16.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 168/37


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over „Creatief Europa”en „Een nieuwe Europese agenda voor cultuur”

(2019/C 168/07)

Rapporteur:

János Ádám KARÁCSONY (HU/EPP), Local councillor, Tahitótfalu village

Referentiedocumenten:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1295/2013

COM(2018) 366 final

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een nieuwe Europese agenda voor cultuur

COM(2018) 267 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1295/2013 Overweging 6

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Het programma moet rekening houden met het duale karakter van de culturele en creatieve sectoren en derhalve oog hebben voor enerzijds de intrinsieke en artistieke waarde van cultuur, en anderzijds de economische waarde van die sectoren, waaronder de bredere bijdrage ervan aan concurrentievermogen, creativiteit en innovatie. Daarvoor zijn sterke Europese culturele en creatieve sectoren nodig, met name een levendige Europese audiovisuele industrie, gezien het vermogen ervan om een groot publiek te bereiken en het economische belang ervan, ook voor andere creatieve sectoren en voor cultureel toerisme […]

Het programma moet rekening houden met het duale karakter van de culturele en creatieve sectoren en derhalve oog hebben voor enerzijds de intrinsieke en artistieke waarde van cultuur, en anderzijds de economische waarde van die sectoren, alsook de bredere bijdrage ervan aan de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Europese Unie en van concurrentievermogen, creativiteit en innovatie. Daarvoor zijn sterke Europese culturele en creatieve sectoren nodig, met name een levendige Europese audiovisuele industrie, gezien het vermogen ervan om een groot publiek te bereiken en het economische belang ervan, ook voor andere creatieve sectoren, voor de territoriale ontwikkeling en het verband ervan met de strategie voor slimme specialisatie en in het kader van cultureel toerisme […]

Motivering

Regionale en Europese territoriale samenwerking creëert groei en banen en promoot Europa als bestemming (onder meer via macro-regionale culturele routes). Er is ruimte om op deze ervaringen voort te bouwen teneinde in de hand te werken dat bij de opleving van cultuur op het grondgebied de in artikel 174 VWEU bedoelde beginselen worden nageleefd, en de rol van cultuur bij op innovatie gebaseerde territoriale ontwikkeling te versterken. Zoals staat te lezen in de blauwdruk voor een Nieuwe Europese agenda voor cultuur, is de Commissie voornemens om „regio’s die op cultuur gerichte strategieën voor slimme specialisatie en macro-regionale strategieën uitvoeren, [te] blijven ondersteunen”.

Wijzigingsvoorstel 2

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1295/2013 Overweging 20

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ten uitvoer te leggen, zal het programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de verwezenlijking van een algemene doelstelling van 25 % van de EU-begroting in het kader van de klimaatdoelstellingen. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van het programma zullen de relevante acties worden geïdentificeerd, en vervolgens in het kader van de desbetreffende evaluaties en herzieningsprocessen worden herbeoordeeld.

Om recht te doen aan het belang van de strijd tegen de klimaatverandering, in overeenstemming met de toezeggingen van de Unie om de Overeenkomst van Parijs en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties als koploper ten uitvoer te leggen, zal het programma bijdragen aan de integratie van klimaatactie en aan de verwezenlijking van een algemene doelstelling van 30 % van de EU-begroting in het kader van de klimaatdoelstellingen, en aan de mainstreaming van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling in alle beleidsterreinen van de Unie . Tijdens de voorbereiding en uitvoering van het programma zullen de relevante acties worden geïdentificeerd, en vervolgens in het kader van de desbetreffende evaluaties en herzieningsprocessen worden herbeoordeeld.

Motivering

Het wijzigingsvoorstel is bedoeld om het belang van de SDG’s te benadrukken en weerspiegelt het standpunt van het CvdR ten aanzien van de financiering ervan.

Wijzigingsvoorstel 3

Overweging 22

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Europese Filmacademie heeft sinds haar oprichting unieke deskundigheid opgebouwd en is in de unieke positie om een pan-Europese gemeenschap van filmmakers en beroepsbeoefenaars op te richten, voor de promotie en verspreiding van Europese films over de nationale grenzen heen en de ontwikkeling van een waar Europees publiek. Het jeugdorkest moet derhalve voor directe steun van de Unie in aanmerking komen.

 

Motivering

Deze bepaling komt neer op ongepaste positieve discriminatie ten gunste van deze instantie. Er is onvoldoende rechtvaardiging voor de noodzaak van directe steun van de EU voor deze instantie. Directe ondersteuning zou niet transparant zijn.

Wijzigingsvoorstel 4

Overweging 23

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Het Jeugdorkest van de Europese Unie heeft sinds zijn oprichting unieke deskundigheid opgebouwd wat de bevordering van de interculturele dialoog, wederzijds respect en begrip door cultuur betreft. Bijzonder aan het Jeugdorkest van de Europese Unie is het feit dat het een Europees orkest is dat de culturele grenzen overschrijdt en dat bestaat uit jonge musici die volgens veeleisende artistieke criteria jaarlijks door middel van strenge audities in alle lidstaten worden geselecteerd. H et jeugdorkest moet derhalve voor directe steun van de Unie in aanmerking komen.

Het Jeugdorkest van de Europese Unie heeft sinds zijn oprichting unieke deskundigheid opgebouwd wat de bevordering van de interculturele dialoog, wederzijds respect en begrip door cultuur betreft. Bijzonder aan het Jeugdorkest van de Europese Unie is het feit dat het een Europees orkest is dat de culturele grenzen overschrijdt en dat bestaat uit jonge musici die volgens veeleisende artistieke criteria jaarlijks door middel van strenge audities in alle lidstaten worden geselecteerd. Als alle betrokken partijen de onderhavige verordening volledig in acht nemen, moet het jeugdorkest derhalve voor directe steun van de Unie in aanmerking komen.

Motivering

Overeenkomstig de bovengenoemde argumenten die ook worden vermeld in het Commissiedocument, moet het jeugdorkest in aanmerking kunnen komen voor directe steun van de Unie en het programma Creatief Europa 2021-2027, voor zover uiteraard alle financieringsregels in acht worden genomen.

Wijzigingsvoorstel 5

Overweging 25

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Met het oog op een doeltreffende toewijzing van middelen uit de algemene begroting van de Unie is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat alle acties en activiteiten die in het kader van het programma worden uitgevoerd, een Europese meerwaarde hebben en dat zij complementair zijn met de activiteiten van de lidstaten, en er moet worden gestreefd naar samenhang, complementariteit en synergie met financieringsprogramma’s ter ondersteuning van sterk met elkaar verbonden beleidsterreinen en met horizontaal beleid zoals het concurrentiebeleid van de Unie.

Met het oog op een doeltreffende toewijzing van middelen uit de algemene begroting van de Unie is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat alle acties en activiteiten die in het kader van het programma worden uitgevoerd, een Europese meerwaarde hebben en dat zij complementair zijn met de activiteiten van de lidstaten en de regio’s , en er moet worden gestreefd naar samenhang, complementariteit en synergie met financieringsprogramma’s ter ondersteuning van sterk met elkaar verbonden beleidsterreinen en met horizontaal beleid zoals het concurrentiebeleid van de Unie.

Motivering

Er moet ook worden gekeken naar de complementariteit met de activiteiten van de regio’s; vanwege de specifieke kenmerken van met name de ultraperifere regio’s worden er op regionaal niveau immers ook specifieke beleidsmaatregelen genomen.

Wijzigingsvoorstel 6

Nieuwe overweging invoegen na overweging 34

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

In overeenstemming met artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet het programma rekening houden met de specifieke — structurele, sociale en economische — situatie van ultraperifere regio’s. In alle onderdelen van het programma moeten maatregelen worden genomen om de deelname van deze regio’s te vergroten en de culturele uitwisseling tussen deze regio’s en de rest van de EU en de rest van de wereld te bevorderen. Voorts zullen die maatregelen worden gevolgd en geëvalueerd.

Motivering

Het programma moet een verwijzing naar de specifieke situatie van deze regio’s bevatten, omdat zij, ondanks hun grote afstand, deel uitmaken van bepaalde EU-lidstaten. Aangezien zij de Europese cultuur verrijken, moeten hun culturele betrekkingen met de Unie worden versterkt. Ook omdat het huidige programma geen enkele verwijzing naar hen bevat.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 3, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

a)

versterking van de economische, sociale en externe dimensies van samenwerking op Europees niveau om de culturele verscheidenheid in en het culturele erfgoed van Europa te ontwikkelen en bevorderen, het concurrentievermogen van de Europese culturele en creatieve sectoren te verbeteren en de internationale culturele betrekkingen te verstevigen;

(a)

enhancing the economic, social and external dimension of European level cooperation to develop and promote European cultural diversity and Europe’s cultural heritage and strengthening the competitiveness of the European cultural and creative sectors, with special attention to small and medium-sized enterprises (SMEs) and reinforcing international cultural relations;

Motivering

Het toepassingsgebied van de specifieke doelstellingen van het programma moet breder worden geformuleerd en verder gaan dan de culturele en creatieve sectoren. Door zich te focussen op micro-, kleine en middelgrote ondernemingen wordt de realiteit van degenen die in de creatieve en culturele sectoren werkzaam zijn correcter weergegeven.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In overeenstemming met de in artikel 3 vermelde doelstellingen heeft het onderdeel CULTUUR de volgende prioriteiten:

a)

versterken van de grensoverschrijdende dimensie en circulatie van Europese culturele en creatieve actoren en werken;

b)

vergroten van culturele deelname in heel Europa;

c)

bevorderen van maatschappelijke veerkracht en sociale inclusie via cultuur en cultureel erfgoed;

d)

vergroten van het vermogen van de Europese culturele en creatieve sectoren om tot bloei te komen en werkgelegenheid en groei te genereren;

e)

versterken van de Europese identiteit en waarden door cultureel bewustzijn, kunstonderwijs en cultuurgebaseerde creativiteit in het onderwijs;

g)

bijdragen aan de mondiale strategie van de Unie voor internationale betrekkingen door culturele diplomatie.

In overeenstemming met de in artikel 3 vermelde doelstellingen heeft het onderdeel CULTUUR de volgende prioriteiten:

a)

versterken van de grensoverschrijdende dimensie en circulatie van Europese culturele en creatieve actoren en werken, rekening houdend met regio’s die met specifieke geografische moeilijkheden te kampen hebben, zoals de ultraperifere regio’s ;

b)

vergroten van culturele deelname in heel Europa;

c)

bevorderen van maatschappelijke veerkracht, sociale inclusie en innovatie via cultuur en cultureel erfgoed;

d)

vergroten van het vermogen van de Europese culturele en creatieve sectoren om tot bloei te komen en werkgelegenheid en groei te genereren en bij te dragen aan de lokale en regionale ontwikkeling ;

e)

versterken van de Europese identiteit en waarden door cultureel bewustzijn en uitwisselingen , kunstonderwijs en cultuurgebaseerde creativiteit in het onderwijs;

g)

bijdragen aan de mondiale strategie van de Unie voor internationale betrekkingen door culturele diplomatie waarbij ook de ultraperifere regio’s als essentiële actoren worden beschouwd .

Motivering

De afgelegen gebieden met geografische moeilijkheden vergen bijzondere aandacht. Die specifieke situatie van de ultraperifere gebieden wordt erkend in artikel 349 VWEU.

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 6

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

d)

oprichten en ondersteunen van programmadesks voor het bevorderen van het programma in de desbetreffende landen en om grensoverschrijdende samenwerking binnen de culturele en creatieve sectoren te stimuleren.

d)

oprichten en ondersteunen van programmadesks en - netwerken voor het bevorderen van het programma op nationaal, regionaal en lokaal niveau in de desbetreffende landen en om grensoverschrijdende samenwerking binnen de culturele en creatieve sectoren te stimuleren.

Motivering

Zoals wordt benadrukt in het tussentijdse evaluatieverslag van het programma Creatief Europa (2014-2020), bereikt het programma de burgers via de ondersteunde werken en activiteiten en verrijkt het daarmee hun Europese identiteit. Het algemene succes hangt af van de efficiëntie bij de verspreiding van informatie en de bewustmaking van de mogelijkheden en uitdagingen op hun niveau. De programmadesks van Creatief Europa moeten worden aangemoedigd om hun rol te ontwikkelen door succesverhalen te delen, niet alleen uit hun eigen land, maar ook op pan-Europees niveau en in lokaal en regionaal verband.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 7, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De financiële middelen voor de uitvoering van het programma over de periode 2021-2027 bedragen 1 850 000 000  EUR in lopende prijzen.

De indicatieve financiële verdeling voor de uitvoering van het programma is als volgt:

tot 609 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder a), vermelde doelstelling (onderdeel CULTUUR);

tot 1 081 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder b), vermelde doelstelling (onderdeel Media);

tot 160 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder c), vermelde doelstelling (SECTOROVERSCHRIJDEND onderdeel).

De financiële middelen voor de uitvoering van het programma over de periode 2021-2027 bedragen 2 000 000 000  EUR in lopende prijzen.

De indicatieve financiële verdeling voor de uitvoering van het programma is als volgt:

tot 759 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder a), vermelde doelstelling (onderdeel CULTUUR);

tot 1 081 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder b), vermelde doelstelling (onderdeel Media);

tot 160 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, onder c), vermelde doelstelling (SECTOROVERSCHRIJDEND onderdeel).

Motivering

Cultuur en cultureel erfgoed moeten beter worden geïntegreerd in de prioriteiten van het komende MFK, zowel door mainstreaming als door de vaststelling van een begrotingsdoelstelling van meer dan 2 miljard EUR voor het programma dat het programma „Creatief Europa”opvolgt. Voor het subprogramma Media wordt bijna 78 % meer geld uitgetrokken dan voor het subprogramma CULTUUR, ondanks het feit dat het subprogramma CULTUUR meer kunstsectoren bestrijkt; daarom stellen wij voor de voorgestelde verhoging van 150 000 000 EUR toe te wijzen aan het subprogramma CULTUUR.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 7, lid 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder a)], van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder c)], van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Indien mogelijk worden die middelen gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat.

Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder a)], van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder c)], van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. De middelen worden gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat.

Motivering

Er moeten vraagtekens worden geplaatst bij de bepaling in artikel 7, lid 4 van het voorstel dat een lidstaat een deel van de middelen in gedeeld beheer kan overdragen aan het programma Creatief Europa. In dat geval krijgt de lidstaat onvoldoende garanties dat deze middelen ten voordele van de betrokken lidstaat worden toegewezen. Daarom moet het voorstel zo worden geformuleerd dat deze middelen zeker zullen worden gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat.

Wijzigingsvoorstel 12

Een nieuw artikel 13

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Comitéprocedure

1.

De Commissie wordt bijgestaan door een comité (het „Comité Creatief Europa”). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.

Het Comité Creatief Europa kan in specifieke samenstellingen vergaderen voor het behandelen van concrete punten met betrekking tot de subprogramma’s en het sectoroverschrijdende onderdeel.

3.

In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) Nr. 182/2011 van toepassing.

4.

In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) Nr. 182/2011 van toepassing.

Motivering

De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid kunnen alleen volledig worden verwezenlijkt als de „comitéprocedure”in het voorstel in ere wordt hersteld, zodat de lidstaten een adequate controle kunnen uitoefenen op het beheer van het programma.

Wijzigingsvoorstel 13

Artikel 15

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Commissie draagt in samenwerking met de lidstaten zorg voor de algemene consistentie en complementariteit van het programma met het relevante beleid en de relevante programma’s, met name op het gebied van evenwicht tussen vrouwen en mannen, onderwijs, jeugd en solidariteit, werkgelegenheid en sociale inclusie, onderzoek en innovatie, industrie en ondernemingen, landbouw en plattelandsontwikkeling, milieu en klimaatactie, cohesie, regionaal beleid en stadsontwikkeling, staatssteun en internationale samenwerking en ontwikkeling.

De Commissie draagt in samenwerking met de lidstaten zorg voor de algemene consistentie en complementariteit van het programma met het relevante beleid en de relevante programma’s, met name op het gebied van evenwicht tussen vrouwen en mannen, onderwijs, jeugd en solidariteit, de bescherming van minderheden, in het bijzonder de instandhouding van het erfgoed van inheemse nationale, etnische en taalkundige minderheden , werkgelegenheid en sociale inclusie, onderzoek en innovatie, duurzaam toerisme , industrie en ondernemingen, landbouw en plattelandsontwikkeling, milieu en klimaatactie, cohesie, regionaal beleid en stadsontwikkeling, staatssteun en internationale samenwerking en ontwikkeling.

Motivering

Cultureel-erfgoedtoerisme draagt bij tot de aantrekkelijkheid van Europa en zijn regio’s, steden en landelijke gebieden door het aantrekken van privéinvesteringen, de ontwikkeling van culturele creatieve wijken en het aantrekken van talent en ongebonden bedrijven — waardoor de regionale en nationale concurrentiekracht wordt versterkt, zowel binnen Europa als wereldwijd. Aangezien veel burgers van de Europese Unie (ongeveer 50 miljoen mensen) een burgerschap hebben dat niet overeenkomt met hun moedertaal en nationaliteit, moet in het wetgevingsproces van de Unie ook rekening worden gehouden met hun belangen.

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 18, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, doch uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen.

De tussentijdse evaluatie van het programma wordt uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering van het programma beschikbaar is, maar het tussentijdse evaluatieverslag zal uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van het programma is begonnen worden voorgelegd .

Motivering

Het tussentijdse evaluatieverslag is van groot belang voor de opstelling van het volgende kaderprogramma en moet dus op tijd voor de volgende programmeringsperiode klaar en beschikbaar zijn.

Wijzigingsvoorstel 15

Bijlage 1, Onderdeel Cultuur

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Sectorale acties:

a)

ondersteuning van de muzieksector; bevorderen van verscheidenheid, creativiteit en innovatie op het gebied van muziek, met name de verspreiding van muzikaal werk in Europa en erbuiten, opleidingen en publieksontwikkeling voor Europese muzikanten en ondersteuning voor gegevensverzameling en -analyse;

b)

ondersteuning van de boeken- en uitgeverijsector; gerichte acties ter bevordering van verscheidenheid, creativiteit en innovatie, met name de vertaling en het aanprijzen van Europese literatuur over de grenzen heen binnen en buiten Europa, opleidingen en uitwisselingen voor beroepsbeoefenaars in de sector, auteurs en vertalers en transnationale projecten voor samenwerking, innovatie en ontwikkeling in de sector;

c)

ondersteuning van de architectuursector en de sector cultureel erfgoed; gerichte acties voor de mobiliteit van actoren, capaciteitsopbouw, publieksontwikkeling en internationalisering van de sector cultureel erfgoed en de architectuursector, bevordering van Baukultur, ondersteuning van het veiligstellen, bewaren en versterken van cultureel erfgoed en de waarden ervan door bewustmaking, netwerken en intercollegiaal leren;

d)

ondersteuning van andere sectoren; gerichte acties ter bevordering van de ontwikkeling van de creatieve aspecten van de ontwerp- en modesectoren en cultureel toerisme en de aanprijzing en vertegenwoordiging ervan buiten de Europese Unie.

Sectorale acties:

a)

ondersteuning van de muzieksector; bevorderen van verscheidenheid, creativiteit en innovatie op het gebied van muziek, met name de verspreiding van muzikaal werk in Europa en erbuiten, opleidingen en publieksontwikkeling voor Europese muzikanten en ondersteuning voor gegevensverzameling en -analyse;

b)

ondersteuning van de boeken- en uitgeverijsector; gerichte acties ter bevordering van verscheidenheid, creativiteit en innovatie, met name de vertaling en het aanprijzen van Europese literatuur over de grenzen heen binnen en buiten Europa, opleidingen en uitwisselingen voor beroepsbeoefenaars in de sector, auteurs en vertalers en transnationale projecten voor samenwerking, innovatie en ontwikkeling in de sector;

c)

ondersteuning van de architectuursector en de sector cultureel erfgoed; gerichte acties voor de mobiliteit van actoren, capaciteitsopbouw, publieksontwikkeling en internationalisering van de sector cultureel erfgoed en de architectuursector, bevordering van Baukultur, ondersteuning van het veiligstellen, bewaren en versterken van cultureel erfgoed — met inbegrip van traditionele volkscultuur — en de waarden ervan door bewustmaking, netwerken en intercollegiaal leren;

d)

ondersteuning van andere sectoren; gerichte acties ter bevordering van de ontwikkeling van de creatieve aspecten van de ontwerp- en modesectoren en cultureel toerisme en de aanprijzing en vertegenwoordiging ervan buiten de Europese Unie.

Motivering

Traditionele volkscultuur in haar verschillende vormen (ambachten, muziek, dans enz.) is een belangrijke bron van vitaliteit voor dorpen, van lokale en regionale ontwikkeling en van Europese culturele uitwisseling. Het is ook een instrument voor het versterken van de Europese culturele identiteit en het behoud van het beginsel van „eenheid in verscheidenheid”.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Creatief Europa

1.

is ingenomen met het voorstel van de Commissie om het lopende programma Creatief Europa voort te zetten als een op zichzelf staand programma dat ten goede komt aan alle actoren van de culturele sector. Een autonoom financieel kader is de beste manier om de continuïteit van de resultaten van de periode 2014-2020 te waarborgen en een geloofwaardige evaluatie voor de toekomst te maken.

2.

Het programma Creatief Europa maakt deel uit van een ruimer voorstel voor het volgende meerjarig financieel kader (gepubliceerd op 2 mei 2018), zodat het resultaat van de onderhandelingen over het begrotingsvoorstel grote gevolgen heeft voor de uiteindelijke vorm en inhoud van het programma. Het programma Creatief Europa is van groot belang voor de ontwikkeling en internationalisering van de culturele sector. De verhoging van het budget van het programma wordt daarom toegejuicht. Het is van essentieel belang dat de middelen die in de totale EU-begroting voor het programma worden vrijgemaakt op hetzelfde peil blijven, met name gezien de uitdagingen waarvoor de Europese samenwerking zich gesteld ziet.

3.

Het CvdR wijst erop dat cultuur als beleidsterrein steeds breder wordt: het aantal sectoroverschrijdende projecten op het gebied van cultuur neemt toe, en omvat gebieden als stadsvernieuwing, gezondheid, jongerenemancipatie, welzijn en sociale inclusie. Het is een goede zaak dat deze ontwikkeling in het voorstel wordt weerspiegeld.

4.

Met betrekking tot de rol van kunst en cultuur voor identiteitsvorming en cohesie, onderstreept het CvdR het belang van artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting, die moeten worden gewaarborgd met respect voor de menselijke waardigheid, gelijkheid en solidariteit, alsmede met de beginselen van democratie en de rechtsstaat.

5.

Voor de ontwikkeling van de „Europese burgeridentiteit”is het bovendien van cruciaal belang dat acties en middelen worden ingezet voor de verspreiding van gemeenschappelijke elementen die alle Europeanen delen, op gebieden als geschiedenis, cultuur en erfgoed. In dat opzicht zijn een uitgebreide versie van het programma Creatief Europa en de nieuwe Europese agenda voor cultuur van groot belang.

6.

Het CvdR is verheugd dat het voorstel zowel de sociale, economische en externe dimensie betreft als het cultureel erfgoed en digitalisering, als twee transversale beleidsterreinen van de nieuwe Europese agenda voor cultuur waarvoor maatregelen worden voorgesteld.

7.

Het CvdR is ingenomen met de versterkte internationale dimensie van het voorstel, maar wijst erop dat het moeilijk kan zijn om de prioriteiten binnen en buiten de EU met elkaar te verzoenen.

8.

Het CvdR is ingenomen met de verwijzingen naar de synergieën met — onder andere — het beleid voor regionale, stedelijke en landelijke ontwikkeling, dat „een belangrijke rol [speelt] bij de bevordering van het herstel van cultureel erfgoed en de ondersteuning van culturele en creatieve industrieën” (1).

9.

Er zou explicieter moeten worden verwezen naar de sleutelrol van de lokale en regionale overheden bij de bevordering en instandhouding van hun eigen kunst- en cultuurleven, en regionale en lokale overheden moeten worden aangemoedigd aan het programma deel te nemen. De middelen die voor belangrijke grootschalige projecten worden uitgetrokken en de financiering van maatregelen en activiteiten die zich vooral op lokaal en regionaal niveau afspelen, ook van kmo’s, moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht.

10.

De meeste ondernemingen in de culturele en creatieve sectoren zijn micro-ondernemingen, kleine of middelgrote ondernemingen of bedrijven van zelfstandige werknemers en vragen om initiatieven en een organisatie op lokaal niveau. Zo’n lokale benadering heeft een voordeel voor regio’s, omdat de lokale economie erdoor wordt gestimuleerd en talentvlucht erdoor wordt tegengegaan, zodat ook de bijbehorende banen lokaal bewaard blijven. Er dient dan ook rekening gehouden te worden met de bijzondere situatie van culturele werknemers en ondernemers, met inbegrip van degenen die actief zijn in regio’s met permanente en structurele beperkingen (2).

11.

Het CvdR zet vraagtekens bij het feit dat het Jeugdorkest van de Europese Unie (EUYO) expliciet wordt genoemd in de preambule van het voorstel, als een entiteit die „voor directe steun van de Unie in aanmerking [moet] komen”, terwijl in de door de lidstaten overeengekomen wijziging van de huidige verordening duidelijk staat dat „[a]an het EUYO […] bij wijze van uitzondering financiering [moet] worden toegekend tot het einde van het programma Creatief Europa op 31 december 2020”. Het CvdR zou graag de garantie krijgen dat alle betrokken partijen de huidige verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/596 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018, volledig naleven.

12.

Met het oog op de speciale situatie van culturele werknemers en culturele ondernemers is het belangrijk om er met Creatief Europa voor te zorgen dat mensen worden geïnformeerd over en aangemoedigd om gebruik te maken van de garantiefaciliteit die in de vorige programmeringsperiode is opgezet, ook wanneer de garantiefaciliteit zich elders bevindt.

Onderdeel Cultuur

13.

Het CvdR spreekt zijn bezorgdheid uit over de balans tussen de horizontale maatregelen en de nieuwe sectorale acties, omdat een iets hogere begroting er niet automatisch toe leidt dat een veel groter aantal prioriteiten wordt gerealiseerd.

14.

Met betrekking tot de sectorale acties:

wijst het erop dat de nadruk op architectuur ten koste kan gaan van de resultaten van het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018, dat tot doel heeft het Europees cultureel erfgoed te ervaren en te verkennen door de horizonten van de mensen te verbreden en verder te kijken dan alleen het bouwkundig erfgoed; in dat opzicht wordt ervan uitgegaan dat het een goede zaak zou zijn om in het kader van het programma Creatief Europa een specifieke lijn te creëren ter ondersteuning van de verspreiding van het Europees cultureel erfgoed na 2018;

vestigt het de aandacht op het feit dat de onder d) genoemde gebieden — design, mode en cultureel toerisme — een sectoroverschrijdend karakter hebben en dat de ondersteuning ervan derhalve een zekere mate van coördinatie met andere beleidsgebieden vereist;

is bekommerd om het evenwicht tussen de verschillende kunsten in de horizontale maatregelen en de nieuwe sectorale acties.

15.

Het CvdR stelt voor dat de maatregelen van het onderdeel cultuur van het programma die betrekking hebben op de Europese identiteit en waarden nauwer worden gekoppeld aan artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) om ervoor te zorgen dat de doelstelling wordt verwezenlijkt en dat het programma niet verkeerd wordt begrepen.

16.

Het CvdR moedigt alle culturele en audiovisuele sectoren — zoals de muzieksector — ten zeerste aan om hun digitale kennis en vaardigheden over te dragen om contacten te bevorderen en ook op lokaal en regionaal niveau innovatieve samenwerkingsverbanden tot stand te brengen.

Sectoroverschrijdend onderdeel

17.

Het CvdR is ingenomen met de nieuwe prioriteiten en de versterking van dit onderdeel, waardoor de synergieën binnen het programma worden gewaarborgd. Tegelijkertijd wijst het erop dat in het programma Creatief Europa voor de periode 2014-2020 meer nadruk werd gelegd op gegevensverzameling en statistieken dan in het huidige voorstel, en dat dit ook in het toekomstige programma moet worden opgenomen.

Onderdeel Media

18.

Het CvdR erkent dat de digitale omwenteling een paradigmaverschuiving met zich meebrengt, in de manier waarop culturele goederen worden gecreëerd, beheerd, verspreid, toegankelijk gemaakt, geconsumeerd en in geld worden uitgedrukt. Maar met de digitalisering ontstaan ook nieuwe mogelijkheden om regio’s in Europa met elkaar te verbinden, door audiovisuele werken uit te wisselen en nieuwe manieren te verkennen om banden te smeden en inhoud uit te wisselen. Dit overgangsproces kan hen ook helpen om een nieuw publiek aan te trekken, alternatieve inhoud te baat te nemen, nieuwe diensten te verlenen en inhoud uit verschillende regio’s zichtbaarder te maken (3). De overgang naar digitale technologieën maakt het voor initiatiefnemers van culturele projecten mogelijk zich te profileren als actoren van innovatie, dankzij de nieuwe multidirectionele en multi-channel digitale communicatiemiddelen. Op die manier zorgen zij voor een grotere binding met het grondgebied en worden ze zelf actoren van een duurzame en intelligente culturele en economische ontwikkeling.

19.

Het CvdR vestigt in dit verband de aandacht op het grote aantal kunstenaars wier werk en ontwikkeling, hoewel niet digitaal, even belangrijk zijn, en op de structuren die het grote publiek opleidingsmogelijkheden en instrumenten bieden, zoals bibliotheken.

20.

Het CvdR moedigt alle culturele en audiovisuele sectoren — zoals de muzieksector — ten zeerste aan om hun digitale kennis en vaardigheden over te dragen om contacten te bevorderen en ook op lokaal en regionaal niveau innovatieve samenwerkingsverbanden tot stand te brengen.

21.

Het wijst er in dit verband op dat niet-digitale artistieke scheppingen en ontwikkeling blijven bestaan en als zodanig ook een waardige plaats moeten krijgen in de gemeenschappen van de 21e eeuw.

Begroting

22.

Het CvdR spreekt zijn bezorgdheid uit over de voorgestelde begroting van het nieuwe programma, op grond van de volgende factoren:

het voorstel van de Commissie lijkt geen rekening te houden met de inflatie; de Commissie zij er in dit verband aan herinnerd dat er bij de formulering van het vorige voorstel sprake van was dat de begroting voor culturele en creatieve sectoren kon oplopen tot 1,801 miljard EUR (4);

de thans voorgestelde begroting van 1,85 miljard EUR is bestemd voor een aanzienlijk groter aantal prioriteiten, als gevolg van de nieuwe sectorale acties in het onderdeel Cultuur;

hoewel het CvdR begrijpt dat de Commissie de efficiëntie wil verbeteren door het centraliseren van de vele financiële instrumenten van de EU die momenteel beschikbaar zijn om investeringen in de EU te ondersteunen, is het bezorgd dat de resultaten van de Garantiefaciliteit in het nieuwe programma kunnen tegenvallen, aangezien de personen in de culturele sector die verantwoordelijk zijn voor dit instrument, minder goed geïnformeerd zullen zijn dan in de huidige periode.

23.

Het CvdR stelt in dit verband voor om een begrotingsdoelstelling van meer dan 2 miljard EUR vast te stellen, en onderstreept de noodzaak om cultuur en cultureel erfgoed beter te integreren in de prioriteiten van het volgende MFK, zowel door mainstreaming als door synergieën met andere programma’s en beleidsmaatregelen.

24.

Het CvdR dringt er met klem op aan dat de regionale en lokale overheden systematisch worden geraadpleegd over het ontwerp, de uitvoering en het beheer van de maatregelen voor de financiering van culturele en creatieve sectoren in heel Europa, met aandacht voor een brede geografische dekking.

25.

Met betrekking tot de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU spreekt het CvdR de hoop uit dat de EU en het Verenigd Koninkrijk, voortbouwend op de gemeenschappelijke verworvenheden en culturele ervaringen tot nu toe, de wederzijds voordelige betrekkingen op cultureel gebied zullen kunnen voortzetten en uitbouwen.

26.

De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid kunnen alleen volledig worden verwezenlijkt als de „comitéprocedure”in het voorstel in ere wordt hersteld, zodat de lidstaten een adequate controle kunnen uitoefenen op het programmabeheer. Bovendien zouden de lokale en regionale niveaus regelmatig moeten worden geraadpleegd over de beleidsoriëntatie en de jaarlijkse werkprogramma’s.

Een nieuwe Europese agenda voor cultuur

27.

Het CvdR is ingenomen met de nieuwe Europese agenda voor cultuur als een opmerkelijke en alomvattende beleidsbasis om de Europese identiteit te versterken door de diversiteit van de Europese culturen te erkennen, de Europese culturele en creatieve sectoren en hun betrekkingen met partners buiten Europa te versterken en de banden tussen cultuur, onderwijs en andere beleidsgebieden nauwer aan te halen.

28.

Het is een goede zaak dat de nieuwe Europese agenda, door de invoering van het begrip „culturele capaciteit”, rekening houdt met de veranderende verwachtingen van het publiek, nl. dat de lokale bevolking nauwer wordt betrokken bij het opzetten van culturele programma’s, door gebruik te maken van hun ideeën en hen te betrekken bij de uitvoering ervan.

29.

Het CvdR juicht het toe dat in de mededeling expliciet wordt verwezen naar steden en regio’s als een van de drie ecosystemen waarop de aandacht moet worden toegespitst; tegelijkertijd benadrukt het dat bij de praktische uitvoering van de prioriteiten rekening moet worden gehouden met de cruciale rol van de lokale en regionale overheden.

30.

Het heeft er al eerder op gewezen dat de lokale en regionale overheden door hun nauwe contact met de burgers zich strategisch gezien in een uitstekende positie bevinden om tegemoet te komen aan de specifieke noden en vragen van de verschillende culturele groepen in de Europese Unie, wat ook een hoge mate van verantwoordelijkheid met zich meebrengt (5).

31.

In de nieuwe agenda wordt terecht erkend dat er behoefte is aan een verschuiving van STEM (exacte wetenschappen, technologie, ingenieurswetenschappen en wiskunde) naar STEAM (met inbegrip van alfawetenschappen), dat het tijd is om creatief en kritisch denken uit te breiden naar alle niveaus van onderwijs en opleiding, en dat een einde moet worden gemaakt aan de strikte scheiding tussen exacte en geesteswetenschappen. Kunst is het vermogen om nieuwe en bruikbare ideeën uit te werken. Door kunst en creativiteit op te nemen wordt STEM nog aantrekkelijker, creatiever en innovatiever. Kunstzinnige vakken ondersteunen de ontwikkeling van talenten en van cultuur. Juist daarom moeten ze worden geïntegreerd met technologie.

32.

De cultuur van inheemse nationale, etnische en taalkundige minderheden is een belangrijk onderdeel van het culturele erfgoed van de Europese Unie. De bescherming, ondersteuning en universele toegang tot deze specifieke culturen is een taak die op lokaal en regionaal niveau moet worden uitgevoerd. De Unie moet hiervoor financiële ondersteuning bieden, met inbegrip van gerichte middelen die specifiek worden toegewezen voor de uitvoering van taken die onder de regionale bevoegdheden vallen en die verband houden met de bescherming van de culturele context van minderheden. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het gebruik van innovatieve virtuele instrumenten en aan de bevordering van de verschillende minderheidsculturen binnen de EU.

33.

Het CvdR dringt erop aan dat overheden op EU- en nationaal niveau de innovatie van de culturele en creatieve sector (CCS) erkennen als drijvende kracht achter een holistische lokale en regionale ontwikkeling.

34.

Het wijst erop dat lokale en regionale overheden de culturele en creatieve sector met succes in hun ontwikkelingsstrategieën hebben geïntegreerd, en dat dit de lokale economie een impuls heeft gegeven en hun grondgebieden bevolkt heeft gehouden (6).

35.

De integratie van slimmespecialisatiestrategieën (S3) in de regionale ontwikkelingsstrategieën vormt echter nog steeds een uitdaging. Regio’s hebben dan ook meer steun van de EU-instellingen nodig om slimme specialisatie te realiseren, in de vorm van een regionaal beleidskader voor innovatiegedreven groei.

36.

Het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 heeft geleid tot een sterke participatie in het veld, met duizenden activiteiten in heel Europa, waardoor het delen en waarderen van het Europese culturele erfgoed als een gemeenschappelijke hulpbron is aangemoedigd, het bewustzijn van hun geschiedenis en hun gemeenschappelijke Europese waarden is vergroot en het gevoel tot een gemeenschappelijke Europese ruimte te behoren is versterkt.

37.

Het CvdR dringt erop aan dat de impact en de positieve resultaten van het Jaar verder worden benut, ondersteund en uitgebouwd en dat de partnerschappen en netwerken die in de loop van het Jaar tot stand zijn gekomen, na het Jaar worden voortgezet als onderdeel van de culturele samenwerking in de EU. Het is dan ook ingenomen met het in december 2018 gepresenteerde Europese kader voor cultureel erfgoed, met vijf concrete acties die erop gericht zijn een echte verschuiving teweeg te brengen in de manier waarop wij het Europese culturele erfgoed waarderen, beschermen en verbeteren.

38.

Het CvdR stemt in met de keuze voor artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als rechtsgrondslag. Het erkent het belang van de artikelen 173 en 208 VWEU en steunt de drie strategische doelstellingen (de sociale, economische en externe dimensie) en de twee transversale maatregelen (cultureel erfgoed en digitalisering).

39.

Als het gaat om de sociale dimensie, beveelt het CvdR aan om in de passage „Het Europees cultureel erfgoed als een gedeelde rijkdom beschermen en promoten om het besef van onze gemeenschappelijke geschiedenis en waarden te versterken en een gevoel van een gemeenschappelijke Europese identiteit te bevorderen”de bescherming en eerbiediging van Europa’s religieuze erfgoed te steunen en de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) beschreven kernwaarden te bevorderen.

40.

Met betrekking tot de derde dimensie (externe betrekkingen) wijst het CvdR erop dat „de samenwerking op lokaal, regionaal en nationaal niveau […] sterker uitgebreid [moet] worden ter wille van de uit te werken en te ontwikkelen strategieën ter ondersteuning van hun internationale culturele betrekkingen en activiteiten” (7) en is het ervan overtuigd dat stedendiplomatie een stap in de goede richting kan zijn voor de wereldwijde bevordering van de Europese culturele identiteit.

41.

De mobiliteit van culturele beroepsbeoefenaren zou moeten worden gerekend tot de transversale maatregelen, aangezien dit een aanzienlijke toegevoegde waarde levert aan alle drie de dimensies.

42.

Het CvdR benadrukt nogmaals dat de verzameling van gegevens en statistieken over cultuur moet worden verbeterd, als voorwaarde om in de toekomst een geloofwaardig, empirisch onderbouwd beleid te kunnen ontwikkelen. Het pleit voor een strategische onderzoeksbenadering die de kennisoverdracht tussen de huidige versnipperde initiatieven vergemakkelijkt, om ervoor te zorgen dat alle sectoren worden bestreken, in samenwerking met de culturele belanghebbenden.

Brussel, 6 februari 2019.

De voorzitter

van het Europees Comité van de Regio’s

Karl-Heinz LAMBERTZ


(1)  COM(2018) 366 final.

(2)  CdR 401/2011 fin.

(3)  CdR 293/2010 fin.

(4)  https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52011AR0401&from=NL.

(5)  CdR 44/2006 fin.

(6)  CdR 181/2010 fin.

(7)  COR-2016-05110-00-00-AC-TRA.