13.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/2


P8_TA(2018)0372

Internationale standaarden voor financiële verslaglegging: IFRS 17 Verzekeringscontracten

Resolutie van het Europees Parlement van 3 oktober 2018 over internationale standaarden voor financiële verslaglegging: IFRS 17 Verzekeringscontracten (2018/2689(RSP))

(2020/C 011/02)

Het Europees Parlement,

gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1),

gezien Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (2),

gezien Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (3),

gezien Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (4),

gezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (5),

gezien International Financial Reporting Standard (IFRS) 17 Verzekeringscontracten die de International Accounting Standards Board (IASB) op 18 mei 2017 heeft uitgebracht,

gezien het verslag van Philippe Maystadt van oktober 2013 getiteld "Should IFRS standards be more European?",

gezien zijn resolutie van 7 juni 2016 inzake de evaluatie van de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) en de werkzaamheden van de International Financial Reporting Standards (IFRS) Foundation, de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) en de Public Interest Oversight Board (PIOB) (6),

gezien zijn resolutie van 6 oktober 2016 over internationale standaarden voor financiële verslaglegging: IFRS 9 (7),

gezien het raadplegingsdocument van de Commissie van 21 maart 2018 getiteld "Fitness check on the EU framework for public reporting by companies",

gezien het goedkeuringsadvies dat de Commissie op 27 oktober 2017 aan de EFRAG heeft gevraagd in verband met IFRS 17,

gezien het advies van de Europese Bankautoriteit en de brief met commentaar van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) over het voorontwerp van de IASB inzake verzekeringscontracten,

gezien het verslag van de Commissie van 23 november 2017 over de activiteiten van de IFRS Foundation, de EFRAG en de PIOB in 2016 (COM(2017)0684),

gezien het verslag van het Europees Comité voor systeemrisico's (ESRB) van juli 2017 over de gevolgen van IFRS 9 voor de financiële stabiliteit,

gezien het Global Financial Stability Report van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van oktober 2017 getiteld "Is Growth at Risk?",

gezien het persbericht over IFRS 17 dat de Raad voor financiële stabiliteit (Financial Stability Board - FSB) op 17 juli 2017 heeft uitgebracht,

gezien de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, die is aangenomen op 12 december 2015,

gezien het verslag van de FSB van juni 2017 over de aanbevelingen van de taskforce voor de openbaarmaking van klimaatgerelateerde financiële informatie,

gezien de mededeling van de Commissie van 8 maart 2018 getiteld "Actieplan: duurzame groei financieren"(COM(2018)0097),

gezien het eindverslag dat de EU-deskundigengroep op hoog niveau over duurzame financiering op 31 januari 2018 heeft uitgebracht over de financiering van een duurzame Europese economie,

gezien de achtergrondnota's van de EFRAG over IFRS 17 in verband met de publicatie van de contractuele servicemarge, de overgangsvereisten en de vereisten inzake de mate van aggregatie,

gezien de gedachtewisseling over IFRS 17 tussen de voorzitter van de IASB, Hans Hoogervorst, de voorzitter van de IFRS Foundation Trustees, Michel Prada, en de voorzitter van de EFRAG-raad, Jean-Paul Gauzès,

gezien de voor zijn Commissie economische en monetaire zaken uitgevoerde studie van januari 2016 getiteld "Changes to Accounting and Solvency Rules: The (possible) Impact on Insurance and Pensions" (8),

gezien de door de Commissie economische en monetaire zaken ingediende ontwerpresolutie,

gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de International Accounting Standards Board (IASB) op 18 mei 2017 een nieuwe norm inzake verzekeringscontracten heeft uitgebracht, namelijk International Financial Reporting Standard (IFRS) 17; overwegende dat als de EU deze norm bekrachtigt, IFRS 17 op 1 januari 2021 in de EU van kracht zal worden en de tussentijdse norm IFRS 4 zal vervangen; overwegende dat IFRS 17 de derde belangrijke norm voor financiële verslaglegging is die de IASB heeft uitgevaardigd, na IFRS 16 Leaseovereenkomsten en IFRS 9 Financiële instrumenten; overwegende dat de discrepantie tussen de toepassingsdata van IFRS 17 en IFRS 9 met wijzigingen van IFRS 4 is aangepakt;

B.

overwegende dat IFRS 4 slechts als een tijdelijke norm bedoeld was maar het gebruik van een breed scala aan nationale boekhoudkundige normen en praktijken mogelijk maakt; overwegende dat de huidige verzekeringsboekhouding een grote verscheidenheid te zien geeft, onder meer inzake de waardering van verplichtingen en de erkenning van inkomsten en winst;

C.

overwegende dat IFRS 17 de boekhoudregels voor verzekeringscontracten in verschillende gebieden harmoniseert en bedoeld is om voor een realistischer beschrijving te zorgen en de jaarrekeningen in de verzekeringssector beter te kunnen vergelijken;

D.

overwegende dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in het Global Financial Stability Report van oktober 2017 aandrong op verbeteringen van de regelgevingskaders voor levensverzekeringen om de verslaglegging transparanter en de sector weerbaarder te maken; overwegende dat de Raad voor financiële stabiliteit (FSB) IFRS 17 heeft toegejuicht;

E.

overwegende dat Europese verzekeringsmaatschappijen een breed scala aan verzekerings- en herverzekeringsproducten aanbieden maar verschillen qua bedrijfsmodel, met inbegrip van hun beleggings- en passivastructuur; overwegende dat verzekeringsmaatschappijen niet alleen belangrijke institutionele beleggers maar ook belangrijke langetermijnbeleggers zijn;

F.

overwegende dat de Commissie een geschiktheidscontrole van het EU-kader voor openbare verslaglegging door bedrijven aan het uitvoeren is, waarvoor zij mogelijke wisselwerkingen tussen IFRS 17, de richtlijn betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, en Solvabiliteit II heeft onderzocht;

G.

overwegende dat de EFRAG momenteel haar goedkeuringsadvies betreffende IFRS 17 aan het opstellen is en daartoe een gedetailleerde effectbeoordeling aan het uitvoeren is; overwegende dat de EFRAG in haar achtergrondnota's de mate van aggregatie, de contractuele servicemarge, herverzekering, de overgangsvereisten en de operationele impact als controversiële gebieden heeft aangemerkt;

H.

overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken IFRS 17 aan een grondig onderzoek zal onderwerpen;

1.

merkt op dat IFRS 17 een fundamentele verandering in de boekhouding voor verzekeringscontracten zal vergen maar meer samenhang en transparantie met zich mee zal brengen en een betere vergelijkbaarheid moet opleveren;

2.

stipt aan dat er voor de tenuitvoerlegging van IFRS 17 grote inspanningen en aanzienlijke kosten nodig zullen zijn, in het bijzonder voor kmo's in de verzekeringssector, wat erop wijst hoe complex de nieuwe norm wel is; merkt op dat er al inspanningen voor de uitvoering geleverd worden en dat de IASB ondersteuning verleent bij de tenuitvoerlegging, met name door de oprichting van een Transition Resource Group (TRG) voor IFRS 17;

3.

wijst erop dat er bezorgdheid bestaat over de presentatie van algemene verzekeringscontracten, met inbegrip van het risico op kennisgevingen van mindere kwaliteit, een buitensporige toename van de verwachte kosten van de tenuitvoerlegging en een aanzienlijke toename van de operationele complexiteit van de verslaglegging uit hoofde van IFRS 17; verzoekt de EFRAG de geraamde kosten van deze maatregel onder de loep te nemen en te bekijken of deze de begrijpelijkheid van de financiële impact van algemene verzekeringscontracten zal belemmeren;

4.

merkt op dat IFRS 17 onder meer tot doel heeft aandeelhouders relevante informatie te verschaffen door de verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten te waarderen; wijst erop dat dit een fundamenteel complex proces is en financiële verstoringen kan verscherpen;

5.

neemt ter kennis dat de EFRAG bezig is met het opstellen van haar goedkeuringsadvies, met name in verband met de kwesties die de groep in kaart heeft gebracht, namelijk de mate van aggregatie, de contractuele servicemarge, herverzekering, de overgangsvereisten en de operationele impact; merkt op dat het definitieve goedkeuringsadvies in december 2018 wordt verwacht; beveelt aan om dit tijdsbestek te herzien zodra er zicht is op de volledige schaal en complexiteit van de vastgestelde problemen inzake praktijktests; is ingenomen met de kwesties die de Commissie in haar call for advice aan de EFRAG aan de orde heeft gesteld, in het bijzonder de noodzaak om de mogelijke gevolgen voor de financiële stabiliteit, het concurrentievermogen en de verzekeringsmarkten, en met name kleine en middelgrote verzekeringsondernemingen, te onderzoeken en de noodzaak van een kosten-batenanalyse; verzoekt de EFRAG na te gaan of alle cruciale kenmerken van verzekeringen zodanig zijn weergegeven dat de geboden sociale zekerheid niet wordt verstoord;

6.

benadrukt dat de interactie tussen IFRS 17, waarbij wordt uitgegaan van een op beginselen gebaseerde benadering, en andere regelgevingsvereisten voor verzekeringsmaatschappijen in de EU, met name Solvabiliteit II, volledig moet worden doorgrond, met name met betrekking tot de kosten voor de tenuitvoerlegging van IFRS 17; betreurt echter dat er nog geen praktijktest is ontwikkeld om de mogelijke gevolgen van IFRS 17 voor de financiële stabiliteit, het concurrentievermogen en de financiële markten te onderzoeken; verzoekt de Commissie daarom bredere tests, waaronder praktijktests, te overwegen om deze gevolgen en interacties te beoordelen; is verheugd over de lopende geschiktheidscontrole van de Commissie betreffende het EU-kader voor openbare verslaglegging door bedrijven; verzoekt de Commissie aan het Parlement verslag uit te brengen over de resultaten van deze controle en er in de goedkeuringsprocedure de nodige aandacht aan te besteden; wijst op de bezorgdheid van de Europese Bankautoriteit (EBA) dat IFRS 17 een inconsistente boeking van soortgelijke transacties mogelijk maakt, naargelang de sector van de emittenten; verzoekt de EFRAG daarom nauw met de EBA samen te werken om te beoordelen of deze bezorgdheid nog steeds geldt in het licht van de definitieve vereisten van IFRS 17, en of transacties met een soortgelijke economische substantie consistent worden behandeld in het kader van IFRS 17;

7.

wijst op de zorgen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) heeft geuit in het kader van haar antwoord op de in 2013 gehouden raadpleging over het voorontwerp van de IASB inzake verzekeringscontracten, met betrekking tot de werkwijze om de gevolgen van wijzigingen in de disconteringsvoet deels als "niet-gerealiseerde resultaten"en deels als winst of verlies te presenteren, waardoor jaarrekeningen te moeilijk te begrijpen zouden zijn en afbreuk zou worden gedaan aan de vergelijkbaarheid van contracten met soortgelijke kenmerken; verzoekt de EFRAG daarom nauw met de ESMA samen te werken en deze zorgen, zo ze nog relevant zijn, in aanmerking te nemen bij het opstellen van haar goedkeuringsadvies in het kader van de definitieve vereisten van IFRS 17, en te besluiten of IFRS 17 voldoet aan het goedkeuringscriterium van begrijpelijkheid; wijst op de zorgen die de ESMA heeft geuit in haar brief met commentaar uit 2013 over de destijds voorgestelde vereisten, namelijk dat IFRS 17 mogelijk onvoldoende duidelijkheid biedt in de presentatie van inkomsten, en dat de bepaling van het disconteringspercentage en de risicocorrectie een doeltreffende handhaving kunnen belemmeren; verzoekt de EFRAG daarom nauw met de ESMA samen te werken en deze zorgen, zo ze nog relevant zijn, in aanmerking te nemen bij het opstellen van haar goedkeuringsadvies in het kader van de definitieve vereisten van IFRS 17; wijst op de bezorgdheid van de EBA over het feit dat IFRS 17 een verzekeringsmaatschappij de mogelijkheid biedt een disconteringspercentage vast te stellen aan de hand van een top-down- of een bottom-upbenadering; verzoekt de EFRAG daarom nauw met de EBA samen te werken en deze zorgen, zo ze nog relevant zijn, in aanmerking te nemen bij het opstellen van haar goedkeuringsadvies in het kader van de definitieve vereisten van IFRS 17, met name wat de vraag betreft of deze keuzemogelijkheid niet aanzienlijk meer ruimte biedt voor interpretatie en inconsistentie bij de toepassing, wat de financiële informatie minder goed vergelijkbaar zou kunnen maken en tot een subjectief opbrengstenbeheer zou kunnen leiden; is ingenomen met het onderzoeksproject van de IASB inzake disconteringspercentages en spoort de IASB ertoe aan de methode voor de raming en toepassing van disconteringspercentages op een samenhangende en alomvattende manier aan te pakken;

8.

verzoekt de Commissie en de EFRAG de aanbevelingen in zijn resoluties van 7 juni 2016 inzake de evaluatie van de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) en 6 oktober 2016 over IFRS 9 in aanmerking te nemen voor de goedkeuring van IFRS 17, met name wat betreft de impact van nieuwe standaarden voor de financiële stabiliteit en langetermijnbeleggingen in de EU, maar ook wat betreft de risico's die voortvloeien uit het feit dat boekhoudbepalingen vaak procyclische effecten en/of een grotere volatiliteit veroorzaken, in het bijzonder omdat met IFRS 17 de klemtoon zal verschuiven van de historische kostprijs naar actuele waarden; herinnert in dit verband aan de aanbevelingen van het verslag-Maystadt over de uitbreiding van het "openbaar goed"-criterium, namelijk dat standaarden voor jaarrekeningen noch de financiële stabiliteit van de EU in gevaar mogen brengen noch haar economische ontwikkeling mogen belemmeren; verzoekt de Commissie specifiek na te gaan of de werkwijze van sommige lidstaten om de winstverdeling op IFRS-rekeningen te baseren zonder filters op niet-gerealiseerde winsten toe te passen strookt met de richtlijn inzake kapitaalinstandhouding;

9.

merkt op dat als gevolg van IFRS 17 en IFRS 9 twee belangrijke veranderingen in de standaarden voor financiële verslaglegging van invloed zijn op de boekhouding voor verzekeringsmaatschappijen; stipt met name aan dat er zich nu veranderingen voordoen op zowel de actiefzijde als de passiefzijde van de balans van verzekeraars, daar beleggingsactiva tegen marktprijs worden gewaardeerd, en de waarderingen van verzekeringscontracten toekomstgerichte nettokasstroomramingen omvatten; verzoekt de EFRAG de mogelijke interactie en eventuele discrepanties tussen IFRS 9 en IFRS 17 te beoordelen;

10.

merkt op dat vrijstellingen van IFRS 17 en IFRS 9 de mogelijkheid bieden om IFRS 15 op de desbetreffende contracten toe te passen; verzoekt de EFRAG te beoordelen of deze behandeling geschikt is;

11.

verzoekt de Commissie en de EFRAG zich te buigen over de bezorgdheid in verband met de mate van aggregatie, met inbegrip van de vereisten inzake de wijze waarop de activiteiten in de praktijk worden uitgevoerd en inzake het groeperen van contracten in jaarlijkse bundels, wat een onduidelijke weergave van het bedrijfsbeheer kan opleveren;

12.

verzoekt de Commissie en de EFRAG zich voorts te buigen over de bezorgdheid in verband met de mate van aggregatie, in die zin dat de uitsplitsing van een portefeuille aan de hand van winstgevendheidscriteria en jaarlijkse bundels mogelijk niet weergeeft hoe het bedrijf wordt geleid en mogelijk de kosten, de complexiteit en de administratieve rompslomp voor ondernemingen doet toenemen;

13.

dringt aan op verduidelijking inzake bepaalde mogelijke negatieve gevolgen van de overgangsvereisten, met name met betrekking tot de complexiteit van de retrospectieve benaderingen en de beperkte beschikbaarheid van gegevens in dit verband; verzoekt de Commissie en de EFRAG de mogelijke gevolgen voor de vergelijkbaarheid en gegevenskwesties onder de loep te nemen indien voor één portefeuille verzekeringscontracten verscheidene overgangsbenaderingen moeten worden toegepast;

14.

verzoekt de Commissie en de EFRAG de mogelijke voordelen voor alle belanghebbenden te bekijken;

15.

wijst op bepaalde zorgen in verband met herverzekeringscontracten, die een specifieke vorm van verzekering vormen; verzoekt de EFRAG de impact van de vereisten van IFRS 17 op de boekhouding voor herverzekeringen onder te loep te nemen en daarbij rekening te houden met de belangen van de begunstigden en de bedrijfsmodellen van herverzekeraars;

16.

verzoekt het recent door de EFRAG opgerichte Europees bedrijfsrapportagelab goede praktijken inzake bedrijfsrapportage uit te werken, met name inzake de openbaarmaking van klimaatgerelateerde financiële informatie, in overeenstemming met de aanbevelingen van de desbetreffende taskforce;

17.

merkt op dat de ware schaal en complexiteit van IFRS 17 pas duidelijk zullen worden wanneer de EFRAG haar effectbeoordeling heeft afgerond; verzoekt de Commissie en de EFRAG, afhankelijk van de resultaten van die beoordeling, te onderzoeken of de huidige uitvoeringstermijn voor IFRS 17 haalbaar is, en de mogelijke interactie met uitvoeringsdata in andere rechtsgebieden te bekijken;

18.

dringt er bij de Commissie op aan om, zo IFRS 17 wordt goedgekeurd, samen met de Europese toezichthoudende autoriteiten (ESA's), de ECB, het ESRB en de EFRAG nauwlettend toe te zien op de tenuitvoerlegging van die norm in de EU, om voor juni 2024 een effectbeoordeling achteraf uit te voeren en deze beoordeling voor te leggen aan het Parlement en te handelen in overeenstemming met de standpunten van het Parlement daaromtrent;

19.

benadrukt dat verzekeraars de verantwoordelijkheid dragen beleggers in te lichten over de mogelijke gevolgen van de invoering van IFRS 17;

20.

verzoekt het ESRB een taskforce inzake IFRS 17 op te richten;

21.

verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat als IFRS 17 wordt goedgekeurd, deze norm het Europees openbaar belang ten goede komt, met inbegrip van de EU-doelstellingen inzake duurzaamheid en langetermijninvesteringen in het kader van de Overeenkomst van Parijs;

22.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie.

(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19.

(3)  PB L 374 van 31.12.1991, blz. 7.

(4)  PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.

(5)  PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1.

(6)  Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0248.

(7)  Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0381.

(8)  http://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/STUD/2016/569996/IPOL_STU(2016)569996_EN.pdf