3.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/346


RESOLUTIE (EU) 2018/1434 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 18 april 2018

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2016

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2016,

gezien artikel 94 van en bijlage IV bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0082/2018),

A.

overwegende dat de kwijtingsautoriteit in het kader van de kwijtingsprocedure de nadruk legt op het bijzondere belang van het verder versterken van de democratische legitimiteit van de instellingen van de Unie door de transparantie en de verantwoordingsplicht te vergroten, het concept van resultaatgericht begroten ten uitvoer te leggen en een goed personeelsbeheer te verzekeren;

B.

overwegende dat de subsidie van de Unie aan de definitieve begroting van het Europees GNSS-Agentschap (hierna: „het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2016 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven (1)29 086 327 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 5,36 % ten opzichte van 2015 betekent;

C.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2016 (hierna „het verslag van de Rekenkamer”) verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

De verplichtingen van het Agentschap

1.

herinnert het Agentschap eraan dat het de bepalingen van de artikelen 109 en 110 van Verordening (EU) nr. 1271/2013 moet naleven en dat het zijn verplichtingen in het kader van de kwijtingsprocedure moet nakomen, met name het beantwoorden van de door de leden van het Europees Parlement verstuurde vragenlijst en de vragen die werden gesteld in het kader van de kwijtingsprocedure voor 2015, de zogenaamde follow-up; is van mening dat het Agentschap zijn verplichtingen in 2016 niet nakwam door zijn antwoorden te laat te verstrekken en zodoende inbreuk te maken op de regels en zijn verplichtingen; is van mening dat dit kan worden beschouwd als reden van procedurele aard voor het uitstellen van het besluit tot verlening van kwijting; is van mening dat een dergelijke vertraging zich niet nog eens mag voordoen;

Follow-up van de kwijting van 2014 en 2015

2.

neemt met zorg nota van het aantal lopende corrigerende maatregelen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer in 2014 en 2015 in verband met de verzekeringsdekking, de validering van het boekhoudsysteem, het bedrijfscontinuïteitsplan en het hoge personeelsverloop; verzoekt het Agentschap in 2018 zo veel mogelijk corrigerende maatregelen af te ronden;

Financieel en begrotingsbeheer

3.

merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2016 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 100 %; stelt voorts vast dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 82,42 % bedroeg;

4.

merkt op dat het Agentschap ook in 2016 een groot bedrag aan gedelegeerde begroting beheerde, na de ondertekening van twee nieuwe delegatieovereenkomsten (EGNOS Exploitation en Galileo Exploitation) in de loop van 2016; merkt op dat in 2016 een totaal van 1 074 000 000 EUR aan gedelegeerde begroting werd vastgelegd en dat er voor 111 600 000 EUR aan betalingen werden gedaan;

Vastleggingen en overdrachten

5.

verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten voor titel II (administratieve uitgaven) in 2016 hoog was, met 2 806 212 EUR (45 %), ten opzichte van 2 511 309 EUR (42 %) in 2015; erkent dat deze overdrachten vooral verband houden met IT-diensten die in 2016 waren geleverd, maar nog niet waren gefactureerd;

6.

erkent dat de annuleringen van overdrachten op een bijzonder laag peil staan (0,7 % voor alle begrotingsonderdelen in 2016); neemt er nota van dat het Agentschap dit een betere maatstaf vindt voor het begrotingsbeheer dan het niveau van de overdrachten zelf;

7.

merkt op dat de overdrachten vaak gedeeltelijk of geheel gerechtvaardigd kunnen zijn omdat de operationele programma's van het Agentschap over meerdere jaren lopen, en dus niet noodzakelijk op een tekortkoming in de begrotingsplanning en -tenuitvoerlegging wijzen of haaks staan op het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit, met name indien zij vooraf zijn gepland en aan de Rekenkamer zijn gemeld;

Overschrijvingen

8.

merkt op dat in 2016 zes interne overschrijvingen werden verwerkt, die werden goedgekeurd door de uitvoerend directeur, aangezien deze overschrijvingen bedragen betroffen binnen de titels of van minder dan 10 % tussen titels;

Personeelsbeleid

9.

stelt vast dat het Agentschap aan het begin van 2016 99 tijdelijke functionarissen, 36 arbeidscontractanten en 4 gedetacheerde nationaal deskundigen in dienst had, op in totaal 139 personeelsleden; stelt vast dat het Agentschap eind 2016 113 tijdelijke functionarissen (van de 113 toegestane posten volgens de begroting van de Unie), 43 arbeidscontractanten en 4 gedetacheerde nationaal deskundigen in dienst had, waarmee het aantal personeelsleden op 160 kwam;

10.

merkt bezorgd op dat, kijkend naar het op 31 december 2016 vervulde aantal ambten, de genderverhouding neerkwam op 36 % vrouwen en 64 % mannen;

11.

is ingenomen met de uitvoering van talrijke maatregelen door het Agentschap om zijn aantrekkelijkheid te verhogen, zowel extern als intern, door bijvoorbeeld het belang van zijn opdracht extra in de verf te zetten, zijn vacatures op bredere schaal bekend te maken en deze te vereenvoudigen, de secundaire arbeidsvoorwaarden voor personeel te verduidelijken en de interdepartementale samenwerking te versterken om het probleem van een hoog personeelsverloop aan te pakken; verzoekt het Agentschap verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit over de impact van deze maatregelen;

12.

benadrukt dat het evenwicht tussen werk en privéleven deel moet uitmaken van het personeelsbeleid van het Agentschap; wijst erop dat de begrotingsmiddelen die werden besteed aan welzijnsactiviteiten ongeveer 84,70 EUR per personeelslid bedroegen, wat neerkomt op 1,1 dag; stelt vast dat het gemiddelde aantal dagen ziekteverlof in 2016 7,1 dagen per personeelslid bedroeg;

13.

waardeert het dat het Agentschap in 2017 nieuw beleid heeft aangenomen inzake de bescherming van de waardigheid van personen en het voorkomen van intimidatie; steunt de opleidingssessies die worden georganiseerd om het bewustzijn onder het personeel te vergroten en stelt voor regelmatig opleidings- en voorlichtingssessies over de kwestie te organiseren;

14.

stelt met tevredenheid vast dat het Agentschap geen klachten ontving, geen rechtszaken werden gestart en geen zaken werden gemeld in verband met de indienstneming en het ontslag van personeel in 2016;

Aanbesteding

15.

neemt er nota van dat de gemiddelde betalingstermijn van het Agentschap 14 dagen bedroeg, wat ruim onder de door de Commissie vastgestelde norm van 30 dagen en haar doelstelling van 20 dagen ligt; stelt vast dat het Agentschap in totaal 4 740 financiële transacties verwerkte, wat neerkomt op een stijging van 11 % ten opzichte van 2015;

16.

verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat het Agentschap op 15 december 2016 een raamovereenkomst ondertekende voor de exploitatie van het Galileo-satellietsysteem voor de periode 2017-2027, ter waarde van 1 500 000 000 EUR; neemt er daarnaast nota van dat de opdracht werd gegund op basis van een openbare aanbestedingsprocedure; neemt er nota van dat een van de betrokken inschrijvers een proces tegen het Agentschap heeft aangespannen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: „het Hof van Justitie”), waarin deze inschrijver de uitkomst van de aanbestedingsprocedure aanvecht; erkent dat het Hof van Justitie uitspraak zal doen over de wettigheid en regelmatigheid van de aanbestedingsprocedure voor de raamovereenkomst en alle bijbehorende specifieke overeenkomsten en toekomstige bepalingen; wijst erop dat de eerste betalingen naar verwachting in 2017 zouden worden gedaan;

Preventie van en omgang met belangenconflicten, transparantie en democratie

17.

stelt vast dat het Agentschap de belangenverklaringen en beknopte cv's van zijn hoger management op zijn website bekend heeft gemaakt;

18.

stelt vast dat het Agentschap nog steeds geen beleid inzake klokkenluiden heeft vastgesteld; verneemt overigens uit het vervolgverslag dat het Agentschap het proces voor de goedkeuring van een beleid inzake klokkenluiden zal starten op basis van de uitvoeringsregels van de Commissie voor agentschappen, die naar verwachting in 2018 beschikbaar zullen zijn; verzoekt het Agentschap verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit over de goedkeuring en uitvoering van zijn regels inzake klokkenluiden;

Belangrijkste verwezenlijkingen

19.

is ingenomen met de volgende drie belangrijkste door het Agentschap in 2016 gerapporteerde verwezenlijkingen:

de afronding van de aanbesteding inzake de exploitant van Galileo, ter waarde van 1 500 000 000 EUR;

de actualisering van zijn delegatieovereenkomst met de Commissie inzake Galileo;

de afronding van de onderhandelingen over en de ondertekening van een werkregeling met het Europees Ruimteagentschap (ESA) inzake Galileo;

Interne audit

20.

stelt vast dat de dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie in 2016 een audit uitvoerde van de plannings-, monitorings- en verslagleggingsprocedure van het Agentschap; benadrukt dat in het kader van de audit geen kritische bevindingen werden gedaan; merkt bovendien op dat de IAS in 2016 plannen aankondigde om in april 2017 een periodieke risicobeoordeling van het Agentschap uit te voeren;

Interne controles

21.

merkt op dat de laatste beoordeling van de verenigbaarheid met de normen voor de interne controle in oktober 2015 plaatsvond en dat deze aantoonde dat het Agentschap slechts één van de zestien normen voor de interne controle niet naleeft, namelijk „bedrijfscontinuïteit”; stelt daarnaast vast dat het Agentschap naar aanleiding hiervan in 2016 een beoordeling van de bedrijfscontinuïteit startte; verzoekt het Agentschap verslag uit te brengen aan de kwijtingsautoriteit over de uitkomst van deze beoordeling;

22.

verneemt uit het verslag van de Rekenkamer dat de IAS in zijn auditverslag van november 2016 concludeerde dat in 2016 geen jaarlijkse risicobeoordeling voor het hele Agentschap was uitgevoerd en dat de aanzienlijke risico’s voor het Agentschap niet zijn opgenomen in zijn planningsdocumenten of activiteitenverslagen; stelt bovendien vast dat de IAS constateerde dat de terminologie die voor de verschillende elementen van het prestatiemetingssysteem wordt gebruikt, niet consistent is, waardoor de prestatiemonitoring wordt belemmerd; neemt er nota van dat het Agentschap en de IAS een plan overeen zijn gekomen om corrigerende maatregelen te treffen; erkent dat het Agentschap de bevindingen van de IAS met betrekking tot het risicobeheer heeft toegepast en dat het Agentschap in het vierde kwartaal van 2016 de laatste hand heeft gelegd aan een beleid en procedure inzake het beheer van bedrijfsrisico's;

Overige opmerkingen

23.

wijst erop dat het Agentschap het Galileo-beveiligingscentrum en de Galileo-grondstations exploiteert, die zich beide op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk bevinden; merkt op dat de status van het Verenigd Koninkrijk binnen die kaders nog nader moet worden bepaald; verzoekt het Agentschap wat de brexitonderhandelingen betreft nauw samen te werken met de Commissie, teneinde voldoende voorbereid te zijn om elke eventuele negatieve operationele of financiële impact tot een minimum te beperken;

24.

is teleurgesteld dat de zichtbaarheid van het Agentschap onbevredigend blijft en dat het Agentschap onvoldoende laat zien wat de Unie op zijn taakgebied doet; verzoekt het Agentschap proactiever te zijn bij het presenteren van zijn taken en werkzaamheden aan het grote publiek en in het algemeen meer op de voorgrond te treden;

25.

verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 18 april 2018 (2) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1)  PB C 230 van 24.6.2016, blz. 4.

(2)  Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0133 (zie bladzijde 393 van dit Publicatieblad).