU voor schone energie, voorzieningszekerheid en concurrentievermogen. Als zodanig kan het bij deze stand van de technologische ontwikkeling niet op initiatief van de industrie tot stand worden gebracht, en daarom is optreden van de overheid gerechtvaardigd. Deze investering biedt de Europese hightechindustrie en kleine en middelgrote ondernemingen een waardevolle mogelijkheid te innoveren en "spin-off"-producten te ontwikkelen voor andere toepassingen dan fusie (zoals de energiesector in bredere zin, de luchtvaartsector, de medische sector en de sector hightechinstrumenten).

Aangezien de rechtsgrondslag van ITER een internationale overeenkomst is waarbij Euratom partij is, is actie op EU-niveau effectiever (minder versnippering) en efficiënter (betere kosteneffectiviteit/schaalvoordelen), en kunnen acties worden gecoördineerd (bv. bij de aanpak van externe effecten) om aan de EU-verplichtingen te voldoen. De bundeling van middelen en deskundigheid is van het grootste belang bij de bouw van ITER en EU-optreden is in het bijzonder noodzakelijk is om de kritische massa van middelen en kennis op verschillende gebieden, alsmede de technologieën, onderzoeksinfrastructuren en industrieën tot stand te brengen die noodzakelijk zijn voor de bouw van zo'n uniek project. Dit is ook expliciet erkend in de discussienota over de toekomst van de EU-financiën van juni 2017, waarin wordt gesteld dat er duidelijk sprake is van toegevoegde waarde wanneer actie op Europees niveau verder gaat dan met nationale inspanningen mogelijk zou zijn - het gaat onder meer over grote projecten en sleuteltechnologieën, zoals ITER, die alleen kunnen worden gefinancierd door het poolen van middelen op EU-niveau, omdat de financieringsbehoeften van dergelijke projecten zeer groot zijn.

Daarom levert actie op EU-niveau derhalve resultaten op die met ongecoördineerde nationale uitgaven niet zouden kunnen worden bereikt, wat een aantal strategische prioriteiten betreft: i) voorzieningszekerheid; ii) kansen voor groei en ontwikkeling op lange termijn van de Europese wetenschap, technologie en industrie, en het structureren van het O&O-weefsel van de EU; iii) verbeteringen van de kwaliteit en de innovatie door middel van het blootstellen aan EU-brede en mondiale concurrentie, en iv) het mobiliseren van het potentieel/de onderhandelingsmacht van de EU op wereldniveau. 

1.4.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

In het project Joint European Torus (JET) is de efficiëntie aangetoond van de bouw en exploitatie van een grote infrastructuur voor fusieonderzoek onder de coördinatie van Euratom en is gebleken dat op die manier de wetenschappelijke en industriële baten worden gemaximaliseerd. De schaal voor de bouw van ITER is echter zonder precedent en maakt een nog nooit eerder vertoonde mondiale samenwerking noodzakelijk.

1.4.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Dit besluit zal synergieën en complementariteit mogelijk maken met onderzoeksactiviteiten op het gebied van kernfusie en met het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding. De binnen dit kader uitgevoerde activiteiten op het gebied van kernfusie zullen een belangrijke wetenschappelijke bijdrage leveren aan de bouw en exploitatie van ITER.

1.5.Duur en financiële gevolgen

 beperkte geldigheidsduur

   van kracht van 1.1.2021 tot en met 31.12.2027

   financiële gevolgen vanaf 2021 tot en met 2027

 onbeperkte geldigheidsduur

uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ;

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.6.Beheersvorm(en) 16  

 direct beheer door de Commissie

door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen;

 gedeeld beheer met lidstaten

 indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

F4E voert het beheer uit onder supervisie door de Commissie. De Commissie vertegenwoordigt Euratom in de beheersinstanties van zowel de ITER-organisatie (IO) als F4E. Hoewel Euratom ongeveer 80 % van de begrotingsmiddelen van F4E levert, heeft het op grond van de geldende F4E-statuten slechts 5 van de 72 stemmen. F4E is een gezamenlijke onderneming die is opgericht overeenkomstig hoofdstuk 5 van het Euratomverdrag. Op grond van zijn statuten heeft F4E zijn eigen kwijtingsprocedure door het Europees Parlement, naar aanleiding van een aanbeveling van de Raad van de EU.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Monitoring- en rapportageregels

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Het onderhavige besluit wordt ten uitvoer gelegd door de Commissie en F4E, dat de Euratom-bijdrage aan het ITER-project en aan andere aan ITER gerelateerde activiteiten, zoals de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan, kanaliseert.

In het onderhavige besluit is bepaald dat er een tussentijdse en een eindevaluatie van de uitvoering ervan moet komen. De conclusies van deze evaluaties en de opmerkingen van de Commissie worden medegedeeld aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van Regio's. De Commissie neemt namens Euratom deel in de besluitvormingsorganen van de ITER-organisatie en F4E: 1) de Commissie neemt deel aan de ITER-raad, en aan de comités die door de Raad zijn opgericht; 2) als lid van F4E neemt de Commissie deel aan de raad van bestuur en aan de comités die door de raad van bestuur zijn opgericht. Deze governancestructuren worden gebruikt om de voortgang van het project en de resultaten van de uitvoering ervan te bewaken op basis van verslaglegging en openbaarmaking door de ITER-organisatie en F4E, respectievelijk.

In het bijzonder geldt het onderstaande:

a) Op grond van artikel 6, lid 3, onder d), van de F4E-statuten neemt de raad van bestuur van F4E het projectplan, het werkprogramma, het middelenramingenplan, het personeelsplan en het personeelsbeleidsplan aan. Overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder e), neemt de raad van bestuur ook de jaarlijkse begroting aan. Deze documenten maken deel uit van het programmeringsdocument dat F4E elk jaar overeenkomstig artikel 32 van zijn financieel reglement opstelt en waarvan het uiterlijk op 31 januari een ontwerp moet indienen bij de raad van bestuur, de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. De Commissie wordt verzocht een advies uit te brengen over dit ontwerp, waarmee F4E rekening moet houden in de definitieve versie van het programmeringsdocument.

b) Overeenkomstig artikel 14 van de F4E-statuten stelt de directeur een jaarlijks activiteitenverslag op waarin een overzicht wordt gegeven van de uitvoering van het werkprogramma van F4E. Dit verslag wordt beoordeeld door de raad van bestuur en door die laatste samen met zijn eigen beoordeling aan de leden van F4E, het Europees Parlement, de Raad en de Commissie toegestuurd. F4E brengt ook jaarlijks verslag uit aan de Raad over de voortgang die is geboekt bij de uitvoering van het kostenbeheersings- en -besparingsplan en over de prestaties en het beheer van F4E en over het ITER-project. F4E brengt ook één keer per jaar verslag uit over de uitvoering van de activiteiten die in het kader van de jaarlijkse begroting zijn gepland.

c) Tussen de officiële rapportages in verstrekt F4E maandelijks informatie over de uitvoering van zijn begroting en over de vooruitgang met betrekking tot belangrijke mijlpalen die zijn vastgesteld om toe te zien op de bouw- en aanbestedingsactiviteiten die onder de verantwoordelijkheid van F4E vallen.

d) Op het niveau van het algemene projecttoezicht, presenteert de directeur-generaal van de ITER-organisatie tweemaal per jaar aan de ITER-raad en aan het raadgevend comité van beheer daarvan een verslag over de voortgang van het project, de uitvoering ervan en over de uitvoering van de risico- en kostenbeheersplannen. De ITER-organisatie rapporteert tussentijds, eens per twee maanden, via een reeks dashboards waarmee toezicht wordt gehouden op de uitvoering van de begroting, risicobeheer, aanbestedingen en vooruitgang ten aanzien van de mijlpalen voor belangrijke onderdelen die betrekking hebben op het kritieke traject van het project.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De algemene structuur van het ITER-project roept overeenkomstsluitende partijen op om via "binnenlandse agentschappen" te opereren.

De oprichting van een gemeenschappelijke onderneming overeenkomstig hoofdstuk 5 van het Euratom-verdrag werd in 2007 beschouwd als de meest passende oplossing om te voldoen aan deze rol van "binnenlands agentschap" en om te voldoen aan de Euratom-verplichtingen ten aanzien van de ITER-organisatie ingevolge de sluiting van de ITER-overeenkomst. Dat dit de passende oplossing was, werd bevestigd door verschillende onafhankelijke beoordelingen en evaluaties die sindsdien hebben plaatsgevonden.

Op basis van dit besluit van de Raad stelt de Commissie elk jaar een besluit tot overschrijving van de middelen van het jaar n + 1 uit de EU-begroting aan F4E vast. F4E stuurt een verzoek tot storting voor zijn administratieve en operationele begrotingen. De Commissie verlangde een rechtvaardiging voor elk verzoek tot storting in verband met de operationele begroting, met name een kasstroomraming voor lopende kosten en operationele kosten ter dekking van de periode van het betalingsverzoek en een overzicht van de situatie van de F4E-kasmiddelen, een verwijzing naar de vastlegging(en) in de begroting waarop de betaling betrekking heeft, een overkoepelende planning voor elk project waarvoor een betaling moet plaatsvinden en de bijbehorende rechtvaardiging.

De gemeenschappelijke onderneming beschikt over de nodige deskundigheid, middelen en ervaring om de vereiste controles vooraf en achteraf van de aanbestedingen uit te voeren. De risico's worden regelmatig beoordeeld en de voortgang bij de uitvoering van de werkzaamheden en het verbruik van hulpmiddelen wordt regelmatig gemonitord, met gebruikmaking van vastgelegde doelstellingen en indicatoren.

Er is door de Commissie een toezichtstrategie ontwikkeld voor de activiteiten van F4E. Als onderdeel van deze strategie wordt momenteel onderhandeld over een nieuwe administratieve overeenkomst waarin rekening wordt gehouden met de veranderingen in het rechtskader (in 2015 zijn de statuten van F4E gewijzigd en is een nieuwe financiële regeling voor F4E vastgesteld; de verantwoordelijkheid voor ITER, en dus voor F4E en het toezicht daarop zijn overgedragen van DG RTD naar DG ENER.) Deze wijzigingen in het F4E-rechtskader en in de verdeling van de verantwoordelijkheden binnen de Commissie brengen veranderingen met zich mee voor de modaliteiten van de interactie van F4E met de Commissie, die onder de administratieve overeenkomst met F4E valt.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico's en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico's te beperken

Gezien de aard van de activiteiten van F4E (grote en complexe aankopen in natura, met grote technische risico's) en de aard van de architectuur van het onderliggende project (betrokkenheid van 7 overeenkomstsluitende partijen, ontwikkeling van veruit het grootste energie-experiment tot nu toe) is er sprake van inherente financiële risico's en risico's op het gebied van operationele prestaties. Er zijn maatregelen ingevoerd om het functioneren van F4E te monitoren en beter te controleren om deze problemen te verlichten. De Commissie zal samen met F4E de met de uitvoering van dit project verbonden risico's in kaart blijven brengen, met name wat de kosten betreft, en zal de meest geschikte maatregelen treffen om deze risico's te beheren en te beperken.

DG ENER (D4) heeft een algemene methodologie voor risicobeheersing ontwikkeld door de ontwikkeling van een risicoregister dat elke 3 maanden wordt bijgewerkt en een risicobeheersplan om de belangrijkste risico's die het bereiken van het eerste plasma in 2025 kunnen verhinderen, te monitoren. Een dergelijke monitoring van de risico's zou voor de Commissie aanleiding moeten zijn proactief te reageren op vertragingen, kostenoverschrijdingen of andere negatieve gebeurtenissen die de bijdrage van Euratom kunnen vertragen.

F4E zal zijn interne controlekader in 2018 herzien om rekening te houden met de veranderingen op het niveau van de Commissie.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

Op het niveau van de Commissie blijven de kosten voor de controle in verband met het toezicht op het ITER-project en de activiteiten van F4E nog altijd laag in vergelijking met de waarde van de beheerde middelen. Deze kosten werden in 2016 op 0,31 % en in 2017 op 0,28 % geraamd, met inbegrip van de kosten voor het in stand houden van een speciale eenheid in DG ENER, managementtoezicht en de steun van horizontale functies. Deze kosten kunnen in de komende jaren licht stijgen in verband met het toenemende toezicht, het verbeterde risicobeheer en de ontwikkeling van de taken, naarmate het project verder voortschrijdt. Het risico op fouten in verband met het beheer van de EU-bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming is minimaal.

Op het niveau van de gedelegeerde entiteit heeft F4E nog geen methode ontwikkeld voor de beoordeling van de kosten en baten van controles of het verwachte foutenpercentage. Desalniettemin is het de moeite van het vermelden waard dat de Europese Rekenkamer altijd een goedkeurend oordeel heeft afgegeven voor F4E wat betreft het getrouwe beeld van de rekeningen en de wettigheid van de onderliggende verrichtingen. Wanneer DG BUDG eind 2018 met de nieuwere methode start, zal DG ENER ervoor zorgen dat F4E de nodige beoordelingen uitvoert.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Het directoraat-generaal van de Commissie dat belast is met de tenuitvoerlegging van het ITER-project en de ITER-begroting is vastbesloten fraude te bestrijden overeenkomstig de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie, COM(2011) 376 van 24 juni 2011, en overeenkomstig de komende herziening van deze fraudebestrijdingsstrategie.

Op het niveau van de Commissie ontwikkelt en handhaaft DG ENER zijn eigen fraudebestrijdingsstrategie, gebaseerd op een specifieke risicobeoordeling. De nodige maatregelen worden getroffen ten aanzien van bewustmaking, risicobeoordeling, voorlichting van personeel, samenwerking met de bevoegde entiteiten en met OLAF. Deze wordt om de 2 à 3 jaar herzien; dat is in december 2017 voor het laatst gebeurd.

De administratieve monitoring van de contracten, subsidies en desbetreffende betalingen gebeurt onder de verantwoordelijkheid van F4E.

De Commissie en F4E houden rekening met de financiële belangen van de Europese Unie, met name overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en artikel 53, onder a), van het Financieel Reglement.

F4E ontwikkelt strategieën voor controles achteraf, met het oog op de evaluatie van de wettelijkheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) heeft dezelfde bevoegdheden ten aanzien van F4E en de personeelsleden daarvan als het heeft ten aanzien van de Commissiediensten. Het is vermeldenswaard dat de maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden onder meer het volgende omvatten:

-    F4E heeft een interne auditor die permanent verschillende aspecten van het internecontrolesysteem toetst;

-    het F4E-internecontrolesysteem wordt regelmatig herzien door de dienst Interne Audit van de Commissie;

-    F4E wordt elk jaar onderworpen aan de audit van de Europese Rekenkamer op de getrouwheid van het beeld van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (inkomsten en uitgaven);

-    F4E wordt jaarlijks onderworpen aan de kwijtingsprocedures van het Europees Parlement en de Raad van de EU.

F4E heeft een antifraudestrategie ontwikkeld die in juni 2015 werd goedgekeurd door diens raad van bestuur. De algemene doelstelling is om de preventie, de opsporing en de voorwaarden voor fraudeonderzoeken te verbeteren en om te streven naar adequate afschrikking en vergoeding, met evenredige en afschrikkende sancties. De antifraudestrategie van F4E versterkt de goedgekeurde maatregelen om belangenconflicten binnen F4E te voorkomen en te beheren, en wordt geïntegreerd in het ruimere juridische kader van F4E ter bescherming van de financiële belangen van de EU en ter bestrijding van fraude, zoals bepaald in de artikelen 5 bis en 5 bis bis van Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad tot oprichting van F4E.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek van het meerjarig financieel kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer
1 Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid 

GK/ NGK 17

van EVA-landen 18

van kandidaat-lidstaten 19

van derde landen

in de zin van artikel [21, lid 2, onder b),] van het Financieel Reglement

01 01 04

01 01 04 01 Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van het ITER-programma

01 01 04 02 Extern personeel dat belast is met de uitvoering van het ITER-programma

01 01 04 03 Andere beheersuitgaven voor het ITER-programma

01 04

01 04 01 Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER – Fusion for Energy (F4E) – Uitgaven voor administratief beheer

01 04 02 Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER – Fusion for Energy (F4E) – Operationele uitgaven

NGK

NGK

NGK

GK

GK

NEEN

NEEN

JA

JA

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 20  

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader 21

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

01 01 04 01 Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van het ITER-programma

Vastleggingen = betalingen

(1)

9,257

9,442

9,631

9,824

10,020

10,220

10,425

68,819

01 01 04 02 Extern personeel dat belast is met de uitvoering van het ITER-programma

Vastleggingen = betalingen

(1)

0,314

0,320

0,327

0,333

0,340

0,347

0,354

2,335

01 01 04 03 Andere beheersuitgaven voor het ITER-programma

Vastleggingen = betalingen

(1)

1,500

1,530

1,560

1,592

1,624

1,656

1,689

11,151

01 04 01 Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER – Uitgaven voor administratief beheer

Vastleggingen = betalingen

(1)

65,000

66,000

67,000

69,000

70,000

71,000

73,000

481,000

01 04 02 Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER – Fusion for Energy (F4E) – Operationele uitgaven

Vastleggingen

(2)

858,081

690,463

1,024,144

791,024

664,205

842,685

636,093

5,506,695

Betalingen

(3)

209,304

520,061

538,856

647,466

697,841

800,512

811,667

1 280,987

5 506,695

Totaal kredieten voor het budget van het programma

Vastleggingen

=1+2

934,152

767,755

1 102,662

871,773

746,189

925,908

721,561

6 070,000

Betalingen

=1+3

285,375

597,353

617,374

728,215

779,825

883,735

897,135

1 280,987

6 070,000

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader

7

Europees openbaar bestuur

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Beleidskredieten (uitgesplitst naar de onder 3.1 vermelde begrotingsonderdelen)

Vastleggingen

(1)

Betalingen

(2)

Uit het budget van het programma gefinancierde administratieve kredieten 22  

Vastleggingen = betalingen

(3)

TOTAAL kredieten voor het budget van het programma

Vastleggingen

=1+3

Betalingen

=2+3





Rubriek van het meerjarig financieel
kader

7

Europees openbaar bestuur

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader

(Totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Na 2027

TOTAAL

TOTAAL kredieten
voor alle RUBRIEKEN
van het meerjarig financieel kader 

Vastleggingen

934,152

767,755

1 102,662

871,773

746,189

925,908

721,561

6 070,000

Betalingen

285,375

597,353

617,374

728,215

779,825

883,735

897,135

1 280,988

6 070,000

3.2.2.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 7 23
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

9,571

9,762

9,958

10,157

10,360

10,567

10,779

71,154

Andere administratieve
uitgaven

1,500

1,530

1,560

1,592

1,624

1,656

1,689

11,151

Subtotaal
Buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

11,071

11,292

11,518

11,749

11,984

12,223

12,468

82,305

TOTAAL

11,071

11,292

11,518

11,749

11,984

12,223

12,468

82,305

3.2.2.1.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie

Delegaties

Onderzoek

61

61

61

61

61

61

61

Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) – AC, AL, END, INT en JPD  24

Rubriek 7

Gefinancierd uit RUBRIEK 7 van het meerjarig financieel kader 

- zetel

- delegaties

Gefinancierd uit het budget van het programma  25

- zetel

- delegaties

Onderzoek

4

4

4

4

4

4

4

Andere (specificeren)

TOTAAL

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Het aantal personeelsleden dat nodig is voor de gemeenschappelijke onderneming F4E, waaronder ambtenaren, wordt in 3.2.2.2 weergegeven.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Het op de zetel werkende personeel is belast met de omschrijving en follow-up van de activiteiten van zowel het "binnenlands agentschap" in Barcelona (F4E) als het ITER-project wanneer de Commissie een vertegenwoordiger is van het Europese partnerschap.

Extern personeel

Het op de zetel werkende personeel is belast met de omschrijving en follow-up van de activiteiten van zowel het "binnenlands agentschap" in Barcelona (F4E) als het ITER-project wanneer de Commissie een vertegenwoordiger is van het Europese partnerschap.

3.2.2.2.Geraamde behoefte aan personele middelen van F4E

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Vast personeel

51

51

51

51

51

51

51

Waarvan AD

40

40

40

40

40

40

40

Waarvan AST

11

11

11

11

11

11

11

Waarvan AST-sc

 

 

 

 

 

 

 

Tijdelijke functionarissen

229

229

229

221

213

211

211

Waarvan AD

202

202

202

194

186

184

184

Waarvan AST

27

27

27

27

27

27

27

Waarvan AST-sc

 

 

 

 

 

 

 

Arbeidscontractanten

172

172

172

165

159

157

157

Totaal

452

452

452

437

423

419

419

3.2.2.3 – F4E GO – uitsplitsing naar functiegroep van de arbeidscontractanten 2021-2027

Arbeidscontractanten

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Functiegroep IV

98

98

98

91

85

83

83

Functiegroep III

55

55

55

55

55

55

55

Functiegroep II

19

19

19

19

19

19

19

Functiegroep I

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

172

172

172

165

159

157

157

3.2.3.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

   voorziet niet in medefinanciering door derden;

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

TOTAAL

Medefinancieringsbron 26  

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

TOTAAL medegefinancierde kredieten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor de overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Gevolgen van het voorstel/initiatief 27

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Artikel 6XXX 28

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Begrotingsonderdelen 01 01 04, 01 04 01 en 01 04 02

Andere opmerkingen (bijv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

Nog niet bekend Dit hangt af van de totstandkoming van een nieuwe overeenkomst met Zwitserland voor de periode 2021-2027. Indien de Brexit zich doorzet en het Verenigd Koninkrijk blijft partner van het ITER-programma, dan moet de eventuele bijdrage van dat land ook worden geregistreerd als toegewezen ontvangsten (van derde landen).

(1)    Overeenkomstig de afspraken over kostendeling voor alle fasen van het ITER-project, zoals in 2006 overeengekomen tussen de partijen bij ITER. Deze verdeling van de kosten zal bij het begin van de exploitatiefase veranderen: Europa zal vanaf dat moment 34 % voor zijn rekening nemen.
(2)    De herziene kostenramingen werden door de ITER-raad ad referendum goedgekeurd, in afwachting van de besluiten door de begrotingsautoriteiten van de partijen bij ITER.
(3)    COM(2017) 319 final van 14.6.2017 en het bijbehorende SWD(2017) 232 final.
(4)    Bovenop de financiering uit de EU-begroting, draagt Frankrijk als gastland van het project momenteel rechtstreeks ongeveer 20 % van het aandeel van Euratom bij aan de begroting van F4E. Bovendien betalen de F4E-leden jaarlijks een lidmaatschapsbijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming.
(5)    SWD(2017)232 final, Tabel 4, blz. 24.
(6)    In deze raming is geen rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden wat tijdschema en kosten betreft.
(7)    https://www.euro-fusion.org/eurofusion/roadmap/
(8)    Zie het voorstel van de Commissie COM(2018) 437.
(9)    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven; PB L 123, 12.5.2016, blz. 1.
(10)    PB L 358, 16.12.2006, blz. 62.
(11)    Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB 90, 30.3.2007, blz. 58).
(12)    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).
(13)    Besluit 2013/791/Euratom van 13 december 2013 tot wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan (PB L349 van 31.12.2013, blz. 100).
(14)    Gezien het specifieke karakter van de activiteiten van Fusion for Energy is artikel 86, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie niet van toepassing.".
(15)    In de zin van artikel 58, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(16)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(17)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(18)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(19)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(20)    Totalen kloppen soms niet door afronding.
(21)    Artikel 01 01 04 omvat technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(22)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(23)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(24)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Jeune Professionnel en Délégation (jonge professional in delegaties).
(25)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(26)    Bovenop de financiering uit de EU-begroting, draagt Frankrijk als gastland van het project momenteel rechtstreeks ongeveer 20 % van het aandeel van Euratom bij aan de begroting van F4E. Bovendien betalen de F4E-leden jaarlijks een lidmaatschapsbijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming. Deze medefinancieringsontvangsten worden rechtstreeks in de F4E-rekeningen geregistreerd en worden niet opgenomen in de uitgaven en ontvangsten van de EU-begroting.
(27)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
(28)    Zwitserland en eventueel het Verenigd Koninkrijk.