6.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 41/80


P8_TA(2018)0195

Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: EGF/2017/010 BE/Caterpillar

Resolutie van het Europees Parlement van 3 mei 2018 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2017/010 BE/Caterpillar) (COM(2018)0156 – C8-0125/2018 – 2018/2043(BUD))

(2020/C 41/15)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0156 – C8-0125/2018),

gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1) (EFG-verordening),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3) (IIA 2 december 2013), en met name punt 13,

gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0148/2018),

A.

overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te verlenen aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen of de wereldwijde financiële en economische crisis ondervinden, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren;

B.

overwegende dat de financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld;

C.

overwegende dat België aanvraag EGF/2017/010 BE/Henegouwen machines heeft ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van 2 287 gedwongen ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in de regio van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen in België);

D.

overwegende dat de aanvraag is gebaseerd op de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers, downstreamproducenten en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd;

1.

is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 4, lid 1, van de EFG-verordening en dat België recht heeft op een financiële bijdrage ter hoogte van 4 621 616 EUR uit hoofde van die verordening, wat overeenkomt met 60 % van de totale kosten van 7 702 694 EUR;

2.

neemt ter kennis dat de Belgische autoriteiten de aanvraag op 18 december 2017 hebben ingediend en dat de Commissie, nadat België aanvullende gegevens had verstrekt, haar beoordeling op 23 maart 2018 heeft afgerond en het Parlement hiervan diezelfde dag nog in kennis heeft gesteld;

3.

herinnert eraan dat dit de tweede Belgische aanvraag is voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij Caterpillar, na de eerdere aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar in juli 2014 en een positief besluit daarover (4); wijst erop dat er geen overlapping is tussen de werknemers die worden ondersteund via die aanvraag, en de werknemers waar de onderhavige aanvraag betrekking op heeft;

4.

stelt vast dat België de aanvraag onderbouwt door erop te wijzen dat de ontslagen verband houden met grote structurele veranderingen in de mondiale handelspatronen als gevolg van de globalisering, de wereldwijde concurrentie in de sector van machines voor de bouw en de mijnbouw en het daaruit voortvloeiende verlies van marktaandeel van Caterpillar in die sector; wijst erop dat de ontslagen verband houden met het algemene herstucturerings- en bezuinigingsplan dat Caterpillar in september 2015 aankondigde;

5.

is bezorgd dat ondernemingen die in derde landen actief zijn, als gevolg van minder restrictieve milieuwetgeving en lagere arbeidskosten concurrerender kunnen zijn dan ondernemingen die in de Unie actief zijn;

6.

is zich bewust van de daling van de productie van de mijnbouwsector in Europa en de dramatische daling van de uitvoer van de EU-28 in die sector sinds 2014, de stijging van de Europese staalprijs en de daaruit voortvloeiende hoge productiekosten voor machines, met name in vergelijking met China; betreurt echter dat de Caterpillar-groep heeft besloten de productie van de fabriek in Gosselies te verplaatsen naar andere productie-eenheden in Frankrijk (Grenoble) en naar andere fabrieken buiten Europa, waaronder China en Zuid-Korea; dit leidde tot een plotselinge sluiting van de Gosselies-vestiging en het ontslag van 2 300 werknemers, wat zorgde voor een diep sociaal en menselijk drama voor duizenden gezinnen, terwijl de Gosselies-vestiging rendabel was, vooral na de investeringen van de voorgaande jaren;

7.

betreurt dat de werknemers van de Gosselies-vestiging te horen kregen dat de vestiging gesloten zou worden door middel van een simpele mededeling; betreurt dat dit harde besluit niet in overleg met de lokale en regionale overheden is genomen; betreurt het totale gebrek aan informatie en respect voor werknemers en vakbondsvertegenwoordigers, die vooraf geen informatie over de sluiting van de onderneming hebben ontvangen; benadrukt dan ook het belang van een betere informatievoorziening aan en van overleg met de werknemers in de Unie;

8.

dringt erop aan dat de sociaal-economische gevolgen voor de Charleroi-regio worden verzacht en dat duurzame inspanningen worden geleverd voor het economisch herstel van de regio, met name met behulp van de Europese structuur- en investeringsfondsen;

9.

herinnert eraan dat de ontslagen bij Caterpillar naar verwachting zeer negatieve gevolgen zullen hebben voor de lokale economie; benadrukt de gevolgen van dit besluit voor een groot aantal werknemers bij leveranciers en producenten verder in de toeleveringsketen;

10.

wijst erop dat de aanvraag betrekking heeft op 2 287 ontslagen werknemers bij Caterpillar en de vijf toeleveranciers van het bedrijf, en dat de meeste van die werknemers tussen de 30 en de 54 jaar oud zijn; wijst er tevens op dat ruim 11 % van de ontslagen werknemers tussen de 55 en de 64 jaar oud is en vaardigheden heeft die specifiek zijn voor de industriesector; benadrukt dat de werkzoekenden in Charleroi meestal laaggeschoold zijn (50,6 % heeft het hoger secundair onderwijs niet voltooid) en dat 40 % langdurig werkloos is (meer dan 24 maanden); betreurt het feit dat volgens de Forem (de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) het werkloosheidscijfer in de provincie Henegouwen met deze ontslagen naar verwachting met 6,1 % zal toenemen; wijst tegen deze achtergrond op het belang van door het EFG medegefinancierde actieve arbeidsmarktmaatregelen voor het vergroten van de kans dat deze groepen opnieuw een baan vinden;

11.

verwelkomt het feit dat door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekt zal worden aan maximaal 300 jongeren onder de 30 jaar die geen werk hebben, en geen scholing of stage volgen (NEET's);

12.

wijst erop dat België voornemens is vijf soorten maatregelen te nemen voor de ontslagen werknemers en NEET's die onder deze aanvraag vallen: i) individuele begeleiding bij het zoeken naar een baan, dossierbeheer en algemene informatieverstrekking, ii) opleiding en herscholing, iii) bevordering van ondernemerschap, iv) bijdrage aan het opstarten van een bedrijf, v) vergoedingen en toelagen; benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat de financiële steun doeltreffend en doelgericht is;

13.

is verheugd over het besluit om opleidingscursussen te organiseren die zijn afgestemd op de ontwikkelingsprioriteiten van Charleroi, zoals uiteengezet in het CATCH-plan (5);

14.

is tevreden dat de maatregelen inzake inkomenssteun 13,68 % van het totale pakket aan individuele maatregelen zullen uitmaken, wat ver onder het maximum van 35 % ligt dat in de EFG-verordening wordt genoemd, en dat deze maatregelen afhankelijk zijn gesteld van de actieve participatie van de beoogde begunstigden in activiteiten voor het vinden van werk of opleiding;

15.

verwelkomt het feit dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met een werkgroep, die bestond uit de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding, het investeringsfonds Sogepa, vertegenwoordigers van de vakbonden en andere sociale partners; roept de Belgische en Waalse autoriteiten op om actief aan dit proces deel te nemen;

16.

herinnert aan zijn resolutie van 5 oktober 2016 over de behoefte aan een Europees herindustrialiseringsbeleid in het licht van de recente Caterpillar- en Alstom-zaken, die met grote meerderheid is aangenomen, waarin Europa wordt opgeroepen een echt industriebeleid te voeren dat in het bijzonder is gebaseerd op onderzoek, ontwikkeling en innovatie, maar waarin ook het belang wordt benadrukt van bescherming van de industrie van de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken in derde landen;

17.

stelt vast dat de Belgische autoriteiten de verzekering hebben gegeven dat voor de voorgestelde acties geen financiële steun zal worden ontvangen uit andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, dat dubbele financiering zal worden voorkomen en dat de maatregelen complementair zullen zijn met acties die uit de Structuurfondsen worden gefinancierd;

18.

herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe ondernemingen verplicht zijn krachtens het nationale recht of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen voor de herstructurering van ondernemingen of sectoren;

19.

benadrukt dat per 15 maart 2018 slechts 591 van de ontslagen werknemers werk hadden gevonden; dringt er daarom op aan dat er aan het einde van de steunperiode van het EFG een analyse wordt uitgevoerd om te beoordelen of er verdere steun voor herintegratie moet worden verleend; betreurt dat het vorige besluit betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG voor dit bedrijf (EGF/2014/011) ertoe heeft geleid dat een relatief laag percentage begunstigden opnieuw werk heeft gevonden; hoopt dat in het huidige voorstel met deze ervaring rekening zal worden gehouden;

20.

herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met de toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het pakket moet passen in de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

21.

verzoekt de Commissie er bij de nationale autoriteiten op aan te dringen om in toekomstige voorstellen meer details te geven over de sectoren met groeipotentieel, waarin dus waarschijnlijk mensen in dienst kunnen worden genomen, alsook onderbouwde gegevens over de impact van de EFG-financiering te verzamelen, onder meer over de kwaliteit van de banen en het herintredingspercentage dat dankzij het EFG bereikt is;

22.

herhaalt zijn oproep aan de Commissie ervoor te zorgen dat alle documenten in verband met EFG-zaken openbaar toegankelijk zijn;

23.

hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

24.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

25.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(4)  Besluit (EU) 2015/471 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2014/011 BE/Caterpillar) (PB L 76 van 20.3.2015, blz. 58).

(5)  Plan CATCH, Accélérer la Croissance de l'Emploi dans la Région de Charleroi, september 2017, http://www.catch-charleroi.be/.


BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag van België – EGF/2017/010 BE/Caterpillar)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2018/847.)