5.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 361/31


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Cultureel erfgoed als strategische hulpbron voor robuustere EU-regio’s met een grotere cohesie

(2018/C 361/06)

Rapporteur:

Babette WINTER (DE/PSE), staatssecretaris voor Europese en Culturele Zaken, deelstaatregering Thüringen

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

Culturele verscheidenheid en gemeenschappelijk Europees erfgoed

1.

merkt op dat het rijkgeschakeerde cultureel erfgoed van grote waarde is voor Europa: het kan in de EU een aanzienlijk hefboomeffect hebben voor duurzamere regio’s met een grotere cohesie en bijdragen tot een sterkere identiteit in een regio en in heel Europa. Als zodanig is het exemplarisch voor het motto van de EU „In verscheidenheid verenigd” en vormt het een aanvulling op het engagement van de Europese Unie om de culturele verscheidenheid te eerbiedigen, zoals vastgelegd in artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de EU.

2.

Tot grondslag van dit advies dienen documenten van de Europese Commissie (1) (2), de Europese Raad (3) en het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) (4) over de toekomst van Europa en de versterking van de Europese identiteit door onderwijs en cultuur.

3.

Het CvdR benadrukt het belang van de in het Handvest van de grondrechten genoemde waarden van de EU — waardigheid, vrijheid, gelijkheid en solidariteit — voor het algemeen welzijn en pleit er daarom voor om hier meer rekening mee te houden bij de promotie van het cultureel erfgoed.

4.

Cultureel erfgoed en culturele identiteit zijn een belangrijk middel om ervoor te zorgen dat burgers een beter inzicht krijgen in en meer doordrongen raken van de uiteenlopende, door de waarden van de Verlichting gekenmerkte gemeenschappelijke culturele, filosofische en religieuze wortels van Europa. Cultureel erfgoed en culturele identiteit kunnen wat dit betreft leiden tot een beter begrip voor de geschiedenis van en veranderingen in de samenleving, alsook tot meer tolerantie en een breder draagvlak voor verschillen, en als zodanig een antwoord bieden op euroscepsis en toenemende anti-Europese verdeeldheid.

5.

Juist de kennis van de eeuwenoude culturele dwarsverbanden in Europa moet, met wederzijds respect, begrip opleveren voor de diversiteit en de onderlinge verschillen, die zeker niet mogen worden gebruikt als voorwendsel om mensen te weren of zelfs buiten te sluiten. Misbruik van cultureel erfgoed voor dergelijke doeleinden binnen en buiten de EU is dan ook uit den boze.

6.

Cultuur wordt volgens een Eurobarometer-enquête (5) door de EU-burgers gezien als het sterkste verbindende element in de Europese Unie — zelfs nog sterker dan de Europese waarden en de rechtsstaat — maar tegelijkertijd is er volgens ruim 50 % van de ondervraagden geen sprake van een gemeenschappelijke Europese cultuur (6).

7.

Deze resultaten zijn niet echt met elkaar in tegenspraak. Zij duiden er eerder op dat gemeenschappelijke culturele wortels en netwerken zich regionaal verschillend manifesteren, waarmee ze het motto van de EU — „In verscheidenheid verenigd” — weerspiegelen.

8.

Daaruit valt op te maken dat met name regio’s een speciale verantwoordelijkheid hebben om cultuur als belangrijk bindmiddel in de maatschappij te promoten, zowel met haar specifieke regionale kenmerken als via netwerken en uitwisselingen binnen Europa, maar ook over de grenzen van de huidige Europese Unie heen. In het geografische Europa krijgt de EU hierdoor de functie van een anker.

9.

De Unie wordt dan ook aangemoedigd om haar eigen identiteit en gedeelde waarden toe te voegen aan de bestaande regionale en nationale gevoelens van verbondenheid met de Unie, teneinde een meerlagig burgerschap te bevorderen, zoals is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in artikel 2 van het Verdrag van Lissabon.

10.

Het CvdR wijst op de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van het Unesco-verdrag (7), dat veel — maar niet alle — lidstaten van de EU hebben ondertekend.

11.

De Europese Commissie tekent terecht aan dat de verantwoordelijkheid voor onderwijs en cultuur in de eerste plaats bij de lidstaten ligt, op nationaal, lokaal en regionaal niveau (8). Aangezien in de artikelen 6 en 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de bevoegdheid van de EU op het gebied van cultuur alleen wordt omschreven als de bevoegdheid om acties van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen, steunt het CvdR EU-initiatieven op dit gebied waarin de belangrijke transnationale en Europese dimensies op dit beleidsterrein worden benadrukt.

12.

Het is een goede zaak dat tijdens een informele Raad van ministers van Cultuur „(Cultuur — een inclusieve waarde van de EU”) en in de conclusies van de Raad over een „werkplan voor cultuur” (9) het belang van toegang tot cultuur, behoud van cultureel erfgoed, mobiliteit van kunstenaars en meer overheidssteun is benadrukt.

Cultureel erfgoed en culturele activiteiten voor identificatie, sociale samenhang en sociale ontwikkeling

13.

Cultureel erfgoed kan het gevoel van een gemeenschappelijke identiteit in een regio — en de manier waarop deze verband houdt met de eigen traditie en geschiedenis — versterken en intraregionale samenwerkingsverbanden helpen opzetten. Dat kan een impuls zijn voor nieuwe culturele en educatieve initiatieven, voor de interculturele dialoog en dus ook voor maatschappelijke activiteiten.

14.

Lokale en regionale overheden over belangrijke bevoegdheden beschikken om de interculturele dialoog te bevorderen, met name door de coördinatie van multidimensionale lokale en regionale culturele netwerken die alle relevante actoren omvatten. Binnen dit kader is het zaak om publiek-private partnerschappen te versterken.

15.

Het CvdR is ingenomen met de erkenning van onderwijs, cultuur en op jongeren gerichte strategieën in de Verklaring van Rome (10) van de EU-leiders en is het ermee eens dat onderwijs en cultuur niet alleen het concurrentievermogen, maar ook de inclusiviteit en samenhang van onze samenlevingen ten goede moeten komen.

16.

Het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 (EYCH 2018) is een belangrijk initiatief, en het is toe te juichen dat de Europese Commissie inmiddels een evaluatie ervan heeft aangekondigd. In dit verband is het van belang dat de positieve effecten van EYCH 2018 in de komende jaren door middel van follow-upmaatregelen worden versterkt. In het komende MFK moet dat, ter ondersteuning van de verspreiding van het Europees cultureel erfgoed na 2018, ook uit de verschillende steunprogramma’s blijken.

17.

De mobiliteit van kunstenaars — mede mogelijk gemaakt door Creatief Europa — draagt bij aan het succes van de Europese integratie. Het programma Creatief Europa zou daarom moeten worden voortgezet en uitgebreid.

18.

Cultureel erfgoed draagt zonder twijfel bij aan de sociale samenhang en de kwaliteit van het bestaan. Met zijn historische culturele locaties, die zich niet alleen bevinden in plaatsen die heden ten dage veel worden bezocht, maar ook in plaatsen en regio’s die momenteel met specifieke problemen kampen, kan dit erfgoed ontwikkelingskansen bieden, onder meer omdat het veel kan betekenen voor de werkgelegenheid. Dat geldt met name voor regio’s die te maken hebben met demografische veranderingen en bevolkingsafname, voor ultraperifere regio’s en voor stedelijke agglomeraties met grote integratieproblemen.

19.

Een participatieve aanpak in gemeenten en regio’s kan geschikt zijn om culturele ontwikkelingsplannen een breed draagvlak te verschaffen en om meer steun voor en vereenzelviging met culturele investeringen te bereiken. Dat leidt tot een duurzame versterking van de sociale interactie en van de verantwoordelijkheid van de samenleving voor het lokale culturele erfgoed.

20.

Lokale en regionale overheden zouden hun ervaringen met dergelijke participatieve benaderingen moeten evalueren en onderling moeten delen.

21.

Verschillende actoren zouden intensiever met elkaar van gedachten moeten wisselen over de manier waarop bibliotheken, musea en andere culturele locaties meer kunnen gaan fungeren als agora, als „derde plaats”, voor gedachtewisselingen en discussies over de toekomst van onze steden en regio’s. In dit verband zou gebruik kunnen worden gemaakt van de algemene informatienetwerken van de Europese Unie, zoals Europe Direct.

22.

Tegelijkertijd zou de EU de uitwisseling van ervaringen tussen lokale en regionale overheden en tussen vertegenwoordigers van culturele instellingen uit verschillende regio’s en lidstaten meer moeten stimuleren.

23.

Met name taalbarrières spelen lokale actoren parten, en voor het slechten ervan is Europese steun nodig.

24.

Ook het volgende meerjarig financieel kader (mfk) zou steun voor de infrastructuur van het cultureel erfgoed moeten omvatten, met bijzondere aandacht voor de sociaalculturele cohesie. Daarnaast moeten productieketens die verband houden met duurzaam beheer van cultureel erfgoed worden versterkt en sectoroverschrijdende samenwerkingsprojecten, bijvoorbeeld tussen cultureel erfgoed en onderwijs, worden ondersteund.

25.

Cultuur is weliswaar een gemeenschappelijke taak van alle sociale actoren — lokale en regionale overheden en de lidstaten — maar er zijn ook speciale particuliere financiering en vrijwillige of maatschappelijke activiteiten voor nodig.

26.

Vooral de digitalisering van zowel het cultureel erfgoed als de communicatie erover biedt belangrijke mogelijkheden voor de toekomst: zo kunnen met name voor de jongere generaties nieuwe manieren ontstaan om met het erfgoed in contact te komen. Maar ook de kennis van de culturele verscheidenheid kan op deze manier in heel Europa over grenzen heen worden verspreid. Digitalisering is per definitie ook transnationaal en is van grote waarde voor de ontwikkeling van een gediversifieerd en duurzaam type toerisme.

27.

Alle bestuurslagen doen er daarom goed aan om Europeana, het openbare digitale platform voor ons erfgoed, krachtig te steunen.

28.

Culture Action Europe (11) bepleit terecht om ervoor te zorgen dat ten minste 1 % van het volgende MFK wordt toegewezen aan cultuur, op alle beleidsterreinen en via alle ondersteunende programma’s.

Impact van cultureel erfgoed op het toerisme en de economische ontwikkeling van regio’s

29.

Daarbij speelt vooral toerisme een rol, aangezien 26 % van alle reizigers in de EU (12) cultuur een bepalende factor noemt voor de bestemming die zij kiezen, maar ook als zachte vestigingsfactor aanmerkt voor de aantrekkelijkheid van arbeidsplaatsen.

30.

De culturele en creatieve sector, goed voor ruim 3 % van het bbp en voor een vergelijkbaar percentage van de werkgelegenheid in de EU (13), wordt steeds belangrijker voor de economie, met name in stedelijke agglomeraties.

31.

Lokale en regionale overheden hebben de culturele en creatieve sector met succes in hun ontwikkelingsstrategieën geïntegreerd, en dit heeft de lokale economie een impuls gegeven, ook door de oprichting van nieuwe hoogwaardige en multisectorale ondernemingen te stimuleren. Om het creatieve potentieel in de regio’s nog beter te benutten, zijn uitgebreide financieringsscenario’s gewenst die meer omvatten dan economie en cultuur.

32.

Naast de prioriteit die wordt gegeven aan restauratie en behoud van culturele monumenten, zijn het beheer van en de pedagogische communicatieactiviteiten door culturele instellingen van groot belang en bepalend voor de vraag of een cultureel monument in cultureel, toeristisch, economisch en sociaal opzicht volledig tot zijn recht kan komen.

33.

De creatieve omgang van kunstenaars met cultureel erfgoed met het oog op de toekomst van de samenleving een bijzonder en innovatief potentieel biedt om lering te trekken uit de geschiedenis.

34.

Het gebrek aan zichtbaarheid van en politiek bewustzijn met betrekking tot culturele hulpbronnen vormt, naast financiële middelen, in sommige gevallen een belemmering voor de ontwikkeling van cultureel erfgoed tot strategisch erfgoed van een regio.

35.

In dit verband is het positief dat er een Europees erfgoedlabel is ingesteld; de Europese Commissie wordt verzocht maatregelen te nemen om dit meer zichtbaarheid te geven.

36.

Na overheidsdiensten en infrastructuur zoals huisvesting, openbaar vervoer en onderwijs voor kinderen speelt cultuur een doorslaggevende rol speelt voor de aantrekkelijkheid van locaties. Gezien de huidige ontwikkelingen op het gebied van intra- en extraregionale mobiliteit en demografie wordt dit steeds belangrijker voor lokale en regionale ontwikkelingsstrategieën om werknemers voor achterstandsregio’s te behouden en om in stedelijke agglomeraties een evenwicht tot stand te brengen.

37.

Cultureel erfgoed is niet alleen een aantrekkelijk hedendaags cultureel aanbod, maar zou ook een voorbeeld van duurzaam toerisme moeten zijn met een in het bijzonder regionale impact. Dit geldt zowel voor de zogenoemde vuurtorens, Unesco-werelderfgoedsites of sites met het Europees erfgoedlabel, als voor de vele en gevarieerde lokale culturele erfgoedsites.

38.

Het ruimtelijk wijdverspreide culturele erfgoed biedt de mogelijkheid om met een breed toeristisch aanbod de effecten van het cultuurtoerisme te heroriënteren en beter te verdelen. Zo kunnen plaatsen ontlast worden die wat het aantal toeristen betreft aan hun limiet zitten en waar een verdere toename tot schade aan het cultureel erfgoed zou leiden. De toeristische exploitatie van minder bekend cultureel erfgoed is een zinvolle manier om het toeristische aanbod te verbreden en om de duurzame ontwikkeling in marginale gebieden te stimuleren, zeker indien de afzonderlijke projecten voor toeristische exploitatie samenhangen met bredere territoriale ontwikkelingsplannen en geïntegreerd zijn in het stelsel van lokale diensten, vooral voor duurzame mobiliteit. Hierbij moet vooral worden bedacht dat het cultureel toerisme in Europa groeit en met name lokale banen schept.

Vereiste stappen voor de ontwikkeling en benutting van het potentieel van cultureel erfgoed

39.

Vreemd genoeg ontbreekt cultuur in de Europa 2020-strategie voor de verdere ontwikkeling van de EU.

40.

Gezien het aantoonbare belang voor de cohesie en sociaaleconomische ontwikkeling van de EU in veel regio’s wordt ervoor gepleit om cultuur met de instellingen en erfgoedlocaties in de follow-upstrategie en de beleidsplanning als een strategisch gebied te beschouwen.

41.

Cultuur en cultureel erfgoed beter moeten worden geïntegreerd in de prioriteiten van het komende MFK, zowel door mainstreaming als door de vaststelling van een begrotingsdoelstelling van meer dan 2 miljard EUR voor het programma dat het programma „Creatief Europa” opvolgt.

42.

In alle lidstaten dienen er culturele partnerschappen te komen; in dit verband wordt gepleit voor intensievere bevordering van thematische culturele routes over de grenzen van de lidstaten heen, onder meer in het kader van het Interreg-programma.

43.

De steun voor cultureel erfgoed voor regionale ontwikkeling moet een belangrijk onderdeel worden van het cohesiebeleid na 2020. De middelen voor cultureel erfgoed in brede zin dienen te worden verhoogd en mogen in geen geval worden verlaagd. De middelen voor cultureel erfgoed in brede zin dienen te worden verhoogd en mogen in geen geval worden verlaagd. Bij thematische concentratie — mits deze als regel voor de periode na 2020 wordt gehandhaafd — moet rekening worden gehouden met culturele aspecten.

44.

De Europese Unie dient de aanzet te geven voor een strategie voor culturele diplomatie. Het is daarom van essentieel belang artistieke en culturele communicatie en uitwisselingen tussen de regio’s van de EU en derde landen te bevorderen, onder meer door de mobiliteit van kunstenaars en hun werken naar derde landen en omgekeerd te vergemakkelijken. Daarom wordt de Europese Commissie nogmaals opgeroepen om prioriteit te geven aan de verdere ontwikkeling van culturele diplomatie, met het oog op de integratie ervan in het buitenlands beleid van de EU (14).

45.

De door de Europese Commissie vastgestelde bovengrens van het projectbudget voor EFRO-investeringen in de culturele infrastructuur, te weten 5 miljoen EUR in de huidige steunperiode van de structuurfondsen en het Cohesiefonds, belemmert de ontwikkeling van grotere culturele infrastructuren.

46.

De Europese Commissie wordt derhalve verzocht dit willekeurige plafond op te heffen en de programma’s te baseren op inhoudelijke criteria en doelstellingen die moeten worden bereikt, met name de Europese meerwaarde.

47.

Het CvdR verzoekt de partijen die onderhandelen over het vertrek van het VK opnieuw om rekening te houden met de mogelijke gevolgen van de terugtrekking van het VK uit de onderwijs-, cultuur- en jeugdprogramma’s van de EU en roept hen op passende oplossingen te vinden om de integratie van niet-EU-landen mogelijk te maken.

48.

Het is noodzakelijk dat de Raad zijn werkplan „Cultuur 2015-2018” voortzet en verder ontwikkelt (15).

49.

Het CvdR onderschrijft de doelstelling van de Europese Commissie om een EU-actieplan voor het cultureel erfgoed (16) voor de lange termijn op te stellen en zo de activiteiten in het kader van EYCH 2018 te bestendigen.

50.

De Europese Commissie en de Raad zouden vertegenwoordigers van de regio’s met hun directe ervaring adequaat en veel nauwer kunnen betrekken bij de conferenties en initiatieven voor peer learning, zoals beschreven in de conclusies van de Raad over het werkplan Cultuur.

51.

Het CvdR steunt de uitbreiding van de financiële capaciteit van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector en dringt erop aan dat de reikwijdte ervan wordt verbreed en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) hierin worden opgenomen, aangezien zij de culturele en creatieve sector goed weerspiegelen.

52.

De lidstaten wordt verzocht in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) ook de steun voor culturele infrastructuur, onderwijs, herscholing, innovatie en samenwerkingsprojecten op te voeren.

53.

De lokale en regionale overheden worden aangemoedigd om ook in de Leader-werkgroepen aandacht te schenken aan de culturele infrastructuur op het platteland, als een belangrijke factor voor sociale cohesie, door te zorgen voor vormen van duurzame mobiliteit die bezoekers in staat stellen van het landschap te genieten met een minimale milieu-impact, zoals fiets-, wandel- of waterwegen.

54.

Ook ondernemers uit de culturele en creatieve sector worden verzocht actief deel te nemen aan de ontwikkeling van de gemeenschap en de samenleving, ook door op Europese schaal succesvolle modellen voor de organisatie van netwerken tussen bedrijven over te nemen, ter ondersteuning van het mkb in de sector, om de historische en culturele excellentie van het gebied te benutten.

55.

Gepleit wordt voor nauwe samenwerking met de European Festivals Association (EFA) bij de ontwikkeling van uitwisselingen en vrijwilligersactiviteiten onder de paraplu van het Europees Solidariteitskorps op het gebied van cultuur en cultureel erfgoed in de context van EYCH 2018.

56.

De EU zou zich, in haar rol van subsidiair ondersteuner, meer moeten richten op culturele concepten, met name op regionaal en interregionaal niveau.

57.

Het CvdR merkt kritisch op dat het schort aan vergelijkende evaluaties op Europees niveau en verzoekt de lidstaten en de Europese Commissie daarom om regelmatig evaluaties en technische studies voor Europese vergelijkingen te laten uitvoeren en de resultaten daarvan te gebruiken voor beleidsdebatten op alle niveaus.

58.

Een regelmatige, alomvattende gegevensverzameling en verplichte verslaglegging worden echter als te bureaucratisch afgewezen.

59.

De Europese Commissie zij eraan herinnerd dat veel meer regio’s cultureel erfgoed en creativiteit definiëren als een belangrijke factor voor regionale ontwikkeling dan de S3-specialisatie suggereert.

60.

Daarom zou de financiering van onderzoek in dit verband beter gefaciliteerd moeten worden en verder moeten gaan dan de beperkte aandacht voor strategieën voor intelligente specialisatie (S3).

61.

De regio’s die hun cultureel erfgoed als een bijzonder sterke hulpbron beschouwen, zouden dit in hun S3-strategie tot uiting moeten laten komen.

62.

Helaas is de toegang tot kunst en cultuur, die van cruciaal belang zijn voor sociale cohesie en inclusiviteit, niet verankerd in de Europese pijler van sociale rechten (17).

63.

De steun voor de virtuele bibliotheek Europeana verdient voortzetting en uitbreiding, waarbij nationale digitaliseringsbenaderingen moeten worden geïntegreerd. Het tienjarig bestaan van Europeana in 2018 is de ideale gelegenheid om de volgende ontwikkelingsfase te betreden.

64.

De Europese Commissie zou meer prijzen en onderscheidingen moeten instellen, ongeacht of er EU-middelen aan de projecten zijn toegekend. Het onderscheiden van innovatieve projecten zorgt voor een betere perceptie buiten de regio en de lidstaat, bevordert de Europese uitwisseling en stimuleert navolgers in andere regio’s van Europa.

65.

Het CvdR herhaalt zijn krachtige steun voor de Europese culturele hoofdsteden (2020-2033) en dringt aan op voortzetting van het initiatief na 2033, dat nog meer de volledige diversiteit van de culturele rijkdom van Europa moet weerspiegelen en de langetermijnontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese culturele ruimte op basis van publieke participatie moet bevorderen. In dit verband heeft de Europese Commissie helaas besloten het VK uit te sluiten van de editie 2023. De gemeenschappelijke Europese culturele ruimte reikt immers verder dan de grenzen van de Europese Unie.

66.

Aanbevolen wordt om dit initiatiefadvies te behandelen tijdens de vergadering van de Raad cultuur van 22-23 mei 2018, die zich zal concentreren op „de toekomst van de EU op basis van een langetermijnvisie op de Europese culturele inhoud” en op de noodzaak om het Europees cultureel erfgoed in alle richtlijnen te integreren.

67.

De leden van het CvdR zouden zelf regelmatig projecten en ervaringen in verband met cultureel erfgoed kunnen uitwisselen.

Brussel, 17 mei 2018.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Karl-Heinz LAMBERTZ


(1)  Witboek over de toekomst van Europa. Beschouwingen en scenario’s voor de EU27 tegen 2025 (COM(2017) 2025 final).

(2)  Mededeling „Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur”, bijdrage aan de bijeenkomst van de staats- en regeringshoofden van de EU in Göteborg (Zweden) op 17 november 2017 (COM(2017) 673 final).

(3)  Leidersagenda over cultuur en onderwijs, hier in het Engels te downloaden: http://www.european-council.europa.eu/media/31544/en_leaders-agenda-note-on-education-and-culture.pdf

(4)  RESOL-VI/014, CdR 4785/2016 fin.

(5)  Standaard Eurobarometer 88.

(6)  Speciale Eurobarometer 466.

(7)  Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijke erfgoed, aangenomen door de Algemene Vergadering tijdens de zeventiende zitting te Parijs, 16 november 1972.

(8)  COM(2017) 673 final

(9)  Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan voor cultuur (2015-2018) (PB C 463 van 23.12.2014, blz. 4).

(10)  https://europa.eu/european-union/eu60_nl

(11)  https://cultureactioneurope.org/files/2018/03/CAE-Reflection-paper-Agenda-for-Culture-2018.pdf

(12)  Voorkeuren van Europeanen met betrekking tot toerisme — Flash Eurobarometer Report 432 (maart 2016):

http://ec.europa.eu/COMMFrontOffice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/FLASH/surveyKy/2065

(13)  https://ec.europa.eu/culture/policy/cultural-creative-industries_en

(14)  COR-2016-05110.

(15)  PB C 463 van 23.12.2014, blz. 4

(16)  Dit zou het resultaat kunnen zijn van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 en kunnen worden besloten tijdens de „Assises du Patrimoine”.

(17)  CDR 3141/2017.